Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 mei 2009, nr. DL/B/110284, houdende regels voor het verstrekken van subsidie aan leraren met een onderwijsbevoegdheid om substantiële scholing te bevorderen en het verstrekken van subsidie ten behoeve van zij-instromers in het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs en de educatie om hun onderwijsbevoegdheid te behalen (Regeling lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom 2009–2011)

Regeling lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom 2009–2011

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemeen

§

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Lerarenbeurs voor scholing

§

1

Inleidende bepalingen

Artikel

3

Te subsidiëren activiteiten lerarenbeurs

Artikel

4

Subsidieaanvrager lerarenbeurs

Artikel

5

Subsidieplafond lerarenbeurs

Artikel

6

Subsidiebedrag voor studiekosten

Voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, geldt:

  • a.

    voor het werkelijke les- en collegegeld een maximum van € 3.500,– per opleiding als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel c, respectievelijk per jaar;

  • b.

    voor studiemiddelen ten hoogste 10% van het werkelijke les- en collegegeld per jaar; of

  • c.

    voor reiskosten ten hoogste 10% van het werkelijke les- en collegegeld per jaar.

Artikel

7

Subsidiebedrag voor studieverlof

§

2

Subsidieaanvraag lerarenbeurs

Artikel

8

Vereisten subsidieaanvraag lerarenbeurs

Artikel

9

Termijn indiening aanvraag

§

3

Subsidieverlening lerarenbeurs

Artikel

10

Criteria verdeling lerarenbeurs

Artikel

11

Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuurswet kan de minister subsidieverlening weigeren, indien aan de leraar:

  • a.

    al eerder subsidie is verstrekt op grond van deze regeling, of

  • b.

    subsidie is verstrekt op grond van een andere regeling met hetzelfde doel.

Artikel

12

Termijn beslissing

De minister beslist binnen 8 weken na ontvangt van de aanvraag.

§

4

Verplichtingen subsidieontvanger lerarenbeurs

Artikel

14

Subsidieverplichting bevoegd gezag

Het bevoegd gezag houdt in haar administratie bij op welke wijze het verlof tot stand komt.

Artikel

15

Informatieplicht

§

5

Betaling subsidie lerarenbeurs

Artikel

16

Betaling van de subsidie lerarenbeurs

§

6

Vaststelling subsidie lerarenbeurs

Artikel

17

Vaststelling van de subsidie lerarenbeurs

Artikel

18

Terugvordering van de subsidie studiekosten

Artikel

19

Terugvordering van de subsidie studieverlof

De minister kan de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien het studieverlof van de leraar door het toedoen van het bevoegd gezag waar de leraar in dienst is, niet respectievelijk niet geheel is verleend.

Hoofdstuk

3

Zij-instroom

§

1

Inleidende bepalingen

Artikel

20

Te subsidiëren activiteiten

De minister kan subsidie verstrekken aan het bevoegd gezag, bedoel in artikel 1, onderdeel c, onder 3° of 4°, voor activiteiten in het kader van het begeleiden van een zij-instromer, waaronder in elk geval:

  • a.

    het laten uitvoeren van het geschiktheidsonderzoek betreffende een zij-instromer;

  • b.

    het afgeven van een geschiktheidsverklaring aan een zij-instromer;

  • c.

    het laten volgen van scholing door een zij-instromer;

  • d.

    het geven van verlof aan een zij-instromer; of

  • e.

    het laten uitvoeren van het bekwaamheidsonderzoekbetreffende een zij-instromer.

Artikel

21

Subsidieplafond

Artikel

22

Subsidiebedrag zij-instroom

De subsidie, bedoeld in artikel 20, bedraagt € 19.000,– per zij-instromer.

§

2

Subsidieaanvraag zij-instroom

Artikel

23

Vereisten subsidieaanvraag zij-instroom

De aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 20, geschiedt overeenkomstig het in bijlage 2 gevoegde aanvraagformulier.

Artikel

24

Termijn indiening subsidieaanvraag zij-instroom

De aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 20, wordt ingediend voor 31 december van het betreffende jaar.

§

3

Subsidieverlening zij-instroom

Artikel

25

Criteria verdeling subsidie zij-instroom

De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen voor subsidie, bedoeld in artikel 20, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een week de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling, als datum van ontvangst geldt.

Artikel

26

Termijn beslissing

De minister beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

§

4

Verplichtingen subsidieontvanger zij-instroom

Artikel

27

Verplichtingen subsidieontvanger zij-instroom

§

5

Voorschot subsidie zij-instroom

Artikel

28

Voorschot van de subsidie zij-instroom

De minister verleent het subsidiebedrag, bedoeld in artikel 22, als voorschot binnen vier weken nadat de subsidie, bedoeld in artikel 20, is verleend.

§

6

Vaststelling subsidie zij-instroom

Artikel

29

Vaststelling van de subsidie zij-instroom

De subsidieontvanger dient een aanvraag voor vaststelling van subsidie, bedoeld in artikel 20, in bij de minister binnen drie jaar na de verlening van subsidie.

Artikel

30

Besteding subsidie

De subsidie wordt uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt. Eventueel niet-bestede middelen kunnen na afloop van de looptijd van de subsidie worden teruggevorderd.

Artikel

31

Verantwoording en controle

De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, met model G, behorende bij de richtlijn RJ 660, alinea 212, zoals vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De verwerking van niet-bestede middelen geschiedt in de jaarrekening van het laatste jaar van besteding. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de subsidie.

Hoofdstuk

4

Wijziging Tijdelijke regeling lerarenbeurs voor scholing

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

33

Hardheidsclausule

De minister kan voor bepaalde gevallen de regeling buiten toepassing verklaren of daarvan afwijken voor zover deze toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel

34

Mandaatverlening

Aan de directeur van de Informatie Beheer Groep wordt mandaat verleend om namens de minister besluiten als bedoeld in deze regeling te nemen.

Artikel

35

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij is geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2019.

Artikel

36

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom 2009–2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H.A.Plasterk

Bijlage

1

Bijlage

2