Artikel
1.1
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:
-
a.
buitenland: ander land van het Koninkrijk of andere staat, alsmede het Europese deel van Nederland;
-
b.
cliënt: degene met wie een zakelijke relatie wordt aangegaan of die een transactie laat uitvoeren, daaronder begrepen in geval van het sluiten, het verlenen van bemiddeling bij het sluiten, of het doen van een uitkering uit hoofde van een levensverzekering als bedoeld in de Wet financiële markten BES, degene die de premie betaalt alsmede degene aan wie de uitkering wordt gedaan;
-
c.
correspondentbankrelatie: vaste relatie tussen kredietinstellingen in verschillende landen of staten voor de afwikkeling van transacties of de uitvoering van opdrachten;
-
d.
dienst: een in bijlage A bij deze wet omschreven dienst, verricht door een dienstverlener in of vanuit Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
-
e.
dienstverlener: een ieder die beroeps- of bedrijfsmatig een dienst verleent;
-
f.
identificeren: opgave van de identiteit laten doen;
-
g.
Financieren van terrorisme:
-
1°.
opzettelijk verwerven of voorhanden hebben van voorwerpen met geldswaarde, bestemd tot het begaan van een misdrijf als bedoeld in artikel 84a van het Wetboek van Strafrecht BES;
-
2°.
opzettelijk verschaffen van middelen met geldswaarde tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 84a van het Wetboek van Strafrecht BES; of
-
3°.
het verlenen van geldelijke steun, alsmede het opzettelijk werven van geld ten behoeve van een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 84a van het Wetboek van Strafrecht BES;
-
1°.
-
h.
geld: binnenlandse en buitenlandse bankbiljetten, munten en muntbiljetten, alsmede aan toonder gestelde verhandelbare waardepapieren;
-
i.
melding: melding als bedoeld in artikel 3.5;
-
j.
meldpunt: het Meldpunt ongebruikelijke transacties, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid;
-
k.
Nederlandsche Bank: De Nederlandsche Bank N.V.;
-
l.
ongebruikelijke transactie: transactie die ingevolge artikel 3.4 als zodanig is aangemerkt;
-
m.
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
-
n.
openbare lichamen: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
-
o.
politiek prominente personen: natuurlijke personen die, anders dan als middelbare of lagere ambtenaren, een prominente publieke functie als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, bekleden of hebben bekleed, met uitzondering van degenen die deze functie ten minste een jaar hebben beëindigd, en directe familieleden of naaste geassocieerden als bedoeld in artikel 1.2, tweede en derde lid, van deze personen;
-
p.
toezichtautoriteit
-
1°.
de bij besluit van Onze Minister en Onze Minister van Veiligheid en Justitie gezamenlijk aangewezen bestuursorganen, elk voor zover zij ingevolge dat besluit zijn belast met de handhaving van het bij of krachtens deze wet bepaalde;
-
2°.
Onze Minister, voor zover de in onderdeel a bedoelde bestuursorganen niet zijn belast met de handhaving van het bij of krachtens deze wet bepaalde;
-
1°.
-
q.
toezichthouder: persoon, krachtens artikel 5.4 belast met het houden van toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde;
-
transactie: handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt in verband met het afnemen of het verlenen van diensten;
-
r.
uiteindelijk belanghebbende: natuurlijke persoon die:
-
1°.
een belang houdt van 25 procent of meer van het kapitaalbelang of meer dan 25 procent van de stemrechten van de aandeelhoudersvergadering kan uitoefenen van een rechtspersoon anders dan een stichting, dan wel op andere wijze feitelijk zeggenschap kan uitoefenen in deze rechtspersoon; of
-
2°.
begunstigde is van of bijzondere zeggenschap heeft over 25 procent of meer van het vermogen van een stichting of een trust als bedoeld in het Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Trb. 1985, 141);
-
1°.
-
s.
transitrekening: bankrekening die bij een in de openbare lichamen gevestigde kredietinstelling wordt aangehouden door een buitenlandse kredietinstelling en die door een cliënt van laatstbedoelde kredietinstelling gedebiteerd of gecrediteerd kan worden zonder tussenkomst van de in de openbare lichamen gevestigde kredietinstelling;
-
t.
trust: een trust in de zin van het op 1 juli 1985 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Trb. 1985, 141);
-
u.
verifiëren van de identiteit: vaststellen dat de opgegeven identiteit overeenkomt met de werkelijke identiteit;
-
v.
zakelijke relatie: zakelijke, professionele, of commerciële relatie tussen een dienstverlener en een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die verband houdt met de professionele activiteiten van die dienstverlener en waarvan op het tijdstip dat het contact wordt gelegd, wordt aangenomen dat deze enige tijd zal duren.
2
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder de begrippen «beleggingsinstelling», «effectenbeurs», «elektronischgeldinstelling», «externe deskundige», «financiële onderneming», «gekwalificeerde deelneming», «geldtransactiekantoor», «groep», «kredietinstelling», «levensverzekeraar», «levensverzekering», «trustdiensten», «trustkantoor», «verzekeraar», «vestiging» en «zetel» verstaan: hetgeen daaronder in de Wet financiële markten BES wordt verstaan.
3
De in het eerste lid, onderdeel d, bedoelde bijlage kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd. Deze algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.