Minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
b.
directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties: directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
c.
directeur-generaal Veiligheid: directeur-generaal Veiligheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
De Rijksdienst Caribisch Nederland staat onder leiding van een directeur.
3
De Rijksdienst Caribisch Nederland heeft tot taak een structurele bijdrage te leveren aan de uitvoering van (Rijks-)taken op Bonaire, Sint Eustatius en Saba door middel van:
a.
het optreden als loket voor taken die door Nederlandse instanties uitgevoerd worden of die door instanties van andere (ei-)landen uitgevoerd worden;
b.
het uitvoeren van taken in opdracht van Nederlandse departementen en (andere) overheidsorganen;
c.
het uitvoeren van taken in opdracht van Nederlandse instanties die op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zelf taken gaan uitvoeren en het bieden van bedrijfsvoeringsondersteuning aan Nederlandse departementen en overheidsorganen, waaronder de rol van werkgever.
het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
b.
het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
2
Onverminderd het bepaalde in artikel 3.41, tweede lid, heeft het Bureau Korpsbeheer en relatiebeheer agentschappen (KOBRA) van het directoraat-generaal Veiligheid de volgende taken:
a.
het adviseren en ondersteunen van de directeur-generaal bij de uitvoering van diens taken als gemandateerd beheerder van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede van de functionarissen die op basis van ondermandaat door de directeur-generaal Veiligheid taken als gemandateerd beheerder van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitvoeren;
b.
het faciliteren van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in de relatie met de beheerder;
c.
het faciliteren van de beleidsbepaling en kaderstelling ten aanzien van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
d.
het faciliteren van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in de relaties met het ministerie.
Paragraaf
3
Bevoegdheden directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties
Artikel
4
1
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1.2, 2.1, 3.2, onderdeel h, 4.1, 4.11 en 4.13 van het Mandaatbesluit BZK 2009 wordt aan de directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties mandaat verleend ten aanzien van personele aangelegenheden en aangelegenheden die op het terrein van de Rijksdienst Caribisch Nederland zijn gelegen, voor zover deze aangelegenheden naar aard en inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij door de Minister dienen te worden afgedaan.
2
Van het mandaat zijn uitgezonderd de bevoegdheden ten aanzien van personele aangelegenheden die betrekking hebben op de ambtenaren van politie en het personeel van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
3
Ten aanzien van de ondertekening van besluiten en stukken op grond van het mandaat van de directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties is het Mandaatbesluit BZK 2009 van overeenkomstige toepassing.
4
De directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties kan ten aanzien van de bevoegdheden, gemandateerd door het eerste lid, ondermandaat verlenen aan de directeur van de Rijksdienst Caribisch Nederland.
5
De directeur van de Rijksdienst Caribisch Nederland is bevoegd aan de aan hem ondergeschikte functionarissen ondermandaat te verlenen ten aanzien van de bevoegdheden waarop het vierde lid is toegepast.
Paragraaf
4
Bevoegdheden directeur-generaal Veiligheid
Artikel
5
1
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1.2, 2.1, 3.2, onderdeel h, 4.1, 4.11 en 4.13 van het Mandaatbesluit BZK 2009 wordt aan de directeur-generaal Veiligheid mandaat verleend ten aanzien van aangelegenheden op het terrein van het beheer van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba, voor zover deze aangelegenheden naar aard en inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij door de Minister dienen te worden afgedaan.
Het mandaat van de directeur-generaal Veiligheid strekt zich in ieder geval uit tot:
a.
besluitvorming tot benoeming, bevordering, schorsing en ontslag van ambtenaren van politie van het politiekorps Bonaire, Sint Eustatius;
b.
de beëdiging van ambtenaren van politie van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en van personeel van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
het vertegenwoordigen van de Minister namens de Staat der Nederlanden in gerechtelijke procedures met betrekking tot een personele aangelegenheid van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
e.
het verrichten van een verzoek om bijstand voor de handhaving van de openbare orde op grond van artikel 38 Rijkswet politie;
f.
het namens de korpsbeheerder voeren van het overleg als bedoeld in artikel 48, vijfde lid van de Rijkswet politie met de procureur-generaal en de korpschef over het beheer van de politie;
g.
besluitvorming tot het aanstellen, bevorderen, schorsen en ontslaan van het personeel van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten met de directeur van de Rijksdienst Caribisch Nederland ten behoeve van het politiekorps en van het brandweerkorps.
2
De directeur-generaal Veiligheid kan ten aanzien van de bevoegdheden genoemd in het eerste lid, onderdeel a tot en met h, en in artikel 5, ondermandaat verlenen aan de Rijksvertegenwoordiger, de korpschef van het politiekorps of de algemeen commandant van het brandweerkorps.
3
De Rijksvertegenwoordiger, de korpschef van het politiekorps en de algemeen commandant van het brandweerkorps zijn bevoegd aan de aan hun ondergeschikte functionarissen ondermandaat te verlenen ten aanzien van de bevoegdheden waarop het tweede lid is toegepast.
4
Onverminderd het bepaalde in het tweede lid is de directeur van de Rijksdienst Caribisch Nederland namens de directeur-generaal Veiligheid in diens hoedanigheid van gemandateerd korpsbeheerder bevoegd tot de ondertekening van besluiten die voortvloeien uit de bevoegdheden genoemd in het eerste lid onderdelen a en g.
Artikel
7
1
In afwijking van het Mandaatbesluit BZK 2009 vindt ondertekening van besluiten en stukken op grond van het mandaat van de directeur-generaal Veiligheid met betrekking tot het beheer van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba plaats op de volgende wijze:
De beheerder van het Korps Politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba,
namens deze,
de directeur-generaal Veiligheid van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
(handtekening)
(naam)
2
In afwijking van het Mandaatbesluit BZK 2009 vindt ondertekening van besluiten en stukken op grond van het mandaat van de directeur-generaal Veiligheid met betrekking tot het beheer van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba plaats op de volgende wijze:
De beheerder van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba,
namens deze,
de directeur-generaal Veiligheid van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
(handtekening)
(naam)
Paragraaf
5
Overige bepalingen
Artikel
8
Dit besluit treedt in werking met ingang van 10 oktober 2010 om 00:00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en om 06.00 uur in het Europese deel van Nederland. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, daarna wordt uitgegeven, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot het in de eerste volzin bedoelde tijdstip.
Artikel
9
Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatie- en mandaatbesluit BZK-BES.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,E.M.H.Hirsch Ballin