Artikel
1
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
-
b.
ambulance: een voor het vervoer van zieken of gewonden ingericht motorvoertuig, vaartuig of helikopter;
-
c.
ambulanceverpleegkundige: verpleegkundige als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Besluit functionele zelfstandigheid;
-
d.
ambulancezorg: zorg, erop gericht een zieke of gewonde ter zake van zijn aandoening of letsel:
-
1°.
hulp te verlenen en per ambulance te vervoeren, of
-
2°.
hulp te verlenen via een ambulanceverpleegkundige met een speciaal daartoe uitgerust en als zodanig herkenbaar motorvoertuig;
-
1°.
-
e.
meldkamer: de meldkamer voor ambulancezorg, onderdeel van de meldkamer, bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s;
-
f.
regio: een regio als bedoeld in artikel 2;
-
g.
veiligheidsregio: veiligheidsregio als bedoeld in artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s;
-
h.
vergunning voor buitenlandvervoer: op grond van de Wet ambulancevervoer verleende vergunning die uitsluitend strekt tot het op grond van artikel 7, eerste lid, derde volzin, van de Wet ambulancevervoer verrichten van ambulancevervoer vanuit het buitenland, met inbegrip van het ambulancevervoer vanaf de Nederlandse luchthavens van patiënten voor wie ambulancevervoer is aangewezen vanwege een in het buitenland opgelopen ziekte of ontstaan ongeval.