Besluit rechtspositie korps politie BES

Besluit rechtspositie korps politie BES

Hoofdstuk

I

Algemeen

Artikel

1

Hoofdstuk

II

Aanstelling, beoordeling en bezoldiging

§

1

Algemeen

§

2

Rangen

Artikel

3

Artikel

3a

Voor de vrijwillige ambtenaar van politie gelden de volgende hoofdrangen:

  • a.

    aspirant voor degene die is aangesteld als vrijwillige ambtenaar in opleiding;

  • b.

    agent voor de vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die is belast met de werkzaamheden, bedoeld in artikel 74h, eerste en tweede lid;

  • c.

    agent, brigadier, hoofdagent, inspecteur, hoofdsinspecteur of commissaris, voor de vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die is belast met de werkzaamheden, bedoeld in artikel 74i.

§

3

Aanstellingseisen

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Aanstelling of plaatsing in een functie vindt niet plaats van personen die op het tijdstip waarop de door Onze Minister voor die functie vastgestelde leeftijdsgrens, anders dan die genoemd in artikel 118, wordt bereikt, niet ten minste een ononderbroken diensttijd van drie jaren doorgebracht kunnen hebben in een dergelijke functie.

Artikel

8

Artikel

8a

Voor een aanstelling als ambtenaar van politie aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak komt uitsluitend in aanmerking degene die:

  • a.

    de Nederlandse nationaliteit bezit;

  • b.

    ten minste de leeftijd van 18 jaar heeft;

  • c.

    voldoet aan de eisen met betrekking tot het opleidingsniveau;

  • d.

    voldoet aan de eisen betreffende het geneeskundig en psychologisch onderzoek.

Artikel

8b

Voor de aanstelling als ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie komt in aanmerking degene die:

  • a.

    de Nederlandse nationaliteit bezit;

  • b.

    ten minste de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt;

  • c.

    voldoet aan de gestelde eisen met betrekking tot het opleidingsniveau;

  • d.

    voldoet aan de eisen betreffende het geneeskundig onderzoek;

  • e.

    voldoet aan de eisen betreffende het psychologisch onderzoek, indien daaraan naar het oordeel van Onze Minister behoefte bestaat;

  • f.

    voldoet aan de overige door Onze Minister te stellen eisen die specifiek gerelateerd zijn aan de te vervullen functie binnen het politiekorps.

Artikel

8c

Teneinde vast te stellen of de persoon, bedoeld in de artikelen 8, eerste lid, aanhef, en tweede lid, 8a en 8b in voldoende mate geschikt en bekwaam is voor de vervulling van de functie, kan Onze Minister de gegevens die door de betrokkene desgevraagd zijn verstrekt, verifiëren en zo nodig aanvullen.

Artikel

8d

Artikel

8e

Artikel

8f

Artikel

8g

Artikel

8h

Niet tot aanstelling bij een politiekorps kan worden overgegaan indien:

  • a.

    de betrokkene die aan het taalvaardigheidsonderzoek is onderworpen de bij regeling van Onze Minister te bepalen minimumnorm niet heeft behaald;

  • b.

    de betrokkene niet het bij regeling van Onze minister te bepalen minimale vereiste niveau op een of meer van de stabiele persoonlijkheidseigenschappen heeft behaald;

  • c.

    de betrokkene voor het fysiek motorisch onderzoek niet voldoet aan de bij regeling van Onze Minister te bepalen minimale vereisten; of

  • d.

    de betrokkene niet voldoet aan de bij regeling van Onze Minister gestelde eisen met betrekking tot de onderdelen van de onderzoeken waar sprake is van een open normering.

Artikel

8i

Artikel

8j

Artikel

8k

De betrokkene die op grond van artikel 8, eerste lid, onder g, of tweede lid, artikel 8a, onder d, of artikel 8b, onder d, is onderworpen aan een geneeskundige keuring, wordt bij aanstelling in een andere functie opnieuw aan een geneeskundige keuring onderworpen, indien betrokkene voor het vervullen van die functie aan andere medische eisen dient te voldoen dan voor de tot dusverre vervulde functie.

Artikel

8l

Artikel

8m

Artikel

8n

Artikel

8o

Artikel

8p

Artikel

8q

Artikel

8r

De artikelen 8o, 8p en 8q zijn van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar die door middel van de gemeenschappelijke voorziening politie beschikbaar wordt gesteld aan het politiekorps, met dien verstande dat onder «Onze Minister» wordt gelezen «Onze Minister in overeenstemming met de directeur van de gemeenschappelijke voorziening politie.»

§

3a

Kroonbenoemingen

Artikel

8s

§

3b

Beëdiging en akte van aanstelling

Artikel

9

[Vervallen]

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

§

3c

Opleidingen en opleidingseisen

Artikel

12a

§

4

Bezoldiging, vergoedingen en toelagen

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Indien de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, anders dan bij wijze van disciplinaire straf, bedoeld in hoofdstuk IX, wordt belast met een andere functie, als gevolg waarvan zijn bezoldiging op grond van de overige bepalingen van dit besluit een verlaging zou moeten ondergaan, zonder dat de bekleding met die andere functie bij wijze van waarneming, bedoeld in artikel 22, geschiedt of zonder dat ontslag voorafgegaan is, blijft deze verlaging achterwege.

Artikel

18

Artikel

19

Artikel 18 is van overeenkomstige toepassing op de aspirant, met dien verstande dat aan een verhoging, bedoeld in het eerste of derde lid, geen formele beoordeling als bedoeld in artikel 25, ten grondslag behoeft te liggen.

Artikel

20

De bezoldiging van de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, met een deelbetrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van de bezoldiging bij een volledige betrekking.

Artikel

21

Ingeval de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, bevorderd wordt naar een functie waaraan een bezoldigingsschaal is verbonden die een hogere maximum-bezoldiging bevat dan die welke voorkomt in de schaal volgens welke hij tot dusver is bezoldigd, wordt hem de bezoldigingstrede in de nieuwe schaal toegekend waarvan het bedrag minstens even hoog is als het procentuele verschil tussen twee bezoldigingstreden in de oude schaal.

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

23a

Aan de ambtenaar die op 1 februari 2024 in dienst was, wordt een eenmalige uitkering verleend ter hoogte van USD 750 netto.

Artikel

23b

De vrijwillige ambtenaar in opleiding en de vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitoefening van de politietaak die in opdracht van Onze Minister een voor zijn functie relevante cursus volgt dan wel deelneemt aan een oefening of in opdracht van Onze Minister werkelijke dienst verricht, ontvangen een bij ministeriële regeling vastgestelde vergoeding.

Artikel

23c

Vervallen

§

4a

Overgangsrecht bezoldiging

Artikel

23e

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: de ambtenaar van politie aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de aspirant;

  • b.

    oorspronkelijke bezoldigingsschaal: de bezoldigingsschaal die van toepassing was tot en met 30 juni 2013;

  • c.

    nieuwe bezoldigingsschaal: de bezoldigingsschaal die met terugwerkende kracht van toepassing is met ingang van 1 juli 2013;

  • d.

    oorspronkelijke maximum-bezoldiging: het bedrag, behorende bij de hoogste bezoldigingstrede van de oorspronkelijke bezoldigingsschaal;

  • e.

    garantietrede: elk afzonderlijk binnen een bezoldigingsschaal opgenomen bezoldigingsbedrag, voorzien van een nummer dat wordt voorafgegaan door de aanduiding «GPT»;

  • f.

    bevorderen: overgaan naar een functie, aan welke bezoldiging in een hogere bezoldigingsschaal is verbonden.

Artikel

23f

Voor zover in de nieuwe bezoldigingsschaal de maximum-bezoldiging een lager bedrag is dan de maximum-bezoldiging in de oorspronkelijke bezoldigingsschaal worden bij ministeriële regeling garantietreden vastgesteld.

Artikel

23g

Artikel

23h

Artikel

23i

Artikel

23j

Ingeval de ambtenaar die reeds op 30 september 2013 in dienst was, wordt bevorderd wordt hem, onverminderd artikel 21, de bezoldigings- of garantietrede in de nieuwe bezoldigingsschaal toegekend, waarvan het bedrag ten minste gelijk is aan de hem laatstelijk toekomende bezoldigings- of garantietrede in de oude schaal.

Artikel

23k

Artikel

23l

De ambtenaar die naar het oordeel van Onze Minister, dat is neergelegd in een formele beoordeling als bedoeld in artikel 25, in 2013 zijn functie naar behoren heeft vervuld, ontvangt een eenmalige uitkering van USD 100,00.

§

5

Functioneringsgesprek en beoordeling

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Hoofdstuk

III

Arbeids- en rusttijden

Artikel

26

Artikel

27

De ambtenaar van politie, anders dan de aspirant, die daartoe de wens te kennen geeft, kan in deeltijd gaan werken tenzij daar naar het oordeel van Onze Minister ernstige bezwaren voor de bedrijfsvoering uit voortvloeien.

Hoofdstuk

IV

Vakantie

§

1

Algemeen

Artikel

28a

Voor zover de ambtenaar van politie ten aanzien van wie een dienstrooster als bedoeld in artikel 37 van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES is vastgesteld, vakantie is verleend op een tijd waarop hij volgens het dienstrooster niet gehouden is werkzaamheden te verrichten, maar wel op de werkplaats beschikbaar moet zijn, wordt slechts de helft van die tijd als genoten vakantie-uren aangemerkt.

§

2

De aspirant

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

31

§

3

Overige ambtenaren van politie

Artikel

31a

In afwijking van artikel 1, onder c, wordt in deze paragraaf onder ambtenaar van politie verstaan: ambtenaar van politie, met uitzondering van de aspirant en de vrijwillige ambtenaar van politie.

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35

Artikel

36

Vervallen

Artikel

37

Artikel

37a

Artikel

37b

Artikel

37c

Artikel

37d

Artikel

38

Artikel

38a

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Hoofdstuk

V

Vrijstelling van dienst

Artikel

43

Artikel

44

Artikel

45

Hoofdstuk

VI

Buitengewoon verlof

§

1

Algemeen

Artikel

46

[Vervallen]

Artikel

47

§

2

Buitengewoon verlof van korte duur

Artikel

48

Tenzij dringende redenen van dienstbelang zich daar tegen verzetten, wordt de ambtenaar van politie, voor zover dat niet in zijn vrije tijd kan geschieden en omzetting van de dienst niet mogelijk is, buitengewoon verlof verleend voor de uitoefening van het kiesrecht en voor het voldoen aan een wettelijke verplichting.

Artikel

49

Artikel

50

Artikel

51

Tenzij dringende redenen van dienstbelang zich daar tegen verzetten, wordt de ambtenaar van politie buitengewoon verlof met behoud van volle bezoldiging verleend:

  • a.

    voor het zoeken van een woning indien het dienstbelang de verhuizing vordert: ten hoogste twee werkdagen;

  • b.

    voor verhuizing uit hoofde van het dienstbelang: twee werkdagen, zonodig, indien betrokkene een eigen huishouding voert en het een verhuizing naar een ander eilandgebied betreft, te verlengen met twee werkdagen;

  • c.

    voor verhuizing, anders dan uit hoofde van dienstbelang, indien betrokkene een eigen huishouding voert: éénmaal per kalenderjaar ten hoogste twee werkdagen.

Artikel

52

Tenzij dringende redenen van dienstbelang zich daar tegen verzetten, wordt de ambtenaar van politie buitengewoon verlof met behoud van volle bezoldiging verleend:

  • a.

    bij zijn ondertrouw: op de dag zelf;

  • b.

    bij zijn huwelijk: vier werkdagen;

  • c.

    tot het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten in de eerste en tweede graad: op de dag zelf;

  • d.

    bij ernstige ziekte van zijn echtgenote, ouders, stiefouders, pleegouders, schoonouders, kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen of aangehuwde kinderen: ten hoogste vijftien werkdagen. Indien dit aantal in bepaalde omstandigheden niet toereikend is, kan artikel 55 toepassing vinden;

  • e.

    bij het overlijden van:

    • 1.

      de onder d genoemde personen: twee werkdagen;

    • 2.

      bloed of aanverwanten tot en met de derde graad: een werkdag;

  • f.

    indien betrokkene, in het geval bedoeld onder e, is belast met de regeling van de lijkbezorging of de nalatenschap dan wel met beide: ten hoogste vier werkdagen;

  • g.

    bij de bevalling van zijn echtgenote: ten hoogste twee werkdagen;

  • h.

    op de dag van zijn 10-, 20-, 30- en 40-jarig ambtsjubileum;

  • i.

    bij zijn 25 of 40jarig huwelijksjubileum en bij het 25, 40, 50 of 60jarig huwelijksjubileum van zijn ouders, stiefouders, pleegouders, schoonouders of grootouders: op de dag zelf;

  • j.

    bij de doop, besnijdenis, kerkelijke bevestiging en Eerste Heilige Communie van betrokkene of zijn echtgeno(o)t(e), kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen of aangehuwde kinderen: op de dag zelf.

Artikel

53

Tenzij dringende redenen van dienstbelang zich daar tegen verzetten, wordt de ambtenaar van politie buitengewoon verlof met behoud van volle bezoldiging verleend:

  • a.

    voor het afleggen van een examen voor het behalen van een diploma dat voor de uitoefening van zijn functie van belang kan worden geacht;

  • b.

    voor het zitting nemen in examencommissies op politiegebied: voor ten hoogste tien werkdagen per kalenderjaar.

Artikel

54

Artikel

55

§

3

Buitengewoon verlof van lange duur

Artikel

56

De ambtenaar van politie die als militair in werkelijke dienst is, anders dan voor herhalingsoefening, is van rechtswege met buitengewoon verlof van lange duur zonder behoud van bezoldiging, tenzij Onze Minister anders bepaalt.

Artikel

57

Artikel

58

Artikel

59

Indien het verlof, bedoeld in artikel 57, ten doel heeft de ambtenaar van politie in de gelegenheid te stellen op te treden als bezoldigd bestuurder van een vereniging van ambtenaren, bedoeld in artikel 50, vijfde lid, dan wel van een centrale organisatie of internationale ambtenarenorganisatie waarbij die vereniging is aangesloten, wordt dit verleend zonder behoud van bezoldiging en voor ten hoogste twee jaar.

Artikel

60

Artikel

61

Hoofdstuk

VII

Voorzieningen in verband met ziekte, ongeval, zwangerschap en bevalling

Artikel

61a

In afwijking van artikel 1, onder c, wordt in dit hoofdstuk, paragrafen 1, 2 en 3 onder ambtenaar van politie verstaan: ambtenaar van politie, met uitzondering van de vrijwillige ambtenaar van politie.

§

1

Ziekte en ongeval

Artikel

62

Vervallen

Artikel

63

Artikel

64

Artikel

65

Artikel

66

Artikel

67

Artikel

68

Artikel

69

Artikel

70

Artikel

71

§

2

Zwangerschap en bevalling

Artikel

72

Artikel

73

Aan de vrouwelijke ambtenaar van politie die een borstkind heeft, wordt op haar verzoek de gelegenheid gegeven om het kind te voeden.

§

3

Tegemoetkoming in ziektekosten

Artikel

74

§

4

Aanspraken bij ongeval voor de vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak

Artikel

74a

Artikel

74b

Artikel

74c

Artikel

74d

Artikel

74e

In geval van een ongeval, ontstaan ten gevolge van de vervulling van zijn functie, ontvangt de vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak een vergoeding van de kosten van geneeskundige behandeling of verzorging die te zijnen laste blijven en die naar het oordeel van Onze Minister noodzakelijk zijn gemaakt.

Artikel

74f

Indien geen sprake is van een ongeval, maar wel van een ziekte die is ontstaan of verergerd ten gevolge van de vervulling van de functie, stelt Onze Minister ter zake een uitkering vast voor zover de verzekering, bedoeld in artikel 74a, eerste lid, daar niet in voorziet.

Artikel

74g

De artikelen 74d, 74e en 74f zijn van overeenkomstige toepassing op de gewezen vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, voor zover deze de leeftijd, bedoeld in artikel 118, eerste lid, nog niet heeft bereikt.

Hoofdstuk

VIIa

Taken vrijwillige ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van de politietaak

Artikel

74h

Artikel

74i

De vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak kan, na instemming van Onze Minister en voor zover hij beschikt over de daarvoor vereiste opleiding en ervaring, zelfstandig of onder begeleiding van een ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak met eenzelfde of hogere rang, werkzaamheden uitoefenen die verband houden met de volledige politietaak.

Hoofdstuk

VIIb

Geweldsbeheersing, aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden

Artikel

74j

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder ambtenaar: de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak.

Artikel

74k

Artikel

74l

Onze Minister biedt de ambtenaar de gelegenheid tot het volgen van ten minste 32 uren training ter voorbereiding op de af te leggen toetsen, en toetsing.

Artikel

74m

De toets geweldsbeheersing, de toets aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden en de toets schietvaardigheid worden afgenomen door een door Onze Minister daartoe aangewezen toetser.

Artikel

74n

Indien een ambtenaar, op de laatste dag van de in artikel 74k bedoelde perioden, één van de in dat artikel bedoelde toetsen niet of niet met voldoende resultaat heeft afgelegd, doet de toetser hiervan onverwijld mededeling aan Onze Minister.

Artikel

74o

Hoofdstuk

VIII

Overige rechten en verplichtingen van de ambtenaar van politie

Artikel

76

Artikel

77

Artikel

78

Artikel

79

De ambtenaar van politie die verhinderd is dienst te verrichten, geeft daarvan onverwijld kennis aan zijn hoofd van dienst.

Artikel

80

Artikel

81

Artikel

82

Artikel

83

Artikel

84

De ambtenaar van politie kan niet worden verplicht om, indien bij een particulier een staking is uitgebroken of een uitsluiting heeft plaatsgevonden, ter vervanging van de stakers of de uitgeslotenen werkzaamheden te verrichten of de werknemers behulpzaam te zijn bij het verrichten van hun werkzaamheden, tenzij en voor zover zulks, naar het oordeel van Onze Minister, met het oog op de openbare orde, veiligheid of gezondheid dan wel voor de regelmatige functionering van de overheid bepaaldelijk noodzakelijk is.

Artikel

85

Artikel

86

Artikel

87

Artikel

88

Artikel

89

Vervallen

Artikel

90

Artikel

91

Vervallen

Artikel

92

Vervallen

Artikel

93

Artikel

94

Artikel

95

Artikel

96

Artikel

97

Artikel

98

Artikel

99

Vervallen

Artikel

100

[Vervallen]

Hoofdstuk

IX

Disciplinaire straffen

Artikel

101

Artikel

102

Artikel

103

Artikel

104

Artikel

105

De tot strafoplegging bevoegde instantie stelt de gestrafte ambtenaar van politie onverwijld in kennis van de strafoplegging door toezending van een afschrift daarvan. Artikel 104 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

106

Hoofdstuk

X

Schorsing en ontslag.

§

1

Algemeen

§

2

Schorsing

Artikel

108

Artikel

109

Artikel

110

§

3

Ontslag

Artikel

111

Artikel

112

Artikel

113

Artikel

114

Artikel

115

Artikel

116

[Vervallen]

Artikel

117

Aan een ambtenaar van politie die in een door Onze Minister openbare betrekking hier te lande wordt benoemd, wordt met ingang van de dag van aanvaarding van die betrekking eervol ontslag verleend.

Artikel

118

Artikel

118a

Artikel

119

Hoofdstuk

XI

Bezwaar

Artikel

120

Artikel

121

Hoofdstuk

XII

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

123

Artikel

123a

Op de personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Veiligheidswet BES worden aangesteld als ambtenaar van politie zijn de aanstellingseisen, genoemd in de artikelen 8, 8a en 8b, niet van toepassing.

Artikel

123b

Artikel

124

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit rechtspositie korps politie BES.

Bijlage

A

[Vervallen]

Bijlage

behorende bij artikel 23, eerste tot en met derde lid, van het Besluit rechtspositie korps politie BES

  • I.

    De vergoeding per vol uur, bedoeld in artikel 23, eerste lid, is voor de:

    aspirant: USD 11,17

    agent: USD 15,08

    brigadier: USD 17,88

    hoofdagent: USD 21,23

  • II.

    De vergoeding per vol uur, bedoeld in artikel 23, tweede lid, is voor de:

    aspirant: USD 14,53

    agent: USD 19,55

    brigadier: USD 24.02

    hoofdagent: USD 28,49

  • III.

    De vergoeding per vol uur, bedoeld in artikel 23, derde lid, is voor de:

    aspirant: USD 18,44

    agent: USD 24,02

    brigadier: USD 30,17

    hoofdagent: USD 36,31