Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg)

Tijdelijke wet ambulancezorg

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe tijdelijke regels vast te stellen inzake de organisatie van de ambulancezorg;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

3

Bij regeling van Onze Minister worden de gebieden vastgesteld waarin een standplaats van een ambulance zou moeten zijn gevestigd.

Hoofdstuk

II

Regionale ambulancezorg

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Onze Minister vergelijkt jaarlijks de Regionale Ambulancevoorzieningen onderling met betrekking tot de wijze waarop zij ambulancezorg verlenen en hoe zij aan de eisen, bedoeld in artikel 7, voldoen.

Artikel

10

Artikel

10a

Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de inschrijving in de registers, bedoeld in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, dan wel de diploma’s of getuigschriften, waarover een ambulancezorgprofessional dient te beschikken. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden voor verschillende categorieën ambulancezorg. De voordracht voor een krachtens dit artikel vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Hoofdstuk

III

Bijzondere ambulancezorg

Artikel

11

Bij regeling van Onze Minister kan, ten aanzien van bij de regeling aangewezen ambulancezorg en onder bij de regeling vast te stellen voorwaarden of eisen, vrijstelling worden verleend van bepalingen van deze wet.

Hoofdstuk

IV

Toezicht en handhaving

Artikel

12

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd.

Hoofdstuk

V

Invoerings- en overgangsbepalingen

Artikel

15

Wijzigt de Wet veiligheidsregio’s.

Artikel

16

Wijzigt de Wet rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders.

Artikel

17

Wijzigt de Wet cliëntenrechten zorg.

Hoofdstuk

VI

Overige bepalingen

Artikel

19

Deze wet wordt twee jaar na de inwerkingtreding geëvalueerd.

Artikel

20

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en vervalt maximaal acht jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel

21

Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet ambulancezorg.

Lasten en bevelen dat deze wet in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten