Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 juli 2007, nr. TRCJZ/2007/1832, houdende regels ten aanzien van de interventie van melk en zuivelproducten

Regeling interventie melk en zuivelproducten

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op:
– Verordening (EEG) nr. 2921/90 van de Commissie van 10 oktober 1990 betreffende de steunverlening voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt (PB L 279 van 11 oktober 1990);
– Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie van 16 oktober 1992 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie (PB L 301 van 17 oktober 1992);
– Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PB L 160 van 26 juni 1999);
– Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (PB L 333 van 24 december 1999);
– Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder (PB L 340 van 31 december 1999);
– Verordening (EG) nr. 213/2001 van de Commissie van 9 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening 1255/1999, wat betreft de referentiemethoden voor de analyse en de kwaliteitsbeoordeling van melk en zuivelproducten, en houdende wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2771/1999 en (EG) 2799/1999 (PB L 37 van 7 februari 2001);
– Verordening (EG) nr. 214/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder (PB L 37 van 7 februari 2001);
– Verordening (EG) nr. 562/2005 van de Commissie van 5 april 2005 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de mededelingen van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie in de sector melk en zuivelproducten (PB L 95 van 14 april 2005);
– Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (PB L 308 van 25 november 2005), en
Verordening (EG) 884/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de financiering van de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en de boeking van de verrichtingen in verband met openbare opslag door de betaalorganen van de lidstaten (PB L 171 van 23 juni 2006);
Verordening (EG) 884/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de financiering van de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en de boeking van de verrichtingen in verband met openbare opslag door de betaalorganen van de lidstaten (PB L 171 van 23 juni 2006);

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Paragraaf

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Verordening 2921/90: Verordening (EEG) nr. 2921/90 van de Commissie van 10 oktober 1990 betreffende de steunverlening voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt (PB L 279 van 11 oktober 1990);

  • b.

    Verordening 3002/92: Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie van 16 oktober 1992 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie (PB L 301 van 17 oktober 1992);

  • c.

    Verordening 1255/1999: Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PB L 160 van 26 juni 1999);

  • d.

    Verordening 2771/1999: Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (PB L 333 van 24 december 1999);

  • e.

    Verordening 2799/1999: Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder (PB L 340 van 31 december 1999);

  • f.

    Verordening 213/2001: Verordening (EG) nr. 213/2001 van de Commissie van 9 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening 1255/1999, wat betreft de referentiemethoden voor de analyse en de kwaliteitsbeoordeling van melk en zuivelproducten, en houdende wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2771/1999 en (EG) 2799/1999 (PB L 37 van 7 februari 2001);

  • g.

    Verordening 214/2001: Verordening (EG) nr. 214/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder (PB L 37 van 7 februari 2001);

  • h.

    Verordening 562/2005: Verordening (EG) nr. 562/2005 van de Commissie van 5 april 2005 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de mededelingen van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie in de sector melk en zuivelproducten (PB L 95 van 14 april 2005);

  • i.

    Verordening 1898/2005: Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (PB L 308 van 25 november 2005);

  • j.

    Verordening 884/2006: Verordening (EG) 884/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de financiering van de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en de boeking van de verrichtingen in verband met openbare opslag door de betaalorganen van de lidstaten (PB L 171 van 23 juni 2006);

  • k.

    de Minister: de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • l.

    Dienst Regelingen: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • m.

    contractant: degene die met Dienst Regelingen in het kader van deze regeling een contract sluit;

  • n.

    melk en zuivelproducten: boter, room, boterconcentraat, mageremelkpoeder en ondermelk;

  • o.

    openbare opslag: de aankoop door Dienst Regelingen van boter of mageremelkpoeder tegen een op grond van Europese besluiten vastgestelde gegarandeerde prijs waarna Dienst Regelingen deze producten opslaat;

  • p.

    particuliere opslag: het tijdelijk door de contractant voor eigen rekening en risico opslaan van boter of room;

  • q.

    bijzondere steun: de verlening van steun op grond van de in dit artikel bedoelde Europese verordeningen voor bepaalde, in die verordeningen genoemde maatregelen ter bevordering van de afzet van melk en zuivelproducten, al dan niet uit openbare opslag;

  • r.

    interventie: het samenstel van openbare opslag, particuliere opslag en bijzondere steun;

  • s.

    tussenproducten: de producten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, van Verordening 1898/2005;

  • t.

    gerecombineerde boter: het product als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, sub ii), van Verordening 1898/2005;

  • u.

    productiebedrijf: productiebedrijf van room, boter, boterconcentraat, ondermelk, mageremelkpoeder of meerdere van deze producten, tussenproducten of mengvoeder;

  • v.

    rechtstreeks verwerkend bedrijf: bedrijf dat in het kader van Hoofdstuk II van Verordening 1898/2005 boter, room of boterconcentraat verwerkt waaraan geen verklikstoffen zijn toegevoegd;

  • w.

    AID: Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • x.

    PZ: Productschap Zuivel;

  • y.

    HPA: Hoofdproductschap Akkerbouw;

  • z.

    COKZ: Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel;

  • aa.

    RIKILT: Rijks-Kwaliteitsinstituut voor Land- en Tuinbouwproducten.

Paragraaf

2

Aanwijzing interventiebureau en bevoegde instanties

Artikel

2

Artikel

3

Paragraaf

3

Erkenningen

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Als aanvullende eisen als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder a, van Verordening 2799/1999 worden gesteld:

  • a.

    het bedrijf dat mageremelkpoeder denatureert of verwerkt tot mengvoeder houdt dagelijks een voorraadboekhouding en administratie bij, die ten minste de volgende gegevens bevat:

    • de aangekochte hoeveelheden mageremelkpoeder met daarbij de naam en het adres van de leverancier, het land van oorsprong en het gehalte aan melkeiwitten van de aangekochte producten;

    • de datum van de vervaardiging en de vervaardigde hoeveelheid gedenatureerd melkpoeder of mengvoeder alsmede de samenstelling van het product met opgave van het procentuele aandeel van de bestanddelen;

    • in voorkomend geval de hoeveelheden aangekochte en verwerkte denaturatiemiddelen met daarbij de naam en het adres van de leverancier, het land van oorsprong en het gehalte aan melkeiwitten van de aangekochte producten;

    • de data van verkoop en afgeleverde hoeveelheden gedenatureerde mageremelkpoeder of mengvoeder, alsmede de naam en het adres van de afnemer;

    • de hoeveelheidswijzigingen in de voorraden mageremelkpoeder als gevolg van verliezen, monsters, retourzendingen, omruiling of soortgelijke oorzaken.

  • b.

    het bedrijf beschikt over een geschikte ruimte ten behoeve van administratieve en bemonsteringswerkzaamheden.

Artikel

8

Erkenningen kunnen overeenkomstig de in artikel 1 bedoelde verordeningen worden geschorst of ingetrokken door het bestuursorgaan dat de erkenning heeft verleend.

Artikel

9

Een erkenning is geldig vanaf de datum van afgifte.

Paragraaf

4

Controle op de samenstelling en kwaliteit van boter uit de markt

Artikel

10

Artikel

11

Onverminderd het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van Verordening 2771/1999 neemt het COKZ bij elk productiebedrijf op weekbasis monsters die representatief zijn voor elke aangemelde dag van de productieweek en analyseert die.

Artikel

12

Onverminderd het bepaalde in de Landbouwkwaliteitsregeling boter controleert het COKZ de boter tevens op weekbasis op afwezigheid van colibacteriën en op het maximumgehalte van 2% vetvrijemelkdrogestof.

Artikel

13

De kosten van de in deze paragraaf bedoelde controles komen voor rekening van het desbetreffende productiebedrijf.

Artikel

14

Indien is komen vast te staan dat een partij in Nederland geproduceerde boter aan de in Verordening 1255/1999 en Verordening 2771/1999 gestelde eisen voldoet, geeft het COKZ aan het productiebedrijf een kwaliteitscertificaat af.

Artikel

15

Indien is komen vast te staan dat een partij in Nederland geproduceerde boter niet aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet, komt de gehele weekproductie van het desbetreffende bedrijf niet voor een certificaat zoals bedoeld in artikel 14 in aanmerking.

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Ingeval boter, die in een andere lidstaat van de Europese Unie is vervaardigd, in Nederland in het kader van deze regeling een bestemming krijgt, wordt het certificaat als bedoeld in artikel 45, tweede lid, van Verordening 1898/2005, artikel 6, eerste lid, dan wel artikel 31 van Verordening 2771/1999 voor de desbetreffende boter aan Dienst Regelingen overgelegd.

Artikel

19

Paragraaf

5

Controle op de samenstelling en kwaliteit van room uit de markt

Artikel

20

Artikel

21

Het COKZ neemt monsters per productiedag zodanig dat de monsters representatief zijn voor alle partijen room die op die dag bij het gecontroleerde bedrijf zijn geproduceerd.

Artikel

22

Indien een partij room wordt geleverd aan een rechtstreeks verwerkend bedrijf, vermeldt het productiebedrijf op de transportdocumenten en de facturen de hoeveelheden per partijnummer en de productiedatum van die partij alsmede de zin ‘de room is bestemd voor verwerking in het kader van Verordening 1898/2005’.

Artikel

23

Indien is komen vast te staan dat een partij in Nederland geproduceerde room aan de in artikel 5, eerste lid, onder c, van Verordening 1898/2005 gestelde eisen voldoet, geeft het COKZ met betrekking tot alle partijen room van de desbetreffende productiedatum van het desbetreffende productiebedrijf een kwaliteitscertificaat af.

Artikel

24

Indien is komen vast te staan dat een partij in Nederland geproduceerde room niet aan de in artikel 5, eerste lid, onder c, van Verordening 1898/2005 gestelde eisen voldoet, komen alle partijen room van de desbetreffende productiedatum van het desbetreffende productiebedrijf niet voor een certificaat als bedoeld in artikel 23 in aanmerking.

Artikel

25

Indien in Nederland room, die in een andere lidstaat van de Europese Unie is vervaardigd, in het kader van deze regeling wordt bewerkt of verwerkt, wordt door de bewerker of verwerker een door de bevoegde instantie van de lidstaat van productie afgegeven origineel certificaat als bedoeld in artikel 45, tweede lid, van Verordening 1898/2005 voor de desbetreffende room aan Dienst Regelingen overgelegd.

Artikel

26

Artikel

27

Het bepaalde in de artikelen 13 en 16 is van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf

6

Herkeuring van monsters

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

De Minister is bevoegd op verzoek van het tweede laboratorium als bedoeld in artikel 28, eerste lid, een ander laboratorium aan te wijzen indien dat tweede laboratorium niet tot het verrichten van de benodigde analyses is uitgerust.

Artikel

31

Het productiebedrijf levert het in Bijlage VIII, vierde punt, van Verordening 213/2001 bedoelde bewijs aan de AID.

Artikel

32

Paragraaf

7

Betalingen en zekerheden

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35

Hoofdstuk

2

Openbare opslag

Paragraaf

1

Algemeen

Artikel

36

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    aanbieder: degene die boter of mageremelkpoeder ter overname aan Dienst Regelingen aanbiedt;

  • b.

    afnemer: degene die boter of mageremelkpoeder van Dienst Regelingen heeft gekocht.

Paragraaf

2

Aankoop boter

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

Door het indienen van de in artikel 38 bedoelde vooraanmelding verklaart de aanbieder zich akkoord dat de Minister de partijen boter voordat de fysieke overname van de boter heeft plaatsgevonden, in bewaring geeft in door de Minister aangewezen vrieshuizen en dat de partijen worden bemonsterd en gecontroleerd.

Artikel

40

Indien de aanbieder van de vooraanmelding gebruik maakt, brengt de Minister de volgende kosten bij hem in rekening:

  • a.

    de kosten van aanmelding;

  • b.

    de kosten van het lossen;

  • c.

    de kosten van de opslag voor de periode van de dag van inslag in het door de Minister aangewezen vrieshuis tot de dag van fysieke overname van de boter.

Artikel

41

Artikel

42

Paragraaf

3

Aankoop mageremelkpoeder

Artikel

43

Het in artikel 4, eerste lid, van Verordening 214/2001 bedoelde certificaat wordt op aanvraag door Dienst Regelingen afgegeven indien het productiebedrijf het bewijs levert dat aan de in dat artikel lid gestelde eisen is voldaan.

Artikel

44

Paragraaf

4

Levering, opslag en uitslag boter en mageremelkpoeder

Artikel

45

De Minister sluit met het opslagpand of het vrieshuis een opslagcontract als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van Verordening 884/2006.

Artikel

46

Voor de opslag van boter komen uitsluitend vrieshuizen in aanmerking die voldoen aan de volgende technische normen als bedoeld in artikel 18 van Verordening 2771/1999:

  • a.

    het vrieshuis beschikt over een opslagcapaciteit van ten minste 1.000 ton boter;

  • b.

    het vrieshuis kan de boter bij een constante temperatuur van –18° C of kouder bewaren en deze temperatuur in de opslagruimte ook tijdens in- en uitslagwerkzaamheden handhaven;

  • c.

    het vrieshuis garandeert een inslagcapaciteit van ten minste 50 ton boter per dag en een uitslagcapaciteit van ten minste 100 ton boter per dag.

  • d.

    het vrieshuis beschikt over permanent in de opslagruimte aanwezige, adequate temperatuurregistratieapparatuur die ten minste 3 keer per etmaal de luchttemperatuur meet;

  • e

    het vrieshuis beschikt over een weegschaal met een minimum weegvermogen van 30 kilogram en een afleeseenheid van 10 gram alsmede een weegschaal waarop een pallet met boter in zijn geheel kan worden gewogen;

  • f.

    het vrieshuis heeft voldoende toetsgewichten voorhanden en kan aantonen dat zowel de weegschaal als de toetsgewichten van een geldig ijkmerk zijn voorzien;

  • g.

    het vrieshuis beschikt over een bemonsteringsruimte.

Artikel

48

Indien in het vrieshuis of het opslagpand beschadigde of vuile dozen boter of zakken mageremelkpoeder worden aangetroffen, wordt aangenomen dat de beschadiging of verontreiniging in het vrieshuis of het opslagpand is geschied en zullen de daaruit voortvloeiende kosten voor rekening van het vrieshuis of opslagpand komen.

Artikel

49

Indien het vrieshuis of het opslagpand naar het oordeel van Dienst Regelingen – rekening houdend met de duur van de opslag – niet voldoende zorgdraagt voor het op peil blijven van de kwaliteit dan wel de verpakking van de boter of het mageremelkpoeder, dan wel anderszins de gestelde voorwaarden niet of niet volledig nakomt, is Dienst Regelingen gerechtigd ofwel de boter of het mageremelkpoeder naar elders te doen vervoeren en te doen opslaan, ofwel de nodige andere maatregelen te treffen. De daaruit voortvloeiende kosten komen, voor zover het boter betreft, voor rekening van het vrieshuis en, voor zover het mageremelkpoeder betreft, voor rekening van het opslagpand.

Artikel

50

De aanbieder levert de boter of het mageremelkpoeder aan het vrieshuis respectievelijk het opslagpand aan op pallets die elk 1.000 of 1.250 kilogram omvatten, met uitzondering van de laatste pallet van een partij die een lager aantal kilogram mag omvatten.

Artikel

51

De pallets zijn per partij uniform van soort en van gewicht, tenzij elke pallet van een TARRA-etiket is voorzien dan wel het gewicht erin is gegraveerd.

Artikel

52

Per partij mageremelkpoeder levert de aanbieder ten minste drie lege zakken, bestemd voor mageremelkpoeder en die identiek zijn aan die van de geleverde partij, mee.

Artikel

53

Artikel

54

Indien de aangeboden boter of mageremelkpoeder wordt overgenomen in het vrieshuis of opslagpand waar het zich reeds bevindt, wordt, in geval van aankoop van boter tegen 90% van de interventieprijs of mageremelkpoeder tegen de interventieprijs, onder ‘de datum van overname’ verstaan de datum die is vermeld op het acceptatiebericht van de aanbieding en, in geval van aankoop door middel van inschrijving, de datum die is vermeld in de schriftelijke toewijzing. Deze dag is ten vroegste de dag na de dag van verzending van dit acceptatiebericht respectievelijk schriftelijke toewijzing.

Artikel

55

Indien de boter of het mageremelkpoeder niet in aanmerking komt voor overname in openbare opslag, neemt de aanbieder de betreffende boter of het mageremelkpoeder binnen 14 dagen na de datum van het afwijzingsbericht terug of hij slaat het voor eigen rekening en risico separaat van de interventievoorraad op dan wel laat hij het separaat opslaan.

Artikel

56

Paragraaf

5

Verkoop boter en mageremelkpoeder

Subparagraaf

5.1

Zonder bestemmingsverplichting

Artikel

57

Artikel

58

Artikel

59

In de situatie als bedoeld in artikel 24 septies, tweede lid, tweede alinea, van Verordening 214/2001 respectievelijk artikel 24 septies, tweede lid, tweede alinea, van Verordening 2771/1999 wordt in opdracht van Dienst Regelingen door het opslagpand of het vrieshuis uiterlijk op de 30e dag na de sluitingsdatum van de desbetreffende bijzondere openbare inschrijving een document op naam van de koper uitgeschreven dat de daaropvolgende dag ingaat. Dit document bevat een specificatie van de aan de koper toegewezen mageremelkpoeder of boter als bedoeld in artikel 24 septies, tweede lid, eerste alinea, van Verordening 214/2001 respectievelijk artikel 24 septies, tweede lid, eerste alinea, van Verordening 2771/1999 die nog niet is afgehaald.

Artikel

60

De koper van het mageremelkpoeder of de boter informeert Dienst Regelingen schriftelijk over de door hem met het vrieshuis of opslagpand overeengekomen datum en het tijdstip van daadwerkelijke uitslag uit het opslagpand of vrieshuis ten minste één werkdag van tevoren, vóór 10:00 uur, onder vermelding van de naam van het opslagpand of vrieshuis, de dag en het tijdstip van uitslag, het verkoopfactuurnummer en de hoeveelheid.

Artikel

61

De koper betaalt het bedrag als bedoeld in artikel 24 sexies, tweede lid, van Verordening 2771/1999 en artikel 24 sexies, tweede lid, van Verordening 214/2001 uiterlijk om 12:00 uur op de werkdag vóór de dag van uitslag.

Artikel

62

Het in artikel 21, vierde lid, van Verordening 2771/1999 en artikel 21, tweede lid, van Verordening 214/2001 bedoelde bericht wordt geplaatst op de website van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Subparagraaf

5.2

Met bestemmingsverplichting

Artikel

63

Artikel

64

De koper van het mageremelkpoeder informeert Dienst Regelingen schriftelijk over de door hem met het opslagpand overeengekomen datum en het tijdstip van daadwerkelijke uitslag uit het opslagpand ten minste één werkdag van tevoren, vóór 10:00 uur, onder vermelding van de naam van het opslagpand, de dag en het tijdstip van uitslag, het verkoopfactuurnummer en de hoeveelheid.

Artikel

65

In de situatie als bedoeld in artikel 35, tweede lid, tweede alinea, van Verordening 2799/1999 wordt in opdracht van Dienst Regelingen door het opslagpand uiterlijk op de 30e dag na de sluitingsdatum van de desbetreffende bijzondere openbare inschrijving een document op naam van de koper uitgeschreven dat de daaropvolgende dag ingaat. Dit document bevat een specificatie van het aan de koper toegewezen mageremelkpoeder als bedoeld in artikel 35, tweede lid, eerste alinea, van Verordening 2799/1999 dat nog niet is afgehaald.

Artikel

66

De koper betaalt het bedrag als bedoeld in artikel 34, tweede lid, van Verordening 2799/1999 uiterlijk om 12:00 uur op de werkdag vóór de dag van uitslag.

Artikel

67

Artikel

68

Artikel

69

Artikel

70

Het in artikel 26, vierde lid, van Verordening 2799/1999 bedoelde bericht wordt geplaatst op de website van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Hoofdstuk

3

Verwerkingsregelingen

Paragraaf

1

Verkoop tegen verlaagde prijs van boter en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat bestemd voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en bepaalde andere voedingsmiddelen

Artikel

71

Overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 46 van Verordening 1898/2005 en het bepaalde in deze paragraaf:

  • a.

    verkoopt Dienst Regelingen tegen verlaagde prijs boter die overeenkomstig artikel 6, tweede lid, van Verordening 1255/1999 is aangekocht en vóór de in artikel 1, onder a, van Verordening 1898/2005 bedoelde datum is ingeslagen en die is bestemd voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen als bedoeld in de in artikel 4, eerste lid, van Verordening 1898/2005 opgenomen definitie van eindproducten, en

  • b.

    kent de Minister steun toe voor het gebruik van boter, boterconcentraat en room voor de vervaardiging van de onder a bedoelde eindproducten.

Artikel

72

Onverminderd het bepaalde in artikel 9, derde lid, van Verordening 1898/2005 wordt op de verpakking tevens het contractnummer vermeld.

Artikel

73

Artikel

74

Door middel van gebruikmaking van een bij Dienst Regelingen op te vragen verantwoordingsstaat verstrekken:

  • a.

    het productiebedrijf van melkvet dat wordt gebruikt voor de vervaardiging van boterconcentraat, het productiebedrijf van boterconcentraat puur, productiebedrijven van boterconcentraat met verklikstoffen en productiebedrijven van gerecombineerde boter wekelijks,

  • b.

    ompakbedrijven van boterconcentraat, productiebedrijven van room met verklikstoffen, productiebedrijven van boter met verklikstoffen, productiebedrijven van tussenproducten en verwerkingsbedrijven van onverklikte room, onverklikte boter, onverklikt boterconcentraat of onverklikte tussenproducten tweewekelijks en

  • c.

    handelaren die onverklikte boter verhandelen, handelaren inclusief productiebedrijven die verklikte boter, verklikte room, boterconcentraat of tussenproducten verhandelen en grootverwerkers, zijnde eindverwerkers die per verwerkend bedrijf per jaar 24.000 kilogram of meer verklikte boter in boterconcentraat, room of tussenproducten verwerken vierwekelijks

  • d.

    de in die verantwoordingsstaten bedoelde gegevens.

Artikel

75

Het in artikel 17 van Verordening 1898/2005 bedoelde bericht wordt geplaatst op de website van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel

76

Het bedrijf dat een nieuwe partij verklikstoffen ontvangt, doet hiervan melding aan de AID en het COKZ.

Artikel

77

Artikel

78

In de situatie als bedoeld in artikel 32, tweede lid, tweede alinea, van Verordening 1898/2005 wordt in opdracht van Dienst Regelingen door het vrieshuis uiterlijk op de 45e dag na de sluitingsdatum van de desbetreffende bijzondere openbare inschrijving een document op naam van de koper uitgeschreven dat de daaropvolgende dag ingaat. Dit document bevat een specificatie van de aan de koper toegewezen boter als bedoeld in artikel 32, tweede lid, eerste alinea, van Verordening 1898/2005 die nog niet is afgehaald.

Artikel

79

De koper van de boter informeert Dienst Regelingen schriftelijk over de door hem met het vrieshuis overeengekomen datum en het tijdstip van daadwerkelijke uitslag uit het vrieshuis ten minste één werkdag van tevoren, vóór 10:00 uur, onder vermelding van de naam van het vrieshuis, de dag en het tijdstip van uitslag, het verkoopfactuurnummer en de hoeveelheid.

Artikel

80

De koper betaalt het bedrag als bedoeld in artikel 31, tweede lid, van Verordening 1898/2005 uiterlijk om 12:00 uur op de werkdag vóór de dag van uitslag.

Artikel

81

Onverminderd het bepaalde in artikel 20 van Verordening 1898/2005 wordt op de enveloppe van de niet per telefax ingediende offerte als bedoeld in dat artikel vermeld: ‘Offerte Bakkersboter’.

Artikel

82

Indien op de in artikel 22, eerste lid, respectievelijk 23, eerste lid, van Verordening 1898/2005 bedoelde offerte niets wordt toegewezen, kan de inschrijver Dienst Regelingen verzoeken om de desbetreffende inschrijvingswaarborg niet vrij te geven maar te mogen gebruiken voor de eerstvolgende inschrijvingsmogelijkheid.

Artikel

83

De koper van de producten verstrekt in de in artikel 5, eerste lid, eerste gedachtestreepje, van Verordening 3002/92 bedoelde situatie aan Dienst Regelingen de in het tweede lid van dat artikel bedoelde informatie.

Artikel

84

De inschrijver is verplicht een naar contractnummer te onderscheiden administratie te voeren die zodanig is ingericht dat inzichtelijk kan worden gemaakt dat, en op welke datum, de in artikel 5, eerste lid, van Verordening 1898/2005 bedoelde producten zijn verwerkt in de in Bijlage I van die verordening bedoelde eindproducten.

Paragraaf

2

Denaturatie en verwerking van mageremelkpoeder en ondermelk tot mengvoeder

Artikel

85

Artikel

86

Artikel

87

Indien aan alle voorwaarden voor het ontvangen van steun is voldaan, betaalt Dienst Regelingen het betreffende bedrag uiterlijk aan het begin van de vierde week na het verstrijken van de periode als bedoeld in artikel 86, eerste respectievelijk tweede lid.

Artikel

88

Artikel

89

Artikel

90

Artikel

91

Van de verwerkingsstaat als bedoeld in artikel 90, eerste lid, houdt de fabrikant van mengvoeders vanaf de derde dag na afloop van de verwerkingsperiode een exemplaar ter beschikking van de AID.

Hoofdstuk

4

Bijzondere steunbepalingen

Paragraaf

1

Steun voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie

Artikel

92

De Minister kent op aanvraag in overeenstemming met de artikelen 47 tot en met 70 van Verordening 1898/2005 steun toe voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie.

Artikel

93

Onverminderd het bepaalde in artikel 50, tweede lid, van Verordening 1898/2005 wordt op de enveloppe van de niet per telefax ingediende offerte als bedoeld in dat artikel vermeld: ‘Offerte Bak- en Braadboter’.

Artikel

94

Een verzoek als bedoeld in artikel 63, derde lid, laatste alinea, van Verordening 1898/2005 wordt ingediend bij Dienst Regelingen.

Artikel

95

Artikel

96

Het bedrijf dat in het kader van dit hoofdstuk een nieuwe partij verklikstoffen ontvangt, doet hiervan melding aan de AID en het COKZ.

Artikel

97

Door middel van gebruikmaking van bij Dienst Regelingen op te vragen verantwoordingsstaten verstrekken producenten, verpakkers en ompakkers van boterconcentraat wekelijks en handelaren inclusief productiebedrijven die boterconcentraat verhandelen vierwekelijks aan Dienst Regelingen de in die verantwoordingsstaten gevraagde informatie.

Paragraaf

2

Steun voor de aankoop van boter door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk

Artikel

98

De Minister verleent in overeenstemming met de artikelen 71 tot en met 83 van Verordening 1898/2005 op aanvraag steun aan leveranciers van boter die deze tegen verlaagde prijs afzetten aan instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk.

Artikel

99

Boter tegen verlaagde prijs kan uitsluitend worden aangekocht door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk met primair een medische, sociale of maatschappelijke functie die:

  • a.

    de boter gebruiken voor consumptie binnen de instelling of gemeenschap door onder hun zorg vallende personen, en

  • b.

    van de Minister een toewijzing tot deelname aan de in deze paragraaf bedoelde regeling hebben ontvangen.

Artikel

100

Artikel

101

Een aanvraag om bonnen als bedoeld in artikel 75, eerste lid, van Verordening 1898/2005 wordt ingediend bij Dienst Regelingen.

Artikel

102

Onverminderd het bepaalde in artikel 81, eerste lid, van Verordening 1898/2005 wordt op de verpakking van de boter de productiedatum vermeld.

Artikel

103

De leverancier maakt ten behoeve van de levering van de boter aan de instelling of gemeenschap een vervoersdocument in drievoud op. Hierop worden in ieder geval de geadresseerde, de hoeveelheid boter in kilogrammen, het aantal verpakkingseenheden, de productiedatum, de leveringsdatum en het bonnummer vermeld.

Artikel

104

Het vervoersdocument wordt door de instelling of gemeenschap ondertekend voor overname van de boter. De instelling of gemeenschap ontvangt hiervan een exemplaar.

Artikel

105

De leverancier vermeldt op de verkoopfactuur:

  • a.

    de door de instelling overgenomen hoeveelheid boter in kilogrammen;

  • b.

    het bonnummer;

  • c.

    de bruto-verkoopprijs;

  • d.

    het steunbedrag;

  • e.

    de netto-verkoopprijs, en

  • f.

    het BTW-bedrag berekend over de netto-verkoopprijs.

Artikel

106

De leverancier factureert de boter aan de instelling. Het bedrag van de in artikel 74, eerste lid, van Verordening 1898/2005 bedoelde steun wordt op de bruto verkoopprijs in mindering gebracht.

Artikel

107

Artikel

108

Hoofdstuk

5

Particuliere opslag boter en room

Artikel

109

De Minister verleent voor de particuliere opslag van boter en room steun indien is voldaan aan de eisen zoals gesteld in artikel 6, derde lid, van Verordening 1255/1999 en in de artikelen 25 tot en met 38 van Verordening 2771/1999.

Artikel

110

Een aanvraag om de in artikel 109 bedoelde steun wordt ingediend bij Dienst Regelingen.

Artikel

111

Artikel

112

Artikel

113

Particuliere opslag van boter en room vindt plaats in vrieshuizen die:

  • a.

    een van een geldig ijkmerk voorziene weegschaal – met een gewichtsaanduiding tot op de tien gram nauwkeurig – beschikbaar hebben waarop een doos met een inhoud van 25 kilogram gewogen kan worden, en

  • b.

    de boter en room in particuliere opslag duidelijk scheiden van andere voorraden.

Artikel

114

Artikel

115

Artikel

116

Een opslagpartij van in Nederland geproduceerde boter kan slechts bestaan uit boter die gedurende één productieweek is vervaardigd in dezelfde fabriek.

Artikel

117

De opslagpartijen die reeds vóór de bij de dan geldende Europese verordeningen vastgelegde begindatum zijn ingeslagen en onder de werking van dit hoofdstuk worden gebracht, worden door het vrieshuis tevens geregistreerd als zijnde ingeslagen met ingang van die begindatum.

Artikel

118

Artikel

119

Artikel

120

De uitslag bedraagt ten minste 1.000 kilogram per opslagpartij met dien verstande dat wanneer van een opslagpartij minder dan 1.000 kilogram in opslag is, de uitslag van de totale resterende hoeveelheid in een keer is toegestaan.

Artikel

121

Artikel

122

Zo spoedig mogelijk na de uitslag zendt het vrieshuis bevestiging van de uitslag aan Dienst Regelingen.

Artikel

123

Hoofdstuk

6

Overige bepalingen

Paragraaf

1

De commissie officiële nederlandse zuivelnoteringen

Artikel

124

Artikel

125

Artikel

126

De leden en de secretaris van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van de zaken- en bedrijfsgeheimen, welk hun als zodanig ter kennis zijn gekomen, en van alle aangelegenheden, waarvan zij het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen.

Artikel

127

Artikel

128

Artikel

129

De noteringen worden schriftelijk vastgesteld en onmiddellijk daarna bekend gemaakt.

Artikel

130

Paragraaf

2

Overmacht

Artikel

131

Paragraaf

3

Intrekking, inwerkingtreding en citeertitel

Artikel

132

De Beschikking controlevoorschriften inzake het gebruik of de bestemming van bepaalde landbouwproducten 1979, de Beschikking denaturatie- en verwerkingssteun magere melkpoeder 1980, de Beschikking particuliere opslag zuivelproducten en vlees 1980, de Beschikking steun boter met bijzonder gebruik of bijzondere bestemming 1981, de Beschikking controlevoorschriften inzake de herkomst, samenstelling en kwaliteit van bepaalde landbouwproducten, de Regeling Commissie Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen en de Regeling erkenningen interventie worden ingetrokken.

Artikel

133

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

134

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling interventie melk en zuivelproducten.

Den Haag
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,G.Verburg

Bijlage

1

als bedoeld in artikel 115

Voorwaarden voor de opslag van boter in verzegelde stellingen particuliere opslag boter

1. De pallets met boter worden zodanig in stellingen opgeslagen dat na het aanbrengen van het nylonkoord de pallets niet uit de stelling gehaald kunnen worden zonder dat het koord losgemaakt wordt.

2. Het aanbrengen van het koord en het verzegelen vinden tijdens de inslagcontrole plaats. Tijdens deze inslagcontrole dient de boter bereikbaar en controleerbaar te zijn of te worden gemaakt.

3. Het koord wordt door het vrieshuis onder toezicht van de controlefunctionaris aangebracht, en de uiteinden worden zodanig samengeknoopt dat daar het zegel – t.b.v. de verzegeling – door de controlefunctionaris kan worden bevestigd.

4. De verzegelde stelling wordt per opslagpartij voorzien van een kaart waarop de navolgende gegevens worden vermeld:

  • stellingnummer;

  • opslagpartijnummer(s);

  • aantal dozen per opslagpartij;

  • datum van inslag;

  • datum inslagcontrole, naam en handtekening en stempel controlefunctionaris;

  • datum opslagcontrole(s), naam en handtekening en stempel controlefunctionaris.

5. Het vrieshuis draagt zorg voor het nylonkoord en voor de onder punt 4. bedoelde kaarten.

6. De controlefunctionaris behoudt zich het recht voor om ongeacht de verzegeling toch een of meerdere partijen aan een nadere controle te onderwerpen. Dit betekent dat de opslagpartijen dan controleerbaar gemaakt moeten worden.

7. Wanneer bij controle blijkt dat de verzegeling is verbroken zullen de desbetreffende opslagpartijen boter aan een intensieve controle worden onderworpen.

8. Vóór uitslag vindt er een eindcontrole plaats en tijdens deze controle verbreekt de controlefunctionaris het zegel.

9. Uitsluitend wanneer de uitslag tijdig is aangemeld en de desbetreffende opslagpartij(en) niet aan een eindcontrole wordt (worden) onderworpen mag het vrieshuis het zegel op de aangemelde dag van uitslag verbreken.

In dat geval wordt op de in punt 4 genoemde kaart door de medewerker van het vrieshuis vermeld:

  • ‘verzegeling verbroken’;

  • datum en uur van ontzegelen;

  • naam en handtekening.

Wanneer na de uitslag van de desbetreffende aangemelde (deel)-hoeveelheid van de partij zich nog boter in de desbetreffende stelling bevindt zal deze bij een volgende controle door de controlefunctionaris aan een intensieve controle worden onderworpen.

10. Indien een contractant bezwaar heeft tegen opslag in stellingen, dient dit bezwaar vóór de opslag bij zowel de vrieshuishouder als bij Dienst Regelingen schriftelijk kenbaar te worden gemaakt.