Besluit van 30 november 2009, houdende regels ter uitvoering van de milieudoelstellingen van de kaderrichtlijn water (Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009)

Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 30 maart 2009, nr. BJZ2009022292, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
Gelet op:
  • richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327);

  • richtlijn nr. 2006/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 februari 2006 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd (PbEU L 64);

  • richtlijn nr. 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand (PbEU L 372), en

De Raad van State gehoord (advies van 3 september 2009, no. W08.09.0109/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 26 november 2009, nr. BJZ2009063271, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemeen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

§

2

Oppervlaktewater

Artikel

4

Artikel

5

Een oppervlaktewaterlichaam verkeert in een goede chemische toestand indien overeenkomstig het monitoringsprogramma is vastgesteld dat is voldaan aan alle ingevolge bijlage I bij dit besluit daarvoor geldende richtwaarden.

Artikel

6

§

3

Grondwater

Artikel

7

Artikel

8

Een grondwaterlichaam verkeert in een goede kwantitatieve toestand indien is voldaan aan alle voorwaarden van bijlage V, punt 2.1.2, bij de kaderrichtlijn water.

Artikel

9

Een grondwaterlichaam verkeert in een goede chemische toestand indien overeenkomstig het monitoringsprogramma is vastgesteld dat:

  • a.

    is voldaan aan alle voorwaarden van bijlage V, punt 2.3.2, bij de kaderrichtlijn water en de richtwaarden, genoemd in bijlage II, tabellen 1 en 2, bij dit besluit;

  • b.

    in een of meer monitoringspunten niet is voldaan aan een richtwaarde als bedoeld in onderdeel a, maar gedeputeerde staten door een passend onderzoek overeenkomstig bijlage III bij de grondwaterrichtlijn hebben bevestigd dat is voldaan aan alle voorwaarden van artikel 4, tweede lid, onderdeel c, en vijfde lid, van die richtlijn.

Artikel

10

§

4

Waterwinlocaties

Artikel

11

Voor de toepassing van artikel 12 wordt onder een waterwinlocatie verstaan een locatie die als zodanig is opgenomen in het beheerplan voor de rijkswateren, indien het rijkswateren betreft, dan wel het regionale waterplan, indien het regionale wateren of grondwater betreft.

Artikel

12

§

5

Monitoring

Artikel

13

Artikel

14

Voor de uitvoering van het monitoringsprogramma zijn, ieder voor zover hun bevoegdheid strekt, verantwoordelijk:

Artikel

15

Bij ministeriële regeling kunnen met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in de kaderrichtlijn water, in het bijzonder bijlage V, paragraaf 1.2.6, bij die richtlijn, de grondwaterrichtlijn en de richtlijn prioritaire stoffen regels worden gesteld met betrekking tot de onderdelen van het monitoringsprogramma die zijn vermeld in artikel 13, eerste lid.

Artikel

16

§

6

Overige bepalingen

Artikel

17

Artikel

18

Een wijziging van de kaderrichtlijn water krachtens artikel 20 van de richtlijn, een wijziging van de grondwaterrichtlijn krachtens artikel 8 van de richtlijn of een wijziging van de richtlijn prioritaire stoffen krachtens artikel 3 van de richtlijn gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel

20

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

21

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. M. Cramer
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J. C. Huizinga-Heringa
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

I

bij het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009

Tabel

1

Milieukwaliteitsnormen voor de goede chemische toestand van oppervlaktewaterlichamen (prioritaire stoffen)

De volgende milieukwaliteitsnormen zijn richtwaarden die betrekking hebben op oppervlaktewaterlichamen.

(1)

Alachloor

15972-60-8

0,3

0,3

0,7

0,7

(2)

Antraceen

120-12-7

0,1

0,1

0,4

0,4

(3)

Atrazine

1912-24-9

0,6

0,6

2,0

2,0

(4)

Benzeen

71-43-2

10

8

50

50

(5)

Gebromeerde Difenylethers5

32534-81-9

0,0005

0,0002

niet van toepassing

niet van toepassing

(6)

Cadmium en zijn verbindingen (afhankelijk van de waterhardheidsklasse)6

7440-43-9

≤ 0,08 (klasse 1)

0,08 (klasse 2)

0,09 (klasse 3)

0,15 (klasse 4)

0,25 (klasse 5)

0,2

≤ 0,45 (klasse 1)

0,45 (klasse 2)

0,6 (klasse 3)

0,9 (klasse 4)

1,5 (klasse 5)

≤ 0,45 (klasse 1)

0,45 (klasse 2)

0,6  (klasse 3)

0,9  (klasse 4)

1,5  (klasse 5)

(6 bis)

Tetrachloor-Koolstof

56-23-5

12

12

niet van toepassing

niet van toepassing

(7)

C10-13-chlooralkanen

85535-84-8

0,4

0,4

1,4

1,4

(8)

Chloorfenvinfos

470-90-6

0,1

0,1

0,3

0,3

(9)

Chloorpyrifos (ethyl-chlorpyriphos)

2921-88-2

0,03

0,03

0,1

0,1

9 bis)

Cyclodieenbestrijdingsmiddelen:

Σ=0,01

Σ=0,005

niet van toepassing

niet van toepassing

Aldrin

309-00-2

Dieldrin

60-57-1

Endrin

72-20-8

Isodrin

465-73-6

9 ter)

DDT totaal7

niet van toepassing

0,025

0,025

niet van toepassing

niet van toepassing

para-para-DDT

50-29-3

0,01

0,01

niet van toepassing

niet van toepassing

(10)

1,2-Dichloorethaan

107-06-2

10

10

niet van toepassing

niet van toepassing

(11)

Dichloormethaan

75-09-2

20

20

niet van toepassing

niet van toepassing

(12)

Di(2-ethyl-hexyl)ftalaat (DEHP)

117-81-7

1,3

1,3

niet van toepassing

niet van toepassing

(13)

Diuron

330-54-1

0,2

0,2

1,8

1,8

(14)

Endosulfan

115-29-7

0,005

0,0005

0,01

0,004

(15)

Fluorantheen

206-44-0

0,1

0,1

1

1

(16)

Hexachloor-Benzeen

118-74-1

0,018

0,018

0,05

0,05

(17)

Hexachloorbuta-Dieen

87-68-3

0,18

0,18

0,6

0,6

(18)

Hexachloor-cyclohexaan

608-73-1

0,02

0,002

0,04

0,02

(19)

Isoproturon

34123-59-6

0,3

0,3

1,0

1,0

(20)

Lood en zijn verbindingen

7439-92-1

7,2

7,2

niet van toepassing

niet van toepassing

(21)

Kwik en zijn verbindingen

7439-97-6

0,058

0,058

0,07

0,07

(22)

Naftaleen

91-20-3

2,4

1,2

niet van toepassing

niet van toepassing

(23)

Nikkel en zijn verbindingen

7440-02-0

20

20

niet van toepassing

niet van toepassing

(24)

Nonylfenolen (4-(para)-nonylfenol)

104-40-5

0,3

0,3

2,0

2,0

(25)

Octylfenolen

((4-(1,1’,3,3’-tetramethylbutyl)-fenol))

140-66-9

0,1

0,01

niet van toepassing

niet van toepassing

(26)

Pentachloor-Benzeen

608-93-5

0,007

0,0007

niet van toepassing

niet van toepassing

(27)

Pentachloorfenol

87-86-5

0,4

0,4

1

1

(28)

Polyaromatische koolwaterstoffen (PAK)9

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

Benzo(a)pyreen

50-32-8

0,05

0,05

0,1

0,1

Benzo(b)fluorantheen

205-99-2

Σ=0,03

Σ=0,03

niet van toepassing

niet van toepassing

Benzo(k)fluorantheen

207-08-9

Benzo(g,h,i)-peryleen

191-24-2

Σ=0,002

Σ=0,002

niet van toepassing

niet van toepassing

Indeno(1,2,3-cd)pyreen

193-39-5

(29)

Simazine

122-34-9

1

1

4

4

(29 bis)

Tetrachloor-ethyleen

127-18-4

10

10

niet van toepassing

niet van toepassing

(29 ter)

Trichloor-ethyleen

79-01-6

10

10

niet van toepassing

niet van toepassing

(30)

Tributyltinverbindingen (Tributyl-tinkation)

36643-28-4

0,0002

0,0002

0,0015

0,0015

(31)

Trichloorbenzenen

12002-48-1

0,4

0,4

niet van toepassing

niet van toepassing

(32)

Trichloormethaan

67-66-3

2,5

2,5

niet van toepassing

niet van toepassing

(33)

Trifluraline

1582-09-8

0,03

0,03

niet van toepassing

niet van toepassing

1 De richtwaarden in de kolommen 4 en 5 zijn normen uitgedrukt als jaargemiddelde (JG-MKN). Tenzij anders is aangegeven, zijn zij van toepassing op de totale concentratie van alle isomeren. Bij de toepassing van de richtwaarden geldt dat voor elk representatief monitoringspunt voor het waterlichaam het rekenkundig gemiddelde van de op verschillende tijdstippen in de loop van het jaar gemeten concentraties niet boven de norm ligt. De berekening van het rekenkundig gemiddelde en de te gebruiken analysemethode geschieden in overeenstemming met het bepaalde krachtens artikel 20 van de kaderrichtlijn water, met inbegrip van de wijze waarop een MKN wordt toegepast indien geen passende analysemethode bestaat die voldoet aan de minimale prestatiekenmerken.

2 Landoppervlaktewateren omvatten rivieren en meren, inclusief hiervan afgeleide kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen.

Andere oppervlaktewateren omvatten kust- en overgangswateren, inclusief hiervan afgeleide kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen.

3 De richtwaarden (milieukwaliteitsnormen, MKN) worden, met uitzondering van de richtwaarden voor cadmium, lood, kwik en nikkel uitgedrukt als totale concentratie in het volledige watermonster. Voor cadmium, lood, kwik en nikkel (metalen) hebben de MKN betrekking op de opgeloste concentratie. Dit is de opgeloste fase van een watermonster die wordt verkregen door filtratie over een filter van 0,45 μm of een gelijkwaardige voorbehandeling.

In het monitoringsprogramma kan worden bepaald dat bij toetsing van de resultaten van de monitoring aan de richtwaarden een correctie kan worden toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met:

a) natuurlijke achtergrondconcentraties voor metalen en hun verbindingen, indien deze de naleving van de MKN beletten, en

b) de hardheid, de pH of andere waterkwaliteitsparameters die de biologische beschikbaarheid van metalen beïnvloeden.

4 De richtwaarden in de kolommen 6 en 7 zijn uitgedrukt als maximaal aanvaardbare concentratie (MAC-MKN). Bij de toepassing van de richtwaarden geldt dat voor elk representatief monitoringspunt voor het waterlichaam geen enkele gemeten concentratie op enig representatief monitoringspunt in dit water boven de norm ligt.

5 Voor de groep prioritaire stoffen die vallen onder gebromeerde difenylethers (nr. 5), vermeld in Beschikking 2455/2001/EG, wordt alleen voor de congeneren nr. 28, 47, 99, 100, 153 en 154 een richtwaarde vastgesteld.

6 Voor cadmium en zijn verbindingen (nr. 6) zijn de richtwaarden afhankelijk van de hardheid van het water, ingedeeld in de volgende klassen: klasse 1: < 40 mg CaCO3/l, klasse 2: 40 tot < 50 mg CaCO3/l, klasse 3: 50 tot < 100 mg CaCO3/l, klasse 4: 100 tot < 200 mg CaCO3/l en klasse 5: ≥200 mg CaCO3/l.

7 DDT totaal omvat de som van de isomeren 1,1,1-trichloor-2,2-bis(p-chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 50-29-3), EU nummer 200-024-3); 1,1,1-trichloor-2-(o-chloorfenyl)-2-(p-chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 789-02-6), EU nummer 212-024-332); 1,1-dichloor-2,2bis(p-chloorfenyl)ethyleen (CAS-nummer 72-55-9) EU nummer 200-024-784); en 1,1dichloor-2,2-bis(p-chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 7254-8). EU nummer 200-024-783);

8 Deze milieukwaliteitseis heeft alleen betrekking op directe blootstelling. Er is hierin geen rekening gehouden met doorvergiftiging.

9 Op de groep prioritaire stoffen die onder polyaromatische koolwaterstoffen (PAK) vallen (nr. 28), is elke afzonderlijke MKN van toepassing, hetgeen betekent dat de MKN voor benzo(a)pyreen en de MKN voor de som van benzo(b)fluorantheen en benzo(k)fluorantheen en de MKN voor de som van benzo(g,h,i)peryleen en indeno(1,2,3-cd)pyreen moeten worden nageleefd.

Tabel

2

Milieukwaliteitsnormen voor goede chemische toestand oppervlaktewaterlichamen (biota)

De volgende milieukwaliteitsnormen zijn richtwaarden die betrekking hebben op oppervlaktewaterlichamen. Zij hebben betrekking op biota en gelden voor de volgende stoffen in aanvulling op de milieukwaliteitsnormen die hiervoor in tabel 1 zijn opgenomen.

(16)

Hexachloor-benzeen

118-74-1

10

(17)

Hexachloorbutadieen

87-68-3

55

(21)

Kwik en zijn verbindingen

7439-97-6

20

1 Deze eis geldt voor weefsel van prooidieren (nat gewicht), met dien verstande dat in het monitoringsprogramma uit vissen, weekdieren, schaaldieren en andere biota de meest passende indicator wordt gekozen. In het monitoringsprogramma kan met inachtneming van het bepaalde in noot 9 onder bijlage I van de richtlijn prioritaire stoffen worden bepaald dat met het oog op het toezicht op de naleving van de eis bij de monitoring wordt uitgegaan van een waarde voor de concentratie van die stof in oppervlaktewater, waarmee hetzelfde niveau van bescherming wordt geboden dat is beoogd met de milieukwaliteitseis voor biota.

Bijlage

II

bij het Besluit kwaliteitseisen monitoring water 2009

Tabel

1

Europees vastgestelde milieukwaliteitsnormen voor de goede chemische toestand van grondwaterlichamen

De volgende milieukwaliteitsnormen zijn richtwaarden die betrekking hebben op grondwaterlichamen. Zij zijn door Nederland als drempelwaarden ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onder b, en zesde lid, van de grondwaterrichtlijn vastgesteld.

Nitraten

50 mg/l

Werkzame stoffen in bestrijdingsmiddelen, met inbegrip van de relevante omzettings-, afbraak- en reactieproducten daarvan1

0,1 μg/l

0,5 μg/l (totaal)2

1 Onder «bestrijdingsmiddelen» wordt verstaan: gewasbeschermingsmiddelen en biociden als omschreven in artikel 2 van richtlijn 91/414/EEG, respectieveling artikel 2 van richtlijn 98/8/EG.

2 Onder «totaal» wordt verstaan: de som van alle tijdens de monitoringprocedure opgespoorde en gekwantificeerde afzonderlijke bestrijdingsmiddelen, met inbegrip van de relevante omzettings-, afbraak- en reactieproducten daarvan.

Tabel

2

Nationaal vastgestelde milieukwaliteitsnormen (drempelwaarden) voor de goede chemische toestand van grondwaterlichamen

De volgende milieukwaliteitsnormen zijn richtwaarden die betrekking hebben op grondwaterlichamen. Zij zijn door Nederland als drempelwaarden ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onder b, en zesde lid, van de grondwaterrichtlijn vastgesteld, rekening houdend met bijlage VIII bij de kaderrichtlijn water.

NLGW0001

Zand Eems

140

30

15,0

0,5

11

1,0

NLGW0008

Zout Eems

n.r.

30

19,5

0,5

11

8,2

NLGW0002

Zand Rijn-Noord

140

30

15,0

0,5

11

0,6

NLGW0007

Zout Rijn-Noord

n.r.

30

15,0

0,5

11

1,2

NLGW0009

Deklaag Rijn-Noord

140

30

15,0

0,5

11

0,3

NLGW0015

Wadden Rijn-Noord

240

30

15,0

0,5

11

5,4

NLGW0004

Zand Rijn-Midden

1990

30

15,0

0,5

11

0,8

NLGW0003

Zand Rijn-Oost

140

30

15,0

0,5

11

0,6

NLGW0010

Deklaag Rijn-Oost

160

30

15,0

0,5

11

1,6

NLGW0005

Zand Rijn-West

140

30

15,0

0,5

11

0,1

NLGW0011

Zout Rijn-West

n.r.

30

15,0

0,5

11

9,0

NLGW0012

Deklaag Rijn-West

200

30

15,0

0,5

11

4,5

NLGW0016

Duin Rijn-West

240

30

15,0

0,5

11

6,0

NLGW0006

Zand Maas

140

30

15,0

0,5

11

0,4

NLGW0013

Zout Maas

n.r.

30

19,5

0,5

11

8,2

NLGW0017

Duin Maas

240

30

15,0

0,5

11

5,4

NLGW0018

Maas-Slenk-diep

140

30

15,0

0,5

11

n.r.

NLGW0019

Krijt Maas

140

30

15,0

0,5

11

0,2

NLGWSC0001

Zoet grondwater in duingebieden

140

30

15,0

0,5

11

5,4

NLGWSC0002

Zoet grondwater in dekzand

140

30

15,0

0,5

11

0,2

NLGWSC0003

Zoet grondwater in kreekgebieden

1000

30

25,5

0,5

11

1,5

NLGWSC0004

Zout grondwater in ondiepe zandlagen

n.r.

30

21,0

0,5

11

5,4

NLGWSC0005

Grondwater in diepe zandlagen

1500

30

15,0

0,5

11

n.r.

n.r. = niet relevant

Bijlage

III

bij het Besluit kwaliteitseisen monitoring water 2009

Tabel

1

Milieukwaliteitsnormen met betrekking tot oppervlaktewater gebruikt voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water

De volgende milieukwaliteitsnormen zijn richtwaarden die betrekking hebben op oppervlaktewater dat wordt gebruikt voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water.

Zuurgraad

pH

7,0 – 9,0

Kleurintensiteit

mg/l

50

Gesuspendeerde stoffen

mg/l

50

Temperatuur

°C

25 (O)

Geleidingsvermogen voor elektriciteit

mS/m bij 20°C

100

Geurverdunningsfactor bij 20°C

20

Chloride

mg/l Cl

200

Sulfaat

mg/l SO4

100

Fluoride

mg/l F

1

Ammonium

mg/l N

1,2

Organisch gebonden stikstof

mg/l N

2,5

Nitraat

mg/l NO3

50

Fosfaat

mg/l P

0,3

Zuurstof opgelost

mg/l O2

≥ 5

Chemisch zuurstofverbruik

mg/l O2

40

Biochemisch zuurstofverbruik

mg/l O2

6

Natrium

mg/l Na

120

IJzer opgelost

mg/l Fe

0,3

Mangaan

μg/l Mn

500

Koper

μg/l Cu

50 (O)

Zink

μg/l Zn

200

Boor

μg/l B

1000

Arseen

μg/l As

20

Cadmium

μg/l Cd

1,5

Chroom (totaal)

μg/l Cr

20

Lood

μg/l Pb

30

Seleen

μg/l Se

10

Kwik

μg/l Hg

0,3

Barium

μg/l Ba

200

Cyanide

μg/l CN

50

Oppervlakte-actieve stoffen die reageren met methyleenblauw

μg/l

200

Met waterdamp vluchtige fenolen

μg/l C6H5OH

5

Minerale olie

μg/l

200

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

μg/l

1

Humaan toxicologisch relevante gewasbeschermingsmiddelen, biociden, en hun relevante afbraakprodukten (som)

μg/l

0,5

Gewasbeschermingsmiddelen, biociden en hun relevante afbraakprodukten per afzonderlijke stof

μg/l

0,1

Choline-esterase remmers

μg/l

1

Bacteriën van de coligroep (totaal)

aantal per 100 ml

2000

Thermotolerante bacteriën van de coligroep

aantal per 100 ml

2000

Faecale streptococcen

Aantal per 100 ml

1000

Algenbiomassa

μg/l chlorofyl-a

100

Tabel

2

Milieukwaliteitsnormen met betrekking tot oppervlaktewater gebruikt voor de bereiding van drinkwater

De volgende milieukwaliteitsnormen zijn streefwaarden die betrekking hebben op oppervlaktewater dat wordt gebruikt voor de bereiding van drinkwater.

Zuurgraad

pH

7,0 – 8,5

Gesuspendeerde stoffen

mg/l

25

Geleidingsvermogen voor electriciteit

mS/m bij 20°C

100

Geurverdunningsfactor bij 20°C

3

Chloride

mg/l Cl

150

Sulfaat

mg/l SO4

100

Fluoride

mg/l F

0,7

Ammonium

mg/l N

0,2

Organisch gebonden stikstof

mg/l N

1

Nitraat

mg/l NO3

25

Zuurstof opgelost

mg/l O2

> 6

Chemisch zuurstofverbruik

mg/l O2

30

Biochemisch zuurstofverbruik

mg/l O2

3

Natrium

mg/l Na

90

IJzer opgelost

mg/l Fe

0,1

Mangaan

μg/l Mn

50

Koper

μg/l Cu

20

Zink

μg/l Zn

200

Boor

μg/l B

1000

Arseen

μg/l As

10

Cadmium

μg/l Cd

1

Chroom (totaal)

μg/l Cr

20

Lood

μg/l Pb

30

Seleen

μg/l Se

10

Kwik

μg/l Hg

0,3

Barium

μg/l Ba

100

Cyanide

μg/l CN

50

Oppervlakte-actieve stoffen die reageren met methyleenblau

μg/l

200

Met waterdamp vluchtige fenolen

μg/l C6H5OH

5

Minerale olie

μg/l

50

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

μg/l

0,2

Humaan toxicologisch relevante gewasbeschermingsmiddelen, biociden, en hun relevante afbraakprodukten (som)

μg/l

0,5

Gewasbeschermingsmiddelen, biociden en hun relevante afbraakprodukten per afzonderlijke stof

μg/l

0,1

Choline-esterase remmers

μg/l

1,0

Bacteriën van de coligroep (totaal)

aantal per 100 ml

50

Thermotolerante bacteriën van de coligroep

aantal per 100 ml

20

Faecale streptococce

aantal per 100 ml

20

Algenbiomassa

μg/l chlorofyl-a

100