Wet van 30 september 2010, houdende bepalingen over de politie en over de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Veiligheidswet BES)

Veiligheidswet BES

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om regels te stellen met betrekking tot de politie alsmede de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing en over de voorbereiding daarop op Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Politie

§

1

Aanvullende regels over de taak en samenstelling

Artikel

2

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Ministers worden nadere regels gesteld over de inrichting en organisatie van het politiekorps, waarbij in ieder geval wordt voorzien in de taakgebieden, genoemd in artikel 7, tweede lid, onder a tot en met d, van de rijkswet, alsmede in een meldkamerfunctie ten behoeve van de politietaak.

Artikel

4

Bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Ministers worden regels gesteld over de taken die kunnen worden uitgevoerd door ambtenaren als bedoeld in artikel 3, onder c, van de rijkswet.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

§

2

Aanvullende bevoegdheden politie

Artikel

10

Artikel

11

§

3

Aanvullende regels over gezag

Artikel

12

De Rijksvertegenwoordiger geeft, indien een ordeverstoring van boveneilandelijke betekenis dan wel ernstige vrees voor het ontstaan daarvan zulks noodzakelijk maakt, de gezaghebber, zoveel mogelijk na overleg met hem, de nodige aanwijzingen met betrekking tot het door hem ter handhaving van de openbare orde te voeren beleid. De aanwijzingen worden zo enigszins mogelijk schriftelijk gegeven.

Artikel

13

§

4

Politiegegevens

Artikel

14

§

5

Aanvullende regels kwaliteitszorg en rechtspositie

Artikel

15

Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld over de kleding van de politie.

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, wordt overeenkomstig artikel 49 van de rijkswet de minimale sterkte van de politie voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba vastgesteld.

Artikel

26

De korpsbeheerder politie hanteert voor het politiekorps een kwaliteitszorgsysteem.

Hoofdstuk

3

Brandweerkorps voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

De korpsbeheerder brandweer hanteert voor het brandweerkorps een kwaliteitszorgsysteem.

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35

Het Nederlands instituut fysieke veiligheid, bedoeld in artikel 66 van de Wet veiligheidsregio’s, oefent de taken, bedoeld in artikel 66, tweede lid, a tot en met c, van die wet, en kan de werkzaamheden, bedoeld in artikel 66, derde lid, van die wet, mede uitoefenen in de openbare lichamen, met dien verstande dat in artikel 66, tweede lid, onder a, van die wet voor «een rijksexamen als bedoeld in artikel 18, vierde lid,» wordt gelezen: een Caribisch rijksexamen als bedoeld in artikel 33, vijfde lid, van de Veiligheidswet BES. Artikelen 66, vierde lid, en 70 van de Wet veiligheidsregio’s zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel

36

Het Nederlands bureau brandweerexamens, bedoeld in artikel 72, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s oefent de taken en werkzaamheden, bedoeld in artikel 72, tweede lid, van die wet, en kan de werkzaamheden, bedoeld in 73, eerste lid, van die wet, mede uitoefenen in de openbare lichamen, met dien verstande dat in artikel 72, tweede lid, onder a, van die wet voor «een rijksexamen als bedoeld in artikel 18, vierde lid» wordt gelezen: een Caribisch rijksexamen als bedoeld in artikel 33, vijfde lid, van de Veiligheidswet BES. Artikelen 73, tweede lid, en 74, vijfde lid, van de Wet veiligheidsregio’s zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk

4

Brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing

§

1

Eilandsbestuur

Artikel

37

Artikel

38

De gezaghebber kan degene die verantwoordelijk is voor het vervoer van zieken en gewonden, aanwijzingen geven indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk is uit een oogpunt van openbare orde.

§

2

Eilandelijke brandweerzorg

Artikel

39

Artikel

40

§

3

Voorbereiding van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing

Artikel

41

Artikel

42

Artikel

43

Artikel

44

Artikel

45

Artikel

46

Artikel

47

Artikel

48

Artikel

49

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:

  • a.

    de organisatie van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;

  • b.

    de organisatie van de geneeskundige hulpverlening;

  • c.

    de bevolkingszorg in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;

  • d.

    de organisatie van de brandweerzorg.

Artikel

50

Artikel

51

Artikel

52

§

4

Taken en bevoegdheden bij de bestrijding van rampen en crises

Artikel

53

Artikel

54

Artikel

55

Artikel

56

Artikel

58

Artikel

59

De Rijksvertegenwoordiger kan in geval van een ramp of een crisis van boveneilandelijke betekenis of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan de gezaghebber, zo mogelijk na overleg met hem, aanwijzingen geven over het inzake de rampenbestrijding of de crisisbeheersing te voeren beleid. Hij kan alsdan ten aanzien van een openbaar lichaam een functionaris aanwijzen die in de operationele leiding van de rampenbestrijding of de crisisbeheersing voorziet. Hij kan zich doen bijstaan door een door hem samengestelde rampenstaf.

Artikel

60

De gezaghebbers, de Rijksvertegenwoordiger en Onze Minister verstrekken elkaar de nodige inlichtingen ten behoeve van hun rol bij de toepassing van artikel 59.

Artikel

61

§

5

Buitengewone omstandigheden

Artikel

62

Artikel

63

Artikel

64

Onze Minister kan, indien het algemeen belang zulks dringend eist, bevoegdheden van de gezaghebber en de Rijksvertegenwoordiger op grond van deze wet geheel of gedeeltelijk aan zich trekken dan wel een andere autoriteit daarmee geheel of ten dele belasten.

Hoofdstuk

5

Samenwerking

Artikel

65

Artikel

66

Artikel

67

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister kunnen met het oog op de rampenbestrijding en de crisisbeheersing ten aanzien van de brandweer, de politie, de geneeskundige hulpverlening en de meldkamer regels worden gesteld over:

  • a.

    prestaties waaraan de taakuitvoering ten minste voldoet;

  • b.

    onderlinge samenwerking.

Artikel

68

Artikel

69

Hoofdstuk

6

Financiën

Artikel

70

Hoofdstuk

7

Toezicht

Artikel

71

Artikel

73

Artikel

74

Artikel

75

Artikel

76

Artikel

77

Hoofdstuk

8

Sancties en overige bepalingen

Artikel

78

Artikel

79

Hoofdstuk

9

Overgangs- en invoeringsbepalingen

Artikel

80

Artikel

81

Artikel

82

Wijzigt de Wet politiegegevens.

Artikel

83

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

84

Deze wet wordt aangehaald als: Veiligheidswet BES.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen nemen.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,MinistervanJustitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A. Th. B. Bijleveld-Schouten
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin