Besluit van 8 april 2011, houdende eisen met betrekking tot brandstoffen ter implementatie van richtlijn nr. 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG met betrekking tot de specificatie van benzine, dieselbrandstof en gasolie en tot invoering van een mechanisme om de emissies van broeikasgassen te monitoren en te verminderen, tot wijziging van Richtlijn 1999/32/EG van de Raad met betrekking tot de specificatie van door binnenschepen gebruikte brandstoffen en tot intrekking van Richtlijn 93/12/EEG (PbEU L 140) (Besluit brandstoffen luchtverontreiniging)

Besluit brandstoffen luchtverontreiniging

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 september 2010, nr. BJZ2010024773, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (PbEG L 350), richtlijn nr. 1999/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 april 1999 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG (PbEG L 121), richtlijn nr. 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG met betrekking tot de specificatie van benzine, dieselbrandstof en gasolie en tot invoering van een mechanisme om de emissies van broeikasgassen te monitoren en te verminderen, tot wijziging van Richtlijn 1999/32/EG van de Raad met betrekking tot de specificatie van door binnenschepen gebruikte brandstoffen en tot intrekking van Richtlijn 93/12/EEG (PbEU L 140), het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147) en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188), de artikelen 13, en 14a van de Wet inzake de luchtverontreiniging en de artikelen 2.2, derde en vierde lid, 9.2.2.1, 9.2.2.6a en 9.2.3.2 van de Wet milieubeheer;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 27 oktober 2010, nr. W08.10.0445/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 5 april 2011, nr. HBJZ2011041732, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1.1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij: aanbieder van een dienst zoals gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241);

  • benzine: benzine als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van richtlijn 98/70/EG;

  • biobrandstoffen: biobrandstoffen als bedoeld in artikel 2, onderdeel i, van richtlijn nr. 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging van en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (Pb EU L 140);

  • brandstofleveringsnota: document als bedoeld in artikel 6, negende lid, van richtlijn (EU) 2016/802 in samenhang met voorschrift 18, derde lid, van Bijlage VI van het Verdrag;

  • broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus: broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus als bedoeld in artikel 2, onderdeel 6, van richtlijn 98/70/EG;

  • broeikasgasemissies per eenheid energie: broeikasgasemissies per eenheid energie als bedoeld in artikel 2, onderdeel 7, van richtlijn 98/70/EG;

  • diesel: dieselbrandstof als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, van richtlijn 98/70/EG;

  • dieselolie voor de scheepvaart: dieselolie voor de scheepvaart als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van richtlijn (EU) 2016/802;

  • E10: benzine met ten minste 8,5 volumeprocent biobrandstof, waarvan ten minste 7,5 volumeprocent bestaat uit ethanol of het equivalent van ethanol in ETBE (ethyl tert-butylether) of TAEE (tertamyl ethylether);

  • gasolie voor mobiele machines: gasolie voor niet voor de weg bestemde mobiele machines (met inbegrip van binnenschepen), landbouwtrekkers en bosbouwmachines, en pleziervaartuigen, als bedoeld in artikel 2, onderdeel 3, van richtlijn 98/70/EG;

  • gasolie voor de scheepvaart: gasolie voor de scheepvaart als bedoeld in artikel 2, onderdeel e, van richtlijn (EU) 2016/802;

  • marktdeelnemer: marktdeelnemer als bedoeld in artikel 3, onderdeel 13, van de EU-verordening markttoezicht;

  • op de markt aanbieden: op de markt aanbieden als bedoeld in artikel 3, onderdeel 1, van de EU-verordening markttoezicht;

  • rapportageplichtige: houder van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, van de Wet op de accijns, of geregistreerde geadresseerde als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onderdeel l, van die wet, die brandstoffen uitslaat tot verbruik, of degene die brandstoffen invoert onder betaling van accijns;

  • richtlijn 98/70/EG: richtlijn nr. 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (PbEG L 350);

  • richtlijn (EU) 2016/802: richtlijn (EU) 2016/802 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen (PbEU L 132/58);

  • scheepsbrandstof: scheepsbrandstof als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van richtlijn (EU) 2016/802;

  • Verdrag: op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147), en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188);

  • zware stookolie: zware stookolie als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van richtlijn (EU) 2016/802.

Hoofdstuk

2

Uitvoering van richtlijn 98/70/EG over brandstoffen en van de EU-verordening markttoezicht

Artikel

2.1

Dit hoofdstuk is van toepassing op brandstoffen en energie voor:

  • a.

    wegvoertuigen;

  • b.

    niet voor de weg bestemde mobiele machines, met inbegrip van binnenschepen wanneer die niet op zee varen;

  • c.

    landbouwtrekkers;

  • d.

    bosbouwmachines, en

  • e.

    pleziervaartuigen, niet zijnde zeeschepen, wanneer die niet op zee varen.

Artikel

2.2

Artikel

2.3

Artikel

2.4

Artikel

2.5

Artikel

2.6

Artikel

2.7

Artikel

2.8

De artikelen 2.2, 2.3, 2.5 en 2.6 zijn niet van toepassing op benzine, diesel en gasolie waarvan wordt aangetoond dat deze wordt uitgevoerd naar buiten het grondgebied van de Europese Unie en de staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel

2.9

Artikel

2.9a

Hoofdstuk

2a

Aflevering E10

Artikel

2.9b

Een tankstation dat beschikt over de mogelijkheid van het afleveren van twee of meer soorten benzine ten behoeve van openbare verkoop aan motorvoertuigen voor het wegverkeer, beschikt ten minste voor de helft van de vulpistolen voor het afleveren van benzine over vulpistolen voor het afleveren van E10.

Hoofdstuk

3

Uitvoering van richtlijn 1999/32/EG betreffende het zwavelgehalte van brandstoffen

Artikel

3.0

Artikel

3.1

Het zwavelgehalte van de in dit hoofdstuk bedoelde brandstoffen wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 13 van richtlijn (EU) 2016/802.

Paragraaf

3.1

Uitvoering van richtlijn (EU) 2016/802 betreffende het zwavelgehalte van brandstoffen bestemd voor de zeescheepvaart

Artikel

3.2

Artikel

3.3

Paragraaf

3.2

Uitvoering van richtlijn (EU) 2016/802 betreffende het zwavelgehalte van zware stookolie en gasolie

Artikel

3.4

Het is verboden als brandstof te gebruiken:

  • 1.

    zware stookolie met een zwavelgehalte van meer dan 1 massaprocent, tenzij

    • a.

      het gebruik voor 31 december 2015 in een installatie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van richtlijn (EU)2016/802 plaatsvindt, of

    • b.

      het gebruik vanaf 1 januari 2016 plaatsvindt in een installatie als bedoeld in artikel 3, derde lid, van richtlijn (EU)2016/802.

  • 2.

    gasolie als bedoeld in artikel 2, onderdeel b), van richtlijn (EU) 2016/802, met een zwavelgehalte van meer dan 0,1 massaprocent.

Artikel

3.5

Hoofdstuk

4

Regels betreffende het zwavelgehalte van overige brandstoffen

Artikel

4.1

Artikel

4.2

Het zwavelgehalte van brandstoffen als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, wordt vastgesteld overeenkomstig een bij ministeriële regeling voorgeschreven testmethode.

Hoofdstuk

5

Overige en slotbepalingen

Artikel

5.1

Vervallen

Artikel

5.2

Artikel

5.3

Wijzigt het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer.

Artikel

5.5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

5.6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit brandstoffen luchtverontreiniging.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten