Besluit van 28 april 2011, houdende vaststelling van voorschriften inzake het staatsexamen Nederlands als vreemde taal BES (Staatsexamenbesluit Nederlands als vreemde taal BES)

Staatsexamenbesluit Nederlands als vreemde taal BES

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 24 september 2010, nr. WJZ/236427 (4875), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 oktober 2010, no. W05.10.0465/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 april 2011, nr. WJZ/256390 (4875), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • certificaat: een certificaat als bedoeld in artikel 15, tweede lid;

  • College voor examens: het College voor examens, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet College voor examens;

  • diploma: het diploma Nederlands als vreemde taal;

  • examen: het staatsexamen Nederlands als vreemde taal;

  • examenjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 januari van een jaar en eindigt op 31 december van dat jaar;

  • examenleider: degene die door het College voor examens is belast met de leiding bij het afnemen van het examen;

  • examenonderdeel: een onderdeel van het examen als bedoeld in artikel 3, derde lid;

  • examenprogramma: het examenprogramma, bedoeld in artikel 7;

  • examenreglement: het examenreglement, bedoeld in artikel 9, tweede lid;

  • inspectie: de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht;

  • kandidaat: degene die aan een of meer examenonderdelen deelneemt;

  • Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • wet: de Wet voortgezet onderwijs BES.

Artikel

2

Doelstellingen; programma’s

Artikel

3

Toelating tot en indeling van het examen

Artikel

4

Examengeld

Artikel

5

Onregelmatigheden

Hoofdstuk

II

Inhoud van het examen

Artikel

6

Inhoud examen

Het examen strekt zich uit over de examenstof, omschreven in het examenprogramma.

Artikel

7

Examenprogramma

Het examenprogramma omvat per programma en per examenonderdeel:

  • a.

    een omschrijving van de examenstof, en

  • b.

    de wijze waarop de beoordeling tot stand komt.

Hoofdstuk

III

Regeling van het examen

Artikel

8

Afnemen van het examen

Artikel

9

Examenprogramma, examenreglement

Hoofdstuk

IV

Examen

Artikel

10

Afnemen examen

Het examen wordt ten minste twee maal per jaar afgenomen.

Artikel

11

Beoordeling examen

Artikel

12

Verhindering examen

Hoofdstuk

V

Uitslag, diplomering

Artikel

13

Vaststelling examenresultaten

Artikel

14

Uitslag

De kandidaat is geslaagd voor een examen indien voor alle examenonderdelen van een programma het resultaat voldoende is.

Artikel

15

Diploma’s en certificaten

Hoofdstuk

VI

Overige bepalingen

Artikel

16

Bewaren, inzage examenwerk en resultaten

Artikel

17

Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin dit besluit niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist het College voor examens. Het College voor examens deelt haar beslissing zo spoedig mogelijk mede aan de betrokken examenleiders en aan de inspectie.

Artikel

18

Niet op voorgeschreven wijze afgelegd examen

Indien een of meer examenonderdelen of het gehele examen naar het oordeel van de inspectie niet op de voorgeschreven wijze zijn afgelegd dan wel kunnen worden afgelegd, dan wel indien het afnemen van een examenonderdeel of het examen niet op behoorlijke wijze is geschied en het College voor examens niet of niet naar behoren voorzieningen treft, beslist de inspectie hoe alsdan moet worden gehandeld.

Artikel

19

Afwijking wijze van examineren

Het College voor examens kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt het College voor examens na overleg met de inspectie de wijze waarop het examen zal worden afgelegd, zodanig dat de eisen die bij het examen aan de kandidaat worden gesteld, zoveel mogelijk gelijk zijn aan die voor de andere kandidaten. Het College voor examens doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de kandidaat en aan de inspectie.

Artikel

20

Gegevens ten behoeve van toetsontwikkeling

Artikel

21

Geheimhouding

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Hoofdstuk

VII

Slotbepalingen

Artikel

22

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2011 in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel

23

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Staatsexamenbesluit Nederlands als vreemde taal BES.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. P. H. Donner
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten