Besluit van 25 augustus 2003, houdende nieuwe regels betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (Besluit ozonlaagafbrekende stoffen Wms 2003)

Besluit ozonlaagafbrekende stoffen milieubeheer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 juli 2002, nr. MJZ2002060834, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (PbEG L 244) en artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;
De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 2002, nr. WO8.02.0336/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 22 juli 2003, nr. MJZ 2003070049, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    ozonverordening: verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (PbEG L 244);

  • b.

    gereguleerde stoffen: stoffen, genoemd in artikel 2 van de ozonverordening.

Artikel

2

Daar waar de ozonverordening een bevoegdheid toekent aan de bevoegde instantie van een lidstaat is Onze Minister bevoegd te handelen.

Artikel

3

Het is verboden:

  • a.

    te handelen in strijd met de verboden, gesteld bij artikel 3, eerste lid, artikel 4, eerste lid in samenhang met het vierde lid, zesde lid, artikel 5, eerste lid, in samenhang met het tweede tot en met vijfde lid, artikel 8, artikel 9, eerste lid, artikel 11, artikel 14, eerste lid, in samenhang met de artikelen 8, 9 en 11, tweede en derde lid, en artikel 22, eerste lid, van de ozonverordening;

  • b.

    te handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij artikel 3, derde lid, artikel 4, derde en vijfde lid, artikel 12, derde lid, artikel 16, eerste tot en met vierde lid, en artikel 19, eerste, derde en vierde lid en lid 4 bis, van de ozonverordening;

  • c.

    te handelen in strijd met een voorschrift dat is verbonden aan een vergunning, verleend krachtens artikel 6, eerste lid, of artikel 12, eerste en vierde lid, van de ozonverordening;

  • d.

    te handelen in strijd met de toestemming, verleend krachtens artikel 13 van de ozonverordening;

  • e.

    methylbromide te produceren.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

9

Wijzigt het Transactiebesluit milieudelicten.

Artikel

11

Wijzigt het Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998.

Artikel

12

Wijzigt het Besluit PAK-houdende coatings en producten Wms 2003.

Artikel

13

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sedert de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

14

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ozonlaagafbrekende stoffen milieubeheer.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P. L. B. A. van Geel
De Minister van Justitie, J. P. H. Donner