Leerplichtwet BES

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

Deze wet verstaat onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • b.

    school:

    • 1°.

      een openbare of een uit openbare kas bekostigde bijzondere basisschool of school of inrichting voor voortgezet onderwijs;

    • 2°.

      een ingevolge artikel 112 van de Wet voortgezet onderwijs BES aangewezen bijzondere school voor voortgezet onderwijs;

    • 3°.

      een andere school die wat de inrichting van het onderwijs betreft, overeenkomt met de criteria, bedoeld in artikel 3, en wat de bevoegdheden van leraren betreft, overeenkomt met een of meer van de onder 1° bedoelde scholen;

    • 4°.

      een andere krachtens artikel 2, eerste lid, onder a, voor de toepassing van deze wet als school aangewezen onderwijsinstelling;

  • c.

    instelling:

  • d.

    hoofd:

    • 1°.

      hij die met de leiding van de school is belast;

    • 2°.

      hij die met de leiding van de instelling is belast;

  • e.

    ambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in artikel 28;

  • f.

    startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid onder b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 13 onderscheidenlijk artikel 14 van de Wet voortgezet onderwijs BES;

  • g.

    openbaar lichaam: het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

  • h.

    inspectie: de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht;

  • i.

    persoonsgebonden nummer BES: het nummer waaronder de jongere bij de burgerlijke stand van het openbaar lichaam is ingeschreven dan wel het door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer.

Artikel

2

Aanwijzing scholen en instellingen

Artikel

4

Meerderjarige jongeren

Indien een leerplichtige jongere of een jongere die kwalificatieplichtig is meerderjarig is, rusten de verplichtingen en bevoegdheden die in deze wet zijn toebedeeld aan de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen op de jongere zelf.

Artikel

5

Maatregelen

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

2

Leerplicht

Artikel

6

Verantwoordelijke personen

Artikel

7

Begin en einde van de verplichting tot inschrijving

Artikel

8

Vervangende leerplicht

Artikel

9

Vervangende leerplicht laatste schooljaar

Artikel

10

Begin en einde van de verplichting tot geregeld schoolbezoek

§

3

Kwalificatieplicht

Artikel

11

Inschrijving

Artikel

12

Begin en einde verplichting tot inschrijving

De verplichting, bedoeld in artikel 11, eerste lid, vangt aan direct na het einde van de leerplicht, bedoeld in paragraaf 2, en eindigt zodra de jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt of een startkwalificatie heeft behaald.

Artikel

13

De invulling van de verplichting tot geregeld schoolbezoek

§

4

Vrijstellingen

Artikel

14

Gronden voor vrijstelling van inschrijving

De in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen zijn vrijgesteld van de verplichting om te zorgen, dat een jongere als leerling van een school onderscheidenlijk een instelling staat ingeschreven, zolang

  • a.

    de jongere op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt is om tot een school onderscheidenlijk een instelling te worden toegelaten;

  • b.

    zij tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning – of, indien zij geen vaste verblijfplaats hebben, op alle binnen de openbare lichamen – gelegen scholen onderscheidenlijk instellingen waarop de jongere geplaatst zou kunnen worden, overwegende bedenkingen hebben;

  • c.

    de jongere als leerling van een inrichting van onderwijs buiten een van de openbare lichamen staat ingeschreven en deze inrichting geregeld bezoekt.

Artikel

15

Kennisgeving

Artikel

16

Lichamelijke of psychische ongeschiktheid

Een beroep op vrijstelling op grond van artikel 14, onderdeel a, kan slechts worden gedaan, indien bij de kennisgeving een verklaring van een door het bestuurscollege van het openbaar lichaam, waar de jongere als ingezetene is ingeschreven, aangewezen arts – niet zijnde de behandelende arts – of van een door het bestuurscollege aangewezen academisch gevormde of daarmede bij ministeriële regeling gelijkgestelde pedagoog of psycholoog is overgelegd, waaruit blijkt, dat deze de jongere niet geschikt acht om tot een school onderscheidenlijk een instelling te worden toegelaten. Deze verklaring mag niet ouder zijn dan drie maanden.

Artikel

17

Bedenkingen tegen richting van school

Artikel

18

Bezoeken van school buiten een van de openbare lichamen

Een beroep op vrijstelling op grond van artikel 14, onderdeel c, kan slechts worden gedaan, indien bij de kennisgeving een verklaring is overgelegd van het hoofd van de inrichting van onderwijs waaruit blijkt, dat de jongere als leerling van deze inrichting staat ingeschreven en haar geregeld bezoekt.

Artikel

19

Afschrijving

Op verzoek van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen wordt een jongere binnen de in artikel 7, eerste lid, en artikel 12 omschreven tijdvakken door het hoofd slechts van de lijst der leerlingen of deelnemers afgevoerd

  • a.

    wegens inschrijving van de jongere op een andere school of instelling;

  • b.

    wegens vrijstelling op een der gronden, genoemd in artikel 14, nadat aan het hoofd gebleken is, dat aan de artikelen 15 tot en met 18 is voldaan;

  • c.

    wegens de vrijstelling, bedoeld in artikel 27.

Artikel

20

Gronden voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek

De in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen zijn vrijgesteld van de verplichting te zorgen dat de jongere de school waarop hij staat ingeschreven, geregeld bezoekt, en de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt alsmede de jongere die kwalificatieplichtig is, zijn vrijgesteld van de verplichting de school of de instelling geregeld te bezoeken, indien

  • a.

    de school onderscheidenlijk de instelling is gesloten of het onderwijs is geschorst;

  • b.

    bij of op grond van algemeen verbindende voorschriften het bezoeken van de school onderscheidenlijk de instelling is verboden;

  • c.

    de jongere bij wijze van tuchtmaatregel tijdelijk de toegang tot de school onderscheidenlijk de instelling is ontzegd;

  • d.

    de jongere wegens ziekte verhinderd is de school onderscheidenlijk de instelling te bezoeken;

  • e.

    de jongere wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging verhinderd is de school onderscheidenlijk de instelling te bezoeken;

  • f.

    de jongere vanwege de specifieke aard van het beroep van een van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen slechts buiten de schoolvakanties met hen op vakantie kan gaan;

  • g.

    de jongere door andere gewichtige omstandigheden verhinderd is de school onderscheidenlijk de instelling te bezoeken.

Artikel

21

Leeftijd leerling

Artikel

22

Ziekte van leerling

Een beroep op vrijstelling wegens ziekte van de jongere kan slechts worden gedaan, indien daarvan binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering aan het hoofd kennis is gegeven, zo mogelijk met opgave van de aard van de ziekte.

Artikel

23

Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging

Een beroep op vrijstelling wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging kan slechts worden gedaan indien daarvan uiterlijk twee dagen vóór de verhindering aan het hoofd kennis is gegeven.

Artikel

24

Vakantie

Artikel

25

Kennisgeving bij beroep op vrijstelling

Een beroep op vrijstelling wegens ziekte van de jongere, wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging wordt gedaan door middel van kennisgeving aan het hoofd door de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen, tenzij de leerplichtige jongere of de jongere die kwalificatieplichtig is niet meer woonachtig is bij deze personen, in welk geval de kennisgeving wordt gedaan door de jongere zelf.

Artikel

26

Andere gewichtige omstandigheden

Artikel

27

Vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs

In andere gevallen dan genoemd in artikel 14 kan het bestuurscollege op grond van bijzondere omstandigheden vrijstelling verlenen van de in artikel 11 opgelegde verplichtingen, indien wordt aangetoond, dat de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet.

Artikel

27a

Vrijstelling en vertrek van een openbaar lichaam

Bij vertrek uit een openbaar lichaam is een leerplichtige jongere die afwezig zal zijn gedurende de tijd dat er onderwijs wordt gegeven, in het bezit van een verklaring waaruit blijkt dat:

  • a.

    hem vrijstelling, ontheffing of verlof is verleend als bedoeld in deze wet, of

  • b.

    hij zich heeft uitgeschreven uit het bevolkingsregister teneinde zich buiten het desbetreffende openbaar lichaam te vestigen.

§

5

Toezicht op de naleving van de wet

Artikel

28

Leerplichtambtenaren

Artikel

29

Toezicht op de naleving

Artikel

29a

Controle op naleving leerplicht door ambtenaren belast met de grensbewaking

Artikel

30

Gemeenschappelijke regeling betreffende toezicht

Gemeenschappelijke regelingen op de openbare lichamen betreffende het toezicht op de naleving van deze wet, alsmede wijziging of intrekking daarvan, worden mede ter kennis gebracht van Onze Minister en van de openbare lichamen die bij de regeling zijn aangesloten.

Artikel

31

Kennisgeving in- en afschrijvingen

Artikel

32

Controle absoluut schoolverzuim door het bestuurscollege

Het bestuurscollege controleert of de jongeren die als ingezetene zijn ingeschreven en nog leerplichtig of kwalificatieplichtig zijn, overeenkomstig de bepalingen van deze wet als leerling of deelnemer staan ingeschreven.

Artikel

33

Kennisgeving relatief verzuim

Artikel

34

Onderzoek door leerplichtambtenaar

Artikel

35

Overtreding arbeidsverbod

Indien aan het hoofd of aan de ambtenaar blijkt, dat een jongere in strijd met de ter zake geldende voorschriften arbeid verricht, geven zij hiervan terstond kennis aan een daartoe door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen onder hem ressorterende ambtenaar.

Artikel

36

Bevoegdheden politie

Ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, zijn bevoegd een jongere die zij onder schooltijd op een voor het publiek toegankelijke plaats aantreffen, te brengen naar het hoofd van de school waarop de jongere als leerling staat ingeschreven.

Artikel

37

Jaarverslag openbaar lichaam en verstrekking statistische gegevens

§

6

Strafbepalingen

Artikel

38

Strafbedreiging verantwoordelijke personen

Artikel

39

Strafbedreiging hoofd

Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft het hoofd dat:

Artikel

40

Overtreding

De bij deze wet strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.

§

7

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel

41

Nadere voorschriften

Artikel

42

Oude ontheffingen, vrijstellingen en verzoeken

Artikel

43

Overgangsbepaling scholen waaraan aan leerplicht wordt voldaan

Een school die op 9 oktober 2010 was aangemerkt als een niet bekostigde school, wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit artikel aangemerkt als een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3.

Artikel

44

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Leerplichtwet BES.