Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 augustus 2010, nr. 145464, houdende voorschriften inzake diervoeders (Regeling diervoeders 2010)

Regeling diervoeders 2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op:
  • Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);

  • Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31);

  • Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEG L 273)

  • Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PbEU L 268);

  • Verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levenmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (PbEU L 268);

  • Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PbEU L 268);

  • Verordening (EG) nr. 882/2004 van Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU 2004, 191);

  • Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (PbEU 2005, 35);

  • Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PbEU L 194);

  • Richtlijn nr. 82/475/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 juni 1982 tot vaststelling van de categorieën van voedermiddelen die mogen worden gebruikt voor het etiketteren van mengvoeders voor huisdieren (PbEG L 213);

  • Richtlijn nr. 95/53/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 oktober 1995 tot vaststelling van de beginselen inzake de organisatie van de officiële controles op het gebied van diervoeding (PbEG L 265);

  • Richtlijn nr. 98/51/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 juli 1998 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 95/69/EG van de Raad houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de erkenning en de registratie van bedrijven en tussenpersonen in de sector diervoeding (PbEG L 208);

  • Richtlijn nr. 98/68/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 september 1998 tot vaststelling van het in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 95/53/EG van de Raad bedoelde modeldocument en van controlevoorschriften bij de invoer van diervoeder uit derde landen in de Gemeenschap (PbEG L 261);

  • Richtlijn nr. 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (PbEG L 140);

  • Richtlijn nr. 2008/38/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 maart 2008 tot vaststelling van de lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel (PbEG L 69);

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Kaderwet diervoeders;

  • b.

    besluit: Besluit diervoeders;

  • c.

    minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • d.

    VWA: Voedsel en Waren Autoriteit;

  • e.

    lidstaat: land dat lid is van de Europese Unie;

  • f.

    derde land: land dat geen lid is van de Europese Unie;

  • g.

    kwartier: spanne tijd van één vierde deel van een uur of een gedeelte daarvan, die besteed is of zou zijn aan onderzoeken of verrichtingen, met uitzondering van reistijd;

  • h.

    openingstijd: periode van maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van algemeen erkende feestdagen, van 07.00 uur tot 18.00 uur;

  • i.

    algemeen erkende feestdag: de Nieuwjaarsdag, de christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning(in) wordt gevierd en de vijfde mei;

  • j.

    werkdag: dag, niet zijnde een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag;

  • k.

    starttarief: op de reis- en voorbereidende administratietijd betrekking hebbende vergoeding;

  • l.

    certificaat: schriftelijke of elektronische door of vanwege de VWA afgegeven verklaring naar aanleiding van haar werkzaamheden;

  • m.

    geleidebiljet: schriftelijk of digitaal document, door de VWA opgemaakt, dat dient om producten van dierlijke oorsprong te kanaliseren.

Artikel

2

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    richtlijn nr. 2001/18/EG: richtlijn nr. 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PbEG L 106);

  • b.

    richtlijn nr. 2002/32/EG: richtlijn nr. 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (PbEG L 140);

  • c.

    richtlijn nr. 2008/38/EG: richtlijn nr. 2008/38/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 maart 2008 tot vaststelling van de lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel (PbEG L 69);

  • d.

    verordening (EG) nr. 999/2001: verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);

  • e.

    verordening (EG) nr. 178/2002: verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31);

  • f.

    verordening (EG) nr. 1774/2002: verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEG L 273);

  • g.

    verordening (EG) nr. 1829/2003: verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PbEU L 268);

  • h.

    verordening (EG) nr. 1830/2003: verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (PbEU L 268);

  • i.

    verordening (EG) nr. 1831/2003: verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PbEU L 268);

  • j.

    verordening (EG) nr. 882/2004: verordening (EG) nr. 882/2004 van Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU 2004, 191);

  • k.

    verordening (EG) nr. 183/2005: verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (PbEU 2005, 35);

  • l.

    verordening (EG) nr. 470/2009: verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 152/11);

  • m.

    verordening (EG) nr. 669/2009: verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PbEU L 194);

  • n.

    verordening (EG) nr. 767/2009: verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie (PbEU L 229);

  • o.

    verordening (EU) nr. 37/2010: verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorpsrong (PbEU L 15).

Hoofdstuk

2

Ongewenste stoffen in diervoeders, verboden voedermiddelen en diervoeders met een bijzonder voedingsdoel

Artikel

3

Artikel

4

Ingeval er in bijlage I bij richtlijn nr. 2002/32/EG voor aanvullende diervoeders geen apart maximumgehalte aan ongewenste stoffen is vastgesteld, geldt het maximumgehalte dat voor volledige diervoeders is vastgesteld eveneens voor aanvullende diervoeders, rekening houdend met het voor gebruik daarvan voorgeschreven aandeel in een dagrantsoen.

Hoofdstuk

3

Regels ter uitvoering van communautaire verordeningen

§

1

Regels ter uitvoering van verordening (EG) nr. 999/2001

Artikel

7

Artikel

8

Als diervoeders als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet waarvoor ter uitvoering van punt II van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001 een erkenning of registratie is vereist om die te bereiden, te bewerken, te verwerken, en in voorkomend geval in verband daarmee in voorraad of voorhanden te hebben, worden aangewezen diervoeders die de volgende producten bevatten:

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

De ambtenaren, bedoeld in artikel 53, zijn de bevoegde autoriteit, bedoeld in de volgende punten van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001:

  • a.

    punt II, onderdelen:

    • 1°.

      B, onder c, onder ii, derde gedachtestreepje;

    • 2°.

      C, onder a, onder ii, derde gedachtestreepje;

    • 3°.

      D, onder a, eerste alinea, en onder c, onder ii, derde gedachtestreepje;

  • b.

    punt III, onderdeel C, onder a en onder c, onder ii en iii, laatste alinea, en onderdeel F.

§

2

Regels ter uitvoering van verordening (EG) nr. 183/2005

Artikel

13

Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften, genoemd in de artikel 4, 5, eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, 6, eerste en derde lid, 7, eerste lid, 9, eerste en tweede lid, 11, 23, eerste lid, en 24 van de verordening (EG) nr. 183/2005.

Artikel

15

Artikel

16

Indien aan een bedrijf een erkenning voor een activiteit, als bedoeld in artikel 15 is verleend, dan is voor diezelfde activiteit geen registratie, bedoeld in artikel 14, meer nodig.

Artikel

17

Een besluit omtrent erkenning, dan wel wijziging daarvan, wordt genomen binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag.

Artikel

19

De ambtenaren, bedoeld in artikel 53, zijn de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, artikel 17, tweede lid, en de bijlagen I en II van de verordening (EG) 183/2005.

§

3

Regels ter uitvoering van overige Europese verordeningen

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Het is verboden in strijd te handelen met de artikel 4, eerste, tweede, vierde en zesde lid, en 5, eerste en tweede lid, van verordening (EG) nr. 1830/2003.

Artikel

24

Artikel

25

§

4

De aanvraag tot erkenning, registratie of goedkeuring, vereist op grond van Europese verordeningen

Artikel

26

Artikel

27

De houder van een erkenning, registratie of goedkeuring stelt de VWA zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand schriftelijk in kennis van wijziging van de volgende gegevens:

  • a.

    naam, adres of zetel van de houder;

  • b.

    naam, adres of zetel van een bedrijf waarop de erkenning, registratie of goedkeuring betrekking heeft;

  • c.

    stopzetting van de activiteit waarop de erkenning, registratie of goedkeuring betrekking heeft;

  • d.

    opheffing van zijn onderneming.

Artikel

28

In een openbaar register, dat ter inzage ligt bij de VWA, worden de volgende gegevens vastgelegd:

  • a.

    naam, adres en zetel van de houder van een erkenning of registratie;

  • b.

    naam, adres en zetel van een bedrijf waarop een erkenning of registratie betrekking heeft;

  • c.

    de bij de erkenning of registratie behorende erkennings-, onderscheidenlijk registratienummers.

Hoofdstuk

4

Regels over de in- en uitvoer

Artikel

29

De eisen, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de wet zijn:

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

33

Toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders blijven ter beschikking van de ambtenaar van de VWA indien hij dat nodig acht, onder door hem te bepalen voorwaarden en voor rekening van de verzender of diens gemachtigde dan wel de importeur, tot de controles, bedoeld in artikel 32, zijn afgerond en de uitslagen daarvan bekend zijn.

Artikel

34

Hoofdstuk

5

Regels over retributies

Artikel

35

Voor de be- en afhandeling van een aanvraag tot:

  • (i)

    een erkenning als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet;

  • (ii)

    een erkenning als bedoeld in artikel 11, derde lid, onderdeel a, of

  • (iii)

    een wijziging van de onder (i) of (ii) bedoelde erkenningen,

    wordt bij de aanvrager een retributie in rekening gebracht bestaande uit:

    • a.

      een starttarief van € 107,72 per ambtenaar voor een onderzoek ter plaatse naar het voldoen aan de eisen voor het verkrijgen van de in de onderdelen (i) en (ii) bedoelde erkenningen, en

    • b.

      een bedrag van € 29,30 per kwartier dat aan het onderzoek ter plaatse door een ambtenaar is besteed.

Artikel

36

Voor de be- en afhandeling van een aanvraag tot registratie als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet, dan wel tot wijziging van deze registratie, is de aanvrager per aanvraag een retributie verschuldigd van € 18,33.

Artikel

37

Voor de door de VWA aangekondigde en vastgelegde periodieke controles, bedoeld in artikel 13 van de wet, op de naleving van de eisen verbonden aan de in artikel 10 van de wet bedoelde erkenning ten behoeve van de instandhouding daarvan, is de houder van de erkenning een retributie verschuldigd bestaande uit:

  • a.

    een starttarief van € 107,72 per ambtenaar, en

  • b.

    een bedrag van € 29,30 per kwartier dat door de ambtenaar aan de werkzaamheden is besteed.

Artikel

38

Artikel

39

Voor de be- en afhandeling van een aanvraag als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de wet, is de aanvrager per aanvraag een retributie verschuldigd bestaande uit:

  • a.

    een bedrag van € 59,71 aan administratiekosten per aanvraag, en

  • b.

    de werkelijke ter behandeling van de aanvraag gemaakte kosten van, voor zover van toepassing, het dossieronderzoek en, overeenkomstig artikel 43, het laboratoriumonderzoek.

Artikel

40

Artikel

41

Voor de be- en afhandeling van een aanvraag tot toestemming als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel b, van het besluit, is de aanvrager een retributie verschuldigd bestaande uit:

  • a.

    een bedrag van € 57,75 aan administratiekosten per aanvraag,

  • b.

    een starttarief van € 47,25 voor een onderzoek naar het voldoen aan de eisen aan de toestemming, en

    • (i)

      een bedrag van € 21,00 per kwartier dat aan het onderzoek door een academische geschoolde ambtenaar is besteed;

    • (ii)

      een bedrag van € 15,75 per kwartier dat aan het onderzoek door een niet-academisch geschoolde ambtenaar is besteed.

Artikel

42

Artikel

43

Artikel

44

Indien op grond van dit hoofdstuk een starttarief verschuldigd is, wordt deze in rekening gebracht ten aanzien van werkzaamheden die door iedere aanwezige medewerker van de VWA op één dag, in één aaneengesloten periode, reguliere pauzes daaronder begrepen, voor één aanbieder op één plaats worden verricht.

Artikel

45

Artikel

46

Artikel

47

Artikel

48

Artikel

49

Artikel

50

Artikel

51

Indien de werkzaamheden bedoeld in artikel 42, eerste lid, naar het oordeel van de aanwezige VWA-medewerker meer tijd in beslag nemen dan is aangemeld op grond van artikel 61, tweede lid, is de aanbieder een retributie verschuldigd, naast de ingevolge artikel 42, eerste lid verschuldigde retributies, bestaande uit een bedrag van € 34,14 per kwartier dat de werkzaamheden langer duren dan is aangemeld.

Hoofdstuk

6

Overige bepalingen

§

1

Aanwijzing toevoegingsmiddelen en andere producten als bedoeld in artikel 7 van de wet

Artikel

52

De in artikel 15 aangewezen toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels en diervoeders worden aangewezen als toevoegingsmiddelen, vervangende voederproteïnen, voormengsels, onderscheidenlijk diervoeders als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet.

§

2

Aanwijzing toezichthouders en laboratoria

Artikel

53

Als ambtenaren als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de wet worden aangewezen:

  • a.

    de ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • b.

    de ambtenaren van Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel

54

Artikel

55

Als instellingen als bedoeld in artikel 23 van de wet worden aangewezen:

  • a.

    RIKILT te Wageningen;

  • b.

    de laboratoria van de Voedsel en Waren Autoriteit;

  • c.

    het Belastingdienst/Douane West/Douane Laboratorium te Amsterdam;

  • d.

    LabCo B.V. te Europoort;

  • e.

    TNO-Voeding te Zeist.

Artikel

56

Als vastgestelde analysemethoden als bedoeld in artikel 24 van de wet worden aangemerkt de methoden, genoemd in:

  • a.

    bijlage 1 bij deze regeling, en

  • b.

    bijlage 2 bij deze regeling, met dien verstande dat deze worden toegepast binnen de toepassingsgebieden en titels in genoemde bijlage.

§

3

Aanwijzing schadelijke stoffen

Artikel

57

Als schadelijke stoffen als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet worden aangewezen:

  • a.

    voedermiddelen als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • b.

    ongewenste stoffen, voorzover aanwezig in een diervoeder met een hoger gehalte dan vastgesteld in artikel 2;

  • c.

    van zoogdieren afkomstige eiwitten als bedoeld in artikel 7 van verordening (EG) nr. 999/2001, voorzover deze in strijd met de bepalingen uit die verordening of de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften zijn vervoederd;

  • d.

    dierlijke producten, opgenomen in punt I van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001, voorzover deze in strijd met de bepalingen uit die verordening of de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften zijn vervoederd;

  • e.

    dierlijke bijproducten en verwerkte producten als bedoeld in artikel 22 van verordening (EG) nr. 1774/2002, voorzover deze in strijd met dat artikel zijn vervoederd;

  • f.

    farmacologisch werkzame substanties die niet zijn opgenomen in tabel 1 van de bijlage bij verordening (EU) nr. 37/2010.

§

4

Nadere regelen over het gebruik van toevoegingsmiddelen of vervangende voederproteïnen in een proefstadium of voor onderzoeksdoeleinden

Artikel

60

Bij een aanvraag als bedoeld in artikel 59 wordt een dossier gevoegd dat is samengesteld overeenkomstig de richtsnoeren, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van verordening (EG) nr. 1831/2003.

§

5

Verrichtingen op verzoek

Artikel

61

§

6

Nadere regelen omtrent het verstrekken van inlichtingen

Artikel

62

De inlichtingen die ingevolge artikel 32, eerste lid, van de wet worden verstrekt bevatten ten minste:

  • a.

    gegevens die een nauwkeurige identificatie van de producten waarop de inlichtingen betrekking hebben mogelijk maken;

  • b.

    een zo volledig mogelijke beschrijving van het risico dat de producten opleveren;

  • c.

    gegevens die kunnen worden gebruikt om de producten op te sporen.

Artikel

63

Inlichtingen als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet die op een andere wijze worden verstrekt dan door toezending van een schriftelijke en ondergetekende verklaring, worden onverwijld bevestigd door middel van een schriftelijke en ondergetekende verklaring.

§

7

Heronderzoek

Hoofdstuk

7

Overgangsbepalingen

Hoofdstuk

8

Wijziging en intrekking van andere regelingen

Artikel

66

Wijzigt de Regeling zekerheidsstelling en betaling van VWA-keurlonen.

Artikel

67

Wijzigt het Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit.

Artikel

68

Wijzigt de Beleidsregels normenkader randvoorwaarden GLB.

Artikel

69

Wijzigt de Regeling GLB-inkomenssteun 2006.

Artikel

70

De Regeling diervoeders wordt ingetrokken.

Hoofdstuk

9

Slotbepalingen

Artikel

71

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2010.

Artikel

72

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling diervoeders 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,G.Verburg

Bijlage

1

behorend bij artikel 56

Analysemethoden in vaste scope

A508

diervoeders, voormengsels en concentraten – screening en identificering van bacteriegroeiremmende stoffen – agargelhoogspanningselectroforese in combinatie met bioautografie

A509

diervoeders, voormengsels en concentraten – screening en identificering van bacteriegroeiremmende stoffen – bacteriespectrummethode

A680

diervoeders – microcoscopische identificatie van diervoedergrondstoffen en andere bestanddelen

A0696

diervoeders – microscopisch onderzoek van mengvoeders op samenstellende grondstoffen

A0817

diervoeders – identificatie van dierlijke bestanddelen – microscopie

A0836

diervoeder – bepaling van ruwe celstof – gravimetrisch

A0877

screening op aanwezigheid van dioxinen en planaire PCB’s – CALUX bioassay

Bijlage

2

, behorend bij artikel 56

Analysemethoden in flexibele scope

Dierlijke en plantaardige producten, diervoeder (grondstoffen) en water – het aantonen, bepalen en bevestigen van dierbehandelingsmiddelen; vloeistofchromatografie, massaspectrometrische detectie en fluorescentie detectie

A0579

dierlijke weefsels, dierlijke excreta, honing, veevoeders en veevoedergrondstoffen – het bepalen en bevestigen van chlooramfenicol – LC-MS/MS

A0846

voedermiddelen, premixen en mineralenmengsels – het bepalen van coccidiostatica en groeibevorderaars – LC-MS/MS

A0929

diervoeders – het bepalen en bevestigen van tetracyclines – LC-MS/MS

A0939

diervoeders – het bepalen en bevestigen van enkele sulfonamiden – LC-MS/MS

A0960

diervoeders – het bepalen en bevestigen van enkele macroliden en lincomycine – LC-MS/MS

A0963

diervoeders – het bepalen en bevestigen van penicillines – LC-MS/MS

A1005

diervoeders – het bepalen en bevestigen van ionoforen – LC-MS/MS

A1037

diervoeders – het bevestigen van avilamycine – LC-MS/MS

Dierlijke en plantaardige producten, diervoeder (grondstoffen) – het aantonen, bepalen en bevestigen van natuurlijke toxinen; vloeistofchromatografie en massaspectrometrische detectie en UV detectie

A1070

diervoeders – het bepalen van ergotalkaloïden – LC-MS/MS

Dierlijke en plantaardige producten – bepalen van het gehalte aan dioxinen, dibenzofuranen, nonorthoPCB’s en monoortho PCB’s (en indicator PCB’s); GCHRMS

A0565

dioxinen en PCB’s bevattende extracten – gehaltebepaling met behulp van hoog oplossend vermogen massaspectrometrie

A0561

melk(producten), dierlijk vetweefsel – isolatie van vet voor de bepaling van dioxinen en pcb’s

A1054

dioxine-en PCB bevattende extracten – zuivering met behulp van een geautomatiseerd Power-Prep clean-up systeem

Dierlijke en plantaardige producten – bepalen van het gehalte aan bestrijdingsmiddelen, gaschromatografie en ECD

A0204

oliën en vetten – bepaling van organochloorverbindingen – gelpermeatiechromatografie, capillaire gaschromatografie, electron capture detectie

Dierlijke en plantaardige producten – bepalen van het gehalte aan mycotoxinen; HPLC en massaspectrometrische detectie

A0255

diervoeder en meel – multimethode Mycotoxinen – LC-MS/MS

Dierlijke en plantaardige producten – bepalen van het gehalte aan mycotoxinen; HPLC en fluorescentie detectie

A0932

diervoeder en diervoedergrondstoffen – bepaling van het gehalte aan aflatoxine B1 – immunoaffiniteit – HPLC – fluorescentiedetectie

Plantaardige en dierlijke producten – bepalen van metalen; ETAAS, FAAS en koude damp-AFS techniek

A1057

dierlijk weefsel, voedsel en grondstoffen, voeder en grondstoffen, meststoffen en milieumatrices – bepaling van het gehalte aan (sporen)elementen

A1058

water en destruaten – bepaling van het elementgehalte – absorptie spectrometrie met grafietoventechniek (ETAAS).

A1059

water en destruaten – bepaling van het elementgehalte – atomaire absorptie spectrometrie met vlam-AAS techniek (FAAS)

A1060

water en destruaten – bepaling van het kwikgehalte – Koude damp / atomaire fluorescentie spectrometrie (Mercur)

Plantaardige en dierlijke producten, diervoeders – bepaling van het gehalte vocht; gewichtsverlies na verwarmen, gravimetrisch

A0582

diervoeders – bepaling van vocht – gravimetrisch

Dierlijke en plantaardige producten, diervoeder (grondstoffen) en water – het aantonen, bepalen en bevestigen van stoffen met hormonale werking en van beta-agonisten; vloeistofchromatografie en massaspectrometrische detectie

A0853

varkensdroogvoeders – het bepalen en bevestigen van medroxyprogesteronacetaat (MPA) – LC-MS/MS

A0993

diervoeders – het aantonen van ß-agonisten – LC-MS/MS

Dierlijke en plantaardige producten, diervoeder (grondstoffen) en water – het aantonen, bepalen en bevestigen van stoffen met hormonale werking; gaschromatografie en massaspectrometrische detectie

A1017

runderurine en diervoeder – fractionering van anabole steroïden – GC-MS/MS

A1018

diervoeder – het bepalen en bevestigen van anabole steroïden – GC-MS/MS

A1022

diervoeder – extractie en opzuivering van anabole steroïden

A1035

runderurine en water – het bepalen en bevestigen van anabole steroïden – GC-MS/MS

Dierlijke en plantaardige producten, diervoeder (grondstoffen) en water – het aantonen van stoffen met hormonale werking en dierbehandelingsmiddelen; immunochemische detectie

A0995

diervoeders – het aantonen van clenbuterol en salbutamol – competitieve EIA (clen-EIA en mix-EIA)

A1065

veevoeders, veevoedergrondstoffen, rauwe melk, melkpoeder en kalver- en runderurines – aantonen van chlooramfenicol – EIA

Urine en diervoeder(grondstoffen) – screening op hormonale activiteit; gist bioassay met fluorescentiemeting

A1008

diervoeders – screening op estrogene activiteit – gist bioassay met fluorescentiemeting

A1028

diervoeder – screening op androgene activiteit – gist bioassay met fluorescentiemeting

Plantaardige en dierlijke producten, diervoeders, water – bepalen van het gehalte stikstof/ruw eiwit; Kjeldahl

A0584

grasmeel en luzernemeel – bepaling van ruw eiwit – Kjeldahlmethode

Plantaardige en dierlijke producten, diervoeders, water – bepaling van het gehalte lactose na chromatografische scheiding; LCRI

A0849

magere melkpoeder – bepaling van het gehalte lactose – HPLC

Grondstoffen, voedingsmiddelen en diervoeders – het aantonen en bepalen van genetisch gemodificeerde organismen en afgeleide producten; (realtime) PCR

A1007

grondstoffen, voedingsmiddelen en diervoeders – DNA-isolatie met het Promega Wizard Magnetic DNA purification system for food.

A1012

grondstoffen, voedingsmiddelen en diervoeders – DNA-isolatie met de CTAB methode.

A1033

grondstoffen, voedingsmiddelen en diervoeders – uitvoering en beoordeling van (real-time) PCR GGO analyses

N0112

grondstoffen, voedingsmiddelen en diervoeders – DNA-isolatie met de DNeasy Plant Mini Kit.