Verordening Kwaliteitsonderzoek

Het bestuur van de Orde Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants maakt, gelet op artikel 23, tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants, onderstaande verordening bekend, die door de ledenvergadering van de Orde op 11 december 2008 is vastgesteld en voor zover van toepassing door de minister van Financiën op 23 december 2008 is goedgekeurd.

De ledenvergadering van het Nederlands Instituut van Registeraccountants,

Stelt de volgende verordening vast:

Hoofdstuk

1

– Begripsbepalingen

Artikel

1

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    aan assurance verwante opdracht: de aan assurance verwante opdracht, bedoeld in de Verordening gedragscode;

  • b.

    accountant: de registeraccountant die werkzaam is als openbaar accountant, intern accountant of overheidsaccountant;

  • c.

    accountantsafdeling: de accountantsafdeling, bedoeld in de Verordening gedragscode;

  • d.

    accountantskantoor: het accountantskantoor, bedoeld in de Verordening gedragscode;

  • e.

    assuranceopdracht: de assuranceopdracht, bedoeld in de Verordening gedragscode, met uitzondering van de opdracht tot het uitvoeren van een wettelijke controle als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Wet toezicht accountantsorganisaties;

  • f.

    bestuur: het bestuur van de Orde;

  • g.

    College: het College Kwaliteitsonderzoek, bedoeld in artikel 21 van deze verordening;

  • h.

    dagelijks beleidsbepaler: de openbaar accountant bedoeld in artikel B1-291.2 of in B1-291.3, dan wel de intern accountant of overheidsaccountant bedoeld in artikel B2-291.2;

  • i.

    incidentenonderzoek: het onderzoek naar vermeende tekortkomingen in de beroepsuitoefening;

  • j.

    intern accountant: de intern accountant, bedoeld in de Verordening gedragscode;

  • k.

    NOvAA: de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten;

  • l.

    openbaar accountant: de openbaar accountant, bedoeld in de Verordening gedragscode;

  • m.

    Orde: het Nederlands Instituut van Registeraccountants, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants;

  • n.

    overheidsaccountant: de overheidsaccountant, bedoeld in de Verordening gedragscode, met uitzondering van de overheidsaccountant die werkzaam is bij de belastingdienst en belast is met de controle van door belastingplichtigen ingeleverde aangiften en de overheidsaccountant die aan deze controle direct leiding geeft;

  • o.

    periodiek onderzoek: het onderzoek naar de opzet en werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van een accountantskantoor of een accountantsafdeling;

  • p.

    stelsel van kwaliteitsbeheersing: ter zake van assurance- en aan assurance verwante opdrachten door het accountantskantoor of de accountantsafdeling getroffen maatregelen en ingestelde procedures ter zake van:

    • 1°.

      de interne beheersing van het accountantskantoor of de accountantsafdeling met betrekking tot kwaliteit;

    • 2°.

      het interne onderzoek naar de naleving van de in de Verordening gedragscode opgenomen fundamentele beginselen door de bij het accountantskantoor of de accountantsafdeling werkzame of daaraan verbonden accountants en andere personen; en

    • 3°.

      het interne onderzoek ten aanzien van assuranceopdrachten naar de kwaliteit van de door de bij het accountantskantoor of de accountantsafdeling werkzame of daaraan verbonden accountants en andere personen uitgevoerde werkzaamheden;

  • q.

    systeem van kwaliteitsborging: de door een organisatie getroffen maatregelen en ingestelde procedures ten aanzien van het onderzoek naar de opzet en de werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van de bij de organisatie aangesloten accountants, accountantskantoren of accountantsafdelingen;

  • r.

    thematisch onderzoek: het onderzoek naar een bepaald aspect van de uitvoering van assurance- of aan assurance verwante opdrachten;

  • s

    vervolgonderzoek: het onderzoek naar de opvolging en implementatie van de in artikel 11, eerste lid, bedoelde aanbevelingen.

Hoofdstuk

2

– Algemeen

Artikel

2

De dagelijks beleidsbepaler zorgt ervoor dat het accountantskantoor of de accountantsafdeling waarbij hij werkzaam is of waaraan hij verbonden is, beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat in opzet en werking voldoet aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op de Registeraccountants.

Artikel

3

De dagelijks beleidsbepaler zorgt ervoor dat het accountantskantoor of accountantsafdeling waarbij hij werkzaam is of waaraan hij verbonden is:

  • a.

    een beleid voert dat niet strijdig is met het bepaalde in deze verordening;

  • b.

    medewerking verleent aan periodiek onderzoek, vervolgonderzoek, thematisch onderzoek of incidentenonderzoek; en

  • c.

    alle gegevens ter beschikking stelt of laat stellen die nodig zijn voor periodiek onderzoek, vervolgonderzoek, thematisch onderzoek of incidentenonderzoek.

Artikel

4

Teneinde inzicht te krijgen in de specifieke situatie van het accountantskantoor of de accountantsafdeling kan er door het bestuur aan het accountantskantoor of aan de accountantsafdeling een vragenlijst worden gestuurd. De dagelijks beleidsbepaler zorgt ervoor dat deze vragenlijst binnen een termijn van zes weken na ontvangst door het accountantskantoor of de accountantsafdeling ingevuld wordt geretourneerd.

Artikel

5

De accountant verleent zijn medewerking aan periodiek onderzoek, vervolgonderzoek, thematisch onderzoek of incidentenonderzoek en stelt alle gegevens ter beschikking die nodig zijn voor periodiek onderzoek, vervolgonderzoek, thematisch onderzoek of incidentenonderzoek.

Artikel

6

Het bestuur wijst onderzoekers aan die bij de uitvoering van het periodiek onderzoek, het vervolgonderzoek, het thematisch onderzoek of het incidentenonderzoek worden ingeschakeld.

Artikel

7

Het bestuur stelt, de leden gehoord hebbend, beleidsregels vast betreffende de uitvoering van het periodiek onderzoek, het vervolgonderzoek, het thematisch onderzoek en het incidentenonderzoek.

Hoofdstuk

3

– Periodiek onderzoek en vervolgonderzoek

Artikel

8

Het bestuur voert een periodiek onderzoek uit. Het periodiek onderzoek omvat een beoordeling gericht op de vraag of het stelsel van kwaliteitsbeheersing met betrekking tot assurance en aan assurance verwante opdrachten in opzet en werking voldoet aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op de Registeraccountants.

Artikel

9

Artikel

10

Het bestuur kan naar aanleiding van een daartoe door de dagelijks beleidsbepaler ingediend gemotiveerd schriftelijk verzoek uitstel verlenen van het periodiek onderzoek.

Artikel

11

Artikel

12

Hoofdstuk

4

– Thematisch onderzoek

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Het bestuur kan naar aanleiding van een daartoe door de dagelijks beleidsbepaler ingediend gemotiveerd schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen van het thematisch onderzoek.

Artikel

16

Artikel

17

Hoofdstuk

5

– Incidentenonderzoek

Artikel

18

Artikel

19

Het bestuur bepaalt de wijze waarop en de vorm waarin het incidentenonderzoek wordt uitgevoerd.

Artikel

20

Hoofdstuk

6

– College kwaliteitsonderzoek

Artikel

21

Artikel

22

Hoofdstuk

7

– Samenwerking

Artikel

23

Artikel

24

Hoofdstuk

8

– Overige bepalingen

Artikel

25

Indien de dagelijks beleidsbepaler de uitkomsten van een periodiek onderzoek, vervolgonderzoek, thematisch onderzoek of incidentenonderzoek uitgevoerd bij het accountantskantoor of de accountantsafdeling waarbij hij werkzaam is of waaraan hij is verbonden openbaar maakt:

  • a.

    neemt hij het bepaalde in artikel A-150.2 van de Verordening gedragscode in acht; en

  • b.

    vermeldt hij de datum waarop het meest recente periodiek onderzoek, vervolgonderzoek, thematisch onderzoek of incidentenonderzoek is uitgevoerd.

Artikel

26

Het bestuur kan een tuchtrechtelijke procedure initiëren tegen een dagelijks beleidsbepaler of een accountant die in strijd handelt met enige bepaling van deze verordening. Het bestuur verstrekt daarbij de van belang zijnde stukken.

Artikel

27

Het bestuur kan een tuchtrechtelijke procedure initiëren indien de uitkomst van het periodiek onderzoek, vervolgonderzoek of incidentenonderzoek daartoe aanleiding geeft. Het bestuur verstrekt daarbij de van belang zijnde stukken.

Artikel

28

Het bestuur kan een tuchtrechtelijke procedure initiëren indien de reactie op de door het bestuur gegeven aanbevelingen niet tijdig of niet adequaat is of die aanbevelingen onvoldoende zijn opgevolgd. Het bestuur verstrekt daarbij de van belang zijnde stukken.

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

31

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

Artikel

32

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Kwaliteitsonderzoek.

De ledenvergadering van het Nederlands Instituut van Registeraccountants