Besluit van 31 mei 2011, houdende regels ten behoeve van de uitvoering van verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende ozonlaagafbrekende stoffen (herschikking) (PbEU L 286) (Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen)

Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 1 maart 2011, nr. BJZ2011036817, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende ozonlaag afbrekende stoffen (herschikking) (PbEU L 286) en de artikelen 37 van de Wet op de economische delicten en 8.40, eerste lid, 8.42, eerste lid, en 9.2.2.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 april 2011, nr. W14.11.0067/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 25 mei 2011, nr. BJZ2011045162, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen: verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende ozonlaag afbrekende stoffen (herschikking) (PbEU L 286);

  • gereguleerde stoffen: stoffen als bedoeld in artikel 3, onderdeel 4, van de EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen.

Artikel

1a

Dit besluit en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing op handelingen verricht binnen de exclusieve economische zone.

Artikel

2

Onze Minister is de bevoegde instantie van een lidstaat, bedoeld in de artikelen 10, tot en met 15, 17, 18, 23, 27 en 28 van de EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen.

Artikel

3

Artikel

3a

Het is verboden om chloorfluorkoolstoffen- of chloorfluorkoolwaterstoffenhoudende koel- en vriesapparatuur voor handelsdoeleinden voorhanden te hebben die afkomstig is van particuliere huishoudens of van anderen dan particuliere huishoudens voor zover deze apparatuur naar aard en hoeveelheid vergelijkbaar is met die van particuliere huishoudens.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Het is verboden in strijd te handelen met de krachtens de artikelen 4 en 5 gestelde regels.

Artikel

7

Wijzigt het Besluit algemene regels milieu mijnbouw.

Artikel

8

Wijzigt het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer.

Artikel

9

Wijzigt het Transactiebesluit milieudelicten.

Artikel

10

Na inwerkingtreding van dit besluit berust:

Artikel

12

Dit besluit treedt in werking met ingang van 30 juni 2011.

Artikel

13

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten