Wet van 29 december 2008 tot bundeling van het WWB-werkdeel, budgetten voor inburgeringsvoorzieningen en de middelen voor volwasseneneducatie (Wet participatiebudget)

Wet participatiebudget

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat het WWB-werkdeel, inburgeringsbudgetten voor zover deze betrekking hebben op de inburgeringsvoorzieningen en de middelen voor volwasseneneducatie worden gebundeld;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Participatiebudget

Artikel

2

Verdeling uitkering

Artikel

3

De voorziening

Artikel

4

Verantwoording en terugvordering uitkering

Artikel

5

Informatievoorziening

Artikel

5a

Verantwoordingsinformatie ten behoeve van verdeling uitkering en verdeelsleutels

In afwijking van artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt bij de toepassing van de artikelen 2, 4, tweede lid, en 5, tweede lid, gebruikgemaakt van de gegevens, bedoeld in artikel 5, tweede lid, en de informatie, bedoeld in artikel 6, onderdeel a, waarvan Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kennis heeft op 15 augustus voor zover het betreft de artikelen 2 en 5, tweede lid, en 30 september voor zover het betreft artikel 4, tweede lid, van het jaar volgend op het verantwoordingsjaar, met dien verstande dat gegevens die het college op verzoek van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op een latere datum verstrekt mede in aanmerking worden genomen. Indien artikel 6, onderdeel b, van toepassing is, wordt voor het jaar volgend op het verantwoordingsjaar gelezen: het tweede jaar volgend op het verantwoordingsjaar.

Artikel

6

Gemeenschappelijke regelingen

Indien bij een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen de uitvoering van deze wet volledig is overgedragen aan het bestuur van een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 van die wet, treedt dat bestuur voor de toepassing van deze wet, met uitzondering van de artikelen 2, 4 en 5, in de plaats van het college, met dien verstande dat:

Artikel

7

Experimenten

Hoofdstuk

3

Wijziging van andere wetten

Hoofdstuk

4

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

12

Evaluatie

Onze Ministers zenden binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

13

Overgangsbepaling Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid

Artikel

14

Overgangsbepaling inzake het bedrag dat door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beschikbaar is gesteld

Artikel

14a

Overgangsbepaling inzake het bedrag dat beschikbaar is gesteld voor inburgeringsvoorzieningen en taalkennisvoorzieningen

Het bepaalde bij of krachtens deze wet blijft van toepassing op de kosten die het college heeft gemaakt, niet zijnde uitvoeringskosten, na de datum van inwerkingtreding van het bij koninklijke boodschap van 14 november 2011 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (33 086), nadat dat voorstel tot wet is verheven, voor inburgeringsvoorzieningen en taalkennisvoorzieningen, die zijn vastgesteld of overeengekomen op uiterlijk de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van die wet en op de kosten van inburgeringsvoorzieningen, die zijn vastgesteld of overeengekomen op grond van artikel X, derde lid, van die wet.

Artikel

15

Overige overgangsbepalingen

Artikel

16

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Artikel

17

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet participatiebudget.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.Klijnsma
DeMinistervoorWonen, Wijken en Integratie, E. E. van derLaan
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. vanBijsterveldt-Vliegenthart
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin