Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens)

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 maart 2006, nr. DJZ2006244854, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op richtlijn nr. 2006/11/EG van 15 februari 2006 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd (PbEU L 64), richtlijn nr. 80/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1979 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging veroorzaakt door de lozing van bepaalde gevaarlijke stoffen (PbEG L 020), richtlijn nr. 91/271/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (PbEG L 135), richtlijn nr. 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand (PbEU L 371) en richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327), op de artikelen 10.2, tweede en derde lid, 10.30, derde lid, en 10.32 van de Wet milieubeheer, de artikelen 6, 15, 17, 65, 67, 92 en 97 van de Wet bodembescherming en op de artikelen 1, derde lid, 2a, eerste en tweede lid, 2b, eerste en tweede lid, en 2c, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;
De Raad van State gehoord (advies van 28 juni 2006, nr. W08.06.0084/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 13 november 2007, nr. DJZ2007111899, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

Hoofdstuk

2

Algemene bepalingen ten aanzien van het lozen vanuit particuliere huishoudens

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Indien bij of krachtens dit besluit is bepaald dat een daarbij aangegeven maatregel ter bescherming van het milieu moet worden toegepast, kan een andere maatregel worden toegepast, indien het bevoegd gezag heeft beslist dat met die maatregel ten minste een gelijkwaardig niveau van bescherming van het milieu wordt bereikt.

Hoofdstuk

3

Bepalingen ten aanzien van het lozen van huishoudelijk afvalwater en zwembadwater

§

1

Algemeen

Artikel

6

Huishoudelijk afvalwater, afkomstig van het bereiden van voedingsmiddelen en daarmee samenhangende activiteiten, dat afvalstoffen bevat, die door versnijdende of vermalende apparatuur zijn versneden of vermalen, wordt niet geloosd.

§

2

Lozen van huishoudelijk afvalwater op of in de bodem

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

§

3

Lozen van huishoudelijk afvalwater in het oppervlaktewater

Artikel

10

Artikel

11

§

4

Lozen van zwembadwater

Artikel

12

Afvalwater afkomstig uit een zwembad waaraan desinfectiemiddelen of andere chemicaliën zijn toegevoegd wordt, indien dit mogelijk is, in een openbaar vuilwaterriool geloosd.

Hoofdstuk

4

Overige bepalingen

§

1

Meldingsplicht

Artikel

13

§

2

Wijziging van andere regelgeving

Artikel

14

Wijzigt het Besluit lozingsvoorschriften niet-inrichtingen milieubeheer.

Artikel

15

Wijzigt het Lozingenbesluit bodembescherming.

Artikel

16

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

17

Wijzigt het Besluit landbouw milieubeheer.

Artikel

18

Wijzigt het Besluit glastuinbouw.

Hoofdstuk

5

Overgangs- en slotbepalingen

§

1

Overgangsbepalingen

Artikel

19

Artikel

20

Voor het lozen vanuit een particulier huishouden waarvoor onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit een vergunning op grond van artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in werking en onherroepelijk was, worden de voorschriften van die vergunning aangemerkt als maatwerkvoorschriften op grond van dit besluit, mits de voorschriften vallen binnen de bevoegdheid van het bevoegd gezag tot het stellen van maatwerkvoorschriften.

Artikel

21

§

2

Slotbepalingen

Artikel

22

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2008, met uitzondering van artikel 16, dat met ingang van 1 januari 2009 in werking treedt.

Artikel

23

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit lozing afvalwater huishoudens.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. M. Cramer
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J. C. Huizinga-Heringa
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin