Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 7 mei 2013, nr. 382047, directoraat-generaal Politie, programma Arbeidsvoorwaarden in verband met de vaststelling van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (Regeling vaststelling LFNP)

Regeling vaststelling LFNP

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel

2

Het bevoegd gezag kan de Minister een voorstel doen tot wijziging van de bij de regeling behorende bijlagen. De Minister geeft ten behoeve hiervan de korpschef een aanwijzing als bedoeld in artikel 31 van de Politiewet 2012 met het oog op het verplichte gebruik van het door hem aangewezen systeem om functies te beschrijven respectievelijk te waarderen.

Artikel

2a

Artikel

3

Artikel

3a

Artikel

3b

De volgende activiteiten uit de in bijlage 3 opgenomen functiebeschrijvingen van de functies in het vakgebied Operationeel Specialismen zijn voorbehouden aan de ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding heeft voltooid:

  • a.

    de toepassing van dwangmiddelen in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, en

  • b.

    het voeren van functioneringsgesprekken in verband met organisatorische coördinatie.

Artikel

4

Artikel

5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Artikel

6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling LFNP.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie,I.W.Opstelten

Bijlage

1

horende bij artikel 3, eerste lid

Matrix Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie

Arrestantenbewaking en Parket

Informatievoorziening

politiele administratie

16

Korpschef

15

14

Directeur

13

12

Sectorhoofd

Operationeel Specialist F

Bedrijfsvoering specialist F

Lector

11

Operationeel Specialist E

Bedrijfsvoering specialist E

10

Teamchef C

Chef Vlieger

Operationeel Specialist D

Bedrijfsvoering specialist D

Wetenschappelijk onderzoeker C

9

Politie Vlieger

Operationeel Docent D

Operationeel Specialist C

Bedrijfsvoering specialist C

Wetenschappelijk onderzoeker B

Docent D

8

Teamchef B

Operationeel Docent C

Operationeel Specialist B

Bedrijfsvoering specialist B

Gezagvoerder Zeevaart

Wetenschappelijk onderzoeker A

Docent C

7

Operationeel-Expert Beveiliging

Operationeel-Expert GGP

Operationeel-Expert Informantenrunner

Operationeel-Expert Intelligence

Operationeel-Expert Interventie

Operationeel-Expert Meldkamer

Operationeel-Expert Observatie

Operationeel-Expert Tactische Opsporing

Operationeel-Expert Forensische Opsporing

Operationeel-Expert Intake & Service

Operationeel Begeleider B

Operationeel Docent B

Operationeel Specialist A

Bedrijfsvoering specialist A

Gespecialiseerd Medewerker C

Gezagvoerder Zeevaart Beperkte Inzet

Medewerker Techniek D

Docent B

Docent IBT B

6

Teamchef A

Senior Beveiliging

Senior GGP

Senior Informantenrunner

Senior Intelligence

Senior Interventie

Senior Meldkamer

Senior Observatie

Senior Tactische Opsporing

Senior Forensische Opsporing

Senior Intake & Service

Operationeel Begeleider A

Operationeel Docent A

Gespecialiseerd Medewerker B

Directie-secretaresse / Office Manager

Stuurman Zeevaart

Gezagsvoerder Binnenvaart

Medewerker Techniek C

Docent A

Docent IBT A

5

Generalist Beveiliging

Generalist GGP

Generalist Intelligence

Generalist Interventie

Generalist Meldkamer

Generalist Observatie

Generalist Tactische Opsporing

Generalist Forensische Opsporing

Generalist Intake & Service

Gespecialiseerd Medewerker A

Secretarieel Medewerker

Medewerker Techniek B

4

Medewerker Beveiliging

Medewerker GGP

Medewerker Intelligence

Medewerker Observatie

Medewerker Tactische Opsporing

Medewerker Forensische Opsporing

Medewerker Intake & Service

Administratief Secretarieel Medewerker

Medewerker Techniek A

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen D

3

Assistent Beveiliging B

Assistent GGP B

Assistent Forensische Opsporing

Assistent Intake & Service B

Administratief Secretarieel Medewerker B

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C

2

Assistent Beveiliging A

Assistent GGP A

Assistent Intake & Service A

Administratief Secretarieel Medewerker A

Chauffeur (HSM)

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen B

1

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A

Bijlage

2

horende bij artikel 3, tweede lid

1

Medewerker HSM A

71

1

3

2

Administratief Secretarieel Medewerker A

76

2

4

3

Medewerker HSM B

84

2

4

4

Assistent Intake & Service A

111

2

4

5

Assistent Beveiliging A

115

2

4

6

Assistent GGP A

124

2

4

7

Chauffeur (HSM)

140

2

4

8

Assistent Intake & Service B

185

3

5

9

Assistent Beveiliging B

189

3

5

10

Administratief Secretarieel Medewerker B

197

3

5

11

Assistent GGP B

198

3

5

12

Medewerker HSM C

205

3

5

13

Assistent Forensische Opsporing

219

3

5

14

Medewerker Intelligence

252

4

6

15

Administratief Secretarieel Medewerker

236

4

6

16

Medewerker Techniek A

236

4

6

17

Medewerker HSM D

255

4

6

18

Medewerker Forensische Opsporing

262

4

6

19

Medewerker Intake & Service

270

4

6

20

Medewerker Observatie

278

4

6

21

Medewerker Beveiliging

282

4

6

22

Medewerker GGP

290

4

6

23

Medewerker Tactische Opsporing

290

4

6

24

Secretarieel Medewerker

309

5

7

25

Gespecialiseerd Medewerker A

310

5

7

26

Generalist Intelligence

333

5

7

27

Medewerker Techniek B

318

5

7

28

Generalist Forensische Opsporing

344

5

7

29

Generalist Meldkamer

351

5

7

30

Generalist Intake & Service

351

5

7

31

Generalist Beveiliging

363

5

7

32

Generalist Tactische Opsporing

364

5

7

33

Generalist Interventie

368

5

7

34

Generalist Observatie

369

5

7

35

Generalist GGP

372

5

7

36

Directiesecretaresse / Office Manager

386

6

8

37

Gespecialiseerd Medewerker B

387

6

8

38

Teamchef A

392

6

8

39

Medewerker Techniek C

395

6

8

40

Docent A

397

6

8

41

Senior Intelligence

402

6

8

42

Docent IBT A

409

6

8

43

Stuurman Zeevaart

410

6

8

44

Senior Meldkamer

428

6

8

45

Senior Intake & Service

428

6

8

46

Operationeel Begeleider A

428

6

8

47

Senior Forensische Opsporing

429

6

8

48

Operationeel Docent A

432

6

8

49

Senior Informantenrunner

433

6

8

50

Gezagvoerder Binnenvaart

433

6

8

51

Senior Beveiliging

440

6

8

52

Senior Tactische Opsporing

441

6

8

53

Senior Observatie

446

6

8

54

Senior GGP

449

6

8

55

Senior Interventie

450

6

8

56

Gespecialiseerd Medewerker C

461

7

9

57

Bedrijfsvoeringspecialist A

466

7

9

58

Docent B

468

7

9

59

Medewerker Techniek D

469

7

9

60

Operationeel Expert Intelligence

476

7

9

61

Docent IBT B

482

7

9

62

Gezagvoerder Zeevaart – Beperkte inzet

496

7

9

63

Operationeel Specialist A

496

7

9

64

Operationeel Expert Meldkamer

502

7

9

65

Operationeel Expert Intake & Service

502

7

9

66

Operationeel Expert Forensische Opsporing

503

7

9

67

Operationeel Begeleider B

507

7

9

68

Operationeel Docent B

507

7

9

69

Operationeel Expert Beveiliging

514

7

9

70

Operationeel Expert Tactische Opsporing

515

7

9

71

Operationeel Expert Observatie

520

7

9

72

Operationeel Expert Informantenrunner

522

7

9

73

Operationeel Expert GGP

523

7

9

74

Operationeel Expert Interventie

524

7

9

75

Bedrijfsvoeringspecialist B

538

8

10

76

Docent C

543

8

10

77

Wetenschappelijk Onderzoeker A

546

8

10

78

Teamchef B

553

8

10

79

Operationeel Specialist B

576

8

10

80

Gevagvoerder Zeevaart

584

8

10

81

Operationeel Docent C

597

8

10

82

Docent D

623

9

11

83

Bedrijfsvoeringspecialist C

630

9

11

84

Wetenschappelijk Onderzoeker B

631

9

11

85

Politie Vlieger

658

9

11

86

Operationeel Specialist C

668

9

11

87

Operationeel Docent D

669

9

11

88

Teamchef C

706

10

12

89

Bedrijfsvoeringspecialist D

709

10

12

90

Wetenschappelijk Onderzoeker C

718

10

12

91

Chef Vlieger

726

10

12

92

Operationeel Specialist D

739

10

12

93

Bedrijfsvoeringspecialist E

783

11

13

94

Operationeel Specialist E

797

11

13

95

Lector

856

12

14

96

Bedrijfsvoeringspecialist F

857

12

14

97

Sectorhoofd

859

12

14

98

Operationeel Specialist F

871

12

14

99

Directeur

1012

14

16

100

Korpschef

1173

16

18

Bijlage

3

horende bij artikel 3, derde lid

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A

Kern van de functie

Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.

Huisvesting, Services en Middelen geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door − op aanwijzing en onder begeleiding – de bedrijfsvoering te ondersteunen op toegewezen taakgebieden (zoals onderhoud, montage en reprografie) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen A wordt in zijn taken begeleid door ten minste een Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C.

Activiteiten en resultaten

Onderhoud

  • Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen op aanwijzing en aan de hand van onderhoudsschema’s, zodat gebouwen en terreinen representatief zijn en blijven en voorzieningen toegankelijk zijn.

  • Het verrichten van opruimwerkzaamheden op aanwijzing, zodat gebouwen en terreinen opgeruimd en representatief zijn.

Montage

Het − op aanwijzing – verrichten van montagewerkzaamheden aan gebouwen en voorzieningen, zodat gebouwen en voorzieningen steeds optimaal kunnen worden gebruikt.

Reprografie

Het – op aanwijzing – verrichten van reprografie werkzaamheden, zodat aangeboden drukwerk gedupliceerd is en gereed is voor verzending.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing en onder begeleiding voorgeschreven routinematige activiteiten beperkt tot taakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• opruimwerkzaamheden;

• montagewerkzaamheden;

• reprografie werkzaamheden.

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• verricht accuraat onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen op aanwijzing en aan de hand van onderhoudsschema’s;

• verricht nauwlettend opruimwerkzaamheden;

• verricht nauwgezet montagewerkzaamheden en reprografie werkzaamheden op aanwijzing.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing en onder begeleiding voorgeschreven routinematig die beperkt zijn tot taakgebied):

• op aanwijzing onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen plegen;

• op aanwijzing opruimwerkzaamheden verrichten;

• op aanwijzing montagewerkzaamheden verrichten;

• op aanwijzing reprografie werkzaamheden verrichten.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• door het strikt − op aanwijzing en onder begeleiding − toepassen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies op toegewezen taakgebieden (onderhoud, montage en reprografie).

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

beschikt de functionaris, onder begeleiding, over volledig aangereikte oplossingen en voorgeschreven handelen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• opruimwerkzaamheden;

• montagewerkzaamheden;

• reprografie werkzaamheden.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• waarschuwen van collega’s bij het niet volgens richtlijnen aanbieden van afval etc.;

• het waarschuwen van collega’s bij het ontbreken van onderhoudsschema’s;

• het herkennen van situaties die begeleiding legitimeren;

waarbij de aanpak is beperkt tot voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken, door het onder begeleiding en op aanwijzing volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, die zich voordoen bij:

• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen;

• opruimwerkzaamheden;

op de juiste wijze:

• de handleidingen volgen bij montagewerkzaamheden en reprografie werkzaamheden;

• onder begeleiding en op aanwijzing uitvoeren van voorgeschreven routinematige activiteiten.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: –;

• techniek: civiele techniek.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• arbo regelgeving;

• (groen)voorziening;

• civiele techniek;

• onderhoud;

• montage.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Administratief Secretarieel Medewerker A

Kern van de functie

Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.

Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Administratief Secretarieel Medewerker A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door − op aanwijzing en onder begeleiding – de bedrijfsvoering te ondersteunen op aangewezen taakgebieden – zoals vastleggen aangereikte gegevens, dupliceren aangereikte documenten, verzorgen de handeling van aangereikte mailingen, verzorgen van in-en uitgaande post volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Administratief Secretarieel Medewerker A wordt in zijn taken begeleid door ten minste een Administratief Secretarieel Medewerker B.

Activiteiten en resultaten

Administratie

Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen (standaard mutaties), zodat een basis ontstaat voor actuele overzichten en informatie beschikbaar is in de systemen.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de routing van documenten, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling en wie de behandelaar is.

  • Het signaleren wanneer een behandelingstermijn dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat behandeling van documenten steeds correct en voorbeeldig wordt verricht.

Archivering

Het archiveren van aangereikte documenten en dossiers, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.

Postverwerking

  • Het in ontvangst nemen van te verzenden poststukken en pakketten; het controleren van de adresgegevens op volledigheid; het frankeren en aanbieden ter post, zodat postverzending adequaat gebeurt.

  • Inkomende post registreren en distribueren naar geadresseerden, zodat traceerbaar is waar ingekomen post zich bevindt.

Repro

  • Het samenvoegen (‘vullen’), adresseren (‘stickeren’) en verzenden van aangereikte documenten (mailingen), zodat groepen burgers/collega’s snel en flexibel van informatie kunnen worden voorzien.

  • Het volgens opgegeven specificaties reproduceren en afwerken van aangereikte documenten, zodat groepen burgers/collega’s snel en flexibel van informatie kunnen worden voorzien.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• in de systemen verwerkte standaard mutaties op gegevens;

• vastgelegde en gearchiveerde documenten en dossiers;

• afgehandelde inkomende en uitgaande post;

• registratie op ingekomen post;

• verzonden mailingen;

• gereproduceerde documenten;

• op routing en behandelingstermijn gemonitoorde documenten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• legt aangereikte gegevens accuraat vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• archiveert accuraat aangereikte documenten en dossiers;

• controleert stelselmatig uitgaande post op volledigheid adres en op voldoende frankering;

• registreert consequent ingekomen post en distribueert deze accuraat;

• handelt verzorgd mailingen af;

• reproduceert en werkt aangereikte documenten accuraat af volgens opgegeven specificaties.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig en beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:

• aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• aangereikte documenten en dossiers archiveren;

• inkomende en uitgaande post afhandelen;

• mailingen handlen;

• aangereikte documenten reproduceren en afwerken;

• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (dupliceren aangereikte documenten, verzorgen de handeling van aangereikte mailingen, verzorgen van in- en uitgaande post) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen (standaard mutaties);

• het archiveren van aangereikte documenten en dossiers;

• het verzenden poststukken en pakketten;

• het registreren en distribueren van inkomende post;

• het handlen van mailingen;

• het reproduceren en afwerken van aangereikte documenten.

Neemt de functionaris het initiatief tot bij:

• het navragen van opgegeven specificaties voor reproduceren en afwerken van aangereikte documenten bij mogelijk foutieve opgaven;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

• herkent de functionaris situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken legitimeren,

waarbij de aanpak is volgens voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het afhandelen van de inkomende en uitgaande post;

• het handlen van mailingen;

• het reproduceren en afwerken van aangereikte documenten;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

op de juiste wijze:

• aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vastleggen;

• aangereikte documenten en dossiers in de daartoe geëigende (archief)systemen archiveren;

• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid ter zake gegevens;

• techniek: registratie-, documentatie- en archiefsystemen, reprografische en boekdruktechnieken;

• wetenschap.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• (archief- en post)registratiesystemen;

• boekbindtechnieken;

• werking van de posterijen;

• monitoren.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen B

Kern van de functie

Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.

Huisvesting, Services en Middelen geeft met name uitvoering aan processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door − op aanwijzing en onder begeleiding – de bedrijfsvoering te ondersteunen op toegewezen taakgebieden – zoals beheer, registratie, onderhoud, montage, reprografie en beveiligd vervoer volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen B wordt in zijn taken begeleid door ten minste een Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C.

Activiteiten en resultaten

Beheer

  • Het beheren en uitgeven van goederen, middelen en voorzieningen, zodat collega’s – te allen tijde – kunnen beschikken over goederen, middelen en voorzieningen.

  • Het in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie conform richtlijnen, zodat deze worden opslagen dan wel gereed gemaakt voor definitieve vernietiging/afvoer volgens wettelijk voorschrift.

Registratie

Het registreren van ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen en het controleren van de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en het signaleren van (dreigende) tekorten, zodat er – te allen tijde − overzicht ontstaat in voorraden.

Onderhoud

Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen op aanwijzing en aan de hand van onderhoudsschema’s, zodat gebouwen en terreinen representatief zijn en blijven en voorzieningen toegankelijk zijn.

Montage

Het − op aanwijzing – verrichten van montagewerkzaamheden met behulp van handleidingen aan gebouwen en voorzieningen, zodat gebouwen en voorzieningen steeds optimaal kunnen worden gebruikt.

Reprografie

Het – op aanwijzing – verrichten van reprografiewerkzaamheden met behulp van handleidingen, zodat aangeboden drukwerk gedupliceerd is en gereed is voor verzending.

Maaltijdbereiding

Het bereiden van maaltijden volgens menuplanning, zodat maaltijden aangeboden kunnen worden aan afnemers.

Beveiligd vervoer

  • Neemt (dienst)wapens, munitie en bewijsstukken conform richtlijnen over en vervoert deze en levert ze af, zodat een veilige overname en transport van deze goederen gegarandeerd is;

  • Verzorgt alle overige vervoer van goederen die een onopvallend, beveiligd vervoer vereisen.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;

• onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• montage;

• geregistreerde uitgave en inname van goederen, middelen en voorzieningen;

• reprografie;

• maaltijdbereiding;

• beveiligd vervoer.

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• beheert accuraat goederen, middelen, voorzieningen, aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;

• registreert accuraat ontvangen en uitgeven goederen, middelen, voorzieningen, aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;

• controleert stelselmatig de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en signaleert alert (dreigende) tekorten;

• verricht accuraat onderhouds-, montage- en reprografie werkzaamheden op aanwijzing en aan de hand van onderhoudsschema’s;

• verricht nauwgezet maaltijdbereiding op aanwijzing en aan de hand van menuplanning.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:

• ontvangen goederen, middelen en (groen)voorzieningen beheren;

• ontvangen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;

• ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen registreren;

• op aanwijzing onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen plegen;

• op aanwijzing en volgens handleidingen montagewerkzaamheden verrichten;

• op aanwijzing en volgens handleidingen reprografie werkzaamheden verrichten;

• verrichten van beveiligd vervoer.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (beheren en registeren van goederen, middelen en voorzieningen en onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen, reprografie, maaltijdbereiding, beveiligd vervoer) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• het registreren van ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;

• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• montage- en reprografie werkzaamheden;

• maaltijdbereiding;

• beveiligd vervoer.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het waarschuwen van collega’s bij (dreigende) tekorten van voorraden;

• het aantekenen van verschillen in aangeboden (dienst)wapens, munitie en bewijsstukken;

• het herkennen van situaties die begeleiding van en/of overdracht van taken legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het beheer van goederen, middelen en (groen)voorzieningen;

• het registeren van (dreigende) tekorten in voorraden;

• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen;

• beveiligd vervoer;

op de juiste wijze

• de handleidingen volgen bij montage- en reprografie werkzaamheden;

• maaltijden bereiden;

• ontvangen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie;

• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid:

• techniek: consumptieve techniek en civiele techniek.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• beheersregistratiesystemen;

• arbo regelgeving;

• (groen)voorziening;

• civiele techniek (beheer-, onderhouds- en montagetechniek);

• beveiligd vervoer;

• consumptieve techniek (maaltijdbereiding).

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent Intake & Service A

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning te verrichten.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Assistent Intake & Service A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door – op aanwijzing en onder begeleiding – de uitvoering van Intake & Service te ondersteunen op aangewezen taakgebieden (zoals vragen van burgers aan te nemen, toegangscontrole uit te oefenen en bezoekers te registreren, dossiers te dupliceren en te bezorgen bij justitie en aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vast te leggen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Assistent Intake & Service A wordt in zijn activiteiten begeleid door ten minste een Assistent Intake & Service B.

Activiteiten en resultaten

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

Registratie

  • Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

  • Het registreren van bezoekers en het uitvoeren van toegangscontrole, zodat zich geen onbevoegde personen in het gebouw bevinden.

Interne serviceverlening

  • Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en informatie beschikbaar is in de systemen.

  • Het dupliceren en bij procesvoerders bezorgen van dossiers, zodat gewaarborgd is dat dossiers volledig bij de procesvoerders beschikbaar zijn.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing en routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• geholpen burgers bij vragen;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten, waaronder de balie, waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen;

• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers;

• geregistreerde bezoekers;

• toegangscontrole op en toegangsontzegging aan onbevoegde personen;

• in de daartoe geëigende (archief)systemen vastgelegde aangereikte gegevens;

• gedupliceerde en bij procesvoerders bezorgde dossiers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• volgt nauwgezet gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen;

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• legt accuraat vragen van burgers vast in de daartoe geëigende systemen;

• verricht zodanige adequate toegangscontrole en registreert bezoekers zodanig consequent dat zich geen onbevoegde personen in het gebouw bevinden;

• legt accuraat aangereikte gegevens vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• dupliceert dossiers nauwkeurig en bezorgt in persoon dossiers bij de procesvoerders (OM en advocaten van de verdachte).

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing en routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:

• vragen van burgers aannemen op servicepunten, waaronder de balie; deze vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;

• vragen van burgers vastleggen;

• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;

• aangereikte gegevens vastleggen;

• dossiers dupliceren en bezorgen bij de procesvoerders.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (zoals vragen van burgers aan te nemen, toegangscontrole uit te oefenen en bezoekers te registreren, dossiers te dupliceren en te bezorgen bij justitie en aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vast te leggen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het vastleggen van vragen van burgers en van aangereikte gegevens;

• het dupliceren van dossiers en het bezorgen ervan bij procesvoerders;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijk aanpak van problematiek bij:

• het weigeren van de toegang aan personen die kennelijk onbevoegd zijn het pand te betreden;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het vastleggen van vragen van burgers;

• het vastleggen van aangereikte gegevens;

• het dupliceren en bezorgen van dossiers bij procesvoerders;

op de juiste wijze:

• burgers te woord staan en hun vragen beantwoorden dan wel doorverwijzen;

• vragen en aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;

• dossiers dupliceren en bezorgen bij procesvoerders;

• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en de taakgebieden van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;

• techniek: toegangscontrolesystemen, registratiesystemen;

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• registratiesystemen;

• beveiligingstechniek;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met name aanwezig bij baliewerkzaamheden.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent Beveiliging A

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

Assistent Beveiliging A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door – op aanwijzing en onder begeleiding – de uitvoering van veiligheidsmaatregelen te ondersteunen op toegewezen taakgebieden (objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registeren van goederen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Assistent Beveiliging A wordt in zijn activiteiten begeleid door ten minste een Assistent Beveiliging B.

Activiteiten en resultaten

Toezicht Beveiliging objecten-portakabin

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

Veiligheidsmaatregelen in de Rechtbank

Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie, zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd.

Arrestantenverzorging

  • Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering, het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan.

  • Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid van de arrestant worden gewaarborgd.

  • Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen (overige) waarnemingen in feiten en omstandigheden in de daartoe geëigende systemen, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• orde in de Rechtbank;

• beveiligde objecten (portakabin);

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden;

• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;

• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;

• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering;

• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:

• arrestantenzorg verrichten;

• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen die de arrestant bij zich draagt;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;

• geweldsmiddelen gebruiken bij de handhaving van de orde in de Rechtbank;

• op aanwijzing objectbeveiliging (portakabin) uitvoeren;

• processen-verbaal opstellen;

• dwangmiddelen toepassen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registeren van goederen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• de uitvoering van ondersteunende veiligheidsmaatregelen op toegewezen taakgebieden;

• de insluiting en verzorging van arrestanten, de beveiliging van objecten (portakabin) en de uitvoering van beveiligingstaken in en ten behoeve van de Rechtbank;

• het volgen van de procedures voor het insluiten van arrestanten;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijk aanpak van problematiek bij:

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• bij ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting verstoort dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken legitimeren;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd volgens voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;

• het geven van aanwijzingen;

• het bewaren van orde in de Rechtbank;

• de insluiting en verzorging van arrestanten;

• objectbeveiliging (portakabin);

op de juiste wijze:

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• aanwijzingen geven;

• veiligheidsfouillering toepassen;

• administratieve handelingen uitvoeren bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;

• in bewaring genomen goederen registreren;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg;

• arrestantenverzorging;

• veiligheidsfouillering;

• inzicht in gedrag;

• Rechterlijke Organisatie;

• procedures in strafvervolging;

• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;

• geweldsinstructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen onder begeleiding;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede conditie.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op arrestantenverzorging is in deze functie aanwezig bij confrontatie met menselijk leed. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent GGP A

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen1Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Assistent GGP A draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door – op aanwijzing en onder begeleiding – de uitvoering van operationele politietaken te ondersteunen op toegewezen taakgebieden – zoals parkeerbeheer en begeleiding van evenementen – volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. De Assistent GGP A wordt in zijn activiteiten begeleid door ten minste een Assistent GGP B.

Activiteiten en resultaten

Toezicht

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde in/op het toegewezen taakgebied wordt gewaarborgd.

Ondersteunende dienstverlening

De functie wordt op aanwijzing ter ondersteuning ingezet bij baliewerkzaamheden en bij de verzorging van arrestanten.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over overtredingen en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie over het taakgebied beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• gehandhaafde openbare orde in toegewezen taakgebieden;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie;

• processen-verbaal;

• verzorgde arrestanten;

• verrichte baliewerkzaamheden.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden en de openbare orde wordt gewaarborgd;

• werkt gericht aan tevredenheid bij klanten over de intake (aangifte/intake op locatie);

• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en bij aangiften zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing routinematig beperkt tot taakgebied en onder begeleiding) zelfstandig:

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• in het kader van handhaving aanwijzingen geven;

• aangiften opnemen;

• processen-verbaal opstellen;

• baliewerkzaamheden verrichten;

• arrestanten verzorgen;

• dwangmiddelen toepassen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het op aanwijzing, onder begeleiding en op toegewezen taakgebieden (parkeerbeheer, begeleiding van evenementen e.d.) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• ondersteunende operationele politietaken op toegewezen taakgebieden;

• – op aanwijzing − bij de ondersteuning bij baliewerkzaamheden en bij de verzorging van arrestanten;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel en basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken legitimeren,

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op voorgeschreven handelen (gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen, instructies, bekende oplossingen, op aanwijzing) en onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het onder begeleiding volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;

• het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen;

• baliewerkzaamheden;

• de verzorging van arrestanten;

op de juiste wijze:

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• aanwijzingen geven;

• overtredingen verbaliseren en documenteren;

• aangiftes opnemen en intake op locatie afhandelen;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• afhandelen van situaties op aanwijzing, onder begeleiding en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied inclusief begeleiding en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wegenverkeersrecht;

• parkeerbeleid;

• evenementenbeveiliging;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen;

• geweldsinstructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief aangereikte kennisbronnen, met begeleiding;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functiegeschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weersomstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede (voor politiewerk normatieve) conditie.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij een incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Chauffeur

Kern van de functie

Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.

Huisvesting, Services en Middelen geeft met name uitvoering aan processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Chauffeur draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door – op aanwijzing – het met behulp van voertuigen leveren van hoogwaardig transport van passagiers vanuit het toegewezen taakgebied vervoer, volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen. Hij vertegenwoordigt – als Chauffeur− tijdens de reis de Politie.

Activiteiten en resultaten

Navigeren/besturen

  • Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder weerberichten, verkeersinformatie), het bestuderen van de relevante wegenkaarten, het uitzetten van routes in onder andere navigatiesystemen, zodat de te volgen route optimaal is afgestemd op de door passagier te verrichten werkzaamheden.

  • Het besturen van het voertuig binnen strikte tijdslijnen tussen locaties, zodat de passagier op de afgesproken aankomsttijd aankomt op de plaats van bestemming.

  • Het (tijdens de reis) communiceren met belanghebbenden aangaande routeplanning, routeverloop, aankomst-/vertrektijden, zodat de route tijdig, veilig en conform (bijgestelde) planning wordt afgelegd.

  • Het tijdens de reis op basis van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen beslissen tot afbreken dan wel hervatten van de reis, zodat de veiligheid van de passagier steeds wordt gewaarborgd.

Controle en onderhoud

  • Het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het voertuig, zodat de veiligheid tijdens de rit steeds is gewaarborgd.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken en schades, zodat deze verholpen kunnen worden en het voertuig steeds veilig inzetbaar is en in representatieve staat verkeert.

  • Het signaleren aangaande uit te voeren periodieke onderhoudsbeurten en APK’s aan het voertuig, zodat gebreken tijdig gesignaleerd en verholpen worden.

Service en representativiteit

  • Het schoonhouden van het voertuig, zodat de passagier van een opgeruimde hygiënische omgeving gebruik kan maken en het voertuig in een representatieve staat is.

  • Het leveren van optimaal comfort in rijstijl en omstandigheden (climat control in het voertuig, eten, drinken en rust-stops, indien gewenst) aan de passagier tijdens de reis, zodat de passagier fit op zijn bestemming aankomt.

Voertuigadministratie

  • Het vastleggen van gegevens in de voertuigadministratie (routeverantwoording, kilometeradministratie, brandstofadministratie), zodat verantwoording plaatsvindt over de gevolgde routes van het voertuig.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (op aanwijzing, gestandaardiseerde werkwijze, routinematig, beperkt tot taakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• maximaal rendement van de inzet van het voertuig in termen van de door passagier te verrichten werkzaamheden;

• in kennis gestelde passagier omtrent het verloop van de reis;

• gesignaleerde onderhoudsbeurten;

• rapportage van eventuele gebreken of schades;

• op orde zijnde voertuigadministratie;

• schoon, hygiënisch en representatief voertuig;

• in comfort en aan de wensen aangepaste rijstijl vervoerde passagier(s).

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen route optimaal is afgestemd op de door passagier te verrichten werkzaamheden en de communicatie met de passagier conform procedures kan verlopen;

• hanteert een zodanig op de passagier afgestemde rijstijl en faciliteert de passagier zodanig comfort dat deze op tijd, veilig en fit zijn bestemming;

• bewaakt voortdurend en controleert stelselmatig de operationele staat van het voertuig;

• rapporteert helder over gesignaleerde gebreken en schades;

• signaleert tijdig de noodzaak tot onderhoudsbeurten en APK aan het voertuig;

• legt adequaat de gegevens vast in de voertuigadministratie;

• houdt het voertuig zodanig schoon dat de passagier van een opgeruimde hygiënische omgeving gebruik kan maken en het voertuig in een representatieve staat is.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (op aanwijzing, gestandaardiseerde werkwijze, routinematig, beperkt tot taakgebied) zelfstandig:

• het voertuig besturen;

• de rit afbreken dan wel hervatten, conform nauwgezette richtlijnen;

• de complete operationele staat van het voertuig bewaken en controleren;

• eventuele gebreken en schades rapporteren;

• signaleren van onderhoudsbeurten en APK aan het voertuig;

• het voertuig schoon, hygiënisch en in representatieve staat houden;

• gegevens vastleggen in de voertuigadministratie;

• tijdens de rit de Politie vertegenwoordigen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• op aanwijzing op toegewezen taakgebieden (vervoer) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen.

• het voertuig;

• de passagier(s);

• infrastructuur.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die volledig zijn aangereikt exclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak, bij:

• het uitzetten van de route;

• het besturen van het voertuig;

• het hygiënisch, schoon en in representatieve staat houden van het voertuig;

• het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het voertuig;

• het vastleggen van gegevens in de voertuigadministratie.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het zodanig besturen van het voertuig en het zodanig faciliteren van de passagier dat de inzet van het voertuig tot maximaal rendement leidt in termen van de door passagier te verrichten werkzaamheden,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen)

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het schoon, hygiënisch en in representatieve staat houden van het voertuig;

• het technisch rijklaar houden van het voertuig;

• het plannen van de route;

• het besturen van het voertuig en faciliteren van de passagier;

op de juiste wijze

• gegevens in de voertuigadministratie vastleggen;

• de rijgeschiktheid beoordelen van het voertuig;

• inschatten wanneer er (niet) kan worden gereden, de reis moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat;

• eventueel schadeherstel aan het voertuig laten uitvoeren en de gegevens ervan vastleggen in de administratie;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wegenverkeerswet- en regelgeving en beleid met betrekking personen- en taxivervoer;

• techniek: autotechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen.

Deze nieuwe inzichten worden volledig en met begeleiding aangereikt.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebied en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wegenverkeerswet- en regelgeving;

• rijstijlen;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• dienstbare opstelling.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal/fysiek geweld is in deze functie aanwezig ingeval de functionaris tijdens de rit herkenbaar als politie een in het publieke domein bekende passagier vervoert. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op de juiste verkeerstechnische afwegingen voor een route kiest maar desondanks door de verkeersomstandigheden of technisch falen (motorstoring) de gestelde tijdslijn niet haalt, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Assistent Intake & Service B

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning te verrichten.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Assistent Intake & Service B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de uitvoering van Intake & Service te ondersteunen op aangewezen taakgebieden – zoals vragen van burgers aan te nemen, aangiften op te nemen en vergunningaanvragen van burgers in ontvangst te nemen, burgers over aangiften terug te bellen, gegevens van door collega’s aangereikte aangiften te complementeren, fotoconfrontatie te verrichten, op aanwijzing BOB-middelen aan te vragen, verhoorruimtes uit te geven en aangereikte gegevens (onder meer ook tap’s) in de daartoe geëigende (archief)systemen vast te leggen volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen. De Assistent Intake & Service B geeft instructies en handreikingen aan Assistenten Intake & Service A.

Activiteiten en resultaten

Verbetering Intake & service

Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning van Intake & Service, zodat de uitvoering van Intake & Service efficiënter en effectiever verloopt.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten Intake & Service A in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van Intake & Serviceactiviteiten wordt gewaarborgd.

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het op/aannemen van aangiften en vergunningaanvragen, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het wijzen van de burger, onder andere bij het opnemen van een aangifte, op de mogelijkheden van netwerk/ketenpartners, waaronder doorverwijzing naar slachtofferhulp, zodat de burger zich kan vervoegen bij de netwerk/ketenpartner voor ondersteuning.

  • Het doorsturen van aangiften naar relevante vakgebieden, zodat de afhandeling van aangiften op de meest effectieve en efficiënte wijze gebeurt.

Registratie

  • Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

  • Het vastleggen van aangiften en vergunningaanvragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor het sturen, monitoren, bewaken en begeleiden van de afhandeling.

  • Het registreren van bezoekers en het uitvoeren van toegangscontrole, zodat zich geen onbevoegde personen in het gebouw bevinden.

Validatie gegevens aangifte

Het beoordelen van de gegevens vermeld in aangiften middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen kan worden gebaseerd.

Vergunningen

Het in ontvangst nemen van vergunningaanvragen en het beoordelen van de gegevens op vol ledigheid die worden vermeld, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van vergunningaanvragen.

Service aan burger

Het informeren van de aangever over het resultaat dan wel de status van de behandeling van zijn aangifte, zodat de burger weet dat de politie zijn aangiften, en daarmee de burger zelf, steeds centraal stelt.

Interne serviceverlening

  • Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen (bonnen, tap’s) volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en informatie beschikbaar is in de systemen.

  • Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte aangiften − waar deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het − op aanwijzing − aanvragen en koppelen aan de betrokken collega van bevelen voor bijzondere opsporing (BOB-middelen), zodat de politie rechtmatig werkt.

  • Het verrichten van fotoconfrontatie, zodat er zicht komt op de identiteit van verdachten.

Beheer

Het beheer en toewijzing van verhoorruimtes en -studio’s, zodat een passende ruimte beschikbaar is voor het afnemen van verhoor of getuigenverklaring.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• geholpen burgers bij vragen, aangifte en vergunningaanvragen;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten;

• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• opgenomen, op juistheid van gegevens gecontroleerde en naar de relevante vakgebieden doorgestuurde aangiften;

• verrichte fotoconfrontaties;

• aangenomen en op volledigheid van gegevens gecontroleerde vergunningaanvragen;

• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers, aangiften en vergunningaanvragen;

• op netwerk/ketenpartners (waaronder slachtofferhulp) geattendeerde burgers;

• geïnformeerde aangevers over de behandeling dan wel de status van hun aangifte;

• geregistreerde bezoekers;

• toegangscontrole op en toegangsontzegging aan onbevoegde personen;

• in de daartoe geëigende (archief)systemen vastgelegde aangereikte gegevens (bonnen, tap’s);

• op volledigheid van gegevens gecontroleerde en eventueel aangevulde aangiften die zijn aangereikt door collega’s;

• op aanwijzing aangevraagde en aan de betrokken collega gekoppelde BOB- bevelen/middelen;

• beschikbare verhoorruimtes en -studio’s;

• voorstellen tot verbetering in de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden;

• geïnstrueerde medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• volgt nauwgezet gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen;

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• attendeert slachtoffers consequent op netwerk/ketenpartners als slachtofferhulp;

• legt accuraat vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vast in de daartoe geëigende systemen;

• controleert nauwkeurig aangiften op juistheid van gegevens en vergunningaanvragen op volledigheid van gegevens;

• stuurt de aangifte naar het relevante vakgebied;

• verricht neutraal fotoconfrontaties;

• informeert aangevers correct over de behandeling dan wel de status van hun aangiften;

• verricht zodanige adequate toegangscontrole en registreert bezoekers zodanig consequent dat zich geen onbevoegde personen in het gebouw bevinden;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en instructies;

• legt accuraat aangereikte gegevens (bonnen, tap’s) vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• controleert door collega’s aangereikte aangiften nauwkeurig en vult eventueel de gegevens aan;

• neemt nauwkeurig de procedures in acht bij het − op aanwijzing − aanvragen van BOB-bevelen/middelen, en het koppelen ervan aan de betrokken collega;

• beheert zodanig adequaat verhoorruimtes en -studio’s, dat het afnemen van verhoor of getuigenverklaring kan plaatsvinden in een daartoe passende ruimte;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig:

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen aan/opnemen op servicepunten, waaronder de balie;

• vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;

• aangiften controleren op juistheid van gegevens en doorsturen naar het relevante vakgebied;

• vergunningaanvragen controleren op volledigheid van gegevens;

• burgers attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;

• aangevers informeren over de behandeling dan wel status van hun aangiften;

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vastleggen;

• door collega’s aangereikte aangiften aanvullen;

• op aanwijzing BOB-bevelen/middelen aanvragen en koppelen aan de betrokken collega;

• verhoorruimtes en -studio’s beheren en toewijzen;

• fotoconfrontaties verrichten;

• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;

• aangereikte gegevens vastleggen (bonnen en tap’s);

• voorstellen tot verbetering van uitvoeringspraktijk formuleren;

• werkinstructies en handreikingen geven aan medewerkers.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het op toegewezen taakgebied (zoals vragen van burgers aan te nemen, toegangscontrole uit te oefenen en bezoekers te registreren, dossiers te dupliceren en te bezorgen bij justitie en aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vast te leggen) en op aanwijzing volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften van burgers;

• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;

• het sturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;

• het aannemen en op volledigheid van gegevens beoordelen van vergunningaanvragen;

• het vastleggen van vragen, aangiften, vergunningaanvragen en van aangereikte gegevens (bonnen, tap’s);

• het attenderen van burgers (slachtoffers) op netwerk/ketenpartners (slachtofferhulp);

• het informeren van de aangever over de behandeling dan wel status van zijn aangifte;

• het verrichten van fotoconfrontaties;

• het − op aanwijzing − aanvragen van BOB-bevelen/middelen;

• het koppelen van BOB-bevelen/middelen aan de betrokken collega;

• het beheer van verhoorruimtes en -studio’s;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• tot het weigeren van de toegang aan personen die kennelijk onbevoegd zijn het pand te betreden;

• tot het geven van werkinstructies aan medewerkers,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het verrichten van toegangscontrole en het registreren van bezoekers;

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften;

• het aannemen en op volledigheid beoordelen van vergunningaanvragen;

• het doorsturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;

• het vastleggen van vragen, aangiften en vergunningaanvragen;

• het attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp,

• het informeren van aangevers over de behandeling dan wel status van hun aangifte,

• het vastleggen van aangereikte gegevens (bonnen, tap’s);

• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;

• het verrichten van fotoconfrontaties;

• het aanvragen en koppelen van BOB-bevelen/middelen;

• het beheren en toewijzen van verhoorruimtes- en studio’s;

op de juiste wijze:

• burgers te woord staan en informeren;

• vragen, aangiften, vergunningaanvragen en aangereikte gegevens (bonnen, tap’s) vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• toegangscontrole verrichten en bezoekers registreren;

• BOB-bevelen/middelen aanvragen.

• instrueren van medewerkers;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;

• techniek: toegangscontrolesystemen, registratiesystemen;

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het tot toegewezen taakgebieden exclusief begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• registratiesystemen;

• beveiligingstechniek;

• foto confrontatietechnieken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• het geven van werkinstructie en handreikingen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met name aanwezig bij baliewerkzaamheden.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent Beveiliging B

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Assistent Beveiliging B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde de uitvoering van veiligheidsmaatregelen zelfstandig te ondersteunen op toegewezen taakgebieden (objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registeren van goederen) volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen. De Assistent Beveiliging B geeft instructies en handreikingen aan Assistenten Beveiliging A.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Verbetering beveiliging

Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning van veiligheidsmaatregelen, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënter en effectiever wordt.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten A in de dagelijkse praktijk, zodat de uitvoeringskwaliteit in/op toegewezen taakgebieden wordt gewaarborgd.

Toezicht Beveiliging objecten – portakabin

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

  • Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

  • Het uitvoeren van opgedragen justitiële taken zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes, zodat er concrete uitvoering gegeven wordt aan de opgelegde strafmaatregelen van de rechterlijke macht.

Veiligheidsmaatregelen in de Rechtbank

Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie, zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd.

Arrestantenverzorging

  • Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering, het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan.

  • Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid van de arrestant worden gewaarborgd.

  • Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie over het taakgebied beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/ of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

(Conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal. Het volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen (conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van forensisch referentiemateriaal bestaande uit DNA-materiaal zodat het DNA-profiel kan worden opgenomen in de daartoe aangewezen digitale bestanden.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• orde in de Rechtbank;

• beveiligde objecten (portakabin);

• processen-verbaal;

• betekende gerechtelijke stukken en geïnde boetes;

• veiliggesteld en vastgelegd DNA-materiaal;

• voorstellen tot verbetering in de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden;

• geïnstrueerde medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden;

• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf;

• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;

• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering bij insluiting tijdens het verblijf;

• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert opgedragen justitiële taken zorgvuldig uit;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig:

• arrestantenzorg verrichten;

• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen die de arrestant bij zich draagt;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;

• geweldsmiddelen gebruiken bij de handhaving van de orde in de Rechtbank;

• objectbeveiliging (portakabin) uitvoeren;

• opgedragen justitiële taken uitvoeren, zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes;

• DNA-materiaal afnemen, veiligstellen en vastleggen van personen;

• voorstellen formuleren over verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden;

• dwangmiddelen toepassen;

• werkinstructies en handreikingen geven;

• processen-verbaal opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het toegewezen taakgebied (objectbeveiliging, veiligheidsfouillering, registreren van goederen) en op aanwijzing volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak:

• bij de uitvoering van ondersteunende veiligheidsmaatregelen op toegewezen taakgebieden;

• bij de insluiting en verzorging van arrestanten, de beveiliging van objecten (portakabin) en bij de uitvoering van beveiligingstaken in de Rechtbank;

• voor het volgen van de procedures voor het insluiten van arrestanten;

• bij de uitvoering van het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• tot ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting verstoort dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert;

• tot het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbetering in de ondersteuning van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het geven van werkinstructies en handreikingen aan medewerkers;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken, door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, die zich voordoen bij:

• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;

• het geven van aanwijzingen;

• het bewaren van orde in de Rechtbank;

• de insluiting en verzorging van arrestanten;

• objectbeveiliging (portakabin);

• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal.

op de juiste wijze:

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• DNA afnemen, veiligstellen en vastleggen;

• aanwijzingen geven;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• administratieve handelingen uitvoeren bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;

• in bewaring genomen goederen registreren;

• (overige)eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• instrueren van medewerker;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennis-ontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het toegewezen taakgebieden, exclusief begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg en DNA-materiaal en personen;

• arrestantenverzorging;

• veiligheidsfouillering;

• inzicht in gedrag;

• Rechterlijke Organisatie;

• procedures in strafvervolging;

• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;

• geweldsinstructie;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspannings-verplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)-kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevogld en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede conditie.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op arrestantenverzorging is in deze functie aanwezig bij confrontatie met menselijk leed. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Administratief Secretarieel Medewerker B

Kern van de functie

Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.

Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Administratief Secretarieel Medewerker B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door zelfstandig routinematig verzamelen, vastleggen, ordenen en archiveren van bedrijfsgegevens. De Administratief Secretarieel Medewerker B geeft instructies en handreikingen aan Administratief Secretarieel Medewerker A.

Activiteiten en resultaten

Administratie

  • Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen (standaard mutaties) volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, zodat een basis ontstaat voor actuele overzichten en informatie beschikbaar is in de systemen.

  • Het rubriceren en coderen van aangereikte gegevens en documenten, zodat informatie effectief en efficiënt wordt vastgelegd en ontsloten.

  • Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte documenten − waar deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor verdere afhandeling.

  • Het opstellen van documenten op grond van door collega’s aangereikte gegevens, zodat een basis ontstaat voor verdere afhandeling.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de routing van documenten, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling en wie de behandelaar is.

  • Het signaleren wanneer een behandelingstermijn dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat behandeling van documenten steeds correct en voorbeeldig wordt verricht.

Validatie gegevens documenten

Het − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − beoordelen van de gegevens vermeld in aangereikte documenten middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe geëigende (archief)systemen, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van documenten kan worden gebaseerd.

Archivering

Het archiveren van documenten en dossiers volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.

Postverwerking

  • Het in ontvangst nemen van te verzenden poststukken en pakketten; het controleren van de adresgegevens op volledigheid; het frankeren en aanbieden ter post, zodat postverzending adequaat gebeurt.

  • Inkomende post registreren en distribueren naar geadresseerden, zodat traceerbaar is waar ingekomen post zich bevindt.

Serviceloket

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar collega’s en leidinggevenden vragen kunnen stellen en informatie kunnen halen, zodat het vakgebied Administratie bereikbaar is en blijft voor collega’s en leidinggevenden.

  • Het aannemen, beantwoorden dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden, zodat vragen worden beantwoord.

  • Het (doen) toesturen van gevraagde informatie, zodat de aanvrager adequaat is bediend.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor personeels- en managementinformatie.

Overzichten

Het periodiek dan wel op aanvraag verstrekken van standaard overzichten uit de (archief)systemen, zodat aan verzoeker een correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan de Administratief Secretarieel Medewerker A in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van administratie wordt gewaarborgd.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig routinematig moeten kunnen worden behaald, zijn:

• aan gegevens toegekende rubriceringen en coderingen;

• in de systemen verwerkte standaard mutaties op gegevens;

• gevalideerde documenten;

• op routing en behandelingstermijn gemonitoorde documenten;

• vastgelegde en gearchiveerde, documenten en dossiers;

• afgehandelde inkomende en uitgaande post;

• registratie op ingekomen post;

• tevreden klanten van het serviceloket;

• vastgelegde vragen aan het serviceloket;

• verstrekte standaard overzichten uit de (archief)systemen;

• geïnstrueerde medewerker.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• kent geordende rubriceringen en coderingen toe aan aangereikte gegevens;

• legt aangereikte gegevens accuraat vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• archiveert accuraat aangereikte documenten en dossiers;

• controleert − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − nauwkeurig de gegevens in aangereikte documenten (bijvoorbeeld facturen) met gegevens uit de daartoe geëigende (archief)systemen;

• vult nauwkeurig aangereikte, maar onvolledige documenten aan met gegevens uit de daartoe geëigende systemen;

• stelt nauwkeurig op basis van aangereikte gegevens standaard documenten op;

• controleert stelselmatig uitgaande post op volledigheid adres en op voldoende frankering;

• registreert consequent ingekomen post en distribueert deze accuraat;

• beheert het serviceloket zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor collega’s en leidinggevenden voor het stellen van vragen en het indienen van aanvragen voor informatieoverzichten;

• handelt klantvriendelijk en accuraat vragen aan het serviceloket af;

• legt accuraat vragen aan het serviceloket vast in de daartoe geëigende systemen;

• verstrekt periodiek en op aanvraag standaard overzichten uit de (archief)systemen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig routinematig:

• aangereikte gegevens rubriceren en coderen;

• aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• aangereikte, maar onvolledige documenten aanvullen;

• op basis van aangereikte gegevens standaard documenten opstellen;

• gegevens in daarvoor aangereikte documenten valideren;

• aangereikte documenten en dossiers archiveren;

• vragen aan het serviceloket aannemen, registreren, beantwoorden dan wel doorverwijzen;

• standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;

• inkomende en uitgaande post afhandelen;

• werkinstructies en handreikingen geven aan medewerkers;

• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• binnen het gehele vakgebied, gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, zonder begeleiding kan worden aangepakt;

• het korps/politieorganisatieonderdeel;

• de hem toegewezen (archief)systemen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het rubriceren en coderen van gegevens en documenten;

• het vastleggen van aangereikte gegevens (standaard mutaties);

• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;

• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;

• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten;

• het verstrekken van standaard overzichten uit de (archief)systemen;

• het archiveren van aangereikte documenten en dossiers;

• het verzenden poststukken en pakketten;

• het registreren en distribueren van inkomende post.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;

• het periodiek verstrekken van standaard overzichten uit de archiefsystemen;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

• geven van werkinstructies aan medewerkers,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het afhandelen van de inkomende en uitgaande post;

• het rubriceren en coderen van gegevens en documenten;

• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;

• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;

• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten;

• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

op de juiste wijze:

• aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vastleggen;

• aangereikte documenten en dossiers in de daartoe geëigende (archief)systemen archiveren;

• standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;

• instrueren van medewerkers;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid ter zake gegevens;

• techniek: registratie-, documentatie- en archiefsystemen;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• (archief- en post)registratiesystemen;

• werking van de posterijen;

• monitoren;

• geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de praktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent GGP B

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen2Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Assistent GGP B draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door de uitvoering van operationele politietaken te ondersteunen in/op toegewezen taakgebieden − zoals parkeerbeheer en begeleiding van evenementen − en werkterreinen (Verkeer, Vreemdelingen, Milieu, e.d.), door zelfstandig overtredingen af te handelen en door op aanwijzing de afhandeling van eenvoudige misdrijven (w.o. rijden onder invloed, winkeldiefstal) te ondersteunen, volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen. De Assistent GGP B geeft instructies en handreikingen aan Assistenten GGP A.

Activiteiten en resultaten

Verbetering GGP

Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken efficiënter en effectiever verloopt.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten GGP A in de dagelijkse praktijk, zodat de uitvoeringskwaliteit in/op toegewezen taakgebieden wordt gewaarborgd.

Toezicht

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde in/op het toegewezen taakgebied wordt gewaarborgd.

Ondersteunende dienstverlening

De functie wordt op aanwijzing ingezet bij opsporing (afzetten en bewaken plaats delict e.d.) en op werkterreinen (verkeers- en alcoholcontroles e.d.), bij baliewerkzaamheden en bij de verzorging van arrestanten.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over overtredingen en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie over het taakgebied beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/ of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• gehandhaafde openbare orde in toegewezen taakgebieden;

• geholpen klanten (balie);

• verzorgde arrestanten;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie;

• processen-verbaal;

• voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden;

• geïnstrueerde medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden en de openbare orde wordt gewaarborgd;

• werkt gericht aan tevredenheid bij klanten over de intake (aangifte/intake op locatie) en bij contacten aan de balie;

• gaat zorgvuldig om met arrestanten;

• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en bij aangiften zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van tot het toegewezen taakgebied behorende werkzaamheden;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal, na overleg, ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris (zelfstandig op toegewezen taakgebied, routinematig):

• voorstellen tot verbetering van de uitvoeringspraktijk formuleren;

• werkinstructies en handreikingen geven aan Assistenten GGP A;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• aangiften opnemen;

• processen-verbaal opstellen;

• baliewerkzaamheden verrichten;

• arrestanten verzorgen;

• werkzaamheden op plaats delict verrichten (afzetten en bewaken);

• in het kader van opsporing VVC eenvoudige misdrijven afhandelen;

• dwangmiddelen toepassen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van;

• het op toegewezen taakgebied (parkeerbeheer, begeleiding van evenementen e.d.) en op aanwijzing volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• bij de uitvoering van ondersteunende operationele politietaken op toegewezen taakgebieden en werkterreinen;

• – op aanwijzing − bij baliewerkzaamheden, bij de verzorging van arrestanten, bij afhandeling eenvoudige misdrijven en bij het afzetten en bewaken van plaats delict,

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het vanuit de ondersteuningspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de ondersteuning van operationele politietaken;

• het geven van werkinstructies aan medewerkers;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;

• het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen;

• het afhandelen van eenvoudige misdrijven (rijden onder invloed, winkeldiefstal);

• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen van de ondersteuning van operationele politietaken;

• het afzetten en bewaken plaats delict;

op de juiste wijze:

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• aanwijzingen geven;

• overtredingen en eenvoudige misdrijven verbaliseren en documenteren;

• aangiftes opnemen en intake op locatie afhandelen;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• instrueren van medewerkers;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied, taakgebieden en/of werkterreinen van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het tot toegewezen taakgebieden exclusief begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wegenverkeersrecht;

• parkeerbeleid;

• evenementenbeveiliging;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen;

• geweldsinstructie;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in deze functie aanwezig door het in alle weersomstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering bij een goede (voor politiewerk normatieve) conditie.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij een incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C

Kern van de functie

Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.

Huisvesting, Services en Middelen geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen C draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het zelfstandig routinematig ondersteunende voorzieningen te verschaffen. De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers Huisvesting, Services en Middelen A en B.

Activiteiten en resultaten

Beheer

  • Het beheren en uitgeven van goederen, middelen en voorzieningen, zodat collega’s – te allen tijde – kunnen beschikken over goederen, middelen en voorzieningen.

  • Het in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie conform richtlijnen, zodat deze worden opslagen dan wel gereed gemaakt voor definitieve vernietiging/afvoer volgens wettelijk voorschrift.

Registratie

Het registreren van ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen; het controleren van de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en het signaleren van (dreigende) tekorten, zodat er – te allen tijde – overzicht ontstaat in voorraden.

Onderhoud

Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en voorzieningen en het verhelpen van storingen, volgens standaard procedures, bekende oplossingen en aan de hand van onderhoudsschema’s. Het melden en rapporteren van storingen die hun oorsprong vinden buiten standaard procedures, bekende oplossingen en onderhoudsschema’s zodat gebouwen en terreinen representatief zijn en blijven en voorzieningen toegankelijk zijn.

Plaatsen cq. installeren van goederen, middelen en voorzieningen

Het op aanwijzing plaatsen cq. installeren van goederen, middelen en voorzieningen, volgens werkopdracht, zodat het artikel, apparaat, middel of voorziening optimaal kan worden gebruikt.

Reprografie

Het verrichten van reprografie werkzaamheden met behulp van handleidingen, zodat aangeboden drukwerk gereed is voor verzending.

Maaltijdbereiding

  • Het bereiden van maaltijden volgens menuplanning, zodat maaltijden aangeboden kunnen worden aan afnemers.

  • Het plannen van menu’s waarbij rekening wordt gehouden met voedingswaarde, afwisseling en prijs, zodat een gevarieerd aanbod van maaltijden geserveerd kan worden.

Beveiligd vervoer

  • Neemt (dienst)wapens, munitie en bewijsstukken conform richtlijnen over en vervoert deze en levert ze af, zodat een veilige overname en transport van deze goederen gegarandeerd is.

  • Verzorgt alle overige vervoer van goederen die een onopvallend, beveiligd vervoer vereisen.

Kleding

• Verstrekt (bestelde) kleding en uitrusting, neemt zo nodig de maat van de klant op en geeft – eventuele aanpassingen – door aan de leverancier, zodat de klant kleding en/of uitrusting in de juist passende maat ontvangt.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Huisvesting, Services en Middelen A en B in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen wordt gewaarborgd.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig routinematige moeten kunnen worden behaald, zijn:

• beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• geplaatste en geïnstalleerde goederen, middelen en voorzieningen;

• geregistreerde uitgave en inname van goederen, middelen en voorzieningen;

• reprografie;

• maaltijdbereiding;

• passende kleding en uitrusting;

• geïnstrueerde medewerkers.

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• beheert accuraat goederen, middelen en (groen)voorzieningen;

• registreert accuraat ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;

• controleert stelselmatig de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en signaleert alert (dreigende) tekorten;

• verricht accuraat onderhouds-, montage- en reprografie werkzaamheden aan de hand van onderhoudschema’s;

• plaatst conform specificaties en installeert nauwgezet goederen, middelen en voorzieningen;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• rapporteert accuraat en meldt alert storingen die hun oorsprong vinden buiten standaard procedures, bekende oplossingen en onderhoudsschema’s;

• verricht nauwgezet maaltijdbereiding en planning voor menu’s;

• meet correct de maat voor collega’s ten behoeve van de kleding en uitrusting.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig routinematige:

• zelfstandig ontvangen goederen, middelen en voorzieningen beheren;

• zelfstandig ontvangen en uitgegeven goederen, middelen en voorzieningen registreren;

• op aanwijzing onderhoud aan gebouwen en voorzieningen plegen;

• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren;

• werkinstructies en handreikingen geven aan medewerkers;

• passende kleding en uitrusting bestellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied en wordt aangepakt volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, zonder begeleiding;

• huisvesting, services en middelen;

• met mogelijkheid tot overdracht van storingsafhandelingen aan een collega;

• klanten voor kleding en uitrusting.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• het registreren van ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;

• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• montage- en reprografie werkzaamheden;

• maaltijdbereiding;

• kleding en uitrusting verstrekken aan en de maat opnemen van klanten;

• het plaatsen en installeren van goederen, middelen en voorzieningen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het waarschuwen van collega’s bij (dreigende) tekorten van voorraden;

• het geven van werkinstructies en handreikingen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• het registeren van (dreigende) tekorten in voorraden;

• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen.

op de juiste wijze:

• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren;

• maaltijden bereiden;

• kleding en uitrusting verstrekken aan en de maat opnemen van klanten;

• instrueren van medewerkers;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid:

• techniek: consumptieve techniek en civiele techniek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• beheersregistratiesystemen;

• plaatsing- en installatietechnieken;

• arbo regelgeving;

• (groen)voorziening;

• civiele techniek (beheer-, onderhouds- en montagetechniek);

• consumptieve techniek (maaltijdbereiding);

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Assistent Forensische Opsporing

Kern van de functie

Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.

Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen3Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Assistent Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstanding uitvoeren van forensisch opsporingsonderzoek op aangeleverd materiaal. De Assistent Forensische Opsporing ondersteunt − op aanwijzing − de uitvoering van forensische opsporingsonderzoeken op alle niveaus plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI). De Assistent Forensische Opsporing werkt volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Activiteiten en resultaten

Onderzoeksassistentie en -ondersteuning

Het assisteren bij een onderzoek door het selecteren en aanreiken van onderzoeksinstrumenten en -middelen en het − op aanwijzing − uitvoeren van overige operationeel forensische onderzoekshandelingen, zodat de uitvoering van forensische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt.

Gebruiksklare onderzoeksmiddelen

Het onderhouden van onderzoeksapparatuur en het actueel houden van de voorraad onderzoeksmiddelen, zodat deze bedrijfszeker en inzetbaar zijn bij forensische opsporingsonderzoeken.

Veiligstellen van sporen

Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen en vastleggen van forensische sporen conform gestandaardiseerde normen op aangeleverd materiaal met toepassing van dactyloscopie en DNA-bepaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Rapportage onderzoeksgegevens

Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op aangeleverd materiaal, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig routinematige moeten kunnen worden behaald, zijn:

• te allen tijde gebruiksklare onderzoeksinstrumenten en -middelen;

• assistentie en – op aanwijzing – ondersteuning bij forensisch opsporingsonderzoek;

• zichtbaar gemaakte en veiliggestelde sporen op aangeleverd materiaal;

• processen-verbaal van bevindingen;

• rapportage van forensische onderzoeksgegevens.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig routinematig:

• onderzoeksapparatuur onderhouden en onderzoeksmiddelen op voorraad nemen;

• forensisch opsporingsonderzoek uitvoeren op aangeleverd materiaal;

• assisteren bij een onderzoek door het selecteren en aanreiken van onderzoeksinstrumenten en -middelen en ondersteunen – op aanwijzing − op plaatsen delict en op plaatsen incident;

• processen-verbaal van bevindingen opstellen;

• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen, zonder begeleiding kan worden aangepakt;

• forensische laboratoria;

• ondersteunend en op aanwijzing: op plaatsen delict en op plaatsen incident;

• aangeleverd materiaal.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• bij de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek op aangeleverd materiaal;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het onderhouden van onderzoeksapparatuur en het actueel houden van de voorraad onderzoeksmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek op aangeleverd materiaal met toepassing van dactyloscopie en DNA-bepaling;

• het op − op aanwijzing − ondersteunen van opsporingsonderzoeken op plaatsen delict en op plaatsen incident;

• met het op peil houden van de voorraad onderzoeksmiddelen;

op de juiste wijze:

• sporen zoeken, zichtbaar maken en veiligstellen;

• een rapportage van forensische onderzoeksgegevens opstellen;

• onderzoeksapparatuur onderhouden;

• onderzoeksinstrumenten en -middelen selecteren en aanreiken;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: bètawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot forensische opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen, voorzover relevant voor het forensisch opsporingsproces.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft vmbo/mbo (niveau 2) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit, bij het werken op plaats delict of incident, is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Medewerker Intelligence

Kern van de functie

Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.

Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.

De Medewerker Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van routinematige Intelligenceactiviteiten. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Intelligence en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Verzamelen gegevens

Het ondersteunen bij het verzamelen van gegevens uit open en gesloten bronnen, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Valideren gegevens

Het beoordelen van aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid, zodat een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande gegevensbewerking.

Vastleggen gegevens

Het vastleggen van gevalideerde gegevens in de daartoe geëigende systemen, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Archivering gegevens

Het geordend vastleggen van gevalideerde gegevens in daartoe geëigende systemen, zodat een fundament ontstaat voor longitudinale gegevensbewerking.

Gegevensbewerking

Het ondersteunen bij het interpreteren, in samenhang brengen en analyseren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen en patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.

Veiligheidsinformatieproducten

Het ondersteunen bij het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Verstrekken en rapporteren van informatie

Het verstrekken van standaardoverzichten (loketfunctie), zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie uit gegevensbestanden.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van overige eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde gegevens;

• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• standaardoverzichten (loketfunctie);

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• volgt nauwgezet het plan van aanpak, wettelijke kaders, voorschriften (AO-procedures), instructies en handreikingen bij het valideren en vastleggen van aangereikte gegevens;

• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);

• legt na validatie aangereikte gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;

• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• aangereikte gegevens valideren, vastleggen en archiveren;

• standaardoverzichten verstrekken (loketfunctie);

• processen-verbaal opstellen.

• gegevens verzamelen uit open en gesloten bronnen;

• gegevens interpreteren in hun context;

• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/ criminele aandachtsvelden opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• binnen de vakgebieden in het domein Uitvoering;

• in het kader van de informatiegestuurde politie;

• met vertrouwelijke en geheime informatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik gebracht zijn, inclusief begeleiding, voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;

• valideren, ordenen en vastleggen/archiveren van aangereikte gegevens;

• verstrekken van standaard overzichten;

• het verzamelen van gegevens;

• het interpreteren, in samenhang brengen en analyseren van gevalideerde gegevens;

• het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• het valideren van aangereikte gegevens;

• het ordenen en vastleggen/archiveren van gegevens;

• het verstrekken van standaard overzichten;

op de juiste wijze:

• aangereikte gegevens beoordelen op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);

• gevalideerde gegevens vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• gegevens ordenen ter archivering;

• standaard overzichten verstrekken;

• ondersteuning bieden bij het verzamelen van gegevens uit open en gesloten bronnen; het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens en het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;

• overige eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot intelligence-activiteiten en de omgang met gevoelige en geheime informatie;

• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens;

• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen (met name psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);

• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;

• open en gesloten bronnen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechniek;

• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;

• inzicht in gedrag;

• kennis van vreemde talen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied;

• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid en terreur op de voet.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op gegevensbeheer, desondanks wijzigingen niet bekend zijn en een niet (juist) gevalideerde gegevens worden toegepast in de uitvoeringspraktijk, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Administratief Secretarieel Medewerker

Kern van de functie

Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.

Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Administratief Secretarieel Medewerker draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het zelfstandig uitvoeren van routinematige administratief secretariële werkzaamheden, volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen.

De Administratief Secretarieel Medewerker verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens, beheerd de agenda, maakt afspraken, organiseert vergaderingen en verspreidt vergaderstukken, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. De Administratief Secretarieel Medewerker geeft instructies en handreikingen aan administratief secretarieel medewerkers.

Activiteiten en resultaten

Administratie

Administreren

  • Het vastleggen van aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen (standaard mutaties) volgens gestandaardiseerde werkwijzen en nauwgezette richtlijnen, zodat een basis ontstaat voor actuele overzichten en informatie beschikbaar is in de systemen.

  • Het rubriceren en coderen van aangereikte gegevens en documenten, zodat informatie effectief en efficiënt wordt vastgelegd en ontsloten.

  • Het beheer over rubriceringen en coderingen in de (archief)systemen, zodat de vastlegging van gegevens en documenten in de daartoe geëigende systemen steeds optimaal kan plaatsvinden.

  • Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte documenten − waar deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor verdere afhandeling.

  • Het opstellen van standaard documenten op grond van door collega’s aangereikte gegevens, zodat een basis ontstaat voor verdere afhandeling.

Validatie gegevens documenten

  • Het − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − beoordelen van de gegevens vermeld in aangereikte documenten middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe geëigende (archief)systemen, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van documenten kan worden gebaseerd.

  • Het signaleren en documenteren van eventuele onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens vermeld in aangereikte documenten en gegevens uit de daartoe geëigende systemen en procedures, zodat een basis ontstaat voor nadere controle door de verantwoordelijke functionaris.

Gebruikerswensen

Het formuleren van gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens en documenten) van (archief)systemen, zodat het gebruikersgemak en gebruikersvriendelijkheid toeneemt en daarmee de effectiviteit en efficiëntie van het gebruik van deze systemen.

Serviceloket

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar collega’s en leidinggevenden vragen kunnen stellen en informatie kunnen halen, zodat administratieve/secretariële service bereikbaar is en blijft voor collega’s en leidinggevenden.

  • Het aannemen, beantwoorden dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden, zodat vragen worden beantwoord.

  • Het (doen) toesturen van gevraagde informatie, zodat de aanvrager adequaat is bediend.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan administratief secretarieel medewerkers in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van administratie wordt gewaarborgd.

Administratie en Secretariaat

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de routing van documenten, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling en wie de behandelaar is.

  • Het signaleren wanneer een behandelingstermijn van actiepunten dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat afgesproken actiepunten binnen de afgesproken tijd worden afgehandeld en behandeling van documenten steeds correct en voorbeeldig wordt verricht.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor personeels- en managementinformatie.

Archivering

Het archiveren van documenten en dossiers en aangereikte (vertrouwelijke) correspondentie, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.

Overzichten

Het periodiek dan wel op aanvraag vervaardigen en verstrekken van standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen (besluitenlijsten, actiepunten), door middel van een zoekopdracht, zodat aan verzoeker een correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.

Secretariaat

Informatieverstrekking

  • Het zijn van eerste aanspreekpunt voor vragen van collega’s en/of externen over het team, zodat het team bereikbaar is voor collega’s en externen.

  • Het aannemen van telefoongesprekken aan het team, het beoordelen van aard en doel van de vraag en het doorverbinden dan wel doorverwijzen, zodat de beller bij de juiste collega terecht komt.

  • Het – op verzoek − verstrekken van informatie (brochures, folders) over het team, zodat de verzoeker adequaat bediend is.

Agendabeheer

Het beheren van de agenda voor het team, het toewijzen van autorisatie voor medegebruik ervan en het signaleren van dubbele afspraken, zodat tijdsindeling zo effectief en efficiënt wordt benut.

Vergaderingen en bijeenkomsten

  • Het organiseren van de logistiek rond vergaderingen en bijeenkomsten (locaties, catering, routebeschrijvingen etc.), zodat deze in optimale omstandigheden kunnen plaatsvinden.

  • Het tijdig verspreiden van de vergaderstukken naar de deelnemers, zodat de deelnemers zich optimaal kunnen voorbereiden.

  • Het aanmelden, ontvangen en begeleiden van deelnemers naar vergaderingen en bijeenkomsten, zodat vergaderingen en bijeenkomsten efficiënt en effectief kunnen plaatsvinden.

  • Het verslag leggen van de vergaderingen/bijeenkomsten, zodat het daar besprokene vastligt en een basis ontstaat voor sturing op resultaten.

  • Het archiveren van vergaderstukken en verslagleggingen, zodat afspraken en besluiten vastliggen en een basis ontstaat voor sturing.

Correspondentie

Het concipiëren van brieven van het team aan de hand van aangereikte steekwoorden met gebruikmaking van huisstijl en sjablonen, zodat correspondentie geschiedt op een eenduidige en correcte wijze.

Faciliteiten

  • Het zijn van aanspreekpunt voor collega’s van het team voor facilitering van de werkplek; het organiseren en monitoren van de behandeling van verzoeken ter zake, zodat collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

  • Het − ten behoeve van een team − organiseren van de aanwezigheid van faciliteiten; het monitoren van het gebruik van faciliteiten; het voeren van beheer over secretariële archieven, zodat − ook bij (interne) verhuizingen − is geborgd dat collega’s optimaal zijn en blijven toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig behaald door het uitvoeren van routinematige activiteiten (toepassen gestandaardiseerde werkwijzen/MTI en bekende benaderingswijzen)) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• in rubricering en codering beheerde (archief)systemen;

• gedocumenteerde onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens vermeld in voor controle aangereikte documenten en gegevens uit de daartoe geëigende systemen en procedures;

• vastgelegde en gearchiveerde, documenten en dossiers, w.o. (vertrouwelijke) vergaderverslagen, correspondentie;

• tevreden klanten van het serviceloket;

• vastgelegde vragen aan het serviceloket;

• verstrekte standaard en niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen;

• inzicht in gebruikerswensen ten aanzien van (archief)systemen (invoer en uitlezen);

• op routing en behandelingstermijn gemonitoorde documenten;

• afgehandelde dan wel doorverwezen telefonische informatieverzoeken aan het team;

• agendabeheer team;

• gefaciliteerde en genotuleerde vergaderingen en bijeenkomsten met vooraf geïnformeerde deelnemers;

• bewaakte actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten;

• gefaciliteerde werkplekken;

• geïnstrueerde medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• kent geordende rubriceringen en coderingen toe aan aangereikte gegevens;

• legt aangereikte gegevens accuraat vast in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• archiveert accuraat aangereikte documenten en dossiers;

• controleert − waar procedure of werkwijze dit voorschrijft − nauwkeurig de gegevens in aangereikte documenten (bijvoorbeeld facturen) met gegevens uit de daartoe geëigende (archief)systemen, signaleert onjuistheden of strijdigheden in gegevens of met betrekking tot de procedures en documenteert deze;

• vult nauwkeurig aangereikte, maar onvolledige documenten aan met gegevens uit de daartoe geëigende systemen;

• beheert het serviceloket zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor collega’s en leidinggevenden voor het stellen van vragen en het indienen van aanvragen voor informatieoverzichten;

• handelt klantvriendelijk en accuraat vragen aan het serviceloket af;

• legt accuraat vragen aan het serviceloket vast in de daartoe geëigende systemen;

• verstrekt periodiek en op aanvraag standaard overzichten en op aanvraag niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen;

• formuleren zodanig passende gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens en documenten) van (archief)systemen;

• monitoort zodanig vasthoudend de routing van documenten en bewaakt alert de behandelingstermijnen, dat de betrokken collega en de betrokken leidinggevende tijdig kunnen worden gewaarschuwd bij dreigende overschrijding;

• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen af of legt deze accuraat vast;

• beheert accuraat de agenda van het team en autoriseert toegang tot de gezamenlijke agenda;

• bevestigt consequent agenda-afspraken, monitoort actief op dubbele afspraken, annuleert − op aanwijzing − afspraken;

• organiseert actief de logistiek rond vergaderingen (locaties, catering, routebeschrijvingen); verspreidt tijdig de vergaderstukken naar de deelnemers; regelt adequaat de toegang van deelnemers tot vergaderingen, ontvangt en begeleidt vriendelijk de deelnemers naar de vergadering of bijeenkomst;

• legt accuraat verslag van de vergadering, vraagt eventueel om nadere informatie aan de voorzitter als niet duidelijk is wat wordt bedoeld, legt helder de besluiten, afspraken en actiepunten vast, legt − indien dit procedure is − de notulen ter feitelijke controle voor aan de voorzitter van de vergadering; archiveert consequent de vergaderstukken en notulen;

• bewaakt vasthoudend de nakoming van actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten, waarschuwt tijdig de betrokken collega’s bij dreigende overschrijding van afgesproken termijnen; informeert consequent de betrokken leidinggevende bij overschrijding van afgesproken termijnen;

• stelt brieven in concept op (concipieert) op basis van sjablonen en aan de hand van aangereikte steekwoorden, past daarbij consequent vastgestelde huisstijl toe;

• faciliteert tijdig en met inachtneming van arboregels de werkplek van collega’s door het maken van uitvoeringsafspraken met collega’s in de desbetreffende (facilitaire) vakgebieden, monitoort en stuurt vasthoudend op nakoming van afspraken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• beheer op rubriceringen en coderingen in (archief)systemen;

• aangereikte gegevens rubriceren en coderen;

• aangereikte gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• aangereikte, maar onvolledige documenten aanvullen;

• op basis van aangereikte gegevens standaard documenten opstellen;

• gegevens in daarvoor aangereikte documenten valideren en het documenteren van onjuistheden of strijdigheden met procedures;

• aangereikte documenten en dossiers archiveren;

• vragen aan het serviceloket aannemen, registreren, beantwoorden dan wel doorverwijzen;

• standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;

• gebruikerswensen formuleren vanuit het gebruik van (archief)systemen;

• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten;

• vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• agenda beheren;

• vergaderingen begeleiden (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• notuleren;

• collega’s aanspreken op nakoming actiepunten;

• werkinstructies en handreikingen geven aan administratief secretarieel medewerkers;

• brieven concipiëren;

• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;

• facilitering van werkplekken organiseren.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, waarvoor gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is;

• het korps/politieorganisatieonderdeel;

• de hem toegewezen (archief)systemen;

• monitoring op routering en behandeltermijnen van documenten.

• team.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris binnen aangereikte oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het rubriceren en coderen van gegevens en documenten;

• het vastleggen van aangereikte gegevens (standaard mutaties);

• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;

• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;

• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten en het signaleren en documenteren van onjuistheden en strijdigheden;

• het verstrekken van standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen;

• het archiveren van aangereikte documenten en dossiers.

• het telefonisch vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• het agendabeheer;

• het begeleiden van vergaderingen (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• het notuleren;

• het aanspreken van collega’s op nakoming actiepunten;

• het concipiëren van brieven;

• faciliteren werkplek.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;

• het terugverwijzen van gevalideerde documenten waarin onjuistheden of strijdigheden zijn gesignaleerd;

• het formuleren van gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens en documenten) van (archief)systemen;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

• het geven van werkinstructies aan medewerkers;

• het waarschuwen van collega’s bij dubbele afspraken in de agenda;

• het stellen van vragen indien niet duidelijk is wat in de notulen moet worden opgenomen, het voorleggen van de notulen aan de voorzitter van de vergadering/bijeenkomst indien dit procedure is;

• het tijdig aanspreken van collega’s op dreigende termijnoverschrijding voor het nakomen van actiepunten; het waarschuwen van de verantwoordelijke leidinggevende indien termijn wordt overschreden;

• het bewaken van de vertrouwelijkheid van als zodanig bestempelde informatie, onder meer door het zodanig archiveren van vertrouwelijke stukken dat deze slechts door daartoe bevoegden kunnen worden ingezien;

• het bewaken van huisstijl in de correspondentie;

• het inventariseren, organiseren en monitoring van faciliteiten op werkplekken ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden, en het daarbij toezien dat arboregels worden nageleefd,

waarbij de aanpak gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het beheer over rubriceringen en coderingen;

• het aanvullen van aangereikte, maar onvolledige documenten;

• het opstellen van standaard documenten op basis van aangereikte gegevens;

• het valideren van gegevens in daarvoor aangereikte documenten;

• het aannemen, beantwoorden door onder meer het (doen) toesturen van gevraagde informatie dan wel doorverwijzen van vragen van collega’s en leidinggevenden;

• het formuleren van gebruikerswensen vanuit het gebruik (invoer én uitlezen van gegevens en documenten) van (archief)systemen;

• het monitoren op routering en behandeltermijnen van documenten;

• het agendabeheer;

• het begeleiden van vergaderingen (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• het notuleren;

• het aanspreken van collega’s op nakoming actiepunten;

• het concipiëren van brieven;

• het organiseren van facilitering werkplek;

op de juiste wijze:

• rubriceringen en coderingen beheren;

• aangereikte gegevens in de daartoe geëigende (archief)systemen vastleggen;

• aangereikte documenten en dossiers in de daartoe geëigende (archief)systemen archiveren;

• gesignaleerde onjuistheden of strijdigheden in gevalideerde documenten documenteren;

• standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken;

• instrueren van medewerkers;

• telefonisch vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• huisstijl en sjablonen toepassen in correspondentie;

• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid ter zake gegevens;

• techniek: registratie-, documentatie- en archiefsystemen;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• (archief)registratiesystemen;

• werking van de posterijen;

• geven van instructie;

• inhoudelijk beheer van (archiefsystemen);

• zoekopdrachten binnen (archief)systemen;

• documenteren;

• monitoren;

• registratie-, documentatie en archiefsystemen;

• wet- en regelgeving op arbowerkplek;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• notuleren;

• huisstijl van de organisatie;

• affiniteit met en basale kennis van de werkzaamheden van het team.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op functionaliteit van de gebruikte (archief)systemen;

• houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen van het vakgebied waarop het team actief is.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks alerte monitoring en daaruit voortkomende waarschuwingen, desondanks de behandelingstermijn van documenten (bijvoorbeeld: het tekenen van facturen) wordt overschreden en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Techniek A

Kern van de functie

Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen, werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.

Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen4Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Techniek A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het zelfstandig uitvoeren van routinematige technische werkzaamheden. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Medewerker Techniek B en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Preventief onderhoud

Het − volgens geldende voorschriften en instructies − verrichten van (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur, zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur steeds inzetbaar zijn.

Technische analyse (storingsdiagnose)

Het verrichten van technische analyses aan de hand van protocollen/richtlijnen, zodat defecten en storingen effectief en efficiënt verholpen kunnen worden.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• uitgevoerde (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• technische (analyse)rapportage (storingsdiagnose).

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert adequaat en accuraat onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur volgens geldende voorschriften en instructies;

• voert adequaat en accuraat technische analyses (storingsdiagnose) aan middelen en apparatuur volgens protocollen/richtlijnen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur verrichten;

• opstellen van technische (analyse)rapportage (storingsdiagnose) volgens protocollen/richtlijnen

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• (preventief) onderhoud aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• technische analyses (storingsdiagnose);

• technische werkplaats.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen zijn handbereik gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het (preventief) onderhoud aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose).

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het (preventief) onderhoud aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose).

• herkent de functionaris situaties die begeleiding in en/of overdracht van taken legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die zich voordoen bij:

• het verrichten van (preventief) onderhoud verrichten aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose).

op de juiste wijze:

• het verrichten van (preventief) onderhoud verrichten aan (vervoers)middelen, werktuigen en apparatuur;

• het uitvoeren van technische analyses (storingsdiagnose);

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving;

• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek; installatietechniek; motorvoertuigentechniek;

• wetenschap: bèta.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• werkplaatshandleidingen en -normen;

• werktuigbouw;

• basiskennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;

• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en apparatuur;

• technische analyse en storingsdiagnose;

• passieve kennis van de Engelse taal.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen, het veelvuldig staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden, het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij het bedienen van technische systemen (machines) bij het verrichten van onderhoud aan vervoersmiddelen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Niet van toepassing.

Medewerker Huisvesting, Services en Middelen D

Kern van de functie

Huisvesting, Services en Middelen draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk ondersteunende voorzieningen te verschaffen.

Huisvesting, Services en Middelen geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen D draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door zelfstandig ondersteunende voorzieningen te verschaffen volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en waarvoor bekende oplossingen gelden. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van Huisvesting, Services en Middelen. De Medewerker Huisvesting, Services en Middelen D geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers.

Activiteiten en resultaten

Beheer

  • Het beheren en uitgeven van goederen, middelen en voorzieningen, zodat collega’s – te allen tijde – kunnen beschikken over goederen, middelen en voorzieningen.

  • Het in ontvangst nemen en opslaan van aangeleverde bewijsstukken, (dienst)wapens en munitie conform richtlijnen, zodat deze worden opslagen dan wel gereed gemaakt voor definitieve vernietiging/afvoer volgens wettelijk voorschrift.

  • Hij stelt hiertoe overzichten op en rapporteert, zodat collega’s een juiste toerusting bezitten en inzicht is in wat is uitgereikt binnen de organisatie.

Registratie

  • Het registreren van uitgeven en innemen van goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen (waaronder geld, kapitaalgoederen, gevaarlijke stoffen, munitie, wapens etc.). Het hiertoe opstellen van overzichten op en het rapporteren, zodat overzicht ontstaat wie goederen, middelen en voorzieningen hebben ontvangen dan wel hebben geretourneerd.

  • Het registreren van storingsmeldingen, zodat inzicht ontstaat in de aard, omvang en frequentie van storingen.

Onderhoud

Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en (groen)voorzieningen, het signaleren, repareren en melden van knelpunten in het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen en het verlenen van telefonische ondersteuning, zodat gebouwen en terreinen representatief zijn en blijven, voorzieningen toegankelijk zijn en collega’s telefonisch geholpen kunnen worden.

Plaatsen c.q. installeren van goederen, middelen en voorzieningen

Het plaatsen c.q. installeren van goederen en middelen die nauwkeurige registratie vereisen, volgens werkopdracht, zodat het artikel, apparaat, middel of voorziening optimaal kan worden gebruikt.

Monitoring en termijnbewaking

Het monitoren van de status van gemelde storingen en het bewaken van de behandelingstermijn, zodat er inzicht is in de status van de werkzaamheden en in wie de uitvoerder is.

(technische) helpdesk

  • Het beantwoorden van vragen omtrent technische storingen en mankementen aan gebouwen en voorzieningen, zodat storingen en mankementen – eventueel op afstand – kunnen worden opgelost.

  • Het beantwoorden van vragen omtrent bestellingen en reparatie van kleding en uitrusting dan wel klachten van klanten, zodat de klant optimaal is geïnformeerd over de status van zijn vraag.

Kleding

• Verstrekt (bestelde) kleding en uitrusting, neemt zo nodig de maat van de klant op en geeft – eventuele aanpassingen – door aan de leverancier, zodat de klant kleding en/of uitrusting in de juist passende maat ontvangt.

Verbetering

• Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen, zodat de uitvoering van ondersteunende voorzieningen efficiënter en effectiever wordt.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerker Huisvesting, Services en Middelen in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van uitvoering van ondersteunde voorzieningen wordt gewaarborgd.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• beheer van goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen;

• onderhoud aan gebouwen en voorzieningen, signalering en reparatie waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn;

• geplaatste en geïnstalleerde goederen, middelen en voorzieningen waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn;

• gebruikersinstructies;

• (technische) ondersteuning vanuit helpdesk;

• geregistreerde storingsmeldingen;

• geregistreerde en gerapporteerde uitgave en inname van goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk van HSM;

• tevreden klanten van de (technische) helpdesk;

• op de status van gemelde storingen en behandelingstermijn gemonitoorde technische storingen;

• bestelde goederen, middelen en voorzieningen;

• gediagnosticeerde storingen;

• passende kleding en uitrusting;

• geïnstrueerde medewerkers.

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• beheert accuraat goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen;

• registreert accuraat ontvangen en uitgeven goederen, middelen en voorzieningen;

• controleert stelselmatig de voorraad aan de hand van voorraadlijsten en signaleert alert (dreigende) tekorten;

• plaatst economisch voordelige bestellingen bij geselecteerde leveranciers;

• verricht accuraat onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en voorzieningen binnen gestelde kaders waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn, signaleert alert, repareert vakkundig en meldt direct knelpunten in het onderhoud aan gebouwen en voorzieningen;

• plaatst conform specificaties en installeert nauwgezet goederen, middelen en voorzieningen waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn;

• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen af;

• diagnosticeert puntsgewijs storingen en schakelt zonodig derden volgens procedure in;

• registreert storingsmeldingen accuraat, monitoort periodiek de status van de gemelde storing en bewaakt oplettend de behandelingstermijn;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen van de uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• ontvangen goederen, middelen en voorzieningen beheren die nauwkeurige registratie vereisen;

• uitgegeven en terugontvangen goederen, middelen en voorzieningen registreren die nauwkeurige registratie vereisen;

• onderhoud plegen aan gebouwen en voorzieningen waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn;

• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren waarbij verschillende technische invalshoeken aan de orde zijn;

• bestellingen plaatsen bij geselecteerde leveranciers;

• (technische) helpdesk bemensen;

• storingen diagnosticeren en zonodig en volgens procedure derden inschakelen;

• voorstellen formuleren voor verbeteringen van de uitvoeringspraktijk;

• medewerkers instrueren,

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, waarvoor gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies, en bekende oplossingen gelden en waarvoor geen begeleiding aanwezig is;

• goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vergen;

• leveranciers;

• huisvesting, services en middelen;

• met mogelijkheid tot overdracht van storingsafhandelingen aan een collega;

• klanten voor kleding en uitrusting.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die volledig zijn aangereikt exclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen;

• het registreren van uitgegeven en ontvangen goederen, middelen en voorzieningen;

• het onderhoud aan gebouwen en (groen)voorzieningen;

• het plaatsen en installeren van goederen, middelen en voorzieningen;

• kleding en uitrusting verstrekken aan en de maat opnemen van klanten;

• het plaatsen van bestellingen van goederen, middelen en voorzieningen bij geselecteerde leveranciers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het tijdig bestellen van voorraad;

• het opvolgen van vragen aan de (technische) helpdesk;

• het tijdig inschakelen van derden volgens procedure;

• het geven van werkinstructies en handreikingen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken door het volgen van gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies en bekende oplossingen die zich voordoen bij:

• het beheer van goederen, middelen en voorzieningen, ook waar deze nauwkeurige registratie vergen;

• het registreren van (dreigende) tekorten in voorraden;

• het onderhouden van gebouwen en (groen)voorzieningen;

• het beantwoorden c.q. het opvolgen van vragen aan de (technische) helpdesk;

• het bestellen van goederen, middelen en voorzieningen bij geselecteerde leveranciers;

op de juiste wijze:

• goederen, middelen en voorzieningen die nauwkeurige registratie vereisen, registreren en daarover rapporteren;

• goederen, middelen en voorzieningen plaatsen en installeren;

• storingsmeldingen monitoren en termijnbewaking registeren;

• instrueren van medewerkers;

• zelfstandig afhandelen van situaties op aanwijzing en binnen het kader van gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid:

• techniek: consumptieve techniek en civiele techniek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• beheersregistratiesystemen;

• plaatsing- en installatietechnieken;

• arbo regelgeving;

• (groen)voorzieningen;

• civiele techniek (beheer-, onderhouds- en montagetechniek);

• consumptieve techniek (maaltijdbereiding).

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• het geven van instructie;

• onderhandelen;

• rapporteren.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief onder handbereik gebrachte kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied;

• richt zich op het kennen en kunnen toepassen van aangereikte gestandaardiseerde werkwijzen, richtlijnen en instructies en bekende oplossingen in de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de aard van strak afgebakende werkzaamheden toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in alle weeromstandigheden buiten verrichten van de werkzaamheden. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op de te verschaffen ondersteunende voorzieningen, door externe factoren niet nagekomen kunnen worden, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Forensische Opsporing

Kern van de functie

Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.

Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen5Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van forensisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Forensische Opsporing en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Veiligstellen van sporen

Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen en vastleggen van forensische sporen op standaard plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek, onder meer op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid van sporen als rechtmatige bewijslast.

Registratie van beelden

Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.

Rapportage onderzoeksgegevens

Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek onder meer op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• zichtbaar gemaakte en veiliggestelde sporen op het niveau standaard plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);

• processen-verbaal;

• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;

• rapportage van forensische onderzoeksgegevens;

• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;

• eenvoudige rechtmatige bewijslast;

• identificatie van de betrokkene(n).

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van betrokkene(n);

• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen;

borgt de rechtmatigheid van eenvoudige bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten hiervan vast;

• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• forensisch opsporingsonderzoek met routinematig karakter en eenvoudige bewijslast uitvoeren op het niveau standaard plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);

• in forensische opsporingsonderzoeken ondersteunen op overige niveaus plaatsen delict;

• processen-verbaal opstellen;

• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen;

• beeldregistratie maken van standaard plaatsen delict en plaatsen incident.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• forensische laboratoria;

• standaard plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI);

• ondersteunend: op overige niveaus plaatsen delict.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen zijn handbereik gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;

• de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en eenvoudige bewijslast;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek onder meer op plaatsen delict/incident;

• herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• bij de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en een eenvoudige bewijslast op niveau standaard plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);

• bij het op basis van een vastgesteld onderzoeksplan ondersteunen van forensische opsporingsonderzoeken op overige niveaus plaatsen delict;

op de juiste wijze:

• sporen zoeken, zichtbaar maken en veiligstellen;

• verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast valideren en de resultaten hiervan vastleggen;

• de identiteit van de betrokkene(n) vaststellen;

• plaats delict/plaats incident in beeld of tekening vastleggen;

• een rapportage van forensische onderzoeksgegevens opstellen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: bètawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht en het strafprocesrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot forensische opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen, voorzover relevant voor het forensisch opsporingsproces.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het verrichten van forensisch opsporingsonderzoek op plaats delict en plaats incident is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Intake & Service

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Medewerker Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van routinematige Intake & Servicewerkzaamheden. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Intake & Service en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het op/aannemen van aangiften en vergunningaanvragen, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het wijzen van de burger, onder andere bij het opnemen van een aangifte, op de mogelijkheden van netwerk/ketenpartners, waaronder doorverwijzing naar slachtofferhulp, zodat de burger zich kan vervoegen bij de netwerk/ketenpartner voor ondersteuning.

  • Het doorsturen van aangiften naar relevante vakgebieden, zodat de afhandeling van aangiften op de meest effectieve en efficiënte wijze gebeurt.

  • Het aannemen en doorverbinden van 1-1-2 meldingen, zodat de meldkamer optimaal wordt benut.

Registratie

  • Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

  • Het vastleggen van aangiften en vergunningaanvragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor het sturen, monitoren, bewaken en begeleiden van de afhandeling.

Validatie gegevens aangifte

  • Het beoordelen van de gegevens vermeld in aangiften middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen kan worden gebaseerd.

  • Het signaleren en documenteren van eventuele onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens vermeld in aangiften en gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor nadere controle door de verantwoordelijke functionaris.

Vergunningen

Het in ontvangst nemen van vergunningaanvragen en het beoordelen van de gegevens op volledigheid die worden vermeld, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van vergunningaanvragen.

Interne serviceverlening

  • Het aanvullen van de gegevens vermeld in door collega’s aangereikte aangiften − waar deze onvolledig zijn − met gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het opstellen van processen-verbaal op grond van door collega’s aangereikte gegevens, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het − op aanwijzing − opvragen van informatie of dossiers (geschiedenis, zaak, persoon) ten behoeve van opvolging en vervolging, zodat de uitvoeringspraktijk beschikt over achtergrondinformatie om effectief en efficiënt opvolgings- en/of vervolgingsacties kan plannen.

Service aan burger

Het informeren van de aangever over het resultaat dan wel de status van de behandeling van zijn aangifte, zodat de burger weet dat de politie zijn aangiften, en daarmee de burger zelf, steeds centraal stelt.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het bewaken van wettelijke termijnen voor toekenning van bijzondere bevoegdheden (bevelen en BOB-middelen);

  • Het inlichten van de betrokken collega(’s) en de betrokken leidinggevende(n) indien een termijn dreigt te worden overschreden, zodat het optreden van de politie steeds rechtmatig is.

Beheer

Het versiebeheer van formats, formulieren, registratiesets en andere geformaliseerde werkwijzenondersteunende inhoudelijke hulpmiddelen, zodat bij toepassing in de uitvoeringspraktijk deze hulpmiddelen inhoudelijk steeds actueel en beschikbaar zijn.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• geholpen burgers bij vragen, aangifte en vergunningaanvragen;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten en 1-1-2 meldingen;

• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• opgenomen, op juistheid van gegevens gecontroleerde en naar de relevante vakgebieden doorgestuurde aangiften;

• bij beoordeling gesignaleerde en gedocumenteerde onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens in de aangifte en controlegegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie;

• aangenomen en op volledigheid van gegevens gecontroleerde vergunningaanvragen;

• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers, aangiften en vergunningaanvragen;

• op netwerk/ketenpartners (waaronder slachtofferhulp) geattendeerde burgers;

• geïnformeerde aangevers over de behandeling dan wel de status van hun aangifte;

• op volledigheid van gegevens gecontroleerde en eventueel aangevulde aangiften die zijn aangereikt door collega’s;

• processen-verbaal op grond van door collega’s aangereikte gegevens;

• op aanwijzing opgevraagde dossiers of informatie ten behoeve van opvolging en vervolging;

• op geldigheid gemonitoorde bevelen en BOB-middelen;

• beschikbaarheid van actuele formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc..

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• attendeert slachtoffers consequent op netwerk/ketenpartners als slachtofferhulp;

• legt accuraat vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vast in de daartoe geëigende systemen;

• controleert nauwkeurig aangiften op juistheid van gegevens en vergunningaanvragen op volledigheid van gegevens;

• signaleert alert onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens in de aangifte en controlegegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie en documenteert helder zijn bevindingen;

• stuurt de aangifte naar het relevante vakgebied;

• informeert aangevers correct over de behandeling dan wel de status van hun aangiften;

• controleert door collega’s aangereikte aangiften nauwkeurig en vult eventueel de gegevens aan;

• stelt correcte processen-verbaal op op grond van door collega’s aangereikte gegevens;

• vraagt zodanig relevante dossiers en informatie (geschiedenis, zaak, persoon) op dat deze als achtergrondinformatie kunnen dienen voor opvolging en/of vervolging;

• bewaakt nauwlettend de wettelijke termijnen van BOB-bevelen/middelen en waarschuwt als deze dreigen te worden overschreden;

• voert consequent en proactief versiebeheer uit op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc., zodat deze steeds actueel en beschikbaar zijn.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen aan/opnemen op servicepunten;

• vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;

• aangiften controleren op juistheid van gegevens en doorsturen naar het relevante vakgebied;

• vergunningaanvragen controleren op volledigheid van gegevens;

• burgers attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;

• aangevers informeren over de behandeling dan wel status van hun aangiften;

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vastleggen;

• door collega’s aangereikte aangiften aanvullen;

• op grond van door collega’s aangereikte gegevens processen-verbaal opstellen;

• dossiers en informatie (persoon, zaak, geschiedenis) opvragen als achtergrondinformatie ten behoeve van opvolging/vervolging;

• BOB-bevelen/middelen bewaken op geldigheid;

• versiebeheer voeren over formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc..

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• intake op servicepunten voor vragen, aangiften en vergunningaanvragen;

• service aan burgers;

• ondersteunende werkzaamheden voor vakgebieden in de uitvoeringspraktijk;

• versiebeheer op formulieren.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften van burgers;

• het documenteren van gesignaleerde onjuistheid van gegevens in aangiften;

• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;

• het op basis van aangereikte gegevens opstellen van processen-verbaal;

• het sturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;

• het aannemen en op volledigheid van gegevens beoordelen van vergunningaanvragen;

• het vastleggen van vragen, aangiften, vergunningaanvragen;

• het attenderen van burgers (slachtoffers) op netwerk/ketenpartners (slachtofferhulp);

• het informeren van de aangever over de behandeling dan wel status van zijn aangifte;

• het − op aanwijzing − opvragen van achtergrondinformatie (dossiers);

• het bewaken van wettelijke termijnen voor toekenning van BOB-bevelen/middelen;

• het voeren van versiebeheer over formulieren, formats voor plannen van aanpak.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• tot het waarschuwen van de betrokken collega en de betrokken leidinggevende bij een dreigende termijnoverschrijding van de hem toegekende BOB-middelen;

• het proactief beheren van de actuele versie van formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc;

• het herkennen van situaties die begeleiding en/of overdracht van activiteiten legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers;

• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften;

• het documenteren van onjuistheden in aangiften;

• het aannemen en op volledigheid beoordelen van vergunningaanvragen;

• het doorsturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;

• het vastleggen van vragen, aangiften en vergunningaanvragen;

• het attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp,

• het informeren van aangevers over de behandeling dan wel status van hun aangifte,

• het aanvullen van door collega’s aangereikte aangiften;

• het opstellen van processen-verbaal op grond van aangereikte gegevens van collega’s;

• het bewaken van termijnen van BOB-bevelen/middelen;

• het voeren van versiebeheer op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;

op de juiste wijze:

• burgers te woord staan en informeren;

• vragen, aangiften, vergunningaanvragen vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• versiebeheer voeren;

• op aanwijzing achtergrondinformatie (dossiers) opvragen bij de aangewezen vakgebieden;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service

• techniek: documentatiesystemen

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

• documentatiesystemen;

• versiebeheer;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met name aanwezig bij baliewerkzaamheden.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op versiebeheer, desondanks wijzigingen niet bekend zijn en een niet actueel formulier, format, richtlijn etc wordt toegepast in de uitvoeringspraktijk, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Observatie

Kern van de functie

Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.

Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten6Deze Specifieke functionaliteiten zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Specifieke functionaliteiten LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van observatieactiviteiten met een routinematig karakter. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Observatie en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen

  • Het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen, zodat deze bedrijfszeker en inzetbaar zijn bij observaties.

  • Het − volgens specificaties uit het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever en efficiënter worden uitgevoerd.

Voorverkenning

Het verkennen van de situatie ter plaatse, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van het plan van aanpak voor observaties.

Uitvoeren van observatie

  • Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − waarnemen van feiten en omstandigheden en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer, zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden worden vastgelegd ten behoeve van opvolging en/of vervolging.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

Gegevens uit observatie

Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Rapportage over gegevens uit observatie

Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van overige eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;

• te allen tijde bedrijfszekere en inzetbare apparatuur;

• op maat gemaakte apparatuur;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• volgt nauwgezet het plan van aanpak voor observaties maar kan zelfstandig beslissen daarvan af te wijken bij onvoorspelde gevaarsituaties;

• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);

• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• maakt − binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties − apparatuur en/of (technische hulp)middelen zodanig op maat dat de bedrijfszekerheid en inzetbaar dezelfde blijft of toeneemt en de kans op ontdekking bij inzet in observatie wordt verkleind;

• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• voorverkenning verrichten;

• personen heimelijk waarnemen;

• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;

• apparatuur onderhouden en de voorraad (technische hulp)middelen actueel houden;

• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak voor observaties op maat maken;

• rapportages opstellen van gevalideerde onderzoeksgegevens uit observatie;

• processen-verbaal.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak voor observaties;

• onderhoud en aanpassen van apparatuur en (technische hulp)middelen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;

• van routinematige observatie (basisobservatiewerk) volgens vastgesteld plan van aanpak voor observaties;

• de uitvoering ter plaatse in ad hoc gevaarssituaties;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);

• het oplossen van problemen die zich kunnen voordoen bij het voorverkennen van situaties, bij het uitvoeren van observaties, en bij het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer;

• het oplossen van problemen die kunnen ontstaan bij het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen;

• het oplossen van problemen die zich kunnen voordoen bij het op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• het valideren en vastleggen in een rapportage van onderzoeksgegevens uit observatie;

• het delen van informatie over achtergronden van niet in de observatie betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het vragen om begeleiding teneinde op termijn tot een volledig zelfstandige uitvoering van observatie te komen;

• het herkennen van situaties die overdracht legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van routinematige observatie (basisobservatiewerk);

• de voorverkenning van situaties;

• het uitvoeren van observaties;

• het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer;

• risico’s op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering;

• met het op peil houden van de voorraad (technische hulp)middelen zelfstandig aanpakken;

• met het − volgens specificatie in het plan van aanpak voor observaties − op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;

op de juiste wijze:

• signaleren en anticiperen op risico’s op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);

• apparatuur en (technische hulp)middelen onderhouden;

• onderzoeksgegevens uit observatie valideren en vastleggen in een rapportage;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot observatie;

• privacywetgeving;

• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;

• camouflagemethoden en -technieken;

• inzicht in gedrag.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het incidenteel beroepsmatig aannemen van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de observant wordt ontmaskerd of het onderscheppen van data of telefonie wordt ontdekt, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Medewerker Beveiliging

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Medewerker Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door het zelfstandig uitvoeren van routinematige veiligheidsmaatregelen. Hij wordt ten aan zien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Beveiliging en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Toezicht Beveiliging objecten-portakabin

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

  • Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

  • Het verwijderen van onbevoegden van privéterrein, zodat de te beveiligen persoon niet wordt aangetast in zijn veiligheidsbeleving en/of zijn privacy.

Veiligheidsmaatregelen in of ten behoeve van de Rechtbank

  • Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie, zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd.

  • Het uitvoeren van opgedragen justitiële taken zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes, zodat er concrete uitvoering gegeven wordt aan de opgelegde strafmaatregelen van de rechterlijke macht.

Arrestantenverzorging

  • Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering, het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan.

  • Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid van de arrestant worden gewaarborgd.

  • Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

(Conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal. Het volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen (conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van forensisch referentiemateriaal bestaande uit DNA-materiaal zodat het DNA-profiel kan worden opgenomen in de daartoe aangewezen digitale bestanden.

Beveiliging personen

  • Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).

  • Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer en verblijf, zodat de te beveiligen persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt en kan verblijven.

Observatie objecten

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijging van informatie, zodat een basis ontstaat om preventief te handelen (observatie).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied)moeten kunnen worden behaald, zijn:

• orde in de Rechtbank;

• betekende gerechtelijke stukken en geïnde boetes;

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• veiliggesteld en vastgelegd DNA-materiaal;

• beveiligde personen;

• beveiligde objecten;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert accuraat alle routinematige veiligheidsmaatregelen uit;

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden;

• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf;

• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;

• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering bij insluiting tijdens het verblijf;

• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;

• voert opgedragen justitiële taken zorgvuldig uit;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• beveiligt het vervoer en verblijf van te beveiligen personen door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen;

• beveiligt de te beveiligen persoon door te werken aan verhoging van zijn veiligheidsbeleving en privacy;

• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opsporingsonderzoek en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding en met recht van overdracht:

• arrestantenzorg verrichten;

• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen die de arrestant bij zich draagt;

• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• geweldsmiddelen gebruiken bij de handhaving van de orde in de Rechtbank;

• opgedragen justitiële taken uitvoeren, zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes;

• DNA-materiaal afnemen, veiligstellen en vastleggen van personen;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• persoonsbeveiliging uitvoeren;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering van de omgeving;

• geweldsmiddelen gebruiken bij het afweren van aanslagen op de te beveiligen persoon;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• dwangmiddelen toepassen;

• processen-verbaal.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• beveiligingstaken in of ten behoeve van de Rechtbank;

• persoonsbeveiliging;

• de verzorging van arrestanten;

• locaties/objecten waarin de te beveiligen persoon verblijft;

• routes waarlangs de te beveiligen persoon zich beweegt.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• de uitvoering van opgedragen justitiële taken;

• de uitvoering van persoons- en objectbeveiliging;

• bij de insluiting en verzorging van arrestanten, de beveiliging van objecten (portakabin) en bij de uitvoering van beveiligingstaken in de Rechtbank;

• de uitvoering van het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal;

• de beveiliging van de directe omgeving van de te beveiligen persoon;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting verstoort dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert (actie-intelligentie);

• bij persoonsbeveiliging het initiatief tot het ingrijpen, desnoods met toepassing van geweldsmiddelen bij gevaarsituaties;

• het (doen) installeren van technische apparatuur en hulpmiddelen;

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• de uitvoering van beveiligingstaken;

• het bewaren van orde in de Rechtbank;

• het uitvoeren van opgedragen justitiële taken;

• de insluiting en verzorging van arrestanten;

• de problemen die zich voordoen, ook in gevaarsituaties, bij de beveiliging van personen;

• de problemen die zich voordoen bij objectbeveiliging;

• de problemen die zich voordoen bij het verwijderen van onbevoegden van privéterreinen;

• bij het uitoefenen van toezicht en controle op objecten en personen;

• het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal;

op de juiste wijze

• handelen ter voorkoming, afwering en doorstaan van aanslagen;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen;

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• DNA afnemen, veiligstellen en vastleggen;

• aanwijzingen geven;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• administratieve handelingen uitvoeren bij insluiting en tijdens verblijf van arrestanten;

• in bewaring genomen goederen registreren;

• eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• Rechterlijke Organisatie;

• procedures in strafvervolging;

• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot persoonsbeveiliging;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg en DNA-materiaal en personen;

• arrestantenverzorging;

• wapenkunde;

• interventietechnieken;

• beveiligingstechniek;

• inzicht in gedrag;

• strafrecht (materieel en formeel);

• geweldsinstructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste gevolgde opleidingen en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker GGP

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen7Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van routinematige operationele politietaken. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist GGP en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Toezicht

  • Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde wordt gewaarborgd.

Conflictbemiddeling

Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving verbetert.

Opsporing-VVC

Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Noodhulp

Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter plaatse en het verlenen van directe hulp. Het, eventueel in overleg, nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp aan hen die deze behoeven wordt verleend.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over overtredingen en misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden in teamverband (ME, FLEX, GBO, GRIP e.d.).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• gehandhaafde openbare orde;

• oplossingen tussen conflicterende partijen;

• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;

• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;

• processen-verbaal;

• dossier VVC.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

– voert accuraat alle operationele politietaken uit, waartoe behoren:

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden en de openbare orde wordt gewaarborgd;

• werkt gericht aan de oplossing van conflicten tussen conflicterende partijen;

• werkt gericht aan het oplossen VVC;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de aanwending van dwangmiddelen;

• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt – eventueel in overleg – regulerende en stabiliserende maatregelen en verleent directe hulp;

• werkt gericht aan tevredenheid bij klanten over de intake (aangifte/intake op locatie) en afhandeling van de melding;

• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en misdrijven, en bij aangiften zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig, onder begeleiding en met recht van overdracht:

– alle operationele politietaken uitvoeren, waartoe behoren:

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• feiten en omstandigheden op het gebied van VVC onderzoeken (opsporing VVC) onderzoeken;

• verdachte personen aanhouden, in bewaring stellen en voorgeleiden voor de hulpofficier van justitie;

• dwangmiddelen toepassen;

• in dialoog treden met conflicterende partijen en bemiddelen in de oplossing van conflicten;

• directe hulp verlenen;

• regulerende en stabiliserende maatregelen nemen bij incidenten en calamiteiten;

• aangiften opnemen;

• processen-verbaal.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding, binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

• de opsporing van daders/aanhouding van verdachten van misdrijven VVC;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen handbereik zijn gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• de uitvoering van operationele politietaken met een routinematig karakter (toezicht en handhaving met aanwending van strafvorderlijke dwangmiddelen op verdachten, conflictbemiddeling, opsporing VVC en noodhulp).

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het documenteren van (overige) eigen waarnemingen en het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de aanwending van dwangmiddelen;

• het vragen om begeleiding teneinde op termijn tot een volledig zelfstandige uitvoering van operationele politietaken te komen;

• het herkennen van situaties die begeleiding in en/of overdracht van activiteiten legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• de uitvoering van operationele politietaken met een routinematig karakter (toezicht en handhaving met aanwending van strafvorderlijke dwangmiddelen op verdachten, conflictbemiddeling, opsporing VVC en noodhulp).

Op de juiste wijze:

• onderzoeksgegevens VVC verzamelen, valideren en vastleggen;

• dwangmiddelen aanwenden, directe hulp verlenen en regulerende en stabiliserende maatregelen nemen, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen opstellen/documenteren en vastleggen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• noodhulp en incidentmanagement;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij beslissingen die bij een incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Tactische Opsporing

Kern van de functie

Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben.

Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen8Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van tactisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter. Hij wordt ten aanzien van onderstaande activiteiten en resultaten begeleid door ten minste een Generalist Tactische Opsporing en kan meeromvattende zaken overdragen.

Activiteiten en resultaten

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Totstandbrenging bewijslast

Het verzamelen, ordenen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier en het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van eenvoudige bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.

Processen-verbaal

Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (onder begeleiding op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• identificatie van verdachten;

• gegevens als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige eenvoudige bewijslast;

• dossier VVC;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

- voert accuraat tactisch opsporingsonderzoek uit, waartoe behoren:

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten;

• levert actuele gegevens aan als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• verzamelt, ordent en legt accuraat bewijslast in een procesdossier vast;

borgt de rechtmatigheid van eenvoudige bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

valideert verzamelde tactische onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende systemen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris onder begeleiding en met recht van overdracht:

• tactisch opsporingsonderzoek met routinematig karakter en eenvoudige bewijslast uitvoeren;

• dwangmiddelen toepassen;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers VVC horen;

• dwangmiddelen toepassen;

• processen-verbaal.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, onder begeleiding binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven bij tactisch opsporingsonderzoek met eenvoudige bewijslast (VVC);

• ondersteunend: de opsporing van daders van misdrijven in meer complexe opsporingsonderzoeken;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die binnen zijn handbereik gebracht, inclusief begeleiding voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij;

• de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en eenvoudige bewijslast;

• het aanwenden van dwangmiddelen binnen de grenzen van subsidiariteit en subsidiariteit;

• het horen van verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;

• het valideren van verzamelde onderzoeksgegevens en het vastleggen ervan in de daartoe geëigende systemen;

• het vastleggen van bewijslast in een procesdossier;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het documenteren en delen van informatie over achtergronden van niet in het opsporingsonderzoek betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opsporing en/of vervolging;

• het nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• het herkennen van situaties die overdracht legitimeren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen aanpakken onder begeleiding en binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek met een routinematig karakter en een eenvoudige bewijslast;

• de ondersteuning van meer complexe opsporingsonderzoeken op basis van een vastgesteld plan van aanpak van onderzoek.

op de juiste wijze:

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• tactische onderzoeksgegevens verzamelen en valideren;

• bewijslast verzamelen en beoordelen;

• tactische onderzoeksgegevens, bewijslast, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen opstellen/documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• zelfstandig afhandelen van situaties gebaseerd op routinematig handelen (gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen) én niet-routinematig handelen onder begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied onder begeleiding behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• inzicht in gedrag;

• het strafrecht en het strafprocesrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• verhoortechniek.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen, die onder handbereik worden gebracht;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Secretarieel Medewerker

Kern van de functie

Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.

Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Secretarieel Medewerker draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het zelfstandig uit voeren van secretariële werkzaamheden. De Secretarieel Medewerker participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van secretariële werkzaamheden en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van secretariële werkzaamheden. De Secretarieel Medewerker geeft instructies en handreikingen aan Administratief Secretarieel Medewerkers.

Activiteiten en resultaten

Verbeteren

Het, vanuit de praktijk, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van secretariële activiteiten, zodat secretariële activiteiten efficiënter en effectiever verlopen en collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

Netwerken

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van secretariële activiteiten, zodat secretariële activiteiten efficiënter en effectiever verlopen en collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan Administratief Secretarieel Medewerkers in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van secretariaat wordt gewaarborgd.

Informatieverstrekking

  • Het zijn van eerste aanspreekpunt voor vragen van collega’s en/of externen over het team, zodat het team bereikbaar is voor collega’s en externen.

  • Het aannemen van telefoongesprekken aan het team, het beoordelen van aard en doel van de vraag en het doorverbinden dan wel doorverwijzen, zodat de beller bij de juiste collega terecht komt.

  • Het – op verzoek − verstrekken van informatie (brochures, folders) over het team, zodat de verzoeker adequaat bediend is.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor personeels- en managementinformatie.

Agendabeheer

Het beheren van de agenda van een leidinggevende; het op urgentie en relevantie inschatten van vergaderverzoeken; het bevestigen van afspraken en het afzeggen ervan bij verhindering, zodat de aanwending van tijd optimaal wordt benut.

Vergaderingen en bijeenkomsten

  • Het organiseren van de logistiek rond vergaderingen en bijeenkomsten (locaties, catering, routebeschrijvingen etc.), zodat deze in optimale omstandigheden kunnen plaatsvinden.

  • Het tijdig verspreiden van de vergaderstukken naar de deelnemers, zodat de deelnemers zich optimaal kunnen voorbereiden.

  • Het aanmelden, ontvangen en begeleiden van deelnemers naar vergaderingen en bijeenkomsten, zodat vergaderingen en bijeenkomsten efficiënt en effectief kunnen plaatsvinden.

  • Het verslag leggen van de vergaderingen/bijeenkomsten, zodat het daar besprokene vastligt en een basis ontstaat voor sturing op resultaten.

  • Het archiveren van vergaderstukken en verslagleggingen, zodat afspraken en besluiten vastliggen en een basis ontstaat voor sturing.

Termijnbewaking

Het signaleren wanneer een behandelingstermijn van actiepunten dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat afgesproken actiepunten binnen de afgesproken tijd worden afgehandeld.

Correspondentie

Het concipiëren van brieven van een leidinggevende aan de hand van aangereikte steekwoorden met gebruikmaking van huisstijl en sjablonen, zodat correspondentie geschiedt op een eenduidige en correcte wijze.

Archivering

Het archiveren van aangereikte (vertrouwelijke) correspondentie documenten en dossiers van en aan de leidinggevende, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.

Faciliteiten

  • Het zijn van aanspreekpunt voor collega’s van het team voor facilitering van de werkplek; het organiseren en monitoren van de behandeling van verzoeken ter zake, zodat collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

  • Het − ten behoeve van een team − organiseren van de aanwezigheid van faciliteiten; het monitoren van het gebruik van faciliteiten; het voeren van beheer over secretariële archieven, zodat − ook bij (interne) verhuizingen − is geborgd dat collega’s optimaal zijn en blijven toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

Overzichten

Het periodiek dan wel op aanvraag verstrekken van standaard overzichten en niet standaard overzichten uit de (archief)systemen (besluitenlijsten, actiepunten), zodat aan verzoeker een correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied)

moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• afgehandelde dan wel doorverwezen telefonische informatieverzoeken aan de leidinggevende;

• vastgelegde vragen;

• agendabeheer leidinggevende;

• gefaciliteerde en genotuleerde vergaderingen en bijeenkomsten met vooraf geïnformeerde deelnemers;

• in beheerde archiefsystemen vastgelegde (vertrouwelijke) vergaderverslagen, correspondentie, documenten en dossiers;

• bewaakte actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten;

• gefaciliteerde werkplekken;

• verstrekte standaard en niet standaard overzichten uit de (archief)systemen.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen om informatie af, mede door het toesturen van informatiebrochures;

• legt accuraat (telefonische) vragen aan en over de leidinggevende vast in de daartoe geëigende systemen;

• beheert accuraat de agenda van het team en autoriseert toegang tot het gezamenlijke agenda;

• bevestigt consequent agenda-afspraken, annuleert afspraken;

• schat vergaderverzoeken in op urgentie en relevantie, organiseert actief de logistiek rond vergaderingen (locaties, catering, routebeschrijvingen); verspreidt tijdig de vergaderstukken naar de deelnemers; regelt adequaat de toegang van deelnemers tot vergaderingen, ontvangt en begeleidt vriendelijk de deelnemers naar de vergadering of bijeenkomst;

• legt accuraat verslag van de vergadering, vraagt eventueel om nadere informatie aan de voorzitter als niet duidelijk is wat wordt bedoeld, legt helder de besluiten, afspraken en actiepunten vast, legt − indien dit procedure is − de notulen ter feitelijke controle voor aan de voorzitter van de vergadering; archiveert consequent de vergaderstukken en notulen;

• bewaakt vasthoudend de nakoming van actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten, waarschuwt tijdig de betrokken collega’s bij dreigende overschrijding van afgesproken termijnen; informeert consequent de betrokken leidinggevende bij overschrijding van afgesproken termijnen;

• stelt brieven in concept op (concipieert) op basis van sjablonen en aan de hand van aangereikte steekwoorden, past daarbij consequent vastgestelde huisstijl toe;

• faciliteert tijdig en met inachtneming van arboregels de werkplek van collega’s door het maken van uitvoeringsafspraken met collega’s in de desbetreffende (facilitaire) vakgebieden, monitoort en stuurt vasthoudend op nakoming van afspraken;

• verstrekt op aanvraag standaard en niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• agenda beheren;

• vergaderingen begeleiden (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• notuleren;

• collega’s aanspreken op nakoming actiepunten;

• medewerkers instrueren;

• brieven concipiëren;

• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken etc. archiveren;

• facilitering van werkplekken organiseren;

• standaard en niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken.

Complexiteitt

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• leidinggevende;

• team.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het inschatten van vergaderingverzoeken op urgentie en relevantie;

• het stellen van vragen indien niet duidelijk is wat in de notulen moet worden opgenomen, het voorleggen van de notulen aan de voorzitter van de vergadering/bijeenkomst indien dit procedure is;

• het tijdig aanspreken van collega’s op dreigende termijnoverschrijding voor het nakomen van actiepunten; het waarschuwen van de verantwoordelijke leidinggevende indien termijn wordt overschreden;

• het bewaken van de vertrouwelijkheid van als zodanig bestempelde informatie, onder meer door het zodanig archiveren van vertrouwelijke stukken dat deze slechts door daartoe bevoegden kunnen worden ingezien;

• het bewaken van huisstijl in de correspondentie;

• het inventariseren, organiseren en monitoring van faciliteiten op werkplekken en ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden, en het daarbij toezien dat arboregels worden nageleefd,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

Oplossingsgerichtheid

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructie die zich voordoen bij:

• het agendabeheer;

• het begeleiden van vergaderingen (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• het notuleren;

• het aanspreken van collega’s op nakoming actiepunten;

• het concipiëren van brieven;

• het organiseren van facilitering werkplek;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.

op de juiste wijze:

• telefonisch vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• urgentie en relevantie inschatten bij vergaderverzoeken;

• huisstijl en sjablonen toepassen in correspondentie;

• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;

• standaardoverzichten uit de (archief)systemen halen en verstrekken;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbeidsomstandighedenwetgeving;

• techniek: registratie-, documentatie en archiefsystemen;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• registratie-, documentatie en archiefsystemen;

• wet- en regelgeving op arbo werkplek;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• notuleren;

• huisstijl van de organisatie;

• affiniteit met en basale kennis van de werkzaamheden van leidinggevende en het team;

• netwerken;

• geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen van het vakgebied waarop het team actief is.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op beheer van de agenda, en op bewaking van termijnen van afhandeling van actiepunten, door externe factoren agenda-afspraken of actiepuntenafspraken niet worden nagekomen, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Gespecialiseerd medewerker a

Kern van de functie

Gespecialiseerde ondersteuning draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het toepassen van vastgestelde beleidsproducten volgens gestandaardiseerde methoden, technieken en bekende benaderingswijze. Gespecialiseerde ondersteuning geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteuning en de tak Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Gespecialiseerde ondersteuning komt een aantal werkterreinen9Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Gespecialiseerd Medewerker A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door vastgestelde beleidsproducten zelfstandig toe te passen. De Gespecialiseerd Medewerker A participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van vastgestelde beleidsproducten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten. De Gespecialiseerd Medewerker A geeft instructies en handreikingen aan collega’s.

Activiteiten en resultaten

Verbetering gespecialiseerde ondersteuning

Het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de toepassing van (werkterreingerelateerde) beleidsproducten, waaronder ten aanzien van de uitvoering van administratieve activiteiten, zodat de toepassing van vastgestelde beleidsproducten efficiënter en effectiever verlopen en waardoor de kwaliteit wordt verhoogd.

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van (het optimaliseren van) de toepassing van vastgestelde beleidsproducten en het verbeteren van de uitvoering van administratieve activiteiten, het maken van afstemmingsafspraken, zodat deze toepassing efficiënter en effectiever wordt uitgevoerd en de effectiviteit en efficiëntie van Administratie wordt verhoogd.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan collega’s in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van Administratie en van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten wordt gewaarborgd.

Inzet vanuit vakinhoudelijke kennis

Het verrichten van werkzaamheden, het afhandelen van vragen, en het aanpakken van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen, zodat deze kennis effectief en efficiënt wordt benut in de bedrijfsvoering.

Ondersteuning van administratie

Het houden van toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s); het beoordelen van de integriteit van vastgelegde informatie en informatiesystemen; het signaleren, documenteren en bijsturen bij afwijkingen, zodat administratieve werkzaamheden en (archief)systemen daadwerkelijk de gegevens en documenten leveren waarmee de effectuering van vastgesteld beleid en vastgestelde doelstellingen wordt ondersteund.

Informatieverstrekking

  • Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk) met informatie over consequenties van (nieuwe) wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten, zodat belanghebbenden actueel en vakinhoudelijk zijn geïnformeerd over (nieuwe) wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten en over consequenties die dit voor hen heeft.

  • Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbende (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk) door het verstrekken van uitleg over praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, methoden, technieken en instrumenten, zodat gegevens, documenten en dossiers optimaal worden aangereikt aan Administratie.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s);

• op integriteit beoordeelde informatie en informatiesystemen;

• geïnstrueerde medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• handelt rechtstreeks vragen af die hem bereiken (al dan niet vanuit de serviceloketten) dan wel verwijst de vragen door voor verdere afhandeling naar de daarvoor verantwoordelijke functionaris;

• pakt accuraat problematiek op die vakinhoudelijke kennis vergen;

• houdt inhoudelijk toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s);

• ondersteunt actief de informatieverstrekking aan individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk);

• over consequenties van wet- en regelgeving en vastgesteld beleid;

• over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• formuleert passende verbetervoorstellen;

• participeert actief in netwerken;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• uitvoeren eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk informeren individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s);

• op integriteit beoordeelde informatie en informatiesystemen;

• collega’s instrueren.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• toepassing vastgestelde beleidsproducten;

• administratie(s).

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• bij de uitvoering van eigen werkzaamheden, de afhandeling van vragen en de aanpak van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen;

• bij het vanuit vakinhoudelijke kennis verstrekken van informatie aan individuele en groepen belanghebbenden;

• bij het geven van uitleg over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• bij het inhoudelijk toezicht op en ondersteuning van administratie(s);

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het participeren in netwerken;

• het maken van afspraken in netwerken ten behoeve van afstemming van de werkzaamheden;

• het vanuit de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het geven van werkinstructies en handreikingen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders wetgeving, richtlijnen, instructies.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die zich voordoen bij:

• de uitvoering van werkzaamheden, waaronder het afhandelen van vragen en het aanpakken van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen;

• informatieverstrekking aan individuen en groepen;

• het inhoudelijk toezicht op en ondersteuning van administratie(s);

• het participeren in netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken;

• het formuleren van voorstellen ter verbetering, zelfstandig aanpakken;

op de juiste wijze:

• medewerkers instrueren;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid;

• techniek: administratieve systemen en organisatie;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving en (overheids)beleid ten aanzien van het aandachtsgebied;

• interne richtlijnen, aanwijzingen, protocollen, normen;

• techniek en administratieve systemen en organisatie met betrekking tot het aandachtsgebied en die het aandachtsgebied raken;

• gedegen kennis van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, voorzover van toepassing op het aandachtsgebied;

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke communicatie;

• voorlichting (groepen);

• individueel advies;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein/aandachtsgebied op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve en juiste instructie aan collega’s, of ondanks juiste en volledige informatieverstrekking aan de belanghebbende(n), deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare fouten maken of verkeerde beslissingen nemen, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Generalist Intelligence

Kern van de functie

Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.

Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.

De Generalist Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uit voeren van Intelligenceactiviteiten. De Generalist Intelligence participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intelligenceactiviteiten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van Intelligence-activiteiten. De Generalist Intelligence geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers Intelligence.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van Intelligence-activiteiten en het maken van afstemmingsafspraken, zodat Intelligence-activiteiten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Verbetering Intelligence

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van informatieopdrachten, zodat de uitvoering van informatieopdrachten efficiënter en effectiever verlopen en de kwaliteit van de veiligheidsproducten wordt verhoogd.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Intelligence in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van informatieopdrachten wordt gewaarborgd.

Verzamelen gegevens

Het op basis van een vastgesteld plan van aanpak en/of conform leidraden bijeenbrengen van gegevens uit open en gesloten bronnen, mede uit andere vakgebieden, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Valideren gegevens

Het beoordelen van aangereikte en verzamelde gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid, zodat een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande gegevensbewerking.

Vastleggen gegevens

  • Het vastleggen van gevalideerde gegevens in de daartoe geëigende systemen, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

  • Het controleren van juiste en correcte invoer van gegevens in de daartoe geëigende gegevenssystemen, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Archivering gegevens

Het geordend vastleggen van gevalideerde gegevens in daartoe geëigende systemen, zodat een fundament ontstaat voor longitudinale gegevensbewerking.

Gegevensbewerking

  • Het interpreteren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

  • Het toepassen van analyse op gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.

  • Het in samenhang brengen van gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

Veiligheidsinformatieproducten

• Het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Kritische reflectie

Het vanuit analytisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van de veiligheidsinformatieproducten wordt verhoogd.

Verstrekken en rapporteren van informatie

  • Het verstrekken van standaardoverzichten (loketfunctie), zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie uit gegevensbestanden.

  • Het rapporteren van bevindingen uit de gegevensbewerking en het verstrekken van veiligheidsinformatieproducten, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• verzamelde, op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde, en in de context geïnterpreteerde gegevens;

• in samenhang gebrachte en geanalyseerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden;

• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;

• betrouwbare gegevensbestanden;

• vanuit samenhang en analyse van gegevens uit verschillende gegevensbestanden zichtbaar gemaakte patronen en verbanden;

• rechtmatige bewijslast;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden (veiligheidsinformatieproducten);

• standaardoverzichten (loketfunctie);

• rapportages van bevindingen uit gegevensbewerking;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);

• legt na validatie aangereikte gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat er een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;

• controleert stelselmatig de juiste en correcte invoer van gegevens;

• interpreteert gevalideerde gegevens zodanig dat ze betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen;

• analyseert zodanig systematisch de samenhang in gegevens uit verschillende gegevensbestanden en uit verschillende context, dat er conclusies kunnen worden getrokken voor hun consequenties ten aanzien van veiligheidsproblematiek en/of criminele aandachtsvelden;

• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;

• rapporteert en verstrekt de bevindingen uit de gegevensbewerking − waaronder de veiligheidsinformatieproducten −, zodanig dat de uitvoeringspraktijk en de informatieopdrachtgevers worden voorzien van actuele relevante informatie;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• gegevens verzamelen, valideren, vastleggen en archiveren;

• controle uitvoeren op de juiste en correcte invoer van gegevens;

• gegevens interpreteren in hun context;

• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/ criminele aandachtsvelden opstellen;

• standaardoverzichten (loketfunctie) en veiligheidsinformatieproducten verstrekken;

• processen-verbaal opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• de vakgebieden in het domein Uitvoering;

• in het kader van de informatiegestuurde politie;

• met vertrouwelijke en geheime informatie;

• met persoonsgebonden gevoelige informatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het verzamelen, valideren, ordenen en vastleggen/archiveren van gegevens;

• het interpreteren, in samenhang brengen en analyseren van gevalideerde gegevens;

• het verstrekken van standaard overzichten;

• het opstellen en verstrekken van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructie die zich voordoen bij:

• het verzamelen, valideren, ordenen en vastleggen/archiveren van gegevens;

• het interpreteren van gegevens in de context waar ze een rol spelen;

• het in samenhang brengen en analyseren van gegevens uit verschillende gegevensbestanden;

• het opstellen en verstrekken van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden;

• het verstrekken van standaard overzichten;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

op de juiste wijze:

• gegevens verzamelen, valideren, interpreteren, in samenhang brengen en analyseren;

• gegevens vastleggen in de daartoe geëigende (archief)systemen;

• controle uitoefenen op juiste en correcte invoer van gegevens;

• standaard overzichten verstrekken;

• veiligheidsinformatieproducten opstellen en verstrekken;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intelligence-activiteiten (gegevens (heimelijk) vergaren, verzamelen, bewerken, verstrekken) en de omgang met gevoelige en geheime informatie;

• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens;

• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen (met name psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);

• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;

• open en gesloten bronnen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechniek;

• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;

• kennis van vreemde talen;

• gesprekstechniek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid en terreur op de voet.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien veiligheidsinformatieproducten op grond van de dan aanwezige informatie en volgens de dan actuele analysetechnieken tot stand worden gebracht, maar zich desondanks niet voorziene incidenten voordoen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Techniek B

Kern van de functie

Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen, werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.

Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen10Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Techniek B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het zelfstandig verrichten van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden. De Medewerker Techniek B participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden. De Medewerker Techniek B geeft instructies en handreikingen aan medewerkers.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van de uitvoering van technische werkzaamheden en het maken van afstemmingsafspraken, zodat technische werkzaamheden efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Verbetering techniek

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden, zodat de uitvoering van technische werkzaamheden efficiënter en effectiever verlopen.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van technische werkzaamheden wordt gewaarborgd.

Preventief onderhoud

Defecten en storingen

• Het − op basis van aangereikte opdrachten − lokaliseren van defecten en storingen aan technische systemen en installaties van vervoersmiddelen en werktuigen (monteur) c.q. elektronische en elektrotechnische systemen en installaties (elektrotechniek), zodat defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/verholpen en systemen en installaties weer inzetbaar zijn.

Administratie

  • Het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties, zodat deze gegevens voor derden inzichtelijk zijn en er input is voor het op- dan wel bijstellen van onderhoudschema’s.

  • Het opstellen en uitreiken van gebruikershandleidingen na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur, zodat gebruikers op de hoogte zijn van de (nieuwe) mogelijkheden en deze effectiever en efficiënter kunnen toepassen.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• uitgevoerde inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen;

• uitgevoerde onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;

• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan vervoersmiddelen;

• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;

• rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties;

• van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte zijnde gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• voert adequaat en accuraat inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen aan de hand van vastgestelde (onderhoud)schema’s en werkplaatshandleidingen;

• verricht adequaat en accuraat onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen aan de hand van vastgestelde (onderhoud)schema’s en elektrotechnische handleidingen;

• lokaliseert secuur defecten en storingen aan technische systemen en installaties van vervoersmiddelen;

• repareert/verhelpt adequaat defecten en storingen;

• rapporteert nauwkeurig over bevindingen uit onderhoud, diagnoses van defecten en storingen van uitgevoerde reparaties;

• stelt consequent gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte en instrueert hen helder.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen verrichten;

• onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen verrichten;

• defecten en storingen aan vervoersmiddelen verhelpen/repareren;

• defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen verhelpen/repareren;

• bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties in rapportages vastleggen;

• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• inspectie, (preventief) onderhoud en reparaties aan (vervoers)middelen en werktuigen;

• (preventief) onderhoud, installatie en reparaties aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• technische werkplaats en op locatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het plegen van onderhoud op gereedschappen en onderdelen;

• het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties;

• het opstellen en uitreiken gebruikershandleidingen bij installatie,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders wetgeving, richtlijnen, instructies.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die zich voordoen bij:

• inspecties, (preventief) onderhoud en het oplossen van storingen en reparaties aan (vervoers)middelen en werktuigen (mechanica);

• onderhouds-, reparatie- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;

• bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties in rapportages vastleggen;

• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

op de juiste wijze:

• inspecties, (preventief)onderhoud en het oplossen van storingen en reparaties aan (vervoers)middelen en werktuigen (mechanica);

• onderhouds-, reparatie- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen uitvoeren;

• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving, gevaarlijke stoffen;

• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek, installatietechniek; motorvoertuigentechniek;

• wetenschap: bèta.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• werkplaatsnormen;

• elektrotechnische handleidingen;

• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;

• motorvoertuigentechniek;

• basiskennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;

• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en werktuigen;

• passieve kennis van de Engelse taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door, veelvuldig staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het werken in soms onnatuurlijke houdingen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden, het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij het bedienen en repareren van technische systemen, dan wel kans op elektrische schokken bij het werken aan elektrische en elektronische apparatuur en installaties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve en juiste instructie aan de medewerkers, deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare fouten maken of verkeerde beslissingen nemen, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Generalist Forensische Opsporing

Kern van de functie

Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.

Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen11Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Generalist Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek op maatwerk plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI). De Generalist Forensische Opsporing participeert in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van forensische opsporingsonderzoeken en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken. De Generalist Forensische Opsporing geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers Forensische Opsporing.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van forensische opsporingsonderzoeken, zodat de vergaring van bewijslast wordt geoptimaliseerd en alle opsporings- en vervolgingskansen worden benut.

Verbetering forensische opsporing

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensisch opsporingsonderzoek, zodat forensische opsporingsonderzoeken efficiënter en effectiever verlopen en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten en Medewerkers Forensische Opsporing in de dagelijkse uitvoeringspraktijk, zodat de kwaliteit van forensische opsporingsonderzoeken wordt gewaarborgd.

Veiligstellen van sporen

Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen, analyseren en vastleggen van forensische sporen op maatwerk plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid van sporen als bewijslast.

Rapportage onderzoeksgegevens

  • Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het rapporteren over de samenhang in forensische onderzoeksgegevens en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Registratie van beelden

Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.

Deelname aan verhoren

Het − op uitnodiging − deelnemen aan verhoren van verdachten en getuigen, zodat het inzicht in de toedracht van misdrijven gelijktijdig vanuit forensisch en vanuit tactisch opsporingsperspectief wordt opgebouwd en de kwaliteit van de waarheidsvinding wordt verhoogd.

Assistentie bij schouw

Het verlenen van assistentie bij lijkschouwingen, ten behoeve van reconstructie van ongevallen en niet-natuurlijke dood, zodat inzicht ontstaat in de toedracht en verloop van (mogelijke) misdrijven en in de identiteit van personen.

Vaststellen modus operandi

Het interpreteren en in samenhang brengen van forensische sporen met de vindplaats, zodat inzicht ontstaat in het verloop van het misdrijf en de werkwijze van de dader(s) c.q. het verloop en de toedracht van het incident.

Kritische reflectie

Het vanuit forensisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • getuige-deskundige bij terechtzittingen;

  • coördinator PD-unit (CPDU).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• zichtbaar gemaakte, veiliggestelde en geanalyseerde sporen op maatwerk plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);

• processen-verbaal;

• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;

• rapportage van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen en onderzoeksmogelijkheden;

• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen;

• formuleert op grond van deze onderzoeksgegevens haalbare oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

• valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten hiervan vast;

• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft;

• interpreteert en brengt forensische sporen in samenhang met de vindplaats (modus operandi);

• verleent, ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood en/of inzicht in de identiteit van een persoon, assistentie bij lijkschouwingen;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• zichtbaar maken, veiligstellen en analyseren van sporen op maatwerk plaatsen delict (PD) en op plaatsen incident (PI);

• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;

• rapporteren van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen en onderzoeksmogelijkheden;

• valideren en vastleggen forensische onderzoeksgegevens;

• opstellen processen-verbaal.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• maatwerk plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI);

• forensische laboratoria;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• levert gegevens aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen;

• het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek onder meer op plaatsen delict/incident,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies die zich voordoen bij:

• de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek op maatwerk plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI);

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.

op de juiste wijze:

• sporen zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen en analyseren;

• verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast valideren en de resultaten hiervan vastleggen;

• forensische sporen interpreteren en in samenhang brengen met de vindplaats (modus operandi);

• plaats delict/plaats incident in beeld of tekening vastleggen;

• een rapportage van forensische onderzoeksgegevens en van daar uit voortkomende oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden opstellen;

• assisteren bij schouw;

• deelnemen aan verhoor;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: bètawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht en het strafprocesrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot forensische opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen, voorzover relevant voor het forensisch opsporingsproces;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op opsporingsvraagstukken bij opsporingspartners.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Generalist Meldkamer

Kern van de functie

Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde door intake voor spoedeisende hulp, door regie op en ondersteuning van de inzet van politie en/of hulpdiensten en door eventuele opschaling.

Meldkamer geeft met name uitvoering aan de processen Intake en Noodhulp verlenen uit de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Generalist Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, door het zelfstandig uit voeren van meldkameractiviteiten. De Generalist Meldkamer participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijk aanpak van meldkameractiviteiten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van meldkameractiviteiten. De Generalist Meldkamer geeft instructies en handreikingen aan Assistenten en Medewerkers.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van meldkameractiviteiten en het maken van afstemmingsafspraken, zodat meldkameractiviteiten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd en collega’s op straat veiliger, effectiever en efficiënter hun werk kunnen doen.

Verbetering Meldkamer

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van meldkameractiviteiten, zodat meldkameractiviteiten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd en collega’s op straat veiliger, effectiever en efficiënter hun werk kunnen doen.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Assistenten en Medewerkers Intake & Service in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van meldkameractiviteiten wordt gewaarborgd.

Intake

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van het 1-1-2 alarmnummer en het beheren van de wachtrij, zodat de meldkamer te allen tijde bereikbaar blijft voor spoedeisende hulpverzoeken van burgers en assistentieverzoeken van collega’s.

  • Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van meldingen uit (semi) automatische meldinstallaties en het volgens protocol koppelen van de melding aan politie-inzet, zodat gepaste actie wordt geboden.

  • Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het toekennen van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan politie-inzet dan wel het doorverwijzen van het hulpverzoek naar de juiste discipline, zodat gepaste hulp wordt geboden.

Noodhulpregie

  • Het continu monitoren van beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit, zodat een basis ontstaat voor het voeren van noodhulpregie.

  • Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit − voeren van de regie op aan politie-inzet gekoppelde meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige politietaken doelmatig blijft verlopen.

  • Het − conform procedures − koppelen van politie-inzet aan multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie daarop, zodat de multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.

Ondersteuning

  • Het continu volgen en het regisseren van de onderlinge communicatie, zodat een basis ontstaat voor het kunnen functioneren als life-line voor collega’s op straat.

  • Het zijn van een life-line voor collega’s op straat, zodat veiligheidsrisico’s voor de medewerkers op straat kunnen worden teruggedrongen en collega’s op straat op directe hulp van collega’s kunnen rekenen.

  • Het verzamelen van voor de inzet relevante informatie; het faciliteren van collega’s op straat met relevante, ‘real time’ informatie ter zake de melding/het hulpverzoek, zodat de collega’s ter plaatse in staat zijn adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

  • Het bij opschaling verzamelen van voor de opgeschaalde organisatie relevante informatie; het faciliteren van de opgeschaalde organisatie met relevante informatie, zodat de opgeschaalde organisatie in staat is adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

Opschaling

Het signaleren van en attenderen op situaties waarin multidisciplinaire afhandeling (GRIP) of opschaling van politie-inzet (SGBO) geboden is, zodat gepaste hulp wordt geboden en de noodhulpverlening efficiënt en effectief verloopt.

Vastleggen gegevens

  • Het tijdens de afhandeling steeds actueel beschikbaar hebben van gegevens ter zake de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat op elk moment tijdens de inzet de status van de afhandeling helder is en kan worden gedeeld.

  • Het verzamelen, valideren en vastleggen van gegevens ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• intake van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• geregisseerde afhandeling van meldingen en noodhulpverlening;

• ondersteuning van politie-inzet;

• life-line voor de collega’s op straat;

• gefaciliteerde opgeschaalde organisatie;

• actuele beschikbaarheid van status van afhandeling van melding of spoedeisend hulpverzoek;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• beheert de wachtrij van bellers 1-1-2 zodanig adequaat dat alarmnummer 1-1-2 toegankelijk en bereikbaar is voor spoedeisende hulpverzoeken van burgers;

• koppelt nauwgezet meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening aan politie-inzet met juiste bepaling van prioriteit;

• voert accuraat regie op politie-inzet;

• ondersteunt adequaat de collega’s op straat en ter plaatse;

• is betrouwbaar als life-line voor collega’s op straat en ter plaatse;

• informeert actief collega’s op straat en ter plaatse;

• voert alert regie op onderlinge communicatie;

• faciliteert de opgeschaalde organisatie adequaat met actuele ‘real time’ en relevante informatie;

• signaleert alert de noodzaak tot opschaling en informeert direct de verantwoordelijke collega daarover;

• legt adequaat en direct gegevens vast ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• de intake verzorgen van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• prioriteiten toekennen aan politie-inzet;

• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening koppelen aan politie-inzet;

• regie voeren op politie-inzet;

• het zijn van life-line;

• regie voeren op onderlinge communicatie;

• informatie verzamelen en beschikbaar stellen t.b.v. de collega’s op straat en ter plaatse en/of t.b.v. de opgeschaalde organisatie;

• de noodzaak signaleren tot opschaling en de verantwoordelijke collega attenderen;

• gegevens verzamelen, valideren en vastleggen ten behoeve van waarheidsvinding achteraf;

• processen-verbaal opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;

• meldingen;

• spoedeisende hulpverzoeken;

• assistentieverzoeken collega’s;

• opgeschaalde (multidisciplinaire) noodhulpverlening;

• politie-inzet;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het afwijken van beslisregels bij het uitvragen van bellers 1-1-2 wanneer daarmee de inhoud en strekking van het hulpverzoek snel en helder kan worden vastgesteld;

• het doorverbinden van een 1-1-2 intakegesprek naar een andere hulpdienst als deze niet op het terrein van de politie ligt;

• het koppelen van de meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening aan politie-inzet;

• het volgen en het voeren van regie op de onderlinge communicatie;

• het verzamelen van relevante ‘real time’ informatie en deze te delen met de collega’s op straat en ter plaatse, en met de opgeschaalde organisatie;

• het attenderen van de verantwoordelijke collega bij signalering van de noodzaak tot opschaling van politie-inzet of tot multidisciplinaire afhandeling van melding/spoedeisend hulpverzoek;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het beheren van de wachtrij 1-1-2;

• het snel helder krijgen van het spoedeisende hulpverzoek bij intake via 1-1-2;

• het voeren van regie op de politie-inzet op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit;

• het volgen en het voeren van regie op de onderlinge communicatie;

• het zijn van life-line;

• het verzamelen van relevante ‘realtime’informatie ten behoeve van collega’s op straat en ter plaatse, en ten behoeve van de opgeschaalde organisatie;

• het actueel houden van de status van de afhandeling en het verstrekken van de actuele status;

• het verzamelen, valideren en vastleggen van relevante actuele informatie ter zake de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, alsmede het verstrekken van deze informatie aan de collega’s op straat en aan de opgeschaalde organisatie;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

op de juiste wijze:

• beslisregels hanteren bij het uitvragen van spoedeisende hulpverzoeken;

• doorverbinden naar andere hulpdiensten;

• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en (grootschalige) multidisciplinaire noodhulpverlening koppelen aan politie-inzet;

• prioriteiten toekennen aan de afhandeling van spoedeisende hulpverzoeken;

• de beschikbaarheid en directe inzetbaarheid van politie-inzet inventariseren;

• regie voeren op politie-inzet;

• de noodzaak tot opschaling signaleren en daarop attenderen;

• gegevens ter zake intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling verzamelen, valideren, vastleggen en verstrekken;

• regie voeren op de onderlinge communicatie;

• als life-line fungeren voor de collega’s op straat en ter plaatse;

• de collega’s op straat en ter plaatse alsmede de opgeschaalde organisatie van actuele en relevante informatie voorzien;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot meldkamer;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• wetenschap: zowel alfa (talen, dialecten), bèta (digitale systemen) als gammawetenschappen (psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen, beslisregels en procedures met betrekking tot meldkamer;

• kennis van procedures en organisatie van de uitvoeringspraktijk;

• privacywetgeving;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• computerprogramma’s en applicaties;

• ten minste kennis van één vreemde taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks het volgen van de beslisregels en protocollen een incident grootschaliger blijkt te zijn dan verwacht, dan wel het aantal loze uitrukken opmerkelijk hoog ligt, dan wel door externe factoren de life-line niet voldoende heeft gewerkt dan wel informatie foutief of te laat beschikbaar kwam, en dit zich terugvertaalt in de sfeer van communicatie met collega’s, opgeschaalde organisatie, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Generalist Intake & Service

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Generalist Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door zelfstandig Intake & Serviceactiviteiten uit te voeren. De Generalist Intake & Service participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intake & Serviceactiviteiten en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten. De Generalist Intake & Service geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers Intake & Service.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten en het maken van afstemmingsafspraken, zodat Intake &

Serviceactiviteiten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Verbetering Intake & Service

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Service, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en het werken aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan (Assistenten) en Medewerkers Intake & Service in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van Intake & Serviceactiviteiten wordt gewaarborgd.

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan de bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het op/aannemen van aangiften en vergunningaanvragen, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan de bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

  • Het wijzen van de burger, onder andere bij het opnemen van een aangifte, op de mogelijkheden van netwerk/ketenpartners, waaronder doorverwijzing naar slachtofferhulp, zodat de burger zich kan vervoegen bij de netwerk/ketenpartner voor ondersteuning.

  • Het doorsturen van aangiften naar relevante vakgebieden, zodat de afhandeling van aangiften op de meest effectieve en efficiënte wijze gebeurt.

Registratie

  • Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

  • Het vastleggen van aangiften en vergunningaanvragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor het sturen, monitoren, bewaken en begeleiden van de afhandeling.

Validatie gegevens aangifte

  • Het beoordelen van de gegevens vermeld in aangiften middels controle aan de hand van gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen kan worden gebaseerd.

  • Het signaleren en documenteren van eventuele onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens vermeld in aangiften en gegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie, zodat een basis ontstaat voor nadere controle door de verantwoordelijke functionaris.

Vergunningen

  • Het in ontvangst nemen van vergunningaanvragen en het beoordelen van de gegevens op volledigheid die worden vermeld, zodat een solide basis ontstaat waarop de verdere afhandeling van vergunningaanvragen.

  • Het ter voorbereiding van de beslissing op vergunningaanvraag toetsen van de gegevens en de locatie aan vigerende wet- en regelgeving het screenen van de aanvrager, het betrekken van de handhavinggeschiedenis, voor zover relevant voor de vergunning, zodat een solide basis ontstaat voor beslissing op vergunningaanvraag door het bevoegd gezag.

  • Het innen van leges, zodat de vergunning kan worden verleend.

  • Het daadwerkelijk controleren van de naleving van de vergunningbepalingen, zodat afwijkingen worden geconstateerd en erop kan worden gehandhaafd.

  • Het beheren van lopende vergunningen op geldigheid, zodat bij het verstrijken van de termijn van geldigheid kan worden gehandhaafd.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de voortgang van afhandeling van aangiften, zodat een basis ontstaat om de aangever te kunnen informeren.

  • Het bewaken van wettelijke en/of vastgestelde termijnen voor afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen; het signaleren wanneer een termijn dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat de politie in haar optreden naar de burger steeds rechtmatig, correct en voorbeeldig is.

Interne serviceverlening

  • Het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving, zodat handelingen en activiteiten, feiten en omstandigheden actueel en geordend beschikbaar zijn en een fundament ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het zijn van vraagbaak voor collega’s voor actuele vastgestelde werkwijzen en procedures, zodat de effectiviteit en efficiency van de uitvoeringspraktijk verbetert.

Beheer

Het versiebeheer van formats, formulieren, registratiesets en andere geformaliseerde werkwijzenondersteunende inhoudelijke hulpmiddelen, zodat bij toepassing in de uitvoeringspraktijk deze hulpmiddelen inhoudelijk steeds actueel en beschikbaar zijn.

Service aan burger

  • Het informeren van de aangever over het resultaat dan wel de status van de behandeling van zijn aangifte, zodat de burger weet dat de politie zijn aangiften, en daarmee de burger zelf, steeds centraal stelt.

  • Het informeren van slachtoffers over de procedure en de voortgang van het opsporingsonderzoek, zodat het slachtoffer weet dat de politie de burger zelf steeds centraal stelt.

  • Het bemiddelen in schaderegeling, zodat de burger weet dat hij als slachtoffer optimaal door de politie wordt ondersteund bij geleden schade.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• geholpen burgers bij vragen, aangifte en vergunningaanvragen;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten;

• aangenomen, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• opgenomen, op juistheid van gegevens gecontroleerde en naar de relevante vakgebieden doorgestuurde aangiften;

• bij beoordeling gesignaleerde en gedocumenteerde onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens in de aangifte en controlegegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie;

• aangenomen en op volledigheid van gegevens gecontroleerde vergunningaanvragen;

• in de daartoe geëigende systemen vastgelegde vragen van burgers, aangiften en vergunningaanvragen;

• op netwerk/ketenpartners (waaronder slachtofferhulp) geattendeerde burgers;

• geïnformeerde aangevers en slachtoffers over de behandeling dan wel de status van hun aangifte;

• voor beslissing voorbereide vergunningaanvragen;

• geïnde leges;

• controle op naleving van vergunningbepalingen;

• op geldigheid beheerde lopende vergunningen;

• het zijn van vraagbaak voor collega’s voor het volgen van de actuele vastgestelde werkwijzen en procedures;

• beschikbaarheid van actuele formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;

• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• nieuwe en beheerde (persoons-/zaaks)dossiers;

• bij schaderegelingen bemiddelde slachtoffers;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• attendeert slachtoffers consequent op netwerk/ketenpartners als slachtofferhulp;

• legt accuraat vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vast in de daartoe geëigende systemen;

• controleert nauwkeurig aangiften op juistheid van gegevens en vergunningaanvragen op volledigheid van gegevens;

• signaleert alert onjuistheden of strijdigheden tussen gegevens in de aangifte en controlegegevens uit de daartoe geëigende systemen van binnen en buiten de politie en documenteert helder zijn bevindingen;

• stuurt de aangifte naar het relevante vakgebied;

• informeert aangevers en slachtoffers correct over de behandeling dan wel de status van hun aangiften;

• bemiddelt slachtoffers correct bij schaderegelingen;

• bereidt nauwkeurig de beslissing op vergunningaanvraag voor door het toetsen van de gegevens en de locatie aan vigerende wet- en regelgeving het screenen van de aanvrager en het betrekken van de handhavinggeschiedenis, voorzover relevant voor de vergunning;

• int vasthoudend leges;

• beheert zorgvuldig het vergunningenbestand op geldigheid en termijnen;

• controleert strikt de naleving van vergunningbepalingen;

• is proactief als vraagbaak voor collega’s voor het volgen van actuele vastgestelde werkwijzen en procedures;

• voert consequent en proactief versiebeheer uit op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc., zodat deze steeds actueel en beschikbaar zijn.

• monitoort consequent de voortgang van afhandeling van aangiften en de bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• vormt en beheert (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen aan/opnemen op servicepunten;

• vragen zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;

• aangiften controleren op juistheid van gegevens en doorsturen naar het relevante vakgebied;

• vergunningaanvragen controleren op volledigheid van gegevens;

• burgers attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;

• aangevers en slachtoffers informeren over de behandeling dan wel status van hun aangiften;

• schadebemiddeling aan slachtoffers;

• vragen, aangiften en vergunningaanvragen van burgers vastleggen;

• de beslissing op vergunningaanvraag voorbereiden;

• leges innen;

• het vergunningenbestand beheren op geldigheid en termijnen;

• controles uitvoeren op de naleving van vergunningbepalingen;

• vraagbaak zijn voor collega’s voor het volgen van actuele vastgestelde werkwijzen en procedures;

• versiebeheer voeren over formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;

• de voortgang van afhandeling van aangiften monitoren en de termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen te bewaken;

• (persoons-/zaaks)dossiers vormen en beheren;

• opstellen processen-verbaal.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• intake op servicepunten voor vragen, aangiften en vergunningaanvragen;

• service aan burgers en slachtoffers;

• ondersteunende werkzaamheden voor vakgebieden in de uitvoeringspraktijk;

• versiebeheer op formulieren;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het waarschuwen van de betrokken collega en de betrokken leidinggevende bij een dreigende termijnoverschrijding van de behandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• het proactief beheren van de actuele versie van formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;

• het informeren over de voortgang en procedures in het strafonderzoek;

• om in netwerken te participeren ten behoeve van de uitvoering van Intake & Service-activiteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, incl. 1-1-2 meldingen;

• het opnemen en op juistheid van gegevens beoordelen van aangiften;

• het aannemen en op volledigheid beoordelen van vergunningaanvragen;

• het doorsturen van de aangifte naar het relevante vakgebied;

• het vastleggen van vragen, aangiften en vergunningaanvragen;

• het attenderen op netwerk/ketenpartners zoals slachtofferhulp;

• het informeren van slachtoffers over de procedure en de voortgang van het opsporingsonderzoek en het bemiddelen bij schaderegelingen;

• het informeren van aangevers over de behandeling dan wel status van hun aangifte;

• het zijn van vraagbaak voor collega’s voor het volgen van actuele vastgestelde werkwijzen en procedures;

• het voeren van versiebeheer op formulieren, formats voor plannen van aanpak, richtlijnen, handreikingen etc.;

• het monitoren van de voortgang van afhandeling van aangiften en het bewaken van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers,

• het voor beslissing voorbereiden van vergunningaanvragen;

• het innen van leges;

• het beheren van het vergunningenbestand;

• het controleren op naleving van vergunningbepalingen;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.

op de juiste wijze:

• burgers en slachtoffers te woord staan en informeren;

• vragen, aangiften, vergunningaanvragen vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• collega’s informeren over vastgestelde actuele werkwijzen en procedures;

• versiebeheer voeren;

• controles uitvoeren op naleving van vergunningbepalingen;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;

• techniek: documentatiesystemen;

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens);

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

Algemene wet bestuursrecht;

• schadebemiddeling;

• documentatiesystemen;

• versiebeheer;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

° houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

° heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie, met name aanwezig bij baliewerkzaamheden. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op versiebeheer, desondanks wijzigingen niet bekend zijn en een niet actueel formulier, format, richtlijn etc. wordt toegepast in de uitvoeringspraktijk, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Generalist Beveiliging

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

Generalist Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door het zelfstandig uitvoeren van veiligheidsmaatregelen. De Generalist Beveiliging participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen. De Generalist Beveiliging geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers Beveiliging.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek en het maken van afstemmingsafspraken, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen effectiever, efficiënter en veiliger verlopen.

Verbetering Beveiliging

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen, zodat de handhaving van de rechtsorde efficiënter en effectiever verlopen.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers Beveiliging in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen wordt gewaarborgd.

Toezicht – Beveiliging objecten

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

  • Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

  • Het verwijderen van onbevoegden van privéterrein, zodat de te beveiligen persoon niet wordt aangetast in zijn veiligheidsbeleving en/of zijn privacy.

Veiligheidsmaatregelen in en ten behoeve van de Rechtbank

  • Het geven van aanwijzingen en het ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie, zodat de orde in de Rechtbank wordt gewaarborgd (actie-intelligentie).

  • Het uitvoeren van opgedragen justitiële taken zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes, zodat er concrete uitvoering gegeven wordt aan de opgelegde strafmaatregelen van de rechterlijke macht.

Voorverkenning

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijgen van informatie, zodat een basis ontstaat voor preventief te handelen (observatie).

  • Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van beveiligingsoperaties, zodat kan worden vastgesteld of de beveiligingsopdracht conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd.

Beveiliging personen

  • Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer en het verblijf, zodat de te beveiligen persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt en kan verblijven.

  • Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).

Arrestantenverzorging

  • Het optreden als aanspreekpunt, het onderzoeken van en het voorzien in de primaire en specifieke levensbehoeften van arrestanten, zodat het welzijn en de gezondheid van de arrestant worden gewaarborgd.

  • Het begeleiden van arrestanten naar afspraken en het voorbereiden van arrestanten op transport, zodat arrestanten tijdig beschikbaar zijn voor bezoek of transport.

  • Het uitvoeren van administratieve handelingen bij insluiting, het uitvoeren van veiligheidsfouillering, het in bewaring nemen, registreren en onder zich houden van de goederen die de arrestant bij zich draagt, zodat de arrestant geregistreerd staat en het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

(Conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal. Het volgens gestandaardiseerde werkwijzen en richtlijnen (conservatoir) afnemen, veiligstellen en vastleggen van forensisch referentiemateriaal bestaande uit DNA-materiaal zodat het DNA-profiel kan worden opgenomen in de daartoe aangewezen digitale bestanden.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• beveiligde personen;

• beveiligde objecten;

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• veiliggesteld en vastgelegd DNA-materiaal;

• orde in de Rechtbank;

• betekende gerechtelijke stukken en geïnde boetes;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• documenteert (overige) eigen waarneming en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door een grondige voorverkenning van routes en locaties;

• beveiligt het vervoer en verblijf van te beveiligen personen door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen (actie-intelligentie);

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• beveiligt de te beveiligen persoon door te werken aan verhoging van zijn veiligheidsbeleving en privacy;

• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen;

• voert accuraat administratieve handelingen uit bij insluiting en tijdens verblijf;

• gaat zorgvuldig om bij de verzorging van arrestanten en in bewaring genomen goederen;

• bejegent arrestanten op een correcte wijze bij de veiligheidsfouillering bij insluiting tijdens het verblijf;

• beïnvloedt in de Rechtbank de situatie op zodanige wijze dat de voortgang van de rechtsgang niet wordt gehinderd en de orde ter terechtzitting niet wordt verstoord;

• voert opgedragen justitiële taken zorgvuldig uit;

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• persoonsbeveiliging uitvoeren;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering van de omgeving;

• arrestantenzorg verrichten;

• administratieve handelingen uitvoeren ter registratie van arrestanten en goederen die de arrestanten bij zich dragen;

• veiligheidsfouillering toepassen bij insluiting van arrestanten;

• goederen die de arrestant bij zich draagt in bewaring nemen;

• geweldsmiddelen gebruiken;

• opgedragen justitiële taken uitvoeren, zoals het betekenen van gerechtelijke stukken en het innen van openstaande boetes;

• DNA-materiaal afnemen, veiligstellen en vastleggen van personen;

• processen-verbaal opstellen;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• dwangmiddelen toepassen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• locaties/objecten waarin de te beveiligen persoon verblijft;

• routes waarlangs de beveiligde persoon zich beweegt;

• persoonsbeveiliging;

• het cellenblok;

• de verzorging van arrestanten;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het voorverkennen van routes en locaties om vast te stellen of de beveiligingsopdracht conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd;

• het ingrijpen, desnoods met toepassing van geweldsmiddelen bij gevaarsituaties;

• ingrijpen bij escalatie van gedrag of situatie die de orde ter terechtzitting verstoort dan wel de onbelemmerde voortgang van de rechtsgang verhindert;

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• de beveiliging van personen;

• objectbeveiliging;

• het participeren in een netwerk;

• het bewaren van orde in de Rechtbank;

• het uitvoeren van opgedragen justitiële taken;

• arrestantenzorg;

• het geven van aanwijzingen;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het afnemen, veiligstellen en vastleggen van DNA-materiaal;

op juiste wijze:

• gesignaleerde onregelmatigheden melden;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• risico’s van escalatie van situaties en gedrag inschatten;

• DNA afnemen, veiligstellen en vastleggen;

• aanwijzingen geven;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• handelen ter voorkoming, afwering en doorstaan van aanslagen;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot persoonsbeveiliging;

• wapenkunde;

• observatietechnieken;

• interventietechnieken;

• kennis van vreemde talen;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot arrestantenzorg en DNA-materiaal en personen;

• arrestantenverzorging, veiligheidsfouillering;

• Rechterlijke Organisatie;

• procedures in strafvervolging;

• procedures en omgangsvormen in de Rechtbank;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden;

• communicatie(-middelen);

• coaching;

• strafrecht (materieel en formeel);

• geweldsinstructie;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij voorverkenning geen bijzonderheden waren maar later wel degelijk veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen de aanslag toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij de te beveiligen persoon dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject; anderzijds dat effecten in netwerken waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Generalist Tactische Opsporing

Kern van de functie

Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben.

Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen12Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Generalist Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek. De Generalist Tactische Opsporing participeert in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van opsporingsonderzoeken en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek.

De Generalist Tactische Opsporing geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers Tactische Opsporing.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van tactische opsporingsonderzoeken en het maken van afstemmingsafspraken, zodat de vergaring van bewijslast wordt geoptimaliseerd en alle opsporings- en vervolgingskansen worden benut.

Verbetering Tactische Opsporing

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactisch opsporingsonderzoek, zodat tactisch opsporingsonderzoeken efficiënter en effectiever verlopen en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Tactische Opsporing in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek wordt gewaarborgd.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Totstandbrenging bewijslast

Het verzamelen, ordenen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier en het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.

Interpretatie onderzoeksgegevens

Het interpreteren en in samenhang brengen van tactische onderzoeksgegevens, zodat inzicht ontstaat in de toedracht van misdrijven en in de identiteit van de verdachte(n).

Kritische reflectie

Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Processen-verbaal

Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als medewerker in TGO-verband.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• identificatie van verdachten;

• inzicht in de toedracht van misdrijven;

• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• procesdossier;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• voert accuraat (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken uit;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

valideert verzamelde tactische onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende systemen;

interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek uitvoeren;

• dwangmiddelen toepassen;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• processen-verbaal opstellen;

• identificeren van verdachten;

• inzicht geven in de toedracht van misdrijven;

• valideren en vast leggen tactische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• dwangmiddelen toepassen;

• procesdossier samenstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven;

• door (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het documenteren en delen van informatie over achtergronden van niet in het opsporingsonderzoek betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opsporing en/of vervolging;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen van eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactische opsporingsonderzoek;

• de uitvoering van deelonderzoeken bij meer complexe opsporingsonderzoeken op basis van een vastgesteld plan van aanpak van onderzoek;

• het vast leggen van tactische onderzoeksgegevens, bewijslast, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers.

op de juiste wijze:

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• tactische onderzoeksgegevens verzamelen, valideren interpreteren en in samenhang brengen;

• bewijslast verzamelen en beoordelen;

• tactische onderzoeksgegevens, bewijslast, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen opstellen/documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• kritische reflectie toepassen;

• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht, het strafprocesrecht, bestuursrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• verhoortechniek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt. De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op opsporingswerkwijzen bij opsporingspartners.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Generalist Interventie

Kern van de functie

Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) door op te treden in situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen derden of de politie dreigen. De Interventie is geoefend in het gebruik van bijzondere technieken en tactieken en kan worden toegerust met bijzondere bewapening.

Interventie geeft met name uitvoering aan het proces handhaven in de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Interventie komt een aantal specifieke functionaliteiten13Deze Specifieke functionaliteiten zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Specifieke functionaliteiten LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

Generalist Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) door het zelfstandig uitvoeren van interventieactiviteiten. De Generalist Interventie participeert in bestaande netwerken ten behoeve van het efficiënt en effectief uitvoeren van interventieacties en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de interventiepraktijk ter verbetering van de uitvoering van interventie.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van interventieacties en het maken van afstemmingsafspraken, zodat interventieacties efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Verbetering Interventie

Het vanuit de interventiepraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen van de uitvoering van interventieacties, zodat interventieacties efficiënter, effectiever en veiliger kunnen verlopen.

Individuele voorbereiding

Het voorbereiden van eigen interventieacties met een bijzonder gevaarsrisico, zodat tijdens de interventieactie bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen.

Voorverkenning

Het − onder meer door observeren − lokaliseren van verdachten, verkennen van locaties c.q. routes en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van interventieopdrachten, zodat kan worden vastgesteld of de interventieopdracht conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd.

Aanhouden

Het op basis van het plan van aanpak, op stipt bevel en in teamverband, ter uitvoering van een aanhoudingsopdracht, aanhouden en − in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum, tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen − van (vuur)wapengevaarlijke verdachten conform protocollen en procedures, zodat effectief en efficiënt de dreiging die van deze verdachten uitgaat wordt weggenomen.

Bevrijden van slachtoffers

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een bevrijdingsopdracht, interveniëren bij aanslagen, gijzelingen en kapingen, zodat slachtoffers kunnen worden bevrijd.

Beveiligen politie-infiltranten

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, beveiligen van politie-infiltranten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid, zodat de veiligheid van politie-infiltranten wordt gewaarborgd.

Afscherming

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van activiteiten kan plaatsvinden.

Assisteren bij begeleiden transport

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, assisteren in de zorg voor de veiligheid tijdens het vervoer van getuigen, verdachten of gedetineerden waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid dan wel vluchtgevaar, zodat de te beveiligen persoon veilig en zeker op zijn plaats van bestemming aankomt.

Assisteren bij beveiliging objecten

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, assisteren in de zorg voor de veiligheid van objecten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid, zodat vitale infrastructuur wordt beschermd in geval de rechtsorde en/of openbare orde in het geding zijn.

Rapportages

Het vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen en het toelichten van bijzonderheden in rapportages bij aanhoudingen, bij bevrijding van slachtoffers, bij de afscherming van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten en bij beveiliging van personen en objecten, zodat inzicht ontstaat in het verloop van aanhoudingen en beveiligingsoperaties en zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor verbetering in de uitvoering van de uitvoering van interventies.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding).

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• weggenomen terreur/geweldsdreiging;

• aangehouden, tegengehouden en in het uiterste geval uitgeschakelde verdachten;

• bevrijde, ongeschonden slachtoffers van gijzeling en kaping;

• beveiligde objecten;

• beveiligde politie-infiltranten;

• afgeschermd optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• beveiligde transporten van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• rapport voorverkenning;

• inzetdossier;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de interventieactie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s accuraat in en roept tijdig eventueel hulp in;

• bereidt de interventie voor door een grondige voorverkenning van locaties c.q. routes;

• volgt nauwgezet bij het toepassen van geweldsmiddelen de protocollen en procedures;

• houdt verdachten aan, houdt verdachten tegen en, schakelt in het uiterste geval verdachten uit, op stipt bevel van de leidinggevende;

• bevrijdt slachtoffers van gijzeling en kaping zodanig effectief dat ze ongeschonden in veiligheid zijn gebracht;

• beveiligt politie-infiltranten dusdanig dat aanslagen worden voorkomen, afgeweerd of doorstaan en de ware identiteit van de infiltrant geheim blijft;

• schermt het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten effectief af;

• assisteert het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden effectief

• beveiligt het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen of bij vluchtpogingen;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• legt zodanig feiten, omstandigheden en bevindingen rond de inzet vast in een rapportage dat daarmee een basis ontstaat voor opvolging/en/of vervolging en voor verbeteringen in de uitvoering;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• voorverkenning verrichten;

• (vuur)wapengevaarlijke verdachten aanhouden, tegenhouden of in het uiterste geval uitschakelen;

• slachtoffers met toepassing van geweld bevrijden;

• politie-infiltranten beveiligen;

• afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• assisteren bij begeleiden transport van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• dwangmiddelen toepassen;

• geweldsmiddelen toepassen;

• rapport voorverkenning opstellen;

• opstellen processen-verbaal.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• binnen het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen de politie of anderen dreigen;

• de bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum;

• (vuur)wapengevaarlijke verdachten;

• slachtoffers van gijzeling en kaping;

• de georganiseerde zware criminaliteit;

• geradicaliseerde en/of terreurverdachte groepen;

• aangewezen te beveiligen objecten;

• aangewezen te beveiligen politie-infiltranten;

• aangewezen, af te schermen optredens van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• (wisselend) teamverband;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het dusdanig treffen van individuele voorbereidingen, dat hij tijdens de voorverkenning en de interventieactie bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kan nemen die recht doen aan de interventieopdracht, passen in de context en de veiligheid van hemzelf en zijn collega’s;

• het voorverkennen van situaties en bij het uitvoeren van interventieacties;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op het verstoren van de interventieactie, voor de persoonlijke veiligheid en/of de veiligheid van collega’s;

• het ingrijpen, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, bij aanslagen op of bij pogingen tot vluchten van getuigen, verdachten en gedetineerden of bij aanslagen op de politie-infiltrant;

• het delen van informatie over achtergronden van niet in de interventie betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opsporing en/of vervolging;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• het vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen bij aanhoudingen en bij beveiliging van personen en objecten en rapporteert daarover,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• de voorverkenning;

• planmatig/op stipt bevel aanhouden, tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen van (vuur)wapengevaarlijke verdachten;

• het bevrijden van slachtoffers;

• het begeleiden van het transport van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• het beveiligen van politie-infiltranten;

• het afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• objectbeveiliging;

• acute, onvoorspelbare gevaarsituaties die de interventieactie, de eigen veiligheid en/of die van zijn collega’s in gevaar brengen (actie-intelligentie);

• signaleren van en anticiperen op risico’s die de interventieactie, de eigen veiligheid en/of die van de collega’s bedreigen;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

op de juiste wijze

• individuele voorbereidingen treffen;

• voorverkenning uitvoeren en de bevindingen vastleggen in een rapport voorverkenning;

• verrichten van het planmatig/op stipt bevel aanhouden, tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen van (vuur)wapengevaarlijke verdachten;

• slachtoffers bevrijden;

• politie-infiltranten beveiligen;

• het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten afschermen;

• transportbegeleiding uitvoeren;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• geweldsmiddelen toepassen met gebruik van bijzondere technieken en tactieken en bijzondere bewapening;

• risico’s signaleren die de interventieactie, de eigen veiligheid en /of die van de collega’s bedreigen;

• feiten, omstandigheden en eigen bevindingen rond de interventieactie vastleggen en rapporteren;

• participeren in bestaande netwerken;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot interventie;

• Europese en internationale ontwikkelingen in veiligheid en terreurdreiging;

• techniek: methoden, technieken en procedures, met name ook hetgeen in het buitenland wordt ontwikkeld;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen;

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot interventie;

• interventiemethoden en -technieken;

• camouflagemethoden en -technieken;

• observatiemethoden, -technieken en -instrumenten;

• (bijzondere) geweldstechnieken en tactieken;

• (bijzondere) bewapening;

• beveiligingstechniek;

• inzicht in gedrag;

• rapporteren;

• netwerken.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheid- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning, en door extreem fysiek belastende bewegingen bij interventieacties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma bij Interventie is in deze functie aanwezig bij/na een interventieactie. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij uitvoering onvoorspelde veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren die effect hebben op het resultaat van de interventieactie, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen een aanslag op bijvoorbeeld een getuige dan wel een ontsnapping van bijvoorbeeld een vluchtgevaarlijke verdachte toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij interventieacties dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Generalist Observatie

Kern van de functie

Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.

Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten14Deze Specifieke functionaliteiten zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Specifieke functionaliteiten LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Generalist Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het zelfstandig uitvoeren van observatieacties. De Generalist Observatie participeert in bestaande netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van observatieacties. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van observatie. De Generalist Observatie geeft instructies en handreikingen aan Medewerkers Observatie.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van uitvoering van observatieacties en het maken van afstemmingsafspraken, zodat observatieacties efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Verbetering Observatie

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van observatieacties, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan Medewerkers Observatie in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van observatieacties wordt gewaarborgd.

Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen

  • Het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen, zodat deze bedrijfszeker en inzetbaar zijn bij observaties.

  • Het − volgens specificaties uit het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever en efficiënter worden uitgevoerd.

Modificeren en Vervaardigen

  • [werktuigbouw en (fijn-)mechanica] Het – aan de hand van het aangereikte vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van aangereikte werkplaatshandleidingen en technische instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie acties toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

  • [installatie, elektro- en computertechniek] Het – aan de hand van het aangereikte vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van aangereikte elektrotechnische handleidingen en installatie instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur) die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie acties toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

Defecten en storingen

Het − op basis van aangereikte opdrachten − lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische, (elektro)technische systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder werktuigbouw, (fijn)-mechanica, computertechniek, installatietechniek en elektrotechniek, zodat defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/ verholpen en systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen weer inzetbaar zijn.

Voorverkenning

Het verkennen van de situatie ter plaatse en het vastleggen van de meest geschikte posities voor het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van het plan van aanpak voor observaties.

Uitvoeren van observatie

  • Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen, het waarnemen van feiten en omstandigheden en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer, zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden worden vastgelegd ten behoeve van opvolging en/of vervolging.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

Gegevens uit observatie

  • Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

  • Het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, zodat inzicht ontstaat in de gedragingen en/of contacten van de geobserveerde.

Rapportage over gegevens uit observatie

  • Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het rapporteren over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel voor oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Specifieke functionaliteit

Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke functionaliteit.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied)moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;

• geplaatste apparatuur en (technische hulp)middelen;

• te allen tijde bedrijfszekere en inzetbare apparatuur;

• op maat gemaakte apparatuur;

• gemodificeerde cq. vervaardigde op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• gerepareerde/verholpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit observaties;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);

• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;

• zoekt bij de voorverkenning de meest geschikte plaats voor het plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• installeert apparatuur en (technische hulp)middelen zodanig dat de kans op ontdekking minimaal is en de werking optimaal;

op maat vervaardigen dan wel modificeren van toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• lokaliseert secuur en repareert / verhelpt adequaat defecten en storingen;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• maakt − binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties − apparatuur en/of (technische hulp)middelen zodanig op maat dat de bedrijfszekerheid en inzetbaar dezelfde blijft of toeneemt en de kans op ontdekking bij inzet in observatie wordt verkleind;

• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• rapporteert over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• voorverkenning verrichten;

• personen heimelijk waarnemen;

• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;

• apparatuur en (technische hulp)middelen installeren bedoeld voor het heimelijk vergaren van informatie over handelingen en contacten van verdachten;

• apparatuur onderhouden en de voorraad (technische hulp)middelen actueel houden;

• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak voor observaties op maat maken;

• modificeren cq. vervaardigen op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infstracturen en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• repareren/verhelpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• rapportages opstellen van gevalideerde onderzoeksgegevens uit observatie;

• rapportages opstellen − op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit observatie − met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• processen-verbaal opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak voor observaties;

• aanpassen van de op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infstracturen en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);

• het voorverkennen van situaties, bij het plaatsen van apparatuur, bij het uitvoeren van observaties, en bij het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer;

• het onderhouden van apparatuur en het actueel houden van de voorraad (technische hulp)middelen;

• het op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• het valideren en vastleggen in een rapportage van onderzoeksgegevens uit observatie;

• het delen van informatie over achtergronden van niet in de observatie betrokken personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• de voorverkenning van situaties;

• het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• het uitvoeren van observaties;

• het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer;

• risico’s op het verstoren van de observatie, voor de persoonlijke veiligheid en/of op

ontmaskering (actie-intelligentie);

• met het op peil houden van de voorraad (technische hulp)middelen;

• met het − volgens specificatie in het plan van aanpak voor observaties − op maat maken van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

op de juiste wijze

• apparatuur en (technische hulp(middelen) installeren;

• signaleren en anticiperen op risico’s op het verstoren van de observatie, voor de

persoonlijke veiligheid en/of op ontmaskering (actie-intelligentie);

• apparatuur en (technische hulp)middelen onderhouden;

• onderzoeksgegevens uit observatie valideren en vastleggen in een rapportage;

• (overige) eigen waarnemingen documenteren en vastleggen in de daartoe geëigende systemen;

• onderzoeksgegevens uit observatie in samenhang brengen met gegevens uit de context van de observatie en vastleggen in een rapportage met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen;

• participeren in bestaande netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennis en ontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot observatie;

• privacywetgeving;

• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;

• camouflagemethoden en -technieken;

• elektrotechnische handleidingen;

• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of specifieke functionaliteitengerlateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren, en door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen bij het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig aannemen van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de observant wordt ontmaskerd, de apparatuur of het onderscheppen van data of telefonie wordt ontdekt, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Generalist GGP

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp verlenen, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen15Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Generalist GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken. De Generalist GGP participeert in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken (met burgers, bedrijven en instellingen) ten behoeve van gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en maakt afstemmingsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken. De Generalist GGP geeft instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers GGP.

Activiteiten en resultaten

Netwerk

Het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en het maken van afstemmingsafspraken, zodat de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen wordt gestimuleerd en hun veiligheidsgevoel wordt verhoogd.

Verbetering GGP

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.

Werkinstructie

Het geven van instructies en handreikingen aan (Assistenten en) Medewerkers GGP in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van operationele politietaken wordt gewaarborgd.

Toezicht

  • Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde wordt gewaarborgd.

Conflictbemiddeling

Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving verbetert.

Opsporing-VVC

Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Noodhulp

Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter plaatse en het verlenen van directe hulp. Het, eventueel in overleg, nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp aan hen die deze behoeven wordt verleend.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over (werkterreingerelateerde) overtredingen en misdrijven en het opnemen van (werkterreingerelateerde) aangiften, zodat een basis voor opvolging en/of vervolging ontstaat.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden in teamverband (ME, FLEX, GBO, GRIP e.d.).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit en voor de uitvoeringspraktijk;

• geïnstrueerde medewerkers;

• betrokken burgers, bedrijven en instellingen bij (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek;

• gehandhaafde openbare orde;

• oplossingen tussen conflicterende partijen;

• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;

• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;

• processen-verbaal;

• dossiers VVC.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• participeert actief in bestaande netwerken;

• formuleert vanuit de praktijk passende voorstellen ter verbetering van de uitvoering;

• instrueert actief medewerkers middels handreikingen en werkinstructies;

• voert accuraat alle operationele politietaken uit;

• werkt gericht aan de afname van onveiligheidsgevoelens en aan de toename van zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen;

• valideert en documenteert feiten en omstandigheden over overtredingen en misdrijven VVC, en bij (werkterreingerelateerde) aangiften zodanig accuraat dat een solide basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen van verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• geven van werkinstructies en geven van handreikingen;

• alle operationele politietaken uitvoeren;

• (werkterreingerelateerde) aangiften opnemen;

• (werkterreingerelateerde) processen-verbaal opstellen;

• dwangmiddelen toepassen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• participatie in bestaand netwerk;

• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

• de opsporing van daders/aanhouding van verdachten van misdrijven VVC;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• participatie in netwerken;

• verbetervoorstellen voor en vanuit de uitvoeringspraktijk;

• instrueren van medewerkers;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

• het melden van gesignaleerde onregelmatigheden als daarmee naar zijn oordeel normoverschrijdend gedrag kan worden tegengegaan;

• het inroepen van assistentie als hij inschat dat er risico’s zijn op escalatie van situatie of gedrag;

• het documenteren van (overige) eigen waarnemingen en het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• de uitvoering van alle operationele politietaken (toezicht en handhaving met aanwending van strafvorderlijke dwangmiddelen op verdachten, conflictbemiddeling, opsporing VVC en noodhulp);

• het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• het maken van afstemmingsafspraken met netwerkpartners;

• het geven van werkinstructies en handreikingen medewerkers;

op de juiste wijze:

• onderzoeksgegevens VVC verzamelen, valideren en vastleggen;

• dwangmiddelen aanwenden, directe hulp verlenen en regulerende en stabiliserende maatregelen nemen, aangiften, processen-verbaal en (overige) eigen waarnemingen opstellen/documenteren en vastleggen;

• participeren in bestaande (werkterreingerelateerde) netwerken;

• instrueren van medewerkers;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• noodhulp en incidentmanagement;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen;

• netwerken;

• geven van instructie;

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding vakgebied;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 3) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij enerzijds beslissingen die bij incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben, anderzijds dat effecten in netwerken waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Directiesecretaresse/Officemanager

Kern van de functie

Administratie en Secretariaat draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk in staat te stellen hun werkzaamheden uit te voeren met een doelmatige en functionele aanwending van tijd en middelen, verzorgt afspraken, organiseert vergaderingen, maakt verslagen, verstuurt en archiveert deze, bewaakt de voortgang van afgesproken actiepunten en verzorgt correspondentie. Administratie en Secretariaat verzamelt, legt vast, ordent en archiveert bedrijfsgegevens.

Administratie en Secretariaat geeft met name uitvoering aan de processen in de tak Ondersteunen uit het RBP.

De Directiesecretaresse/Officemanager draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van secretariële werkzaamheden. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig secretariële werkzaamheden uit. De Directiesecretaresse/Officemanager bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van secretariële werkzaamheden en maakt uitvoeringsafspraken. De Directiesecretaresse/Officemanager doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van secretariële werkzaamheden en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Directiesecretaresse/Officemanager bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van secretariële werkzaamheden efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van secretariële werkzaamheden, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van secretariële werkzaamheden en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van Secretariaat wordt verhoogd.

Verbetering Administratie en Secretariaat

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak secretariële werkzaamheden en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat een effectievere en efficiëntere organisatie ontstaat.

Informatieverstrekking

  • Het zijn van eerste aanspreekpunt voor vragen van collega’s en/of externen over het team, zodat het team bereikbaar is voor collega’s en externen.

  • Het aannemen van telefoongesprekken aan het team, het beoordelen van aard en doel van de vraag en het doorverbinden dan wel doorverwijzen, zodat de beller bij de juiste collega terecht komt.

  • Het – op verzoek − verstrekken van informatie (brochures, folders) over het team, zodat de verzoeker adequaat bediend is.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat een basis ontstaat voor personeels- en managementinformatie.

Agendabeheer

Het beheren van de agenda van de leidinggevende; het op urgentie en relevantie inschatten van vergaderverzoeken; het bevestigen van afspraken en het afzeggen ervan bij verhindering, zodat de aanwending van tijd optimaal wordt benut.

Vergaderingen en bijeenkomsten

  • Het organiseren van de logistiek rond vergaderingen en bijeenkomsten (locaties, catering, routebeschrijvingen etc.), zodat deze in optimale omstandigheden kunnen plaatsvinden.

  • Het tijdig verspreiden van de vergaderstukken naar de deelnemers, zodat de deelnemers zich optimaal kunnen voorbereiden.

  • Het aanmelden, ontvangen en begeleiden van deelnemers naar vergaderingen en bijeenkomsten, zodat vergaderingen en bijeenkomsten efficiënt en effectief kunnen plaatsvinden.

  • Het verslag leggen van de vergaderingen/bijeenkomsten, zodat het daar besprokene vastligt en een basis ontstaat voor sturing op resultaten.

  • Het archiveren van vergaderstukken en verslagleggingen, zodat afspraken en besluiten vastliggen en een basis ontstaat voor sturing.

Termijnbewaking

Het signaleren wanneer een behandelingstermijn van actiepunten dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat afgesproken actiepunten binnen de afgesproken tijd worden afgehandeld.

Correspondentie

Het concipiëren van brieven van een leidinggevende aan de hand van aangereikte steekwoorden met gebruikmaking van huisstijl en sjablonen, zodat correspondentie geschiedt op een eenduidige en correcte wijze.

Archivering

Het archiveren van aangereikte (vertrouwelijke) documenten en dossiers van en aan de leidinggevende, zodat voldaan wordt aan wettelijke vereisten en bewaringstermijnen.

Faciliteiten

  • Het zijn van aanspreekpunt voor de leidinggevende voor facilitering van de werkplek; het organiseren en monitoren van de behandeling van verzoeken terzake, zodat collega’s optimaal zijn toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

  • Het − ten behoeve van een team − organiseren van de aanwezigheid van faciliteiten; het monitoren van het gebruik van faciliteiten; het voeren van beheer over secretariële archieven, zodat − ook bij (interne) verhuizingen − is geborgd dat collega’s optimaal zijn en blijven toegerust om hun werkzaamheden te verrichten.

Overzichten

Het op aanvraag vervaardigen en verstrekken van standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen, door middel van een zoekopdracht, zodat aan verzoeker een correct overzicht wordt geleverd en een basis ontstaat voor personeels- en managementrapportages.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• afgehandelde dan wel doorverwezen telefonische informatieverzoeken aan een leidinggevende;

• vastgelegde vragen;

• agendabeheer;

• gefaciliteerde en genotuleerde vergaderingen en bijeenkomsten met vooraf geïnformeerde deelnemers;

• in beheerde archiefsystemen vastgelegde (vertrouwelijke) vergaderverslagen, correspondentie, documenten en dossiers;

• bewaakte actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten;

• gefaciliteerde werkplekken;

• verstrekte standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen.

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• handelt klantvriendelijk en accuraat (telefonische) vragen om informatie af, mede door het toesturen van informatiebrochures;

• legt accuraat (telefonische) vragen aan en over de leidinggevende vast in de daartoe geëigende systemen;

• beheert accuraat de agenda van een leidinggevende en autoriseert toegang tot de gezamenlijke agenda;

• bevestigt consequent agenda-afspraken, annuleert − op aanwijzing − afspraken;

• schat vergaderverzoeken in op urgentie en relevantie, organiseert actief de logistiek rond vergaderingen (locaties, catering, routebeschrijvingen); verspreidt tijdig de vergaderstukken naar de deelnemers; regelt adequaat de toegang van deelnemers tot vergaderingen, ontvangt en begeleidt vriendelijk de deelnemers naar de vergadering of bijeenkomst;

• legt accuraat verslag van de vergadering, vraagt eventueel om nadere informatie aan de voorzitter als niet duidelijk is wat wordt bedoeld, legt helder de besluiten, afspraken en actiepunten vast, legt − indien dit procedure is − de notulen ter feitelijke controle voor aan de voorzitter van de vergadering; archiveert consequent de vergaderstukken en notulen;

• bewaakt vasthoudend de nakoming van actiepunten voortkomend uit vergaderingen en bijeenkomsten, waarschuwt tijdig de betrokken collega’s bij dreigende overschrijding van afgesproken termijnen; informeert consequent de betrokken leidinggevende bij overschrijding van afgesproken termijnen;

• stelt brieven in concept op (concipieert) op basis van sjablonen en aan de hand van aangereikte steekwoorden, past daarbij consequent vastgestelde huisstijl toe;

• faciliteert tijdig en met inachtneming van arboregels de werkplek van collega’s door het maken van uitvoeringsafspraken met collega’s in de desbetreffende (facilitaire) vakgebieden, monitoort en stuurt vasthoudend op nakoming van afspraken;

• verstrekt op aanvraag standaard overzichten én − middels gebruik van zoekopdrachten − niet-standaard uit de (archief)systemen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• vragen aannemen, informatie verstrekken en doorverbinden;

• agenda beheren;

• vergaderingen begeleiden (logistiek, vergaderstukken, deelnemers ontvangen);

• notuleren;

• collega’s aanspreken op nakoming actiepunten;

• brieven concipiëren;

• (vertrouwelijke) correspondentie, vergaderstukken archiveren;

• facilitering van werkplekken organiseren;

• standaard én niet-standaard overzichten uit de (archief)systemen verstrekken.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• leidinggevende;

• team.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek dienen zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van administratief secretariële werkzaamheden,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van administratief secretariële werkzaamheden;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van administratief secretariële werkzaamheden;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbeidsomstandighedenwetgeving;

• techniek: registratie-, documentatie en archiefsystemen;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• registratie-, documentatie en archiefsystemen;

• wet- en regelgeving op arbo werkplek;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• notuleren;

• huisstijl van de organisatie;

• affiniteit met en basale kennis van de werkzaamheden van de sector;

• coaching;

• officemanagement;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen van het/de vakgebied(en)/werkterrein(en) waarop het team actief is.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een proactieve gerichtheid op beheer van de agenda, op bewaking van termijnen van afhandeling van actiepunten en op nakoming van uitvoeringsafspraken, in het kader van zaakscoördinatie, door externe factoren agenda-afspraken of actiepuntenafspraken niet worden nagekomen, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Gespecialiseerd medewerker b

Kern van de functie

Gespecialiseerde ondersteuning draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het toepassen van vastgestelde beleidsproducten volgens gestandaardiseerde methoden, technieken en bekende benaderingswijze. Gespecialiseerde ondersteuning geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteuning en de tak Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Gespecialiseerde ondersteuning komt een aantal werkterreinen16Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Gespecialiseerd Medewerker B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de toepassing van vastgestelde beleidsproducten. Hij verricht zaakscoördinatie en past daarnaast zelfstandig beleidsproducten toe. De Gespecialiseerd Medewerker B bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van vastgestelde beleidsproducten en maakt uitvoeringsafspraken. De Gespecialiseerd Medewerker B doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de uitvoering van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Gespecialiseerd Medewerker B bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de toepassing van beleidsproducten efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de toepassing van beleidsproducten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de toepassing wordt verhoogd.

Verbetering gespecialiseerde ondersteuning

Het vanuit de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering formuleren van voorstellen tot verbeteringen in toepassing van beleidsproducten, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat effectiviteit en efficiëntie van de organisatie wordt verhoogd.

Inzet vanuit vakinhoudelijke kennis

Het verrichten van werkzaamheden, het afhandelen van vragen en het aanpakken van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen, zodat deze kennis effectief en efficiënt wordt benut in de bedrijfsvoering.

Ondersteuning van administratie

Het houden van toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s); het beoordelen van de integriteit van vastgelegde informatie en informatiesystemen; het signaleren, documenteren en bijsturen bij afwijkingen, zodat administratieve werkzaamheden en (archief)systemen daadwerkelijk de gegevens en documenten leveren waarmee de effectuering van vastgesteld beleid en vastgestelde doelstellingen wordt ondersteund.

Informatieverstrekking

Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk) met informatie over consequenties van wet- en regelgeving, vastgestelde beleidsproducten, zodat belanghebbenden actueel en vakinhoudelijk zijn geïnformeerd over nieuwe wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde) netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• handelt rechtstreeks vragen af die hem bereiken (al dan niet vanuit de serviceloketten) dan wel verwijst de vragen door voor verdere afhandeling naar de daarvoor verantwoordelijke functionaris;

• ondersteunt actief de informatieverstrekking aan individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk):

• over consequenties van wet- en regelgeving en vastgesteld beleid;

• over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• toepassing vastgestelde beleidsproducten;

• administratie(s).

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek dienen zelfstandig te worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie en regie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze;

• het uitvoeren van de toepassing van beleidsproducten;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid;

• techniek: administratieve systemen en organisatie;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving en (overheids)beleid;

• interne richtlijnen, aanwijzingen, protocollen, normen;

• techniek en administratieve systemen en organisatie;

• gedegen kennis van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke communicatie;

• voorlichting (groepen);

• individueel advies;

• netwerken;

• klachtbehandeling;

• coaching;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein/aandachtsgebied op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor de aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen vakgebied/werkterrein.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve aansturing van de medewerkers, of ondanks juiste en volledige informatieverstrekking aan de belanghebbende(n), deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare fouten maken of verkeerde beslissingen nemen, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Teamchef A

Kern van de functie

Leiding draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Leiding handelt in het perspectief van de politie als totaal.

Leiding stuurt op het bereiken van resultaten, bepaalt, beslist en (be)oordeelt aangaande koers en strategie, beleid, doelstellingen, kwaliteit en kwantiteit van producten & diensten, contracten en plannen van aanpak waaronder ten aanzien van werkwijzen, personeel, middelen en financiën en overige randvoorwaardelijke aspecten.

Leiding: motiveert, stimuleert en inspireert personeel en stuurt op de ontwikkeling van personeel; monitoort en beoordeelt de kwaliteit van geleverde prestaties/producten en beslist op bijsturing en te nemen maatregelen; is resultaat- en financieel verantwoordelijk en verantwoordelijk voor het organisatierendement.

Leiding vertegenwoordigt de Politie.

Leiding geeft met name uitvoering aan processen in de tak Besturen uit het RBP.

De Teamchef A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving, door het dragen van de resultaat- en budgetverantwoordelijkheid voor het behalen van door de naasthogere leidinggevende17De opbouw van functies in het domein Leiding kent op dit moment 4 niveaus: Teamchef (A, B en C), Sectorhoofd, Directeur en Korpschef.De inrichting van nationale politie, hoewel daar in deze opbouw waar mogelijk al rekening mee is gehouden, kan tot wijzigingen leiden.Voor de leesbaarheid is gekozen voor de term ‘naasthogere leidinggevende’ te hanteren ipv Sectorhoofd, Directeur of Korpschef. vastgestelde resultaten in het − in afstemming met de naasthogere leidinggevende opgesteld − team-bedrijfsvoeringplan, voor de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk. Hij stuurt direct een collectief van medewerkers aan waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is.

Activiteiten en resultaten

Leiding en sturing

  • Het leiding geven aan en direct aansturen van een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en waarin de werkzaamheden volgens gestandaardiseerde werkwijzen, nauwgezette richtlijnen en instructies worden uitgevoerd, zodat routinematige werkzaamheden effectief en efficiënt worden uitgevoerd en resultaten worden behaald.

  • Het voeren van (integraal) resultaat-, functionerings-, beoordelings- en ontwikkelgesprekken – en indien nodig voortgangsgesprekken – met zijn medewerkers, zodat − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − de betrokken functionaris weet wat de politieorganisatie van hem verwacht en de politieorganisatie weet wat de functionaris van de organisatie verwacht.

  • Het − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − op- en vaststellen van ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, zodat voor de betrokken functionaris inzicht ontstaat in belonings- en ontwikkelingsperspectief.

  • Het creëren van een veilige werkomgeving, het motiveren en inspireren van medewerkers, en het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers, zodat functionarissen worden uitgenodigd hun capaciteiten optimaal in te zetten voor de politie.

Organiseren

  • Het in afstemming met de naasthogere leidinggevende opstellen van een bedrijfsvoeringplan voor het team en het daarin benoemen van resultaten, prioriteiten en randvoorwaarden, zodat duidelijk is welke de bijdrage van het team moet zijn aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen en welke formatie, middelen, faciliteiten en budget daarvoor beschikbaar zijn.

  • Het vertalen van de teamdoelstelling naar individuele bijdragen van zijn medewerkers door het op- en vaststellen van resultaatafspraken, zodat activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op duidelijke wijze zijn toebedeeld aan de juiste functionarissen, effectief gebruikmakend van hun tijd en hun bekwaamheden en zodoende elke functionaris weet welke resultaten van hem worden verwacht en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het faciliteren van medewerkers met middelen en randvoorwaardelijke aspecten voor het behalen van hun resultaten, zodat functionarissen optimaal worden toegerust en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

Structureren

• Het vertalen in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten van het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan naar organisatiestructuur voor zijn team, het kiezen van de daarin op te nemen LFNP-functies en het ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende, zodat een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.

Realiseren

  • Het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan, zodat de resultaten op de meest effectieve en efficiënte wijze worden behaald.

  • Het kwalitatief en kwantitatief beoordelen van collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers, zodat een basis ontstaat voor (bij)sturing van personele inzet op te behalen resultaten en effecten, en van de wijze waarop deze worden behaald.

  • Het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan; het vaststellen van deze voorstellen; het sturen op implementatie van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken en het sturen op nakoming van afspraken, zodat een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen die buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef A liggen, zodat ook deze verbeteringen kunnen worden geïmplementeerd en daarmee een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoering van het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van besteding van budgetten, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen budget worden behaald.

  • Het afleggen van verantwoording over het behaalde resultaat van het team alsmede over het daarvoor bestede budget aan de hand van de in het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten en effecten en toegekende budgetten, zodat de kwaliteit en kwantiteit van effecten en resultaten kan worden vastgesteld en een basis ontstaat voor het nemen van maatregelen en voor het (toekomstig) sturen op effectiviteit en efficiëntie van het team.

  • Het afleggen van verantwoording over het bestede budget aan faciliteiten voor zijn medewerkers, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen.

Samenwerken

  • Het voeren van regie op de onderlinge samenwerking tussen uitvoerende medewerkers binnen het team, zodat een effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden wordt gewaarborgd.

  • Het participeren in netwerken (van ook externe partners) ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van problematiek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de aanpak van problematiek wordt verhoogd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Plaatsvervanger;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectieve en efficiënte politieorganisatie;

• legitimering van politie in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie moeten kunnen worden behaald, zijn:

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is)

• ten aanzien van leiding en sturing:

• direct, op de uitvoering van routinematige werkzaamheden aangestuurde uitvoerende medewerkers;

• vastgestelde functionering en beoordeling van zijn medewerkers;

• vastgestelde ontwikkelplannen voor zijn medewerkers;

• medewerkers die hun capaciteiten optimaal inzetten voor de politie;

• een veilige werkomgeving;

• ten aanzien van organiseren:

• een in een team-bedrijfsvoeringplan vastgelegde begroting van formatie, middelen, faciliteiten en budget voor een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is;

• een door de naasthogere leidinggevende vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• een, het vastgesteld bedrijfsvoeringplan dekkende toedeling van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers, vastgelegd in resultaatafspraken;

• voor het behalen van hun resultaten gefaciliteerde medewerkers;

• ten aanzien van structureren:

• een − in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten, op basis van het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan en met keuze uit de LFNP-functies uitgewerkte en door de naasthogere leidinggevende vastgestelde organisatiestructuur voor zijn team;

• ten aanzien van realiseren:

• vastgestelde prioriteiten binnen het team-bedrijfsvoeringplan;

• uitgevoerd team-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget, tijdslijn en met op de vastgestelde wijze behaalde resultaten;

• beslissingen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• evaluatie, monitoring en analyse op (de voortgang van):

• de uitvoering van het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan, inclusief de besteding van budgetten;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen,

en zo nodig bijsturing ervan;

• beoordeelde collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers en eventuele bijsturing op hun wijze van inzet;

• verantwoording over budgetten en resultaten, en over de aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• regie op door onderlinge samenwerking tussen uitvoerende medewerkers binnen het team te behalen effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van routinematige werkzaamheden;

• participatie in netwerken.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• geeft in een zodanige stijl leiding aan zijn team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is, dat de in het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten worden behaald binnen budget, binnen de gestelde tijdslijn en op de vastgestelde wijze;

• houdt consequent beoordelings- en functioneringsgesprekken;

• stelt heldere ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op en vast;

• werkt consequent aan een veilige werkomgeving, aan het motiveren en inspireren van medewerkers, en aan het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• dient een reëel team-bedrijfsvoeringplan in ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende;

• deelt op te motiveren gronden aan zijn medewerkers activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe, en stelt daartoe heldere resultaatafspraken voor zijn medewerkers op en vast;

• faciliteert op te motiveren gronden zijn medewerkers in het licht van de te behalen resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• vertaalt in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan naar een passende organisatiestructuur voor zijn team met keuze uit de LFNP-functies en dient deze in bij de naasthogere leidinggevende ter vaststelling;

• ten aanzien van realiseren:

• stelt om redenen van effectiviteit en efficiëntie prioriteiten vast in het team-bedrijfsvoeringplan;

• stuurt vasthoudend op het behalen van de resultaten zoals benoemd in het team-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget en tijdslijn en op de vastgestelde wijze; evalueert, monitoort en analyseert daartoe stelselmatig de voortgang in het behalen van resultaten en de besteding van de budgetten en stuurt zonodig bij;

• toetst hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen, stemt consequent verbetervoorstellen indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef A liggen, af met de naasthogere leidinggevende;

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt zonodig tijdig bij;

• beoordeelt stelselmatig de collectieve en individuele prestaties van medewerkers in relatie tot de te behalen resultaten en stuurt zonodig bij ten aanzien van de wijze van hun inzet;

• verantwoordt beargumenteerd budgetten, resultaten en de aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• voert regie op samenwerking tussen de medewerkers onderling binnen het team met het oog gericht op effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van routinematige werkzaamheden.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is)

• ten aanzien van leiding en sturing:

• leiding geven aan een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is;

• beoordeling en functioneren van zijn medewerkers vaststellen;

• ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op- en vaststellen;

• algemene maatregelen nemen ter bevordering van een veilige werkomgeving voor, en de motivatie, het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• een team-bedrijfsvoeringplan, inclusief begroting, opstellen en ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;

• activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toewijzen aan zijn medewerkers (op- en vaststellen resultaatafspraken) en hen daarvoor faciliteren;

• ten aanzien van structureren:

• in afstemming met de naasthogere leidinggevende de organisatiestructuur inrichten van het team;

• ten aanzien van realiseren:

• prioriteiten stellen in de uitvoering van een vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen beoordelen, (laten) vaststellen en implementeren;

• analyseren, monitoren, evalueren en zonodig bijsturen op:

• de voortgang van te behalen resultaten en van de besteding van het budget;

• de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers beoordelen en eventueel bijsturen op hun wijze van inzet;

• budgetten, resultaten en aan medewerkers verleende faciliteiten verantwoorden;

• ten aanzien van samenwerken:

• regie voeren op de onderlinge samenwerking tussen zijn medewerkers;

• participeren in netwerken.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie en de samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het effectief en efficiënt behalen van kwalitatieve en kwantitatieve resultaten;

• een team gericht op de uitvoering van routinematig werk;

• een collectief van uitvoerende medewerkers;

• in het bedrijfsvoeringplan vastgestelde formatie, middelen, faciliteiten en budget;

• de binnen de sector afgestemde team-organisatiestructuur voor een team gericht op uitvoering van routinematig werkzaamheden;

• de voor het team vastgestelde resultaatafspraken;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering;

• vanuit samenwerking te behalen effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van routinematige werkzaamheden.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• kiest de functionaris bij het geven van leiding aan zijn team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is, uit bestaande leiderschapstijlen voor de stijl die leidt tot de meest optimale resultaten in termen van veilige werkomgeving, gemotiveerde medewerkers, en een resultaatgericht, kostenbewust en effectief en efficiënt werkend team;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het voeren van functionerings-, beoordelings- en voortgangsgesprekken met zijn medewerkers;

• het opstellen van ontwikkelplannen;

• ten aanzien van organiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het opstellen en indienen van een team-bedrijfsvoeringplan;

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers (het opstellen van resultaatafspraken);

• het faciliteren van medewerkers ten behoeve van het behalen van resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• neemt de functionaris het initiatief tot het in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten structureren van de team-organisatie met keuze uit LFNP-functies, ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende;

• ten aanzien van realiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op het behalen van resultaten en/of op besteding van budget indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, het vaststellen ervan en het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van voorstellen tot verbetering die buiten de (beslissings) mogelijkheden van de Teamchef A liggen;

• het bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

• het verantwoorden van resultaten, budgetten en aan medewerkers verleende faciliteiten;

• herkent de functionaris voorstellen tot verbetering die buiten de (beslissings) mogelijkheden van de Teamchef A liggen en waarvoor het gelegitimeerd is tot het in overleg treden met de naasthogere leidinggevende voor het beoordelen en vaststellen ervan;

• ten aanzien van samenwerken:

• neemt de functionaris het initiatief tot het voeren van regie op de onderlinge samenwerking binnen het team.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is)

De functionaris kan:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het direct aansturen van een team, waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is, op het binnen budget en op de vastgestelde wijze behalen van resultaten;

• het creëren van een veilige werkomgeving;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• medewerkers motiveren en stimuleren, en sturen op hun welzijn en ontwikkeling;

• beoordeling en functioneren vaststellen voor zijn medewerkers;

• ontwikkelplannen opstellen voor zijn medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het op- en doen vaststellen van een team-bedrijfsvoeringplan (inclusief begroting van formatie, middelen, faciliteiten en budget);

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan medewerkers;

• het faciliteren van medewerkers voor het behalen van hun resultaten;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• resultaatafspraken op- en vaststellen;

• ten aanzien van structureren:

• de problemen die zich voordoen bij het, in samenwerking met een Bedrijfsvoeringspecialist, structureren van de team-organisatie zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• in de sector-organisatiestructuur passende LFNP-functies kiezen;

• de team-organisatiestructuur ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;

• ten aanzien van realiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op:

• behalen van resultaten en/of op besteding van budget;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen,

indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• evalueren, monitoren en analyseren;

• beoordelen van collectieve en individuele prestaties van medewerkers;

• beoordelen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering;

• verantwoording afleggen over resultaten, budgetten en aan medewerkers verleende faciliteiten.

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering beoordelen en vaststellen dan wel ter beoordeling en vaststelling voorleggen aan de naasthogere leidinggevende indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef A liggen;

• ten aanzien van samenwerken:

• op de juiste wijze de onderlinge samenwerking tussen zijn medewerkers regisseren op het effectief en efficiënt behalen van de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten.

Voldoende beheersing beroepsvaardigheden voor het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies + kan directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoordinatie/gezagsvoering + plannen van aanpak volgens format).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving, beleid, techniek en wetenschap die het vakgebied leiding raken in de relatie politieorganisatie en samenleving.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• resultaatgericht aansturen van een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is;

• Leiding en sturing, Organiseren, Structureren, Realiseren en Samenwerken;

• persoonlijk leiderschap;

• multicultureel vakmanschap;

• inzicht in gedrag;

• richtlijnen, werkwijzen, protocollen en procedures met betrekking tot:

• bedrijfsvoering;

• personeelsbeleid;

• organisatiebeleid en toepassing LFNP;

• budgetterings- en begrotingsmethodieken;

• implementatietechniek;

• analysetechnieken;

alsmede:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken die betrekking hebben op de werkzaamheden op het betreffende vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied waarover leiding wordt gegeven;

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• participeert in netwerken van leidinggevenden waarin informatie rond sturen en leiderschap wordt gedeeld, zodat het (persoonlijk) leiderschap wordt bevorderd.

• participeert in netwerken op het vakgebied/werkterrein of aandachtsgebied dat relevant is voor de door zijn team te behalen resultaten, zodat er een basis is voor het stellen van prioriteiten in de uitvoering van het vastgestelde bedrijfsvoeringplan, voor het formuleren van de benodigde kwalitatieve inbreng en inzet van zijn medewerkers, voor het beoordelen van deze inzet en inbreng, en voor het beslissen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering.

• raadpleegt actief kennisbronnen.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in leidinggeven + werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, voor het geven van leiding aan teams waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard en routinematig is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie- en/of werkterrein- en/of aandachtsgebiedgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Kans op confrontatie met menselijk leed is in deze functie aanwezig door het vanuit de zorg voor personeel deelgenoot worden van het leed en de problemen die bij personeelsleden spelen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering / aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid op het behalen van resultaten en op het werken binnen budget, deze door externe factoren zoals verhoogd werkaanbod of verhoogd ziekteverzuim (bijvoorbeeld een griepgolf) niet kunnen worden gerealiseerd, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering / aanmerkelijk ingeschat op gering.

Medewerker Techniek C

Kern van de functie

Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen, werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.

Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen18Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Techniek C draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden uit. De Medewerker Techniek C bouwt en onderhoudt (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden en maakt uitvoeringsafspraken. De Medewerker Techniek C doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden en implementeert vastgestelde verbeteringen.

De Medewerker Techniek C bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van technische werkzaamheden efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van technische werkzaamheden wordt verhoogd.

Verbetering Techniek

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat effectiviteit en efficiëntie van de organisatie wordt verhoogd.

Preventief onderhoud

  • [mechanica] Het – ook waar werkplaatshandleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties en preventieve onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen; het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van totale revisie/overhaul, zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de (vervoers)middelen en werktuigen steeds inzetbaar zijn.

  • [elektrotechniek] Het – ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties, preventieve onderhoudswerkzaamheden en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur), zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de elektronische en elektrotechnische systemen en installaties steeds beschikbaar zijn.

Defecten en storingen

  • Het − op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan technische systemen en installaties van voer-, vaar- en/of vliegtuigen en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder motorvoertuigentechniek, elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica, hydraulica en werktuigbouw (mechanica) en/of het lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische systemen en installaties die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur (elektrotechniek), zodat ook meeromvattende defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/verholpen en systemen en installaties weer inzetbaar zijn.

Administratie

  • Het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties, zodat deze gegevens voor derden inzichtelijk zijn en er input is voor het op- dan wel bijstellen van onderhoudschema’s.

  • Het opstellen en uitreiken van gebruikershandleidingen na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur, zodat gebruikers op de hoogte zijn van de (nieuwe) mogelijkheden en deze effectiever en efficiënter kunnen toepassen.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• uitgevoerde inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen;

• uitgevoerde onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;

• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan vervoersmiddelen;

• uitgevoerde revisies/overhaul;

• gerepareerde/verholpen defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen;

• op maat vervaardigde dan wel modificeerde apparatuur en technische (hulp)middelen;

• op voorraad liggende gebruiks- en verbruiksartikelen en (reserve) onderdelen in goede staat;

• rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties;

• van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte zijnde gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde) netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• voert adequaat en accuraat periodieke inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen uit, alsmede totale revisie/overhaul, ook waar werkplaatshandleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden;

• verricht adequaat en accuraat periodieke inspecties, preventieve onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen, ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden;

• lokaliseert secuur defecten en storingen aan vervoersmiddelen, met name die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica, hydraulica en werktuigbouw;

• lokaliseert secuur defecten en storingen aan technische systemen en installaties, met name die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur;

• repareert/verhelpt adequaat defecten en storingen;

• rapporteert nauwkeurig over bevindingen uit onderhoud, diagnoses van defecten en storingen van uitgevoerde reparaties;

• stelt consequent gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte en instrueert hen helder.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• periodieke inspecties en (preventieve) onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen verrichten, alsmede totale revisie/overhaul, ook waar werkplaatshandleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden;

• periodieke inspecties, preventieve onderhouds-, en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen verrichten ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden;

• defecten en storingen aan (vervoers)middelen en werktuigen verhelpen/repareren, met name die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder motorvoertuigentechniek, elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica, hydraulica en werktuigbouw;

• defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen verhelpen/repareren, met name die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur;

• bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties in rapportages vastleggen;

• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• inspectie, (preventief) onderhoud en reparaties aan (vervoers)middelen en werktuigen;

• inspectie, preventief onderhoud, installatie en reparaties aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• combinatie van technieken;

• technische werkplaats en op locatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek dienen zelfstandig te worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving, gevaarlijke stoffen;

• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek; installatietechniek; motorvoertuigentechniek;

• wetenschap: bèta.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• werkplaatsnormen;

• all round techniek, motorvoertuigentechniek en elektrotechniek;

• werktuigbouw;

• kennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;

• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en werktuigen;

• passieve kennis van de Engelse taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen het vakgebied/ werkterrein.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door, veelvuldig staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het werken in soms onnatuurlijke houdingen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden, het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij het bedienen en repareren van technische systemen, dan wel kans op elektrische schokken bij het werken aan elektrische en elektronische apparatuur en installaties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorbereiding en afstemming, omvangrijke reparaties op onvoorziene problemen stuiten,daarmee uitlopen en de inzet van vervoersmiddelen dan wel installaties in het gedrang komt, en dit zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Docent A

Kern van de functie

Docenten dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op te leiden tot competente medewerkers, die daarmee beschikken over politiespecifieke kennis, vaardigheden en gedragskenmerken (competenties), in overeenstemming met de gevraagde deskundigheid in hun (beoogde) functie, voor nu en in de toekomst. Docenten ontwikkelen onderwijspakketten die nauw aansluiten aan de actuele deskundigheidsvereisten in vastgestelde functies van de Nederlandse Politie.

Docenten geven met name uitvoering aan het proces Ontwikkelen en Inzetten Personeel uit de tak Ondersteuning en aan de processen in de tak Verbeteren uit het RBP.

De Docent A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op te leiden tot competente medewerkers, passend bij de (beoogde) functie van de cursist(en). Hij verzorgt daartoe op de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende theorielessen en vaardigheidstrainingen. Hij volgt daarbij standaard lesmodules voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken, noodzakelijk voor het mogen uitoefenen van bevoegdheden (certificeringvereisten). Hij neemt ten slotte proeven van bekwaamheid af en rapporteert hierover.

Activiteiten en resultaten

Plannen van aanpak

Het − op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van cursisten − opstellen van individuele studieadviezen in de vorm van plannen van aanpak mede aan de hand van beschikbare formats voor het door de cursist bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

Doceren

  • Het geven van (vaardigheids)trainingen aan de combinatie cursisten en dieren (honden en paarden), zodat zowel de cursist, het dier en de combinatie inzetbaar zijn en blijven.

  • Het geven van (vaardigheids)trainingen aan cursisten op het vaardig worden in het toepassen van (gewelds)middelen, zodat de cursist optimaal vaardig is in de toepassing van (gewelds)middelen.

  • Het geven van theorielessen op het toegewezen aandachtsgebied volgens standaard lesmodules, zodat de cursisten competente medewerkers worden voor hun (beoogde) functie.

Studiebegeleiding

Het zijn van aanspreekpunt voor de cursist in zijn training/opleiding; het volgen en beoordelen van diens voortgang in de verwerving van competenties; het met individueel advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid begeleiden van cursisten, zodat de cursist inzicht heeft in zijn ontwikkeling tijdens de opleiding en in zijn bekwaamheden.

Examineren

Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn op het vakgebied voor de cursist en het hierover rapporteren, zodat bij positief resultaat de cursist in het bezit is van het geldende certificaat of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de cursist.

Netwerken

Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard) lesmateriaal en op het gebied van de inzet van Honden c.q. Paarden ten aanzien van training en africhting en het scouten van dieren −, zodat het onderwijs steeds actueel aansluit op de (beoogde) functie van de cursist en − in het kader van inzet van Honden c.q. Paarden − er te allen tijde beschikt kan worden over (nieuwe) dieren.

Verbeteren

  • Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de toepassing van standaard lesmodules, zodat de kwaliteit van doceren wordt verhoogd.

  • Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen ten aanzien van de inhoud van de standaard lesmodules, zodat de standaard lesmodules actueel aansluiten op de (beoogde) functie van de cursist.

  • Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van doceren en in de toepassing van standaard lesmodules, zodat het geboden onderwijs actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften en de (beoogde) functie van de cursist.

Ontwikkelen

Het betrekken van praktijkvoorbeelden in de lessen/trainingen, zodat theorie wordt omgezet naar praktijk en de standaard lesmodules altijd actueel aansluiten op de belevingswereld van de cursist.

Beschikbaarheid en africhten van honden en paarden

  • Het doen van voorstellen tot aanschaf of vervanging van honden en paarden, zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) honden en paarden.

  • Het africhten van honden en paarden, zodat de dieren voldoen aan het basisniveau voor politietraining, en koppeling aan de begeleider, zodat daarna de combinatie getraind kan worden voor certificeringvereisten.

Analyse en advies

Het − op grond van herkennen van patronen in afgenomen proeven van bekwaamheid − formuleren van voorstellen voor mogelijke verbeteringen in het rendement van (vaardigheids)trainingen en het daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit in het via (vaardigheids)trainingen verwerven van competenties wordt verhoogd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak (individuele studieadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering in de wijze van doceren en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmodules;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• op theorie tot competente medewerkers opgeleide cursisten;

• tot inzetbare combinaties van mens en dier getrainde ‘cursisten’;

• het omgaan met (gewelds)middelen competente cursisten;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten);

• verbetervoorstellen vanuit de praktijk;

• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan studieadvies;

• analyse en advies terzake de optimale koppeling van dier aan begeleider;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het via vaardigheidstrainingen opleiden tot competente medewerkers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de cursist met een helder plan van aanpak voor het verwerven van zijn competenties;

• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen; maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• formuleert heldere studieadviezen op het individu gericht;

• formuleert vanuit de praktijk, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de inhoud van standaard lesmodules;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• brengt cursisten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;

• stelt − op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn cursisten − actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven van competenties middels (vaardigheids)trainingen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van cursisten door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen (individuele studieadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk formuleren ten behoeve van verbetering in de wijze van doceren en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmodules;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• adviseren over betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven op het hem toegewezen aandachtsgebied;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• vastgestelde verbeteringen in de praktijk implementeren;

• op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn cursisten, leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke rendementsverhoging in het verwerven van competenties middels (vaardigheids)trainingen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• cursisten;

• onderwijs/scholen;

• begeleiding van competentieverwerving op basis van:

• plannen van aanpak in de vorm van studie-advies op basis van beschikbare formats;

• leerbehoefte en instapniveau van de cursisten;

• aangereikte standaard lesmodules;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functies van de cursisten.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• bij het doceren/trainen, studiebegeleiding en examineren;

• het opstellen van (individuele) studieadviezen;

• bij de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• bij het bouwen aan en onderhouden van netwerken;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het uitvoeren van analyses op de competentieverwerving van zijn cursisten;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in (vaardigheids)trainingen;

• het formuleren van (individuele) studieadviezen;

• het doceren/trainen en examineren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• het doceren/trainen;

• het examineren;

• het opstellen van plannen van aanpak − op basis van beschikbare formats − voor het competentieverwervingstraject van zijn cursisten;

• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in competentieverwerving via (vaardigheids)trainingen;

op de juiste wijze:

• doceren;

• examineren;

• analyses uitvoeren op de competentieverwerving van zijn cursisten en adviseren;

• netwerken bouwen en onderhouden;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud van de opleiding;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: didactiek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor doceren, studiebegeleiding en examineren op het hem toegewezen aandachtsgebied;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analyse (patronen en verbanden);

• advisering;

• examinering;

• coaching;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook individuele begeleiding aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie, ondanks de specifieke getraindheid op juist deze oefeningen, toch beperkt aanwezig door het voorgaan in en deelname aan oefeningen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is, eveneens vanwege de specifieke getraindheid op juist deze oefeningen, op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens trainingen, en dit zich voor de docent desondanks terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het aandachtsgebied. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering, algemeen bekend is dat er een mate van risico is verbonden aan deelname aan trainingen.

Senior Intelligence

Kern van de functie

Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.

Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.

De Senior Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van Intelligenceactiviteiten. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig Intelligenceactiviteiten uit. De Senior Intelligence bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intelligence-activiteiten en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Intelligence doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van Intelligenceactiviteiten en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Intelligence bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van Intelligence-activiteiten efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van Intelligenceactiviteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intelligence-activiteiten en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van Intelligenceactiviteiten wordt verhoogd.

Verbetering Intelligence

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van Intelligenceactiviteiten, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.

Verzamelen gegevens

Het op basis van een vastgesteld plan van aanpak bijeenbrengen van gegevens uit open en gesloten bronnen, mede uit andere vakgebieden, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Gegevensbewerking

  • Het interpreteren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

  • Het in samenhang brengen van gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

  • Het toepassen van analyse op gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.

Veiligheidsinformatieproducten

  • Het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Kritische reflectie

Het vanuit analytisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van de veiligheidsinformatieproducten wordt verhoogd.

Tegenspreken

Het op aanwijzing en vanuit Intelligenceperspectief optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld.

Verstrekken en rapporteren van informatie

Het rapporteren van bevindingen uit de gegevensbewerking en het verstrekken van veiligheidsinformatieproducten, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en toegewezen, optreden als:

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Tegenspreker;

  • Informatiecoördinator.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• verzamelde, op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde, en in de context geïnterpreteerde gegevens;

• in samenhang gebrachte en geanalyseerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden;

• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;

• betrouwbare gegevensbestanden;

• vanuit samenhang en analyse van gegevens uit verschillende gegevensbestanden zichtbaar gemaakte patronen en verbanden;

• rechtmatige bewijslast;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproble-matiek/criminele aandachtsvelden (veiligheidsinformatieproducten);

• standaardoverzichten (loketfunctie);

• rapportages van bevindingen uit gegevensbewerking;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie) en deze gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat er een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;

• controleert stelselmatig de juiste en correcte invoer van gegevens;

• interpreteert gevalideerde gegevens zodanig dat ze betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen;

• analyseert zodanig systematisch de samenhang in gegevens uit verschillende gegevensbestanden en uit verschillende context, dat er conclusies kunnen worden getrokken voor hun consequenties ten aanzien van veiligheidsproblematiek en/of criminele aandachtsvelden;

• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;

• rapporteert en verstrekt de bevindingen uit de gegevensbewerking − waaronder de veiligheidsinformatieproducten −, zodanig dat de uitvoeringspraktijk en de informatieopdrachtgevers worden voorzien van actuele relevante informatie;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• gegevens verzamelen, valideren, vastleggen en archiveren;

• controle uitvoeren op de juiste en correcte invoer van gegevens;

• gegevens interpreteren in hun context;

• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/ criminele aandachtsvelden opstellen;

• standaardoverzichten (loketfunctie) en veiligheidsinformatieproducten verstrekken;

• processen-verbaal opstellen;

• − op aanwijzing − als tegenspreker optreden.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende) problematiek;

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• de vakgebieden in het domein Uitvoering;

• in het kader van de informatiegestuurde politie;

• met vertrouwelijke en geheime informatie;

• met persoonsgebonden gevoelige informatie;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig te worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van intelligenceactiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van Intelligenceactiviteiten;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen.

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van Intelligenceactiviteiten;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intelligenceactiviteiten (gegevens (heimelijk) vergaren, verzamelen, bewerken, verstrekken) en de omgang met gevoelige en geheime informatie;

• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens;

• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen (met name psychologie);

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);

• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;

• open en gesloten bronnen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechniek;

• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;

• inzicht in gedrag;

• kennis van vreemde talen;

• gesprekstechniek;

• coaching;

• netwerken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid en terreur op de voet.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien veiligheidsinformatieproducten op grond van de dan aanwezige informatie en volgens de dan actuele analysetechnieken tot stand worden gebracht, maar zich desondanks niet voorziene incidenten voordoen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Docent IBT A

Kern van de functie

Docenten IBT dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie, door het begeleiden van individuen en teams, voor- en observerend in- de uitvoeringspraktijk, om steeds aan het (gevraagde) actuele vakbekwaamheidsniveau te (kunnen blijven) voldoen én de continuïteit van de duurzame operationele inzetbaarheid van steeds moedige, kundige en vaardige politiemedewerkers te behouden, met als doel rendementsverbetering in de uitvoeringspraktijk.

Docenten IBT zijn voor de uitvoeringspraktijk werkzaam om vanuit participerende observatie (in samenspraak) de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van;

Bijstelling en bijsturing van de toepassing en de toepasbaarheid van kennis en vaardigheden, Bijstelling en bijsturing t.a.v. opleidings- en trainingsplannen,

Kwaliteitsanalyse van opleidings- en trainingsprogramma’s,

Beoordeling van het vakbekwaamheidsniveau van het individu en het team.

Door het daadwerkelijk, voor- en observerend- in de uitvoeringspraktijk werkzaam te zijn onderhoudt en optimaliseert de docent zijn eigen kennis, vaardigheden en competenties en legt de verbinding tussen de gevraagde vakbekwaamheid en de vakbekwaamheid van de docent IBT.

Docenten IBT geven met name uitvoering aan de processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren RBP.

De Docent IBT A draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het geven van IBT aan individuen en teams.

  • De Docent IBT A verzorgt daartoe praktijkgerichte en op de functie aansluitende trainingen.

  • De Docent IBT A volgt daarbij (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding.

  • De Docent IBT A stelt – in het kader van voorbereiding- mede aan de hand van beschikbare formats -plannen van aanpak op voor de uitvoering van IBT.

  • De Docent IBT A bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak en maakt uitvoeringsafspraken.

  • De Docent IBT A doet, mede vanuit onderwijskundig, didactisch of pedagogisch oogpunt, voorstellen ter verbetering van de aanpak van IBT en implementeert vastgestelde verbeteringen.

  • De Docent IBT A bevordert als mentor de professionaliteit van medewerkers.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Training – Begeleiding- Coaching

  • Het geven van begeleiding (leraar, coach en begeleider) en (vaardigheid) trainingen aan een politiemedewerker (individueel en in teamverband) en daarbij signaleren van leermomenten, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft (het toepassen en gebruiken van (gewelds) middelen, principes, procedures en vaardigheden) en de politiemedewerker daarmee inzetbaar is en blijft.

  • Het geven van theorielessen volgens standaard (én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft.

  • Het in de uitvoeringspraktijk trainen en observeren – ook onder stressvolle omstandigheden-, zodat vanuit IBT didactisch geanticipeerd kan worden op specifieke gedragingen en reacties door politiemedewerkers en teams.

  • Het voorbereiden van de eigen inbreng (IBT) in de uitvoeringspraktijk, zodat tijdens de IBT in de uitvoeringspraktijk bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die IBT kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, en de uitvoering van IBT kan blijven door lopen.

Beoordelen

  • Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn op het vakgebied voor de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat bij een positief resultaat de politiemedewerker gecertificeerd/bevoegd blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

  • Het beoordelen van vakbekwaamheid die relevant is voor het vakgebied van de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat inzicht is in het vakbekwaamheidsniveau en de bevoegdheid gecontinueerd/gehandhaafd wordt/blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

Plannen van aanpak

Het – op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van politiemedewerkers – opstellen van individuele begeleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak mede aan de hand van beschikbare formats voor het door de politiemedewerker bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

Netwerken

  • Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van IBT voor het gewenste vakbekwaamheidsniveau, zodat de politiemedewerker actueel inzetbaar is.

  • Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor IBT, zodat de politiemedewerker actueel toegerust is.

Verbeteren

  • Het vanuit analyse van de praktijk van IBT formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van IBT en ten aanzien van inhoud en toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de kwaliteit van IBT wordt verhoogd en de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal aansluit op het onderwijs en op de (beoogde) functie van de politiemedewerker en het vakbekwaamheidsniveau.

  • Het vanuit analyse van de praktijk van IBT formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van IBT (principes, procedures en vaardigheden), zodat daarmee het onderwijs van de politiemedewerker efficiënter en effectiever verloopt.

  • Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van IBT en in de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de geboden IBT actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de functie van de politiemedewerker.

Analyse en advies

  • Het – op grond van herkennen van patronen in en tijdens trainingen en afgenomen toetsen (bv. proeven van bekwaamheid) – adviseren over mogelijke verbeteringen in het rendement van (vakbekwaamheid) trainingen aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit in het via (vakbekwaamheid) trainingen verwerven van competenties wordt verhoogd.

  • Het op basis van analyse adviseren tot aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren), zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) middelen (voertuigen, gewelduitrusting, dieren).

Begeleiding vakbekwaamheidsniveau

Het zijn van aanspreekpunt voor een politiemedewerker/team in de training/opleiding/inzet in operatie; het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van vaardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid en vakbekwaamheid begeleiden van politiemedewerkers, zodat een politiemedewerker/team inzicht heeft in de ontwikkeling tijdens de IBT en in de bekwaamheden.

Inzet en inbreng voor de uitvoeringspraktijk

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek voor de uitvoeringspraktijk, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Docent IBT A voor het opstellen van plannen van aanpak door de uitvoeringspraktijk.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van de trainingssituatie naar het overdragen voor interventies op een incident in de uitvoeringspraktijk, zodat direct uitvoering gegeven wordt aan de op dat moment noodzakelijke en vereiste politietaak.

Ontwikkelen

Het betrekken van praktijkvoorbeelden in de trainingen/begeleiding, zodat de theorie daar aangekoppeld juist toegepast en herkend wordt in de uitvoeringspraktijk en het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal altijd actueel aansluit op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• – mede op basis van observaties uit uitvoeringspraktijk – begeleiding, (vaardigheids)training, coachen en theorielessen;

• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• gebouwde en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, gemaakte uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit observatie van de praktijk ten behoeve van verbetering in de wijze van IBT en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmateriaal en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied (IBT) en op aangereikte gegevens en observatie in de praktijk, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners – aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid – terzake het rendement van het via IBT toerusten van medewerkers op steeds de actuele toegesneden vakbekwaamheidsvereisten;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• op theorie tot vakbekwame opgeleide politiemedewerkers;

• het omgaan met (gewelds)middelen door vakbekwame medewerkers;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten);

• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan advisering ten aanzien van het begeleiden van politiemedewerkers naar verdere vakvolwassenheid en vakbekwaamheid;

• ten aanzien van vakvolwassenheid en vakbewaamheid begeleide politiemedewerkers en teams;

• op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team steeds actueel aansluitend standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• teruggedrongen veiligheidsrisico’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de politiemedewerker met een helder plan van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) voor het verder verwerven en behouden van zijn vakbekwaamheid;

• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen en maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• formuleert heldere begeleidingsadviezen op het individu gericht;

• formuleert vanuit de praktijk, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van IBT ten aanzien van de inhoud van standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• brengt medewerkers op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van vakbekwaamheid;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;

• stelt − op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn toegewezen politiemedewerkers en team− actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van vakbekwaamheid middels (vaardigheids)trainingen en begeleiding;

• bevordert actief de vakbekwaamheid van politiemedewerkers door begeleiding, (vaardigheids)training, theorielessen en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• het actief en op maat ontwikkelen van standaard lesmateriaal.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak opstellen voor IBT;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk formuleren ten behoeve van verbetering in de wijze van IBT en ten aanzien van de (toepassing van) het standaard en op maat gesneden lesmateriaal;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• adviseren over betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden, trainen van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakbekwaamheid;

• coaching, theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• vastgestelde verbeteringen in de praktijk implementeren;

• op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn toegewezen politiemedewerkers en team, leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke rendementsverhoging in het verwerven en behouden van vakbekwaamheid middels (vaardigheids)trainingen en begeleidingen;

• analyseren, concluderen en adviseren vanuit IBT tbv de uitvoeringspraktijk;

• terugdringen veiligheidsrisico’s.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijk, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn en tegenstrijdige belangen kunnen spelen;

• (politie)medewerkers;

• onderwijs/scholen;

• begeleiding en training van vakbekwaamheidsverwerving en -behoud op basis van:

• plannen van aanpak in de vorm van individueel begeleidingsadvies op basis van beschikbare formats; leerbehoefte en instapniveau van de politiemedewerker;

• aangereikte standaard en op de actualiteit toegesneden les materiaal;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functies van de politiemedewerkers en het team;

• conflicterende partijen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• bij het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;

• het opstellen van (individuele) begeleidingsadviezen;

• bij de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• bij het bouwen aan en onderhouden van netwerken.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het uitvoeren van analyses op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers en team;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in IBT;

• het formuleren van (individuele) begeleidingsadviezen;

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak voor IBT;

• het voeren van (voortgangs)gesprekken met de door hem begeleide medewerkers ten behoeve van de ontwikkeling, het toetsen en het beoordelen van het vakbekwaamheidsniveau;

• bij het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het van uit monitoring van de uitvoeringpraktijk infomeren over trends en ontwikkelingen en verwerken voor het vakgebied IBT;

• het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;

• het bevorderen van deskundigheid door training, begeleiding en coaching, door begeleiding vakbekwaamheidsniveau en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakbekwaamheid;

• het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk en het op basis hiervan trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar relevante informatie en adviezen;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen, die de IBT kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van IBT naar het overdragen van de sturing bij een incident in de uitvoeringspraktijk;

• de uitvoering van IBT;

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan: de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van netwerken met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het trainen, begeleiden en coachen;

• het toetsen, beoordelen en examineren;

• het opstellen van plannen van aanpak − op basis van beschikbare formats − voor IBT- voor toegewezen politiemedewerkers en team;

• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in vakbekwaamheidsverwerving via IBT;

• het analyseren, trekken van conclusies en adviseren ten behoeve van de ontwikkeling van IBT,

op de juiste wijze:

• trainen, begeleiden en coachen;

• toetsen, beoordelen en examineren;

• analyses uitvoeren op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers en team en adviseren;

• netwerken bouwen en onderhouden;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• gesprekken voeren in het kader van IBT;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• analyseren, concluderen en adviseren.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisont- wikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de uitvoeringspraktijk;

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud van IBT

• methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen en didactiek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor IBT en toetsen, beoordelen en examineren van het vakbekwaamheidsniveau;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechnieken (patronen en verbanden);

• advisering;

• ontwikkeling standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

• noodhulp en incidentmanagement;

• documentatie- en registratiesystemen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;

• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Basis(vak)-kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook IBT (individuele en team) aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek Risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie, ondanks de specifieke getraindheid op juist deze oefeningen, toch beperkt aanwezig door het voorgaan in en deelname aan oefeningen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is, eveneens vanwege de specifieke getraindheid op juist deze

oefeningen, op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch Risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst

hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens IBT, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal

gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering.

Stuurman Zeevaart

Kern van de functie

Scheepvaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen onder vaak bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen.

Scheepvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en de tak Verbeteren uit het RBP.

De Stuurman Zeevaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen

en door het − in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak. De Stuurman Zeevaart navigeert en manoeuvreert het vaartuig. Hij handelt naar maatstaven van goed zeemanschap. De Stuurman Zeevaart bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken en maakt uitvoeringsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de praktijk tot verbeteringen in de uitvoering en implementeert vastgestelde verbeteringen.

De Stuurman Zeevaart bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Navigeren/manoeuvreren

  • Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder weerberichten, raadplegen NTM, navigatieberichten, etc.); het bestuderen van de relevante (zee) navigatiekaarten; het uitzetten van de koers, zodat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het communiceren met belanghebbenden (dienstleiding, havenoperatiecentrum, schepen, etc.), zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt.

  • Het na vaststelling van de zeewaardigheid van het vaartuig, ontmeren, navigeren en manoeuvreren en aanmeren naar maatstaven van goed zeemanschap, zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage, ook tijdens de vaart, zodat passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen gaan.

  • Het geven van radaraanwijzingen en/het varen onder radaraanwijzingen, zodat een veilige koers en vaart van het vaartuig en overige vaartuigen wordt bevorderd.

Actie-intelligentie

Het tijdens de vaart adviseren aan de gezagvoerder op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, zodat veiligheid van schip en opvarenden steeds worden gewaarborgd.

Controle en onderhoud

  • Het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting, zodat gebreken tijdig gesignaleerd worden.

  • Het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig, zodat een basis ontstaat voor de beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken aan de gezagvoerder, zodat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn.

Keep the ship clean

Het (toezien op het) schoonhouden van vaartuig en scheepsinstallaties, zodat de opvarenden van een opgeruimde hygiënische omgeving gebruik kunnen maken.

Scheepsadministratie

  • Het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie (scheepslogboek, dek- en machinekamerjournalen), zodat verantwoording plaatsvindt aan de gezagvoerder over de koers, vaart, positie en operationele staat van het schip.

  • Het vastleggen in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles, zodat actuele gegevens voor belanghebbenden beschikbaar zijn.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering ondersteuning met behulp van vaartuigen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

Verbeteren

Het op basis van gesignaleerde knelpunten tussen de mogelijkheden van inzet van het vaartuig en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden adviseren aan de gezagvoerder, zodat alle nautische mogelijkheden worden benut en een basis ontstaat voor verhoging van rendement van inzet.

Werkinstructies

Het geven van instructies en handreikingen aan collega’s in de dagelijkse praktijk, zodat de kwaliteit van de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek wordt gewaarborgd.

Rolaanduiding

De Stuurman Zeevaart kan, mits aangewezen en gecertificeerd, optreden als Gezagvoerder Binnenvaart/Bootcommandant (met name small fast craft en fast offshore craft, waaronder rigid-inflatable boats).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectieve en efficiënte werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• tijdige, veilige en conform procedures verlopen vaart van het schip;

• maximaal rendement van de inzet van het vaartuig in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• veilige en ongeschonden passagiers en bagage tijdens em- en debarkatie;

• het geven van radaraanwijzingen en/ het varen onder radaraanwijzingen;

• uitgevoerde periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting;

• rapportage van eventuele gebreken;

• op orde zijnde scheepsadministratie en administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• schoon vaartuig, hygiënische scheepsinstallaties;

• begeleide leerling-stuurlieden;

• instrueren collega’s;

• voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• adviezen met betrekking tot de inzet van het vaartuig.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;

• geeft adequaat advies aan de gezagvoerder over de zeewaardigheid van het vaartuig;

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• ontmeert, navigeert en manoeuvreert en meert aan, zodanig alert en naar maatstaven van goed zeemanschap dat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• embarkeert en debarkeert opvarenden en hun bagage (ook tijdens de vaart) zodanig dat passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen gaan;

• geeft schepen bij uitval van hun radar adequate radaraanwijzingen; vaart secuur onder radaraanwijzingen van andere schepen indien de eigen radar(s) zijn uitgevallen;

• adviseert de gezagvoerder tijdens de vaart op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, over afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie);

• bewaakt voortdurend en controleert stelselmatig de complete operationele staat van het vaartuig; voert secuurperiodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting uit;

• rapporteert helder over gesignaleerde gebreken aan de gezagvoerder;

• legt adequaat de gegevens vast in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• houdt dan wel laat het vaartuig en de scheepsinstallaties schoon en hygiënisch houden;

• signaleert alert knelpunten bij de inzet van het vaartuig voor door passagiers te verrichten werkzaamheden en adviseert de gezagvoerder over verbetering;

• richt zich in coaching en overdracht van kennis op het brengen van de leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die wordt gevraagd van de Stuurman Zeevaart.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• het schip ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren;

• opvarenden en hun bagage em- en debarkeren;

• radaraanwijzingen geven en onder radaraanwijzingen varen;

• adviseren over de zeewaardigheid van het vaartuig;

• adviseren over afbreken dan wel hervatten van de reis (inzet van het vaartuig);

• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren;

• periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting uitvoeren;

• eventuele gebreken rapporteren;

• het vaartuig en de scheepsinstallaties (doen) schoon en hygiënisch houden;

• gegevens vastleggen in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• adviseren bij gesignaleerde knelpunten over verbeteringen;

• leerling-stuurlieden coachen en kennis en vaardigheden overdragen;

• opstellen plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van collega’s en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• de zeevaart.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• het vaartuig;

• de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• opvarenden;

• communicatie met belanghebbenden;

• maatstaven van goed zeemanschap;

• normen en procedures de zeevaart betreffende.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig te worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het uitzetten van de koers;

• het communiceren met belanghebbenden;

• het ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren van het vaartuig;

• embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage;

• het geven van radaraanwijzingen/het varen onder radaraanwijzingen;

• het hygiënisch en schoon (doen) houden van het vaartuig en de scheepsinstallaties;

• het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig;

• het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting;

• het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie;

• het vastleggen van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het zodanig navigeren en manoeuvreren van het vaartuig dat de door passagiers te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.) kunnen worden uitgevoerd;

• de zeewaardigheid van het vaartuig;

• het afbreken of hervatten van de reis;

• verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig bij te verrichten werkzaamheden van de passagiers vanuit gesignaleerde knelpunten;

• wanneer dit naar zijn oordeel aan de orde is, ongeacht het doel van de reis;

• begeleiding van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die gevraagd wordt van een Stuurman Zeevaart,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies die zich voordoen bij:

• de reis voorbereiden, communiceren met belanghebbenden, ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren, embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage en de gegevens ervan vastleggen in de scheepsadministratie;

op de juiste wijze:

• gegevens in de scheepsadministratie vastleggen;

• de zeewaardigheid beoordelen van het vaartuig en daarover adviseren aan de gezagvoerder;

• inschatten wanneer er (niet) kan worden ontmeerd, de reis moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat en daarover adviseren aan de gezagvoerder;

• radaraanwijzingen geven/onder radaraanwijzingen varen;

• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren, periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles uitvoeren aan het gehele schip en uitrusting en de gegevens ervan vastleggen in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het vaartuig en de scheepsinstallaties hygiënisch en schoon (doen) houden;

• op grond van gesignaleerde knelpunten adviseren aan de gezagvoerder over inzetrendement van het vaartuig;

• leerling-stuurlieden begeleiden tot de vakvolwassenheid van Stuurman Zeevaart;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies;

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot zeevaart;

• techniek: scheepstechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;

• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de zeevaart;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in ten minste de Engelse taal volgens het standard marine vocabulary;

• gezagvoering small craft;

• scheepstechniek;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• zeevaartkunde;

• manoeuvreren en navigeren;

• adviseren;

• analysetechnieken;

• netwerken;

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie/ gezagsvoering small craft;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens het bemanningsvoorschrift patrouillevaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door onder andere: het veelvuldig staan en lopen, het verrichten van buiten- en machinewerkzaamheden, het in aanraking komen met vuile materialen, het mogelijk oplopen van lichamelijk letsel bij het navigeren en manoeuvreren van het vaartuig bij het varen in slechte weersomstandigheden; het bij slechte weersomstandigheden langdurig stampen en slingeren van het vaartuig en het slechte zicht. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht fysiek geweld is in deze functie aanwezig bij bijvoorbeeld interventieacties. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste nautische afwegingen tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Senior Meldkamer

Kern van de functie

Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde door intake voor spoedeisende hulp, door regie op en ondersteuning van de inzet van politie en/of hulpdiensten en door eventuele opschaling.

Meldkamer geeft met name uitvoering aan de processen Intake en Noodhulp verlenen uit de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Senior Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde in de samenleving door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van meldkamer activiteiten. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig meldkameractiviteiten uit. De Senior Meldkamer bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van meldkameractiviteiten en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Meldkamer doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van aanpak van meldkameractiviteiten en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Meldkamer bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van meldkameractiviteiten efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van meldkameractiviteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van meldkamer-activiteiten en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van meldkameractiviteiten wordt verhoogd.

Verbetering meldkamer

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van meldkameractiviteiten, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde efficiënter en effectiever verlopen.

Intake

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van het 1-1-2 alarmnummer en het beheren van de wachtrij, zodat de meldkamer te allen tijde bereikbaar blijft voor spoedeisende hulpverzoeken van burgers en assistentieverzoeken van collega’s.

  • Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van meldingen uit (semi)automatische meldinstallaties en het volgens protocol koppelen van de melding aan inzet van hulpdiensten, zodat gepaste actie wordt geboden.

  • Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het toekennen van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan politie-inzet dan wel het doorverwijzen van het hulpverzoek naar de juiste discipline, zodat gepaste hulp wordt geboden.

  • Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het inschakelen van medische back-office wanneer een medisch advies op het plaats incident nodig is, het toekennen van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan inzet van hulpdiensten, zodat gepaste hulp wordt geboden.

Noodhulpregie

  • Het continu monitoren van beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit, zodat een basis ontstaat voor het voeren van noodhulpregie.

  • Het continu inventariseren van beschikbare en direct inzetbare hulpdienstencapaciteit, zodat een basis ontstaat voor het voeren van multidisciplinaire noodhulpregie.

  • Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit − voeren van de regie op aan politie-inzet gekoppelde meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige politietaken doelmatig blijft verlopen.

  • Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare hulpdienstencapaciteit − voeren van de regie op aan de inzet van hulpdiensten gekoppelde meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige operationele hulpdienstentaken doelmatig blijft verlopen.

  • Het − conform procedures − koppelen van politie-inzet en inzet van hulpdiensten aan multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie daarop, zodat de multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.

Ondersteuning

  • Het continu volgen en het regisseren van de onderlinge communicatie, zodat een basis ontstaat voor het kunnen functioneren als life-line voor collega’s op straat.

  • Het zijn van een life-line voor collega’s op straat, zodat veiligheidsrisico’s voor de medewerkers op straat kunnen worden teruggedrongen en collega’s op straat op directe hulp van collega’s kunnen rekenen.

  • Het verzamelen van voor de inzet relevante informatie; het faciliteren van collega’s op straat met relevante, ‘real time’ informatie ter zake de melding het hulpverzoek, zodat de collega’s ter plaatse in staat zijn adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

  • Het bij opschaling verzamelen van voor de opgeschaalde organisatie relevante informatie; het faciliteren van de opgeschaalde organisatie met relevante informatie, zodat de opgeschaalde organisatie in staat is adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

Opschaling

  • Het conform procedure opschalen tot GRIP 0 dan wel GRIP 1 (multidisciplinaire aanpak) of SGBO (politie-inzet) waar de aard en/of omvang van (de escalatie van) het incident of calamiteit dat vergt, zodat gepaste noodhulpverlening wordt verleend c.q. grootschalige politie-inzet efficiënt en effectief verloopt.

  • Het na opschaling tot GRIP 1/SGBO gefaseerd overdragen van de noodhulpregie aan de opgeschaalde organisatie, zodat de besluitvorming gecoördineerd kan plaatsvinden en noodhulpverlening gepast wordt verleend c.q. grootschalige politie-inzet efficiënt en effectief verloopt.

Vastleggen gegevens

  • Het tijdens de afhandeling steeds actueel beschikbaar hebben van gegevens ter zake de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat op elk moment tijdens de inzet de status van de afhandeling helder is en kan worden gedeeld.

  • Het verzamelen, valideren en vastleggen van gegevens ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits hiervoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Calamiteitencoördinator (caco).

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• intake van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• geregisseerde afhandeling van meldingen en noodhulpverlening;

• ondersteuning van politie-inzet;

• life-line voor de collega’s op straat;

• gefaciliteerde opgeschaalde organisatie;

• actuele beschikbaarheid van status van afhandeling van melding of spoedeisend hulpverzoek;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen

• beheert de wachtrij van bellers 1-1-2 zodanig adequaat dat alarmnummer 1-1-2 toegankelijk en bereikbaar is voor spoedeisende hulpverzoeken van burgers;

• koppelt nauwgezet meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten met juiste bepaling van prioriteit;

• voert accuraat regie op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• ondersteunt adequaat de collega’s op straat en ter plaatse;

• is betrouwbaar als life-line voor collega’s op straat en ter plaatse;

• informeert actief collega’s op straat en ter plaatse;

• voert alert regie op onderlinge communicatie;

• faciliteert de opgeschaalde organisatie adequaat met actuele ‘real time’ en relevante informatie;

• beslist accuraat tot de juiste wijze van opschaling;

• legt adequaat en direct gegevens vast terzake de intake, de noodhulp-/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• de intake verzorgen van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• prioriteiten toekennen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening koppelen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• regie voeren op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• het zijn van life-line;

• regie voeren op onderlinge communicatie;

• informatie verzamelen en beschikbaar stellen t.b.v. de collega’s op straat en ter plaatse en/of t.b.v. de opgeschaalde organisatie;

• beslissen tot opschaling naar SGBO, GRIP 0 of GRIP 1;

• gegevens verzamelen, valideren en vastleggen ten behoeve van waarheidsvinding achteraf;

• processen-verbaal opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer dan wel multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;

• meldingen;

• spoedeisende hulpverzoeken;

• assistentieverzoeken collega’s;

• opgeschaalde (multidisciplinaire) noodhulpverlening;

• politie-inzet bij politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer dan wel inzet van hulpdiensten bij multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van meldkameractiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van meldkameractiviteiten;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze

• het uitvoeren van meldkameractiviteiten;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot meldkamer;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• wetenschap: zowel alfa (talen, dialecten), bèta (digitale systemen) als gammawetenschappen (psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen, beslisregels en procedures met betrekking tot meldkamer;

• kennis van procedures en organisatie van de uitvoeringspraktijk;

• kennis van procedures, organisatie en materieel bij brandweer en ghor/ambulancezorg;

• privacywetgeving;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• computerprogramma’s en applicaties;

• inzicht in gedrag;

• ten minste kennis van één vreemde taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• netwerken;

• coaching;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• volgt de ontwikkelingen in de hulpdiensten en in de veiligheidsregio’s.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks het volgen van de beslisregels en protocollen een incident grootschaliger blijkt te zijn dan verwacht, dan wel het aantal loze uitrukken opmerkelijk hoog ligt, dan wel door externe factoren de life-line niet voldoende heeft gewerkt dan wel informatie foutief of te laat beschikbaar kwam, en dit zich terugvertaalt in de sfeer van communicatie met collega’s, opgeschaalde organisatie, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Intake & Service

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Senior Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door − in het kader van voorbereiding en mede aan de hand van beschikbare formats − plannen van aanpak op te stellen voor de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig Intake & Serviceactiviteiten uit. De Senior Intake & Service bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van Intake & Serviceactiviteiten en maakt uitvoeringsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Intake & Service bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van Intake & Service efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van intake en service activiteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van intake en service activiteiten en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van intake en service wordt verhoogd.

Verbetering Intake & Service

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

Behandeling inzetverzoeken

  • Het opnemen van verzoeken van collega’s uit de andere vakgebieden om ondersteuning in de uitvoering van opsporingsonderzoeken en in de aanpak van veiligheidsproblematiek, zodat de inzet gestructureerd verloopt en de beoogde resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het op inhoudelijke gronden beoordelen van inzetverzoeken, zodat een solide basis ontstaat waarop een effectieve en efficiënte behandeling kan plaatsvinden dan wel kan worden doorverwezen.

  • Het afstemmen met de inzetverzoeker over de te leveren resultaten van het desbetreffende vakgebied, zodat optimaal kan worden voldaan aan het inzetverzoek.

  • Het overdragen van het inzetverzoek aan de betrokken collega’s in het vakgebied, zodat inzetverzoeken kunnen worden geëffectueerd.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de voortgang van afhandeling van aangiften, zodat een basis ontstaat om de aangever te kunnen informeren.

  • Het monitoren van de behandeling van inzetverzoeken, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling.

  • Het bewaken van wettelijke en/of vastgestelde termijnen voor afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen; het signaleren wanneer een termijn dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat de politie in haar optreden naar de burger steeds rechtmatig, correct en voorbeeldig is.

Kwaliteit

  • Het controleren van eenvoudige dossiers (indicatie: 1 feit-1 persoon) op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening).

  • Het aanhouden van het dossier en het terugmelden ervan aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet, zodat bij overdracht aan ketenpartners een rechtmatig en gedegen fundament wordt geboden voor vervolging.

Interne serviceverlening

Het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving, zodat handelingen en activiteiten, feiten en omstandigheden actueel en geordend beschikbaar zijn en een fundament ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Dossiervormer in TGO’s.

Hoge omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten;

• aangenomen, geregistreerde, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• op volledigheid en kwaliteit gecontroleerde, eenvoudige dossiers (case screening);

• geëffectueerde inzetverzoeken;

• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• nieuwe en beheerde (persoons-/zaaks)dossiers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt en registreert vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• controleert eenvoudige dossiers (1 feit-1 persoon) op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening);

• houdt het dossier aan en meldt zijn bevindingen direct terug aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet;

• neemt accuraat inzetverzoeken aan, beoordeelt deze op inhoudelijke gronden, stemt op resultaatverwachting af met de indiener en draagt het inzetverzoek over aan de betrokken collega’s in het relevante vakgebied en monitoort nauwlettend de behandeling ervan;

• monitoort consequent de voortgang van afhandeling van aangiften en de bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• vormt en beheert (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• vragen aannemen, registreren en deze zo mogelijk direct beantwoorden dan wel de burger doorverwijzen;

• controleren van eenvoudige dossiers (1 feit-1 persoon) op volledigheid en kwaliteit (case screening);

• het aanhouden van het dossier en het terugmelden ervan aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet;

• de voortgang van afhandeling van aangiften monitoren en de termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen te bewaken;

• (persoons-/zaaks)dossiers vormen en beheren;

• inzetverzoeken voor ondersteuning vanuit een vakgebied in de uitvoeringspraktijk aannemen, beoordelen, op resultaatverwachting afstemmen met de indiener, overdragen en de behandeling ervan monitoren.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• intake;

• service;

• inzetverzoeken;

• case screening;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek: bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van Intake & Serviceactiviteiten;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;

• techniek: documentatiesystemen;

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

Algemene wet bestuursrecht;

• schadebemiddeling;

• documentatiesystemen;

• versiebeheer;

• coaching;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie relevant in verband met de (beperkte) intakewerkzaamheden. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid op een effectieve en efficiënte inzet middels inzetverzoeken, desondanks de verwachte resultaten niet behaald worden, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Begeleider A

Kern van de functie

Operationele Begeleiding draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door het begeleiden van individuen en teams – in en voor de uitvoeringspraktijk – om steeds aan het (gevraagde) actuele vakbekwaamheidsniveau te (kunnen blijven) voldoen én de continuïteit van de duurzame operationele inzetbaarheid van steeds moedige, kundige en vaardige politiemedewerkers te behouden, met als doel rendementsverbetering in en voor de uitvoeringspraktijk.

Operationele Begeleiding is in de uitvoeringspraktijk werkzaam, om vanuit participerende observatie, (in samenspraak) de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van;

bijstelling en bijsturing van de toepassing en de toepasbaarheid van kennis en vaardigheden,

bijstelling en bijsturing t.a.v. opleidings- en trainingsplannen,

kwaliteitsanalyse van opleidings- en trainingsprogramma’s,

beoordeling van het vakbekwaamheidsniveau van het individu en het team.

Door het daadwerkelijk werkzaam zijn in de praktijk onderhoudt en optimaliseert Operationele Begeleiding het eigen ‘blauwe’ politionele vakmanschap en legt de verbinding tussen de gevraagde vakbekwaamheid en de vakbekwaamheid van de operationeel begeleider.

Operationele begeleiding geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

Binnen het vakgebied Operationele Begeleiding komt een aantal werkterreinen1Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel Begeleider A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de uitvoering van operationele begeleiding aan individuen en teams. Hij verzorgt daartoe op en in de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende trainingen. Hij volgt daarbij (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding.

In het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van Operationele Begeleiding. De Operationeel Begeleider A bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Operationele Begeleiding en maakt uitvoeringsafspraken. De Operationeel Begeleider doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van Operationele begeleiding en implementeert vastgestelde verbeteringen.

De Operationeel begeleider A bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet Inzet en inbreng vanuit Operationele begeleiding in (opsporings)onderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (uitvoeringspraktijk) met name gericht op het opstellen van plannen van aanpak.

Inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationele Begeleiding voor het opstellen van plannen van aanpak door de uitvoeringspraktijk.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de Operationele Begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, en de uitvoering van de Operationele Begeleiding en daarmee de operationele inzet en inbreng kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

  • Het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van Operationele Begeleiding naar het daadwerkelijk in actie komen op een incident in de uitvoeringspraktijk, zodat direct uitvoering gegeven wordt aan de op dat moment noodzakelijke en vereiste politietaak en de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van de politietaak wordt verhoogd.

Plannen van aanpak

Het − op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van politiemedewerkers − opstellen van individuele begeleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak mede aan de hand van beschikbare formats voor het door de politiemedewerker bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

Netwerken

  • Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het operationeel begeleiden van politiemedewerkers naar het gewenste vakbekwaamheidsniveau, zodat de politiemedewerker actueel inzetbaar is.

  • Het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor operationele begeleiding, zodat de politiemedewerker actueel toegerust is.

Verbeteren

  • Het vanuit de praktijk van Operationele Begeleiding, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van operationeel begeleiden en ten aanzien van de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de kwaliteit van operationele begeleiding wordt verhoogd en de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal aansluit op het onderwijs.

  • Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen ten aanzien van de inhoud van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit op de (beoogde) functie van de politiemedewerker en het vakbekwaamheidsniveau.

  • Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk van Operationele Begeleiding formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van operationele werkzaamheden (principes, procedures en vaardigheden), en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), openbare orde en de bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen. (operationele inzet en inbreng)

  • Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Begeleiden en in de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de geboden operationele begeleiding actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de politiemedewerker.

Analyse en advies

  • Het − op grond van herkennen van patronen in en tijdens trainingen en afgenomen toetsen (bv. proeven van bekwaamheid) − adviseren over mogelijke verbeteringen in het rendement van (vakbekwaamheids)trainingen aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit in het via (vakbekwaamheids) trainingen verwerven van competenties wordt verhoogd.

  • Het op basis van analyse adviseren tot aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren), zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) middelen (voertuigen, gewelduitrusting, dieren).

Begeleiding vakbekwaamheidsniveau

Het zijn van aanspreekpunt voor een politiemedewerker/team in de training/opleiding/inzet in operatie; het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van vaardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid en vakbekwaamheid begeleiden van politiemedewerkers, zodat een politiemedewerker/team inzicht heeft in de ontwikkeling tijdens de operationele begeleiding en in de bekwaamheden.

Training – Begeleiding- Coaching

  • Het geven van begeleiding (leraar, coach en begeleider) en (vaardigheids)trainingen aan een politiemedewerker (individueel en in teamverband) en daarbij signaleren van leermomenten, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft (het toepassen en gebruiken van (gewelds)middelen, principes, procedures en vaardigheden) en daarmee inzetbaar is en blijft.

  • Het geven van theorielessen volgens (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft.

  • Het voorbereiden van de eigen inbreng (operationele Begeleiding) in de uitvoeringspraktijk, zodat tijdens de operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen en kan worden opgetreden (actie-intelligentie).

  • Het in de uitvoeringspraktijk trainen- in het bijzonder onder stressvolle omstandigheden-, zodat vanuit Operationele Begeleiding didactisch geanticipeerd kan worden op specifieke gedragingen en reacties door politiemedewerkers en teams.

Beoordelen

  • Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn op het vakgebied voor de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat bij een positief resultaat de politiemedewerker gecertificeerd/bevoegd blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

  • Het beoordelen van vakbekwaamheid die relevant is voor het vakgebied van de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat inzicht is in het vakbekwaamheidsniveau en de bevoegdheid gecontinueerd/gehandhaafd wordt/blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

Ontwikkelen

Het betrekken van praktijkvoorbeelden in de trainingen/begeleiding, zodat de theorie daar aangekoppeld juist toegepast en herkend wordt in de uitvoeringspraktijk en het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal altijd actueel aansluit op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team.

Blauw Vakmanschap

  • Het op basis van het plan van aanpak, als operationeel begeleider binnen het team (teamlid), aanhouden en – in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen – van (vuur)wapen gevaarlijke verdachten, conform protocollen en (gewelds-en voertuig)procedures, zodat efficiënt en effectief de dreiging die van deze verdachte uit gaat wordt weggenomen en de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk.

  • Het als Operationeel Begeleider naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie activiteiten, uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk en de trainingen daarvoor.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• begeleiding, (vaardigheids)training, coachen en theorielessen;

• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak voor de uitvoering van operationele begeleiding (team en individu) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering in de wijze van operationeel begeleiden en ten aanzien van de (toepassing van) de standaard lesmateriaal en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• op theorie tot vakbekwame opgeleide medewerkers;

• het omgaan met (gewelds)middelen door vakbekwame medewerkers;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten);

• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan advisering ten aanzien van het begeleiden van politiemedewerkers naar verdere vakvolwassenheid en vakbekwaamheid;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het via operationele begeleiding toerusten van medewerkers op steeds de actuele toegesneden vakbekwaamheidsvereisten;

• op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team steeds actueel aansluitend standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• analyse, conclusies en adviezen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;

• teruggedrongen veiligheidsrisico’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de politiemedewerker met een helder plan van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) voor het verder verwerven en behouden van zijn vakbekwaamheid;

• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen en maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• formuleert heldere begeleidingsadviezen op het individu gericht;

• formuleert vanuit de praktijk, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van operationeel begeleiden en ten aanzien van de inhoud van standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• brengt medewerkers op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van vakbekwaamheid;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;

• stelt − op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn toegewezen politiemedewerkers en team− actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van vakbekwaamheid middels (vaardigheids)trainingen en operationele begeleiding;

• bevordert actief de vakbekwaamheid van politiemedewerkers door begeleiding, (vaardigheids)training, theorielessen en het op maat formuleren van aanbevelingen.

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert accuraat alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk uit in het kader van het steeds op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• het actief bevorderen van het eigen blauwe vakmanschap;

• het actief en op maat ontwikkelen van standaard lesmateriaal.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig

• plannen van aanpak opstellen (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak opstellen voor operationele begeleiding;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk formuleren ten behoeve van verbetering in de wijze van operationele begeleiding en ten aanzien van de (toepassing van) het standaard en op maat gesneden lesmateriaal;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• adviseren over betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden, trainen van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakbekwaamheid;

• operationele begeleiding, coaching, theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• vastgestelde verbeteringen in de praktijk implementeren;

• op basis van herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn toegewezen politiemedewerkers en team, leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke rendementsverhoging in het verwerven en behouden van vakbekwaamheid middels (vaardigheids)trainingen en operationele begeleiding;

• alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk (blauw vakmanschap);

• processen-verbaal opstellen;

• dwangmiddelen toepassen;

• analyseren, concluderen en adviseren vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;

• terugdringen veiligheidsrisico’s.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijk, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn en tegenstrijdige belangen kunnen spelen;

• (politie)medewerkers;

• onderwijs/scholen

• begeleiding en training van vakbekwaamheidsverwerving en -behoud op basis van:

• plannen van aanpak in de vorm van individueel begeleidingsadvies op basis van beschikbare formats;

• leerbehoefte en instapniveau van de politiemedewerker;

• aangereikte standaard en op de actualiteit toegesneden les materiaal;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functies van de politiemedewerkers en het team;

• Eigen blauw vakmanschap en de operationele begeleiding:

• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

• de opsporing van daders van misdrijven (rechtsorde);

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• bij het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;

• het opstellen van (individuele) begeleidingsadviezen;

• bij de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• bij het bouwen aan en onderhouden van netwerken;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het uitvoeren van analyses op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers en team;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in operationele begeleiding;

• het formuleren van (individuele) begeleidingsadviezen;

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak voor operationele begeleiding;

• het voeren van (voortgangs)gesprekken met de door hem begeleide medewerkers ten behoeve van de ontwikkeling, het toetsen en het beoordelen van het vakbekwaamheidsniveau;

• bij het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het van uit monitoring van de uitvoeringpraktijk infomeren over trends en ontwikkelingen en verwerken voor het vakgebied operationele begeleiding;

• het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid,

• het bevorderen van deskundigheid door training, begeleiding en coaching, door begeleiding vakbekwaamheidsniveau en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakbekwaamheid;

• het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk en het op basis hiervan trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar relevante informatie en adviezen.

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied

• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen, die de operationele begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen,

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van operationele begeleiding naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk,

• de uitvoering van operationele begeleidingsactivteiten,

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van netwerken met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het trainen, begeleiden en coachen;

• het toetsen, beoordelen en examineren;

• het opstellen van plannen van aanpak − op basis van beschikbare formats − voor het operationele begeleidingstraject voor toegewezen politiemedewerkers en team;

• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in vakbekwaamheidsverwerving via operationele begeleiding;

• het analyseren, trekken van conclusies en adviseren ten behoeve van de ontwikkeling van operationele begeleiding.

op de juiste wijze:

• trainen, begeleiden en coachen;

• toetsen, beoordelen en examineren;

• analyses uitvoeren op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers en team en adviseren;

• netwerken bouwen en onderhouden;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• gesprekken voeren in het kader van de operationele begeleiding;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• analyseren, concluderen en adviseren;

• leveren van inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk alsmede het inzetten van het blauw vakmanschap;

• daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• aanwenden dwangmiddelen;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de uitvoeringspraktijk

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud van de operationele begeleiding;

• methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen en didactiek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor operationele begeleiding en toetsen, beoordelen en examineren van het vakbekwaamheidsniveau;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechnieken (patronen en verbanden);

• advisering;

• ontwikkeling standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

• noodhulp en incidentmanagement;

• documentatie- en registratiesystemen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;

• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook operationele begeleiding (individuele en team) aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens operationele begeleiding, en dit zich voor de operationeel begeleider terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Forensische Opsporing

Kern van de functie

Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben.

Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen19Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Senior Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door het − in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak van onderzoek. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) forensisch opsporingsonderzoek uit.

De Senior Forensische Opsporing bouwt en onderhoudt (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken en maakt uitvoeringsafspraken.

Hij doet voorstellen vanuit de opsporingspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek en implementeert vastgestelde verberingen. De Senior Forensische Opsporing bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van forensische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporing wordt verhoogd.

Verbetering Forensische Opsporing

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.

Veiligstellen van sporen

Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen, analyseren en vastleggen van forensische sporen op plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid van sporen als bewijslast.

Registratie van beelden

Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.

Deelname aan verhoren

Het − op uitnodiging − deelnemen aan verhoren van verdachten en getuigen, zodat het inzicht in de toedracht van misdrijven/ongeval gelijktijdig vanuit forensisch en vanuit tactisch opsporingsperspectief wordt opgebouwd en de kwaliteit van de waarheidsvinding wordt verhoogd.

Assistentie bij schouw

Het verlenen van assistentie bij lijkschouwingen, ten behoeve van reconstructie van ongevallen en niet-natuurlijke dood, zodat inzicht ontstaat in de toedracht en verloop van (mogelijke) misdrijven en in de identiteit van personen.

Vaststellen modus operandi

Het interpreteren en in samenhang brengen van forensische sporen met de vindplaats, zodat inzicht ontstaat in het verloop van het misdrijf en de werkwijze van de dader(s) c.q. het verloop en de toedracht van het incident.

Kritische reflectie

Het vanuit forensisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Tegenspreken

Het − op aanwijzing − optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige forensische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en hersteld.

Rapportage onderzoeksgegevens

Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut. Het rapporteren over de samenhang in forensische onderzoeksgegevens en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Getuige-deskundige bij terechtzittingen;

  • Coördinator PD-unit (CPDU);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Forensisch coördinator;

  • Sporencoördinator.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• zichtbaar gemaakte, veiliggestelde en geanalyseerde sporen op plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);

• processen-verbaal;

• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;

• rapportage van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen en onderzoeksmogelijkheden;

• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• identificatie van de betrokkene(n);

• inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van betrokkene(n);

• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen en formuleert op grond van deze gegevens haalbare oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten hiervan vast;

• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft;

interpreteert en brengt forensische sporen in samenhang met de vindplaats (modus operandi);

• verleent, ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood en/of inzicht in de identiteit van een persoon, assistentie bij lijkschouwingen;

• neemt op uitnodiging deel aan verhoren van verdachten en getuigen;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• forensisch opsporingsonderzoek uitvoeren op plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);

• processen-verbaal opstellen;

• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen;

• beeldregistratie maken van standaard plaatsen delict en plaatsen incident;

• assistentie verlenen bij schouw;

• op uitnodiging deelnemen aan verhoor van verdachten en getuigen;

• als tegenspreker optreden.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• forensische laboratoria;

• plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en plaatsen incident (PI);

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoeken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: bètawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht en het strafprocesrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot forensische opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• organisatie en werkwijze OM;

• coaching;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op opsporingsvraagstukken bij opsporingspartners en op vervolgingsvraagstukken bij samenwerkingspartners.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Docent A

Kern van de functie

Operationeel Docentschap draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door de kwaliteit van het operationele politieoptreden – via State-of-the-Art Politie-onderwijs* – optimaal effectief en efficiënt te bevorderen door het in de Ongecontroleerde Leeromgeving* met inbegrip van de Uitvoeringspraktijk, op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten (maatwerk) opleiden en examineren van studenten tot startbekwame, professioneel optredende politiemedewerkers die moeten presteren in de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit, verscheidenheid en complexiteit en relevante derden*1.

Operationeel Docentschap behaalt opleidingsresultaten in een omgeving waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert en waarbij de brede Uitvoeringspraktijk (alle Vakgebieden in het Domein Uitvoering, incl. Afgeschermd) de context vormt.

*1: Met inbegrip van Bijzondere Opsporingsdiensten (w.o. FIOD, Douane) en Afgeschermde diensten, w.o. AIVD en MIVD en andere relevante derden uit het veiligheidsdomein.

Operationeel Docentschap spitst zich toe op het expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – via State-of-the-Art-Politie-onderwijs – op toepassingsniveau opleiden en examineren van studenten

om de beschikbaarheid te bevorderen van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde en bevoegde medewerkers, steeds in optimale aansluiting op de voor de brede Uitvoeringspraktijk geldende actuele eisen (w.o. wettelijke certificeringsvereisten en vereiste opsporingsbevoegdheid) in relatie tot de specifieke dynamiek.

Operationeel Docentschap richt zich op het ontwikkelen en verhogen van de veerkracht en weerbaarheid van studenten door het expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten opleiden.

Operationeel Docentschap levert input op onderwijskundig, didactisch en pedagogisch gebied ten behoeve van het organiseren, actualiseren en ontwikkelen van certificerend / diplomerend (politie) onderwijs en (maatwerk) opleidingen.

Operationeel Docentschap levert vanuit een interactieve benadering specialistische en specifieke deskundigheid aan de Uitvoeringspraktijk bij complexe zaken / incidenten / kwesties.

Operationeel Docentschap voert de werkzaamheden uit, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving en onderhoudt en optimaliseert zodoende ook het eigen ‘blauwe’ politionele vakmanschap en de bevoegdheden, voor zover relevant voor en toegespitst op het als Operationeel Docent in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen opleiden en examineren.

Operationeel Docentschap kan de te leveren inzet & inbreng op ieder moment en onvoorwaardelijk wisselen tussen de gecontroleerde- en de ongecontroleerde leeromgeving en vice versa.

Operationeel Docentschap geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

Werkterreinen LFNP:

Binnen LFNP-Vakgebieden in het Domein Uitvoering komt een aantal werkterreinen1Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’.voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De functies uit het vakgebied Operationeel Docentschap zijn – als Docent – inzetbaar op alle vakgebieden binnen het Domein Uitvoering met inbegrip van Afgeschermd / Heimelijk en daarmee op de aan de respectievelijke LFNP-Vakgebieden verbonden Werkterreinen, Aandachtsgebieden en Specifieke Functionaliteiten.

De Operationeel Docent A voert zijn/haar werkzaamheden uit in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten, het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk.

De Operationeel Docent A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Dit doet hij door studenten d.m.v. State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal en expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, op te leiden en te examineren tot competente (politie)medewerkers.

De Operationeel Docent A neemt bij het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving de volgende maatregelen in acht:

  • de veiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen bij deze leersituatie;

  • de transitiemaatregelen;

  • de maatregelen ter beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting;

  • de maatregelen ter beperking van het risico op imagoschade.

De Operationeel Docent A stelt individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak op in het kader van het effectief en efficiënt kunnen behalen van leerdoelen – aan de hand van beschikbare formats en op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van studenten – en het daarmee kunnen opvoeren van de beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker.

De Operationeel Docent A bouwt en onderhoudt netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het standaard lesmateriaal op MBO-niveau.

De Operationeel Docent A doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van Operationeel Docentschap en implementeert vastgestelde verbeteringen toegespitst op MBO-niveau / in relatie tot standaard lesmateriaal.

De Operationeel Docent A bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

PraktijkinzetInzet en inbreng vanuit Operationeel Docentschap in (opsporings)onderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (= Uitvoeringspraktijk) met name gericht op het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak:

  • Het analyseren van door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationeel Docentschap voor het opstellen van plannen van aanpak door de Uitvoeringspraktijk.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt door de Uitvoeringspraktijk.

Opleiden, expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving

  • Het ten behoeve van het optimaal efficiënt en effectief uitvoeren van State-of-the-Art Politie-onderwijs geven van opleidingen – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal, juist in verschillende omgevingen en onder wisselende omstandigheden, zodat de investering in opleiden zich verhoudt tot het beoogde organisatierendement en zich binnen afzienbare tijd manifesteert door de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers.

  • Het vanuit het opleiden – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – direct monitoren van resultaten / effecten, zodat de inhoud en vorm (ook in didactisch en pedagogisch opzicht) van standaard lesmateriaal op MBO-niveau, steeds optimaal aansluit op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk en ook in individueel opzicht optimaal kan beklijven.

  • Het op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal geven van opleidingen – expliciet ook in de ongecontroleerde leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert, én in aansluiting op de strategische doelstellingen van de Uitvoeringspraktijk, zodat:

    • de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om steeds de startbekwaamheid te verkrijgen die vereist is voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

    • met de student direct ingespeeld kan worden op de individuele leerbehoefte (inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

    • de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om het aan de functie gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.

  • Het zijn van aanspreekpunt voor studenten tijdens de opleiding – expliciet óók in de Ongecontroleerde leeromgeving -; het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van de te behalen (start)bekwaamheid begeleiden van studenten, zodat inzicht bestaat in de behaalde en nog te behalen (individuele) onderwijsresultaten.

Examineren

Het op MBO-niveau (i.c. standaard lesmateriaal) – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – afnemen van (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens en het rapporteren hierover, zodat bij positief resultaat de student in het bezit komt van het geldende certificaat / diploma / de bevoegdheid of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de student, steeds gericht op het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.

Evalueren & Verbeteren vanuit expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving uitgevoerde opleiding en examinering

  • Het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / in casu t.a.v. standaard lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak met o.a. Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van:

    • de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) steeds toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het steeds maximaal effectief en efficiënt kunnen (laten) ontwikkelen – en geven van (maatwerk) opleidingen toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving leveren van input voor het laten vertalen naar theoretische modellen (vorm, inhoud en de eindtermen), i.c. op de actuele situatie naadloos aansluitende opleidingen;

    • het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving steeds op de actuele situatie naadloos kunnen laten aansluiten van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

    • de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de opleiding, in het bijzonder t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk;

    • het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het organiseren en houden van evaluaties en de verwerking van de verkregen opbrengsten voor de verbetering van opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren).

  • Het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek op MBO-niveau (in casu t.a.v. standaard lesmateriaal), zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving steeds aansluiten op de actuele vereisten.

  • Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van standaard lesmateriaal op MBO-niveau, zodat de geboden opleiding en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student.

Plannen van aanpak

Het − op basis van bekende patronen in leerbehoeften en instapniveaus van studenten − opstellen van individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak, aan de hand van beschikbare formats, voor het door de student bereiken van gestelde leerdoelen en deskundigheids- / certificeringsvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald en de beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker opgevoerd kan worden.

Risicobeperking

Bij uitvoering State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving, in casu t.a.v. standaard lesmateriaal op MBO-niveau.

  • 1.

    Risicobeperking: de Fysieke & Mentale component

    • Het opstellen van de Taak Risico Analyse zodat beschikt wordt over essentiële informatie voor het maken van de scenario’s.

    • Het ter voorbereiding en met behulp van formats, vastgestelde Risico Inventarisatie & Evaluatie en Taak Risico Analyse én conform Arbowet-/regelgeving, maken van scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving waarin de studenten opgeleid en geëxamineerd gaan worden, zodat vooraf kritisch nagedacht kan worden over de interventies bij eventuele verstoring / escalatie, over de dilemma's die daarin kunnen optreden en over de wisselwerking tussen de handelingen van de docent en die van de studenten en dat vervolgens betrekken bij de opzet van veiligheidsmaatregelen.

    • Het met behulp van formats treffen van voorbereidingen en ter plekke organiseren van veiligheidsmaatregelen, die nauw aansluiten op de leeromgeving, zodat steeds optimale veiligheid geboden kan worden aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het nauwlettend uitvoering geven aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen, zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het met behulp van formats evalueren van de in de leeromgeving getroffen veiligheidsmaatregelen en het doen van voorstellen tot bijstelling en verbetering, zodat steeds op de specifieke omstandigheden toegespitste veiligheid geboden kan worden aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het aan de hand van formats tijdig uitvoering geven aan de bij de leeromgeving – in relatie tot de actuele omstandigheden en zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden – passende transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en door ondersteuning van de operationele sturing, zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan – mede door vooraf georganiseerde inzet & inbreng door Operationele Begeleiding – door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

  • 2.

    Risicobeperking: de (Im)materiële component

    • Het met behulp van formats en conform relevante wet-/regelgeving maken van scenario’s en treffen van voorbereidingen en ter plekke organiseren van veiligheidsmaatregelen, toegespitst op de leeromgeving in combinatie met de te gebruiken middelen en uitrusting, zodat steeds optimale beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade geboden kan worden tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het nauwlettend uitvoering geven aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen, zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het met behulp van formats evalueren van de in de leeromgeving getroffen veiligheidsmaatregelen, toegespitst op de leeromgeving in combinatie met de te gebruiken middelen en uitrusting en het doen van voorstellen tot bijstelling en verbetering, zodat de maatregelen ter beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade steeds optimaal aansluiten op de actuele vereisten tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het aan de hand van formats tijdig uitvoering geven aan de bij de leeromgeving – in relatie tot de actuele omstandigheden en zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden – passende transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en door ondersteuning van de operationele sturing, zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan – mede door vooraf georganiseerde inzet & inbreng door Operationele Begeleiding – door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

Netwerken

  • Het bouwen en onderhouden van netwerken ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken van relevante informatie en ideeën (input) met betrekking tot het in de ongecontroleerde leeromgeving opleiden / examineren, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal op MBO-niveau, steeds optimaal aansluit op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk en ook in individueel opzicht optimaal kan beklijven.

  • Het bouwen en onderhouden van netwerken – en het betrekken daarbij van o.a. Operationele Begeleiding – ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken van relevante informatie en ideeën (input) ten behoeve van het in de ongecontroleerde leeromgeving organiseren en toepassen van veiligheidsmaatregelen, zodat:

    • het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt;

    • het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

  • Het participeren – in samenwerking met de Eenheden – bij de uitvoering van de Vakvaardigheidsdagen, zodat beschikt wordt over input en inzicht ten behoeve van het steeds kunnen actualiseren van het politieonderwijs, gedoceerd in de Uitvoeringspraktijk.

Blauw Vakmanschap

  • Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie activiteiten, uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving (i.c. de uitvoeringspraktijk).

  • Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, toegespitst op het verrichten van interventie activiteiten zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent kunnen uitvoeren van transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en operationele sturing.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving; door praktijkinzet vanuit specialisatie (i.c. vakinhoudelijke advisering voor het opstellen van plannen van aanpak door de Uitvoeringspraktijk).

Resultaten

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

P.I.:

• analyse, conclusies en adviezen vanuit Operationeel Docentschap tbv het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak;

• informatie en adviezen zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt kan worden aangepakt door de Uitvoeringspraktijk.

Uitvoering OpDo:

• uitgevoerd State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleidingen en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;

• (tussentijdse) getoetste (voortgang van) opleidingsresultaten (kennis & vaardigheden) van studenten en geformuleerde aanbevelingen;

• gegeven opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is – in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• op toepassingsniveau opgeleide en geëxamineerde studenten;

• naar startbekwaamheidsniveau geëxamineerde studenten;

• plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op de actuele vereisten / -situatie naadloos aansluitende opleidingen en examens inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving toegespitste inhoud en vorm, ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen, gericht op het steeds, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving laten aansluiten van opleiding en examinering op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied Operationeel Docentschap en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied Operationeel Docentschap / van inzet en inbreng van specialisatie;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde examens − terzake het rendement van het via operationeel docentschap opleiden en examineren van studenten naar het steeds naar actuele vereisten geldende startbekwaamheidsniveau;

• plannen van aanpak voor de uitvoering van Operationeel Docentschap aan studenten en relevante derden waarvoor formats beschikbaar zijn;

• (opgevoerde) beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker;

• met behulp van formats opgestelde Taak Risico Analyse en gemaakte scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving t.b.v. Risicobeperking / Fysieke & Mentale component;

• met behulp van formats gemaakte scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving t.b.v. Risicobeperking / (Im)materiële component;

• adequaat uitgevoerde veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: teruggedrongen veiligheidsrisico’s (i.c. Risicobeperking);

• aan de hand van formats verrichtte evaluatie, voorgestelde bijstelling en verbetering met betrekking tot veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (i.c. Risicobeperking);

• gebouwde en onderhouden netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten met betrekking tot het in de ongecontroleerde leeromgeving opleiden / examineren;

• gebouwde en onderhouden netwerken ten behoeve van het met o.a. Operationele Begeleiding delen, verzamelen en verwerken van informatie met betrekking tot het in de ongecontroleerde leeromgeving organiseren en toepassen van veiligheidsmaatregelen (beperking van het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen en van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade);

• op de actuele vereisten van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving (Uitvoeringspraktijk) steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• op de actuele vereisten met betrekking tot het uitvoeren van transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• bevorderde professionaliteit door uitgevoerd mentorschap.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

P.I.:

• analyseert kritisch aangereikte problematiek vanuit het Operationeel Docentschap en formuleert heldere adviezen t.b.v. de Uitvoeringspraktijk.

Uitvoering OpDo:

• bevordert actief (op toepassingsniveau) de startbekwaamheid van studenten door opleiding en examinering, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• brengt door het opleiden en examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, studenten op het voor de beoogde functie passendniveau van startbekwaamheid;

• faciliteert de student met een helder plan van aanpak (individuele opleidingsadviezen) voor het behalen van de leerdoelen en het voldoen aan deskundigheids- / certificeringsvereisten;

• formuleert heldere opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak, aan de hand van beschikbare formats op het individu gericht;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, (tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens af en rapporteert;

• het accuraat uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;

• formuleert vanuit de uitvoering van het Operationeel Docentschap passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving, van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek;

• stelt − op basis van evaluaties op uitgevoerde opleidingen en het herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn studenten, actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van startbekwaamheid middels opleidingen en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap);

• het actief en op maat verbeteren van lesmateriaal en het vasthoudend implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

In het kader van Risicobeperking:

T.a.v. de Fysieke & Mentale component + de (Im)materiële component:

• treft accuraat en met behulp van formats voorbereidingen en organiseert actief ter plekke veiligheidsmaatregelen;

• geeft nauwlettend uitvoering aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen;

• evalueert actief getroffen veiligheidsmaatregelen en vertrekt heldere voorstellen tot bijstelling en verbetering;

• geeft tijdig uitvoering aan transitie-maatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden;

• het actief signaleren van en nauwlettend anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die het Operationeel Docentschap kunnen verstoren;

• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen en maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• het tijdig betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;

• het actief bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit nauwlettend in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• analyseren, concluderen en adviseren vanuit operationeel docentschap ten behoeve van het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak voor het effectief en efficiënt aanpakken van (aangereikte) problematiek.

• opleidingen en trainingen geven, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• plannen van aanpak opstellen (individuele opleidingsadviezen) waarvoor formats beschikbaar zijn;

• studenten faciliteren met plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen);

• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van operationeel docentschap waarvoor formats beschikbaar zijn;

• (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, afnemen en daarover rapporteren;

• uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;

• voorstellen formuleren – vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap – tot verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving, van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek;

• evalueren op uitgevoerde opleidingen en adviseren naar leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van startbekwaamheid middels opleidingen en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap);

• vaststellen van het behaalde opleidingsrendement in de ongecontroleerde leeromgeving;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• opstellen van een Taak Risico Analyse in het kader van Risicobeperking OpDo;

• met behulp van formats scenario’s maken van de (ongecontroleerde) leeromgeving en dat vervolgens betrekken bij de opzet van veiligheidsmaatregelen;

• uitvoering geven aan veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

• evalueren van getroffen veiligheidsmaatregelen en uitgevoerde transitiemaatregelen en het doen van voorstellen tot verbetering ervan;

• signaleren van- en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die het Operationeel Docentschap kunnen verstoren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;

• als operationeel docent uitvoeren van operationele activiteiten in de uitvoeringspraktijk t.b.v. het bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;

• processen-verbaal opstellen;

• dwangmiddelen toepassen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• de politieorganisatie;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door Praktijkinzet vanuit Operationeel Docentschap.

• de Ongecontroleerde Leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied / specialisatie, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal;

• de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk – met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid – voor daarop aansluitend opleiden en examineren;

• vakgebieden in het Domein Uitvoering;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• (door Uitvoeringspraktijk) aangereikte problematiek (bekende benaderingswijzen / oplossingen bekend);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• de veiligheidsmaatregelen in het kader van Risicobeperking opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• studenten, (politie)medewerkers en betrokkenen in de ongecontroleerde leeromgeving;

• onderwijs regelgeving en -wetgeving in relatie tot opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• plannen van aanpak in de vorm van individueel opleidingsadvies op basis van beschikbare formats;

• leerbehoefte en instapniveau van de student;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functie van de student;

• Blauw vakmanschap, professionaliteitseisen en vereiste bevoegdheden t.b.v. de uitvoering van het Operationeel Docentschap in relatie tot:

• de handhaving van de rechtsorde en van de openbare orde, alsmede de veiligheid en leefbaarheid;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• transitiemaatregelen;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;

• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de organisatie, uitvoering en evaluatie van maatregelen in het kader van Risicobeperking;

• het bouwen en onderhouden van netwerken.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het – bij door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek – vanuit Operationeel Docentschap analyseren en adviseren waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet & inbreng en oplossingen bekend zijn;

• de uitvoering van het Operationeel Docentschap; opleiden en examineren d.m.v. State-of-the-Art politieonderwijs expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het vanuit het opleiden direct monitoren van resultaten en effecten gericht op het steeds optimaal laten aansluiten op de brede Uitvoeringspraktijk van inhoud en vorm, didactiek en pedagogiek;

• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van studenten om de startbekwaamheid te verkrijgen, vereist voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het met de student direct inspelen op de individuele leerbehoefte (inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van de student om het aan de functie gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak met o.a. Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van: inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), de optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving, de veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen, de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de opleiding, in het bijzonder t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk, het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering in de ongecontroleerde leeromgeving, het organiseren en houden van evaluaties en de verwerking van de verkregen opbrengsten voor de verbetering van opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving, de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren);

• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek gericht op het steeds laten aansluiten van de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving op de actuele vereisten;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van lesmateriaal gericht op het aansluiten van de geboden opleiding en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student;

• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking) in het kader van de uitvoering van State-of-the-Art politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen, die het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• het behalen van resultaten uit netwerken;

• de uitvoering van operationele politietaken gericht op het steeds laten aansluiten van de (eigen) professionaliteit op de actuele vereisten m.b.t. het als Operationeel Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij;

• het analyseren van en adviseren over de door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek vanuit Operationeel Docentschap met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen zelfstandig aanpakken.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het opstellen van plannen van aanpak op basis van beschikbare formats;

• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;

• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van lesmateriaal;

• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• het bouwen en onderhouden van netwerken.

op de juiste wijze:

• analyseren, concluderen en adviseren m.b.t. aangereikte problematiek;

• plannen van aanpak op basis van beschikbare formats opstellen;

• opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden van studenten;

• opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• evalueren en verbeteren van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• leveren van input voor – en participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• scenario-denken toepassen in plannen van aanpak veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

• signaleren van – en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;

• inschatten van veiligheidsrisico’s en deze in permanente alertheid beheersen;

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• netwerken bouwen en onderhouden;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• operationele politietaken uitvoeren vanuit het Operationeel Docentschap;

• aanwenden van dwangmiddelen;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• optreden als mentor.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de Uitvoeringspraktijk;

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs;

• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot Operationeel Docentschap, i.c. opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal;

• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• methoden, technieken en procedures;

• sociale- en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen, alsmede op het gebied van didactiek, pedagogiek en onderwijskunde.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• Operationeel Docentschap / de specialisatie;

• State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal;

• inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal op MBO-niveau;

• opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal;

• organisatie, uitvoering, evaluatie en verbetering van maatregelen in het kader van Risicobeperking, i.c. veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: de Fysieke & Mentale component + de (Im)materiële component;

• analyse- en adviestechniek;

• inzicht in gedrag;

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor het Operationeel Docentschap, opleiden en examineren naar startbekwaamheidsniveau expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• ontwikkeling van standaard lesmateriaal op MBO-niveau;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• netwerken;

• coaching;

• conflictbemiddeling;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum;

• noodhulp en incidentmanagement;

• documentatie- en registratiesystemen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied / specialisme;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;

• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Uitbreiding kennis vanuit OpDo-specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak van door Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook Operationeel Docentschap aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens het opleiden / examineren in ongecontroleerde leeromgeving, en dit zich voor de operationeel docent terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Informantenrunner

Kern van de functie

Informantenrunner draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van informatie actief vergaard middels (burger)informanten in criminele netwerken en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving.

Informantenrunners geven met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in tak Verbeteren van het RBP.

De Senior Informantenrunner draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van informantenrunnen. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig informantenrunnen uit. De Senior Informantenrunner bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van informantenrunnen en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Informantrunner doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van aanpak van informantenrunnen en implementeert vastgestelde verbeteringen.

Activiteiten en resultaten

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van informantenrunnen efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van informantenrunnen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van informantenrunnen en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

Verbetering informantenrunner

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van informantenrunnen, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde efficiënter en effectiever verlopen.

Werven van (burger)informanten

(tbv Openbare orde of Criminele aandachtsvelden)

  • Het werven van (burger)informanten uit criminele kringen en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving, zodat informatie beschikbaar komt ten behoeve van de uitvoeringspraktijk die op andere wijze niet dan wel moeizaam ter beschikking zou komen.

  • Het – bij stelselmatige informatie-inwinning − contracteren van (burger)informanten, zodat een juridische basis ontstaat voor de activiteiten van de burgerinformant en het werven en runnen van (burger)informanten aan de wettelijke eisen voldoet.

  • Het beoordelen van de betrouwbaarheid van de kandidaat-burgerinformant, onder meer door het (laten) uitvoeren van antecedentenonderzoek; het beoordelen van de informatiepositie van de kandidaat-burgerinformant, zodat de waarde van de (burger)informanten voor de uitvoeringspraktijk kan worden vastgesteld en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

  • Het actueel houden van persoonlijke gegevens over (burger)informanten, zodat een waardevol en valide inlichtingennetwerk voor de uitvoeringspraktijk ontstaat.

Runnen van (burger)informanten

(tbv Openbare orde of Criminele aandachtsvelden)

  • Het − volgens vastgesteld (operationeel) plan van aanpak − opbouwen en onderhouden van contacten met (burger)informanten; het aansturen van (burger)informanten op inlichtingenvergaring; het verzamelen van inlichtingen uit (burger)informanten, zodat gewenste informatie uit criminele kringen en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving beschikbaar komt ten behoeve van de uitvoeringspraktijk

  • Het toepassen van bronbeveiliging en afscherming van persoonsgegevens en activiteiten van (burger)informanten, zodat de veiligheid van (burger)informanten wordt verhoogd.

Voorverkenning

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijgen van informatie, zodat een basis ontstaat voor preventief te handelen (observatie).

  • Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van informatieopdrachten, zodat kan worden vastgesteld of de informatieopdracht conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd.

Betrouwbare informatie – gesprekscontacten

  • Het beoordelen op betrouwbaarheid van de verzamelde inlichtingen door deze te controleren en te verifiëren, bijvoorbeeld aan de hand van feiten en omstandigheden waaronder de informatievergaring door de burgerinformant heeft plaatsgevonden of aan de hand van onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden zoals Intelligence (valideren), zodat de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

  • Het interpreteren en in samenhang brengen van de verzamelde en gevalideerde inlichtingen met relevante (onderzoeks)gegevens, zodat de aldus ontstane informatie een basis vormt voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

Kritische reflectie

Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van inlichtingen uit (burger)informanten (bij gebruik als onderzoeksgegevens in opsporingsonderzoeken) en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat rechtmatige bewijslast ontstaat en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

Rapportages

  • Het rapporteren van gevalideerde inlichtingen uit (burger)informanten, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

  • Het rapporteren van informatie − ontstaan na interpretatie en het in samenhang brengen van gevalideerde inlichtingen − en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel van oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren in de daartoe geëigende systemen van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• geworven (burger)informanten/gesprekscontacten;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde inlichtingen uit (burger)informanten;

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte inlichtingen uit (burger)informanten;

• processen-verbaal en rapportages;

• toegepaste verbeteringen;

• betrouwbare informatie ten behoeve van de uitvoeringspraktijk die op andere wijze niet dan wel moeizaam ter beschikking zou komen;

• gecontracteerde (burger)informanten bij stelselmatige informatie-inwinning;

• (netwerken van) betrouwbare (burger)informanten op waardevolle informatieposities;

• in diens persoonsgegevens/identiteit en activiteiten afgeschermde (burger)informanten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• legt na validatie inlichtingen uit (burger)informanten zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die het werven en runnen van (burger)informanten kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• rapporteert over de samenhang in inlichtingen uit (burger)informanten en de context waarin deze inlichtingen zijn vergaard, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• beoordeelt consequent inlichtingen uit (burger)informanten op betrouwbaarheid door deze te controleren en te verifiëren;

• beoordeelt kritisch kandidaat-(burger)informanten op betrouwbaarheid en op informatieposities;

• past zodanig effectief en efficiënt bronbeveiliging en afscherming van (burger)informanten toe, dat de veiligheid van de burgerinformant wordt verhoogd;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van inlichtingen uit (burger)informanten bij gebruik als onderzoeksgegevens in opsporingsonderzoeken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• dwangmiddelen toepassen;

• rapportages opstellen van gevalideerde inlichtingen uit (burger)informanten;

• rapportages opstellen – op basis van in samenhang gebrachte inlichtingen uit (burger)informanten en de context waarin deze inlichtingen zijn vergaard − met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• processen-verbaal en rapportages opstellen;

• werven en runnen van (burger)informanten/gesprekscontacten;

• kandidaat-(burger)informanten beoordelen op betrouwbaarheid en op informatiepositie;

• (burger)informanten bij stelselmatige informatie-inwinning contracteren;

• bronbescherming en afscherming toepassen op persoonsgegevens en activiteiten van (burger)informanten.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van burgers die zich in criminele kringen en/of (radicale) groeperingen bevinden.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• werven (burger)informanten;

• runnen van (burger)informanten;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig gegenereerd worden binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• het nemen in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van informantenrunnen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van informantenrunnen;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van informantenrunnen;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• methoden en technieken met raakvlakken met het werven en runnen van (burger)informanten;

• wetenschap: alfa en gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• privacywetgeving;

• methoden, technieken en instrumenten met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• non politieel gedrag;

• inzicht in de multiculturele samenleving;

• kennis van observatietechnieken;

• inzicht in gedrag;

• analysetechniek;

• netwerken;

• inzicht in groepsdynamica;

• maatschappelijke ontwikkelingen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig aannemen van een alias. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk).

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de informantenrunner of de burgerinformant wordt ontmaskerd en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij het werven en runnen van (burger)informanten in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Gezagvoerder binnenvaart/bootcommandant

Kern van de functie

Scheepvaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen onder vaak bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen.

Scheepvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en de tak Verbeteren uit het RBP.

De Gezagvoerder binnenvaart/bootcommandant draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen, in het bijzonder met small fast craft en fast offshore craft, waaronder rigid-inflatable boats, leveren van hoogwaardig transport van passagiers (medewerkers van de uitvoeringspraktijk, leidinggevenden en overige belanghebbenden).

De Gezagvoerder binnenvaart/bootcommandant geeft leiding aan de bemanning dan wel geeft nautische instructies aan zijn passagiers (collega’s GGP, Opsporing en overige Uitvoeringspraktijk) bij operationele opdrachten en is te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn vaartuig en opvarenden, alsmede voor de scheepsadministratie. Hij handelt bij inzet op zee naar maatstaven van goed zeemanschap. Hij vertegenwoordigt – als gezagvoerder − tijdens de vaart de Politie.

Activiteiten en resultaten

Leiding/gezagvoering

  • Het geven van leiding aan bemanning in algemene zin op het gebied van nautische aangelegenheden dan wel het geven van nautische instructie aan passagiers, zodat een veilige koers en vaart van het vaartuig wordt gewaarborgd.

  • Het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven, zodat veiligheid van het vaartuig en opvarenden worden gewaarborgd.

  • Het aansturen van de bemanning dan wel het instrueren van passagiers op effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden en de navolging van standaards en normen, zodat de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

Navigeren/manoeuvreren

  • Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder weerberichten, raadplegen NTM, navigatieberichten, etc.); het bestuderen van de relevante (zee) navigatiekaarten; het uitzetten van de koers, zodat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het communiceren met belanghebbenden (dienstleiding, havenoperatiecentrum, vaartuigen, etc.), zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt.

  • Het − bij inzet op zee − na vaststelling van de zeewaardigheid van het vaartuig, ontmeren, navigeren en manoeuvreren en aanmeren naar maatstaven van goed zeemanschap, zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het − bij inzet op binnenwateren − ontmeren, navigeren en manoeuvreren en aanmeren, zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage, ook tijdens de vaart, zodat passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen gaan.

  • Het geven van radaraanwijzingen en/het varen onder radaraanwijzingen, zodat een veilige koers en vaart van het vaartuig en overige vaartuigen wordt bevorderd.

  • Het tijdens de vaart zonodig geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen, zodat de veiligheid van de acties en van de omringende vaartuigen niet in gevaar komt.

Actie-intelligentie

Het tijdens de vaart, vanuit autonomie, nemen van beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie), zodat veiligheid van het vaartuig en opvarenden steeds worden gewaarborgd.

Controle en onderhoud

  • Het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig (scheepsuitrusting, motoren etc.), zodat gebreken tijdig gesignaleerd worden.

  • Het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig, zodat het vaartuig steeds aan de gestelde vaartechnische voldoet.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken, zodat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn.

Keep the ship clean

Het (toezien op het) schoonhouden van vaartuig en scheepsinstallaties, zodat de opvarenden van een opgeruimde hygiënische omgeving gebruik kunnen maken.

Scheepsadministratie

  • Het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie (scheepslogboek, technische journalen), zodat verantwoording plaatsvindt over de koers, vaart, positie en operationele staat van het vaartuig.

  • Het vastleggen in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles, zodat actuele gegevens voor belanghebbenden beschikbaar zijn en input wordt geleverd voor certificering van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie.

  • Het zo spoedig mogelijk erna beargumenteren van het doen sluiten of verleggen van vaarroutes voor de binnenvaart, zodat verantwoording plaatsvindt over ter zake gegeven opdrachten aan havenautoriteiten.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering ondersteuning met behulp van vaartuigen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerken

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van inzetmogelijkheden van het vaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

Verbeteren

Het op basis van gesignaleerde knelpunten tussen de mogelijkheden van inzet van het vaartuig en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden adviseren aan de gezagvoerder, zodat alle nautische mogelijkheden worden benut en een basis ontstaat voor verhoging van rendement van inzet.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• veilige koers en vaart van het vaartuig;

• veiligheid van vaartuig en opvarenden;

• nautisch aangestuurde bemanning dan wel geïnstrueerde opvarenden

• gezagvoering;

• veilige en ongeschonden passagiers en bagage tijdens em- en debarkatie;

• het geven van radaraanwijzingen en/het varen onder radaraanwijzingen;

• maximaal rendement van de inzet van het vaartuig in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• beargumenteerde opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van vaarroutes voor de binnenvaart;

• uitgevoerde periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig en uitrusting;

• rapportage van eventuele gebreken;

• op orde zijnde scheepsadministratie en administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• schoon vaartuig, hygiënische scheepsinstallaties;

• adviezen over verbeteringen van de inzetbaarheid van het vaartuig aan de hand van gesignaleerde knelpunten;

• voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• geeft zodanig vasthoudend leiding aan de bemanning, dan wel geeft zodanige heldere instructies aan passagiers dat een veilige koers en vaart van vaartuig wordt gewaarborgd, de bemanning/passagiers gemotiveerd, effectief en efficiënt als team opereert en passagiers de door hen te verrichten werkzaamheden kunnen verrichten;

• neemt vanuit autonomie zodanige effectieve en efficiënte maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven, dat veiligheid van vaartuig en opvarenden worden gewaarborgd;

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden, de (bij inzet op zee) zeewaardigheid van het vaartuig grondig is beoordeeld, en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;

• navigeert en manoeuvreert zodanig alert (en op zee: naar maatstaven van goed zeemanschap) dat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• embarkeert en debarkeert opvarenden en hun bagage (ook tijdens de vaart) zodanig dat passagiers en bemanning met hun bagage veilig en ongeschonden aan en van boord kunnen gaan;

• geeft vaartuigen bij uitval van hun radar adequate radaraanwijzingen; vaart secuur onder radaraanwijzingen van andere vaartuigen indien de eigen radar(s) zijn uitgevallen;

• neemt tijdens de vaart uit autonomie beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie);

• geeft tijdens de vaart uit autonomie opdracht aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen; beargumenteert zo spoedig mogelijk erna deze opdracht;

• bewaakt voortdurend en controleert stelselmatig de complete operationele staat van het vaartuig; voert secuurperiodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig en uitrusting uit;

• rapporteert helder over gesignaleerde gebreken;

• legt adequaat de gegevens vast in scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• houdt dan wel laat het vaartuig en de scheepsinstallaties schoon en hygiënisch houden;

• signaleert alert knelpunten bij de inzet van het vaartuig voor door passagiers te verrichten werkzaamheden en adviseert over verbetering;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken ter afstemming van inzetmogelijkheden van het vaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers en maakt uitvoeringsafspraken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• leiding geven aan bemanning dan wel nautische instructie geven aan passagiers

• gezagvoering;

• maatregelen nemen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven;

• het vaartuig ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren;

• opvarenden en hun bagage em- en debarkeren;

• radaraanwijzingen geven en onder radaraanwijzingen varen;

• op zee: op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig beslissen al dan niet te ontmeren;

• tijdens de vaart vanuit autonomie besluiten tot afbreken dan wel hervatten van de reis;

• tijdens de vaart opdracht geven aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart;

• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren;

• periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele vaartuig en uitrusting uitvoeren;

• eventuele gebreken rapporteren;

• het vaartuig en de scheepsinstallaties (doen) schoon en hygiënisch houden;

• gegevens vastleggen in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• adviseren bij gesignaleerde knelpunten over verbeteringen;

• tijdens de vaart de Politie vertegenwoordigen;

• opstellen plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• opstellen voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• zeevaart en/of binnenvaart (met name small fast craft en fast offshore craft, waaronder rigid-inflatable boats).

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• gezagvoering;

• het vaartuig;

• de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• bemanning en opvarenden;

• communicatie met belanghebbenden;

• op zee: maatstaven van goed zeemanschap;

• normen en procedures de zeevaart en/of de binnenvaart betreffende.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het uitzetten van de koers;

• op zee: de beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig;

• het communiceren met belanghebbenden;

• het ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren van het vaartuig;

• embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage;

• het geven van radaraanwijzingen/het varen onder radaraanwijzingen;

• het hygiënisch en schoon (doen) houden van het vaartuig en de scheepsinstallaties;

• het bewaken en controleren van de complete operationele staat van het vaartuig;

• het uitvoeren van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele voertuig en uitrusting;

• het vastleggen van gegevens in de scheepsadministratie;

• het vastleggen van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het zodanig inzetten, navigeren en manoeuvreren van het vaartuig, dat de door passagiers te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.) kunnen worden uitgevoerd;

• het al dan niet ontmeren;

• het afbreken of hervatten van de reis;

• het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende (veiligheids-, fatsoens)normen niet naleven;

• het tijdens de vaart geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart/binnenvaart;

• het aansturen van de bemanning dan wel het nautisch instrueren van de passagiers;

• de veiligheid van vaartuig en opvarenden;

• de scheepsadministratie;

• de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het adviseren over verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig bij te verrichten werkzaamheden van de passagiers vanuit gesignaleerde knelpunten;

• het participeren in netwerken ter afstemming van de nautische (on)mogelijkheden op de te verrichten werkzaamheden van de passagiers,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies) en waarbij gezagvoering (binnenvaart) aan de orde is.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie/gezagvoering (binnenvaart) op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• leiding geven aan bemanning dan wel het nautisch instrueren van passagiers (gezagvoering);

• het maatregelen nemen tegen bemanning of passagiers indien zij de geldende normen niet naleven;

• bij de reis voorbereiden, communiceren met belanghebbenden, ontmeren, navigeren, manoeuvreren en aanmeren, embarkeren en debarkeren van opvarenden en hun bagage en de gegevens ervan vastleggen in de scheepsadministratie;

op de juiste wijze:

• gegevens in de scheepsadministratie vastleggen;

• op zee: de zeewaardigheid beoordelen van het vaartuig;

• inschatten wanneer er (niet) kan worden ontmeerd, de reis moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat;

• radaraanwijzingen geven/onder radaraanwijzingen varen;

• inschatten wanneer opdracht moet worden gegeven tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes van de scheepvaart;

• de complete operationele staat van het vaartuig bewaken en controleren, periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles uitvoeren aan het gehele vaartuig en uitrusting en de gegevens ervan vastleggen in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het vaartuig en de scheepsinstallaties hygiënisch en schoon (doen) houden;

• knelpuntenanalyses uitvoeren en op grond daarvan adviseren aan de gezagvoerder over inzetrendement van het vaartuig;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie/gezagvoering (binnenvaart), plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot zeevaart en binnenvaart;

• techniek: scheepstechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;

• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de zeevaart;

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de binnenvaart;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in ten minste de Engelse taal volgens het standard marine vocabulary;

• scheepstechniek;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• leiding geven (gezagvoering);

• advisering;

• analysetechniek;

• netwerken.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie/gezagvoering;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie/gezagvoering aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens het bemanningsvoorschrift patrouillevaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door onder andere: het veelvuldig staan en lopen, het verrichten van buiten- en machinewerkzaamheden, het in aanraking komen met vuile materialen, het mogelijk oplopen van lichamelijk letsel bij het navigeren en manoeuvreren van het vaartuig bij het varen in slechte weersomstandigheden; het bij slechte weersomstandigheden langdurig stampen en slingeren van het vaartuig en het slechte zicht. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht fysiek geweld is in deze functie aanwezig bij bijvoorbeeld interventieacties, en bij het moeten optreden tegen bemanning of passagiers indien zij zich misdragen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste nautische afwegingen tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Beveiliging

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen. Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Senior Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging) en voor de aanpak van beveiligingsproblematiek. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig veiligheidsmaatregelen uit. De Senior Beveiliging bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Beveiliging doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en implementeert vastgestelde verbeteringen.

De Senior Beveiliging bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plan van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en ten behoeve van de aanpak van beveiligingsproblematiek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt verhoogd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en de aanpak van veiligheidsmaatregelen wordt verhoogd.

Verbetering Beveiliging

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbetering van in de aanpak van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging) en in de uitvoering van deze maatregelen, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde en het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen efficiënter en effectiever verlopen.

Toezicht – Beveiliging objecten

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

  • Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

  • Het verwijderen van onbevoegden van privéterrein, zodat de te beveiligen persoon niet wordt aangetast in zijn veiligheidsbeleving en/of zijn privacy.

Voorverkenning

Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van beveiligingsoperaties, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van een plan van aanpak.

Beveiliging personen

  • Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer en het verblijf, zodat de te beveiligen persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt en kan verblijven.

  • Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).

Beveiliging objecten

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijging van informatie, zodat een basis ontstaat om preventief te handelen (observatie).

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Verantwoordelijk Beveiligingsambtenaar.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• informatie uit voorverkenning;

• beveiligde personen;

• beveiligde objecten;

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• orde in de Rechtbank;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door een grondige voorverkenning van routes en locaties en door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen;

• oefent zodanig toezicht, controle en handhaving uit dat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan, de (openbare) orde wordt gewaarborgd en het risico op escalatie van situaties en gedrag wordt vermeden;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• dwangmiddelen toepassen;

• voorverkennen;

• persoonsbeveiliging uitvoeren;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering van de omgeving;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• geweldsmiddelen gebruiken bij het afweren van aanslagen op de te beveiligen persoon;

• processen-verbaal opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• object- en persoonsbeveiliging;

• orde Rechtbank;

• arrestantenverzorging;

• locaties/routes onderworpen aan voorverkenning;

• locaties/objecten waarin de te beveiligen persoon zich bevindt;

• routes waarlangs de te beveiligen persoon zich beweegt;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging),

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op juiste wijze:

• het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging);

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot persoonsbeveiliging;

• inzicht in gedrag;

• observatietechnieken;

• geweldsinstructie;

• interventietechnieken;

• wapenkunde;

• beveiligingstechniek;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden;

• kennis van vreemde talen;

• communicatie(-middelen);

• coaching;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• oefent zich in het gebruik van uiteenlopende wapens en in interventietechnieken;

• houdt overzicht op de technische mogelijkheden van de beveiligingstechniek.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij voorverkenning geen bijzonderheden waren maar later wel degelijk veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen de aanslag toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij de te beveiligen persoon dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Tactische Opsporing

Kern van de functie

Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben.

Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen20Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Senior Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door het − in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) tactisch opsporingsonderzoek uit. De Senior Tactische Opsporing bouwt en onderhoudt (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken en maakt uitvoeringsafspraken. Hij doet voorstellen vanuit de opsporingspraktijk tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek en implementeert vastgestelde verberingen. De Senior Tactische Opsporing bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van tactische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactische opsporing wordt verhoogd.

Verbetering tactische opsporing

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Totstandbrenging bewijslast

Het verzamelen, in samenhang brengen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier en het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van de bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.

Interpretatie onderzoeksgegevens

Het interpreteren en in samenhang brengen van tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden, zodat inzicht ontstaat in de toedracht van misdrijven en in de identiteit van de verdachte(n).

Kritische reflectie

Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Tegenspreken

Op aanwijzing optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld.

Processen-verbaal

Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Tactisch Coördinator;

  • Tegenspreker;

  • Familierechercheur.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• identificatie van verdachten;

• inzicht in de toedracht van misdrijven;

• gegevens als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;

• procesdossier;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert accuraat (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken uit;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit en brengt er samenhang in;

valideert verzamelde onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende systemen;

interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid

• optreden als mentor;

• dwangmiddelen toepassen;

• (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek uitvoeren;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• processen-verbaal van (werkterreingerelateerde) aangifte, verhoor, misdrijven, dwangmiddelen en (overige) bevindingen opstellen;

• procesdossiers samenstellen;

• op aanwijzing − als tegenspreker optreden.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven bij meer complexe (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoeken;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;

• de vervolging van verdachten van misdrijven;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterrreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• inzicht in gedrag;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, bestuursrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• verhoortechniek;

• organisatie en werkwijze OM;

• coaching;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• netwerken;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op opsporingswerkwijzen bij opsporingspartners en vervolgingsprocedures bij samenwerkingspartners.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Observatie

Kern van de functie

Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.

Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten21Deze Specifieke functionaliteiten zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Specifieke functionaliteiten LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Senior Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde in de samenleving door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van observatieacties. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig observatieactiviteiten uit. De Senior Observatie bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van observatieactiviteiten en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Observatie doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van aanpak van observatieactiviteiten en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Observatie bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van observatieacties efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van observatieacties, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van observatieacties en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering observatieacties wordt verhoogd.

Verbetering Observatieacties

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van observatieacties, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde efficiënter en effectiever verlopen.

Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen

Het − op basis van een vastgesteld plan van aanpak voor observaties − op maat (laten) maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever en efficiënter worden uitgevoerd.

Modificeren en Vervaardigen

  • [werktuigbouw en (fijn-)mechanica] Het – aan de hand van vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van werkplaatshandleidingen en technische instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

  • [installatie- en elektrotechniek] Het – aan de hand van vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van elektrotechnische handleidingen en installatie instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur) die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

Defecten en storingen

Het − op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan (elektro)technische systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder werktuigbouw, (fijn)-mechanica, installatietechniek en elektrotechniek en/of het lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische systemen en installaties die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur, zodat ook meeromvattende defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/ verholpen en systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen weer inzetbaar zijn.

Voorverkenning

Het verkennen van de situatie ter plaatse, het beoordelen van de noodzaak voor inzet van apparatuur en (technische hulp)middelen, het vastleggen van de meest geschikte posities voor het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen en het beoordelen of de observatie al dan niet kan worden uitgevoerd met standaard apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van het plan van aanpak voor observaties.

Uitvoeren van observatie

  • Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen, het waarnemen van feiten en omstandigheden en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer, zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden worden vastgelegd ten behoeve van opvolging en/of vervolging.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

Gegevens uit observatie

  • Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

  • Het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, zodat inzicht ontstaat in de gedragingen en/of contacten van de geobserveerden.

Rapportage over gegevens uit observatie

  • Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het rapporteren over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel voor oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Specifieke functionaliteit

Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke functionaliteit.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;

• geplaatste apparatuur en (technische hulp)middelen;

• op maat gemaakte apparatuur;

• gemodificeerde cq. vervaardigde op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• gerepareerde/verholpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit observaties,

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);

• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;

• beoordeelt bij de voorverkenning kritisch de noodzaak voor inzet van apparatuur en (technische hulp)middelen, legt de meest geschikte plaats voor het plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen vast en beoordeelt kritisch of de observatie al dan niet kan worden uitgevoerd met standaard apparatuur en (technische hulp)middelen;

• installeert apparatuur en (technische hulp)middelen zodanig dat de kans op ontdekking minimaal is en de werking optimaal;

op maat vervaardigen dan wel modificeren van toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• lokaliseert secuur en repareert / verhelpt adequaat defecten en storingen;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• maakt dan wel laat− binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties − apparatuur en/of (technische hulp)middelen zodanig op maat maken dat de bedrijfszekerheid en inzetbaar dezelfde blijft of toeneemt en de kans op ontdekking bij inzet in observatie wordt verkleind;

• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• rapporteert over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• optreden als mentor;

• dwangmiddelen toepassen;

• voorverkenning verrichten;

• personen heimelijk waarnemen;

• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;

• apparatuur en (technische hulp)middelen installeren bedoeld voor het heimelijk vergaren van informatie over handelingen en contacten van verdachten;

• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak voor observaties op maat (laten) maken;

• modificeren cq. vervaardigen op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infstracturen en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• repareren/verhelpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• rapportages opstellen van gevalideerde onderzoeksgegevens uit observatie;

• rapportages opstellen − op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit observatie − met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• processen-verbaal opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak voor observaties;

• aanpassen van de op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig gegenereerd worden binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• de uitvoering van observatieacties,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van observatieacties;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op de juiste wijze

• het uitvoeren van observatieacties;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot observatie;

• privacywetgeving;

• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;

• camouflagemethoden en -technieken;

• elektrotechnische handleidingen;

• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;

• inzicht in gedrag;

• het geven van instructie;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• netwerken;

• coaching;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren, en door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen bij het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig aannemen van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk).

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de observant wordt ontmaskerd, de apparatuur of het onderscheppen van data of telefonie wordt ontdekt, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior GGP

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen22Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Senior GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het − in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken en voor de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) operationele politietaken uit. De Senior GGP bouwt en onderhoudt (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior GGP doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van (werkterreingerelateerde) aanpak van veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior GGP bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van operationele politietaken ten behoeve van de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van een gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van operationele politietaken en van de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek wordt verhoogd.

Verbetering GGP

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.

Toezicht

Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan. Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde wordt gewaarborgd.

Conflictbemiddeling

Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving verbetert.

Opsporing-VVC

Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Noodhulp

Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter plaatse en het verlenen van directe hulp. Het aansturen van de politie-inzet ter plaatse en het nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp aan hen die deze behoeven wordt verleend.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Voorlichting

Het geven van informatie over actuele veiligheidsproblematiek en het bevorderen van kennis over het voorkomen van overlast en criminaliteit, zodat het veiligheidsgevoel en de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen verbetert.

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over (werkterreingerelateerde) overtredingen en misdrijven en het opnemen van (werkterreingerelateerde) aangiften, zodat een basis voor opvolging en/of vervolging ontstaat.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • medewerker in teamverband (ME, FLEX, GBO, GRIP e.d.);

  • wachtcommandant.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• gehandhaafde openbare orde;

• oplossingen tussen conflicterende partijen;

• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;

• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;

• gecoördineerde politie-inzet bij incident of calamiteit;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;

• processen-verbaal;

• dossiers VVC.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief (werkterreingerelateerde)netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert accuraat alle operationele politietaken uit;

• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt regulerende en stabiliserende maatregelen en verleent directe hulp;

• stuurt bij incident of calamiteit politie-inzet ter plaatse aan;

• geeft zodanig helder voorlichting over actuele (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en het voorkomen van overlast en criminaliteit dat het veiligheidsgevoel en de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen verbetert;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid

• optreden als mentor;

• dwangmiddelen toepassen;

• alle operationele politietaken uitvoeren;

• politie-inzet aansturen ter plaatse van incident of calamiteit;

• processen-verbaal opstellen;

• als voorlichter optreden.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

• de opsporing van daders van misdrijven VVC;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn en tegenstrijdige belangen kunnen spelen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig wordt gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van alle operationele politietaken;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van netwerken met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen.

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van alle operationele politietaken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• noodhulp en incidentmanagement;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• voorlichting;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen hulpverleningsdiensten;

• houdt zicht op (werkterreingerelateerde) specifieke veiligheidsproblematiek die burgers, bedrijven en instellingen bezighoudt.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij enerzijds beslissingen die bij incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben, anderzijds dat effecten in netwerken waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke veiligheidsproblematiek. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Senior Interventie

Kern van de functie

Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) door op te treden in situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen derden of de politie dreigen. De Interventie is geoefend in het gebruik van bijzondere technieken en tactieken en kan worden toegerust met bijzondere bewapening.

Interventie geeft met name uitvoering aan het proces handhaven in de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Interventie komt een aantal specifieke functionaliteiten23Deze Specifieke functionaliteiten zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Specifieke functionaliteiten LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

Senior Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) door het – in het kader van voorbereiding, mede aan de hand van beschikbare formats – opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van interventieactiviteiten. Hij verricht zaakscoördinatie en voert daarnaast zelfstandig interventieactiviteiten uit. De Senior Interventie bouwt en onderhoudt (nieuwe) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Interventieacties en maakt uitvoeringsafspraken. De Senior Interventie doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van aanpak van interventieacties en implementeert vastgestelde verbeteringen. De Senior Interventie bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Zaakscoördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van interventieacties efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten) en van:

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het − op basis van het analyseren van patronen en verbanden in de voorliggende problematiek en mede aan de hand van beschikbare formats − opstellen van plannen van aanpak − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van interventieacties, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Netwerk

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van de uitvoering van interventieacties en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van interventieacties wordt verhoogd.

Verbetering interventie

Het vanuit de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van interventieacties, en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, zodat de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) efficiënter en effectiever verlopen.

Individuele voorbereiding

Het voorbereiden van eigen interventieacties met een bijzonder gevaarrisico, zodat tijdens de interventieactie bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen (actie-intelligentie).

Voorverkenning

Het − onder meer door observeren − lokaliseren van verdachten, verkennen van locaties c.q. routes en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van interventieopdrachten, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van een plan van aanpak.

Aanhouden

Het op basis van het plan van aanpak, op stipt bevel en in teamverband, ter uitvoering van een aanhoudingsopdracht, aanhouden en − in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum, tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen − van (vuur)wapengevaarlijke verdachten conform protocollen en procedures, zodat effectief en efficiënt de dreiging die van deze verdachten uitgaat wordt weggenomen.

Bevrijden van slachtoffers

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een bevrijdingsopdracht, interveniëren bij aanslagen, gijzelingen en kapingen, zodat slachtoffers kunnen worden bevrijd.

Beveiligen politie-infiltranten

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, beveiligen van politie-infiltranten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid, zodat de veiligheid van politie-infiltranten wordt gewaarborgd.

Afscherming

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van activiteiten kan plaatsvinden.

Assisteren bij begeleiden transport

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, assisteren in de zorg voor de veiligheid tijdens het vervoer van getuigen, verdachten of gedetineerden waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid dan wel vluchtgevaar, zodat de te beveiligen persoon veilig en zeker op zijn plaats van bestemming aankomt.

Assisteren bij beveiliging objecten

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, assisteren in de zorg voor de veiligheid van objecten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid, zodat vitale infrastructuur wordt beschermd in geval de rechtsorde en/of openbare orde in het geding zijn.

Rapportages

Het verzamelen − onder meer vanuit de-briefing − het vastleggen en in samenhang brengen van feiten, omstandigheden en bevindingen vanuit zaakscoördinatie en het toelichten van bijzonderheden bij aanhoudingen, bij bevrijding van slachtoffers, bij de afscherming van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten en het beveiligen van personen en objecten, zodat inzicht ontstaat in het verloop van aanhoudingen en beveiligingsoperaties en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor verbetering van de uitvoering van interventies.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Specifieke functionaliteit

Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke functionaliteit.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding).

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid;

• weggenomen terreur/geweldsdreiging;

• aangehouden, tegengehouden en in het uiterste geval uitgeschakelde verdachten;

• bevrijde, ongeschonden slachtoffers van gijzeling en kaping;

• beveiligde objecten;

• beveiligde politie-infiltranten;

• afgeschermd optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• beveiligde transporten van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• rapport voorverkenning;

• inzetdossier;

• verslag de-briefing;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak op, mede aan de hand van beschikbare formats;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (zaakscoördinatie);

• analyseert kritisch (eerder verkende) problematiek en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• bouwt en onderhoudt actief netwerken en maakt uitvoeringsafspraken;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• formuleert passende voorstellen ter verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• bereidt de interventie voor door een grondige voorverkenning van locaties c.q. routes;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de interventieactie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s accuraat in en roept tijdig eventueel hulp in;

• volgt nauwgezet bij het toepassen van geweldsmiddelen de protocollen en procedures;

• houdt verdachten aan, houdt verdachten tegen en, schakelt in het uiterste geval verdachten uit, op stipt bevel van de leidinggevende;

• bevrijdt slachtoffers van gijzeling en kaping zodanig effectief dat ze ongeschonden in veiligheid zijn gebracht;

• beveiligt politie-infiltranten dusdanig dat aanslagen worden voorkomen, afgeweerd of doorstaan en de ware identiteit van de infiltrant geheim blijft;

• schermt het optreden van andere specialistische eenheden af;

• assisteert het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden zodanig effectief dat de te beveiligen personen veilig en zeker op hun plaats van bestemming aankomen;

• beveiligt het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen of bij vluchtpogingen (actie-intelligentie);

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• verzamelt en legt zodanig feiten, omstandigheden en bevindingen vanuit zaakscoördinatie rond de inzet vast in een rapportage dat daarmee een basis ontstaat voor opvolging/en/of vervolging en voor verbeteringen in de uitvoering;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor formats beschikbaar zijn;

• zaakscoördinatie voeren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• analyseren (herkennen) van patronen en verbanden voor het maken van keuzes uit beschikbare formats pva en voor het opstellen van plannen van aanpak;

• het begeleiden van medewerkers en het formuleren van aanbevelingen over vakvolwassenheid

• optreden als mentor;

• dwangmiddelen toepassen;

• voorverkenning verrichten;

• (vuur)wapengevaarlijke verdachten aanhouden, tegenhouden of in het uiterste geval uitschakelen;

• slachtoffers met toepassing van geweld bevrijden;

• politie-infiltranten beveiligen;

• afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• assisteren bij begeleiden transport van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• geweldsmiddelen toepassen;

• rapport voorverkenning opstellen;

• processen-verbaal;

• de-briefing organiseren.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor formats beschikbaar zijn (eerder verkende problematiek);

• bouwen en onderhouden (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• zaakscoördinatie;

• situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen de politie of anderen dreigen;

• de bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum;

• (vuur)wapengevaarlijke verdachten;

• slachtoffers van gijzeling en kaping;

• de georganiseerde zware criminaliteit;

• geradicaliseerde en/of terreurverdachte groepen;

• aangewezen te beveiligen objecten;

• aangewezen te beveiligen politie-infiltranten;

• aangewezen, af te schermen optredens van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• (wisselend) teamverband;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• het bouwen aan en het onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• organisatie en aansturing van het vastgestelde plan van aanpak;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken met de door hem in het kader van zaakscoördinatie aangestuurde functionarissen ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken.

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• het bevorderen van deskundigheid door het optreden als mentor en door het formuleren vanuit de praktijk van aanbevelingen voor vakvolwassenheid;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van interventieacties,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met zaakscoördinatie op (eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak op basis van beschikbare formats) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van interventieacties;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (zaakscoördinatie);

• het formuleren, vanuit de praktijk, van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het opbouwen en onderhouden van een netwerk met gedeelde belangen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

op juiste wijze:

• het uitvoeren van interventieacties;

• geweldsmiddelen toepassen met gebruik van bijzondere technieken en tactieken en bijzondere bewapening;

• risico’s signaleren die de interventieactie, de eigen veiligheid en /of die van de collega’s bedreigen;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vastgestelde verbeteringen implementeren;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (eerder verkende) problematiek (zaakscoördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot interventie;

• Europese en internationale ontwikkelingen in veiligheid en terreurdreiging;

• techniek: methoden, technieken en procedures, met name ook hetgeen in het buitenland wordt ontwikkeld;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot interventie;

• interventiemethoden en -technieken;

• camouflagemethoden en -technieken;

• observatiemethoden, -technieken en -instrumenten;

• (bijzondere) geweldstechnieken en tactieken;

• (bijzondere) bewapening;

• beveiligingstechniek;

• rapporteren;

• netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching;

• inzicht in gedrag;

• analysetechnieken;

• zaakscoördinatie;

• mentor.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor de aanpak van (eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• volgt op de voet de technische ontwikkelingen op het gebied van observeren, bewapening, persoonlijke beschermingsmiddelen, explosieven, beveiliging;

• volgt (nieuwe) oefenmethoden op de voet.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook zaakscoördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning, en door extreem fysiek belastende bewegingen bij interventieacties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma bij (terreur)interventie is in deze functie aanwezig bij/na een interventieactie. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij uitvoering onvoorspelde veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren die effect hebben op het resultaat van de interventieactie, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen een aanslag op bijvoorbeeld een getuige dan wel een ontsnapping van bijvoorbeeld een vluchtgevaarlijke verdachte toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij interventieacties dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Gespecialiseerd medewerker c

Kern van de functie

Gespecialiseerde ondersteuning draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het toepassen van vastgestelde beleidsproducten volgens gestandaardiseerde methoden, technieken en bekende benaderingswijze. Gespecialiseerde ondersteuning geeft uitvoering aan processen in de tak Ondersteuning en de tak Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Gespecialiseerde ondersteuning komt een aantal werkterreinen24Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Gespecialiseerd Medewerker C draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de effecten en resultaten van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten te analyseren, over verbeteringen te adviseren, vastgestelde verbeteringen te initiëren en te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij past daarnaast vastgestelde beleidsproducten toe. De Gespecialiseerd Medewerker C initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming van afspraken. De Gespecialiseerd Medewerker C bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de toepassing van beleidsproducten efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) – waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de toepassing van vastgestelde beleidsproducten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de toepassing van vastgestelde beleidsproducten wordt verhoogd.

Verbetering gespecialiseerde ondersteuning

Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de toepassing van vastgestelde beleidsproducten, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de toepassing van vastgestelde beleidsproducten efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor, het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering in de toepassing van vastgestelde beleidsproducten (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken);

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk;

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving;

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen;

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van de toepassing van vastgestelde beleidstoepassing, zodat deze toepassing bijdraagt aan een effectievere en efficiëntere organisatie;

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Inzet vanuit vakinhoudelijke kennis

Het verrichten van werkzaamheden, het afhandelen van vragen en het aanpakken van problematiek die vakinhoudelijke kennis vergen, zodat deze kennis effectief en efficiënt wordt benut in de bedrijfsvoering.

Ondersteuning van administratie

Het houden van toezicht op de vastlegging, validatie en archivering van gegevens en documenten door de administratie(s); het beoordelen van de integriteit van vastgelegde informatie en informatiesystemen; het signaleren, documenteren en bijsturen bij afwijkingen, zodat administratieve werkzaamheden en (archief)systemen daadwerkelijk de gegevens en documenten leveren waarmee de effectuering van vastgesteld beleid en vastgestelde doelstellingen wordt ondersteund.

Informatieverstrekking

Het ondersteunen van individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk) met informatie over consequenties van wet- en regelgeving, vastgestelde beleidsproducten, zodat belanghebbenden actueel en vakinhoudelijk zijn geïnformeerd over nieuwe wet- en regelgeving en vastgestelde beleidsproducten.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van tactisch opsporingsonderzoek;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• handelt rechtstreeks vragen af die hem bereiken (al dan niet vanuit de serviceloketten) dan wel verwijst de vragen door voor verdere afhandeling naar de daarvoor verantwoordelijke functionaris;

• pakt accuraat problematiek op die vakinhoudelijke kennis vergen;

• ondersteunt actief de informatieverstrekking aan individuele en groepen belanghebbenden (leiding, bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk):

• over consequenties van wet- en regelgeving en vastgesteld beleid;

• over de praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• uitgevoerde eigen werkzaamheden, afgehandelde vragen en aangepakte problematiek die zijn vakinhoudelijke kennis vergen;

• actueel en vakinhoudelijk geïnformeerde individuele en groepen belanghebbenden en de administraties die daarvoor worden gevoerd;

• bij praktische toepassing van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken ondersteunde individuele en groepen belanghebbenden;

• optimaal voor administratie aangereikte gegevens, documenten en dossiers.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• toepassing vastgestelde beleidsproducten;

• administratie(s);

• politieorganisatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: organisatorische coördinatie;

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van de toepassing van beleidsproducten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• het uitvoeren van de toepassing van beleidsproducten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid;

• techniek: administratieve systemen en organisatie;

• wetenschap.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving en (overheids)beleid ten aanzien van het werkterrein/aandachtsgebied;

• interne richtlijnen, aanwijzingen, protocollen, normen;

• techniek en administratieve systemen en organisatie met betrekking tot het werkterrein/aandachtsgebied en die het werkterrein/aandachtsgebied raken;

• gedegen kennis van vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, voor zover van toepassing op het werkterrein/aandachtsgebied;

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke communicatie;

• voorlichting (groepen);

• individueel advies;

• regisseren van netwerken;

• coaching;

• analysetechnieken;

• organisatorische coördinatie;

• advisering;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks actieve aansturing van de medewerkers, of ondanks juiste en volledige informatieverstrekking aan de belanghebbende(n), deze zich niet aan de instructies respectievelijk het advies houden, daardoor onherstelbare fouten maken of verkeerde beslissingen nemen en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Bedrijfsvoeringspecialist A

Kern van de functie

Bedrijfsvoeringspecialismen draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk vanuit specialisatie te ondersteunen en door zich proactief en reactief te richten op verbeteringen in de bedrijfsvoering.

De praktijkinzet (1) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, (financiële) jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet (2) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, ontwikkeling van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarstelling en borging daarvan.

Bedrijfsvoeringspecialismen geeft met name uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen & Verbeteren en aan de takken Besturen & Voorbereiden uit het RBP.

  • (1)

    De Bedrijfsvoeringspecialist A draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door (aangereikte) problematiek op te lossen en/of producten & diensten te leveren met behulp van / door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend / routinematig bereikbaar).

  • (2)

    De Bedrijfsvoeringspecialist A monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleids(producten) binnen de gehele organisatie.

De Bedrijfsvoeringspecialist A participeert in bestaande netwerken en bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen.

Binnen het vakgebied Bedrijfsvoeringspecialismen komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.25Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’.

Activiteiten en resultaten

(1)

Praktijkinzet:

Inbreng vanuit specialisatie binnen de bedrijfsvoering

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de bedrijfsvoering wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen − zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

(Individuele) advisering

Het vertalen van vastgestelde kaders, waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures, met inachtneming van het (korps)beleid en met toepassing van vastgestelde instrumenten, methoden en technieken, naar praktisch toepasbare oplossingen voor specifieke problematiek en/of naar individuele vakinhoudelijke adviezen, waarmee de voor het collectief geformuleerde oplossingen naar het individu geconcretiseerd worden, zodat de motivering van de individuele functionaris wordt bevorderd en daarmee het organisatierendement verbetert.

Verbetering( individuele) advisering

Het vanuit specialisatie en vanuit de adviespraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen; het in de praktijk brengen dan wel het implementeren van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden, zodat de geboden oplossingen en (individuele) adviezen vanuit zijn specialisatie efficiënt en effectief aansluiten op de actualiteit.

(2)

Beleidsinzet:

Monitoring op juist gebruik en toepassing beleids(producten):

Analyse en advies

  • Het − vanuit specialisatie − analyseren, monitoren en evalueren in de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, door het meten van resultaten en effecten in relatie tot kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren en het analyseren van de oorzaak van afwijkingen, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering.

  • Het vanuit specialisatie − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk verbetert.

Netwerken

Het participeren in bestaande netwerken van (ook externe) bedrijfsvoeringspecialisten op de voor hem relevante werkterreinen en aandachtsgebieden, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

Deskundigheidsoverdracht

Het overdragen van kennis en vaardigheden door onder meer het geven van trainingen en daarbij het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van collega’s wordt bevorderd over het specialisme.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider.

  • Ambtelijk secretaris.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/ specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor (aangereikte) problematiek;

• producten & diensten;

• gemonitoorde toepassing beleids(producten).

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering) ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);

• analyse op de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering) van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie.

Nader aangeduid:

• uitgevoerde werkzaamheden die zijn specialisatie vergen,

met als deelresultaten:

• oplossingen vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek;

• naar praktisch toepasbare oplossingen en/of individuele vakinhoudelijke adviezen vertaalde, vastgestelde kaders;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen,

met als deelresultaten:

• voorstellen − vanuit de specialisatie en adviespraktijk − tot verbetering, en in de praktijk gebrachte vastgestelde verbeteringen, in de persoonlijke advisering;

• uitvoeringsafspraken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• advies aan leiding en netwerkpartners − op basis van analyse en monitoring vanuit specialisatie − over gebruik en toepassing van beleids(producten) in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering;

• participatie in bestaande netwerken;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie,

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert werkzaamheden uit die zijn specialisatie vergen met inachtneming van het volgende:

• voert de werkzaamheden die zijn specialisme vergen volledig uit, maar verwijst werkzaamheden die dat niet vergen gericht door;

• analyseert (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen en met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen;

• vertaalt vastgestelde kaders, waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures, met inachtneming van het (korps)beleid en met toepassing van vastgestelde instrumenten, methoden en technieken naar concrete en praktisch toepasbare oplossingen en naar vakinhoudelijke adviezen die op het individu zijn afgestemd;

• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen voor aanpak problematiek en mogelijke rendementsverhoging in het gebruik en in de toepassing van beleids(producten) zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;

• formuleert vanuit de specialisatie en vanuit de adviespraktijk haalbare voorstellen tot verbeteringen in de persoonlijke adviespraktijk;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen dan wel past deze toe;

• maakt heldere afspraken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• participeert actief in bestaande netwerken van bedrijfsvoeringspecialisten;

• draagt proactief deskundigheid over op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• werkzaamheden uitvoeren die zijn specialisatie vergen;

• (aangereikte) problematiek analyseren en daarover adviseren;

• gebruik en toepassing van beleids(producten) monitoren, analyseren en daarover adviseren;

• vastgestelde kaders vertalen naar praktisch toepasbare oplossingen en individuele vakinhoudelijke adviezen;

• voorstellen doen tot verbetering van de individuele adviespraktijk;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• participeren in bestaande netwerken;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk.

• voorstellen doen vanuit de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering) ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• de politie als functie in de samenleving;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s en projecten;

• gehele vakgebied inclusief werkterrein/aandachtsgebied;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen;

• monitoring op gebruik en toepassing beleids(producten);

• individuele medewerkers;

• bestaande netwerken.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (aangereikte) problematiek op en/of levert producten & diensten met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend/routinematig bereikbaar).

Hij monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleids(producten) binnen de gehele organisatie (uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering) en adviseert ter zake.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het doorverwijzen van werkzaamheden die zijn specialisatie niet vergen naar collega’s met de passende specialisatie;

• het maken van uitvoeringsafspraken over de implementatie van vastgestelde verbeteringen op het (de) hem toevertrouwde aandachtsgebied(en);

• het formuleren van voorstellen tot verbetering van de individuele advisering en over gebruik en toepassing van beleids(producten)in uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het participeren in bestaande netwerken;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden.

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en oplossingen bekend zijn.

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris:

• bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• bij het analyseren van (aangereikte) problematiek door het volgen van bekende benaderingswijzen;

• bij aanpak van problematiek en (individuele) advisering:

• voor de klantgerichte, en daarmee meest effectieve en efficiënte aanpak;

• voor een werkwijze gebaseerd op de toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten en met inachtneming van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel, dan wel landelijke programma’s/projecten.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren van en adviseren over (aangereikte) specifieke problematiek en over gebruik en toepassing van beleids(producten);

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, bekende benaderingswijzen en oplossingen, zelfstandig aanpakken.

op de juiste wijze

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken toepassen;

• voorstellen formuleren tot verbeteringen in de adviespraktijk;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden over implementatie;

• participeren in bestaande netwerken;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk;

• zelfstandig afhandelen van (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie door toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en met bekende benaderingswijzen, alsmede voor monitoring op juist gebruik en toepassing beleidsproducten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en), waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van vastgestelde instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s / projecten ten aanzien van het vakgebied, het (de) werkterrein(en) en/of aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• monitoring en evaluatie; herkennen van patronen en verbanden in gebruik en toepassing beleids(producten);

• gestandaardiseerde specialistische (analyse)methoden en technieken;

• kennis van de politieorganisatie;

• (individuele) advisering; handreikingen;

• slecht-nieuws gesprekken;

• communicatie(-middelen);

• implementatietechniek;

• netwerken;

• informatieoverdracht;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid.

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van analyse en advisering;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op het (korps)beleid ter zake en op vastgestelde methoden, technieken en instrumenten;

• houdt overzicht op de mogelijkheden die kennissystemen hem kunnen bieden ter ondersteuning van zijn werkzaamheden.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak (aangereikte) problematiek met bekende oplossingen, en ten behoeve van monitoring en/of intermediairschap en toepassing gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop hij is aangesteld, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in de situatie dat effecten in de advies- en/of verbetertrajecten waarin hij functioneert, uitblijven en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering.

Docent B

Kern van de functie

Docenten dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op te leiden tot competente medewerkers, die daarmee beschikken over politiespecifieke kennis, vaardigheden en gedragskenmerken (competenties), in overeenstemming met de gevraagde deskundigheid in hun (beoogde) functie, voor nu en in de toekomst. Docenten ontwikkelen onderwijspakketten die nauw aansluiten aan de actuele deskundigheidsvereisten in vastgestelde functies van de Nederlandse Politie.

Docenten geven met name uitvoering aan het proces Ontwikkelen en Inzetten Personeel uit de tak Ondersteuning en aan de processen in de tak Verbeteren uit het RBP.

De Docent B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door, cursisten op te leiden tot competente medewerkers op mbo-niveau vanuit specialisatie, passend bij de (beoogde)functie van de cursist(en). Hij verzorgt daartoe op de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende theorielessen en vaardigheidstrainingen. Hij volgt daarbij (standaard) lesmodules voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding. Hij neemt ten slotte proeven van bekwaamheid af en rapporteert hierover. De Docent B regisseert netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het lesmateriaal voor geïntegreerde toepassing in opleidingen. In het kader van ontwikkelen adviseert hij over bruikbaarheid van de (standaard) lesmodules en over gewenste doorontwikkeling ervan voor geïntegreerde toepassing in opleidingen.

Activiteiten en resultaten

Plannen van aanpak

Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van cursisten − opstellen van individuele studieadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) voor het door de cursist bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

Doceren

  • Het geven van theorielessen vanuit integrale aanpak volgens (standaard) lesmateriaal, zodat de cursisten competente medewerkers op mbo-niveau worden voor hun (beoogde) functie.

  • Het doceren en aanleren van cursisten van een professionele beroepshouding, waaronder omgaan met bevoegdheden en geweld, attitude- en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek (bekeuringsituaties, aanhoudingen, crisisinterventie, antidiscriminatie en dergelijke), zodat de cursisten competente medewerkers worden voor hun (beoogde) functie.

Studiebegeleiding

Het zijn van aanspreekpunt voor de cursist in zijn opleiding; het monitoren, analyseren en beoordelen van diens voortgang in de verwerving van competenties; het met individueel advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid begeleiden van cursisten, zodat de cursist inzicht heeft in zijn ontwikkeling tijdens de opleiding en in zijn bekwaamheden.

Examineren

Het afnemen van proeven van bekwaamheid en het hierover rapporteren, zodat bij positief resultaat de cursist in het bezit is van het geldende certificaat of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de cursist.

Netwerken

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat het onderwijs steeds actueel aansluit op de (beoogde) functie van de cursist.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard) lesmateriaal voor onderwijs met een integraal karakter; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat (standaard) lesmateriaal optimaal en actueel aansluit op het opleiden van competente medewerkers in relatie tot hun (beoogde) functie.

Verbeteren

  • Het vanuit de praktijk van het doceren vanuit integraal karakter, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de toepassing van (standaard) lesmodules, zodat de kwaliteit van doceren wordt verhoogd.

  • Het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van doceren en in de toepassing van (standaard) lesmodules, zodat het geboden onderwijs actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften en de (beoogde) functie van de cursist.

Ontwikkelen

  • Het − op basis van evaluatie van toepasbaarheid, het resultaat en het leereffect van het (standaard) lesmodules en op basis van integrale monitoring van ontwikkelingen en vernieuwingen (waaronder bepalingen terzake bevoegdheden, wet- en regelgeving en dergelijke) − adviseren over bruikbaarheid van de (standaard) lesmodules en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee de (standaard) lesmodules actueel aansluiten op het instapniveau en de leerbehoeften van cursisten, en op de leerdoelen passende bij de (beoogde) functie van de cursist.

  • Het verwerken en integreren van de vastgestelde inhoudelijke en didactische verbeteringen in de (standaard) lesmodules, zodat beschikt kan worden over actueel en relevant (standaard) lesmateriaal.

Analyse en advies

Het − met gebruikmaking van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen op de leerprestaties van cursisten − formuleren van voorstellen voor mogelijke verbeteringen in het rendement van de opleiding en het daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit van het zich via de geboden opleiding verwerven van competenties op mbo-niveau wordt verhoogd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit analyse op de praktijk;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• initiëring van verbeteringen;

• analyseren vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• monitoren op juist gebruik en toepassing van beleids(producten), zoals lespakketten;

• begeleiding van de implementatie van beleids(producten), zoals lespakketten;

• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• tot competente medewerkers op mbo-niveau opgeleide cursisten met een professionele beroepshouding;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten).

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de cursist met een helder plan van aanpak voor het verwerven van zijn competenties;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (nieuwe) netwerken met mogelijk ook tegenstrijdige belangen; maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• formuleert vanuit analyse en monitoring en vanuit specialisatie, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de inhoud van (standaard) lesmodules met integraal karakter;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• brengt cursisten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;

• stelt − op basis van specialistische analyses op de leerprestaties van cursisten − actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven van competenties op mbo-niveau;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van cursisten door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse formuleren van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren vanuit specialisatie;

• monitoren van juist gebruik en toepassing beleids(producten), zoals lespakketten;

• begeleiden van de implementatie van beleids(producten), zoals lespakketten;

• adviseren op basis van analyse vanuit specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• doceren;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• op basis van specialistische analyses op de leerprestaties van cursisten, leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke rendementsverhoging in het opleiden tot mbo-niveau.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak vergen waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• cursisten;

• onderwijs/scholen;

• begeleiding van competentieverwerving op basis van:

• leerbehoefte en instapniveau van de cursisten;

• (standaard) lesmodules;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functies van de cursisten op mbo- niveau met integraal karakter;

• initiëren en regisseren van en in (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• bij plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• bij het doceren, studiebegeleiding en examineren;

• bij bouwen, onderhouden en regie in netwerken.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• initiëren van implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• nieuwe netwerken;

• het uitvoeren van analyses op de leerprestaties van zijn cursisten;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in opleidingen tot en met mbo-niveau;

• het doceren en examineren,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds) instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• het doceren;

• het examineren;

• het in de vorm van studiebegeleiding coördineren van de uitvoering van het competentieverwervingstraject door de cursist;

• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren van nieuwe netwerken;

• het opstellen en verstrekken van advies aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in competentieverwerving op mbo-niveau;

op de juiste wijze:

• doceren;

• examineren;

• analyses uitvoeren op de leerprestaties van zijn cursisten;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• kan directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (analyse, plannen van aanpak zonder beschikbaar format).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud van de opleiding;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: didactiek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voorzover deze inhoudelijk relevant zijn voor doceren, studiebegeleiding en examineren;

• de specialisatie;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching,

• analysetechnieken;

• advisering;

• examinering;

• les- en leerstofontwikkeling;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook individuele begeleiding aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het voorgaan in en deelname aan oefeningen bedoeld voor aanleren professionele beroepshouding (bekeuren, omgaan met agressie e.d.). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is, eveneens vanwege de specifieke getraindheid op juist deze oefeningen, op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens trainingen, en dit zich voor de docent desondanks terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering, algemeen bekend is dat er een mate van risico is verbonden aan deelname aan trainingen.

Medewerker Techniek D

Kern van de functie

Techniek draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk te ondersteunen met het technisch inzetbaar houden van (vervoers)middelen, werktuigen, (ICT-) infrastructuren en verbindingen.

Techniek geeft uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren uit het RBP.

Binnen het vakgebied Techniek komt een aantal werkterreinen26Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Medewerker Techniek D draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door de uitvoering van technische werkzaamheden te analyseren, over verbeteringen te adviseren, vastgestelde verbeteringen te initiëren en te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast technische werkzaamheden uit. De Medewerker Techniek D initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming van afspraken. De Medewerker Techniek D bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van technische werkzaamheden efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van technische activiteiten en ten behoeve van de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (werkterreingerelateerde) netwerken – waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen – voor de gezamenlijke aanpak van technische werkzaamheden; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van technische activiteiten en van de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische werkzaamheden wordt verhoogd.

Verbetering Techniek

Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) technische activiteiten en in de uitvoering van technische werkzaamheden, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat technische werkzaamheden efficiënter en effectiever kunnen worden uitgevoerd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van technische werkzaamheden (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van technische werkzaamheden,

      het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van de uitvoering van technische werkzaamheden, zodat de uitvoering van technische werkzaamheden optimaal bijdraagt aan de effectieve en efficiënte politieorganisatie.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen.

Rapportages

Het opstellen van rapportages ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering, zodat de daadwerkelijke certificering ervan door de daartoe geautoriseerde instanties wordt vergemakkelijkt.

Preventief onderhoud

  • [mechanica] Het – ook waar werkplaatshandleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties en preventieve onderhoudswerkzaamheden aan (vervoers)middelen en werktuigen; het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van totale revisie/overhaul, zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de (vervoers)middelen en werktuigen steeds inzetbaar zijn.

  • [elektrotechniek] Het – ook waar elektrotechnische handleidingen en dergelijke geen of slechts een gedeeltelijke oplossing bieden – verrichten van periodieke inspecties, preventieve onderhoudswerkzaamheden en installatiewerkzaamheden aan elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur), zodat defecten en storingen niet optreden dan wel voortijdig worden gesignaleerd en opgelost en daarmee de elektronische en elektrotechnische systemen en installaties steeds beschikbaar zijn.

Defecten en storingen

  • Het − op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan technische systemen en installaties van voer,- vaar- en/of vliegtuigen en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder motorvoertuigentechniek, elektrotechniek, elektronica, (fijn)mechanica, hydraulica en werktuigbouw (mechanica) en/of het lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische systemen en installaties die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur (elektrotechniek), zodat ook meeromvattende defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/verholpen en systemen en installaties weer inzetbaar zijn.

Administratie

  • Het vastleggen in rapportages van bevindingen uit onderhoud, van diagnoses van defecten en storingen en van uitgevoerde reparaties, zodat deze gegevens voor derden inzichtelijk zijn en er input is voor het op- dan wel bijstellen van onderhoudschema’s.

  • Het opstellen en uitreiken van gebruikershandleidingen na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur, zodat gebruikers op de hoogte zijn van de (nieuwe) mogelijkheden en deze effectiever en efficiënter kunnen toepassen.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• uitgevoerde revisie, overhaul, omvangrijke inspecties en complexe reparaties, ook die waarin formats niet voorzien;

• rapportages ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering;

• van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte zijnde gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringspreken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van technische werkzaamheden;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• voert adequaat en accuraat technische werkzaamheden uit die zijn deskundigheid vergen;

• stelt consequent gebruikers na installatie van technische, elektronische of elektrotechnische apparatuur, systemen of infrastructuur van de (nieuwe) mogelijkheden op de hoogte, en instrueert hen helder;

• rapporteert volledig ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• uitvoering van technische werkzaamheden, met name totale revisie, overhaul, omvangrijke inspecties en complexe reparaties;

• rapportages opstellen ten aanzien van veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering;

• gebruikershandleidingen opstellen en uitreiken bij installatie.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• totale revisie, overhaul, omvangrijke inspecties en complexe reparaties;

• veiligheidscertificering, waaronder luchtwaardigheidscertificering en zeewaardigheidcertificering;

• technische werkplaats en op locatie.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; organisatorische coördinatie;

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van technische werkzaamheden,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van technische werkzaamheden;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• technische werkzaamheden verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid: arbo- en milieuwetgeving, gevaarlijke stoffen;

• techniek: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, infratechniek; installatietechniek; motorvoertuigentechniek;

• wetenschap: bèta.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• werkplaatsnormen;

• all round techniek, motorvoertuigentechniek en elektrotechniek;

• werktuigbouw;

• kennis van arbo- en milieuvoorschriften op de werkplaats;

• voorschriften voor onderhoud (vervoers)middelen en werktuigen;

• kennis van de Engelse taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• geven van instructie;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen het vakgebied/werkterrein.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door, veelvuldig staan en lopen, het regelmatig verrichten van krachtsinspanningen, het werken in soms onnatuurlijke houdingen, het verrichten van buitenwerkzaamheden onder alle weersomstandigheden, het werken met vuile materialen en de kans op het oplopen van lichamelijk letsel bij het bedienen en repareren van technische systemen, dan wel kans op elektrische schokken bij het werken aan elektrische en elektronische apparatuur en installaties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorbereiding en afstemming, omvangrijke reparaties of inspecties op onvoorziene problemen stuiten, daarmee uitlopen en de inzet vervoersmiddelen dan wel installaties in het gedrang komt en dit zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Operationeel Expert Intelligence

Kern van de functie

Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te bedienen met actuele relevante informatie en analyses.

Intelligence geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de tak Verbeteren van het RBP.

Operationeel Expert Intelligence draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van Intelligenceactiviteiten te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig Intelligenceactiviteiten uit. De Operationeel Expert Intelligence initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intelligenceactiviteiten, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

De Operationeel Expert Intelligence bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van Intelligenceactiviteiten efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners – voor de uitvoering van Intelligence-activiteiten en ten behoeve van de aanpak van Intelligence-activiteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van Intelligenceactiviteiten; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van Intelligence-activiteiten wordt verhoogd.

Verbetering Intelligence

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van Intelligence-activiteiten, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en het werken aan leefbaarheid en veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het − op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van Intelligence-activiteiten (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken);

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van Intelligence-activiteiten,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen −,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van Intelligenceactiviteiten, zodat de uitvoering van Intelligenceactiviteiten optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Verzamelen gegevens

Het op basis van een vastgesteld plan van aanpak bijeenbrengen van gegevens uit open en gesloten bronnen, mede uit andere vakgebieden, zodat een fundament ontstaat voor gegevensbewerking.

Gegevensbewerking

  • Het interpreteren van gevalideerde gegevens, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

  • Het in samenhang brengen van gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat gegevens betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen.

  • Het toepassen van analyse op gevalideerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden, zodat patronen en verbanden vanuit diverse gegevensbestanden zichtbaar worden.

Veiligheidsinformatieproducten

  • Het opstellen van beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Kritische reflectie

Het vanuit analytisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van de veiligheidsinformatieproducten wordt verhoogd.

Tegenspreken

Het op aanwijzing en vanuit Intelligenceperspectief optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld.

Verstrekken en rapporteren van informatie

Het rapporteren van bevindingen uit de gegevensbewerking en het verstrekken van veiligheidsinformatieproducten, zodat de uitvoeringspraktijk voorzien wordt van actuele relevante informatie.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Tegenspreker;

  • Informatiecoördinator;

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• verzamelde, op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid gevalideerde, en in de context geïnterpreteerde gegevens;

• in samenhang gebrachte en geanalyseerde gegevens uit verschillende gegevensbestanden;

• in de daartoe geëigende systemen en archieven vastgelegde gevalideerde gegevens;

• betrouwbare gegevensbestanden;

• vanuit samenhang en analyse van gegevens uit verschillende gegevensbestanden zichtbaar gemaakte patronen en verbanden;

• rechtmatige bewijslast;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden (veiligheidsinformatieproducten);

• standaardoverzichten (loketfunctie);

• rapportages van bevindingen uit gegevensbewerking;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• beoordeelt secuur aangereikte gegevens op betrouwbaarheid, actualiteit en compleetheid (validatie);

• legt na validatie aangereikte gegevens zodanig geordend vast in de daartoe geëigende (archief)systemen dat er een betrouwbaar fundament ontstaat voor verdergaande en longitudinale gegevensbewerking;

• controleert stelselmatig de juiste en correcte invoer van gegevens;

• interpreteert gevalideerde gegevens zodanig dat ze betekenis krijgen in de context waarin ze een rol spelen;

• analyseert zodanig systematisch de samenhang in gegevens uit verschillende gegevensbestanden en uit verschillende context, dat er conclusies kunnen worden getrokken voor hun consequenties ten aanzien van veiligheidsproblematiek en/of criminele aandachtsvelden;

• verstrekt leesbare en hanteerbare standaardoverzichten;

• rapporteert en verstrekt de bevindingen uit de gegevensbewerking − waaronder de veiligheidsinformatieproducten −, zodanig dat de uitvoeringspraktijk en de informatieopdrachtgevers worden voorzien van actuele relevante informatie;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens en werkt gericht aan waarheidsvinding;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid

• gegevens verzamelen, valideren, vastleggen en archiveren;

• controle uitvoeren op de juiste en correcte invoer van gegevens;

• gegevens interpreteren in hun context;

• gegevens uit verschillende gegevensbestanden in samenhang brengen en analyseren;

• beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen betreffende veiligheidsproblematiek/criminele aandachtsvelden opstellen;

• standaardoverzichten (loketfunctie) en veiligheidsinformatieproducten verstrekken;

• processen-verbaal opstellen;

• − op aanwijzing − als tegenspreker optreden.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• criminaliteit en samenleving vanuit breed perspectief;

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• de vakgebieden in het domein Uitvoering;

• van de informatiegestuurde politie;

• vertrouwelijke en geheime informatie;

• persoonsgebonden gevoelige informatie;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van Intelligenceactiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken, binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn), die zich voordoen bij:

• de uitvoering Intelligenceactiviteiten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• Intelligenceactiviteiten verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intelligence-activiteiten (gegevens (heimelijk) vergaren, verzamelen, bewerken, verstrekken) en de omgang met gevoelige en geheime informatie;

• methoden, technieken en procedures met betrekking het vergaren, verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens;

• wetenschap: zowel alfa (talen, culturen), bèta (met name wiskunde) als gammawetenschappen (met name psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot Intelligence (met name op de terreinen Strafrecht, waaronder de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wet veiligheidsonderzoeken, privacy, informatiebeveiliging);

• informatiesystemen, waaronder archiefsystematiek;

• open en gesloten bronnen;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechniek;

• gegevensbewerking- en verwerkingsmethoden, -technieken en -systemen;

• inzicht in gedrag;

• kennis van vreemde talen;

• gesprekstechniek;

• regisseren van netwerken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid..

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• volgt ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot criminaliteit, veiligheid en terreur op de voet.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien veiligheidsinformatieproducten op grond van de dan aanwezige informatie en volgens de dan actuele analysetechnieken tot stand worden gebracht, maar zich desondanks niet voorziene incidenten voordoen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Docent IBT B

Kern van de functie

Docenten IBT dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie, door het begeleiden van individuen en teams, voor- en observerend in- de uitvoeringspraktijk, om steeds aan het (gevraagde) actuele vakbekwaamheidsniveau te (kunnen blijven) voldoen én de continuïteit van de duurzame operationele inzetbaarheid van steeds moedige, kundige en vaardige politiemedewerkers te behouden, met als doel rendementsverbetering in de uitvoeringspraktijk.

Docenten IBT zijn voor de uitvoeringspraktijk werkzaam om vanuit participerende observatie (in samenspraak) de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van;

Bijstelling en bijsturing van de toepassing en de toepasbaarheid van kennis en vaardigheden, Bijstelling en bijsturing t.a.v. opleidings- en trainingsplannen,

Kwaliteitsanalyse van opleidings- en trainingsprogramma’s,

Beoordeling van het vakbekwaamheidsniveau van het individu en het team.

Door het daadwerkelijk, voor- en observerend- in de uitvoeringspraktijk werkzaam te zijn onderhoudt en optimaliseert de docent zijn eigen kennis, vaardigheden en competenties en legt de verbinding tussen de gevraagde vakbekwaamheid en de vakbekwaamheid van de docent IBT.

Docenten IBT geven met name uitvoering aan de processen in de takken Ondersteunen en Verbeteren RBP.

De Docent IBT B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door het geven van IBT aan individuen en teams.

  • De Docent IBT B verzorgt daartoe praktijkgerichte en op de functie aansluitende trainingen.

  • De Docent IBT B volgt daarbij (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding.

  • De Docent IBT B stelt – in het kader van voorbereiding -van plannen van aanpak op, ook zonder beschikbaar format.

  • De Docent IBT B verricht organisatorische coördinatie.

  • De Docent IBT B initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van IBT, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

  • De Docent IBT B doet, mede vanuit onderwijsdeskundig, didactisch of pedagogisch oogpunt, voorstellen ter verbetering van de aanpak van IBT en implementeert vastgestelde verbeteringen.

  • De Docent IBT B bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

  • De Docent IBT B begeleidt politiemedewerkers en teams na ingrijpende incidenten.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van IBT efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het – in afstemming met de leidinggevende – vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings- /randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen.

Training – Begeleiding – Coaching

  • Het geven van begeleiding (leraar, coach en begeleider) en (vaardigheid) trainingen aan een politiemedewerker (individueel en in teamverband) en daarbij signaleren van leermomenten, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft (het toepassen en gebruiken van (gewelds) middelen, principes, procedures en vaardigheden) en de politiemedewerker daarmee inzetbaar is en blijft.

  • Het geven van theorielessen volgens standaard (én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft.

  • Het in de uitvoeringspraktijk trainen en observeren – ook onder stressvolle omstandigheden-, zodat vanuit IBT didactisch geanticipeerd kan worden op specifieke gedragingen en reacties door politiemedewerkers en teams.

  • Het voorbereiden van de eigen inbreng (IBT) in de uitvoeringspraktijk, zodat tijdens de IBT in de uitvoeringspraktijk bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die IBT kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, en de uitvoering van IBT kan blijven door lopen.

  • Vanuit het perspectief van IBT begeleiden van politiemedewerkers en team na ingrijpende incidenten, zodat politiemedewerkers en het team duurzaam inzetbaar zijn en b\lijven in de uitvoeringspraktijk.

Beoordelen

  • Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn op het vakgebied voor de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat bij een positief resultaat de politiemedewerker gecertificeerd/bevoegd blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

  • Het beoordelen van vakbekwaamheid die relevant is voor het vakgebied van de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat inzicht is in het vakbekwaamheidsniveau en de bevoegdheid gecontinueerd/gehandhaafd wordt/blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

Plannen van aanpak

  • Het – op basis van leerbehoeften en instapniveaus van politiemedewerkers – opstellen van individuele begeleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) voor het door de politiemedewerker bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

  • Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) – waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van IBT, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op de werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerken

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van IBT van politiemedewerkers (individu en team) naar het gewenste vakbekwaamheidsniveau; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de politiemedewerker actueel inzetbaar is en de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor IBT met een integraal karakter; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de politiemedewerker actueel toegerust is.

Verbeteren

  • Het vanuit analyse van de praktijk van IBT formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van IBT en ten aanzien van inhoud en toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de kwaliteit van IBT wordt verhoogd en de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal aansluit op het onderwijs en op de (beoogde) functie van de politiemedewerker en het vakbekwaamheidsniveau.

  • Het vanuit analyse van de praktijk van IBT formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van IBT (principes, procedures en vaardigheden), zodat daarmee het onderwijs van de politiemedewerker efficiënter en effectiever verloopt.

  • Het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van IBT en in de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de geboden IBT actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de functie van de politiemedewerker.

Advies (Accounthouderschap)

Het – op grond van analyse van:

  • resultaten en effecten van de uitvoering van IBT (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken); en van:

  • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk; en het daarbij betrekken van:

  • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid en:

  • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen -;

adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van problematiek in de uitvoeringspraktijk, zodat de uitvoering van IBT optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

  • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebied-overstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Analyse en advies

  • Het op basis van analyse van aangereikte vaardigheids- en inzetbaarheidsproblematiek adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk, zodat specifieke vaardigheids- en inzetbaarheidsproblematiek efficiënt en effectief opgelost worden.

  • Het – met gebruikmaking van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen op het bereiken van vakbekwaamheidsniveau van politiemedewerkers – formuleren van voorstellen voor mogelijke verbeteringen in het rendement van IBT en het daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit van het zich via de geboden IBT verwerven van competenties en vakbekwaamheid wordt verhoogd.

  • Het op basis van analyse adviseren tot aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren), zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) middelen (voertuigen, gewelduitrusting, dieren).

Begeleiding vakbekwaamheidsniveau

Het zijn van aanspreekpunt voor een politiemedewerker/team in de training/opleiding/inzet in operatie; het monitoren, analyseren en beoordelen van de voortgang in de verwerving van vaardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van va volwassenheid en vakbekwaamheid begeleiden van politiemedewerkers, zodat een politiemedewerker/team inzicht heeft in de ontwikkeling tijdens de IBT en in de bekwaamheden.

Deskundigheidsbevordering

  • Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor aan collega IBT docenten en operationeel begeleiders; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat en ontwikkelafspraken.

  • Het geven van trainingen aan collega IBT docenten en operationeel begeleiders docenten en het signaleren van leermomenten, zodat ontwikkeling van vaardigheden geborgd is en de zelfredzaamheid van collega IBT docenten en operationeel begeleiders wordt vergroot.

Inzet en inbreng voor de uitvoeringspraktijk

  • Het analyseren van (aangereikte -en- niet eerder verkende) problematiek voor de uitvoeringspraktijk, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Docent IBT B voor het opstellen van plannen van aanpak door de uitvoeringspraktijk.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van de trainingssituatie naar het overdragen voor interventies op een incident in de uitvoeringspraktijk, zodat direct uitvoering gegeven wordt aan de op dat moment noodzakelijke en vereiste politietaak.

Ontwikkelen

  • Het – op basis van evaluatie van toepasbaarheid, het resultaat en het leereffect van de IBT en op basis van integrale monitoring van ontwikkelingen en vernieuwingen – adviseren over bruikbaarheid van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit op het instapniveau en de leerbehoeften van politiemedewerker/team, en op de leerdoelen passende bij de (beoogde) functie van de politiemedewerker.

  • Het – op basis van maatschappelijke oriëntatie en interculturele sensitiviteit – adviseren over bruikbaarheid van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluiten op het instapniveau en de leerbehoeften van politiemedewerker/team, en op de leerdoelen passende bij de (beoogde) functie van de politiemedewerker.

  • Het verwerken en integreren van de vastgestelde inhoudelijke en didactische verbeteringen in IBT, zodat beschikt kan worden over actueel en relevant lesmateriaal.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• mede op basis van observaties in de uitvoeringspraktijk-begeleiding, (vaardigheids)training, coachen en theorielessen;

• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak voor de uitvoering van IBT (team en individu) waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering van IBT; initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied IBT en op aangereikte gegevens en observatie in de praktijk, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• begeleiding, (vaardigheids)training, coachen en theorielessen;

• op theorie tot vakbekwame opgeleide medewerkers;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten);

• het omgaan met (gewelds)middelen door vakbekwame politiemedewerkers;

• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan advisering ten aanzien van het begeleiden van politiemedewerkers naar verdere vakvolwassenheid en vakbekwaamheid;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het via IBT toerusten van medewerkers op steeds de actuele toegesneden vakbekwaamheidsvereisten;

• op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team steeds actueel aansluitend standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• door IBTduurzame inzetbaarheid politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten;

• analyse, conclusies en vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen vanuit IBT tbv de uitvoeringspraktijk;

• vaardige en zelfredzame collega docenten en Operationeel begeleiders;

• door IBT in hun optreden excellerende politiemedewerkers in specifieke situaties;

• onderzochte mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit IBT;

• teruggedrongen veiligheidsrisico’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die

ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied IBT;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• faciliteert de politiemedewerker met een helder plan van aanpak voor het verwerven en behouden van zijn vakbekwaamheid;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, en schakelt van IBT naar overdracht;

• brengt medewerkers op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van vakbekwaamheid;

• bevordert actief door IBT duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten;

• het actief onderzoeken van mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit IBT;

• het proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die IBT overstijgen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg)

ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van IBT (team en individu) waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken,

sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken,

sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden, trainen van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakbekwaamheid;

• IBT, coaching, theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• begeleiden tot vaardige en zelfredzame collega docenten en operationeel begeleiders;

• verrichten van onderzoek van mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit IBT.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt

zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van: het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn, waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen;

• organisatorische coördinatie;

• (politie)medewerkers;

• vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;

• onderwijs/scholen;

• door IBT in hun optreden excellerende politiemedewerkers in specifieke situaties;

• onderzoeken naar mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit IBT;

• begeleiding en training van vakbekwaamheidsverwerving en -behoud op basis van:

• plannen van aanpak in de vorm van individueel begeleidingsadvies zonder beschikbare formats;

• leerbehoefte en instapniveau van de politiemedewerker;

• aangereikte standaard en op de actualiteit toegesneden les materiaal;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functies van de politiemedewerkers en het team;

• het analyseren, trekken van conclusies en het leveren van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen vanuit IBT tbv de uitvoeringspraktijk;

• de begeleiding naar duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak op basis van selectie uit beschikbare formats;

• bij het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;

• het opstellen van (individuele) begeleidingsadviezen;

• bij de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• bij het bouwen aan en onderhouden van netwerken;

• bij het schakelen van IBT naar het daadwerkelijk in actiekomen in de uitvoeringspraktijk en daarbij de regie overdragen (zelf stap terug) en daarna weer terug naar de trainingssituatie;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het uitvoeren van analyses op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers en team; het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in IBT; het formuleren van (individuele) begeleidingsadviezen;

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak voor IBT;

• het voeren van (voortgangs)gesprekken met de door hem begeleide medewerkers ten behoeve van de ontwikkeling, het toetsen en het beoordelen van het vakbekwaamheidsniveau;

• bij het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het van uit monitoring van de uitvoeringpraktijk infomeren over trends en ontwikkelingen en verwerken voor het vakgebied IBT;

• het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;

• het bevorderen van deskundigheid door training, begeleiding en coaching, door begeleiding vakbekwaamheidsniveau en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakbekwaamheid;

• het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk en het op basis hiervan trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar relevante informatie en adviezen;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen, die de IBT kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van IBT naar het overdragen van de sturing bij een incident in de uitvoeringspraktijk;

• de uitvoering van IBT;

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het begeleiden tot vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;

• het begeleiden naar duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van IBT;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het trainen, begeleiden en coachen;

• het toetsen, beoordelen en examineren;

• het opstellen van plannen van aanpak – ook zonder beschikbare formats − voor IBT voor toegewezen politiemedewerkers en team;

• het analyseren, trekken van conclusies en adviseren ten behoeve van de ontwikkeling van IBTen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen op de juiste wijze:

• IBT begeleidingsactiviteiten verrichten;

• het trainen, begeleiden en coachen;

• het toetsen, beoordelen en examineren;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• analyses uitvoeren op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers en team en adviseren;

• geven van trainingen aan collega docenten en operationeel begeleiders;

• leveren van inzet en inbreng vanuit IBT in de uitvoeringspraktijk;

• trainen en begeleiden gericht op het kunnen laten excelleren in hun optreden van politiemedewerkers in specifieke situaties.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en

Kennisontwikkelin

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen

voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de uitvoeringspraktijk;

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud van IBT

• methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen en didactiek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor IBT en toetsen, beoordelen en examineren van het vakbekwaamheidsniveau;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechnieken (patronen en verbanden);

attitude en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek

• advisering;

• ontwikkeling standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

• noodhulp en incidentmanagement;

• documentatie- en registratiesystemen. organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing van vakvolwassenheid;

• les- en leerstofontwikkeling.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;

• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Basis(vak)-kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie, ondanks de specifieke getraindheid op juist deze oefeningen, toch beperkt aanwezig door het voorgaan in en deelname aan oefeningen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is, eveneens vanwege de specifieke getraindheid op juist deze oefeningen, op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De Ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Niet aanwezig.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens IBT, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering.

Gezagvoerder zeevaart – beperkte inzet

Kern van de functie

Scheepvaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen onder vaak bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen.

Scheepvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en de tak Verbeteren uit het RBP.

De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet − draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen, en het leveren van hoogwaardig transport van passagiers (medewerkers van de uitvoeringspraktijk, leidinggevenden en overige belanghebbenden). De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet – stelt in het kader van voorbereiding plannen van aanpak op, zonder beschikbare formats en hij doet voorstellen vanuit de praktijk tot verbeteringen in de uitvoering en implementeert vastgestelde verbeteringen en initieert de implementatie.

De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet − heeft als inzetrestricties:

  • Windkracht tot maximaal 6 Bft;

  • Golfhoogte tot significant wave height 2 meter;

  • Vaargebied zee tot maximaal 12 NM from safe haven.

De Gezagvoerder Zeevaart – beperkte inzet − geeft leiding aan de Stuurman Zeevaart en bemanning en is te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn schip en opvarenden en voor de scheepsadministratie. Hij neemt tijdens de vaart, vanuit autonomie,

ad hoc beslissingen ten behoeve van veiligheid van schip en opvarenden. Hij handelt naar maatstaven van goed zeemanschap. Hij vertegenwoordigt – als gezagvoerder − tijdens de vaart de Politie.

Activiteiten en resultaten

Leiding/gezagvoering

  • Het geven van leiding aan de Stuurman Zeevaart en overige bemanning in algemene zin op het gebied van nautische aangelegenheden, zodat een veilige koers en vaart van schip wordt gewaarborgd.

  • Het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven, zodat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd.

  • Het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan, zodat de bemanning optimaal gefaciliteerd is om gemotiveerd de werkzaamheden effectief en efficiënt uit te voeren binnen veiligheidsnormen en in relatie tot de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het aansturen van de bemanning op effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden en de navolging van standaards en normen, zodat de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het voeren voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met Stuurman Zeevaart, bemanning en leerling-stuurlieden, zodat een effectief en efficiënt opererend team wordt geborgd.

Navigeren/manoeuvreren

  • Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder weerberichten, raadplegen NTM, navigatieberichten, etc.), het bestuderen van de relevante (zee) navigatiekaarten, het uitzetten van de koers zodat de te volgen koers en vaart − met inachtneming van beperkte inzet − optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig, besluiten tot ontmeren, zodat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd.

  • Het communiceren met belanghebbenden (dienstleiding, havenoperatiecentrum, schepen, etc.), zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt.

  • Het navigeren en manoeuvreren naar maatstaven van goed zeemanschap − met inachtneming van beperkte inzet −, zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het tijdens de vaart zonodig geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen, zodat de veiligheid van de acties en van de omringende vaartuigen niet in gevaar komt.

Actie-intelligentie

Het tijdens de vaart, vanuit autonomie, nemen van beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie), zodat veiligheid van schip en opvarenden steeds worden gewaarborgd.

Controle en onderhoud

  • Het organiseren en coördineren van de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting, zodat gebreken tijdig gesignaleerd worden.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken, zodat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn.

Scheepsadministratie

  • Het toezien op de vastlegging van gegevens in, en het vaststellen van de scheepsadministratie (scheepslogboek, dek- en machinekamerjournalen), zodat verantwoording plaatsvindt over de koers, vaart, positie en operationele staat van het schip.

  • Het toezien op de vastlegging in, en het vaststellen van de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles, zodat actuele gegevens voor belanghebbenden beschikbaar zijn en input wordt geleverd voor certificering van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie.

  • Het zo spoedig mogelijk erna beargumenteren van het doen sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart, zodat verantwoording plaatsvindt over ter zake gegeven opdrachten aan (haven)autoriteiten.

Verbetering Scheepvaart

  • Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van scheepvaart, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de inzet van vaartuigen efficiënter en effectiever wordt.

  • Het analyseren van knelpunten tussen de mogelijkheden van inzet van het vaartuig en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden, zodat er een basis ontstaat voor advisering.

Analyse en advisering

  • Het − vanuit analyse van knelpunten, waarin meegewogen de belangen van opvarenden, het nautisch perspectief en de verwachtingen van resultaten − adviseren over verbeteringen van de inzetbaarheid van het vaartuig, zodat het rendement van de inzet van het vaartuig wordt verhoogd.

Netwerken

Het opbouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken ten behoeve van inzetmogelijkheden van het vaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers en het maken van uitvoeringsafspraken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden op leerling-stuurlieden, zodat deze zich ontwikkelen tot de vakvolwassenheid die in de functie van Stuurman Zeevaart wordt gevraagd.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn, waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van scheepvaartactiviteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Hoge omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• gezagvoering;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering het vakgebied Scheepvaart;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• veilige koers en vaart van het schip;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten

• veiligheid van schip en opvarenden;

• gemotiveerd, effectief en efficiënt werkend bemanningteam;

• maximaal rendement van de inzet van het vaartuig − binnen geldende restricties − in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• beargumenteerde opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;

• georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting;

• rapportage van eventuele gebreken;

• op orde zijnde scheepsadministratie en administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• knelpuntenanalyse op het punt van (on)mogelijkheden van inzet van het vaartuig − binnen geldende restricties − en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden;

• adviezen over verbeteringen van de inzetbaarheid van het vaartuig − binnen geldende restricties −;

• begeleide leerling-stuurlieden.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• geeft zodanig vasthoudend leiding aan de bemanning dat een veilige koers en vaart van schip wordt gewaarborgd, de bemanning gemotiveerd, effectief en efficiënt als team opereert en passagiers de door hen te verrichten werkzaamheden kunnen verrichten;

• neemt vanuit autonomie zodanige effectieve en efficiënte maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven, dat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd;

• stuurt zodanig vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken over veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, dat de bemanning optimaal is gefaciliteerd;

• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen koers en vaart − binnen geldende restricties − optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden, de zeewaardigheid van het vaartuig grondig is beoordeeld, en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;

• navigeert en manoeuvreert − binnen geldende restricties − zodanig alert en naar maatstaven van goed zeemanschap dat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• neemt tijdens de vaart uit autonomie beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie);

• geeft tijdens de vaart uit autonomie opdracht aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen; beargumenteert zo spoedig mogelijk erna deze opdracht;

• organiseert en coördineert de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting zodanig consequent dat gebreken tijdig gesignaleerd worden en input wordt geleverd voor certificering van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie;

• rapporteert zodanig helder over gebreken dat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn;

• ziet adequaat toe op de vastlegging van gegevens in scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• participeert actief in netwerken ter afstemming van inzetmogelijkheden van het vaartuig − binnen geldende restricties − in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers;

• analyseert adequaat knelpunten en adviseert, mede aan netwerkpartners, over verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig − binnen geldende restricties − bij het door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• richt zich in coaching en overdracht van kennis op het brengen van de leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die wordt gevraagd van de Stuurman Zeevaart.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• leiding geven aan de Stuurman Zeevaart en overige bemanning;

• gezagvoering;

• maatregelen nemen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven;

• sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;

• voortgangsgesprekken met Stuurman Zeevaart, bemanning en leerling-stuurlieden voeren;

• het schip navigeren en manoeuvreren − binnen geldende restricties −;

• besluiten op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig − binnen geldende restricties − al dan niet te ontmeren;

• tijdens de vaart vanuit autonomie besluiten tot afbreken dan wel hervatten van de reis − binnen geldende restricties −;

• tijdens de vaart opdracht geven aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;

• de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting organiseren en coördineren;

• eventuele gebreken rapporteren;

• op de vastlegging van gegevens in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles toezien;

• de scheepsadministratie en de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles vaststellen;

• knelpuntenanalyse uitvoeren en op basis daarvan adviseren;

• in bestaande netwerken participeren;

• leerling-stuurlieden coachen en kennis en vaardigheden overdragen;

• tijdens de vaart de Politie vertegenwoordigen;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• voorstellen vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van implementatie van vastgestelde verbeteringen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• de zeevaart.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met gedeelde belangen;

• gezagvoering;

• de restricties:

• Windkracht tot maximaal 6 Bft;

• Golfhoogte tot significant wave height 2 meter;

• Vaargebied zee tot maximaal 12 NM from safe haven;

• het vaartuig;

• de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• bemanning en opvarenden;

• communicatie met belanghebbenden;

• maatstaven van goed zeemanschap;

• normen en procedures de zeevaart betreffende.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het − binnen geldende restricties − uitzetten van de koers;

• de beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig;

• het communiceren met belanghebbenden;

• het − binnen geldende restricties − navigeren en manoeuvreren;

• de veiligheid van schip en opvarenden;

• de scheepsadministratie;

• de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak problematiek bij:

• het − binnen geldende restricties − zodanig inzetten van het vaartuig dat de door passagiers te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.) kunnen worden uitgevoerd, tenzij nautische omstandigheden dit niet toelaten;

• het − binnen geldende restricties − al dan niet ontmeren;

• het − binnen geldende restricties − afbreken of hervatten van de reis;

• het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende (veiligheids-, fatsoens)normen niet naleven;

• het tijdens de vaart geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;

• het organiseren en coördineren van de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting;

• toezicht op vastlegging van gegevens in de scheepsadministratie;

• toezicht op vastlegging van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het aansturen van de Stuurman Zeevaart en de overige bemanning;

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met Stuurman Zeevaart, bemanning en leerling-stuurlieden;

• het participeren in netwerken ter afstemming van de nautische (on)mogelijkheden op de te verrichten werkzaamheden van de passagiers − binnen geldende restricties −;

• het uitvoeren van knelpuntenanalyses, en het op basis ervan adviseren over verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig bij te verrichten werkzaamheden van de passagiers − binnen geldende restricties −;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;

• de begeleiding van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die gevraagd wordt van een Stuurman Zeevaart,

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en gezagvoering (zeevaart) waarbij oplossingsrichtingen bekend zijn.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en instructies met gezagvoering (zeevaart) op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• leiding geven aan Stuurman Zeevaart en overige bemanning;

• het maatregelen nemen tegen bemanning of passagiers indien zij de geldende normen niet naleven;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord;

• voor en tijdens de vaart (voorbereiden van de reis, communiceren met belanghebbenden, navigeren en manoeuvreren − binnen geldende restricties −);

• toezicht op vastlegging gegevens in de scheepsadministratie en in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het op de juiste wijze begeleiden van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid van de Stuurman Zeevaart;

• het bouwen en onderhouden van een netwerk;

op de juiste wijze:

• de zeewaardigheid beoordelen van het vaartuig;

• inschatten wanneer er − binnen geldende restricties − (niet) kan worden ontmeerd, de reis moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat;

• inschatten wanneer opdracht moet worden gegeven tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes van de scheepvaart;

• knelpuntenanalyses uitvoeren en op grond daarvan adviseren over inzetrendement van het vaartuig − binnen geldende restricties −;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• medewerkers instrueren;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (analyse, gezagvoering (zeevaart), plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot zeevaart;

• techniek: scheepstechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;

• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de zeevaart;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in ten minste de Engelse taal volgens het standard marine vocabulary;

• scheepstechniek;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• knelpuntenanalysetechniek;

• gezagvoering;

• zeevaartkunde;

• manoeuvreren en navigeren binnen gestelde restricties;

• advisering;

• analysetechniek;

• netwerken;

• coaching;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet-eerder) verkende problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie/gezagvoering;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied.

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook gezagvoering aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens het bemanningsvoorschrift patrouillevaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door onder andere: het veelvuldig staan en lopen, het verrichten van buiten- en machinewerkzaamheden, het in aanraking komen met vuile materialen, het mogelijk oplopen van lichamelijk letsel bij het navigeren en manoeuvreren van het vaartuig bij het varen in slechte weersomstandigheden. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht fysiek geweld is in deze functie aanwezig bij bijvoorbeeld interventieacties, en bij het moeten optreden tegen bemanning of passagiers indien zij zich misdragen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste nautische afwegingen tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Specialist A

Kern van de functie

Operationeel Specialismen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met oplossingen, door beleidsontwikkeling en beleidsconcretisering vanuit specialisatie, door operationele aansturing van én door deelname aan de uitvoeringspraktijk (domein Uitvoering).

De praktijkinzet(1) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen en oplossingsrichtingen waarop keuzes en prioriteiten in de uitvoeringspraktijk kunnen worden gebaseerd, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet(2) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarheidstelling en borging daarvan.

Operationeel Specialismen geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Besturen, Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

  • (1.)

    De Operationeel Specialist A draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door vanuit specialisatie:

    • 1.

      opsporingsmogelijkheden en oplossingsrichtingen voor de opsporingspraktijk aan te dragen;

    • 2.

      oplossingen/adviezen voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek aan te dragen;

    • 3.

      producten & diensten te leveren,

    met behulp van -/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend/routinematig bereikbaar).

  • (2.)

    De Operationeel Specialist A monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleid (sproducten) binnen de uitvoeringspraktijk.

De Operationeel Specialist A participeert in bestaande netwerken en bevordert de deskundigheid van collega’s in de uitvoeringspraktijk door kennis en vaardigheden vanuit specialisatie over te dragen.

Binnen het vakgebied Operationeel Specialismen komt een aantal werkterreinen27Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

Indien de medewerker is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, wordt hij niet ingezet in situaties waarin sprake is van optreden in het publieke domein met herkenbaarheid en aanspreekbaarheid voor de burger op alle politietaken.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet(1):

Inzet en inbreng vanuit specialisatie in opsporingsonderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (uitvoeringspraktijk)

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen − zodat de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief wordt ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het als toegevoegd onderzoeker uitvoeren van (een deel van) een specifiek opsporingsonderzoek waarvoor het specialisme vereist is, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het ten behoeve van het uitvoeren van een (deel)onderzoek, verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens en het vastleggen van onderzoeksbevindingen (dossier), zodat een basis ontstaat voor nader onderzoek naar de toedracht van misdrijven en de identiteit van de verdachte(n).

  • Het − op basis van onderzoeksbevindingen en vanuit specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor specifieke opsporingsonderzoeken met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut (kritische reflectie).

Analyse en advisering t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek

  • Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en vanuit de specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Beleidsinzet(2):

Monitoring op juist gebruik van toepassing beleid(sproducten)

  • Het − vanuit specialisatie − analyseren, monitoren en evalueren in de uitvoeringspraktijk van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, door het meten van resultaten en effecten in relatie tot kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren en het analyseren van de oorzaak van afwijkingen, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering.

  • Het vanuit specialisatie − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk verbetert.

Netwerken

  • Het participeren in bestaande netwerken van (ook externe) specialisten op de eigen specialisatie, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee de uitvoeringspraktijk effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken, -werkterreinen, en/of -thema’s, zodat de vergaring van bewijslast wordt geoptimaliseerd en alle opsporings- en vervolgingskansen worden benut.

  • Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van de aanpak vanuit specialisatie van specifieke veiligheidsproblematiek, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van collega’s in de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Hulp Officier van Justitie (HOVJ);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• opsporingsmogelijkheden en oplossingsrichtingen;

• adviezen aanpak aangereikte veiligheidsproblematiek;

• oplossingen voor (aangereikte) problematiek;

• producten & diensten;

• gemonitoorde toepassing beleid(sproducten).

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie.

Nader aangeduid:

• inzicht in de toedracht van, en identificatie van de betrokkene(n) bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood;

• vastgelegde onderzoeksbevindingen (dossier);

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor (deel van een) opsporingsonderzoek;

• verbetering van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor wat betreft aangereikte veiligheidsproblematiek;

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en mogelijkheden van aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• processen-verbaal van bevindingen;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de uitvoeringspraktijk;

• gedeelde actuele specialistische kennis.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• neemt actief deel aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen met inachtneming van het volgende:

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

valideert, interpreteert en analyseert verzamelde onderzoeksgegevens vanuit zijn specialisatie en legt de bevindingen vast (dossier);

interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• adviseert over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk;

• analyseert aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• adviseert over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken;

• analyseert (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen en met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen voor aanpak problematiek en mogelijke rendementsverhoging in het gebruik en in de toepassing van beleid(sproducten) zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• draagt proactief deskundigheid over op de uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• dwangmiddelen toepassen*;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• onderzoeksgegevens verzamelen, interpreteren en analyseren in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• participeren in bestaande netwerken met opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van het deelnemen aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• (aangereikte) veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie analyseren en adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

• gebruik en toepassing van beleid(sproducten) monitoren, analyseren en daarover adviseren;

• participeren in bestaande netwerken voor wat betreft de aangereikte (veiligheids)problematiek;

• processen-verbaal van bevindingen opstellen;

• participeren in bestaande netwerken van specialisten op de eigen specialisatie;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de uitvoeringspraktijk.

• voorstellen doen vanuit de uitvoeringspraktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied / van inzet en inbreng van specialisatie.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van: de vakgebieden in het domein Uitvoering, zoals daar zijn:

• het vakgebied Tactische Opsporing;

• het vakgebied Forensische Opsporing;

• het vakgebied GGP;

• het vakgebied Intelligence;

• het vakgebied Interventie;

• het vakgebied Informantenrunnen;

• het vakgebied Beveiliging;

• het vakgebied Meldkamer;

• het vakgebied Intake & Service;

• het vakgebied Luchtvaart;

• het vakgebied Observatie;

• het vakgebied Operationele begeleiding.

en binnen het kader van:

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen;

• monitoring op gebruik en toepassing beleid(sproducten);

• bestaande netwerken.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (aangereikte) problematiek op en/of levert producten & diensten met behulp van / door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend/routinematig bereikbaar).

Hij monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleid(sproducten) binnen de gehele organisatie van de uitvoeringspraktijk en adviseert ter zake.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het − in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen − verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens, en het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

• het − bij aangereikte veiligheidsproblematiek − analyseren van de problematiek vanuit zijn specialisatie en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en oplossingen bekend zijn.

• neemt de functionaris het initiatief tot het participeren in:

• bestaande netwerken in zijn specialisatie;

• bestaande netwerken van opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van deelname aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• bestaande netwerken in het kader van advisering over aangereikte veiligheidsproblematiek;

• neemt de functionaris het initiatief tot het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• neemt de functionaris het initiatief tot het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de uitvoeringspraktijk;

• Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren van en adviseren over (aangereikte) specifieke problematiek en over gebruik en toepassing van beleid(sproducten),

vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen/ routinematig bereikbaar, zelfstandig aanpakken.

De functionaris kan:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• het verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden,

zelfstandig aanpakken;

• de problemen die zich voordoen bij het vanuit zijn specialisatie analyseren van aangereikte veiligheidsproblematiek en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak zelfstandig aanpakken;

• de problemen die zich voordoen bij het overdragen van kennis en vaardigheden vanuit specialisatie op de uitvoeringspraktijk zelfstandig aanpakken;

Op juiste wijze:

• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• participeren in:

• bestaande netwerken in zijn specialisatie;

• bestaande netwerken met opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van deelname aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• bestaande netwerken in het kader van advisering over aangereikte veiligheidsproblematiek;

• eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• dwangmiddelen aanwenden* en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de uitvoeringspraktijk;

• zelfstandig afhandelen van (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie door toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en met bekende benaderingswijzen, alsmede voor monitoring op juist gebruik en toepassing beleidsproducten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

○ wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en), waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• de specialisatie;

• analyse- en adviestechniek;

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• netwerken;

• het geven van instructie.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme en/of werkterrein/aandachtsgebied die voor deze functie relevant zijn.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak (aangereikte) problematiek en toepassing gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en ten behoeve van monitoring en/of intermediairschap.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop hij is aangesteld, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden of aanpak van veiligheidsproblematiek tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op gering.

Operationeel Expert Meldkamer

Kern van de functie

Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde in de samenleving door intake voor spoedeisende hulp, door regie op en ondersteuning van de inzet van politie en/of hulpdiensten en door eventuele opschaling.

Meldkamer geeft met name uitvoering aan de processen Intake en Noodhulp verlenen uit de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Operationeel Expert Meldkamer draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde en openbare orde in de samenleving door de uitvoering van meldkameractiviteiten te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig meldkameractiviteiten uit. De Operationeel Expert Meldkamer initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van meldkameractiviteiten, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

De Operationeel Expert Meldkamer bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van meldkameractiviteiten efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van meldkameractiviteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van meldkameractiviteiten; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van meldkameractiviteiten wordt verhoogd.

Verbetering meldkamer

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van meldkameractiviteiten, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorde en openbare orde efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van meldkameractiviteiten (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van meldkameractiviteiten,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde, openbare orde, veiligheid en leefbaarheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging

    in de (gezamenlijke) aanpak van meldkameractiviteiten, zodat de uitvoering van meldkameractiviteiten optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Intake

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van het 1-1-2 alarmnummer en het beheren van de wachtrij, zodat de meldkamer te allen tijde bereikbaar blijft voor spoedeisende hulpverzoeken van burgers en assistentieverzoeken van collega’s.

  • Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van meldingen uit (semi)automatische meldinstallaties en het volgens protocol koppelen van de melding aan inzet van hulpdiensten, zodat gepaste actie wordt geboden.

  • Het in een politiemeldkamer dan wel monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het toekennen van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan politie-inzet dan wel het doorverwijzen van het hulpverzoek naar de juiste discipline, zodat gepaste hulp wordt geboden.

  • Het in een multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer ontvangen van spoedeisende hulpverzoeken van burgers, het uitvragen en interpreteren van het hulpverzoek met toepassing van beslisregels en protocollen, het inschakelen van medische back-office wanneer een medisch advies op het plaats incident nodig is, het toekennen van prioriteit aan het hulpverzoek en het koppelen van het hulpverzoek aan inzet van hulpdiensten, zodat gepaste hulp wordt geboden.

Noodhulpregie

  • Het continu monitoren van beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit, zodat een basis ontstaat voor het voeren van noodhulpregie.

  • Het continu inventariseren van beschikbare en direct inzetbare hulpdienstencapaciteit, zodat een basis ontstaat voor het voeren van multidisciplinaire noodhulpregie.

  • Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare politiecapaciteit − voeren van de regie op aan politie-inzet gekoppelde meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige politietaken doelmatig blijft verlopen.

  • Het − op basis van protocollen, toegekende prioriteit en beschikbare en direct inzetbare hulpdienstencapaciteit − voeren van de regie op aan de inzet van hulpdiensten gekoppelde meldingen en spoedeisende hulpverzoeken, zodat de afhandeling van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken van burgers efficiënt en effectief verloopt en de uitvoering van overige operationele hulpdienstentaken doelmatig blijft verlopen.

  • Het − conform procedures − koppelen van politie-inzet aan multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie daarop, zodat de multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.

  • Het − conform procedures − koppelen van inzet van hulpdiensten aan multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening tot in niveau GRIP 1 en het voeren van de regie daarop, zodat de multidisciplinaire noodhulpverlening gecoördineerd verloopt.

Ondersteuning

  • Het continu volgen en het regisseren van de onderlinge communicatie, zodat een basis ontstaat voor het kunnen functioneren als life-line voor collega’s op straat.

  • Het zijn van een life-line voor collega’s op straat, zodat veiligheidsrisico’s voor de medewerkers op straat kunnen worden teruggedrongen en collega’s op straat op directe hulp van collega’s kunnen rekenen.

  • Het verzamelen van voor de inzet relevante informatie; het faciliteren van collega’s op straat met relevante, ‘real time’ informatie ter zake de melding/het hulpverzoek, zodat de collega’s ter plaatse in staat zijn adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

  • Het bij opschaling verzamelen van voor de opgeschaalde organisatie relevante informatie; het faciliteren van de opgeschaalde organisatie met relevante informatie, zodat de opgeschaalde organisatie in staat is adequate beslissingen te nemen in termen van veiligheid, effectiviteit en efficiëntie.

Opschaling

  • Het conform procedure opschalen tot GRIP 0 dan wel GRIP 1 (multidisciplinaire aanpak) of SGBO (politie-inzet) waar de aard en/of omvang van (de escalatie van) het incident of calamiteit dat vergt, zodat gepaste noodhulpverlening wordt verleend c.q. grootschalige politie-inzet efficiënt en effectief verloopt.

  • Het na opschaling tot GRIP 1/SGBO gefaseerd overdragen van de noodhulpregie aan de opgeschaalde organisatie, zodat de besluitvorming gecoördineerd kan plaatsvinden en noodhulpverlening gepast wordt verleend c.q. grootschalige politie-inzet efficiënt en effectief verloopt.

Vastleggen gegevens

  • Het tijdens de afhandeling steeds actueel beschikbaar hebben van gegevens ter zake de intake, de noodhulpregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat op elk moment tijdens de inzet de status van de afhandeling helder is en kan worden gedeeld.

  • Het verzamelen, valideren en vastleggen van gegevens ter zake de intake, de noodhulp/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en /of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Calamiteitencoördinator (caco);

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• intake van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• geregisseerde afhandeling van meldingen en noodhulpverlening;

• ondersteuning van politie-inzet;

• life-line voor de collega’s op straat;

• gefaciliteerde opgeschaalde organisatie;

• actuele beschikbaarheid van status van afhandeling van melding of spoedeisend hulpverzoek;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• geeft nauwgezet uitvoering aan protocollen, beslisregels, procedures, werkwijzen en vastgestelde plannen van aanpak voor meldkameractiviteiten maar kan zelfstandig beslissen daarvan af te wijken bij onvoorspelde situaties die tot gevaarzetting kunnen leiden voor de collega’s op straat en ter plaatse;

• beheert de wachtrij van bellers 1-1-2 zodanig adequaat dat alarmnummer 1-1-2 toegankelijk en bereikbaar is voor spoedeisende hulpverzoeken van het publiek;

• koppelt nauwgezet meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten met juiste bepaling van prioriteit;

• voert accuraat regie op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• ondersteunt adequaat de collega’s op straat en ter plaatse;

• is betrouwbaar als lifeline voor collega’s op straat en ter plaatse;

• informeert actief collega’s op straat en ter plaatse;

• voert alert regie op onderlinge communicatie;

• faciliteert de opgeschaalde organisatie adequaat met actuele ‘real time’ en relevante informatie;

• beslist accuraat tot de juiste wijze van opschaling;

• legt adequaat en direct gegevens vast terzake de intake, de noodhulp-/inzetregie, de ondersteuning en de opschaling;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• de intake verzorgen van meldingen en spoedeisende hulpverzoeken;

• prioriteiten toekennen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• meldingen, spoedeisende hulpverzoeken en multidisciplinaire (grootschalige) noodhulpverlening koppelen aan politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• regie voeren op politie-inzet/inzet van hulpdiensten;

• het zijn van life-line;

• regie voeren op onderlinge communicatie;

• informatie verzamelen en beschikbaar stellen t.b.v. de collega’s op straat en ter plaatse en/of t.b.v. de opgeschaalde organisatie;

• beslissen tot opschaling;

• gegevens verzamelen, valideren en vastleggen ten behoeve van waarheidsvinding achteraf;

• processen-verbaal opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer dan wel multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;

• meldingen;

• spoedeisende hulpverzoeken;

• assistentieverzoeken collega’s;

• opgeschaalde (multidisciplinaire) noodhulpverlening;

• politie-inzet bij politiemeldkamer of monodisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer dan wel inzet van hulpdiensten bij multidisciplinair georganiseerde gemeenschappelijke meldkamer;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van meldkameractiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van meldkameractiviteiten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• meldkameractiviteiten verrichten;

• analyseren, monitoren, evalueren en bijstellen;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot meldkamer;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• wetenschap: zowel alfa (talen, dialecten), bèta (digitale systemen) als gammawetenschappen (psychologie).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen, beslisregels en procedures met betrekking tot meldkamer;

• kennis van procedures en organisatie van de uitvoeringspraktijk;

• kennis van procedures, organisatie en materieel bij brandweer en ghor/ambulancezorg;

• privacywetgeving;

• meldkamertechniek, communicatiemiddelen;

• computerprogramma’s en applicaties;

• ten minste kennis van één vreemde taal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• meldkamer regievoering;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• volgt de ontwikkelingen in de hulpdiensten en in de veiligheidsregio’s.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks het volgen van de beslisregels en protocollen een incident grootschaliger blijkt te zijn dan verwacht, dan wel het aantal loze uitrukken opmerkelijk hoog ligt, dan wel door externe factoren de life-line niet voldoende heeft gewerkt dan wel informatie foutief of te laat beschikbaar kwam, en dit zich terugvertaalt in de sfeer van communicatie met collega’s, opgeschaalde organisatie, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Intake & Service

Kern van de functie

Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning.

Intake & Service geeft met name uitvoering aan het proces Intake uit de tak Uitvoeren en aan de processen in de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Operationeel Expert Intake & Service draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig Intake & Serviceactiviteiten uit. De Operationeel Expert Intake & Service initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Intake & Serviceactiviteiten, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

De Operationeel Expert Intake & Service bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele aansturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van intake & serviceactiviteiten efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van Intake & Serviceactviteiten, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken − ook wanneer daar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van Intake & Serviceactiviteiten; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten wordt verhoogd.

Verbetering Intake en service

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorden en openbare orde en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van Intake & Service,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde, openbare orde, veiligheid en leefbaarheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van Intake & Serviceactiviteiten, zodat de uitvoering van intake en service optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde, openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen

  • Het toegankelijk en bereikbaar houden van servicepunten waar de burger aangiften, vergunningenaanvragen en vragen kan indienen, zodat de politie bereikbaar is en blijft voor de burger voor zaken die een niet-spoedeisende afhandeling vergen.

  • Het aannemen, beantwoorden en doorverwijzen van vragen van burgers, zodat de burger een servicepunt wordt geboden om kenbaar te maken wat zij van de politie verwacht, en de politie informatie ontvangt op basis waarvan zij effectief en efficiënt kan werken aan de handhaving van rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan bevordering van leefbaarheid en veiligheid.

Registratie

Het vastleggen van vragen in de daartoe geëigende systemen, zodat inzicht ontstaat in wat de burger van de politie verwacht.

Behandeling inzetverzoeken

  • Het opnemen van verzoeken van collega’s uit de andere vakgebieden om ondersteuning in de uitvoering van opsporingsonderzoeken en in de aanpak van veiligheidsproblematiek, zodat de inzet gestructureerd verloopt en de beoogde resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het op inhoudelijke gronden beoordelen van inzetverzoeken, zodat een solide basis ontstaat waarop een effectieve en efficiënte behandeling kan plaatsvinden dan wel kan worden doorverwezen.

  • Het afstemmen met de inzetverzoeker over de te leveren resultaten van het desbetreffende vakgebied, zodat optimaal kan worden voldaan aan het inzetverzoek.

  • Het overdragen van het inzetverzoek aan de betrokken collega’s in het vakgebied, zodat inzetverzoeken kunnen worden geëffectueerd.

Monitoring en termijnbewaking

  • Het monitoren van de behandeling van inzetverzoeken, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling.

  • Het monitoren van de behandeling van inzetverzoeken, zodat er steeds inzicht is in de status van de behandeling.

  • Het bewaken van wettelijke en/of vastgestelde termijnen voor afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen; het signaleren wanneer een termijn dreigt te worden overschreden en het waarschuwen van de betrokken collega; het inlichten van de betrokken leidinggevende indien een termijn is overschreden, zodat de politie in haar optreden naar de burger steeds rechtmatig, correct en voorbeeldig is.

Kwaliteit

Het controleren van gevoegde dossiers (indicatie: meerdere feiten – 1 persoon/1 feit – meerdere personen) op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening); het aanhouden van het (onderzoeks)dossier en het terugmelden ervan aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet, zodat bij overdracht aan ketenpartners een rechtmatig en gedegen fundament wordt geboden voor vervolging.

Interne serviceverlening

Het vormen en beheren van (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving, zodat handelingen en activiteiten, feiten en omstandigheden actueel en geordend beschikbaar zijn en een fundament ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Dossiervormer in TGO’s;

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten;

• aangenomen, geregistreerde, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• op volledigheid en kwaliteit gecontroleerde, eenvoudige dossiers (case screening);

• geëffectueerde inzetverzoeken;

• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• nieuwe en beheerde (persoons-zaaks)dossiers.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• beheert de servicepunten zodanig adequaat dat zij toegankelijk en bereikbaar is voor burgers voor het stellen van vragen, het doen van aangifte en het indienen van vergunningaanvragen;

• beantwoordt en registreert vragen van burgers vriendelijk en verwijst zonodig correct door;

• controleert gevoegde dossiers op volledigheid en kwaliteit op basis van vastgestelde kwaliteitsindicatoren (case screening);

• houdt het dossier aan en meldt zijn bevindingen direct terug aan de opsteller ervan indien de kwaliteit niet voldoet;

• neemt accuraat inzetverzoeken aan, beoordeelt deze op inhoudelijke gronden, stemt op resultaatverwachting af met de indiener en draagt het inzetverzoek over aan de betrokken collega’s in het relevante vakgebied en monitoort nauwlettend de behandeling ervan;

• monitoort consequent de voortgang van afhandeling van aangiften en de bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• vormt en beheert (persoons-/zaaks)dossiers volgens vastgestelde procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• toegankelijke en bereikbare servicepunten;

• aangenomen, geregistreerde, beantwoorde en doorverwezen vragen van burgers;

• op volledigheid en kwaliteit gecontroleerde, eenvoudige dossiers (case screening);

• geëffectueerde inzetverzoeken;

• overzicht op voortgang van afhandeling van aangiften en bewaking van termijnen van afhandeling van aangiften en vergunningaanvragen;

• nieuwe en beheerde (persoons-/zaaks)dossiers.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• intake;

• service;

• inzetverzoeken;

• case screening;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: organisatorische coördinatie;

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van Intake & Serviceactiviteiten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• Intake & Serviceactiviteiten verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot Intake & Service;

• techniek: documentatiesystemen, analysetechnieken;

• wetenschap: alfa (talen), bèta (techniek) en gamma (mens).

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• strafrecht (materieel en formeel);

Algemene wet bestuursrecht;

• documentatiesystemen;

• versiebeheer;

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• regisseren van netwerken;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij het monitoren van beeldschermen, en kans op overbelasting door beeldschermwerkzaamheden (rsi). De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering, bij juist gebruik en toepassing van ergonomische maatregelen.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het geconfronteerd worden met menselijk leed via de ter dienste staande communicatiemiddelen. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie relevant in verband met de (beperkte) intakewerkzaamheden. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid op een effectieve en efficiënte inzet middels inzetverzoeken, desondanks de verwachte resultaten niet behaald worden, en dit zich terugvertaald in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Forensische Opsporing

Kern van de functie

Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door de uitvoering van forensisch onderzoek. De uitkomsten geven input aan het tactisch opsporingsonderzoek, dienen als bewijsmiddel of kunnen, in combinatie met andere methodieken, een voorspellende waarde hebben. Forensische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Forensische Opsporing komt een aantal werkterreinen28Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel Expert Forensische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch onderzoek te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek uit. De Operationeel Expert Forensische Opsporing initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel Expert Forensische Opsporing bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (werkterreingerelateerde) netwerken − ook wanneer daar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van forensisch opsporingsonderzoek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van forensisch opsporingsonderzoek wordt verhoogd.

Verbetering Forensische Opsporing

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporing, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) forensische opsporing (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van forensische opsporing,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde en veiligheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van (werkterreingerelateerde) forensische opsporingsonderzoek, zodat de uitvoering van forensische opsporing optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving.

Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussenrelevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Veiligstellen van sporen

Het zoeken, zichtbaar maken, veiligstellen, analyseren en vastleggen van forensische sporen op plaats delict/incident conform gestandaardiseerde normen, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat inzicht ontstaat in de bruikbaarheid van sporen als bewijslast.

Registratie van beelden

Het vastleggen van de plaats delict/incident door middel van beeldregistratie en/of tekeningen, zodat inzicht in de plaats delict/incident behouden blijft.

Deelname aan verhoren

Het − op uitnodiging − deelnemen aan verhoren van verdachten en getuigen, zodat het inzicht in de toedracht van misdrijven gelijktijdig vanuit forensisch en vanuit tactisch opsporingsperspectief wordt opgebouwd en de kwaliteit van de waarheidsvinding wordt verhoogd.

Assistentie bij schouw

Het verlenen van assistentie bij lijkschouwingen, ten behoeve van reconstructie van ongevallen en niet-natuurlijke dood, zodat inzicht ontstaat in de toedracht en verloop van (mogelijke) misdrijven en in de identiteit van personen.

Vaststellen modus operandi

Het interpreteren en in samenhang brengen van forensische sporen met de vindplaats, zodat inzicht ontstaat in het verloop van het misdrijf en de werkwijze van de dader(s) c.q. het verloop en de toedracht van het incident.

Kritische reflectie

Het vanuit forensisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Tegenspreken

Het − op aanwijzing − optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige forensische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en hersteld.

Rapportage onderzoeksgegevens

Het rapporteren over feiten, omstandigheden en eigen bevindingen uit sporenonderzoek op plaats delict/incident, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut. Het rapporteren over de samenhang in forensische onderzoeksgegevens en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Getuige-deskundige bij terechtzittingen;

  • Coördinator PD-unit (CPDU);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Forensisch coördinator;

  • Sporencoördinator;

  • Hulp Officier van Justitie (HOVJ);

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• zichtbaar gemaakte, veiliggestelde en geanalyseerde sporen op plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);

• processen-verbaal;

• beeldregistratie van plaatsen delict en plaatsen incident;

• rapportage van forensische onderzoeksgegevens en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen en onderzoeksmogelijkheden;

• gevalideerde en vastgelegde forensische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• identificatie van de betrokkene(n);

• inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van betrokkene(n);

• levert gegevens zodanig actueel aan dat ze als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• legt onderzoeksgegevens zodanig accuraat vast dat deze als basis voor vervolgonderzoek kunnen dienen;

• formuleert op grond van deze onderzoeksgegevens haalbare oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

• valideert verzamelde sporen op bruikbaarheid als bewijslast en legt de resultaten hiervan vast;

• legt plaatsen delict en plaatsen incident zodanig vast dat inzicht behouden blijft;

• interpreteert en brengt forensische sporen in samenhang met de vindplaats (modus operandi);

• verleent, ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in de toedracht bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood en/of inzicht in de identiteit van een persoon, assistentie bij lijkschouwingen;

• neemt, ten behoeve van inzicht in de toedracht van misdrijven, op uitnodiging deel aan verhoren van verdachten en getuigen;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• forensisch opsporingsonderzoek uitvoeren op plaatsen delict (PD) tot en met niveau Maatwerk-Plus en op plaatsen incident (PI);

• forensische opsporingsonderzoeken voorbereiden;

• processen-verbaal opstellen;

• rapportage van onderzoeksgegevens opstellen;

• beeldregistratie maken van standaard plaatsen delict en plaatsen incident;

• assistentie verlenen bij schouw;

• op uitnodiging deelnemen aan verhoor van verdachten en getuigen;

• als tegenspreker optreden.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• alle plaatsen delict (PD) en plaatsen incident (PI); op calamiteiten-PD’s onder aansturing van het Landelijk Team Forensische Opsporing (LFTO);

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) forensisch opsporingsonderzoek;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze

• (werkterreingerelateerd) forensische opsporingsonderzoeken verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot forensische opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: bètawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht en het strafprocesrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot forensische opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• organisatie en werkwijze OM;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op opsporingsvraagstukken bij opsporingspartners en vervolgingsvraagstukken bij samenwerkingspartners.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma door het geconfronteerd worden met stoffelijke overschotten bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Begeleider B

Kern van de functie

Operationele Begeleiding draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door het begeleiden van individuen en teams – in en voor de uitvoeringspraktijk – om steeds aan het (gevraagde) actuele vakbekwaamheidsniveau te (kunnen blijven) voldoen én de continuïteit van de duurzame operationele inzetbaarheid van steeds moedige, kundige en vaardige politiemedewerkers te behouden, met als doel rendementsverbetering in en voor de uitvoeringspraktijk.

Operationele Begeleiding is in de uitvoeringspraktijk werkzaam, om vanuit participerende observatie, (in samenspraak) de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van;

bijstelling en bijsturing van de toepassing en de toepasbaarheid van kennis en vaardigheden,

bijstelling en bijsturing t.a.v. opleidings- en trainingsplannen,

kwaliteitsanalyse van opleidings- en trainingsprogramma’s,

beoordeling van het vakbekwaamheidsniveau van het individu en het team.

Door het daadwerkelijk werkzaam zijn in de praktijk onderhoudt en optimaliseert Operationele Begeleiding het eigen ‘blauwe’ politionele vakmanschap en legt de verbinding tussen de gevraagde vakbekwaamheid en de vakbekwaamheid van de operationeel begeleider.

Operationele begeleiding geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

Binnen het vakgebied Operationele Begeleiding komt een aantal werkterreinen2Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel begeleider B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de uitvoering van operationele begeleiding aan individuen en teams. Hij verzorgt daartoe op en in de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende trainingen. Hij volgt daarbij (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding.

In het – in het kader van voorbereiding – opstellen van plannen van aanpak, ook zonder beschikbaar format. De Operationeel Begeleider B initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van Operationele Begeleiding, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

Hij doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van Operationele begeleiding en implementeert vastgestelde verbeteringen.

De Operationeel Begeleider B bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van Operationele Begeleiding efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

  • Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van politiemedewerkers− opstellen van individuele begeleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) voor het door de politiemedewerker bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

  • Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van Operationeel Begeleiding, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerken

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van Operationele Begeleiding van politiemedewerkers (individu en team) naar het gewenste vakbekwaamheidsniveau; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de politiemedewerker actueel inzetbaar is en de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering wordt verhoogd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal voor operationele begeleiding met een integraal karakter; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de politiemedewerker actueel toegerust is.

Verbeteren

  • Het vanuit de praktijk van Operationele Begeleiding, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de wijze van operationeel begeleiden en ten aanzien van de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de kwaliteit van operationele begeleiding wordt verhoogd en de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal aansluit op het onderwijs.

  • Het vanuit de praktijk van het geven van (vaardigheids)trainingen en bijbehorende theorielessen, formuleren van voorstellen tot verbeteringen ten aanzien van de inhoud van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit op de (beoogde) functie van de politiemedewerker en het vakbekwaamheidsniveau.

  • Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk van Operationele Begeleiding formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van operationele werkzaamheden (principes, procedures en vaardigheden), het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), openbare orde en de bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving efficiënter en effectiever verlopen. (operationele inzet en inbreng)

  • Het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van operationele begeleiding en in de toepassing van (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de geboden operationele begeleiding steeds actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoefte, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de politiemedewerker.

Deskundigheidsbevordering

  • Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor aan collega operationeel begeleiders en docenten; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat en ontwikkelafspraken.

  • Het geven van trainingen aan collega operationeel begeleiders en docenten en het signaleren van leermomenten, zodat ontwikkeling van vaardigheden geborgd is en de zelfredzaamheid van collega operationeel begeleiders en docenten wordt vergroot.

Advies

  • Het − op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van Operationele Begeleiding (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken);

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk;

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen −;

      • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging

    • in de (gezamenlijke) aanpak van problematiek in de uitvoeringspraktijk, zodat de uitvoering van Operationele Begeleiding optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebied-overstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Analyse en advies operationele begeleiding

  • Het op basis van analyse van aangereikte vaardigheids- en inzetbaarheidsproblematiek adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk, zodat specifieke vaardigheids- en inzetbaarheidsproblematiek efficiënt en effectief opgelost worden.

  • Het − met gebruikmaking van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen op het bereiken van vakbekwaamheidsniveau van politiemedewerkers − formuleren van voorstellen voor mogelijke verbeteringen in het rendement van de operationele begeleiding en het daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit van het zich via de geboden operationele begeleiding verwerven van competenties en vakbekwaamheid wordt verhoogd.

  • Het op basis van analyse adviseren tot aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren), zodat vanuit organisatievereisten in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin beschikt wordt over (nieuwe) middelen (voertuigen, gewelduitrusting, dieren).

Begeleiding vakbekwaamheidsniveau

Het zijn van aanspreekpunt voor een politiemedewerker/team in de training/opleiding/inzet in operatie; het monitoren, analyseren en beoordelen van de voortgang in de verwerving van vaardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid en vakbekwaamheid begeleiden van politiemedewerkers, zodat een politiemedewerker/team inzicht heeft in de ontwikkeling en in de bekwaamheden.

Training – Begeleiding- Coaching

  • Het geven van begeleiding (leraar, coach en begeleider) en (vaardigheids)trainingen aan een politiemedewerker (individueel en in teamverband) en daarbij signaleren van leermomenten, zodat de vakbekwaamheid op niveau blijft (het toepassen en gebruiken van (gewelds)middelen, principes, procedures en vaardigheden) en daarmee inzetbaar is en blijft.

  • Het geven van theorielessen volgens (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal, zodat de vakbekwaamheid van de politiemedewerker op niveau blijft.

  • Het trainen en begeleiden van politiemedewerkers om een professionele beroepshouding en vaardigheidsniveau, waaronder omgaan met bevoegdheden en geweld, attitude- en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek (bekeuringsituaties, aanhoudingen, crisisinterventie, antidiscriminatie en dergelijke), zodat politiemedewerkers excelleren in hun optreden.

  • Het voorbereiden van de eigen inbreng (operationele Begeleiding) in de uitvoeringspraktijk, zodat tijdens de operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden, zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen en kan worden opgetreden (actie-intelligentie).

  • Het in de uitvoeringspraktijk trainen- in het bijzonder onder stressvolle omstandigheden-, zodat vanuit Operationele Begeleiding didactisch geanticipeerd kan worden op specifieke gedragingen en reacties door politiemedewerkers en teams.

  • Vanuit het perspectief van Operationele Begeleiding politiemedewerkers en het team begeleiden na ingrijpende incidenten (geweld, verkeer ed.), zodat politiemedewerkers en het team duurzaam inzetbaar zijn en blijven in de uitvoeringspraktijk.

Beoordelen

  • Het afnemen van proeven van bekwaamheid, die relevant zijn op het vakgebied voor de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat bij een positief resultaat de politiemedewerker gecertificeerd/bevoegd blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

  • Het beoordelen van vakbekwaamheid, die relevant is voor het vakgebied van de politiemedewerker en het hierover rapporteren en adviseren, zodat inzicht is in het vakbekwaamheidsniveau en de bevoegdheid gecontinueerd/gehandhaafd wordt/blijft of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen.

Ontwikkelen

  • Het − op basis van evaluatie van toepasbaarheid, het resultaat en het leereffect van de operationele begeleiding en op basis van integrale monitoring van ontwikkelingen en vernieuwingen− adviseren over bruikbaarheid van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluit op het instapniveau en de leerbehoeften van politiemedewerker/team, en op de leerdoelen passende bij de (beoogde) functie van de politiemedewerker.

  • Het − op basis van maatschappelijke oriëntatie en interculturele sensitiviteit − adviseren over bruikbaarheid van het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee het (standaard én op de actualiteit toegesneden) lesmateriaal actueel aansluiten op het instapniveau en de leerbehoeften van politiemedewerker/team, en op de leerdoelen passende bij de (beoogde) functie van de politiemedewerker.

  • Het verwerken en integreren van de vastgestelde inhoudelijke en didactische verbeteringen in operationele begeleiding, zodat beschikt kan worden over actueel en relevant lesmateriaal.

Inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek door de uitvoeringspraktijk, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationele Begeleiding voor het op te stellen van plannen van aanpak door de uitvoeringspraktijk.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten (principes, procedures en vaardigheden) – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen en waarbij creativiteit, aangewend voor het behalen van resultaten vanuit Operationele Begeleiding, slechts begrensd wordt door technische (on)mogelijkheden, vastgestelde kaders, richtlijnen en wetgeving − zodat de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief wordt ondersteund vanuit Operationele Begeleiding en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de Operationele Begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, en de uitvoering van de Operationele Begeleiding en daarmee de operationele inzet en inbreng kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

  • Het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van Operationele Begeleiding naar het daadwerkelijk in actie komen op een incident in de uitvoeringspraktijk, zodat direct uitvoering gegeven wordt aan de op dat moment noodzakelijke en vereiste politietaak en de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van de politietaak wordt verhoogd.

Blauw Vakmanschap

  • Het op basis van het plan van aanpak, als operationeel begeleider binnen het team (teamlid), aanhouden en – in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen – van (vuur)wapen gevaarlijke verdachten, conform protocollen en (gewelds-en voertuig)procedures, zodat efficiënt en effectief de dreiging die van deze verdachte uit gaat wordt weggenomen en de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk.

  • Het als Operationeel Begeleider naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie activiteiten, uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk en de trainingen daarvoor.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak voor de uitvoering van operationele begeleiding (team en individu) waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering van operationele begeleiding;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• op theorie tot vakbekwame opgeleide medewerkers;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten);

• begeleiding, (vaardigheids)training, coachen en theorielessen;

• op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• het omgaan met (gewelds)middelen door vakbekwame medewerkers;

• analyse op voortgang verwerving competenties en op grond daarvan advisering ten aanzien van het begeleiden van politiemedewerkers naar verdere vakvolwassenheid en vakbekwaamheid;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde proeven van bekwaamheid − terzake het rendement van het via operationele begeleiding toerusten van medewerkers op steeds de actuele toegesneden vakbekwaamheidsvereisten;

• op de vakbekwaamheid en de leervraag van de politiemedewerker/team steeds actueel aansluitend standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• door operationele begeleiding duurzame inzetbaarheid politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten;

• analyse, conclusies en vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;

• teruggedrongen veiligheidsrisico’s;

• vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;

• door operationele begeleiding in hun optreden excellerende politiemedewerkers in specifieke situaties;

• onderzochte mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied operationele begeleiding;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• faciliteert de politiemedewerker met een helder plan van aanpak voor het verwerven en behouden van zijn vakbekwaamheid;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt regulerende en stabiliserende maatregelen en verleent directe hulp en schakelt van operationele begeleiding naar het daadwerkelijk in actiekomen;

• brengt medewerkers op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van vakbekwaamheid;

• bevordert actief door operationele begeleiding duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert accuraat alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk uit in het kader van het steeds op de actuele vereisten van de uitvoeringspraktijk aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• het actief bevorderen van het eigen blauwe vakmanschap en dat van de collega’s;

• het actief onderzoeken van mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding;

• het proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die de operationele begeleiding overstijgen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak (individuele begeleidingsadviezen) opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van operationele begeleiding (team en individu) waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden, trainen van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakbekwaamheid;

• operationele begeleiding, coaching, theorielessen en/of (vaardigheids)trainingen geven;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• uitvoeren van alle uitvoerende activiteiten in de uitvoeringspraktijk (blauw vakmanschap);

• processen-verbaal opstellen;

• begeleiden tot vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;

• inzetten op het terugdringen veiligheidsrisico’s;

• verrichten van onderzoek van mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• de politieorganisatie.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn, waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen;

• organisatorische coördinatie;

• (politie)medewerkers;

• vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;

• onderwijs/scholen;

• door operationele begeleiding in hun optreden excellerende politiemedewerkers in specifieke situaties;

• onderzoeken naar mogelijkheden tot rendementsverhoging in de aanpak van de problematiek in de uitvoeringspraktijk vanuit de operationele begeleiding

• begeleiding en training van vakbekwaamheidsverwerving en -behoud op basis van:

° plannen van aanpak in de vorm van individueel begeleidingsadvies zonder beschikbare formats;

° leerbehoefte en instapniveau van de politiemedewerker;

° aangereikte standaard en op de actualiteit toegesneden les materiaal;

° gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

° (beoogde) functies van de politiemedewerkers en het team;

• Eigen blauw vakmanschap en de operationele begeleiding:

° het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

° de opsporing van daders van misdrijven (rechtsorde);

° conflicterende partijen;

° incidenten en calamiteiten;

° alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

• het analyseren, trekken van conclusies en het leveren van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;

• de begeleiding naar duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

• bij het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid;

• het opstellen van (individuele) begeleidingsadviezen;

• het schakelen van operationele begeleiding naar het daadwerkelijk in actiekomen in de uitvoeringspraktijk;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het formuleren van (individuele) begeleidingsadviezen;

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak voor operationele begeleiding;

• het voeren van (voortgangs)gesprekken met de door hem begeleide medewerkers ten behoeve van de ontwikkeling, het toetsen en het beoordelen van het vakbekwaamheidsniveau;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het begeleiden/trainen en toetsen en beoordelen van vakbekwaamheid,

• het bevorderen van deskundigheid door training, begeleiding en coaching, door begeleiding vakbekwaamheidsniveau en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakbekwaamheid;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het analyseren, trekken van conclusies en het leveren van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen vanuit operationele begeleiding tbv de uitvoeringspraktijk;

• het begeleiden tot vaardige en zelfredzame collega operationeel begeleiders en docenten;

• het begeleiden naar duurzame inzetbaarheid van politiemedewerker en team, na ingrijpende incidenten.

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen, die de operationele begeleiding kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen,

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van operationele begeleiding naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk,

• de uitvoering van operationele begeleidingsactivteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van operationele begeleidingsactivteiten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het trainen, begeleiden en coachen;

• het toetsen, beoordelen en examineren;

• het opstellen van plannen van aanpak – ook zonder beschikbare formats − voor het operationele begeleidingstraject voor toegewezen politiemedewerkers en team;

• het analyseren, trekken van conclusies en adviseren ten behoeve van de ontwikkeling van operationele begeleiding en van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen.

op de juiste wijze:

• operationele begeleidingsactiviteiten verrichten;

• het trainen, begeleiden en coachen;

• het toetsen, beoordelen en examineren;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied operationele begeleiding informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

• analyses uitvoeren op de vakbekwaamheidsverwerving van zijn toegewezen politiemedewerkers en team en adviseren;

• geven van trainingen aan collega operationeel begeleiders en docenten;

• leveren van inzet en inbreng vanuit operationele begeleiding in de uitvoeringspraktijk alsmede het inzetten van het blauw vakmanschap;

• daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• trainen en begeleiden gericht op het kunnen laten excelleren in hun optreden van politiemedewerkers in specifieke situaties.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de uitvoeringspraktijk

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs en inhoud van de operationele begeleiding;

• methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen en didactiek.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor operationele begeleiding en toetsen, beoordelen en examineren van het vakbekwaamheidsniveau;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• analysetechnieken;

• attitude en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek;

• advisering;

• ontwikkeling standaard en op de actualiteit toegesneden lesmateriaal;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

• noodhulp en incidentmanagement;

• documentatie- en registratiesystemen.

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing van vakvolwassenheid

• les- en leerstofontwikkeling.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens operationele begeleiding, en dit zich voor de operationeel begeleider terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Docent B

Kern van de functie

Operationeel Docentschap draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door de kwaliteit van het operationele politieoptreden – via State-of-the-Art Politie-onderwijs* – optimaal effectief en efficiënt te bevorderen door het in de Ongecontroleerde Leeromgeving* met inbegrip van de Uitvoeringspraktijk, op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten (maatwerk) opleiden en examineren van studenten tot startbekwame, professioneel optredende politiemedewerkers die moeten presteren in de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit, verscheidenheid en complexiteit en relevante derden*1.

Operationeel Docentschap behaalt opleidingsresultaten in een omgeving waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert en waarbij de brede Uitvoeringspraktijk (alle Vakgebieden in het Domein Uitvoering, incl. Afgeschermd) de context vormt.

*1: Met inbegrip van Bijzondere Opsporingsdiensten (w.o. FIOD, Douane) en Afgeschermde diensten, w.o. AIVD en MIVD en andere relevante derden uit het veiligheidsdomein.

Operationeel Docentschap spitst zich toe op het expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – via State-of-the-Art-Politie-onderwijs – op toepassingsniveau opleiden / examineren van studenten om de beschikbaarheid te bevorderen van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde en bevoegde medewerkers, steeds in optimale aansluiting op de voor de brede Uitvoeringspraktijk geldende actuele eisen (w.o. wettelijke certificeringsvereisten en vereiste opsporingsbevoegdheid) in relatie tot de specifieke dynamiek.

Operationeel Docentschap richt zich op het ontwikkelen en verhogen van de veerkracht en weerbaarheid van studenten door het expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten opleiden.

Operationeel Docentschap levert input op onderwijskundig, didactisch en pedagogisch gebied ten behoeve van het organiseren, actualiseren en ontwikkelen van certificerend / diplomerend (politie) onderwijs en (maatwerk) opleidingen.

Operationeel Docentschap levert vanuit een interactieve benadering specialistische en specifieke deskundigheid aan de Uitvoeringspraktijk bij complexe zaken / incidenten / kwesties.

Operationeel Docentschap voert de werkzaamheden uit, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving en onderhoudt en optimaliseert zodoende ook het eigen ‘blauwe’ politionele vakmanschap en de bevoegdheden, voor zover relevant voor en toegespitst op het als Operationeel Docent in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen opleiden en examineren van studenten.

Operationeel Docentschap kan de te leveren inzet & inbreng op ieder moment en onvoorwaardelijk wisselen tussen de gecontroleerde- en de ongecontroleerde leeromgeving en vice versa.

Operationeel Docentschap geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

Werkterreinen LFNP:

Binnen LFNP-Vakgebieden in het Domein Uitvoering komt een aantal werkterreinen2Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’.voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De functies uit het vakgebied Operationeel Docentschap zijn – als Docent – inzetbaar op alle vakgebieden binnen het Domein Uitvoering met inbegrip van Afgeschermd / Heimelijk en daarmee op de aan de respectievelijke LFNP-Vakgebieden verbonden Werkterreinen, Aandachtsgebieden en Specifieke Functionaliteiten.

De Operationeel Docent B voert zijn/haar werkzaamheden uit in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk.

De Operationeel Docent B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Dit doet hij door studenten d.m.v. State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal en expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, op te leiden en te examineren tot competente (politie)medewerkers.

De Operationeel Docent B neemt bij het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving de volgende maatregelen in acht:

  • de veiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen bij deze leersituatie;

  • de transitiemaatregelen;

  • de maatregelen ter beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting;

  • de maatregelen ter beperking van het risico op imagoschade.

De Operationeel Docent B stelt individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak op in het kader van het effectief en efficiënt kunnen behalen van leerdoelen – ook zonder beschikbare formats en op basis van leerbehoeften en instapniveaus van studenten – en het daarmee kunnen opvoeren van de beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker.

De Operationeel Docent B bouwt en onderhoudt netwerken ten behoeve van het optimaliseren van standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal op MBO-niveau. De Operationeel Docent B doet voorstellen vanuit de uitvoeringspraktijk ter verbetering van de aanpak van Operationeel Docentschap en implementeert vastgestelde verbeteringen toegespitst op MBO-niveau / in relatie tot standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal.

De Operationeel Docent B bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet Inzet en inbreng vanuit Operationeel Docentschap in (opsporings)onderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (= Uitvoeringspraktijk) met name gericht op het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak:

  • Het vanuit specialisatie analyseren van door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationeel Docentschap voor het opstellen van plannen van aanpak door de Uitvoeringspraktijk met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt door de Uitvoeringspraktijk.

------------------------------

Opleiden, expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving

  • Het ten behoeve van het optimaal efficiënt en effectief uitvoeren van State-of-the-Art Politie-onderwijs geven van opleidingen – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal, juist in verschillende omgevingen en onder wisselende omstandigheden, zodat de investering in opleiden zich verhoudt tot het beoogde organisatierendement en zich binnen afzienbare tijd manifesteert door de vaardige, bekwame e bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers.

  • Het vanuit het opleiden – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – direct monitoren van resultaten / effecten, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal op MBO-niveau, steeds optimaal aansluit op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk en ook in individueel opzicht optimaal kan beklijven.

  • Het op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal geven van opleidingen – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert, én in aansluiting op de strategische doelstellingen van de Uitvoeringspraktijk, zodat:

    • de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om steeds de startbekwaamheid te verkrijgen die vereist is voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

    • met de student direct ingespeeld kan worden op de individuele leerbehoefte (inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

    • de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om het aan de functie gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.

  • Het zijn van aanspreekpunt voor studenten tijdens de opleiding – expliciet óók in de Ongecontroleerde leeromgeving -; het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en aardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van de te behalen (start)bekwaamheid begeleiden van studenten, zodat inzicht bestaat in de behaalde en nog te behalen (individuele) onderwijsresultaten.

Examineren

Het maken van examen-casuïstiek en het op MBO-niveau (in casu t.a.v. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal) – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – afnemen van (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens en het rapporteren hierover, zodat bij positief resultaat de student in het bezit komt van het geldende certificaat / diploma / de bevoegdheid of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de student, steeds gericht op het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.

Evalueren & Verbeteren vanuit expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving uitgevoerde opleiding en examinering

  • Het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / in casu t.a.v. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak met o.a. Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van:

    • de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) steeds toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het steeds maximaal effectief en efficiënt kunnen (laten) ontwikkelen – en geven van (maatwerk) opleidingen toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving leveren van input voor de vertaling naar theoretische modellen (vorm, inhoud en de eindtermen), i.c. op de actuele situatie naadloos aansluitende opleidingen;

    • het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving steeds op de actuele situatie naadloos kunnen laten aansluiten van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

    • de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de opleiding, in het bijzonder t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk;

    • het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het organiseren en houden van evaluaties en de verwerking van de verkregen opbrengsten voor de verbetering van opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren).

  • Het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek op MBO-niveau (in casu t.a.v. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal), zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving steeds aansluiten op de actuele vereisten.

  • Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal op MBO-niveau, zodat de geboden opleiding en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student.

Advies

  • Het − op grond van analyse vanuit specialisatie van:

  • resultaten en effecten van de uitvoering van Operationeel Docentschap op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal (inhoud en vorm, ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en t.a.v. examens);

    en van:

  • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk door studenten;

    en het daarbij betrekken van:

  • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid

    en:

  • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen;

    • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging

      in de (gezamenlijke) aanpak van problematiek bij het opleiden en examineren van studenten, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, zodat de uitvoering van Operationeel Docentschap optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door steeds de beschikbaarheid te bevorderen van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (executieve) politie-medewerkers.

  • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebied-overstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Plannen van aanpak

  • Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van studenten− opstellen van individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) voor het door de student bereiken van gestelde leerdoelen en deskundigheids- / certificeringsvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald en de beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker opgevoerd kan worden.

  • Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners – voor de uitvoering van het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving (=Operationeel Docentschap), zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Risicobeperking

Bij uitvoering State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving, in casu t.a.v. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal op MBO-niveau.

  • 1.

    Risicobeperking: de Fysieke & Mentale component

    • Het opstellen van de Taak Risico Analyse zodat beschikt wordt over essentiële informatie voor het maken van de scenario’s.

    • Het ter voorbereiding (ook zonder beschikbare formats), met behulp van vastgestelde Risico Inventarisatie & Evaluatie en Taak Risico Analyse én conform Arbowet-/regelgeving, maken van scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving waarin de studenten opgeleid en geëxamineerd gaan worden, zodat vooraf kritisch nagedacht kan worden over de interventies bij eventuele verstoring / escalatie, over de dilemma's die daarin kunnen optreden en over de wisselwerking tussen de handelingen van de docent en die van de studenten en dat vervolgens betrekken bij de opzet van veiligheidsmaatregelen.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) treffen van voorbereidingen en ter plekke organiseren van veiligheidsmaatregelen, die nauw aansluiten op de leeromgeving, zodat steeds optimale veiligheid geboden kan worden aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het nauwlettend uitvoering geven aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen, zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) evalueren van de in de leeromgeving getroffen veiligheidsmaatregelen en het doen van voorstellen tot bijstelling en verbetering, zodat steeds op de specifieke omstandigheden toegespitste veiligheid geboden kan worden aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) tijdig uitvoering geven aan de bij de leeromgeving – in relatie tot de actuele omstandigheden en zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden – passende transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en door ondersteuning van de operationele sturing, zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan – mede door vooraf georganiseerde inzet & inbreng door Operationele Begeleiding – door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

  • 2.

    Risicobeperking: de (Im)materiële component

    • Het (ook zonder beschikbare formats) conform relevante wet-/regelgeving maken van scenario’s en treffen van voorbereidingen en ter plekke organiseren van veiligheidsmaatregelen, toegespitst op de leeromgeving in combinatie met de te gebruiken middelen en uitrusting, zodat steeds optimale beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade geboden kan worden tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het nauwlettend uitvoering geven aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen, zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) evalueren van de in de leeromgeving getroffen veiligheidsmaatregelen, toegespitst op de leeromgeving in combinatie met de te gebruiken middelen en uitrusting en het doen van voorstellen tot bijstelling en verbetering, zodat de maatregelen ter beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade steeds optimaal aansluiten op de actuele vereisten tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) tijdig uitvoering geven aan de bij de leeromgeving – in relatie tot de actuele omstandigheden en zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden – passende transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en door ondersteuning van de operationele sturing, zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan – mede door vooraf georganiseerde inzet & inbreng door Operationele Begeleiding – door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

Netwerken

  • Het bouwen en onderhouden van netwerken ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken van relevante informatie en ideeën (input) met betrekking tot het in de ongecontroleerde leeromgeving opleiden / examineren, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal op MBO-niveau, steeds optimaal aansluit op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk en ook in individueel opzicht optimaal kan beklijven.

  • Het bouwen en onderhouden van netwerken – en het betrekken daarbij van o.a. Operationele Begeleiding – ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken van relevante informatie en ideeën (input) ten behoeve van het in de ongecontroleerde leeromgeving organiseren en toepassen van veiligheidsmaatregelen, zodat:

    • het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt;

    • het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

  • Het participeren bij de organisatie – in samenwerking met de Eenheden – van de Vakvaardigheidsdagen, zodat beschikt wordt over input en inzicht ten behoeve van het steeds kunnen actualiseren van het politieonderwijs, gedoceerd in de Uitvoeringspraktijk.

Blauw Vakmanschap

  • Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie activiteiten, uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving (i.c. de uitvoeringspraktijk).

  • Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, toegespitst op het verrichten van interventie activiteiten zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent kunnen uitvoeren van transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en operationele sturing.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving; door praktijkinzet vanuit specialisatie (i.c. vakinhoudelijke advisering voor het opstellen van plannen van aanpak door de Uitvoeringspraktijk).

Resultaten

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

P.I.:

• analyse, conclusies en adviezen vanuit specialisatie van Operationeel Docentschap tbv het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak;

• informatie en adviezen zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt kan worden aangepakt door de Uitvoeringspraktijk.

Uitvoering OpDo:

• uitgevoerd State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleidingen en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;

• (tussentijdse) getoetste (voortgang van) opleidingsresultaten (kennis & vaardigheden) van studenten en geformuleerde aanbevelingen;

• gegeven opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is – in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• op toepassingsniveau opgeleide en geëxamineerde studenten;

• naar startbekwaamheidsniveau geëxamineerde studenten;

• plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen) ook zonder beschikbare formats;

• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op de actuele vereisten / -situatie naadloos aansluitende opleidingen en examens inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving toegespitste inhoud en vorm, ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen, gericht op het steeds, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving laten aansluiten van opleiding en examinering op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student;

• analyseren vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie.

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde examens − terzake het rendement van het via operationeel docentschap opleiden en examineren van studenten naar het steeds naar actuele vereisten geldende startbekwaamheidsniveau;

• verrichtte analyse, conclusies en advisering / vakinhoudelijke oplossingen inzake de optimale bijdrage van Operationeel Docentschap aan de handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de steeds bevorderde beschikbaarheid van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (executieve) politie-medewerkers;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats,voor de uitvoering van Operationeel Docentschap aan studenten en relevante derden;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, voor de uitvoering van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. besluitvorming op verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• (opgevoerde) beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker;

• ook zonder beschikbare formats opgestelde Taak Risico Analyse en gemaakte scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving t.b.v. Risicobeperking / Fysieke & Mentale component;

• ook zonder beschikbare formats gemaakte scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving t.b.v. Risicobeperking / (Im)materiële component;

• adequaat uitgevoerde veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: teruggedrongen veiligheidsrisico’s (i.c. Risicobeperking);

• ook zonder beschikbare formats verrichtte evaluatie, voorgestelde bijstelling en verbetering met betrekking tot veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (i.c. Risicobeperking);

• gebouwde en onderhouden netwerken met gedeelde belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten met betrekking tot het in de ongecontroleerde leeromgeving opleiden / examineren;

• gebouwde en onderhouden netwerken ten behoeve van het met o.a. Operationele Begeleiding delen, verzamelen en verwerken van informatie met betrekking tot het in de ongecontroleerde leeromgeving organiseren en toepassen van veiligheidsmaatregelen (beperking van het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen en van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade);

• georganiseerde Vakvaardigheidsdagen door participatie vanuit het Operationeel Docentschap gericht op het steeds actualiseren van opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• op de actuele vereisten van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving (Uitvoeringspraktijk) steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• op de actuele vereisten met betrekking tot het uitvoeren van transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• bevorderde professionaliteit door uitgevoerd mentorschap.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

P.I.:

• analyseert kritisch aangereikte problematiek vanuit het Operationeel Docentschap en formuleert heldere adviezen t.b.v. de Uitvoeringspraktijk.

Uitvoering OpDo:

• bevordert actief (op toepassingsniveau) de startbekwaamheid van studenten door opleiding en examinering, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• brengt door het opleiden en examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, studenten op het voor de beoogde functie passendniveau van startbekwaamheid;

• faciliteert de student met een helder plan van aanpak (individuele opleidingsadviezen) voor het behalen van de leerdoelen en het voldoen aan deskundigheids- / certificeringsvereisten;

• formuleert heldere opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats op het individu gericht;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, (tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens af en rapporteert;

• het accuraat uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;

• formuleert vanuit de uitvoering van het Operationeel Docentschap passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving, van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek;

• stelt − op basis van evaluaties op uitgevoerde opleidingen en het herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn studenten, actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van startbekwaamheid middels opleidingen en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap);

• het actief en op maat verbeteren van lesmateriaal en het vasthoudend implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• faciliteert leiding en/of netwerkpartners met duidelijk onderbouwde advisering / vakinhoudelijke oplossingen inzake de optimale bijdrage van Operationeel Docentschap aan de handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• het proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die het Operationeel Docentschap overstijgen;

• stelt heldere plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, op t.b.v. de uitvoering van Operationeel Docentschap, i.c. de verantwoordelijkheids-verdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

In het kader van Risicobeperking:

T.a.v. de Fysieke & Mentale component + de (Im)materiële component:

• treft accuraat ook zonder beschikbare formats voorbereidingen en organiseert actief ter plekke veiligheidsmaatregelen;

• geeft nauwlettend uitvoering aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen;

• evalueert actief getroffen veiligheidsmaatregelen en vertrekt heldere voorstellen tot bijstelling en verbetering;

• geeft tijdig uitvoering aan transitie-maatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden;

• het actief signaleren van en nauwlettend anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die het Operationeel Docentschap kunnen verstoren.

• bouwt en onderhoudt actief (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen en maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• het tijdig betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;

• het actief bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit nauwlettend in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• analyseren, concluderen en adviseren vanuit operationeel docentschap ten behoeve van het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak voor het effectief en efficiënt aanpakken van (aangereikte) problematiek.

• opleidingen en trainingen geven, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• plannen van aanpak opstellen (individuele opleidingsadviezen) ook zonder beschikbare formats;

• studenten faciliteren met plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen);

• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van operationeel docentschap ook zonder beschikbare formats;

• (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, afnemen en daarover rapporteren;

• uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;

• voorstellen formuleren – vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap – tot verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving, van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek;

• evalueren op uitgevoerde opleidingen en adviseren naar leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van startbekwaamheid middels opleidingen en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap);

• vaststellen van het behaalde opleidingsrendement in de ongecontroleerde leeromgeving;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die het Operationeel Docentschap overstijgen;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, opstellen t.b.v. de uitvoering van Operationeel Docentschap, i.c. de verantwoordelijkheids-verdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• opstellen van een Taak Risico Analyse in het kader van Risicobeperking OpDo;

• ook zonder beschikbare formats scenario’s maken van de (ongecontroleerde) leeromgeving en dat vervolgens betrekken bij de opzet van veiligheidsmaatregelen;

• uitvoering geven aan veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

• evalueren van getroffen veiligheidsmaatregelen en uitgevoerde transitiemaatregelen en het doen van voorstellen tot verbetering ervan;

• signaleren van- en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die het Operationeel Docentschap kunnen verstoren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;

• als operationeel docent uitvoeren van operationele activiteiten in de uitvoeringspraktijk t.b.v. het bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;

• processen-verbaal opstellen;

• dwangmiddelen toepassen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• de politieorganisatie;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door Praktijkinzet vanuit Operationeel Docentschap;

• de Ongecontroleerde Leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied / specialisatie, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en instructies kan worden aangepakt;

• het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal;

• de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk – met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid – voor daarop aansluitend opleiden en examineren;

• vakgebieden in het Domein Uitvoering;

• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;

• (door Uitvoeringspraktijk) aangereikte problematiek (bekende benaderingswijzen / oplossingen bekend);

• bouw en onderhoud (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• de veiligheidsmaatregelen in het kader van Risicobeperking opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• studenten, (politie)medewerkers en betrokkenen in de ongecontroleerde leeromgeving;

• onderwijs regelgeving en -wetgeving in relatie tot opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• plannen van aanpak in de vorm van individueel opleidingsadvies ook zonder beschikbare formats;

• leerbehoefte en instapniveau van de student;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functie van de student;

• de uitvoering van Operationeel Docentschap in relatie tot de in plan van aanpak gemotiveerde verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• Blauw vakmanschap, professionaliteitseisen en vereiste bevoegdheden t.b.v. de uitvoering van het Operationeel Docentschap in relatie tot:

• de handhaving van de rechtsorde en van de openbare orde, alsmede de veiligheid en leefbaarheid;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• transitiemaatregelen;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;

• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;

• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de aan de uitvoering van Operationeel Docentschap verbonden verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• de organisatie, uitvoering en evaluatie van maatregelen in het kader van Risicobeperking;

• het bouwen en onderhouden van netwerken.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het – bij door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek – vanuit Operationeel Docentschap analyseren en adviseren waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet & inbreng en oplossingen bekend zijn;

• de uitvoering van het Operationeel Docentschap; opleiden en examineren d.m.v. State-of-the-Art politieonderwijs expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het vanuit het opleiden direct monitoren van resultaten en effecten gericht op het steeds optimaal laten aansluiten op de brede Uitvoeringspraktijk van inhoud en vorm, didactiek en pedagogiek;

• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van studenten om de startbekwaamheid te verkrijgen, vereist voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het met de student direct inspelen op de individuele leerbehoefte (inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van de student om het aan de functie gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak met o.a. Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van: inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), de optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving, de veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen, de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de opleiding, in het bijzonder t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk, het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering in de ongecontroleerde leeromgeving, het organiseren en houden van evaluaties en de verwerking van de verkregen opbrengsten voor de verbetering van opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving, de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren);

• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek gericht op het steeds laten aansluiten van de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving op de actuele vereisten;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van lesmateriaal gericht op het aansluiten van de geboden opleiding en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student;

• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking) in het kader van de uitvoering van State-of-the-Art politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen, die het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• het behalen van resultaten uit netwerken;

• de uitvoering van operationele politietaken gericht op het steeds laten aansluiten van de (eigen) professionaliteit op de actuele vereisten m.b.t. het als Operationeel Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij;

• het analyseren van en adviseren over de door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek vanuit Operationeel Docentschap met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen zelfstandig aanpakken.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het opstellen van plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;

• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;

• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van lesmateriaal;

• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• het bouwen en onderhouden van netwerken.

op de juiste wijze:

• analyseren, concluderen en adviseren m.b.t. aangereikte problematiek;

• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats opstellen;

• opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden van studenten;

• opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• evalueren en verbeteren van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• leveren van input voor – en participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, opstellen voor de uitvoering van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. besluitvorming op verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• scenario-denken toepassen in plannen van aanpak veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

• signaleren van – en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;

• inschatten van veiligheidsrisico’s en deze in permanente alertheid beheersen;

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• netwerken bouwen en onderhouden;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• operationele politietaken uitvoeren vanuit het Operationeel Docentschap;

• aanwenden van dwangmiddelen;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• optreden als mentor.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de Uitvoeringspraktijk;

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs;

• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot Operationeel Docentschap, i.c. opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal;

• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• methoden, technieken en procedures;

• sociale- en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen, alsmede op het gebied van didactiek, pedagogiek en onderwijskunde.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• Operationeel Docentschap / de specialisatie;

• State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal;

• inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal op MBO-niveau;

• opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal;

• organisatie, uitvoering, evaluatie en verbetering van maatregelen in het kader van Risicobeperking, i.c. veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: de Fysieke & Mentale component + de (Im)materiële component;

• analyse- en adviestechniek;

• inzicht in gedrag;

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor het Operationeel Docentschap, opleiden en examineren naar startbekwaamheidsniveau expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• ontwikkeling van standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal op MBO-niveau;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• netwerken;

• coaching;

• conflictbemiddeling;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum;

• noodhulp en incidentmanagement;

• documentatie- en registratiesystemen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek m.b.v. plannen van aanpak zonder beschikbare formats;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied / specialisme;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;

• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Uitbreiding kennis vanuit OpDo-specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak van door Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft MBO (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook Operationeel Docentschap / OpDo-specialisatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterrein en/of specifieke functionaliteiten gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens het opleiden / examineren in ongecontroleerde leeromgeving, en dit zich voor de operationeel docent terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Beveiliging

Kern van de functie

Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen rond – door bevoegd gezag aangewezen – personen, objecten en diensten, in de Rechtbank en cellencomplexen.

Beveiliging geeft met name uitvoering aan de processen Handhaven en Arrestantenzorg in de Tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit het RBP.

De Operationeel Expert Beveiliging draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving door de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging) te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig veiligheidsmaatregelen uit. De Operationeel Expert Beveiliging initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van veiligheidsmaatregelen, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel Expert Beveiliging bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en ten behoeve van de aanpak van beveiligingsproblematiek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van beveiligingsproblematiek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en van de aanpak van beveiligingsproblematiek wordt verhoogd.

Verbetering beveiliging

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van beveiligingsproblematiek en in de uitvoering van veiligheidsmaatregelen, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorde efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het – op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging) en van de aanpak van beveiligingsproblematiek (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van veiligheidsmaatregelen,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot openbare orde, veiligheid en leefbaarheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van beveiligingsproblematiek, zodat de uitvoering van veiligheidsmaatregelen optimaal bijdraagt aan handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Toezicht

  • Het signaleren en melden van onregelmatigheden, en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen, zodat het ontstaan van onveilige situaties wordt tegengegaan en/of zodat de orde in en rond objecten en/of rond personen wordt bewaard of hersteld.

Begeleiding te beveiligen personen

  • Het zorg dragen voor de veiligheid tijdens het vervoer, zodat de te beveiligen persoon veilig op zijn plaats van bestemming aankomt.

  • Het signaleren van verdachte omstandigheden en gedragingen van personen en het anticiperen op situaties; het inschatten van veiligheidsrisico’s; het ingrijpen bij gevaarsituaties, eventueel met toepassing van geweldsmiddelen, zodat aanslagen op de te beveiligen persoon worden voorkomen, afgeweerd en doorstaan (actie-intelligentie).

Beveiliging objecten

  • Het uitoefenen van toezicht op (de omgeving van) het te beveiligen object, zodat de veiligheid rond het object wordt bewaakt.

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijging van informatie, zodat een basis ontstaat om preventief te handelen (observatie).

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Verantwoordelijk Beveiligingsambtenaar;

  • Hulpofficier van Justitie (HovJ);

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• informatie uit voorverkenning;

• beveiligde personen;

• beveiligde objecten;

• geregistreerde, veilige, ingesloten en verzorgde arrestanten;

• registratie van in bewaring genomen goederen;

• orde in de Rechtbank;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door een grondige voorverkenning van routes en locaties;

• beveiligt het vervoer en het verblijf van te beveiligen personen door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

• beveiligt de te beveiligen persoon door te werken aan verhoging van zijn veiligheidsbeleving en privacy;

• beveiligt de te beveiligen persoon door stelselmatig de gebruikte technische hulpmiddelen in te schakelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• dwangmiddelen toepassen;

• voorverkennen;

• persoonsbeveiliging uitvoeren;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• technische hulpmiddelen (doen) plaatsen ter detectie van indringers en ter observering van de omgeving;

• toezicht en controle uitoefenen op objecten en personen;

• aanwijzingen geven;

• geweldsmiddelen gebruiken bij het afweren van aanslagen op de te beveiligen persoon;

• processen-verbaal;

• optreden als mentor.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• object- en persoonsbeveiliging;

• orde Rechtbank;

• arrestantenverzorging;

• locaties/routes onderworpen aan voorverkenning;

• locaties/objecten waarin de beveiligde persoon zich bevindt;

• routes waarlangs de beveiligde persoon zich beweegt;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak: (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging),

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van veiligheidsmaatregelen;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen.

op de juiste wijze:

• veiligheidsmaatregelen uitvoeren (w.o. voorverkenning, beveiliging objecten, beveiliging personen, orde Rechtbank en arrestantenverzorging);

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot veiligheid;

• methoden en technieken met raakvlakken met beveiliging;

• wetenschap: veiligheids(gerelateerde) wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot persoonsbeveiliging;

• inzicht in gedrag;

• observatietechnieken;

• geweldsinstructie;

• interventietechnieken;

• wapenkunde;

• beveiligingstechniek;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden;

• kennis van vreemde talen;

• communicatie(-middelen);

• netwerken;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• regievoering;

• mentor;

• toetsing van vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring, waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij inzet op persoonsbeveiliging is in deze functie aanwezig bij/na een aanslag op de te beveiligen persoon. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij voorverkenning geen bijzonderheden waren maar later wel degelijk veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen de aanslag toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij de te beveiligen persoon dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Tactische Opsporing

Kern van de functie

Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en aan veiligheid in de samenleving door zich te richten op waarheidsvinding door feiten en omstandigheden rond misdrijven te onderzoeken. De uitkomsten kunnen leiden tot identificatie van de verdachten, maar kunnen ook dienen als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben. Tactische Opsporing geeft met name invulling aan het proces Opsporen in de tak Uitvoeren, en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren uit RBP.

Binnen het vakgebied Tactische Opsporing komt een aantal werkterreinen29Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel Expert Tactische Opsporing draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch onderzoek te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek uit. De Operationeel Expert Tactische Opsporing initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel Expert Tactische Opsporing bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van tactische opsporingsonderzoeken efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (werkterreingerelateerde) netwerken − ook wanneer daar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van de aanpak van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek wordt verhoogd.

Verbetering Tactische Opsporing

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactische opsporing, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) tactisch onderzoek (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van tactische opsporing,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde en veiligheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van (werkterreingerelateerde) tactisch opsporingsonderzoek, zodat de uitvoering van tactisch opsporing optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en aan veiligheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Validatie onderzoeksgegevens

Het verzamelen, valideren en vastleggen van tactische onderzoeksgegevens, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

Totstandbrenging bewijslast

Het verzamelen, in samenhang brengen en vastleggen van bewijsmateriaal in het procesdossier en het beoordelen van de validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit van de bewijslast, zodat de rechtmatigheid van de bewijslast wordt geborgd.

Interpretatie onderzoeksgegevens

Het interpreteren en in samenhang brengen van tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden, zodat inzicht ontstaat in de toedracht van misdrijven en in de identiteit van de verdachte(n).

Kritische reflectie

Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

Tegenspreken

Op aanwijzing optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld.

Processen-verbaal

Het valideren en het in de daartoe geëigende systemen documenteren van feiten en omstandigheden over (vermoedelijke) misdrijven en het opnemen van aangiften, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Tactisch Coördinator;

  • Tegenspreker;

  • Hulpofficier van Justitie (HovJ);

  • Projectleider;

  • Familierechercheur;

  • Trajectbegeleider.

Hoge omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde en veiligheid in de samenleving door criminaliteitsbestrijding.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• identificatie van verdachten;

• inzicht in de toedracht van misdrijven;

• gegevens als basis voor vervolgonderzoek, bewijsmiddel of die in combinatie met andere methodieken een voorspellende waarde hebben;

• gevalideerde en vastgelegde tactische onderzoeksgegevens;

• rechtmatige bewijslast;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;

• procesdossier;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• voert accuraat (werkterreingerelateerde) tactische opsporingsonderzoeken uit;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit en brengt er samenhang in;

• valideert verzamelde onderzoeksgegevens en legt deze vast in de daartoe geëigende systemen;

• interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• dwangmiddelen toepassen;

• (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek uitvoeren;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• processen-verbaal van (werkterreingerelateerde) aangifte, verhoor, misdrijven, dwangmiddelen en (overige) bevindingen opstellen;

• dwangmiddelen toepassen;

• procesdossiers samenstellen;

• op aanwijzing − als tegenspreker optreden.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• criminaliteitsbestrijding door opsporing van daders van misdrijven bij meer complexe (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoeken;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers;

• de vervolging van verdachten van misdrijven;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig gegenereerd worden binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

○ de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;

• het uitvoeren van analyses;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het opstellen van plannen van aanpak;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• de uitvoering van (werkterreingerelateerd) tactisch opsporingsonderzoek;

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van tactische opsporingsonderzoeken;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• (werkterreingerelateerd) tactische opsporingsonderzoeken verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot tactische opsporing;

• techniek: opsporingsmethoden, -technieken en -procedures;

• wetenschap: criminologische en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn onder meer:

• inzicht in gedrag;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, bestuursrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• verhoortechniek;

• organisatie en werkwijze OM;

• regisseren van netwerken;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op opsporingswerkwijzen bij opsporingspartners en vervolgingsprocedures bij samenwerkingspartners.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen,zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Observatie

Kern van de functie

Observatie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van heimelijk vergaarde informatie.

Observatie geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in de tak Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Observatie komt een aantal specifieke functionaliteiten30Deze Specifieke functionaliteiten zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Specifieke functionaliteiten LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel Expert Observatie draagt bij aan de handhaving van de (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van Observatie te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig observatieacties uit. De Operationeel Expert Observatie initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van observatieacties, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel Expert Observatie bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van observatieacties efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) – waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners – voor de uitvoering van observaties, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken − ook wanneer daar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van observatieacties; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van observatieacties wordt verhoogd.

Verbetering Observatie

Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering van observatieacties, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en het werken aan leefbaarheid en veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van observatieacties (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van observatieacties,

      het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot rechtsorde, openbare orde, veiligheid en leefbaarheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendements- verhoging in de (gezamenlijke) aanpak van observatieacties, zodat de uitvoering van observatieacties optimaal bijdraagt aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Beschikbaarheid apparatuur en (technische hulp)middelen

Het − op basis van een vastgesteld plan van aanpak voor observaties − op maat (laten) maken van apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat observaties effectiever en efficiënter worden uitgevoerd.

Modificeren en Vervaardigen

  • [werktuigbouw en (fijn-)mechanica] Het – aan de hand van vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van werkplaatshandleidingen en technische instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie acties toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

  • [installatie- en elektrotechniek] Het – aan de hand van vastgesteld plan van aanpak en aangeleverde specificaties en met behulp van elektrotechnische handleidingen en installatie instructies en dergelijke – modificeren c.q. vervaardigen van elektronische en elektrotechnische apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur) die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, zodat deze op de observatie acties toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen beschikbaar en toepasbaar zijn.

Defecten en storingen

Het − initiëren van, of op basis van aangereikte opdrachten dan wel op basis van overgedragen meeromvattende werkzaamheden − lokaliseren van defecten en storingen aan (elektro)technische systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder werktuigbouw, (fijn)-mechanica, installatietechniek en elektrotechniek en/of het lokaliseren van defecten en storingen aan elektronische en elektrotechnische systemen en installaties die hun oorsprong vinden in een combinatie van technieken, waaronder elektrotechniek, elektronica, sterk-/zwakstroom, (fijn)mechanica, software-infrastructuur, zodat ook meeromvattende defecten en storingen effectief en efficiënt worden gerepareerd/ verholpen en systemen en installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen weer inzetbaar zijn.

Voorverkenning

Het verkennen van de situatie ter plaatse, het beoordelen van de noodzaak voor inzet van apparatuur en (technische hulp)middelen, het vastleggen van de meest geschikte posities voor het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen en het beoordelen of de observatie al dan niet kan worden uitgevoerd met standaard apparatuur en (technische hulp)middelen, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van het plan van aanpak voor observaties.

Uitvoeren van observatie

  • Het − op basis van het vastgestelde plan van aanpak voor observaties − plaatsen van apparatuur en (technische hulp)middelen, het waarnemen van feiten en omstandigheden en/of het onderscheppen van (digitale) gegevens uit het data- en telecommunicatieverkeer, zodat gedragingen en/of contacten van de geobserveerden worden vastgelegd ten behoeve van opvolging en/of vervolging.

  • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van observatie kan blijven doorlopen (actie-intelligentie).

Gegevens uit observatie

  • Het ordenen, valideren en vastleggen van gegevens uit observatie, zodat een fundament ontstaat waarop de waarheidsvinding kan worden gebaseerd.

  • Het interpreteren en in samenhang brengen van gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, zodat inzicht ontstaat in de gedragingen en/of contacten van de geobserveerden.

Rapportage over gegevens uit observatie

  • Het rapporteren van gegevens uit observatie, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

  • Het rapporteren over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel voor oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Specifieke functionaliteit

Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke functionaliteit.

Rolaanduiding:

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Sectiecommandant.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• gegevens over handelingen, gedragingen en contacten van verdachten;

• geplaatste apparatuur en (technische hulp)middelen;

• op maat gemaakte apparatuur;

• gemodificeerde cq. vervaardigde op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• gerepareerde/verholpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde onderzoeksgegevens uit observaties;

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte onderzoeksgegevens uit observaties,

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt scherp en accuraat feiten en omstandigheden waar, zonder opgemerkt te worden (heimelijk);

• onderschept heimelijk (gegevens over) data- en telecommunicatieverkeer;

• beoordeelt bij de voorverkenning kritisch de noodzaak voor inzet van apparatuur en (technische hulp)middelen;

• installeert apparatuur en (technische hulp)middelen;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de observatie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• maakt dan wel laat − binnen de specificaties in het plan van aanpak voor observaties − apparatuur en/of (technische hulp)middelen;

op maat vervaardigen dan wel modificeren van toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• lokaliseert secuur en repareert / verhelpt adequaat defecten en storingen;

• legt na validatie de onderzoeksgegevens uit observatie zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• rapporteert over de samenhang in gegevens uit observaties en de context waarin deze observaties zijn uitgevoerd, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• documenteert overige eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opsporingsonderzoek en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• voorverkenning verrichten;

• personen heimelijk waarnemen;

• data- en telecommunicatieverkeer onderscheppen;

• apparatuur en (technische hulp)middelen installeren bedoeld voor het heimelijk vergaren van informatie over handelingen en contacten van verdachten;

• apparatuur en (technische hulp)middelen volgens specificatie uit het plan van aanpak voor observaties op maat (laten) maken;

• modificeren cq. vervaardigen op de specialistische operatie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-)infstracturen en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• repareren/verhelpen defecten aan systemen, installaties, technische (hulp)middelen, apparatuur en werktuigen;

• rapportages opstellen;

• processen-verbaal opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van heimelijk gadeslaan.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak voor observaties;

• aanpassen van de op de observatie actie toegesneden technische (hulp)middelen, apparatuur, werktuigen, elektronische en elektrotechnisch apparatuur, installaties, (ICT-) infrastructuren en verbindingen (waaronder datacommunicatieapparatuur, computernetwerken, radiocommunicatiesystemen en radarapparatuur);

• observaties waarbij latent hoog dreigingrisico aanwezig is;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

○ de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• de uitvoering van observatieacties,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van observatieactiviteiten;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze

• observatieactiviteiten verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot observatie;

• methoden, technieken en procedures;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot observatie;

• privacywetgeving;

• observatiemethoden en -technieken en -instrumenten;

• camouflagemethoden en -technieken;

• elektrotechnische handleidingen;

• werktuigbouw dan wel elektrotechniek;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• analysetechnieken;

• advisering;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning en observeren, en door werkzaamheden in onnatuurlijke houdingen bij het installeren van apparatuur en (technische hulp)middelen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig aannemen van andere identiteit. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk).

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de observant wordt ontmaskerd, de apparatuur of het onderscheppen van data of telefonie wordt ontdekt, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij observaties in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Informantenrunner

Kern van de functie

Informantenrunnen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te voorzien van informatie actief vergaard middels (burger)informanten in criminele netwerken en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving. Informantenrunnen geeft met name uitvoering aan het proces Verzamelen en verwerken veiligheidsinformatie uit de tak Voorbereiden en aan de processen in tak Verbeteren van het RBP.

Operationeel Expert Informantenrunner draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoering van informantenrunnen te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig informantenrunnen uit. De Operationeel Expert Informantenrunner initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van informantenrunnen, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

De Operationeel Expert Informantenrunner bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van informantenrunnen efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van informantenrunnen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van informatenrunnen en het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van wordt verhoogd.

Verbetering Informantenrunnen

Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van informantenrunnen, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de bijdrage aan de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en het werken aan leefbaarheid en veiligheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het − op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van informantenrunnen (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken);

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk;

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde, veiligheid en leefbaarheid

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen −;

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak informantenrunnen, zodat de uitvoering van Informantenrunnen optimaal bijdraagt aan handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Werven van (burger)informanten

(tbv Openbare orde of Criminele aandachtsvelden)

  • Het werven van (burger)informanten uit criminele kringen en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving, zodat informatie beschikbaar komt ten behoeve van de uitvoeringspraktijk die op andere wijze niet dan wel moeizaam ter beschikking zou komen.

  • Het – bij stelselmatige informatie-inwinning − contracteren van (burger)informanten, zodat een juridische basis ontstaat voor de activiteiten van de burgerinformant en het werven en runnen van (burger)informanten aan de wettelijke eisen voldoet.

  • Het beoordelen van de betrouwbaarheid van de kandidaat-burgerinformant, onder meer door het (laten) uitvoeren van antecedentenonderzoek; het beoordelen van de informatiepositie van de kandidaat-burgerinformant, zodat de waarde van de (burger)informanten voor de uitvoeringspraktijk kan worden vastgesteld en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

  • Het actueel houden van persoonlijke gegevens over (burger)informanten, zodat een waardevol en valide inlichtingennetwerk voor de uitvoeringspraktijk ontstaat.

Runnen van (burger)informanten

(tbv Openbare orde of Criminele aandachtsvelden)

  • Het − volgens vastgesteld plan van aanpak − opbouwen en onderhouden van contacten met (burger)informanten; het aansturen van (burger)informanten op inlichtingenvergaring; het verzamelen van inlichtingen uit (burger)informanten, zodat gewenste informatie uit criminele kringen en/of (radicale) groeperingen die een negatieve impact hebben op de samenleving beschikbaar komt ten behoeve van de uitvoeringspraktijk.

  • Het toepassen van bronbeveiliging en afscherming van persoonsgegevens en activiteiten van (burger)informanten, zodat de veiligheid van (burger)informanten wordt verhoogd.

Voorverkenning

  • Het (doen) plaatsen van technische apparatuur, zodat onregelmatigheden worden gedetecteerd (statische beveiliging).

  • Het (doen) plaatsen van technische hulpmiddelen ter verkrijgen van informatie, zodat een basis ontstaat voor preventief te handelen (observatie).

  • Het − onder meer door middel van observeren − verkennen van routes en locaties en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van informatieopdrachten, zodat kan worden vastgesteld of de informatieopdracht conform plan van aanpak kan worden uitgevoerd.

Betrouwbare informatie – gesprekscontacten

  • Het beoordelen op betrouwbaarheid van de verzamelde inlichtingen door deze te controleren en te verifiëren, bijvoorbeeld aan de hand van feiten en omstandigheden waaronder de informatievergaring door de burgerinformant heeft plaatsgevonden of aan de hand van onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden zoals Intelligence (valideren), zodat de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

  • Het interpreteren en in samenhang brengen van de verzamelde en gevalideerde inlichtingen met relevante (onderzoeks)gegevens, zodat de aldus ontstane informatie een basis vormt voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

Kritische reflectie

Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van inlichtingen uit (burger)informanten (bij gebruik als onderzoeksgegevens in opsporingsonderzoeken) en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat rechtmatige bewijslast ontstaat en de kwaliteit van waarheidsvinding wordt verhoogd.

Rapportages

  • Het rapporteren van gevalideerde inlichtingen uit (burger)informanten, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

  • Het rapporteren van informatie − ontstaan na interpretatie en het in samenhang brengen van gevalideerde inlichtingen − en het op basis daarvan formuleren van oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel van oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor handhaving van de openbare orde.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren in de daartoe geëigende systemen van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Regie en life-line

Het regisseren van het werven en runnen van (burger)informanten en het daartoe monitoren van de activiteiten van Senioren Informantenrunners, in het bijzonder ten aanzien van actuele veiligheidsrisico’s en de (functionele) relatie van de informantenrunners ten opzichte van de (burger)informanten, zodat de werving van en de informatievergaring uit (burger)informanten efficiënt, effectief en veilig verloopt.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• geworven (burger)informanten/gesprekscontacten;

• gevalideerde en in rapportage vastgelegde inlichtingen uit (burger)informanten;

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek op basis van in samenhang gebrachte inlichtingen uit (burger)informanten;

• processen-verbaal en rapportages;

• gerealiseerde life-line;

• betrouwbare informatie ten behoeve van de uitvoeringspraktijk die op andere wijze niet dan wel moeizaam ter beschikking zou komen;

• gecontracteerde (burger)informanten bij stelselmatige informatie-inwinning;

• (netwerken van) betrouwbare (burger)informanten op waardevolle informatieposities;

• in diens persoonsgegevens/identiteit en activiteiten afgeschermde (burger)informanten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• legt na validatie inlichtingen uit (burger)informanten zodanig accuraat vast in een rapportage dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die het werven en runnen van (burger)informanten kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s en/of de kans op ontmaskering accuraat in, en roept tijdig eventueel hulp in;

• rapporteert over de samenhang in inlichtingen uit (burger)informanten en de context waarin deze inlichtingen zijn vergaard, en formuleert op basis daarvan oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• beoordeelt consequent inlichtingen uit (burger)informanten op betrouwbaarheid door deze te controleren en te verifiëren;

• past zodanig effectief en efficiënt bronbeveiliging en afscherming van (burger)informanten toe, dat de veiligheid van de burgerinformant wordt verhoogd;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van inlichtingen uit (burger)informanten bij gebruik als onderzoeksgegevens in opsporingsonderzoeken.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• dwangmiddelen toepassen;

• rapportages opstellen van gevalideerde inlichtingen uit (burger)informanten;

• rapportages opstellen – op basis van in samenhang gebrachte inlichtingen uit (burger)informanten en de context waarin deze inlichtingen zijn vergaard − met oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden dan wel oplossingsrichtingen voor veiligheidsproblematiek;

• processen-verbaal en rapportages opstellen;

• kandidaat-(burger)informanten beoordelen op betrouwbaarheid en op informatiepositie;

• (burger)informanten bij stelselmatige informatie-inwinning contracteren;

• bronbescherming en afscherming toepassen op persoonsgegevens en activiteiten van (burger)informanten;

• life-line zijn.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• criminaliteit en samenleving vanuit het perspectief van burgers die zich in criminele kringen en/of (radicale) groeperingen bevinden.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• binnen het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• werven (burger)informanten;

• runnen van (burger)informanten;

• het waarnemen van de bewegingen en activiteiten van personen volgens vastgesteld plan van aanpak;

• life-line positie;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van informantenrunnen,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.De problemen zelfstandig aanpakken, binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn), die zich voordoen bij:

• de uitvoering van informantenrunnen;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• informantenrunnen;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• methoden en technieken met raakvlakken met het werven en runnen van (burger)informanten;

• wetenschap: alfa en gammawetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• privacywetgeving;

• methoden, technieken en instrumenten met betrekking tot het werven en runnen van (burger)informanten;

• non politieel gedrag;

• inzicht in de multiculturele samenleving;

• kennis van observatietechniek;

• inzicht in gedrag;

• inzicht in groepsdynamica;

• maatschappelijke ontwikkelingen;

• gesprekstechniek;

• advisering;

• analysetechnieken;

• organisatorische coördinatie;

• regisseren van netwerken;

• mentor;

• toesting van vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

De kans op psychisch letsel is aanwezig vanwege het gedurende langere tijd beroepsmatig aannemen van een alias. De ernst van dit letsel als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld, zeker bij ontmaskering, is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk).

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks alle voorzorg door externe factoren de informantenrunner of de burgerinformant wordt ontmaskerd en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij het werven en runnen van (burger)informanten in een bepaalde omgeving of voor bepaalde tijd, dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. Kans is tevens aanwezig ingeval de life-line met Senior Informantenrunners door externe factoren loslaat. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert GGP

Kern van de functie

Gebiedsgebonden Politie (GGP) draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. GGP richt zich op de uitvoering van operationele politietaken, met name ten behoeve van de processen Noodhulp, Toezicht en Handhaven en Opsporen (VVC) uit RBP in de frontlinie van de samenleving.

Binnen het vakgebied GGP komt een aantal werkterreinen31Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De Operationeel Expert GGP draagt bij aan de handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken en de inzet ervan bij de aanpak van veiligheidsproblematiek te analyseren, over verbeteringen te adviseren, verbeteringen te initiëren en vastgestelde verbeteringen te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig (werkterreingerelateerde) operationele politietaken uit.

De Operationeel Expert GGP initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert (werkterreingerelateerde) netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken. De Operationeel Expert GGP bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van operationele politietaken efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van operationele politietaken ten behoeve van de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (werkterreingerelateerde) netwerken − ook wanneer daar bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten aan verbonden zijn en mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van veiligheidsproblematiek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van operationele politietaken en van de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek wordt verhoogd.

Verbetering GGP

Het vanuit analyse van de uitvoeringspraktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en in de uitvoering van operationele politietaken, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de openbare orde en het werken aan veiligheid en leefbaarheid efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het – op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken en van de aanpak van veiligheidsproblematiek (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van operationele politietaken,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot openbare orde, veiligheid en leefbaarheid,

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek, zodat de uitvoering van operationele politietaken optimaal bijdraagt aan handhaving van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Toezicht

  • Het signaleren van onregelmatigheden en het uitoefenen van toezicht en controle op personen en objecten, zodat normoverschrijdend gedrag wordt tegengegaan.

  • Het inschatten van de risico’s op escalatie van situaties en gedrag, zodat de dreiging op escalatie wordt weggenomen.

Handhaving

Het geven van aanwijzingen en het verbaliseren van overtredingen, zodat de openbare orde wordt gewaarborgd.

Conflictbemiddeling

Het in dialoog treden met conflicterende partijen en het bemiddelen in de oplossing van conflicten, zodat de leefbaarheid tussen groepen en individuen in de samenleving verbetert.

Opsporing-VVC

Het afhandelen van eenvoudige misdrijven c.q. het onderzoeken van feiten en omstandigheden op het gebied van Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) en het delen van informatie over de achtergronden van personen en de omgeving, zodat een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Noodhulp

Het beoordelen en melden van de aard en de ernst van incidenten en calamiteiten ter plaatse en het verlenen van directe hulp. Het aansturen van de politie-inzet ter plaatse en het nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij incidenten en calamiteiten, zodat de directe hulp aan hen die deze behoeven wordt verleend.

Informatie

Het helder krijgen van de informatie- en hulpbehoefte van klanten, zodat klantverzoeken direct worden afgehandeld en klanten direct worden geholpen (intake op locatie).

Voorlichting

Het geven van informatie over actuele (werkterreingerelateerde) veiligheidsproblematiek en het bevorderen van kennis over het voorkomen van overlast en criminaliteit, zodat het veiligheidsgevoel en de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen verbetert.

Processen-verbaal

Het valideren en documenteren van feiten en omstandigheden over (werkterreingerelateerde) overtredingen en misdrijven en het opnemen van (werkterreingerelateerde) aangiften, zodat een basis voor opvolging en/of vervolging ontstaat.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Medewerker in teamverband (ME, FLEX, GBO, GRIP e.d.);

  • Hulpofficier van Justitie (HovJ);

  • Officier van Dienst (OvD);

  • Projectleider;

  • Trajectbegeleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• gehandhaafde openbare orde;

• oplossingen tussen conflicterende partijen;

• aangehouden, in verzekeringgestelde en voorgeleide verdachten;

• hulp aan hen die deze behoeven bij incident of calamiteit;

• gecoördineerde politie-inzet bij incident of calamiteit;

• tevreden klanten bij aangifte op locatie en bij afhandeling van de melding;

• processen-verbaal;

• dossier VVC.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• beoordeelt en meldt bij incident of calamiteit onverwijld over aard en ernst, neemt regulerende en stabiliserende maatregelen en verleent directe hulp;

• stuurt bij incident of calamiteit politie-inzet ter plaatse aan;

• geeft heldere voorlichting;

• documenteert (overige) eigen waarnemingen en deelt informatie over achtergronden van personen en omgeving zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• dwangmiddelen toepassen;

• alle operationele politietaken uitvoeren;

• politie-inzet aansturen ter plaatse van incident of calamiteit;

• processen-verbaal opstellen;

• als voorlichter optreden;

• als mentor optreden.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn, waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen;

• organisatorische coördinatie;

• het toezicht op en de handhaving van de openbare orde;

• de opsporing van daders/aanhouding van verdachten van misdrijven VVC;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor problematiek die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van (werkterreingerelateerde) operationele politietaken;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen.

op de juiste wijze:

• (werkterreingerelateerde) operationele politietaken verrichten;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot GGP;

• techniek: methoden, technieken en procedures;

• sociale en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• conflictbemiddeling;

• noodhulp en incidentmanagement;

• inzicht in gedrag;

• documentatie- en registratiesystemen;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• organisatorische coördinatie;

• voorlichting;

• analysetechnieken;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• advisering;

• mentor;

• toetsing van vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van de werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig bij enerzijds beslissingen die bij incident of calamiteit onder tijdsdruk moeten worden genomen en verstrekkende gevolgen kunnen hebben, anderzijds dat effecten in netwerken waarin hij functioneert en die hij regisseert, uitblijven en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een veiligheidsproblematiek. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Expert Interventie

Kern van de functie

Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) door op te treden in situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen derden of de politie dreigen. De Interventie is geoefend in het gebruik van bijzondere technieken en tactieken en kan worden toegerust met bijzondere bewapening.

Interventie geeft met name uitvoering aan het proces handhaven in de tak Uitvoeren en aan de takken Voorbereiden en Verbeteren van het RBP.

Binnen het vakgebied Interventie komt een aantal specifieke functionaliteiten32Deze Specifieke functionaliteiten zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Specifieke functionaliteiten LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

Operationeel Expert Interventie draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) door interventieacties te analyseren, over verbeteringen te adviseren, vastgestelde verbeteringen te initiëren en te implementeren, resultaten te evalueren en over bijsturing te adviseren. Hij stelt − in het kader van voorbereiding − plannen van aanpak op en verricht organisatorische coördinatie. Hij voert daarnaast zelfstandig interventieactiviteiten uit. De Operationeel Expert Interventie initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken ten behoeve van gezamenlijke aanpak van interventieacties, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, en stuurt op nakoming van afspraken.

De Operationeel Expert Interventie bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van interventieactiviteiten efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor de uitvoering van interventieacties waarbij meerdere teams worden ingezet of waarvoor een latent aanwezig hoog dreigingrisico geldt, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerk

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken − ook wanneer daar bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten aan verbonden zijn en mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − om veiligheidsrisico’s in kaart te brengen, om gezamenlijk te komen tot beperking van veiligheidsrisico’s en/of om activiteiten en veiligheidsmaatregelen af te stemmen, en het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat veiligheidsrisico’s tot een minimum worden beperkt en veiligheidsmaatregelen een maximaal effect sorteren.

Verbetering Interventie

Het vanuit analyse van de praktijk formuleren van voorstellen tot verbeteringen in de aanpak van veiligheidsmaatregelen en in de uitvoering van interventieacties, het initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen, het monitoren en evalueren van de implementatie en het eventueel bijsturen ervan, zodat de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding) efficiënter en effectiever verlopen.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Advies

  • Het − op grond van analyse van:

    • resultaten en effecten van de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en interventieacties (werkmethoden, procedures, professionaliteit en technieken),

      en van:

    • gegevens en signalen vanuit de uitvoeringspraktijk van interventieacties,

      en het daarbij betrekken van:

    • trends en ontwikkelingen in de samenleving in relatie tot, de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding);

      en:

    • de mogelijkheden om via afspraken met netwerkpartners te komen tot optimale randvoorwaarden, ook waar mogelijk tegenstrijdige belangen spelen −,

  • adviseren van leiding en/of netwerkpartners over de mogelijkheden tot rendementsverhoging in de (gezamenlijke) aanpak van interventieacties, zodat de uitvoering van interventieacties optimaal bijdraagt aan de handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding).

    • Het uitwisselen van informatie over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen tussen relevante collega’s van aangrenzende vakgebieden, zodat proactief kan worden ingespeeld op trends en ontwikkelingen die vakgebiedoverstijgend zijn en de kwaliteit van adviezen verbetert.

Individuele voorbereiding

Het voorbereiden van eigen interventieacties met een bijzonder gevaarrisico, zodat tijdens de interventieactie bij acute, onvoorspelbare gevaarsituaties zonder (uitgebreide) afwegingsmogelijkheden zelfstandig beslissingen kunnen worden genomen (actie-intelligentie).

Voorverkenning

Het − onder meer door observeren − lokaliseren van verdachten, verkennen van locaties c.q. routes en het signaleren van bijzonderheden en aandachtspunten voor de uitvoering van interventieopdrachten, zodat een basis ontstaat voor het opstellen dan wel bijstellen van een plan van aanpak.

Aanhouden

Het op basis van het plan van aanpak, op stipt bevel en in teamverband, ter uitvoering van een aanhoudingsopdracht, aanhouden en − in geval van inzet ter bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum, tevens tegenhouden en in het uiterste geval uitschakelen − van (vuur)wapengevaarlijke verdachten conform protocollen en procedures, zodat effectief en efficiënt de dreiging die van deze verdachten uitgaat wordt weggenomen.

Bevrijden van slachtoffers

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een bevrijdingsopdracht, interveniëren bij aanslagen, gijzelingen en kapingen, zodat slachtoffers kunnen worden bevrijd.

Beveiligen politie-infiltranten

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, beveiligen van politie-infiltranten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid, zodat de veiligheid van politie-infiltranten wordt gewaarborgd.

Afscherming

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten, zodat de veiligheidsrisico’s worden teruggedrongen, ontmaskering wordt voorkomen en de uitvoering van activiteiten kan plaatsvinden.

Assisteren bij begeleiden transport

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, assisteren in de zorg voor de veiligheid tijdens het vervoer van getuigen, verdachten of gedetineerden waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid dan wel vluchtgevaar, zodat de te beveiligen persoon veilig en zeker op zijn plaats van bestemming aankomt.

Assisteren bij beveiliging objecten

Het op basis van het plan van aanpak in teamverband, ter uitvoering van een beveiligingsopdracht, assisteren in de zorg voor de veiligheid van objecten waarbij sprake kan zijn van aanslaggevoeligheid, zodat vitale infrastructuur wordt beschermd in geval de rechtsorde en/of openbare orde in het geding zijn.

Rapportages

Het verzamelen − onder meer vanuit de-briefing − het vastleggen en in samenhang brengen van feiten, omstandigheden en bevindingen vanuit organisatorische coördinatie en het toelichten van bijzonderheden, bij aanhoudingen, bij bevrijding van slachtoffers, bij de afscherming van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten en het beveiligen van personen en objecten, zodat inzicht ontstaat in het verloop van aanhoudingen en beveiligingsoperaties en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging en voor verbetering van de uitvoering van interventies.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van (overige) eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Specifieke functionaliteit

Kan mits daarvoor gecertificeerd optreden in teamverband op een toegewezen specifieke functionaliteit.

Rolaanduiding:

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Sectiecommandant.

  • Hulpofficier van Justitie (HovJ);

  • Projectleider.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde in de samenleving (criminaliteitsbestrijding).

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• initiëren van verbeteringen;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• weggenomen terreur/geweldsdreiging;

• aangehouden, tegengehouden en in het uiterste geval uitgeschakelde verdachten;

• bevrijde, ongeschonden slachtoffers van gijzeling en kaping;

• beveiligde objecten en politie-infiltranten;

• afgeschermd optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• beveiligde transporten van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• rapport voorverkenning;

• inzetdossier;

• verslag de-briefing;

• processen-verbaal.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• stelt − proactief en reactief − besluitwaardige adviezen vanuit analyse op aan leiding en/of netwerkpartners met gefundeerde voorstellen voor rendementsverhoging van inzet en inbreng vakgebied;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats);

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

• organiseert en stuurt consequent de uitvoering aan volgens vastgesteld plan van aanpak (organisatorische coördinatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de voortgang van implementatie van vastgestelde verbeteringen en stuurt eventueel tijdig bij;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van medewerkers door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• formuleert passende voorstellen tot verbeteringen in de uitvoering;

• informeert actief relevante collega’s in aangrenzende vakgebieden;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• bereidt de interventie voor door een grondige voorverkenning van locaties c.q. routes;

• signaleert en anticipeert alert op omstandigheden of gedragingen van personen die de interventieactie kunnen verstoren, schat veiligheidsrisico’s accuraat in en roept tijdig eventueel hulp in;

• volgt nauwgezet bij het toepassen van geweldsmiddelen de protocollen en procedures;

• houdt verdachten aan, houdt verdachten tegen en, schakelt in het uiterste geval verdachten uit, op stipt bevel van de leidinggevende;

• bevrijdt slachtoffers van gijzeling en kaping zodanig effectief dat ze ongeschonden in veiligheid zijn gebracht;

• beveiligt politie-infiltranten dusdanig dat aanslagen worden voorkomen, afgeweerd of doorstaan en de ware identiteit van de infiltrant geheim blijft;

• schermt het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten zodanig effectief af dat de (heimelijke) activiteiten veilig kunnen worden verricht;

• beveiligt het vervoer van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden door tijdig te anticiperen op gevaarsituaties en door − eventueel met toepassing van geweldsmiddelen − in te grijpen bij aanslagen of bij vluchtpogingen;

• beveiligt het object door preventief en alert te reageren op signalen die een verandering in de veiligheidssituatie rondom een object kunnen inluiden;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• organisatorische coördinatie voeren;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen formuleren vanuit analyse van de praktijk ten behoeve van verbetering van de uitvoering;

• implementeren vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van verbeteringen;

• analyseren op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• adviseren betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• dwangmiddelen toepassen;

• voorverkenning verrichten;

• (vuur)wapengevaarlijke verdachten aanhouden, tegenhouden of in het uiterste geval uitschakelen;

• slachtoffers met toepassing van geweld bevrijden;

• politie-infiltranten beveiligen;

• afschermen van het optreden van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• assisteren bij begeleiden transport van vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• objectbeveiliging uitvoeren;

• geweldsmiddelen toepassen;

• rapportages opstellen;

• processen-verbaal;

• de-briefing organiseren.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de door criminelen en terreur in haar rechtsordelijke en democratische werking bedreigde samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandig binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies kan worden aangepakt;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• organisatorische coördinatie;

• situaties waarin levensbedreigende omstandigheden tegen de politie of anderen dreigen;

• de bestrijding van alle voorkomende vormen van grof geweld c.q. terrorisme over het gehele geweldsspectrum;

• (vuur)wapengevaarlijke verdachten;

• slachtoffers van gijzeling en kaping;

• de georganiseerde zware criminaliteit;

• geradicaliseerde en/of terreurverdachte groepen;

• aangewezen te beveiligen objecten;

• aangewezen te beveiligen politie-infiltranten;

• aangewezen, af te schermen optredens van andere specialistische eenheden bij risicovolle activiteiten;

• vluchtgevaarlijke c.q. aanslaggevoelige getuigen, verdachten en gedetineerden;

• (wisselend) teamverband;

• netwerken waaraan bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten verbonden kunnen zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak voor problematiek waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen aan, en het onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

° de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak; (organisatorische coördinatie);

• het initiëren van de implementatie van vastgestelde verbeteringen, het monitoren, het evalueren en het bijsturen ervan;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de realisatie van het vastgestelde plan van aanpak, de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van organisatorische coördinatie en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde plan van aanpak;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen, en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• het maken van uitvoeringsafspraken met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan;

• het informeren van relevante collega’s over trends en ontwikkelingen van het vakgebied;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering, resultaten en effecten van de uitvoering (werkmethoden, procedures, professionaliteit) alsmede op gegevens en signalen uit de praktijk;

• het opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging van het vakgebied;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

• de uitvoering van interventieactiviteiten,

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies met organisatorische coördinatie op (niet eerder verkende) problematiek (plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn) die zich voordoen bij:

• de uitvoering van interventieacties;

• het uitvoeren van analyses op de uitvoering;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op juiste wijze:

• interventieacties uitvoeren;

• geweldsmiddelen toepassen met gebruik van bijzondere technieken en tactieken en bijzondere bewapening;

• risico’s signaleren die de interventieactie, de eigen veiligheid en /of die van de collega’s bedreigen;

• het verrichten van analyses op de uitvoering;

• het initiëren van verbeteringen en implementeren van vastgestelde verbeteringen en het monitoren, evalueren en bijsturen ervan;

• adviezen opstellen en verstrekken;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een plan van aanpak;

• vanuit het vakgebied informatie geven over vakinhoudelijke trends en ontwikkelingen;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• optreden als mentor;

• het zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• directe aansturing geven aan de aanpak van (niet eerder verkende) problematiek (organisatorische coördinatie, plannen van aanpak);

• dwangmiddelen aanwenden en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot interventie;

• Europese en internationale ontwikkelingen in veiligheid en terreurdreiging;

• techniek: methoden, technieken en procedures, met name ook hetgeen in het buitenland wordt ontwikkeld;

• wetenschap: zowel alfa, bèta als gammawetenschappen;

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, protocollen, normen en richtlijnen met betrekking tot interventie;

• interventiemethoden en -technieken;

• camouflagemethoden en -technieken;

• observatiemethoden, -technieken en -instrumenten;

• (bijzondere) geweldstechnieken en tactieken;

• (bijzondere) bewapening en gevechtstechnieken;

• beveiligingstechniek;

• rapporteren;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching.

• analysetechnieken;

• advisering;

• regisseren van netwerken;

• inzicht in gedrag;

• organisatorische coördinatie;

• mentor;

• toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (niet eerder verkende) problematiek, waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• volgt op de voet de technische ontwikkelingen op het gebied van observatie, bewapening, persoonlijke beschermingsmiddelen, explosieven, beveiliging;

• volgt (nieuwe) oefenmethoden op de voet;

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft mbo (niveau 4) werk- en denkniveau;

• heeft een op de volle breedte van werkzaamheden binnen het vakgebied toegespitste opleiding gevolgd en/of werkervaring waarbij ook organisatorische coördinatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of specifieke functionaliteitgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door langdurig een beperkte bewegingsvrijheid te hebben bij voorverkenning, en door extreem fysiek belastende bewegingen bij interventieacties. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma bij Interventie is in deze functie aanwezig bij/na een interventieactie. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig, evenals de kans op dreiging met fysiek geweld (criminele druk). De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien bij uitvoering onvoorspelde veiligheidsrisico’s ontstaan door externe factoren die effect hebben op het resultaat van de interventieactie, of indien ondanks alle veiligheidsmaatregelen een aanslag op bijvoorbeeld een getuige dan wel een ontsnapping van bijvoorbeeld een vluchtgevaarlijke verdachte toch effect heeft, en dit zich terugvertaalt in de inzetbaarheid bij interventieacties dan wel anderszins schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Bedrijfsvoeringspecialist B

Kern van de functie

Bedrijfsvoeringspecialismen draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk vanuit specialisatie te ondersteunen en door zich proactief en reactief te richten op verbeteringen in de bedrijfsvoering.

De praktijkinzet (1) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, (financiële) jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet (2) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, ontwikkeling van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarstelling en borging daarvan.

Bedrijfsvoeringspecialismen geeft met name uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen & Verbeteren en aan de takken Besturen & Voorbereiden uit het RBP.

  • (1)

    De Bedrijfsvoeringspecialist B draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door (aangereikte) problematiek op te lossen en/of producten & diensten te leveren met behulp van /door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend). Hij adviseert over bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken aan te dragen;

    Daarnaast brengt de Bedrijfsvoeringspecialist B – als intermediair, vanuit specialisatie – vraag en aanbod bij elkaar en formuleert voorstellen tot verbeteringen in het optreden als intermediair.

  • (2)

    De Bedrijfsvoeringspecialist B monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleids(producten) binnen de gehele organisatie en begeleidt de implementatie van (nieuw) beleid en (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet-&regelgeving).

De Bedrijfsvoeringspecialist B initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert op inhoudelijke samenwerking (landelijke) netwerken van (ook externe) vakinhoudelijk vertegenwoordigers c.q. intermediairs. Hij verricht operationele sturing, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan gericht op de aanpak en de realisatie van vastgestelde resultaten.

Hij bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen. Hij bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Binnen het vakgebied Bedrijfsvoeringspecialismen komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.33Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’.

Activiteiten en resultaten

(1)

Praktijkinzet:

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Inbreng vanuit specialisatie binnen de bedrijfsvoering

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de bedrijfsvoering wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen − zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in maatwerkplannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek.

Inbreng als intermediair vanuit specialisatie

  • Het optreden als vakinhoudelijk vertegenwoordiger/aanspreekpunt van het werkterrein, en als intermediair voor de toepassing van de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, zodat de kwaliteit van oplossingen en ondersteuning vanuit het werkterrein optimaal kan worden afgestemd op de verwachtingen ervan in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk.

  • Het vergaren van gegevens over (de toepassing van) oplossingen die binnen het werkterrein zijn/ worden ontwikkeld, zodat aan bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk het actuele overzicht kan worden geboden over de ondersteuning vanuit het werkterrein.

  • Het vergaren − vanuit de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk − van gegevens over de actuele mate van toepassing van door het werkterrein ontwikkelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en over de behoefte aan (begeleiding bij de toepassing van) (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken; het inventariseren van knelpunten en het verzamelen van suggesties voor verbetering van werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en voor verbetering in de begeleiding vanuit het werkterrein bij toepassing ervan, zodat er input is voor het verbeteren van de ontwikkeling, voor de ontwikkeling zelf en voor implementatie van (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, en de begeleiding bij en (individuele) advisering over de toepassing ervan.

  • Het attenderen van de betrokken collega’s op te ondernemen (vervolg)acties middels rapportages over de actuele mate van toepassing van door het werkterrein ontwikkelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, over de knelpunten daarbij in de toepassing ervan, over de behoefte aan (begeleiding bij de toepassing van) (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, en over verzamelde suggesties voor verbetering daarbij, zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk steeds optimaal gefaciliteerd is.

  • Het − op basis van de monitoring en de analyse van trends in resultaten en effecten van bedrijfsvoeringgegevens van het werkterrein in relatie tot ter beschikking staande, toegepaste en in ontwikkeling zijnde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken, en op basis van inventarisatie van knelpunten en (tegenstrijdige) belangen − formuleren van aanbevelingen ten aanzien van te ondernemen acties en doorverwijzing naar betrokken collega’s, zodat vraag en aanbod optimaal op elkaar worden afgestemd.

Verbetering intermediairschap

Het vanuit specialisatie en vanuit de praktijk van het optreden als intermediair, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in het optreden als intermediair, het in de praktijk brengen dan wel het implementeren van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden, zodat het tot elkaar brengen van aanbod van oplossingen van het werkterrein bij de vraag vanuit de uitvoeringspraktijk/bedrijfsvoering steeds optimaal verloopt.

(2)

Beleidsinzet:

Monitoring op juist gebruik van toepassing beleid en begeleiding implementatie beleid:

Monitoring bedrijfsvoering

  • Het verzamelen, valideren, ordenen en het in overzichten vastleggen van relevante gegevens uit en over de bedrijfsvoering op een werkterrein in relatie tot ter beschikking staande, toegepaste en in ontwikkeling zijnde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken, zodat er monitoring kan plaatsvinden op de resultaten en effecten van de bedrijfsvoering.

  • Het signaleren en analyseren van trends in resultaten en effecten van de bedrijfsvoering op een werkterrein, en het doorrekenen van deze trends op grond van vastgesteld beleid, zodat een basis ontstaat voor het opstellen van prognoses.

  • Het monitoren van de bedrijfsvoering op een werkterrein in relatie tot ter beschikking staande, toegepaste en in ontwikkeling zijnde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken, en het vastleggen van deze gegevens in overzichten, zodat besluitvorming en eventuele bijsturing kan worden gebaseerd op actuele bedrijfsvoeringgegevens.

Begeleiding implementatie beleids(producten)

Het begeleiden en ondersteunen − in de bedrijfsvoering en in de uitvoeringspraktijk conform vastgesteld maatwerkplan van aanpak − van de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken vanuit een werkterrein/aandachtsgebied(en), zodat de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

Netwerken

  • Het participeren − ook vanuit de intermediairrol − in bestaande landelijke netwerken van (ook externe) bedrijfsvoeringspecialisten op de voor hem relevante werkterreinen en aandachtsgebieden, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het initiëren, opbouwen, onderhouden het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken van (ook externe) vakinhoudelijk vertegenwoordigers c.q. intermediairs, zodat kennis over vakinhoudelijke vertegenwoordiging/intermediairschap wordt gedeeld en daarmee alle mogelijkheden worden benut om tot hoogwaardige bemiddeling tussen vraag en aanbod te komen.

Deskundigheidsbevordering

  • Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

  • Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de bedrijfsvoering wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Ambtelijk secretaris.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor (aangereikte) problematiek;

• producten & diensten;

• gemonitoorde toepassing beleids(producten);

• adviezen over bijsturing en verbetering toepassing WW, MTI, kaders en uitvoeringsprocedures;

• intermediairschap en acquisitie (proactief aanbod van inzet en inbreng);

• informatie over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten&diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van.

• begeleide implementatietrajecten.

• operationele sturing;

Nader aangeduid:

• uitgevoerde werkzaamheden die zijn specialisatie vergen,

met als deelresultaten:

• praktisch toepasbare oplossingen vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek;

• naar praktisch toepasbare oplossingen en/of vakinhoudelijke adviezen vertaalde, vastgestelde kaders;

• afgestemde vraag en aanbod ten aanzien van beleid, beleidsproducten en ondersteuning van beleid (intermediairschap en acquisitie);

• vakinhoudelijke vertegenwoordiging / aanspreekpunt voor een werkterrein;

• gemonitoorde en in overzichten en prognoses vastgelegde gegevens over de bedrijfsvoering op een werkterrein;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen,

met als deelresultaten:

• voorstellen − vanuit de specialisatie en intermediairschap/vakinhoudelijke vertegenwoordiging − tot verbetering, en in de praktijk gebrachte vastgestelde verbeteringen, in intermediairschap, vakinhoudelijke vertegenwoordiging en monitoring op juist gebruik beleids(producten);

• uitvoeringsafspraken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• conform vastgestelde maatwerkplannen van aanpak begeleide en ondersteunde implementatietrajecten;

• analyse vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• advies aan leiding en netwerkpartners − vanuit analyse en monitoring − over gebruik en toepassing van beleids(producten) in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering en ten aanzien van de begeleiding van de implementatie van beleid;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) (landelijke) netwerken van intermediairs;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie,

met als deelresultaat:

• gedeelde actuele specialistische kennis.

• op vakvolwassenheid begeleide collega’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert werkzaamheden uit die zijn specialisatie vergen met inachtneming van het volgende:

• voert de werkzaamheden die zijn specialisme vergen volledig uit, maar verwijst werkzaamheden die dat niet vergen gericht door;

• analyseert (aangereikte), specifieke problematiek vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – met behulp van / door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen;

• brengt – als intermediair – vraag en aanbod bij elkaar zodanig overzichtelijk dat het op de vraag afgestemde aanbod duidelijk en tijdig in beeld komt;

• monitoort, verzamelt, valideert, ordent en legt relevante gegevens uit en over de bedrijfsvoering op een vakgebied /werkterrein in relatie tot ter beschikking staande, toegepaste en in ontwikkeling zijnde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken zodanig overzichtelijk in overzichten vast dat er monitoring kan plaatsvinden op de resultaten en effecten van de bedrijfsvoering;

• stelt − op basis van analyse van trends in resultaten en effecten van de bedrijfsvoering op een werkterrein en het doorrekenen van consequenties van vastgesteld beleid − zodanige actuele prognoses op dat besluitvorming en bijsturing op deze prognoses kan worden gebaseerd;

• vertaalt vastgestelde kaders, waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures, met inachtneming van het (korps)beleid en met toepassing van vastgestelde instrumenten, methoden en technieken naar concrete en praktisch toepasbare oplossingen en adviezen;

• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen voor aanpak problematiek en mogelijke rendementsverhoging in het gebruik en in de toepassing van beleids(producten) zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;

• vervult de rol van vakinhoudelijk aanspreekpunt/vertegenwoordiger/intermediair binnen een vakgebied/werkterrein zodanig dat de bedrijfsvoering, de uitvoeringspraktijk en betrokken collega’s over relevante informatie beschikken over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten & diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van;

• formuleert vanuit de specialisatie en vanuit de praktijk van vakinhoudelijke vertegenwoordiging haalbare voorstellen tot verbeteringen in de intermediairschap, vakinhoudelijke vertegenwoordiging en monitoring van bedrijfsinformatie;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen dan wel past deze toe;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafpraken;

• voert functioneringsprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• maakt heldere afspraken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen en de inzet en inbreng vanuit het intermediairschap;

• participeert actief in bestaande netwerken van bedrijfsvoeringspecialisten;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (landelijke) netwerken ten behoeve van kennisuitwisseling over vakinhoudelijk vertegenwoordigen c.q. het optreden als intermediair;

• draagt proactief deskundigheid over op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• werkzaamheden uitvoeren die zijn specialisatie vergen;

• (aangereikte) problematiek analyseren en daarover adviseren;

• bedrijfsvoering monitoren en prognoses opstellen over de bedrijfsvoering op een werkterrein;

• operationele sturing;

• optreden als vakinhoudelijk vertegenwoordiger/aanspreekpunt van het werkterrein, en als intermediair voor de toepassing van de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• op basis van de monitoring en de analyse van trends in resultaten en effecten van bedrijfsvoeringgegevens van het werkterrein in relatie tot ter beschikking staande, toegepaste en in ontwikkeling zijnde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken, en op basis inventarisatie van knelpunten en (tegenstrijdige) belangen − formuleren van aanbevelingen ten aanzien van te ondernemen acties en doorverwijzing naar betrokken collega’s, zodat vraag en aanbod optimaal op elkaar worden afgestemd;

• voorstellen doen tot verbetering van de vakinhoudelijke vertegenwoordiging c.q. het optreden als intermediair en in de monitoring van bedrijfsvoering op het werkterrein;

• implementatietrajecten −volgens maatwerk-plan van aanpak − ondersteunen en begeleiden;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden over implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren met betrekking tot vakinhoudelijke vertegenwoordiging en intermediairschap;

• vanuit specialisatie optreden als mentor;

• participeren in bestaande netwerken.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• de politie als functie in de samenleving;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s en projecten;

• gehele vakgebied inclusief werkterrein/aandachtsgebied;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen;

• monitoring op gebruik en toepassing beleids(producten);

• individuele medewerkers;

• bestaande netwerken;

• regiepositie in nieuwe netwerken;

• operationele sturing;

• vakinhoudelijk vertegenwoordiging van het vakgebied/werkterrein en intermediairschap;

• (analyse van en advisering over) het palet aan vraag en aanbod van beschikbare en te ontwikkelen beleids(producten);

• partijen verbonden met implementatietrajecten.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (aangereikte) problematiek op en/of levert producten & diensten met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend).

Brengt de functionaris – als intermediair, vanuit specialisatie – vraag en aanbod bij elkaar en formuleert voorstellen tot verbeteringen in het optreden als intermediair.

Vervult de functionaris de rol van vakinhoudelijk aanspreekpunt/vertegenwoordiger/ intermediair; levert relevante informatie over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten & diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van.

Hij monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleids(producten) binnen de gehele organisatie (uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering) en begeleidt de implementatie van (nieuw) beleid en (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet-&regelgeving).

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het doorverwijzen van werkzaamheden die zijn specialisatie niet vergen naar collega’s met de passende specialisatie;

• het attenderen van betrokken collega’s op te ondernemen vervolgacties m.b.t. toepassing, knelpunten bij toepassing van – en begeleiding bij de toepassing van (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet-&regelgeving);

• het adviseren over afstemming van vraag en aanbod in beleids(producten);

• het formuleren van voorstellen tot verbetering van de vakinhoudelijke vertegenwoordiging c.q. het optreden als intermediair en in de monitoring van bedrijfsvoering op het werkterrein;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van nieuwe netwerken en het verrichten van operationele sturing;

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden;

• het doen van aanbevelingen en het beoordelen van collega’s op vakvolwassenheid vanuit de regiepositie in netwerken;

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en oplossingen bekend zijn.

Neemt de functionaris het initiatief tot operationele sturing

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris:

• bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen en bij begeleiding en ondersteuning van implementatietrajecten op basis van maatwerkplannen van aanpak voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• bij het analyseren van (aangereikte) problematiek voor het volgen van bekende benaderingswijzen;

• bij aanpak van problematiek en (individuele) advisering:

• voor de klantgerichte, en daarmee meest effectieve en efficiënte aanpak;

• voor een werkwijze gebaseerd op de toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten en met inachtneming van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel, dan wel landelijke programma’s/projecten;

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren van en adviseren over (aangereikte) specifieke problematiek en over gebruik en toepassing van beleids(producten);

• het intermediairschap (w.o. acquisitie);

• de vakinhoudelijke vertegenwoordiging;

• het informeren over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten&diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het op basis van maatwerkplannen van aanpak begeleiden en ondersteunen van implementatietrajecten,

vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, bekende benaderingswijzen en oplossingen, zelfstandig aanpakken waarbij sprake kan zijn van operationele sturing in de vorm organisatorische coördinatie.

op de juiste wijze:

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken toepassen;

• gegevens uit en over de bedrijfsvoering verzamelen, valideren, ordenen en in overzichten vastleggen;

• trends in resultaten en effecten van de bedrijfsvoering op een werkterrein signaleren en analyseren;

• prognoses opstellen, met inbegrip van consequenties van het vastgesteld beleid, op een werkterrein;

• gegevens vergaren en verstrekken;

• betrokken collega’s attenderen op te ondernemen vervolgacties middels rapportages;

• voorstellen formuleren tot verbeteringen in de vakinhoudelijke vertegenwoordiging c.q. het optreden als intermediair en in de monitoring van bedrijfsvoering op het werkterrein;

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren en het verrichten van operationele sturing;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners over implementatie en intermediairschap;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie door toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en met bekende benaderingswijzen, alsmede voor monitoring op juist gebruik en toepassing beleidsproducten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van vastgestelde en in ontwikkeling zijnde instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps/-eenheid/ politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s / projecten ten aanzien van het vakgebied/het (de) werkterrein(en)/het (de) aandachtsgebied(en)waarop de functionaris opereert:

• de specialisatie;

• monitoring bedrijfsvoering;

• gestandaardiseerde specialistische (analyse)methoden en technieken;

• kennis van de politieorganisatie;

• analyse- en adviestechniek;

• slecht nieuws gesprekken;

• communicatie(-middelen);

• implementatietechniek;

• netwerken;

• regievoering en operationele sturing;

• informatieoverdracht;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• prognoses opstellen;

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van analyse, advisering en vakinhoudelijke vertegenwoordiging en intermediairschap;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op het (korps)beleid terzake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het vakgebied/ werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de actuele mate van toepassing van door het vakgebied / werkterrein ontwikkelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en over de behoefte naar (begeleiding bij de toepassing van) (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak (aangereikte) problematiek en toepassing gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken alsmede ten aanzien van vakinhoudelijke vertegenwoordiging/intermediairschap.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop hij is aangesteld, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in de situatie dat rapportages met suggesties voor verbetering (in begeleiding), al dan niet vervat in service level agreements, niet dan wel met vertraging worden opgevolgd en dit zich terugvertaalt in een verminderd vertrouwen als vakinhoudelijke vertegenwoordiging / aanspreekpunt / intermediair voor een werkterrein en daarmee leidt tot een verminderde inzetbaarheid als intermediair. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Docent C

Kern van de functie

Docenten dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op te leiden tot competente medewerkers, die daarmee beschikken over politiespecifieke kennis, vaardigheden en gedragskenmerken (competenties), in overeenstemming met de gevraagde deskundigheid in hun (beoogde) functie, voor nu en in de toekomst. Docenten ontwikkelen onderwijspakketten die nauw aansluiten aan de actuele deskundigheidsvereisten in vastgestelde functies van de Nederlandse Politie.

Docenten geven met name uitvoering aan het proces Ontwikkelen en Inzetten Personeel uit de tak Ondersteuning en aan de processen in de tak Verbeteren uit het RBP.

De Docent C draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op te leiden tot competente medewerkers op mbo- en hbo-niveau vanuit specialisatie, passend bij de (beoogde) functie van de cursist(en). Hij verzorgt daartoe op de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende theorielessen en vaardigheidstrainingen. Hij volgt daarbij (standaard) lesmodules voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding. Hij neemt ten slotte proeven van bekwaamheid af en rapporteert hierover. De Docent C begeleidt en ondersteunt de implementatie van vastgestelde (nieuwe) onderwijsprogramma’s en -pakketten. Hij regisseert netwerken ten behoeve van het optimaliseren van het lesmateriaal voor toepassing in opleidingen. In het kader van ontwikkelen adviseert hij over bruikbaarheid van de (standaard) lesmodules en over gewenste doorontwikkeling ervan voor toepassing in opleidingen op werkterrein en specialisatie. De Docent C bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Plannen van aanpak

Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van cursisten − opstellen van individuele studieadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) voor het door de cursist bereiken van gestelde leerdoelen en certificeringvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald.

Netwerken

Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken – waarin mogelijk tegenstrijdige belangen – ten behoeve van het optimaliseren van het doceren en onderwijs, met onder anderen Operationeel en/of Bedrijfsvoeringspecialisten; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat het doceren en het onderwijs optimaal en actueel aansluit op het opleiden van competente medewerkers in relatie tot hun (beoogde) functie.

Verbeteren

  • Het initiëren van implementeren van vastgestelde verbeteringen van onder meer de wijze van doceren en in de toepassing van (standaard) lesmodules, zodat het geboden onderwijs actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften en de (beoogde) functie van de cursist.

  • Het begeleiden en ondersteunen − conform vastgesteld plan van aanpak − van de implementatie van vastgestelde (nieuwe) onderwijsprogramma’s en -pakketten, zodat de implementatie ervan effectief en efficiënt verloopt.

Analyse en advies

Het, op basis van specialisatie analyseren van de praktijk ten behoeve van het formuleren van verbetervoorstellen en daarover adviseren aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit van het zich via de geboden opleiding verwerven van competenties op mbo- en hbo-niveau wordt verhoogd.

Doceren

  • Het geven van theorielessen op een werkterrein en/of specialisatie volgens (standaard) lesmateriaal, zodat de cursisten competente medewerkers op mbo- en hbo-niveau worden voor hun (beoogde) functie.

  • Het doceren en aanleren van cursisten van een professionele beroepshouding, waaronder omgaan met bevoegdheden en geweld, attitude- en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek (bekeuringsituaties, aanhoudingen, crisisinterventie, antidiscriminatie en dergelijke), zodat de cursisten competente medewerkers worden voor hun (beoogde) functie.

Studiebegeleiding

Het zijn van aanspreekpunt voor de cursist in zijn opleiding; het monitoren, analyseren en beoordelen van diens voortgang in de verwerving van competenties; het met individueel advies en aanbevelingen ten aanzien van vakvolwassenheid begeleiden van cursisten, zodat de cursist inzicht heeft in zijn ontwikkeling tijdens de opleiding en in zijn bekwaamheden.

Examineren

Het afnemen van proeven van bekwaamheid die relevant zijn en het hierover rapporteren, zodat bij positief resultaat de cursist in het bezit is van het geldende certificaat of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de cursist.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Ontwikkelen

  • Het − op basis van evaluatie van toepasbaarheid, het resultaat en het leereffect van het (standaard) lesmodules en op basis van integrale monitoring op het toegewezen werkterrein en/of specialisatie van ontwikkelingen en vernieuwingen (waaronder bepalingen ter zake bevoegdheden, wet- en regelgeving en dergelijke) − adviseren over bruikbaarheid van de (standaard) lesmodules en over gewenste doorontwikkeling ervan, zodat de leerdoelen en daarmee de (standaard) lesmodules actueel aansluiten op het instapniveau en de leerbehoeften van cursisten, en op de leerdoelen passende bij de (beoogde) functie van de cursist.

  • Het verwerken en integreren van de vastgestelde inhoudelijke en didactische verbeteringen in de (standaard) lesmodules, zodat beschikt kan worden over actueel en relevant (standaard) lesmateriaal.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• studieadviezen in de vorm van een plan van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit specialistische analyse;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• initiëring van implementatie vastgestelde verbeteringen;

• analyse vanuit specialisatie;

• gemonitoord gebruik en toepassing beleids(producten), zoals lespakketten;

• begeleide implementatie van beleids(producten), zoals lespakketten;

• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• verzorgd onderwijs;

• tot competente medewerkers op mbo- en hbo-niveau opgeleide cursisten met een professionele beroepshouding;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten).

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• faciliteert de cursist met een helder plan van aanpak voor het verwerven van zijn competenties;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (nieuwe) netwerken met mogelijk ook tegenstrijdige belangen; maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• formuleert vanuit analyse en monitoring en vanuit specialisatie, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren en ten aanzien van de inhoud van (standaard) lesmodules;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• ondersteunt conform plan van aanpak de implementatie van nieuwe lesprogramma’s en -pakketten;

• brengt cursisten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;

• stelt − op basis van specialistische analyses op de leerprestaties van cursisten − actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven van competenties op mbo- en hbo- niveau in het toegewezen werkterrein en/of specialisatie;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van cursisten door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen formuleren vanuit specialistische analyse;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• analyseren vanuit specialisatie;

• monitoren van gebruik en toepassing van beleids(producten), zoals lespakketten;

• begeleiden van implementatie van beleids(producten), zoals lespakketten;

• adviseren op basis van analyse vanuit specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• verzorgd onderwijs;

• opleiden van cursisten tot competente medewerkers op mbo- en hbo-niveau met een professionele beroepshouding;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandige inbreng en/of inzet vanuit specialisatie vergt met inbegrip van toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijze, waarvoor oplossingen bekend zijn;

• het doceren;

• cursisten;

• onderwijs/scholen;

• plannen van aanpak vergen waarvoor geen formats beschikbaar zijn (niet eerder verkende problematiek);

• begeleiding bij implementatie van beleids(producten), zoals lespakketten;

• begeleiding van competentieverwerving op basis van:

• leerbehoefte en instapniveau van de cursisten;

• (standaard) lesmodules;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functies van de cursisten op mbo- en hbo-niveau;

• initiëren en regisseren van en in (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris uit bekende oplossingen, die zelfstandig worden gegenereerd vanuit specialisatie met gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijze voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het opstellen van plannen van aanpak, ook die waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen, onderhouden en regie in netwerken;

• ondersteuning bij implementatietrajecten.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het opstellen van plannen van aanpak, ook die waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen, onderhouden en regie in netwerken;

• ondersteuning bij implementatietrajecten;

• doceren;

• examineren;

• begeleiding van competentieverwerving op basis van (beoogde) functies van de cursisten op mbo- en hbo-niveau,

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng waarbij oplossingen bekend zijn.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de (aangereikte) problematiek zelfstandig aanpakken vanuit specialisatie door toepassing van gestandaardiseerde gespecialiseerde methoden en technieken en met bekende benaderingswijzen en oplossingen, die zich voordoen bij:

• het doceren;

• het examineren;

• het opstellen van plannen van aanpak − ook die waarvoor geen formats beschikbaar zijn − voor het competentieverwervingstraject van zijn cursisten;

• het formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren van nieuwe netwerken;

• het op basis van analyse vanuit specialisatie adviezen opstellen en verstrekken aan leiding en/of netwerkpartners;

op de juiste wijze:

• doceren;

• examineren;

• analyses vanuit specialisatie uitvoeren op de leerprestaties van zijn cursisten;

• ondersteunen van implementatietrajecten op basis van plan van aanpak;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• optreden als mentor;

• zelfstandige aanpakken van (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie door toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en met bekende benaderingswijzen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en de specialisatie van deze functie raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet, komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met:

• de inhoud van de opleiding;

• de didactiek;

• het beroepsonderwijs.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en de specialisatie behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voorzover deze inhoudelijk relevant zijn voor doceren, studiebegeleiding en examineren;

• de specialisatie;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching;

• analysetechnieken;

• advisering;

• examinering;

• les- en leerstofontwikkeling.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (aangereikte) problematiek, en ten behoeve van monitoring;

• volgt zelfstandig opfriscursussen op het vakgebied;

• houdt zicht op ontwikkelingen binnen de (beoogde) functies van zijn cursist(en);

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de specialisatie.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig in de situatie waarin, ondanks het kwalitatief en kwantitatief waar mogelijk (binnen grenzen van effectiviteit en efficiëntie) ondersteunen van de cursisten in hun leerproces, deze het beoogde (hbo-)niveau niet halen, daardoor loopbaanperspectief verminderd zien, waarop dit de docent op zodanige wijze wordt aangerekend, dat deze situatie zich hem vertaalt in een verminderde inzetbaarheid op de specialisatie. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Wetenschappelijk Onderzoeker A

Kern van de functie

Onderzoek en Kennisontwikkeling draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door zich te richten op het vermeerderen, ontwikkelen en beschikbaar stellen van praktisch (relevante politiekundige) kennis en door versterking van de verbinding tussen theorie, politiepraktijk en politieonderwijs.

Onderzoek en Kennisontwikkeling geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Verbeteren, Voorbereiden en Besturen uit het RBP.

De Wetenschappelijk Onderzoeker A draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door het doen van wetenschappelijk onderzoek, het zorg dragen voor de doorwerking van kennis verkregen uit deze onderzoeken naar het onderwijs, de politieorganisatie en ketenpartners.

Hij draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door aangereikte problematiek vanuit specifieke facetten van het onderwerp van onderzoek op te lossen en/of producten & diensten te leveren met behulp van /door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend).

Wetenschappelijk Onderzoeker A monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleids(producten) verkregen vanuit specifieke facetten van het onderwerp van onderzoek en begeleidt de implementatie van (nieuw) beleid en (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet-&regelgeving).

De Wetenschappelijk Onderzoeker A initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert op inhoudelijke samenwerking (nationaal en internationaal) netwerken van (ook externe) vakinhoudelijk vertegenwoordigers en onderzoekers, maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan gericht op de specifieke facetten van het onderwerp van onderzoek en de realisatie van vastgestelde resultaten vanuit het onderzoek. Hij bevordert de deskundigheid van cursisten, docenten en collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen.

Activiteiten en resultaten

Doceren

• Het (incidenteel) geven van hoor- en werkcolleges in de specialisatie, waarbij de nadruk ligt op het presenteren en uitleggen van de resultaten verkregen uit onderzoek, zodat studenten in masterclass-situaties competente medewerkers kunnen worden voor hun (beoogde) functie.

Onderzoek

  • Het zelfstandig uitvoeren van onderzoekswerkzaamheden die zijn specialisatie vergen toegespitst op specifieke facetten van het onderwerp van onderzoek, zodat specialistisch-wetenschappelijke inbreng binnen de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.

  • Het met wetenschappelijke methoden analyseren van aangereikte problematiek, toegespitst op specifieke facetten van het onderwerp van onderzoek, zodat een basis ontstaat voor evidence based vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses van specifieke facetten van het onderwerp van onderzoek, trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat aangereikte problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het vanuit specifieke facetten van het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek, aandragen van oplossingen door oplevering van producten en diensten – met behulp van /door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend) – zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit wetenschappelijk onderzoek en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en verrichten van vanuit specifieke facetten van het onderwerp toegespitst onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar adviezen, voorstellen en rapportages, etc., zodat aangereikte problematiek efficiënt en effectief wordt aangepakt/opgelost.

  • Het als toegevoegd onderzoeker uitvoeren van (een deel van) specifieke facetten van onderwerp van wetenschappelijk onderzoek waarvoor het specialisme vereist is, zodat de kwaliteit van onderzoeken wordt verhoogd en alle verbeterings- en ontwikkelkansen worden benut.

  • Het ten behoeve van het uitvoeren van een (deel)onderzoek, verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens en het vastleggen van onderzoeksbevindingen (dossier), zodat een basis ontstaat voor nader onderzoek naar verbeterings- en ontwikkelingsmogelijkheden.

Analyse, monitoring en evaluatie

  • Het vanuit wetenschappelijk – op specifieke facetten van het onderwerp – toegespitst onderzoek, analyseren, monitoren en evalueren van de toepassing van uit onderzoek verkregen beleid(sproducten) in de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering, en het in relatie hiermee in beeld brengen van de consequenties van trends en ontwikkelingen voor de kennispositie van de politie.

  • Het vanuit wetenschappelijk – op specifieke facetten van het onderwerp – toegespitst onderzoek, monitoren en evalueren in de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering op juist gebruik en op de toepassing van vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, en het vastleggen van uit dit onderzoek verkregen gegevens in overzichten, zodat besluitvorming en eventuele bijsturing kan worden gebaseerd op actuele onderzoeksgegevens.

Advisering vanuit onderzoek tbv bijsturen en verbeteren uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering

Het vanuit specifieke facetten van het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek − op basis van analyse, monitoring en evaluatie van aangereikte problematiek − adviseren over (het bijsturen en verbeteren van) het juiste gebruik en toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering, zodat er input is voor de verbetering van de ontwikkeling, voor de ontwikkeling zelf en voor de implementatie van (nieuwe) beleidsproducten, en de begeleiding bij en (individuele) advisering over de toepassing ervan.

Inbreng vanuit onderzoek binnen de bedrijfsvoering

  • Het oplossen van aangereikte problematiek binnen specifieke facetten van het onderwerp van onderzoek door oplevering van producten & diensten – met behulp van /door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend), zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit wetenschappelijk onderzoek en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en coördineren van proefomgevingen voorafgaand aan oplevering van onderzoeksresultaten in het kader van specifieke facetten van het onderwerp van onderzoek, zodat de kwaliteit van het onderzoek wordt verhoogd en beschikt wordt over actuele en betrouwbare gegevens (informatie).

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in plannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd/ ondersteund/begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek.

  • Het input geven voor het ontwikkelen van lesmodules/trainingen voor en het opstellen van handreikingen en adviezen over het juiste gebruik en toepassing van (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, zodat de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering optimaal geïnstrueerd wordt.

  • Het publiceren van uitkomsten van specifieke facetten van het onderwerp van onderzoek, zodat kennis breed wordt gedeeld.

Verbeteren

• Het (signaleren van de behoefte en het daarmee vanuit de praktijk) doen van voorstellen tot onderzoeksopdrachten op de specialisatie, zodat politieorganisatieonderdelen (korpsen) kunnen beschikken over een passend en actueel aanbod van kennis en daarmee de deskundigheid van de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Ondersteuning Implementatie

  • Het ondersteunen – in de bedrijfsvoering en in de uitvoeringspraktijk conform vastgesteld maatwerk plan van aanpak – van de implementatie van op basis van wetenschappelijk onderzoek verkregen vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, zodat de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

  • Het ter beschikking stellen van op basis van specifieke facetten van het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek ontwikkelde en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en implementatie-instrumentarium; het opstellen van handreikingen; het input geven voor het ontwikkelen van lesmateriaal/trainingen, zodat de implementatie effectief en efficiënt kan worden uitgevoerd en het juiste gebruik en toepassing bevorderd wordt.

Netwerken

  • Het participeren in bestaande landelijke netwerken van (ook externe) onderzoekers op de voor hem relevante specifieke facetten van onderzoeksonderwerpen, zodat kennis binnen het onderzoek wordt gedeeld en daarmee effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken van (ook externe) onderzoekers, gericht op het verwerven van voor de politie relevante kennis uit wetenschap, zodat alle informatie en gezichtspunten worden benut en daarmee de kwaliteit en duurzaamheid van onderzoeksresultaten worden geborgd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken van (ook externe) onderzoekers, zodat kennis over specifieke facetten van het onderwerp van onderzoek wordt gedeeld en daarmee alle mogelijkheden worden benut om tot een hoogwaardige aanpak van problematiek, het bieden van oplossingen en leveren van producten te komen.

  • Het participeren in netwerken ten behoeve van implementaties, zodat het effect van de toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en het implementatie-instrumentarium kan worden gemonitoord en geëvalueerd en een basis ontstaat voor eventuele bijsturing.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving vanuit wetenschappelijk onderzoek;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• op specifieke facetten van het onderwerp toegespitst wetenschappelijk onderzoek;

• hoor -en werkcolleges in de specialisatie;

• voorstellen tot onderzoeksopdrachten;

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor aangereikte problematiek;

• producten & diensten;

• gemonitoorde toepassing beleids(producten);

• analyse vanuit specialisatie op aangereikte problematiek met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• advies aan leiding en netwerkpartners − vanuit analyse, monitoring en op specifieke facetten van het onderwerp wetenschappelijk onderzoek − over gebruik en toepassing van beleids(producten) in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering en ten aanzien van de begeleiding van de implementatie van beleid;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) (landelijke) netwerken van onderzoekers;

• adviezen over bijsturing en verbetering toepassing WW, MTI, kaders en uitvoeringsprocedures;

• vanuit op specifieke facetten van het onderwerp toegespitst wetenschappelijk onderzoek afgeleide informatie over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten&diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van;

• ondersteunde en begeleide implementatietrajecten;

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op vakvolwassenheid begeleide collega’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• brengt studenten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;

• analyseert aangereikte specifieke problematiek vanuit specifieke facetten van het onderwerp toegespitst wetenschappelijk onderzoek met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – met behulp van / door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen;

• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen voor aanpak problematiek en mogelijke rendementsverhoging in het gebruik en in de toepassing van beleids(producten) op basis van op specifieke facetten van het onderwerp verricht wetenschappelijk onderzoek zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;

• monitoort, verzamelt, valideert, ordent en legt relevante gegevens verkregen uit specifieke facetten van het onderwerp verricht wetenschappelijk onderzoek in relatie tot ter beschikking staande, toegepaste en in ontwikkeling zijnde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken zodanig overzichtelijk in overzichten vast dat er monitoring kan plaatsvinden op de resultaten en effecten van de bedrijfsvoering;

• participeert actief in bestaande netwerken van onderzoekers;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (landelijke) ten behoeve van kennisuitwisseling en wetenschappelijk onderzoek;

• draagt proactief deskundigheid over op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• op specifieke facetten van het onderwerp toegespitst wetenschappelijk onderzoek verrichten;

• hoor -en werkcolleges in de specialisatie geven;

• voorstellen doen tot onderzoeksopdrachten ;

• rapportage opstellen van analyse en conclusies;

• oplossingen aandragen voor aangereikte problematiek;

• producten & diensten leveren;

• monitoren toepassing beleids(producten);

• analyseren vanuit specialisatie op aangereikte problematiek met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• adviseren aan leiding en netwerkpartners − vanuit analyse, monitoring en op specifieke facetten van het onderwerp wetenschappelijk onderzoek − over gebruik en toepassing van beleids(producten) in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering en ten aanzien van de begeleiding van de implementatie van beleid;

• initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren (nieuwe) (landelijke) netwerken van onderzoekers;

• adviseren over bijsturing en verbetering toepassing WW, MTI, kaders en uitvoeringsprocedures;

• het vanuit op specifieke facetten van het onderwerp toegespitst wetenschappelijk onderzoek afgeleide informatie verschaffen over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten&diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van;

• ondersteunen en begeleiden implementatietrajecten;

• delen actuele specialistische kennis;

• op vakvolwassenheid begeleiden van collega’s.

• als mentor optreden;

• op basis van de monitoring en de analyse van trends in resultaten en effecten van bedrijfsvoeringgegevens in relatie tot ter beschikking staande, toegepaste en in ontwikkeling zijnde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken, en op basis van specifieke facetten van het onderwerp toegespitst wetenschappelijk onderzoek en (tegenstrijdige) belangen − formuleren van aanbevelingen ten aanzien van te ondernemen acties.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie en wetenschap;

• de politie als functie in de samenleving;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet op en vanuit uit specifieke facetten van het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek;

• het gehele vakgebied;

• een specialisatie;

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen;

• monitoring op gebruik en toepassing beleids(producten);

• bestaande netwerken;

• regiepositie in nieuwe netwerken;

• vanuit op specifieke facetten van het onderwerp toegespitst wetenschappelijk onderzoek afgeleide (analyse van en advisering over) palet aan vraag en aanbod van beschikbare en te ontwikkelen beleids(producten);

• partijen verbonden met implementatietrajecten;

• wetenschappelijke onderzoekskringen;

• onderwijsomgeving.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris aangereikte problematiek op en/of levert producten & diensten met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend).

Brengt de functionaris – als wetenschappelijk onderzoeker op specifieke facetten van onderwerp – vraag en aanbod bij elkaar en formuleert voorstellen tot verbeteringen.

Vanuit specifieke facetten van onderwerp van wetenschappelijk onderzoek levert de functionaris relevante informatie over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten & diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van.

Hij monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleids(producten) binnen de gehele organisatie (uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering) en ondersteund en begeleidt de implementatie van (nieuw) beleid en (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet-&regelgeving).

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het op basis van wetenschappelijk onderzoek verkregen uitkomsten attenderen van collega’s op te ondernemen vervolgacties m.b.t. toepassing, knelpunten bij toepassing van – en begeleiding bij de toepassing van (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet-&regelgeving);

• het op basis van wetenschappelijk onderzoek verkregen uitkomsten adviseren over afstemming van vraag en aanbod in beleids(producten), waaronder ten aanzien van de kennispositie van de politie;

• de ondersteuning en begeleiding van de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van nieuwe netwerken en het verrichten van operationele sturing;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden;

• het doen van aanbevelingen en het beoordelen van collega’s op vakvolwassenheid vanuit de regiepositie in netwerken;

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en oplossingen bekend zijn.

• kiest de functionaris:

• bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen en bij begeleiding en ondersteuning van implementatietrajecten op basis van maatwerkplannen van aanpak voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• bij het analyseren van (aangereikte) problematiek voor het volgen van bekende benaderingswijzen;

• bij aanpak van problematiek en advisering:

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen (geven van onderwijs, verrichten van onderzoek);

• het analyseren van en adviseren over aangereikte specifieke problematiek en over gebruik en toepassing van beleids(producten);

• het vanuit wetenschappelijk onderzoek verkregen uitkomsten informeren over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten&diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van;

• het verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken;

• het op basis van maatwerkplannen van aanpak begeleiden en ondersteunen van implementatietrajecten,

vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, bekende benaderingswijzen en oplossingen, zelfstandig aanpakken.

op de juiste wijze:

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken toepassen;

• gegevens uit en over de bedrijfsvoering verzamelen, valideren, ordenen en in overzichten vastleggen;

• trends in resultaten en effecten van de bedrijfsvoering vanuit specifieke facetten van onderwerp van onderzoek signaleren en analyseren;

• adviezen en prognoses opstellen, met inbegrip van consequenties van het vastgesteld beleid, vanuit specifieke facetten van onderwerp van onderzoek;

• gegevens vergaren en verstrekken;

• betrokken collega’s attenderen op te ondernemen vervolgacties;

• voorstellen formuleren tot verbeteringen in de monitoring van bedrijfsvoering;

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk;

• optreden als mentor;

• zelfstandig afhandelen van aangereikte problematiek vanuit specialisatie door toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en met bekende benaderingswijzen, alsmede voor monitoring op juist gebruik en toepassing beleidsproducten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van vastgestelde en in ontwikkeling zijnde instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps/-eenheid/ politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s / projecten ten aanzien van het vakgebied/het (de) werkterrein(en)/het (de) aandachtsgebied(en)waarop de functionaris opereert:

• de specialisatie;

• monitoring bedrijfsvoering;

• gestandaardiseerde specialistische (analyse)methoden en technieken;

• onderzoek,

• kennis van de politieorganisatie;

• analyse- en adviestechniek;

• communicatie(-middelen);

• implementatietechniek;

• netwerken;

• regievoering;

• informatieoverdracht;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• prognoses opstellen;

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• examinering;

• les- en leerstofontwikkeling;

• opstellen van handleidingen en instructies.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op facetten van onderwerpen van onderzoek;

• volgt opfriscursussen op het terrein van onderzoek, analyse en advisering

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op het (korps)beleid terzake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de actuele mate van toepassing van ontwikkelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en over de behoefte naar (begeleiding bij de toepassing van) (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak aangereikte problematiek en toepassing gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop hij is aangesteld, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegeschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig in de situatie waarin ondanks alle mogelijke inspanningen op onderzoeksgebied, evidence based oplossingen niet worden afgenomen door de politie en/of indien op de juiste wijze ontwikkelde, beschikbaar gestelde en geïmplementeerde beleidsproducten door externe factoren niet het effect sorteert dat ermee werd beoogd, en dit zich vertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het hem toegewezen werkterrein en/of specialisatie, dan wel terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Teamchef B

Kern van de functie

Leiding draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Leiding handelt in het perspectief van de politie als totaal.

Leiding stuurt op het bereiken van resultaten, bepaalt, beslist en (be)oordeelt aangaande koers en strategie, beleid, doelstellingen, kwaliteit en kwantiteit van producten & diensten, contracten en plannen van aanpak waaronder ten aanzien van werkwijzen, personeel, middelen en financiën en overige randvoorwaardelijke aspecten.

Leiding: motiveert, stimuleert en inspireert personeel en stuurt op de ontwikkeling van personeel; monitoort en beoordeelt de kwaliteit van geleverde prestaties/producten en beslist op bijsturing en te nemen maatregelen; is resultaat- en financieel verantwoordelijk en verantwoordelijk voor het organisatierendement.

Leiding vertegenwoordigt de Politie.

Leiding geeft met name uitvoering aan processen in de tak Besturen uit het RBP.

De Teamchef B draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving, door het dragen van de resultaat- en budgetverantwoordelijkheid voor het behalen van door de naasthogere leidinggevende 34De opbouw van functies in het domein Leiding kent op dit moment 4 niveaus: Teamchef (A, B en C), Sectorhoofd, Directeur en Korpschef.De inrichting van nationale politie, hoewel daar in deze opbouw waar mogelijk al rekening mee is gehouden, kan tot wijzigingen leiden.Voor de leesbaarheid is gekozen voor de term ‘naasthogere leidinggevende’ te hanteren i.p.v. Sectorhoofd, Directeur of Korpschef. vastgestelde resultaten in het − in afstemming met de naasthogere leidinggevende opgesteld − team-bedrijfsvoeringplan, voor de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk. Hij geeft leiding aan een team, bestaande uit en met aansturing van een collectief van medewerkers voor wie het karakter van hun werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen, gericht op het oplossen van (aangereikte) problematiek en/of het leveren van producten&diensten met behulp van-/ door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend)

Activiteiten en resultaten

Leiding en sturing

  • Het leiding geven aan een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen, zodat routinematige en niet-routinematige werkzaamheden effectief en efficiënt worden uitgevoerd en resultaten worden behaald.

  • Het (laten) voeren van (integraal) resultaat-, functionerings-, beoordelings- en ontwikkelgesprekken – en indien nodig voortgangsgesprekken – zijn medewerkers, zodat − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − de betrokken functionaris weet wat de politieorganisatie van hem verwacht en de politieorganisatie weet wat de functionaris van de organisatie verwacht.

  • Het − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − (laten) opstellen en vaststellen van ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, zodat voor de betrokken functionaris inzicht ontstaat in belonings- en ontwikkelingsperspectief.

  • Het leveren van input aan de naasthogere leidinggevende ten aanzien van incidenteel in het team werkzame Specialisten, zodat de naasthogere leidinggevende informatie heeft over het functioneren van zijn Specialisten bij deze inbreng en inzet in teams en voor deze medewerkers resultaatafspraken kan maken en ontwikkelplannen kan op- en vaststellen.

  • Het creëren van een veilige werkomgeving, het motiveren en inspireren van medewerkers, en het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers, zodat functionarissen worden uitgenodigd hun capaciteiten optimaal in te zetten voor de politie.

Organiseren

  • Het in afstemming met de naasthogere leidinggevende opstellen van een bedrijfsvoeringplan voor het team en het daarin benoemen van resultaten, prioriteiten en randvoorwaarden, zodat duidelijk is welke de bijdrage van het team moet zijn aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen en welke formatie, middelen, faciliteiten en budget daarvoor beschikbaar zijn.

  • Het vertalen van de teamdoelstelling naar individuele bijdragen van zijn medewerkers door het op- en vaststellen van resultaatafspraken, zodat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op duidelijke wijze zijn toebedeeld aan de juiste functionarissen, effectief gebruikmakend van hun tijd en hun bekwaamheden en zodoende elke functionaris weet welke resultaten van hem worden verwacht en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het faciliteren van medewerkers met middelen en randvoorwaardelijke aspecten voor het behalen van hun resultaten, zodat functionarissen optimaal worden toegerust en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

Structureren

• Het vertalen in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten van het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan naar organisatiestructuur voor zijn team, het kiezen van de daarin op te nemen LFNP-functies en het ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende, zodat een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.

Realiseren

  • Het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan, zodat de resultaten op de meest effectieve en efficiënte wijze worden behaald.

  • Het kwalitatief en kwantitatief beoordelen van collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers, zodat een basis ontstaat voor (bij)sturing van personele inzet op te behalen resultaten en effecten, en van de wijze waarop deze worden behaald.

  • Het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan; het vaststellen van deze voorstellen; het sturen op implementatie van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken en het sturen op nakoming van afspraken, zodat een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen die buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef B liggen, zodat ook deze verbeteringen kunnen worden geïmplementeerd en daarmee een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde plannen van aanpak aan het team-bedrijfsvoeringplan, het vaststellen en het sturen op uitvoering ervan, zodat plannen van aanpak effectief en efficiënt worden uitgevoerd.

  • Het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van maatwerk-plannen van aanpak − waarin benoemd de benodigde incidentele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten − en het sturen op nakoming ervan, zodat maatwerk-plannen van aanpak effectief en efficiënt worden uitgevoerd.

  • Het beoordelen van hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen met betrekking tot inzet van het vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied in relatie tot organisatierendement; het vaststellen dan wel het in overleg met de naasthogere leidinggevende vaststellen van de wijze van concretisering van deze adviezen; het sturen op uitvoering ervan, zodat een steeds effectievere en efficiëntere inzet van het vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoering van het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en zonodig bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, op de uitvoering van vastgestelde (maatwerk-)plannen van aanpak en op de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen, zodat resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van besteding van budgetten, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen budget worden behaald.

  • Het afleggen van verantwoording over het behaalde resultaat van het team alsmede over het daarvoor bestede budget aan de hand van de in het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten en effecten en toegekende budgetten, zodat de kwaliteit en kwantiteit van effecten en resultaten worden vastgesteld en een basis ontstaat voor het nemen van maatregelen en voor het (toekomstig) sturen op effectiviteit en efficiëntie van het team.

  • Het afleggen van verantwoording over het bestede budget aan faciliteiten voor zijn medewerkers, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen.

Samenwerken

  • Het voeren van regie op de onderlinge samenwerking tussen uitvoerende medewerkers binnen het team en op netwerkactiviteiten van uitvoerende medewerkers, zodat een effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden wordt gewaarborgd.

  • Het participeren in netwerken (van ook externe partners) − ook wanneer daar bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten aan verbonden zijn en mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van problematiek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de aanpak van problematiek wordt verhoogd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Plaatsvervanger;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectieve en efficiënte politieorganisatie;

• legitimering van politie in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie moeten kunnen worden behaald, zijn:

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen gericht op het oplossen (aangereikte) problematiek en/of het leveren van producten & diensten met behulp van -/ door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden, technieken en via bekende benaderingswijze (oplossingen zijn bekend))

• ten aanzien van leiding en sturing:

• direct en indirect (via coördinatoren), op de uitvoering van routinematige en niet-routinematige werkzaamheden met een hoge mate van variëteit in uitvoeringsvormen, aangestuurde uitvoerende medewerkers;

• vastgestelde functionering en beoordeling van zijn medewerkers;

• vastgestelde ontwikkelplannen voor zijn medewerkers;

• input aan de naasthogere leidinggevende voor het opstellen van ontwikkelplannen en resultaatafspraken voor de incidenteel aan zijn team toegevoegde Specialisten;

• medewerkers die hun capaciteiten optimaal inzetten voor de politie;

• een veilige werkomgeving;

• ten aanzien van organiseren:

• een in een team-bedrijfsvoeringplan vastgelegde begroting van formatie, middelen, faciliteiten en budget voor een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit in uitvoeringsvormen kent;

• een door de naasthogere leidinggevende vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• een, het vastgesteld bedrijfsvoeringplan dekkende toedeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers, vastgelegd in resultaatafspraken;

• voor het behalen van hun resultaten gefaciliteerde medewerkers;

• ten aanzien van structureren:

een − in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten, op basis van het vastgestelde bedrijfsvoeringplan en met keuze uit de LFNP-functies − uitgewerkte en door de naasthogere leidinggevende vastgestelde organisatiestructuur voor zijn team;

• ten aanzien van realiseren:

• vastgestelde prioriteiten binnen het team-bedrijfsvoeringplan;

• uitgevoerd team-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget, tijdslijn en op de vastgestelde wijze behaalde resultaten;

• beslissingen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen, plannen van aanpak en adviezen;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• evaluatie, monitoring en analyse op (de voortgang van):

• de uitvoering van het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan, inclusief de besteding van budgetten;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen,

• de uitvoering van vastgestelde (maatwerk)plannen van aanpak;

• de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen;

en zo nodig bijsturing ervan;

• geëffectueerde inzet en inbreng van de op incidentele basis aan zijn team toegevoegde Specialisten ter uitvoering van vastgestelde maatwerk-plannen van aanpak;

• beoordeelde collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers en eventuele bijsturing op hun wijze van inzet;

• verantwoording over budgetten en resultaten, en over de aan medewerkers verleende faciliteiten.

Beïnvloeding

Resultaten (vervolg)

• ten aanzien van samenwerken:

• regie op door onderlinge samenwerking tussen uitvoerende medewerkers binnen het team en door netwerkactiviteiten van uitvoerende medewerkers te behalen effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van werkzaamheden met een hoge mate van variëteit in uitvoeringsvormen;

• participeren in netwerkern.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• geeft in een zodanige stijl leiding aan zijn team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen, dat de in het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten worden behaald binnen budget, binnen de gestelde tijdslijn en op de vastgestelde wijze;

• houdt consequent beoordelings- en functioneringsgesprekken;

• stelt heldere ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op en vast;

• geeft gemotiveerde input aan de naasthogere leidinggevende voor het opstellen van resultaatafspraken en ontwikkelplannen voor de incidenteel aan zijn team toegevoegde Specialisten;

• werkt consequent aan een veilige werkomgeving, aan het motiveren en inspireren van medewerkers, en aan het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• dient een reëel team-bedrijfsvoeringplan in ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende;

• deelt op te motiveren gronden aan zijn medewerkers taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe, en stelt daartoe heldere resultaatafspraken voor zijn medewerkers op en vast;

• faciliteert op te motiveren gronden zijn medewerkers in het licht van de te behalen resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• vertaalt in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan naar een passende organisatiestructuur voor zijn team met keuze uit de LFNP-functies en dient deze in bij de naasthogere leidinggevende ter vaststelling.

• ten aanzien van realiseren:

• stelt om redenen van effectiviteit en efficiëntie prioriteiten vast in het team-bedrijfsvoeringplan;

• stuurt vasthoudend op het behalen van de resultaten zoals benoemd in het team-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget en tijdslijn en op de vastgestelde wijze; evalueert, monitoort en analyseert daartoe stelselmatig de voortgang in het behalen van resultaten en de besteding van de budgetten en stuurt zonodig bij;

• toetst hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• stelt na gedegen toetsing aan het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan de hem door zijn medewerkers voorgelegde plannen van aanpak vast;

• beoordeelt vanuit het oogpunt van verbetering van het organisatierendement hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen, en stelt de concretisering van adviezen vast;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen, stuurt vasthoudend op de uitvoering van vastgestelde (maatwerk-)plannen van aanpak en op de vastgestelde concretisering van adviezen;

• stemt consequent verbetervoorstellen, plannen van aanpak en concretisering van adviezen, indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de teamchef B liggen, af met de naasthogere leidinggevende;

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen, de uitvoering van vastgestelde (maatwerk-)plannen van aanpak en de concretisering van adviezen, en stuurt zonodig tijdig bij;

• beoordeelt stelselmatig de collectieve en individuele prestaties van medewerkers in relatie tot de te behalen resultaten en stuurt zonodig bij ten aanzien van de wijze van hun inzet;

• verantwoordt beargumenteerd budgetten, resultaten en de aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• voert regie op samenwerking tussen de medewerkers onderling binnen het team en op de netwerkactiviteiten van zijn medewerkers met het oog gericht op effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van werkzaamheden met een hoge mate van variëteit in uitvoeringsvormen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen gericht op het oplossen (aangereikte) problematiek en/of het leveren van producten & diensten met behulp van -/ door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden, technieken en via bekende benaderingswijze (oplossingen zijn bekend))

• ten aanzien van leiding en sturing:

• leiding geven aan een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen;

• beoordeling en functioneren van zijn medewerkers vaststellen;

• persoonlijke ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op- en vaststellen;

• input leveren aan de naasthogere leidinggevende voor het opstellen van resultaatafspraken en ontwikkelplannen van de Specialisten voor wie de inzet en inbreng in het team van incidentele aard is;

• algemene maatregelen nemen ter bevordering van een veilige werkomgeving voor, en de motivatie, het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• een team-bedrijfsvoeringplan, inclusief begroting, opstellen en ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;

• taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toewijzen aan zijn medewerkers (op- en vaststellen resultaatafspraken) en hen daarvoor faciliteren;

• ten aanzien van structureren (team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen):

• in afstemming met de naasthogere leidinggevende de organisatiestructuur inrichten van het team;

• ten aanzien van realiseren:

• prioriteiten stellen in de uitvoering van een vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen beoordelen, (laten) vaststellen en implementeren;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde plannen van aanpak toetsen aan het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan en (laten) vaststellen;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen beoordelen en de concretisering ervan (laten) vaststellen;

• analyseren, monitoren, evalueren en zonodig bijsturen op:

• de voortgang van te behalen resultaten en van de besteding van het budget;

• de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de (voortgang van) uitvoering van vastgestelde (maatwerk-)plannen van aanpak; en

• de (voortgang van) uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen;

• collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers beoordelen en eventueel bijsturen op hun wijze van inzet;

• budgetten, resultaten en aan medewerkers verleende faciliteiten verantwoorden;

• ten aanzien van samenwerken :

• regie voeren op de onderlinge samenwerking tussen, en op de netwerkactiviteiten van zijn medewerkers;

• participeren in netwerken.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie en de samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het effectief en efficiënt behalen van kwalitatieve en kwantitatieve resultaten;

• een team gericht op uitvoerend werk dat een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen;

• een collectief van uitvoerende medewerkers;

• in het bedrijfsvoeringplan vastgestelde formatie, middelen, faciliteiten en budget;

• de binnen de sector afgestemde team-organisatiestructuur voor een team gericht op uitvoerend werk dat een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen;

• de voor het team vastgestelde resultaatafspraken;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, plannen van aanpak en adviezen;

• vanuit samenwerking en netwerkactiviteiten te behalen effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van werkzaamheden met een hoge mate van variëteit in uitvoeringsvormen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• kiest de functionaris bij het geven van leiding aan zijn team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen, uit bestaande leiderschapstijlen voor de stijl die leidt tot de meest optimale resultaten in termen van veilige werkomgeving, gemotiveerde medewerkers, en een resultaatgericht, kostenbewust en effectief en efficiënt werkend team;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het voeren van functionerings-, beoordelings- en voortgangsgesprekken met zijn medewerkers;

• het opstellen van ontwikkelplannen;

• het leveren van input aan de naasthogere leidinggevende voor het opstellen van resultaatafspraken en ontwikkelplannen van de Specialisten voor wie de inzet en inbreng in het team van incidentele aard is;

• ten aanzien van organiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het opstellen en indienen van een team-bedrijfsvoeringplan;

• het toewijzen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers (het op- en vaststellen van resultaatafspraken);

• het faciliteren van medewerkers ten behoeve van het behalen van resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• neemt de functionaris het initiatief tot het in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten structureren van de team-organisatie met keuze uit LFNP-functies, ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende;

• ten aanzien van realiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op resultaten en/of op besteding van budget indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, het vaststellen ervan en het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het toetsen en vaststellen van hem door zijn medewerkers voorgelegde plannen van aanpak;

• het beoordelen en het ter vaststelling voorleggen aan de naasthogere leidinggevende van maatwerkplannen van aanpak waarin incidentele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten wordt gevraagd;

• het beoordelen van hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen en het vaststellen van de wijze van concretisering ervan;

• het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van voorstellen tot verbeteringen, (maatwerk-)plannen van aanpak en de wijze van concretisering van adviezen, indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef B liggen;

• het bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, op de uitvoering van (maatwerk-)plannen van aanpak en de op concretisering vastgestelde adviezen indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

• het verantwoorden van resultaten, budgetten en aan medewerkers verleende faciliteiten;

• herkent de functionaris voorstellen tot verbetering, (maatwerk-)plannen van aanpak en adviezen die buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef B liggen en waarvoor het gelegitimeerd is tot het in overleg treden met de naasthogere leidinggevende voor het beoordelen en vaststellen ervan;

• ten aanzien van samenwerken:

• neemt de functionaris het initiatief tot het voeren van regie op de onderlinge samenwerking binnen het team en op de netwerkactiviteiten van zijn medewerkers.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

(een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen gericht op het oplossen (aangereikte) problematiek en/of het leveren van producten & diensten met behulp van -/ door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden, technieken en via bekende benaderingswijze (oplossingen zijn bekend))

De functionaris kan:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het direct en indirect (via coördinatoren) aansturen van een team, waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen, op het binnen budget en op de vastgestelde wijze behalen van resultaten;

• het creëren van een veilige werkomgeving;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• medewerkers motiveren en stimuleren, en sturen op hun welzijn en ontwikkeling;

• beoordeling en functioneren vaststellen voor zijn medewerkers;

• ontwikkelplannen opstellen voor zijn medewerkers;

• input leveren aan de naasthogere leidinggevende voor het opstellen van resultaatafspraken en ontwikkelplannen van de Specialisten voor wie de inzet en inbreng in het team van incidentele aard is;

• ten aanzien van organiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het op- en doen vaststellen van een team-bedrijfsvoeringplan (inclusief begroting van formatie, middelen, faciliteiten en budget);

• het toewijzen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan medewerkers;

• het faciliteren van medewerkers voor het behalen van hun resultaten;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• resultaatafspraken op- en vaststellen;

• ten aanzien van structureren:

• de problemen die zich voordoen bij het, in samenwerking met een Bedrijfsvoeringspecialist, structureren van de team-organisatie zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• in de sector-organisatiestructuur passende LFNP-functies kiezen;

• de team-organisatiestructuur ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;

• ten aanzien van realiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op:

• behalen van resultaten en/of op besteding van budget;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de uitvoering van vastgestelde (maatwerk-)plannen van aanpak;

• de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen,

indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• evalueren, monitoren en analyseren;

• collectieve en individuele prestaties van medewerkers beoordelen;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, (maatwerk-) plannen van aanpak en adviezen beoordelen en vaststellen dan wel ter beoordeling en vaststelling voorleggen aan de naasthogere leidinggevende indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef B liggen;

• verantwoording afleggen over resultaten, budgetten en aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• op de juiste wijze onderlinge samenwerking tussen zijn medewerkers en de netwerkactiviteiten van zijn medewerkers regisseren op het effectief en efficiënt behalen van de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving, beleid, techniek en wetenschap die het vakgebied leiding raken in de relatie politieorganisatie en samenleving.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• resultaatgericht aansturen van een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen;

• Leiding en sturing, Organiseren, Structureren, Realiseren en Samenwerken;

• persoonlijk leiderschap;

• multicultureel vakmanschap;

• inzicht in gedrag;

• richtlijnen, werkwijzen, protocollen en procedures met betrekking tot:

• bedrijfsvoering;

• personeelsbeleid;

• organisatiebeleid en toepassing LFNP;

• budgetterings- en begrotingsmethodieken;

• implementatietechniek;

• analysetechnieken;

alsmede:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken die betrekking hebben op de werkzaamheden op het betreffende vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied waarover leiding wordt gegeven.

• helicopterview over de samenwerkings- en netwerkverbanden (interne, externe, lokale, regionale, landelijke, internationale), alsmede over de omgevingen (bestuurlijke, multiculturele, etc.) waarin de medewerkers in zijn team opereren.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• participeert in netwerken van leidinggevenden waarin informatie rond sturen en leiderschap wordt gedeeld, zodat het (persoonlijk) leiderschap wordt bevorderd;

• participeert in netwerken op de vakgebieden/werkterreinen en/of aandachtsgebieden die relevant zijn voor de door zijn team te behalen resultaten, zodat er een basis is voor het stellen van prioriteiten in de uitvoering van het vastgestelde bedrijfsvoeringplan, voor het formuleren van de benodigde kwalitatieve inbreng en inzet van zijn medewerkers, voor het beoordelen van deze inzet en inbreng, en voor het beslissen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, plannen van aanpak en adviezen;

• oriënteert zich op de (besluitvormings)processen in de (politiek-bestuurlijke, multiculturele etc.) omgevingen, (eventueel door bijwonen, participatie, regie) waarin zijn medewerkers opereren en die voor het behalen van resultaten door zijn medewerkers relevant zijn, zodat er een basis is voor sturen op effectiviteit en efficiëntie in het behalen kwantitatieve en kwalitatieve resultaten en voor het kunnen nemen van beslissingen ten aanzien van aanpak van problematiek;

• raadpleegt actief kennisbronnen;

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in leidinggeven voor het geven van leiding aan teams, gericht op het oplossen van (aangereikte) problematiek en/of het leveren van producten&diensten met behulp van-/ door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend), danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie- en/of werkterrein- en/of aandachtsgebiedgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing

Psychisch risico

Kans op confrontatie met menselijk leed is in deze functie aanwezig door het vanuit de zorg voor personeel deelgenoot worden van het leed en de problemen die bij personeelsleden spelen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering / aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid op het behalen van resultaten en op het werken binnen budget, deze door externe factoren zoals verhoogd werkaanbod of verhoogd ziekteverzuim (bijvoorbeeld een griepgolf) niet kunnen worden gerealiseerd, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. Tevens is kans op afbreukrisico aanwezig indien een vastgesteld plan van aanpak of een vastgestelde wijze van concretisering van adviezen, ondanks stelselmatige monitoring en bijsturing, door externe factoren niet tot de gewenste resultaten leidt, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Specialist B

Kern van de functie

Operationeel Specialismen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met oplossingen, en door beleidsontwikkeling en beleidsconcretisering vanuit specialisatie, door operationele aansturing van én door deelname aan de uitvoeringspraktijk (domein Uitvoering).

De praktijkinzet(1) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen en oplossingsrichtingen waarop keuzes en prioriteiten in de uitvoeringspraktijk kunnen worden gebaseerd, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet(2) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarheidstelling en borging daarvan.

Operationeel Specialismen geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Besturen, Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

  • (1.)

    De Operationeel Specialist B draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door vanuit specialisatie:

    • 1.

      opsporingsmogelijkheden en oplossingsrichtingen voor de opsporingspraktijk aan te dragen;

    • 2.

      oplossingen/adviezen voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek aan te dragen;

    • 3.

      in zijn algemeenheid: adviezen over bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk aan te dragen;

    • 4.

      producten & diensten te leveren,

    met behulp van-/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend).

    Daarnaast brengt de Operationeel Specialist B – als intermediair, vanuit specialisatie – vraag en aanbod bij elkaar en formuleert voorstellen tot verbeteringen in het optreden als intermediair.

  • (2.)

    De Operationeel Specialist B monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleid(sproducten) binnen de uitvoeringspraktijk en begeleidt de implementatie van (nieuw) beleid en (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet- & regelgeving).

De Operationeel Specialist B initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert op inhoudelijke samenwerking vanuit specialisatie netwerken en verricht operationele sturing ten behoeve van de aanpak van veiligheidsproblematiek en ten behoeve van analyse, monitoring en evaluatie van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk.

De Operationeel Specialist B bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen.

Hij bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Binnen het vakgebied Operationeel Specialismen komt een aantal werkterreinen35Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet. Indien de medewerker is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, wordt hij niet ingezet in situaties waarin sprake is van optreden in het publieke domein met herkenbaarheid en aanspreekbaarheid voor de burger op alle politietaken.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet(1):

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken*Het voeren van functioneringsgesprekken is voorbehouden aan ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid. met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Inzet en inbreng vanuit specialisatie in opsporingsonderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (uitvoeringspraktijk)

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van (aangereikte) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen − zodat de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het als toegevoegd onderzoeker uitvoeren van (een deel van) een specifiek opsporingsonderzoek waarvoor het specialisme vereist is, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het ten behoeve van het uitvoeren van een (deel)onderzoek, verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens en het vastleggen van onderzoeksbevindingen (dossier), zodat een basis ontstaat voor nader onderzoek naar de toedracht van misdrijven en de identiteit van de verdachte(n).

  • Het − op basis van onderzoeksbevindingen en vanuit specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor specifieke opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut (kritische reflectie).

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in plannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd/ ondersteund/begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek.

Analyse en advisering t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek

Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en vanuit de specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken,

zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Inbreng als intermediair vanuit specialisatie

  • Het optreden als vakinhoudelijk vertegenwoordiger/aanspreekpunt van het vakgebied, specialisme/werkterrein, en als intermediair voor de toepassing van de binnen het vakgebied/werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, zodat de kwaliteit van oplossingen en ondersteuning vanuit het specialisme optimaal kan worden afgestemd op de verwachtingen ervan in de uitvoeringspraktijk.

  • Het vergaren van gegevens over (de toepassing van) oplossingen die binnen het specialisme/werkterrein zijn/worden ontwikkeld, zodat aan de uitvoeringspraktijk het actuele overzicht kan worden geboden over de ondersteuning vanuit het specialisme/ werkterrein.

  • Het vergaren − vanuit de uitvoeringspraktijk − van gegevens over de actuele mate van toepassing van door het specialisme/werkterrein ontwikkelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en over de behoefte aan (begeleiding bij de toepassing van) (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken; het inventariseren van knelpunten en het verzamelen van suggesties voor verbetering van werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en voor verbetering in de begeleiding vanuit het specialisme/werkterrein bij toepassing ervan, zodat er input is voor het verbeteren van de ontwikkeling, voor de ontwikkeling zelf en voor implementatie van (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, en de begeleiding bij en (individuele) advisering over de toepassing ervan.

  • Het attenderen van de betrokken collega’s op te ondernemen (vervolg)acties middels rapportages over de actuele mate van toepassing van door het specialisme / werkterrein ontwikkelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, over de knelpunten daarbij in de toepassing ervan, over de behoefte aan (begeleiding bij de toepassing van) (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, en over verzamelde suggesties voor verbetering daarbij, zodat de uitvoeringspraktijk steeds optimaal gefaciliteerd is.

  • Het − op basis van de monitoring en de analyse van trends in resultaten en effecten van bedrijfsvoeringgegevens van het specialisme/werkterrein in relatie tot ter beschikking staande, toegepaste en in ontwikkeling zijnde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken, en op basis van inventarisatie van knelpunten en (tegenstrijdige) belangen − formuleren van aanbevelingen ten aanzien van te ondernemen acties en doorverwijzing naar betrokken collega’s, zodat vraag en aanbod optimaal op elkaar worden afgestemd.

Verbetering intermediairschap

Het vanuit specialisatie en vanuit de praktijk van het optreden als intermediair, formuleren van voorstellen tot verbeteringen in het optreden als intermediair, het in de praktijk brengen dan wel het implementeren van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden, zodat het tot elkaar brengen van aanbod van oplossingen van het werkterrein bij de vraag vanuit de uitvoeringspraktijk/bedrijfsvoering steeds optimaal verloopt.

Beleidsinzet(2):

Monitoring op juist gebruik van toepassing beleid en begeleiding implementatie beleid:

Analyse, monitoring en evaluatie van de uitvoeringspraktijk

Het − vanuit specialisatie − analyseren, monitoren en evalueren in de uitvoeringspraktijk van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, door het meten van resultaten en effecten in relatie tot kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren en het analyseren van de oorzaak van afwijkingen, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering.

Advisering t.b.v bijsturen en verbeteren uitvoeringspraktijk

Het vanuit specialisatie − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk verbetert.

Daadwerkelijke toepassing van vastgestelde verbeteringen

Het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en in netwerken over de daadwerkelijke toepassing van vastgestelde verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en over de begeleiding erbij, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk verbetert.

Begeleiding implementatie beleid(sproducten)

  • Het begeleiden en ondersteunen − in de uitvoeringspraktijk conform vastgesteld plan van aanpak − van de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken vanuit een specialisme/werkterrein/ aandachtsgebied(en), zodat de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

Netwerken

  • Het participeren − ook vanuit de intermediairrol − in bestaande landelijke netwerken van (ook externe) specialisten op de voor hem relevante werkterreinen en aandachtsgebieden, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het initiëren, opbouwen, onderhouden het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken van (ook externe) vakinhoudelijk vertegenwoordigers c.q. intermediairs, zodat kennis over vakinhoudelijke vertegenwoordiging/intermediairschap wordt gedeeld en daarmee alle mogelijkheden worden benut om tot hoogwaardige bemiddeling tussen vraag en aanbod te komen.

  • Het participeren in bestaande netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken, -werkterreinen, en/of -thema’s, zodat de vergaring van bewijslast wordt geoptimaliseerd en alle opsporings- en vervolgingskansen worden benut.

  • Het initiëren, opbouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de aanpak vanuit specialisatie van aangereikte veiligheidsproblematiek, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

  • Het initiëren, opbouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van analyse, monitoring en evaluatie van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk verbetert.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Deskundigheidsbevordering

  • Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

  • Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Hulp Officier van Justitie (HOVJ);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• opsporingsmogelijkheden en oplossingsrichtingen;

• adviezen aanpak aangereikte veiligheidsproblematiek;

• adviezen over bijsturing en verbetering toepassing WW, MTI, kaders en uitvoeringsprocedures;

• oplossingen voor (aangereikte) problematiek;

• producten & diensten;

• gemonitoorde toepassing beleid(sproducten);

• intermediairschap en acquisitie (proactief aanbod van inzet en inbreng);

• informatie over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten&diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van;

• begeleide implementatietrajecten;

• operationele sturing;

Nader aangeduid:

• inzicht in de toedracht van, en identificatie van de betrokkene(n) bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood;

met als deelresultaten:

• vastgelegde onderzoeksbevindingen (dossier);

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor een (deel van een) opsporingsonderzoek of onderzoekscluster;

• verbetering van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor wat betreft aangereikte veiligheidsproblematiek;

met als deelresultaten:

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en mogelijkheden van aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van de aanpak van veiligheidsproblematiek;

• daadwerkelijke toepassing van vastgestelde verbeteringen;

met als deelresultaten:

• afwijkingsanalyse tussen resultaten en effecten van toepassing van vastgestelde verbeteringen en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• adviezen voor bijsturing en voor verbetering van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van analyse, monitoring en evaluatie van de toepassing;

• uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en in netwerken over daadwerkelijk toepassing;

• processen-verbaal van bevindingen;

• analyse vanuit specialisatie op (aangereikte) problematiek met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen;

• advies aan leiding en netwerkpartners − vanuit analyse en monitoring − over gebruik en toepassing van beleid(sproducten) in de uitvoeringspraktijk en ten aanzien van de begeleiding van de implementatie van beleid;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) (landelijke) netwerken van intermediairs;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaat:

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op vakvolwassenheid begeleide collega’s;

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• neemt actief deel aan opsporingsonderzoeken en onderzoekscluster die zijn specialisatie vereisen met inachtneming van het volgende:

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

• valideert, interpreteert en analyseert verzamelde onderzoeksgegevens vanuit zijn specialisatie en legt de bevindingen vast (dossier);

• interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• adviseert over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk;

• analyseert (aangereikte), specifieke problematiek vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen en met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• analyseert aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• adviseert over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken;

• analyseert, monitoort en evalueert in de uitvoeringspraktijk stelselmatigde toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, en analyseert de oorzaak van afwijkingen;

• adviseert over bijsturing en verbetering van de toepassing;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – met behulp van / door toepassing van gestandaardiseerde methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen;

• brengt – als intermediair – vraag en aanbod bij elkaar zodanig overzichtelijk dat het op de vraag afgestemde aanbod duidelijk en tijdig in beeld komt;

• vervult de rol van vakinhoudelijk aanspreekpunt/vertegenwoordiger/intermediair binnen een vakgebied/werkterrein zodanig dat de uitvoeringspraktijk en betrokken collega’s over relevante informatie beschikken over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten&diensten en ter zake de (begeleiding bij) de toepassing er van;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• maakt heldere afspraken met leidinggevenden en in netwerken over toepassing;

• participeert actief in:

• bestaande netwerken van specialisten op de eigen specialisatie;

• bestaande netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken − vanuit specialisatie − en verricht operationele sturing ten behoeve van:

• de aanpak van veiligheidsproblematiek;

• analyse, monitoring en evaluatie toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (landelijke) netwerken ten behoeve van kennisuitwisseling over vakinhoudelijk vertegenwoordigen c.q. het optreden als intermediair;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• draagt proactief deskundigheid over op de uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• dwangmiddelen toepassen*;

• operationele sturing;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• onderzoeksgegevens verzamelen, interpreteren en analyseren in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• participeren in bestaande netwerken met opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van deelname aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie analyseren en adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

• netwerken voor de aanpak vanuit specialisatie van aangereikte veiligheidsproblematiek initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• de uitvoeringspraktijk monitoren en prognoses opstellen over de bedrijfsvoering op een vakgebied/werkterrein;

• optreden als vakinhoudelijk vertegenwoordiger /aanspreekpunt van het specialisme/ werkterrein, en als intermediair voor de toepassing van de binnen het specialisme/ werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• op basis van de monitoring en de analyse van trends in resultaten en effecten van bedrijfsvoeringgegevens van de uitvoeringspraktijk/het vakgebied/het werkterrein in relatie tot ter beschikking staande, toegepaste en in ontwikkeling zijnde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken, en op basis inventarisatie van knelpunten en (tegenstrijdige) belangen − formuleren van aanbevelingen ten aanzien van te ondernemen acties en doorverwijzing naar betrokken collega’s, zodat vraag en aanbod optimaal op elkaar worden afgestemd;

• voorstellen doen tot verbetering van de vakinhoudelijke vertegenwoordiging c.q. het optreden als intermediair en in de monitoring van de uitvoeringspraktijk;

• implementatietrajecten −volgens maatwerk-plan van aanpak − ondersteunen en begeleiden

• toepassingen in de uitvoeringspraktijk analyseren, monitoren en evalueren;

• over bijsturing en verbetering van de toepassingen adviseren;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden over toepassingen;

• netwerken ten behoeve van analyse, monitoring en evaluatie toepassing initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• proces-verbaal van bevindingen opstellen;

• participeren in bestaande netwerken van specialisten op de eigen specialisatie;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de uitvoeringspraktijk.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van: de vakgebieden in het domein Uitvoering, zoals daar zijn:

• het vakgebied Tactische Opsporing;

• het vakgebied Forensische Opsporing;

• het vakgebied GGP;

• het vakgebied Intelligence;

• het vakgebied Interventie;

• het vakgebied Informantenrunnen;

• het vakgebied Beveiliging;

• het vakgebied Meldkamer;

• het vakgebied Intake & Service;

• het vakgebied Luchtvaart;

• het vakgebied Observatie;

• het vakgebied Operationele begeleiding.

en binnen het kader van:

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen;

• monitoring op gebruik en toepassing beleids(producten);

• bestaande netwerken;

• regiepositie in nieuwe netwerken;

• operationele sturing;

• vakinhoudelijk vertegenwoordiging van het vakgebied/werkterrein en intermediairschap;

• (analyse van en advisering over) het palet aan vraag en aanbod van beschikbare en te ontwikkelen beleid(sproducten);

• partijen verbonden met implementatietrajecten.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (aangereikte) problematiek op en/of levert producten & diensten met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend).

Brengt de functionaris – als intermediair, vanuit specialisatie – vraag en aanbod bij elkaar en formuleert voorstellen tot verbeteringen in het optreden als intermediair.

Vervult de functionaris de rol van vakinhoudelijk aanspreekpunt/vertegenwoordiger/ intermediair; levert relevante informatie over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten&diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van.

Hij monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleid(sproducten) binnen de gehele uitvoeringspraktijk en begeleidt de implementatie van (nieuw) beleid en (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet- & regelgeving).

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het − in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen − verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens, en het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

• het − bij aangereikte veiligheidsproblematiek − analyseren van de problematiek vanuit zijn specialisatie en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en oplossingen bekend zijn.

Neemt de functionaris het initiatief tot operationele sturing

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen.

Nader aangeduid:

Kiest de functionaris bij deelname aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen uit bestaande oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het vanuit de specialisatie in de uitvoeringspraktijk analyseren, monitoren en evalueren van toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het meten van resultaten en effecten in relatie tot kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren en het analyseren van de oorzaak van afwijkingen;

• het adviseren over bijsturing en verbetering van toepassingen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en in netwerken over de daadwerkelijke toepassingen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van nieuwe netwerken en het verrichten van operationele sturing;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het participeren in bestaande netwerken in zijn specialisatie;

• het participeren in bestaande netwerken van opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van deelname aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de aanpak van veiligheidsproblematiek;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van monitoring, evaluatie en analyse van toepassingen in de uitvoeringspraktijk;

• neemt de functionaris het initiatief tot het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de uitvoeringspraktijk.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren van en adviseren over (aangereikte) specifieke problematiek en over gebruik en toepassing van beleid(sproducten);

• het intermediairschap (w.o. acquisitie);

• de vakinhoudelijke vertegenwoordiging;

• het informeren over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten&diensten en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing er van;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken en het verrichten van operationele sturing;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het op basis van maatwerkplannen van aanpak begeleiden en ondersteunen van implementatietrajecten,

• het als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen zelfstandig aanpakken;

• het verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden,

• het vanuit zijn specialisatie analyseren van aangereikte veiligheidsproblematiek en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken voor de aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek

vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, bekende benaderingswijzen en oplossingen, zelfstandig aanpakken waarbij sprake kan zijn van operationele sturing in de vorm organisatorische coördinatie.

op de juiste wijze

• adviseren over:

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• analyseren, monitoren en evalueren van toepassingen;

• meten van resultaten en effecten en het analyseren van de oorzaak van afwijkingen aan de hand van vastgestelde kwaliteits/duurzaamheidindicatoren;

• adviseren over bijsturing en verbetering van toepassingen in de uitvoeringspraktijk;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en in netwerken over daadwerkelijke toepassingen;

• participeren in:

• bestaande netwerken in zijn specialisatie;

• bestaande netwerken met opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van deelname aan opsporingsonderzoeken die zijn specialisatie vereisen;

• initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en verrichten van operationele sturing:

• voor de aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• voor analyse, monitoring en evaluatie van toepassingen in de uitvoeringspraktijk;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• dwangmiddelen aanwenden* en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

• voorstellen formuleren tot verbeteringen in de vakinhoudelijke vertegenwoordiging c.q. het optreden als intermediair en in de monitoring van bedrijfsvoering op het werkterrein;

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren en het verrichten van operationele sturing;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de uitvoeringspraktijk;

• zelfstandig afhandelen van (aangereikte) problematiek vanuit specialisatie door toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en met bekende benaderingswijzen, alsmede voor monitoring op juist gebruik en toepassing beleidsproducten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn;

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• de specialisatie;

• monitoring bedrijfsvoering;

• analyse- en adviestechniek;

• implementatietechniek

• inzicht in gedrag;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• netwerken;

• regievoering en operationele sturing;

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme en/of werkterrein/aandachtsgebied die voor deze functie relevant zijn.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak (aangereikte) problematiek en toepassing gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken alsmede ten aanzien van vakinhoudelijke vertegenwoordiging/intermediairschap.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop hij is aangesteld, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid.

Kans op afbreukrisico is tevens aanwezig indien ondanks het op de juiste wijze regisseren en sturen op afspraken, het behalen van resultaten/effecten door externe factoren stagneert dan wel uitblijft en dit zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als deze risico’s zich voordoen is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Gezagvoerder zeevaart

Kern van de functie

Scheepvaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen onder vaak bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen.

Scheepvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en de tak Verbeteren uit het RBP.

De Gezagvoerder Zeevaart draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door ondersteuning van met name de uitvoeringspraktijk met hoogwaardige inzet van vaartuigen, en het leveren van hoogwaardig transport van passagiers (medewerkers van de uitvoeringspraktijk, leidinggevenden en overige belanghebbenden).

De Gezagvoerder Zeevaart geeft leiding aan de stuurman en bemanning en is te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn schip en opvarenden en voor de scheepsadministratie. Hij neemt tijdens de vaart, vanuit autonomie, ad hoc beslissingen ten behoeve van veiligheid van schip en opvarenden. Hij handelt naar maatstaven van goed zeemanschap. Hij vertegenwoordigt – als gezagvoerder − tijdens de vaart de Politie. De Gezagvoerder Zeevaart stelt in het kader van voorbereiding plannen van aanpak op, zonder beschikbare formats en hij doet voorstellen vanuit specialistische inzet tot verbeteringen in de uitvoering en implementeert vastgestelde verbeteringen en initieert de implementatie.

De Gezagvoerder Zeevaart monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleid(sproducten) binnen de uitvoeringspraktijk en begeleidt de implementatie van (nieuw) beleid en (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet- & regelgeving).

Activiteiten en resultaten

Leiding/gezagvoering

  • Het geven van leiding aan de Stuurman Zeevaart en overige bemanning in algemene zin op het gebied van nautische aangelegenheden, zodat een veilige koers en vaart van schip wordt gewaarborgd.

  • Het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven, zodat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd.

  • Het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan, zodat de bemanning optimaal gefaciliteerd is om gemotiveerd de werkzaamheden effectief en efficiënt uit te voeren binnen veiligheidsnormen en in relatie tot de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het aansturen van de bemanning op effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden en de navolging van standaards en normen, zodat de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgeprekken met Stuurman Zeevaart, bemanning en leerling-stuurlieden, zodat een effectief en efficiënt opererend team wordt geborgd.

Navigeren/manoeuvreren

  • Het voorbereiden van de reis aan de hand van diverse informatiestromen (waaronder weerberichten, raadplegen NTM, navigatieberichten, etc.), het bestuderen van de relevante (zee) navigatiekaarten, het uitzetten van de koers zodat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig, besluiten tot ontmeren, zodat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd.

  • Het communiceren met belanghebbenden (dienstleiding, havenoperatiecentrum, schepen, etc.), zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt.

  • Het navigeren en manoeuvreren naar maatstaven van goed zeemanschap, zodat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden.

  • Het tijdens de vaart zonodig geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen, zodat de veiligheid van de acties en van de omringende vaartuigen niet in gevaar komt.

Actie-intelligentie

Het tijdens de vaart, vanuit autonomie, nemen van beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie), zodat veiligheid van schip en opvarenden steeds worden gewaarborgd.

Controle en onderhoud

  • Het organiseren en coördineren van de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting, zodat gebreken tijdig gesignaleerd worden.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken, zodat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn.

Scheepsadministratie

  • Het toezien op de vastlegging van gegevens in, en het vaststellen van de scheepsadministratie (scheepslogboek, dek- en machinekamerjournalen), zodat verantwoording plaatsvindt over de koers, vaart, positie en operationele staat van het schip.

  • Het toezien op de vastlegging in, en het vaststellen van de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles, zodat actuele gegevens voor belanghebbenden beschikbaar zijn en input wordt geleverd voor certificering van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie.

  • Het zo spoedig mogelijk erna beargumenteren van het doen sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart, zodat verantwoording plaatsvindt over ter zake gegeven opdrachten aan (haven)autoriteiten.

Verbeteren

  • Het analyseren van knelpunten tussen de mogelijkheden van inzet van het vaartuig en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden, zodat er een basis ontstaat voor advisering.

  • Het − vanuit analyse van knelpunten, waarin meegewogen de belangen van opvarenden, het nautisch perspectief en de verwachtingen van resultaten − adviseren over verbeteringen van de inzetbaarheid van het vaartuig, zodat het rendement van de inzet van het vaartuig wordt verhoogd.

  • Doet voorstellen vanuit specialistische inzet tot verbeteringen in de uitvoering en implementeert vastgestelde verbeteringen en initieert de implementatie, zodat het rendement van de inzet van de specialisatie en het vaartuig wordt verhoogd.

Analyse, monitoring en evaluatie van de uitvoering van Scheepvaartpraktijk

Het − vanuit specialisatie − analyseren, monitoren en evalueren in de uitvoering van Scheepvaart van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, door het meten van resultaten en effecten in relatie tot kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren en het analyseren van de oorzaak van afwijkingen, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering.

Advisering t.b.v bijsturen en verbeteren uitvoering van Scheepvaartpraktijk

Het vanuit specialisatie − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk Scheepvaart, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk Scheepvaart verbetert.

Daadwerkelijke toepassing van vastgestelde verbeteringen

Het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en in netwerken over de daadwerkelijke toepassing van vastgestelde verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en over de begeleiding erbij, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk Scheepvaart verbetert.

Netwerken

Initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten ter afstemming van inzetmogelijkheden van het vaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers, zodat alle nautische mogelijkheden worden benut en een basis ontstaat voor verhoging van rendement van inzet.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden op leerling-stuurlieden, zodat deze zich ontwikkelen tot de vakvolwassenheid die in de functie van Stuurman Zeevaart wordt gevraagd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• veilige koers en vaart van het schip;

• veiligheid van schip en opvarenden;

• gemotiveerd, effectief en efficiënt werkend bemanningteam;

• maximaal rendement van de inzet van het vaartuig in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• beargumenteerde opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;

• georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting;

• rapportage van eventuele gebreken;

• op orde zijnde scheepsadministratie en administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• knelpuntenanalyse (specialistische analyse) op het punt van (on)mogelijkheden van inzet van het vaartuig en de door passagiers gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden;

• adviezen over verbeteringen van de inzetbaarheid van het vaartuig;

• adviezen over bijsturing en verbetering toepassing WW, MTI, kaders en uitvoeringsprocedures;

• begeleiden leerling-stuurlieden;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• gezagvoering;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• geeft zodanig vasthoudend leiding aan de bemanning dat een veilige koers en vaart van schip wordt gewaarborgd, de bemanning gemotiveerd, effectief en efficiënt als team opereert en passagiers de door hen te verrichten werkzaamheden kunnen verrichten;

• neemt vanuit autonomie zodanige effectieve en efficiënte maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven, dat veiligheid van schip en opvarenden worden gewaarborgd;

• stuurt zodanig vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken over veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, dat de bemanning optimaal is gefaciliteerd;

• bereidt de reis zodanig gedegen voor dat de te volgen koers en vaart optimaal is afgestemd op de door passagiers te verrichten werkzaamheden, de zeewaardigheid van het vaartuig grondig is beoordeeld, en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;

• navigeert en manoeuvreert zodanig alert en naar maatstaven van goed zeemanschap dat de vaart tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het vaartuig maximaal rendeert in termen van de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• neemt tijdens de vaart uit autonomie beslissingen op basis van vastgestelde criteria, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de reis, ongeacht het doel van de reis (interventie, observatie);

• geeft tijdens de vaart uit autonomie opdracht aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen; beargumenteert zo spoedig mogelijk erna deze opdracht;

• organiseert en coördineert de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting zodanig consequent dat gebreken tijdig gesignaleerd worden en input wordt geleverd voor certificering van het vaartuig door instanties/scheepvaartinspectie;

• rapporteert zodanig helder over gebreken dat deze verholpen kunnen worden en het vaartuig en middelen steeds veilig inzetbaar zijn;

• ziet adequaat toe op de vastlegging van gegevens in scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• participeert actief in netwerken ter afstemming van inzetmogelijkheden van het vaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de passagiers;

• analyseert adequaat knelpunten en adviseert, mede aan netwerkpartners, over verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig bij het door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• analyseert, monitoort en evalueert in de uitvoeringspraktijk van Scheepvaart stelselmatig de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, en analyseert de oorzaak van afwijkingen;

• richt zich in coaching en overdracht van kennis op het brengen van de leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die wordt gevraagd van de Stuurman Zeevaart.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• leiding geven aan de Stuurman Zeevaart en overige bemanning;

• maatregelen nemen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende normen niet naleven;

• sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;

• voortgangsgesprekken met Stuurman Zeevaart, bemanning en leerling-stuurlieden voeren;

• het schip navigeren en manoeuvreren;

• besluiten op basis van beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig al dan niet te ontmeren;

• tijdens de vaart vanuit autonomie besluiten tot afbreken dan wel hervatten van de reis;

• tijdens de vaart opdracht geven aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;

• de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting organiseren en coördineren;

• eventuele gebreken rapporteren;

• op de vastlegging van gegevens in de scheepsadministratie en in de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles toezien;

• de scheepsadministratie en de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles vaststellen;

• (specialistische) knelpuntenanalyse uitvoeren en op basis daarvan adviseren;

• in bestaande netwerken participeren;

• leerling-stuurlieden coachen en kennis en vaardigheden overdragen;

• tijdens de vaart de Politie vertegenwoordigen;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• gezagvoering;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• de uitvoeringspraktijk monitoren en prognoses opstellen over de bedrijfsvoering op een vakgebied;

• analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied/van inzet en inbreng van specialisatie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• de zeevaart;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandige specialistische inzet en inbreng en zaakscoördinatie vanuit een integraal kader/gezagvoering vergt;

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• gezagvoering;

• het vaartuig;

• de door passagiers te verrichten werkzaamheden;

• bemanning en opvarenden;

• monitoring op gebruik en toepassing beleids(producten);

• communicatie met belanghebbenden;

• maatstaven van goed zeemanschap;

• normen en procedures de zeevaart betreffende.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris voor oplossingen die worden gegenereerd vanuit specialisatie met toepassing van bekende benaderingswijzen en exclusief begeleiding bij:

• het uitzetten van de koers;

• de beoordeling van de zeewaardigheid van het vaartuig;

• het communiceren met belanghebbenden;

• het navigeren en manoeuvreren.

Hij monitoort op het juiste gebruik en toepassing van beleid(sproducten) binnen de gehele uitvoeringspraktijk van scheepvaart en begeleidt de implementatie van (nieuw) beleid en (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet- & regelgeving).

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het zodanig inzetten van het vaartuig dat de door passagiers te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.) kunnen worden uitgevoerd, tenzij nautische omstandigheden dit niet toelaten;

• het al dan niet ontmeren;

• het afbreken of hervatten van de reis;

• het nemen van maatregelen tegen bemanning dan wel passagiers, indien zij de geldende (veiligheids-, fatsoens)normen niet naleven;

• het tijdens de vaart geven van opdrachten aan (haven)autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes voor de scheepvaart;

• het organiseren en coördineren van de uitvoering van periodieke onderhouds- en veiligheidscontroles aan het gehele schip en uitrusting;

• toezicht op vastlegging van gegevens in de scheepsadministratie;

• toezicht op vastlegging van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• het aansturen van de Stuurman Zeevaart en de overige bemanning;

• het voeren voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met Stuurman Zeevaart, bemanning en leerling-stuurlieden;

• het participeren in netwerken ter afstemming van de nautische (on)mogelijkheden op de te verrichten werkzaamheden van de passagiers;

• het uitvoeren van knelpuntenanalyses, en het op basis ervan adviseren over verbetering van rendement van de inzet van het vaartuig bij te verrichten werkzaamheden van de passagiers;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;

• de begeleiding van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid die gevraagd wordt van een Stuurman Zeevaart;

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en organisatorische coördinatie/gezagvoering.

is de functionaris − vanuit zijn bevoegdheid als gezagvoerder − verantwoordelijk voor:

• de veiligheid van schip en opvarenden;

• de scheepsadministratie;

• de administratie van de gevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

De problemen zelfstandige aanpakken van (aangereikte) problematiek die vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen exclusief begeleiding, die zich voordoen bij:

• leiding geven aan Stuurman Zeevaart en overige bemanning;

• het maatregelen nemen tegen bemanning of passagiers indien zij de geldende normen niet naleven;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord;

• voor en tijdens de vaart (voorbereiden van de reis, communiceren met belanghebbenden, navigeren en manoeuvreren);

• toezicht op vastlegging gegevens in de scheepsadministratie en in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• begeleiden van leerling-stuurlieden tot de vakvolwassenheid van de Stuurman Zeevaart;

op de juiste wijze:

• de zeewaardigheid beoordelen van het vaartuig;

• inschatten wanneer er (niet) kan worden ontmeerd, de reis moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat;

• inschatten wanneer opdracht moet worden gegeven tot het sluiten of verleggen van (aan)vaarroutes van de scheepvaart;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• knelpuntenanalyses uitvoeren en op grond daarvan adviseren over inzetrendement van het vaartuig;

• analyseren, monitoren en evalueren van toepassingen;

• meten van resultaten en effecten en het analyseren van de oorzaak van afwijkingen aan de hand van vastgestelde kwaliteits/duurzaamheidindicatoren;

• adviseren over bijsturing en verbetering van toepassingen in de uitvoeringspraktijk;

• zelfstandige aanpak van (aangereikte) problematiek die vanuit specialisatie met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijzen exclusief begeleiding.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot zeevaart;

• techniek: scheepstechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;

• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde).

Alertheid op inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet én beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de zeevaart;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in ten minste de Engelse taal volgens het standard marine vocabulary;

• scheepstechniek;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• knelpuntenanalysetechniek;

• gezagvoering;

• zeevaartkunde;

• manoeuvreren en navigeren onder alle weersomstandigheden;

• advisering;

• analysetechniek;

• implementatietechniek

• netwerken;

• coaching/ mentor met toetsing van vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• breidt de kennis vanuit specialisatie zelfstandig uit voor de aanpak aangereikte problematiek;

• zelfstandige kennisverwerving op het bijblijven op de specialisatie.

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen specialisatie;

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens het bemanningsvoorschrift patrouillevaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door onder andere: het veelvuldig staan en lopen, het verrichten van buiten- en machinewerkzaamheden, het in aanraking komen met vuile materialen, het mogelijk oplopen van lichamelijk letsel bij het navigeren en manoeuvreren van het vaartuig bij het varen in slechte weersomstandigheden; het bij slechte weersomstandigheden langdurig stampen en slingeren van het vaartuig en het slechte zicht. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht fysiek geweld is in deze functie aanwezig bij bijvoorbeeld interventieacties, en bij het moeten optreden tegen bemanning of passagiers indien zij zich misdragen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste nautische afwegingen tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Docent C

Kern van de functie

Operationeel Docentschap draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door de kwaliteit van het operationele politieoptreden – via State-of-the-Art Politie-onderwijs* – optimaal effectief en efficiënt te bevorderen door het in de Ongecontroleerde Leeromgeving* met inbegrip van de Uitvoeringspraktijk, op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten (maatwerk) opleiden en examineren van studenten tot startbekwame, professioneel optredende politiemedewerkers die moeten presteren in de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit, verscheidenheid en complexiteit en relevante derden*1.

Operationeel Docentschap behaalt opleidingsresultaten in een omgeving waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert en waarbij de brede Uitvoeringspraktijk (alle Vakgebieden in het Domein Uitvoering, incl. Afgeschermd) de context vormt.

*1: Met inbegrip van Bijzondere Opsporingsdiensten (w.o. FIOD, Douane) en Afgeschermde diensten, w.o. AIVD en MIVD en andere relevante derden uit het veiligheidsdomein.

Operationeel Docentschap spitst zich toe op het expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – via State-of-the-Art-Politie-onderwijs – op toepassingsniveau opleiden / examineren van studenten om de beschikbaarheid te bevorderen van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde en bevoegde medewerkers, steeds in optimale aansluiting op de voor de brede Uitvoeringspraktijk geldende actuele eisen (w.o. wettelijke certificeringsvereisten en vereiste opsporingsbevoegdheid) in relatie tot de specifieke dynamiek.

Operationeel Docentschap richt zich op het ontwikkelen en verhogen van de veerkracht en weerbaarheid van studenten door het expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten opleiden.

Operationeel Docentschap levert input op onderwijskundig, didactisch en pedagogisch gebied ten behoeve van het organiseren, actualiseren en ontwikkelen van certificerend / diplomerend (politie) onderwijs en (maatwerk) opleidingen.

Operationeel Docentschap levert vanuit een interactieve benadering specialistische en specifieke deskundigheid aan de Uitvoeringspraktijk bij complexe zaken / incidenten / kwesties.

Operationeel Docentschap voert de werkzaamheden uit, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving en onderhoudt en optimaliseert zodoende ook het eigen ‘blauwe’ politionele vakmanschap en de bevoegdheden, voor zover relevant voor en toegespitst op het als Operationeel Docent in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen opleiden en examineren van studenten.

Operationeel Docentschap kan de te leveren inzet & inbreng op ieder moment en onvoorwaardelijk wisselen tussen de gecontroleerde- en de ongecontroleerde leeromgeving en vice versa.

Operationeel Docentschap geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

Werkterreinen LFNP:

Binnen LFNP-Vakgebieden in het Domein Uitvoering komt een aantal werkterreinen3Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’.voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De functies uit het vakgebied Operationeel Docentschap zijn – als Docent – inzetbaar op alle vakgebieden binnen het Domein Uitvoering met inbegrip van Afgeschermd / Heimelijk en daarmee op de aan de respectievelijke LFNP-Vakgebieden verbonden Werkterreinen, Aandachtsgebieden en Specifieke Functionaliteiten.

De Operationeel Docent C voert zijn/haar werkzaamheden uit in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten, het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal*2 steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk.

*2: Specialistisch maatwerk lesmateriaal vergt meer inhoudelijke kennis en kunde van de docent over het specialisme.

De Operationeel Docent C draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Dit doet hij door studenten d.m.v. State-of-the-Art politieonderwijs op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal en expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, op te leiden en te examineren tot competente (politie)medewerkers.

De Operationeel Docent C neemt bij het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving de volgende maatregelen in acht:

  • de veiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen bij deze leersituatie;

  • de transitiemaatregelen;

  • de maatregelen ter beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting;

  • de maatregelen ter beperking van het risico op imagoschade.

De Operationeel Docent C stelt individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak op in het kader van het effectief en efficiënt kunnen behalen van leerdoelen – ook zonder beschikbare formats en op basis van leerbehoeften en instapniveaus van studenten – en het daarmee kunnen opvoeren van de beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker.

De Operationeel Docent C – als Intermediair vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap:

  • monitoort op het juiste gebruik en toepassing van State-of-the-Art politie-onderwijs beleid(sproducten) in de ongecontroleerde leeromgeving / de brede Uitvoeringspraktijk en begeleidt de implementatie van (nieuw) beleid en (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet- & regelgeving) gerelateerd aan State-of-the-Art certificerend / diplomerend politie-onderwijs in al zijn varianten en expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

  • brengt vraag en aanbod bij elkaar ten aanzien van het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving.

De Operationeel Docent C initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert op inhoudelijke samenwerking vanuit de OpDo-onderwijsspecialisatie netwerken ten behoeve van analyse, monitoring en evaluatie van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken gericht op het expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – via State-of-the-Art-Politie-onderwijs – opleiden en examineren.

De Operationeel Docent C bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen.

De Operationeel Docent C bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet Inzet en inbreng vanuit Operationeel Docentschap in (opsporings)onderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (= Uitvoeringspraktijk) met name gericht op het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak:

  • Het analyseren van door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationeel Docentschap voor het opstellen van plannen van aanpak door de Uitvoeringspraktijk.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt door de Uitvoeringspraktijk.

Inbreng als Intermediair vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap

  • Het − op basis van de monitoring en de analyse van trends in resultaten en effecten van bedrijfsvoeringgegevens van het Operationeel Docentschap in relatie tot ter beschikking staande, toegepaste en in ontwikkeling zijnde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en examens van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, en op basis van inventarisatie van knelpunten en (tegenstrijdige) belangen − formuleren van aanbevelingen ten aanzien van te ondernemen acties en doorverwijzing naar betrokken collega’s, zodat vraag en aanbod optimaal op elkaar worden afgestemd en daarmee de beschikbaarheid van deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers bevorderd wordt.

Beleidsinzet: Inzet en inbreng vanuit Operationeel Docentschap door monitoring op juist gebruik van toepassing beleid en begeleiding implementatie beleid.

Inbreng als Intermediair vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap:

Analyse, advies en effectuering m.b.t. de verbetering van de uitvoering van State-of-the-Art politieonderwijs in de Ongecontroleerde Leeromgeving t.b.v. de brede Uitvoeringspraktijk.

  • Het − vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap − analyseren, monitoren en evalueren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), door het meten van resultaten en effecten in relatie tot kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren verbonden aan (de uitvoering van) State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs en het analyseren van de oorzaak van afwijkingen, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering.

  • Het – vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap − op basis van analyse, monitoring

    en evaluatie, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving − adviseren over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk, verbetert.

  • Het – vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap − maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en in netwerken over de daadwerkelijke toepassing van vastgestelde (verbeterde en nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) in de uitvoeringspraktijk en over de begeleiding erbij, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, het opleiden en examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk, verbetert.

  • Het – vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap − conform vastgesteld plan van aanpak begeleiden en ondersteunen in de ongecontroleerde leeromgeving / de brede Uitvoeringspraktijk van de implementatie van vastgestelde (verbeterde en nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) verbonden aan (de uitvoering van) State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, zodat de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

Opleiden, expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving

  • Het ten behoeve van het optimaal efficiënt en effectief uitvoeren van State-of-the-Art Politie-onderwijs geven van opleidingen – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal, juist in verschillende omgevingen en onder wisselende omstandigheden, zodat de investering in opleiden zich verhoudt tot het beoogde organisatierendement en zich binnen afzienbare tijd manifesteert door de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers.

  • Het vanuit het opleiden – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – direct monitoren van resultaten / effecten, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal op MBO + HBO-niveau, steeds optimaal aansluit op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk en ook in individueel opzicht optimaal kan beklijven.

  • Het op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal geven van opleidingen – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert én in aansluiting op de strategische doelstellingen van de Uitvoeringspraktijk, zodat:

    • de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om steeds de startbekwaamheid te verkrijgen die vereist is voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

    • met de student direct ingespeeld kan worden op de individuele leerbehoefte (inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

    • de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om het aan de functie gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.

  • Het zijn van aanspreekpunt voor studenten tijdens de opleiding – expliciet óók in de Ongecontroleerde leeromgeving -; het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en aardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van de te behalen (start)bekwaamheid, begeleiden van studenten, zodat inzicht bestaat in de behaalde en nog te behalen (individuele) onderwijsresultaten.

Examineren

Het maken van examen-casuïstiek en het op MBO + HBO-niveau (in casu t.a.v. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – afnemen van (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens en het rapporteren hierover, zodat bij positief resultaat de student in het bezit komt van het geldende certificaat / diploma / de bevoegdheid of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de student, steeds gericht op het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.

Evalueren & Verbeteren vanuit expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving uitgevoerde opleiding en examinering

  • Het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten, het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO + HBO-niveau / in casu t.a.v. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak met o.a. Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van:

    • de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) steeds toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het steeds maximaal effectief en efficiënt kunnen (laten) ontwikkelen – en geven van (maatwerk) opleidingen, toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving leveren van input voor de vertaling naar theoretische modellen (vorm, inhoud en de eindtermen), i.c. op de actuele situatie naadloos aansluitende opleidingen;

    • het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving steeds op de actuele situatie naadloos kunnen laten aansluiten van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

    • de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de opleiding, in het bijzonder t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk;

    • het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het organiseren en houden van evaluaties en de verwerking van de verkregen opbrengsten voor de verbetering van opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren).

  • Het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek op MBO + HBO-niveau (in casu t.a.v. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal), zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving steeds aansluiten op de actuele vereisten.

  • Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal op MBO + HBO-niveau, zodat de geboden opleiding en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student.

Plannen van aanpak

  • Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van studenten − opstellen van individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) voor het door de student bereiken van gestelde leerdoelen en deskundigheids- / certificeringsvereisten, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald en de beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker opgevoerd kan worden.

  • Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners – voor de uitvoering van het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving (=Operationeel Docentschap), zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Risicobeperking

Bij uitvoering State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving, in casu t.a.v. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst specialistisch maatwerk lesmateriaal op MBO + HBO-niveau.

  • 1.

    Risicobeperking: de Fysieke & Mentale component

    • Het opstellen van de Taak Risico Analyse zodat beschikt wordt over essentiële informatie voor het maken van de scenario’s.

    • Het ter voorbereiding (ook zonder beschikbare formats), met behulp van vastgestelde Risico Inventarisatie & Evaluatie en Taak Risico Analyse én conform Arbowet-/regelgeving, maken van scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving waarin de studenten opgeleid en geëxamineerd gaan worden, zodat vooraf kritisch nagedacht kan worden over de interventies bij eventuele verstoring / escalatie, over de dilemma's die daarin kunnen optreden en over de wisselwerking tussen de handelingen van de docent en die van de studenten en dat vervolgens betrekken bij de opzet van veiligheidsmaatregelen.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) treffen van voorbereidingen en ter plekke organiseren van veiligheidsmaatregelen, die nauw aansluiten op de leeromgeving, zodat steeds optimale veiligheid geboden kan worden aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het nauwlettend uitvoering geven aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen, zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) evalueren van de in de leeromgeving getroffen veiligheidsmaatregelen en het doen van voorstellen tot bijstelling en verbetering, zodat steeds op de specifieke omstandigheden toegespitste veiligheid geboden kan worden aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) tijdig uitvoering geven aan de bij de leeromgeving – in relatie tot de actuele omstandigheden en zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden – passende transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en operationele sturing (Organisatorische Coördinatie), zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan – mede door vooraf georganiseerde inzet & inbreng door Operationele Begeleiding – door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

  • 2.

    Risicobeperking: de (Im)materiële component

    • Het (ook zonder beschikbare formats) conform relevante wet-/regelgeving maken van scenario’s en treffen van voorbereidingen en ter plekke organiseren van veiligheidsmaatregelen, toegespitst op de leeromgeving in combinatie met de te gebruiken middelen en uitrusting, zodat steeds optimale beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade geboden kan worden tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het nauwlettend uitvoering geven aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen, zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) evalueren van de in de leeromgeving getroffen veiligheidsmaatregelen, toegespitst op de leeromgeving in combinatie met de te gebruiken middelen en uitrusting en het doen van voorstellen tot bijstelling en verbetering, zodat de maatregelen ter beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade steeds optimaal aansluiten op de actuele vereisten tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) tijdig uitvoering geven aan de bij de leeromgeving – in relatie tot de actuele omstandigheden en zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden – passende transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en operationele sturing (Organisatorische Coördinatie), zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan – mede door vooraf georganiseerde inzet & inbreng door Operationele Begeleiding – door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

Netwerken

  • Het participeren – ook vanuit de Intermediairrol – in bestaande netwerken ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken van relevante informatie en ideeën (input) met betrekking tot het in de ongecontroleerde leeromgeving opleiden / examineren, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal op MBO + HBO-niveau steeds optimaal aansluit op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk en ook in individueel opzicht optimaal kan beklijven.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken – en het betrekken daarbij van o.a. Operationele Begeleiding – ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken van relevante informatie en ideeën (input) ten behoeve van het in de ongecontroleerde leeromgeving organiseren en toepassen van veiligheidsmaatregelen, zodat:

    • het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt;

    • het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

  • Het organiseren – in samenwerking met de Eenheden en Operationele Begeleiding – van o.a. de Vakvaardigheidsdagen, zodat beschikt wordt over input en inzicht ten behoeve van het steeds kunnen actualiseren van het politieonderwijs, gedoceerd in de Uitvoeringspraktijk.

Blauw Vakmanschap

  • Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie activiteiten, uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving (i.c. de uitvoeringspraktijk).

  • Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, toegespitst op het verrichten van interventie activiteiten zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent kunnen uitvoeren van transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en operationele sturing.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving; door praktijkinzet en beleidsinzet vanuit specialisatie (i.c. Intermediair vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap).

Resultaten

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie moeten kunnen worden behaald, zijn:

P.I.:

• analyse, conclusies en adviezen vanuit Operationeel Docentschap tbv het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak;

• informatie en adviezen zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt kan worden aangepakt door de Uitvoeringspraktijk;

• analyse en aanbevelingen inzake de bevordering van beschikbaarheid van deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers door optimaal op elkaar afgestemde vraag en aanbod opleidingen en examens van het MBO en HBO State-of-the-Art Politieonderwijs, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving.

B.I.:

• rapportage van analyse en conclusies vanuit de uitvoering van het Operationeel Docentschap m.b.t. de bijsturing en verbetering van de uitvoering van MBO en HBO State-of-the-Art Politieonderwijs, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. de brede Uitvoeringspraktijk;

• adviezen over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) gericht op de optimale effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• gemonitoorde toepassing beleid(sproducten) inzake het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, het opleiden en examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• verricht intermediairschap en acquisitie vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap t.b.v. verbetering van het opleiden en examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, t.b.v. van de brede Uitvoeringspraktijk;

• informatie over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen (MBO en HBO) State-of-the-Art Politieonderwijs, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. de brede Uitvoeringspraktijk en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing ervan;

• uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en in netwerken over daadwerkelijk toepassing van vastgestelde (verbeterde en nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) in de Uitvoeringspraktijk;

• begeleide implementatietrajecten in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. de brede Uitvoeringspraktijk.

Uitvoering OpDo:

• uitgevoerd State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleidingen en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;

• (tussentijdse) getoetste (voortgang van) opleidingsresultaten (kennis & vaardigheden) van studenten en geformuleerde aanbevelingen;

• gegeven opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is – in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• op toepassingsniveau opgeleide en geëxamineerde studenten;

• naar startbekwaamheidsniveau geëxamineerde studenten;

• plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen) ook zonder beschikbare formats;

• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op de actuele vereisten / -specialisatie naadloos aansluitende opleidingen en examens inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving toegespitste inhoud en vorm, ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen, gericht op het steeds, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving laten aansluiten van opleiding en examinering op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student;

• verrichtte analyse op de uitvoeringspraktijk van het eigen vakgebied Operationeel Docentschap en op aangereikte gegevens, gericht op verbetering van het rendement van inzet van het vakgebied;

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied Operationeel Docentschap / van inzet en inbreng van specialisatie;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde examens − terzake het rendement van het via operationeel docentschap opleiden en examineren van studenten naar het steeds naar actuele vereisten geldende startbekwaamheidsniveau;

• verrichtte analyse, conclusies en advisering / vakinhoudelijke oplossingen inzake de optimale bijdrage van Operationeel Docentschap aan de handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de steeds bevorderde beschikbaarheid van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (executieve) politie-medewerkers;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats,voor de uitvoering van Operationeel Docentschap aan studenten en relevante derden;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, voor de uitvoering van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. besluitvorming op verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• (opgevoerde) beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker;

• ook zonder beschikbare formats opgestelde Taak Risico Analyse en gemaakte scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving t.b.v. Risicobeperking / Fysieke & Mentale component;

• ook zonder beschikbare formats gemaakte scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving t.b.v. Risicobeperking / (Im)materiële component;

• adequaat uitgevoerde veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: teruggedrongen veiligheidsrisico’s (i.c. Risicobeperking);

• ook zonder beschikbare formats verrichtte evaluatie, voorgestelde bijstelling en verbetering met betrekking tot veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (i.c. Risicobeperking);

• participatie – als OpDo/Intermediair – in bestaande netwerken, gericht op het steeds optimaal laten aansluiten op de brede Uitvoeringspraktijk inzake het in de ongecontroleerde leeromgeving opleiden / examineren;

• geïnitieerde, gebouwde, onderhouden en geregisseerde netwerken ten behoeve van het met o.a. Operationele Begeleiding delen, verzamelen en verwerken van informatie met betrekking tot het in de ongecontroleerde leeromgeving organiseren en toepassen van veiligheidsmaatregelen (beperking van het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen en van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade);

• georganiseerde Vakvaardigheidsdagen vanuit het Operationeel Docentschap gericht op het steeds actualiseren van opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• op de actuele vereisten van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving (Uitvoeringspraktijk) steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• op de actuele vereisten met betrekking tot het uitvoeren van transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• bevorderde professionaliteit door uitgevoerd mentorschap.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

P.I. & B.I.:

• analyseert kritisch aangereikte problematiek vanuit het Operationeel Docentschap en formuleert heldere adviezen t.b.v. de Uitvoeringspraktijk;

• analyseert als Intermediair vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap kritisch de bevordering van beschikbaarheid van deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers en verschaft heldere aanbevelingen inzake het optimaal op elkaar afstemmen van vraag en aanbod van opleidingen en examens;

• analyseert als Intermediair vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap stelselmatig (eerder verkende problematiek) en adviseert actief (bekende oplossingsrichtingen) m.b.t. de bijsturing en verbetering van het State-of-the-Art politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. de brede Uitvoeringspraktijk;

• formuleert als Intermediair vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap heldere adviezen − op basis van analyse, monitoring en evaluatie – over het bijsturen en verbeteren van de toepassing van vastgestelde (nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk, verbetert;

• maakt heldere afspraken met leidinggevenden en in netwerken over toepassing;

• begeleidt en ondersteunt op optimaal effectieve en efficiënte wijze de implementatie van vastgestelde verbeteringen van het State-of-the-Art politieonderwijs (MBO + HBO) in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. de brede Uitvoeringspraktijk.

Uitvoering OpDo:

• bevordert actief (op toepassingsniveau) de startbekwaamheid van studenten door opleiding en examinering, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• brengt door het opleiden en examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, studenten op het voor de beoogde functie passendniveau van startbekwaamheid;

• faciliteert de student met een helder plan van aanpak (individuele opleidingsadviezen) voor het behalen van de leerdoelen en het voldoen aan deskundigheids- / certificeringsvereisten;

• formuleert heldere opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats op het individu gericht;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, (tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens af en rapporteert;

• het accuraat uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;

• formuleert vanuit de uitvoering van het Operationeel Docentschap passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving, van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek;

• stelt − op basis van evaluaties op uitgevoerde opleidingen en het herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn studenten, actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van startbekwaamheid middels opleidingen en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap);

• het actief en op maat verbeteren van lesmateriaal en het vasthoudend implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• faciliteert leiding en/of netwerkpartners met duidelijk onderbouwde advisering / vakinhoudelijke oplossingen inzake de optimale bijdrage van Operationeel Docentschap aan de handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• het proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die het Operationeel Docentschap overstijgen;

• stelt heldere plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, op t.b.v. de uitvoering van Operationeel Docentschap, i.c. de verantwoordelijkheids-verdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

In het kader van Risicobeperking:

T.a.v. de Fysieke & Mentale component + de (Im)materiële component:

• treft accuraat ook zonder beschikbare formats voorbereidingen en organiseert actief ter plekke veiligheidsmaatregelen;

• geeft nauwlettend uitvoering aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen;

• evalueert actief getroffen veiligheidsmaatregelen en vertrekt heldere voorstellen tot bijstelling en verbetering;

• geeft tijdig uitvoering aan transitie-maatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden;

• het actief signaleren van en nauwlettend anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die het Operationeel Docentschap kunnen verstoren.

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen en maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners gericht op effectieve en efficiënte advisering, bemiddeling vraag en aanbod en implementatie m.b.t. het (VMBO, MBO + HBO) opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• het tijdig betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;

• het actief bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit nauwlettend in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• analyseren, concluderen en adviseren vanuit operationeel docentschap ten behoeve van het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak voor het effectief en efficiënt aanpakken van (aangereikte) problematiek;

• als Intermediair vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap het juiste gebruik en toepassing van State-of-the-Art politie-onderwijs beleid(sproducten) in de ongecontroleerde leeromgeving / de brede Uitvoeringspraktijk analyseren, monitoren, evalueren en terzake adviseren;

• als Intermediair de implementatie van (nieuw) beleid en (nieuwe) beleidsproducten (werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten, kaders, wet- & regelgeving) gerelateerd aan State-of-the-Art certificerend / diplomerend politie-onderwijs in al zijn varianten en expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving begeleiden;

• als Intermediair vraag en aanbod bij elkaar brengen ten aanzien van het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving.

• opleidingen en trainingen geven, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• plannen van aanpak opstellen (individuele opleidingsadviezen) ook zonder beschikbare formats;

• studenten faciliteren met plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen);

• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van operationeel docentschap ook zonder beschikbare formats;

• (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, afnemen en daarover rapporteren;

• uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;

• voorstellen formuleren – vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap – tot verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving, van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek;

• evalueren op uitgevoerde opleidingen en adviseren naar leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van startbekwaamheid middels opleidingen en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap);

• vaststellen van het behaalde opleidingsrendement in de ongecontroleerde leeromgeving;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die het Operationeel Docentschap overstijgen;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, opstellen t.b.v. de uitvoering van Operationeel Docentschap, i.c. de verantwoordelijkheids-verdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• opstellen van een Taak Risico Analyse in het kader van Risicobeperking OpDo;

• ook zonder beschikbare formats scenario’s maken van de (ongecontroleerde) leeromgeving en dat vervolgens betrekken bij de opzet van veiligheidsmaatregelen;

• uitvoering geven aan veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

• evalueren van getroffen veiligheidsmaatregelen en uitgevoerde transitiemaatregelen en het doen van voorstellen tot verbetering ervan;

• signaleren van- en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die het Operationeel Docentschap kunnen verstoren;

• bouwen en onderhouden van (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;

• als operationeel docent uitvoeren van operationele activiteiten in de uitvoeringspraktijk t.b.v. het bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;

• processen-verbaal opstellen;

• dwangmiddelen toepassen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• de politieorganisatie;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door Praktijkinzet en Beleidsinzet als Intermediair vanuit Operationeel Docentschap;

• de Ongecontroleerde Leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• zelfstandige specialistische inzet en/of inbreng (Praktijkinzet en Beleidsinzet);

• specialistische methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en – oplossingsrichtingen;

• monitoring op gebruik en toepassing Operationeel Docentschap beleid(sproducten);

• vakinhoudelijke vertegenwoordiging van het Operationeel Docentschap, i.c. opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk en intermediairschap;

• (analyse van – en advisering over) het palet aan vraag en aanbod van beschikbare en te ontwikkelen Operationeel Docentschap beleid(sproducten), i.c. inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs;

• partijen verbonden met implementatietrajecten;

• regiepositie in (nieuwe) netwerken;

• het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal;

• de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk – met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid – voor daarop aansluitend opleiden en examineren;

• vakgebieden in het Domein Uitvoering;

• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;

• (door Uitvoeringspraktijk) aangereikte problematiek (bekende benaderingswijzen / oplossingen bekend);

• initiatie, bouw, onderhoud en regie (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• de veiligheidsmaatregelen in het kader van Risicobeperking opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• studenten, (politie)medewerkers en betrokkenen in de ongecontroleerde leeromgeving;

• onderwijs regelgeving en -wetgeving in relatie tot opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• plannen van aanpak in de vorm van individueel opleidingsadvies ook zonder beschikbare formats;

• leerbehoefte en instapniveau van de student;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functie van de student;

• de uitvoering van Operationeel Docentschap in relatie tot de in plan van aanpak gemotiveerde verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• Blauw vakmanschap, professionaliteitseisen en vereiste bevoegdheden t.b.v. de uitvoering van het Operationeel Docentschap in relatie tot:

• de handhaving van de rechtsorde en van de openbare orde, alsmede de veiligheid en leefbaarheid;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• transitiemaatregelen;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (aangereikte) problematiek op en/of levert producten & diensten met behulp van/door toepassing van gestandaardiseerde (specialistische) methoden en technieken, en via bekende benaderingswijzen (oplossingen zijn bekend).

Brengt de functionaris – als intermediair vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap – vraag en aanbod bij elkaar ten aanzien van het State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Vervult de functionaris de rol van vakinhoudelijk aanspreekpunt/intermediair; levert relevante informatie over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen oplossingen, producten & diensten (i.c. inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs) en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing ervan.

Hij monitort op het juiste gebruik en toepassing van Operationeel Docentschap beleid(sproducten) binnen de Uitvoeringspraktijk en begeleidt en ondersteunt de implementatie van (nieuwe) beleidsproducten, i.c. vastgestelde (verbeterde en nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) verbonden aan (de uitvoering van) State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs.

Kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;

• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;

• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de aan de uitvoering van Operationeel Docentschap verbonden verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• de organisatie, uitvoering en evaluatie van maatregelen in het kader van Risicobeperking;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren van netwerken.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• analyse, advies en effectuering m.b.t. de verbetering van de uitvoering van State-of-the-Art politieonderwijs in de Ongecontroleerde Leeromgeving t.b.v. de brede Uitvoeringspraktijk (OpDo-Intermediair);

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van monitoring, evaluatie en analyse van Operationeel Docentschap toepassingen in de Uitvoeringspraktijk;

• het – bij door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek – vanuit Operationeel Docentschap analyseren en adviseren waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet & inbreng en oplossingen bekend zijn;

• de uitvoering van het Operationeel Docentschap; opleiden en examineren d.m.v. State-of-the-Art politieonderwijs expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het vanuit het opleiden direct monitoren van resultaten en effecten gericht op het steeds optimaal laten aansluiten op de brede Uitvoeringspraktijk van inhoud en vorm, didactiek en pedagogiek;

• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van studenten om de startbekwaamheid te verkrijgen, vereist voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het met de student direct inspelen op de individuele leerbehoefte (inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van de student om het aan de functie gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak met o.a. Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van: inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), de optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving, de veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen, de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de opleiding, in het bijzonder t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk, het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering in de ongecontroleerde leeromgeving, het organiseren en houden van evaluaties en de verwerking van de verkregen opbrengsten voor de verbetering van opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving, de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren);

• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek gericht op het steeds laten aansluiten van de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving op de actuele vereisten;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van lesmateriaal gericht op het aansluiten van de geboden opleiding en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student;

• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking) in het kader van de uitvoering van State-of-the-Art politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen, die het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• het behalen van resultaten uit netwerken;

• de uitvoering van operationele politietaken gericht op het steeds laten aansluiten van de (eigen) professionaliteit op de actuele vereisten m.b.t. het als Operationeel Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• analyse, advies en effectuering m.b.t. de verbetering van de uitvoering van State-of-the-Art politieonderwijs in de Ongecontroleerde Leeromgeving t.b.v. de brede Uitvoeringspraktijk (OpDo-Intermediair);

• het analyseren van en adviseren over (aangereikte) specifieke problematiek en over gebruik en toepassing van Operationeel Docentschap beleid(sproducten), m.b.t. het State-of-the-Art certificerend / diplomerend politie-onderwijs in al zijn varianten en expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het bij elkaar brengen van vraag en aanbod ten aanzien van het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het intermediairschap (vraag & aanbod / acquisitie);

• de vakinhoudelijke Operationeel Docentschap vertegenwoordiging;

• het informeren over op vraag afgestemd aanbod van beschikbare en te ontwikkelen Operationeel Docentschap oplossingen, producten & diensten (i.c. inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs) en ter zake (de begeleiding bij) de toepassing ervan;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het op basis van vastgestelde plannen van aanpak begeleiden en ondersteunen van implementatietrajecten;

vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken, werkwijzen en instrumenten, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen, zelfstandig aanpakken.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij;

• het analyseren van en adviseren over de door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek vanuit Operationeel Docentschap met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingen zelfstandig aanpakken.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het opstellen van plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;

• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;

• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van lesmateriaal;

• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• het initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren van netwerken.

op de juiste wijze:

• analyseren, concluderen en adviseren m.b.t. aangereikte problematiek;

• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats opstellen;

• opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden van studenten;

• opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• evalueren en verbeteren van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• leveren van input voor – en participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, opstellen voor de uitvoering van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. besluitvorming op verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• scenario-denken toepassen in plannen van aanpak veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

• signaleren van – en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;

• inschatten van veiligheidsrisico’s en deze in permanente alertheid beheersen;

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• netwerken bouwen en onderhouden;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• operationele politietaken uitvoeren vanuit het Operationeel Docentschap;

• aanwenden van dwangmiddelen;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• optreden als mentor.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de brede Uitvoeringspraktijk in relatie tot het daarin op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten (maatwerk) opleiden en examineren van studenten tot startbekwame, professioneel optredende politiemedewerkers die moeten presteren in de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit, verscheidenheid en complexiteit;

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs;

• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot Operationeel Docentschap, i.c. opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal;

• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• methoden, technieken en procedures;

• sociale- en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen, alsmede op het gebied van didactiek, pedagogiek en onderwijskunde.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet als Intermediair vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• Operationeel Docentschap / de specialisatie;

• State-of-the-Art politieonderwijs op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal;

• inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal op MBO + HBO-niveau;

• opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal;

• organisatie, uitvoering, evaluatie en verbetering van maatregelen in het kader van Risicobeperking, i.c. veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: de Fysieke & Mentale component + de (Im)materiële component;

• monitoring bedrijfsvoering;

• analyse-, evaluatie- en adviestechniek;

• implementatietechniek;

• les- en leerstofontwikkeling;, i.c. de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van lesmateriaal t.b.v. opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• inzicht in gedrag;

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor het Operationeel Docentschap, opleiden en examineren naar startbekwaamheidsniveau expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op MBO + HBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• ontwikkeling van standaard lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal op MBO + HBO-niveau;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• netwerken;

• regievoering;

• coaching;

• conflictbemiddeling;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum;

• noodhulp en incidentmanagement;

• documentatie- en registratiesystemen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (aangereikte) problematiek m.b.v. plannen van aanpak zonder beschikbare formats;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied / specialisme;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de Uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Uitbreiding kennis vanuit OpDo-specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak van door Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek en toepassing gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken alsmede ten aanzien van vakinhoudelijke vertegenwoordiging / Intermediair- schap.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft HBO werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld + ruime ervaring waarbij ook Operationeel Docentschap / OpDo-specialisatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterrein en/of specifieke functionaliteiten gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens het opleiden / examineren in ongecontroleerde leeromgeving, en dit zich voor de operationeel docent terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Docent D

Kern van de functie

Docenten dragen bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op te leiden tot competente medewerkers, die daarmee beschikken over politiespecifieke kennis, vaardigheden en gedragskenmerken (competenties), in overeenstemming met de gevraagde deskundigheid in hun (beoogde) functie, voor nu en in de toekomst. Docenten ontwikkelen onderwijspakketten die nauw aansluiten aan de actuele deskundigheidsvereisten in vastgestelde functies van de Nederlandse Politie.

Docenten geven met name uitvoering aan het proces Ontwikkelen en Inzetten Personeel uit de tak Ondersteuning en aan de processen in de tak Verbeteren uit het RBP.

De Docent D draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie door cursisten op te leiden tot competente medewerkers op hbo- en wo-niveau vanuit een specialisatie, passend bij de (beoogde) functie van de cursist(en). Hij verzorgt daartoe op de praktijk gerichte en op de (beoogde) functie aansluitende theorielessen en vaardigheidstrainingen. Hij volgt daarbij (standaard) lesmodules voor het overbrengen van kennis, vaardigheden en gedragskenmerken behorende bij een professionele beroepshouding. Hij neemt ten slotte proeven van bekwaamheid af en rapporteert hierover. De Docent D coördineert de ontwikkeling, realisatie en implementatie van nieuwe onderwijsprogramma’s en -pakketten. Hij inventariseert opleidingsbehoeften van politieorganisatieonderdelen (korpsen) en vertaalt deze naar onderwijsprogramma’s en -pakketten binnen gestelde kader en bewaakt samenhang.

Hij adviseert op basis van analyse vanuit specialisatie op (eerder verkende) problematiek door keuze van toe te passen specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn (tussentijds bijstellen van keuzes) alsmede als grondslag voor (het voeren van de regie op) effectieve en efficiënte implementatie beleid(sproducten). Hij vertaalt vastgestelde verbeteringen, aangedragen door Operationeel Specialisten of Bedrijfsvoeringspecialisten, vanuit didactische perspectief naar nieuwe onderwijswerkvormen/ lespakketten en nieuw lesmateriaal, daarbij rekening houdend met verschillende doelgroepen.

De Docent D bevordert en beoordeelt als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Operationele sturing

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de uitvoering van doceren en het onderwijs efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder bestaande formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners − voor het doceren en het onderwijs, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerken

Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken – waarin mogelijk tegenstrijdige belangen – ten behoeve van het optimaliseren van het doceren en onderwijs, met onder anderen Operationeel en/of Bedrijfsvoeringspecialisten; het maken van uitvoeringsafspraken en randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat het doceren en het onderwijs optimaal en actueel aansluit op het opleiden van competente medewerkers in relatie tot hun (beoogde) functie.

Verbeteren

  • Het, vanuit specialisatie, initiëren van verbeteringen en het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van doceren, onderwijs en in de toepassing van (standaard) lesmodules, zodat het geboden onderwijs actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften en de (beoogde) functie van de cursist.

  • Het formuleren van voorstellen tot verbetering in de inhoud en samenstelling van onderwijsprogramma’s en -pakketten en de wijze van implementeren, zodat een optimaal onderwijsaanbod kan worden geleverd dat nauw aansluit op de opleidingsbehoefte van politieorganisatieonderdelen.

  • Het, vanuit specialisatie, initiëren van verbeteringen en coördineren van de ontwikkeling, realisatie en implementatie van nieuwe onderwijsprogramma’s en -pakketten, zodat het geboden onderwijs actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften en de (beoogde) functie van de cursist.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Analyse en advies

  • Het analyseren van (eerder verkende) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat (eerder verkende) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn − zodat het geboden onderwijs actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften en de (beoogde) functie van de cursist en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het, vanuit analyse en specialisatie, formuleren van adviezen in het rendement van de opleiding aan leiding en/of netwerkpartners, zodat de effectiviteit en efficiëntie en de kwaliteit van het zich via de geboden opleiding verwerven van competenties op hbo- en wo-niveau wordt verhoogd.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van de resultaten en effecten van de implementatie van (nieuwe) onderwijsprogramma’s en -pakketten aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat er input is voor het bijsturen van lopende implementaties en voor verbetering van toekomstige implementaties.

Doceren

  • Het geven van theorielessen volgens (standaard) lesmateriaal, zodat de cursisten competente medewerkers op hbo- en wo-niveau worden voor hun (beoogde) functie.

  • Het doceren en aanleren van cursisten van een professionele beroepshouding, waaronder omgaan met bevoegdheden en geweld, attitude- en houdingsaspecten op het gebied van interactie met politie en publiek (bekeuringsituaties, aanhoudingen, crisisinterventie, antidiscriminatie en dergelijke), zodat de cursisten competente medewerkers worden voor hun (beoogde) functie.

Studiebegeleiding

Het zijn van aanspreekpunt voor de cursist in zijn opleiding; het monitoren, analyseren en beoordelen van diens voortgang in de verwerving van competenties; het individueel adviseren over op peil houden/brengen bekwaamheid van de cursist, zodat de cursist inzicht heeft in zijn ontwikkeling tijdens de opleiding en in zijn bekwaamheden.

Examineren

Het afnemen van proeven van bekwaamheid en het hierover rapporteren, zodat bij positief resultaat de cursist in het bezit is van het geldende certificaat of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de cursist.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar;

• operationele sturing;

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit (specialistische) analyse;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van implementatietrajecten;

• voorstellen voor verbetering van implementeren;

• regisseerde implementatie van beleids(producten);

• analyse vanuit specialisatie;

• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie;

• gemonitoord gebruik en toepassing van beleids(producten), zoals onderwijsprogramma’s;

• het begeleiden van implementatie van beleids(producten), zoals onderwijsprogramma’s;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• verbetervoorstellen op basis van analyse op het doceren, het onderwijs en de implementatie van verbeteringen;

• verzorgd onderwijs;

• afgenomen proeven van bekwaamheid en rapportages van afgelegde proeven van bekwaamheid (certificaten);

• begeleide cursisten;

• geïnventariseerde opleidingsbehoefte van politieorganisatieonderdelen (korpsen);

• advies aan leiding en/of netwerkpartners aan de hand van analyse vanuit specialisatie op de leerprestaties van cursisten op werkterrein en/of specialisatie.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (nieuwe) netwerken met mogelijk ook tegenstrijdige belangen; maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners;

• analyseert (eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van een keuze uit specialistische methoden en technieken en een keuze uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• formuleert vanuit analyse en monitoring en vanuit specialisatie, passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van doceren, ten aanzien van de inhoud van (standaard) lesmodules, en ten aanzien van inhoud en samenstelling onderwijsprogramma’s en -pakketten;

• initieert en implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• brengt cursisten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften proeven van bekwaamheid af en rapporteert;

• stelt − op basis van specialistische analyses op de leerprestaties van cursisten − actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven van competenties op hbo- en wo- niveau in het toegewezen werkterrein en/of specialisatie;

• bevordert actief de vakvolwassenheid van cursisten door coaching, overdracht van kennis en vaardigheden en het op maat formuleren van aanbevelingen;

• inventariseert stelselmatig de onderwijsbehoeften in politieorganisatieonderdelen;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijke plannen van aanpak voor implementatie van nieuwe onderwijsprogramma’s en -pakketten;

• coördineert en voert vasthoudend de regie over de implementatie van vastgestelde nieuwe onderwijsprogramma’s en -pakketten;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• bewaakt nauwlettend de samenhang in onderwijsprogramma’s en -pakketten;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken ten behoeve van de implementatie van vastgestelde nieuwe onderwijsprogramma’s en -pakketten;

• monitoort en evalueert stelselmatig de kwaliteit en voortgang van implementatie aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijk overzicht van benodigde kwaliteit en kwantiteit van mensen en middelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de werkwijze in een helder plan van aanpak (ook zonder bestaande formats).

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – met behulp van / door toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden, technieken en via bekende benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• operationele sturing:

• initiëren van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen formuleren vanuit (specialistische) analyse;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• initiëren van implementatietrajecten;

• voorstellen voor verbetering van implementeren;

• regisseerde implementatie van beleids(producten);

• analyseren vanuit specialisatie;

• adviseren op basis van analyse vanuit specialisatie

• monitoren op gebruik en toepassing van beleids(producten), zoals onderwijsprogramma’s

• het begeleiden van implementatie van beleids(producten), zoals onderwijsprogramma’s

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• verbetervoorstellen formuleren op basis van analyse op het doceren, het onderwijs en de implementatie van verbeteringen;

• onderwijs verzorgen;

• proeven van bekwaamheid afnemen en daarover rapporteren;

• analyseren vanuit specialisatie op de leerprestaties van cursisten, leiding en/of netwerkpartners adviseren over mogelijke rendementsverhoging in het opleiden tot hbo- en wo-niveau;

• als mentor optreden;

• opleidingsbehoefte van politieorganisatieonderdelen (korpsen) inventariseren;

• plannen van aanpak opstellen voor gecoördineerde implementatie van aanpassingen aan en van nieuwe onderwijsprogramma’s en -pakketten;

• samenhang in lesprogramma’s en -pakketten bewaken.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, zelfstandig inzet en inbreng vanuit specialisatie vergt door keuze van toe te passen gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en bekende benaderingswijze, waarvoor oplossingsrichtingen bekend zijn;

• operationele sturing;

• cursisten;

• onderwijs/scholen;

• doceren;

• begeleiding van competentieverwerving op basis van:

• plannen van aanpak in de vorm van studie-advies, ook waar beschikbare formats niet voorhanden zijn;

• leerbehoefte en instapniveau van de cursisten;

• (standaard) lesmodules;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functies van de cursisten op hbo- en wo-niveau;

• ontwikkeltrajecten nieuwe onderwijsprogramma’s en -pakketten;

• initiëren en regisseren van en in (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionaris oplossingen voor (eerder verkende) problematiek, die zelfstandig worden gegenereerd vanuit specialisatie met keuze uit bekende oplossingsrichtingen en bekende benaderingswijze voor de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het opstellen van plannen van aanpak, ook die waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• het bouwen, onderhouden en regie in netwerken;

• de organisatie en aansturing van het vastgestelde plannen van aanpak;

• implementatietrajecten.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het verzorgen van onderwijs;

• in het kader van realisatie van het vastgestelde plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van operationele en regie aangestuurde functionarissen;

• het inventariseren van de onderwijsbehoeften in politieorganisatieonderdelen;

• het opstellen van plannen van aanpak voor implementatie;

• het coördineren en uitvoeren van vastgestelde plannen van aanpak (organisatorische coördinatie);

• implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het bouwen, onderhouden en regie in netwerken;

• het bewaren van samenhang in inhoud en samenstelling onderwijsprogramma’s en -pakketten;

• het monitoren en evalueren van implementatietrajecten;

• het op basis van knelpuntenanalyses adviseren over implementatietraject;

• het uitvoeren van analyses vanuit specialisatie op de leerprestaties van zijn cursisten;

• het vanuit analyse vanuit specialisatie opstellen van adviezen aan leiding en/of netwerkpartners over rendementsverhoging in opleidingen tot en met wo-niveau;

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng (w.o. operationele sturing) oplossingsrichtingen zijn daarbij bekend.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de (eerder verkende) problematiek zelfstandig aanpakken vanuit specialisatie door keuze uit gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en keuze uit bekende oplossingsrichtingen, waarvoor de oplossingsrichtingen bekend zijn, die zich voordoen bij:

• het verzorgen van onderwijs;

• het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) voor implementatie van nieuwe onderwijsprogramma’s en -pakketten;

• het uitvoeren van analyses op implementatie;

• het adviseren aan leiding en/of netwerkpartners;

• het aansturen van de hem op basis van vastgestelde plannen van aanpak toegewezen functionarissen (organisatorische coördinatie en regie);

• het op basis van analyse en specialisatie formuleren van voorstellen tot verbeteringen;

• het initiëren en monitoren en evalueren van en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (nieuwe) (werkterreingerelateerde) netwerken, ook wanneer daar tegenstrijdige belangen van netwerkpartners aan verbonden zijn;

• het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan met netwerkpartners met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen;

op de juiste wijze:

• onderwijs verzorgen;

• analyses vanuit specialisatie uitvoeren;

• samenhang bewaren in inhoud en samenstelling onderwijsprogramma’s en -pakketten;

• onderwijsbehoeften in politieorganisatieonderdelen inventariseren;

• implementatie van nieuwe onderwijsprogramma’s en -pakketten organiseren, coördineren, begeleiden en evalueren;

• de voortgang van implementatie monitoren en evalueren aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• optreden als mentor;

• zelfstandige aanpakken van (eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie door keuze uit bekende benaderingswijzen en door keuze uit specialistische methoden en technieken, waarvoor de oplossingsrichtingen bekend zijn.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en de specialisatie van deze functie raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet, komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met:

• de inhoud van de opleiding;

• de didactiek;

• het beroepsonderwijs.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en de specialisatie behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voorzover deze inhoudelijk relevant zijn voor doceren, studiebegeleiding en examineren;

• de specialisatie;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• regisseren van netwerken;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• coaching;

• analysetechnieken; knelpuntenanalyse

• implementatietechnieken;

• advisering;

• mentor

• examinering;

• les- en leerstofontwikkeling;

• regievoering en operationele sturing.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van organisatorische coördinatie, implementatietechnieken en verandermanagement;

• Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak eerder verkende problematiek alsmede ten aanzien van operationele sturing en implementatie-regie.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld met ruime ervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig in de situatie waarin ondanks alle mogelijke inspanningen op inventarisatie, ontwikkeling en implementatie, aangepaste en nieuwe onderwijsprogramma’s en -pakketten om redenen die niet konden worden voorzien, niet worden afgenomen door de politieorganisatieonderdelen, en dit zich vertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het hem toegewezen werkterrein en/of specialisatie. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Bedrijfsvoeringspecialist C

Kern van de functie

Bedrijfsvoeringspecialismen draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk vanuit specialisatie te ondersteunen en door zich proactief en reactief te richten op verbeteringen in de bedrijfsvoering.

De praktijkinzet (1) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, (financiële) jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet (2) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, ontwikkeling van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarstelling en borging daarvan.

Bedrijfsvoeringspecialismen geeft met name uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen & Verbeteren en aan de takken Besturen & Voorbereiden uit het RBP.

  • (1)

    De Bedrijfsvoeringspecialist C draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door (eerder verkende) problematiek op te lossen en/of producten & diensten te leveren door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes kan aan de orde zijn.

  • (2)

    De Bedrijfsvoeringspecialist C organiseert, ondersteunt en begeleidt de implementatie (operationele sturing en regie) van vastgestelde (nieuwe) kaders, werkwijzen, procedures, instrumenten, methoden en technieken en beleid, alsmede vastgestelde verbeteringen in de uitvoeringspraktijk. Hij analyseert, monitoort en evalueert daartoe de voortgang en het effect van implementatie aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren, analyseert de oorzaak van afwijkingen en adviseert over bijsturing.

De Bedrijfsvoeringspecialist C initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken van (ook externe) bedrijfsvoeringspecialisten op implementatie met mogelijk tegenstrijdige belangen en verricht operationele sturing. Hij maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten en implementatieregie.

Hij bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen. Hij bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Binnen het vakgebied Bedrijfsvoeringspecialismen komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.36Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’.

Activiteiten en resultaten

(1)

Praktijkinzet:

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Inbreng vanuit specialisatie binnen de bedrijfsvoering

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de bedrijfsvoering wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van (eerder verkende) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat (eerder verkende) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn − zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in maatwerkplannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek.

(2)

Beleidsinzet:

Regie op implementatie beleids(producten)/Organisatie van implementatie

  • Het − in het kader van voorbereiding − opstellen van maatwerkplannen van aanpak, met inachtneming van het implementatie-instrumentarium, voor de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken; het formuleren daarin van doelstellingen en werkwijzen; het opstellen van prognoses voor de benodigde inzet van mensen en middelen, zodat de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

  • Het organiseren, begeleiden en ondersteunen − in de bedrijfsvoering en in de uitvoeringspraktijk conform vastgesteld maatwerkplan van aanpak − van de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken vanuit een werkterrein/aandachtsgebied(en), zodat de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

  • Het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en in netwerken over de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, het sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van implementatie verbetert.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van de resultaten en effecten van implementatie van (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en in de uitvoeringspraktijk aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat er input is voor het bijsturen van lopende implementaties en voor verbetering van toekomstige implementaties.

  • Het − vanuit analyse, monitoring en evaluatie van implementaties − adviseren over lopende implementatietrajecten en over werkwijzen voor toekomstige implementatietrajecten, zodat er een basis ontstaat voor besluitvorming over bijsturing in aanpak van implementaties en daarmee de effectiviteit en efficiëntie van de implementatie wordt verhoogd.

  • Het adviseren aan de leiding over het integreren van de couleur locale van het korps/-onderdeel in landelijk vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, zodat landelijk vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken effectief en efficiënt in de colour locale van het korps/-onderdeel kunnen worden geïmplementeerd.

  • Het individueel adviseren en beantwoorden van vragen over de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de praktijk, zodat de individuele functionaris wordt gemotiveerd in het toepassen en daarmee de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

  • Het attenderen van de betrokken collega’s op mogelijke (noodzakelijke) vervolgacties, zodat de betrokkenheid van collega’s wordt verhoogd en daarmee de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

Verbetering bedrijfsvoering en implementatie

  • Het − wanneer de specialisatie leidend is in de aanpak van (aangereikte) bedrijfsvoerings- problematiek − opstellen van maatwerkplannen van aanpak voor het oplossen van knelpunten in en verbetering van de bedrijfsvoering, zodat er besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

  • Het formuleren van voorstellen tot verbeteringen in het implementeren; het begeleiden en ondersteunen van de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken door het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en in netwerken, het sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van implementatie verbetert.

Netwerken

  • Het participeren in bestaande landelijke netwerken van (ook externe) bedrijfsvoeringspecialisten op de voor hem relevante werkterreinen en aandachtsgebieden, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het initiëren, opbouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken van (ook externe) vakinhoudelijke specialisten, zodat kennis over het specialisme wordt gedeeld en daarmee alle mogelijkheden worden benut om tot hoogwaardige aanpak van problematiek, bieden van oplossingen en leveren van producten te komen.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de aanpak vanuit specialisatie van aangereikte bedrijfsvoeringproblematiek, zodat de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak efficiënt en effectief verloopt.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, zodat de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken landelijk uniform en effectief en efficiënt verloopt.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken waarin (ook externe) implementatiespecialisten participeren, zodat kennis over implementeren wordt gedeeld en daarmee alle mogelijkheden worden benut om tot hoogwaardige implementatie te komen.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de bedrijfsvoering wordt bevorderd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het toetsen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Ambtelijk secretaris.

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/ specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor (eerder verkende) problematiek;

• producten & diensten;

• maatwerk plannen van aanpak;

• georganiseerde, geregisseerde en geëvalueerde implementatietrajecten;

• operationele sturing: georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is;

• analyses, monitoring en evaluaties van resultaten en effecten volgend op implementaties;

• adviezen (verbetering) uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);

• netwerk ten behoeve van uitvoering (maatwerk) plannen van aanpak;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet;

Nader aangeduid:

• uitgevoerde werkzaamheden die zijn specialisatie vergen,

met als deelresultaten:

• praktisch toepasbare oplossingen vanuit specialisatie op (eerder verkende) problematiek;

• vakinhoudelijke oplossingen op (eerder verkende) problematiek waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• geïmplementeerde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden, technieken en beleid in de bedrijfsvoering en/of uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaten:

• adviezen voor integrale verbetering en/of bijsturing van verbeteringen in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk, onder meer op basis van knelpuntenanalyse van de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• afwijkingsanalyse tussen voortgang integrale implementatie van vastgestelde verbeteringen en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• vastgestelde maatwerkplannen van aanpak voor gecoördineerde integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden, technieken en beleid;

• volgens vastgesteld maatwerkplan van aanpak gecoördineerde en georganiseerde, integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden, technieken en beleid (operationele sturing);

• nagekomen uitvoerings- en randvoorwaardelijke afspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden, technieken en beleid;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van de integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden, technieken en beleid en ten behoeve van aanpak van problematiek;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van kennisuitwisseling over implementeren;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie,

met als deelresultaat:

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op vakvolwassenheid begeleide collega’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert werkzaamheden uit die zijn specialisatie vergen met inachtneming van het volgende:

• voert de werkzaamheden die zijn specialisme vergen volledig uit, maar verwijst werkzaamheden die dat niet vergen gericht door;

• analyseert (eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van een keuze uit specialistische methoden en technieken en een keuze uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• implementeert vasthoudend werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden, technieken en beleid in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• brengt – als implementator – de resultaten en effecten volgend op implementaties zodanig overzichtelijk in beeld dat daarmee een degelijkfundament bestaat voor verbetering/verhoging van effectiviteit en efficientie van (toekomstige) implementaties;

• monitoort en evalueert stelselmatig de kwaliteit en voortgang van integrale implementatie in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, voortkomend vanuit zijn specialisatie, aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• adviseert vanuit (knelpunten)analyse over integrale verbetering van implementatie in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijke maatwerkplannen van aanpak voor integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• coördineert en voert vasthoudend de regie over de integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden, technieken en beleid (operationele sturing en regie-implementatie);

• operationele sturing: organiseert, en coördineert en voert vasthoudend de regie over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafpraken;

• voert functioneringsprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• maakt heldere afspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over integrale implementatie en stuurt vasthoudend op nakoming ervan;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken ten behoeve van de integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken ten behoeve van kennisuitwisseling over implementeren;

• draagt proactief deskundigheid over op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• werkzaamheden uitvoeren die zijn specialisatie vergen;

• (eerder verkende) specifieke problematiek analyseren en daarover adviseren;

• knelpuntanalyses van de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk verrichten en adviseren over integrale verbetering van (de implementatie van) de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk (werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden, technieken en beleid);

• monitoren en evalueren van integrale implementatie aan de hand van vastgestelde kwaliteits/duurzaamheidindicatoren en adviseren over bijsturen;

• maatwerkplannen van aanpak voor integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken opstellen;

• de integrale verbetering van implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken organiseren, begeleiden en ondersteunen (operationele sturing/regie op implementatie);

• operationele aansturing indien de specialisatie leidend is;

• netwerken voor de integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken initiëren, bouwen, onderhouden en de inhoudelijke samenwerking met partners op vastgestelde onderwerpen regisseren;

• afspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van de vastgestelde maatwerkplannen van aanpak;

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren ten behoeve van kennisuitwisseling over implementeren;

• participeren in bestaande netwerken van specialisten op de eigen specialisatie;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• vanuit zijn specialisatie optreden als mentor.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• de politie als functie in de samenleving:

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s en projecten;

• gehele vakgebied inclusief werkterrein/aandachtsgebied;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen;

• operationele sturing: georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is;

• bestaande netwerken;

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• regiepositie in implementatietrajecten;

• belanghebbenden bij knelpuntanalyses van de bedrijfsvoering en/of uitvoeringspraktijk en bij advisering over integrale verbetering hiervan;

• partijen verbonden met implementatietrajecten.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (eerder verkende) problematiek op en/of levert producten & diensten door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes kan aan de orde zijn.

Hij stuurt de toepassing van deze methoden en technieken aan door operationele sturing gebaseerd op maatwerkplannen van aanpak.

Brengt de functionaris – als implementator – de resultaten en effecten volgend op implementaties in beeld en organiseert de implementatie van verbeteringen in effectiviteit en efficiëntie van (toekomstige) implementaties.

De functionaris voert de regie op de implementatie van (nieuwe) kaders, werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten en beleid. Hij analyseert, monitoort en evalueert de resultaten en effecten hiervan en adviseert.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het doorverwijzen van werkzaamheden die zijn specialisatie niet vergen naar collega’s met de passende specialisatie;

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• het organiseren, begeleiden en ondersteunen van de integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden, technieken en beleid in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk door onder meer:

• het uitvoeren van knelpuntenanalyses op de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• het monitoren en evalueren van implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidsindicatoren;

• het adviseren over (het bijsturen van) integrale werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• het opstellen van maatwerkplannen van aanpak voor integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, alsmede ten behoeve van de aanpak van problematiek;

• de operationele sturing en uitvoeren van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak voor integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, alsmede ten behoeve van de aanpak van problematiek;

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en waarbij oplossingenrichtingen bekend zijn.

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris:

• bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen en bij het verrichten van operationele sturing voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

bij analyseren van (eerder verkende) problematiek uit bekende specialistische methoden en technieken, en uit bekende benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingrichtingen bekend zijn, en het tussentijds moeten bijstellen van keuzes aan de orde kan zijn;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, alsmede ten behoeve van de aanpak van problematiek;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• het doen van aanbevelingen en het toetsen van collega’s op vakvolwassenheid vanuit operationele sturing en regiepositie;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van kennisuitwisseling over implementeren;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• het doen van aanbevelingen en het toetsen van collega’s op vanuit operationele sturing en regiepositie;

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren van en adviseren over (eerder verkende) problematiek;

• het in beeld brengen van de resultaten en effecten volgend op implementaties;

• bij het organiseren van (de implementatie van) verbeteringen in effectiviteit en efficiëntie van (toekomstige) implementaties;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken;

• het uitvoeren van knelpuntanalyses ten aanzien van gebruik en toepassing van beleids(producten) in de bedrijfsvoering en/of uitvoeringspraktijk;

• het opstellen, in het kader van voorbereiding, van maatwerkplannen van aanpak voor integrale implementatie;

• het coördineren, organiseren en aansturen van aanpak van problematiek en van integrale implementatie (operationele sturing en regie op implementatie);

vanuit specialisatie met keuze uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, en waarbij het tussentijds moeten bijstellen van keuzes aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

op de juiste wijze:

• specialistische methoden en technieken kiezen en toepassen;

• knelpuntenanalyses uitvoeren;

• maatwerkplannen van aanpak opstellen, waarin mede betrokken zijn de adviezen van (Bedrijfsvoering)specialisten;

• organiseren, coördineren en begeleiden van de integrale implementatie van vastgestelde beleids(producten) en ten behoeve van aanpak van problematiek;

• de voortgang van integrale implementatie monitoren en evalueren aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• (bijsturen van) verbeteringen in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners over implementatie;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk;

• optreden als mentor.

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• zelfstandige aanpak (eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie door keuze uit bekende benaderingswijzen en door keuze uit specialistische methoden en technieken, waarvoor de oplossingsrichtingen bekend zijn.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en)/het (de) aandachtsgebieden waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s/projecten ten aanzien van het vakgebied/het (de) werkterrein(en)/ het (de) aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• planning & control;

• specialistische (analyse)methoden en technieken;

• benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• kennis van de politieorganisatie;

• analysetechniek en advisering;

• implementatie en evaluatie techniek;

• verandermanagement;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• regievoering en operationele sturing;

• informatieoverdracht en communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• prognoses opstellen;

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van operationele sturing, implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op het (korps)beleid terzake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak (eerder verkende) problematiek met bekende benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen, en ten behoeve van organiseren, ondersteunen en begeleiden implementatie (regie) van nieuwe (beleids)producten

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld met ruime ervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien ondanks de juiste coördinatie bij implementatie) het behalen van resultaten/effecten door externe factoren stagneert dan wel uitblijft en dit zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als deze risico’s zich voordoen is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Wetenschappelijk Onderzoeker B

Kern van de functie

Onderzoek en Kennisontwikkeling draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door zich te richten op het vermeerderen, ontwikkelen en beschikbaar stellen van praktisch (relevante politiekundige) kennis en door versterking van de verbinding tussen theorie, politiepraktijk en politieonderwijs.

Onderzoek en Kennisontwikkeling geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Verbeteren, Voorbereiden en Besturen uit het RBP.

De Wetenschappelijk Onderzoeker B draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door het doen van wetenschappelijk onderzoek, het zorg dragen voor de doorwerking van kennis verkregen uit deze onderzoeken naar het onderwijs, de politieorganisatie en ketenpartners.

Hij draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door eerder verkende problematiek vanuit onderzoek op benoemde onderwerpen op te lossen en/of producten & diensten te leveren door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes kan aan de orde zijn. Hij analyseert, monitoort en evalueert daartoe de voortgang en het effect van het wetenschappelijk onderzoek aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren, analyseert de oorzaak van afwijkingen en adviseert over bijsturing.

Wetenschappelijk Onderzoeker B adviseert ten aanzien van, ondersteunt en begeleidt, evalueert de voortgang en effect van implementatie van vastgestelde beleidsproducten verkregen vanuit onderzoek, alsmede vastgestelde verbeteringen in de uitvoeringspraktijk.

De Wetenschappelijk Onderzoeker B initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken van (ook externe) onderzoekers met mogelijk tegenstrijdige belangen, gericht op het verwerven van voor de politie relevante kennis uit wetenschap. Hij maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan gericht op het realiseren van onderzoek en vastgestelde resultaten. Hij bevordert de deskundigheid van cursisten, docenten en collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen. Hij bevordert als mentor de professionaliteit van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Doceren

• Het geven van hoor- en werkcolleges in de specialisatie, waarbij de nadruk ligt op de verbinding tussen de theorie en de beroepspraktijk, zodat studenten in masterclass-situaties competente medewerkers kunnen worden voor hun (beoogde) functie.

Onderzoek

  • Het zelfstandig uitvoeren van onderzoekswerkzaamheden die zijn specialisatie vergen, vanuit onderzoek op benoemde onderwerpen, zodat specialistisch-wetenschappelijke inbreng binnen de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.

  • Het met wetenschappelijke methoden analyseren van eerder verkende problematiek, vanuit onderzoek op benoemde onderwerpen zodat een basis ontstaat voor evidence based vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses, vanuit onderzoek op benoemde onderwerpen, trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat eerder verkende problematiek, effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het vanuit wetenschappelijk onderzoek, op benoemde onderwerpen, aandragen van oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn − zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie (wetenschappelijk onderzoek) en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en verrichten van onderzoek op benoemde onderwerpen met bekende benaderingswijzen, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar adviezen, voorstellen en rapportages, etc., zodat eerder verkende problematiek efficiënt en effectief wordt aangepakt/opgelost.

  • Het organiseren en verrichten van onderzoek op benoemde onderwerpen, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar (nieuwe) werkwijzen, methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, zodat eerder verkende problematiek efficiënt en effectief wordt aangepakt / opgelost.

  • Het vanuit wetenschappelijk – op benoemde onderwerpen – onderzoek adviseren over concretiseren van beleid in maatwerkplannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek.

Analyse, monitoring en evaluatie

• Het − vanuit wetenschappelijk onderzoek op benoemde onderwerpen − analyseren, monitoren en evalueren van de resultaten en effecten van implementatie van (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en in de uitvoeringspraktijk aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat er input is voor het bijsturen van lopende implementaties en voor verbetering van toekomstige implementaties.

Advisering vanuit wetenschappelijk onderzoek op benoemde onderwerpen tbv bijsturen en verbeteren uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering

  • Het − vanuit wetenschappelijk onderzoek op benoemde onderwerpen en vanuit analyse, monitoring en evaluatie van implementaties − adviseren over lopende implementatietrajecten en over werkwijzen voor toekomstige implementatietrajecten, zodat er een basis ontstaat voor besluitvorming over bijsturing in aanpak van implementaties en daarmee de effectiviteit en efficiëntie van de implementatie wordt verhoogd.

  • Het – vanuit wetenschappelijk onderzoek op benoemde onderwerpen – adviseren aan de leiding over het integreren van de couleur locale van het korps/-onderdeel in landelijk vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, zodat landelijk vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken effectief en efficiënt in de colour locale van het korps/-onderdeel kunnen worden geïmplementeerd.

Inbreng vanuit onderzoek binnen de bedrijfsvoering

  • Het oplossen van eerder verkende problematiek vanuit onderzoek op benoemde onderwerpen en/of het leveren van producten & diensten door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit wetenschappelijk onderzoek en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en coördineren van proefomgevingen voorafgaand aan oplevering van onderzoeksresultaten in het kader van wetenschappelijk onderzoek op benoemde onderwerpen, zodat de kwaliteit van het onderzoek wordt verhoogd en daarmee effectief en efficiënt verloopt.

  • Het vanuit wetenschappelijk onderzoek op benoemde onderwerpen leveren van input voor het ontwikkelen van lesmodules/trainingen, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd en onderwijsontwikkeling effectief en efficiënt wordt ondersteund vanuit wetenschappelijk onderzoek en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het publiceren van uitkomsten van onderzoeken, zodat kennis breed wordt gedeeld.

Verbeteren

• Het doen van voorstellen tot onderzoeksopdrachten op de specialisatie, zodat politieorganisatieonderdelen (korpsen) kunnen beschikken over een passend en actueel aanbod van kennis en daarmee de deskundigheid van de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Implementatie

  • Het – in het kader van voorbereiding en vanuit conclusies van onderzoek- opstellen van implementatie-scenario’s, met inachtneming van het implementatie-instrumentarium, voor de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, zodat de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

  • Het ondersteunen – conform vastgesteld maatwerk plan van aanpak – van de implementatie van vastgestelde beleidsproducten ((nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken) verkregen vanuit onderzoek op benoemde onderwerpen, zodat de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

Netwerken

  • Het participeren in bestaande landelijke netwerken van (ook externe) onderzoekers op de voor hem relevante benoemde onderzoeksonderwerpen, zodat kennis binnen het onderzoek wordt gedeeld en daarmee effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken van (ook externe) onderzoekers met mogelijk tegenstrijdige belangen, gericht op het verwerven van voor de politie relevante kennis uit wetenschap, zodat alle informatie en gezichtspunten worden benut en daarmee de kwaliteit en duurzaamheid van onderzoeksresultaten worden geborgd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken van (ook externe) onderzoekers met mogelijk tegenstrijdige belangen, zodat kennis over het onderwerp van onderzoek wordt gedeeld en daarmee alle mogelijkheden worden benut om tot een hoogwaardige aanpak van problematiek, het bieden van oplossingen en leveren van producten te komen.

  • Het participeren in netwerken ten behoeve van implementaties, zodat het effect van de toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en het implementatie-instrumentarium kan worden gemonitoord en geëvalueerd en een basis ontstaat voor eventuele bijsturing.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, zodat de implementatie van vastgestelde beleidsproducten verkregen vanuit onderzoek op benoemde onderwerpen alsmede vastgestelde verbeteringen in de uitvoeringspraktijk, landelijk uniform en effectief en efficiënt verloopt.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving vanuit wetenschappelijk onderzoek;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied /specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• op benoemde onderwerpen gespitst wetenschappelijk onderzoek;

• hoor -en werkcolleges in de specialisatie;

• voorstellen tot onderzoeksopdrachten;

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor eerder verkende problematiek;

• producten & diensten;

• georganiseerd, geregisseerd en geëvalueerd implementatietrajecten;

• analyses, monitoring en evaluaties van resultaten en effecten volgend op implementaties gebaseerd op de uitkomsten van verricht wetenschappelijk onderzoek;

• adviezen (verbetering) uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) (landelijke) netwerken ten behoeve van kennisuitwisseling en wetenschappelijk onderzoek;

• netwerk ten behoeve van uitvoering (maatwerk) plannen van aanpak;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe), ook internationale netwerken van onderzoekers gericht op het ontwikkelen van benaderingswijzen bij eerder verkende problematiek;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid.

• maatwerkplannen van aanpak;

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op vakvolwassenheid begeleide collega’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• brengt studenten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;

• analyseert eerder verkende problematiek vanuit wetenschappelijk onderzoek met toepassing van een keuze uit specialistisch methoden en technieken en een keuze uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• monitoort en evalueert stelselmatig de kwaliteit en voortgang van integrale implementatie in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, voortkomend vanuit wetenschappelijk onderzoek, aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• adviseert vanuit (knelpunten)analyse over integrale verbetering van implementatie in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• stelt plannen van aanpak van onderzoek op aan de hand van scenariodenken;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijke maatwerkplannen van aanpak voor integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• publiceert stelselmatig de resultaten uit onderzoek;

• formuleert besluitwaardige voorstellen voor onderzoeksopdrachten;

• initieert, bouwt, onderhoudt regisseert actief (ook internationale) netwerken − vanuit specialisatie − ten behoeve van kennisuitwisseling en wetenschappelijk onderzoek;

• draagt proactief deskundigheid over op docenten en studenten.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• op benoemde onderwerpen toegespitst wetenschappelijk onderzoek uitvoeren;

• hoor -en werkcolleges in de specialisatie geven;

• voorstellen doen tot onderzoeksopdrachten;

• rapportages opstellen van analyse en conclusies;

• producten & diensten leveren;

• eerder verkende specifieke problematiek analyseren en daarover adviseren;

• oplossingen aandragen voor eerder verkende problematiek;

• organiseren, regisseren en evalueren van implementatietrajecten;

• kiezen van (nieuwe) beleidsproducten, w.o. werkwijzen, specialistische methoden en technieken, instrumenten en benaderingswijzen;

• analyseren, monitoren en evalueren van resultaten en effecten volgend op implementaties gebaseerd op de uitkomsten van verricht wetenschappelijk onderzoek;

• adviseren (verbetering) uitvoeringspraktijk (bedrijfsvoering);

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren ten behoeve van kennisuitwisseling en wetenschappelijk onderzoek;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe), ook internationale netwerken van onderzoekers gericht op het ontwikkelen van benaderingswijzen bij eerder verkende problematiek;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid.

• delen actuele specialistische kennis;

• op vakvolwassenheid begeleiden van collega’s.

• als mentor optreden;

• maatwerkplannen van aanpak opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie en wetenschap;

• de politie als functie in de samenleving’

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet op en vanuit wetenschappelijk onderzoek;

• het gehele vakgebied;

• een specialisatie;

• eerder verkende problematiek die zelfstandige inzet en inbreng vanuit specialisatie vergt door keuze van toe te passen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en keuze uit bekende benaderingswijzen, waarbij het tussentijds moeten bijstellen van keuzes aan de orde kan zijn;

• analyse met keuze uit specialistische methoden en technieken, en met keuze van bekende benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingrichtingen bekend zijn;

• (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen;

• proefomgeving, implementatieomgeving en evaluatieomgeving (nieuwe werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en bekende benaderingswijzen);

• belanghebbenden bij analyses van het onderwijs en bij de bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen

• partijen verbonden met implementatietrajecten.

• regiepositie in implementatietrajecten;

• regiepositie in (nieuwe) kennis- en ontwikkelnetwerken;

• ontwikkelomgeving en proefomgevingen;

• wetenschappelijke onderzoekskringen;

• onderwijsomgeving.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris eerder verkende problematiek op en/of levert producten & diensten door het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes kan aan de orde zijn.

Brengt de functionaris – als wetenschappelijk onderzoeker – de resultaten en effecten volgend op implementaties in beeld en organiseert de implementatie van verbeteringen in effectiviteit en efficiëntie van (toekomstige) implementaties.

De functionaris voert de regie op onderzoek van benoemde onderwerpen en van de daarop gebaseerde implementatie van (nieuwe) kaders, werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten en beleid. Hij analyseert, monitoort en evalueert de resultaten en effecten hiervan en adviseert.

• kiest de functionaris:

• bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie (wetenschappelijk onderzoeker) vergen en bij het regisseren van onderzoek voor de meest effectieve en efficiënte aanpak; bij analyseren van (eerder verkende) problematiek uit bekende specialistische methoden en technieken, en uit bekende benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingrichtingen bekend zijn, en het tussentijds moeten bijstellen van keuzes aan de orde kan zijn;

Neemt de functionaris het initiatief tot het organiseren, begeleiden en ondersteunen van onderzoek op benoemde onderwerpen en van de daarop gebaseerde integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken door onder meer:

• het uitvoeren van knelpuntenanalyses;

• het monitoren en evalueren van implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidsindicatoren;

• het adviseren over (het bijsturen van) integrale werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

• het opstellen van maatwerkplannen van aanpak;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijk aanpak van problematiek bij:

• het analyseren van eerder verkende specifieke problematiek en het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen in de vorm van adviezen;

• het monitoren en evalueren van de implementatie van verbeteringen en de toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en aan de hand van vastgestelde kwaliteits- /duurzaamheidindicatoren;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van kennisuitwisseling en wetenschappelijk onderzoek;

• het ontwikkelen van lesmateriaal, trainingen, handreikingen en adviezen over de toepassing van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het inrichten van proefomgevingen;

• het formuleren van voorstellen tot onderzoeksopdrachten;

• het publiceren van onderzoeksresultaten;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (internationale) netwerken van onderzoekers;

• neemt de functionaris het initiatief tot het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op docenten en studenten;

waarbij de aanpak gebaseerd is op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en waarbij oplossingsrichtingen bekend zijn.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen (geven van onderwijs, verrichten van onderzoek);

• het − vanuit wetenschappelijk onderzoek − analyseren van en adviseren over eerder verkende specifieke problematiek,

• het in beeld brengen van de resultaten en effecten volgend op wetenschappelijk onderzoek en implementaties;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken;

• het uitvoeren van knelpuntanalyses;

• het formuleren van voorstellen tot onderzoeksopdrachten;

• het opstellen, in het kader van voorbereiding, van maatwerkplannen van aanpak voor onderzoek op benoemde onderwerpen en de daarop gebaseerde integrale implementatie;

vanuit specialisatie met keuze uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, en waarbij het tussentijds moeten bijstellen van keuzes aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

op de juiste wijze:

• knelpuntenanalyses uitvoeren;

• organiseren, coördineren, begeleiden, ondersteunen en evalueren van onderzoek op benoemde onderwerpen en de daarop gebaseerde integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• de voortgang van integrale implementatie monitoren en evalueren aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• specialistische methoden en technieken kiezen en toepassen;

• maatwerkplannen van aanpak opstellen,

• (bijsturen van) verbeteringen in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk;

• optreden als mentor.

• zelfstandige aanpak eerder verkende problematiek vanuit specialisatie door keuze uit bekende benaderingswijzen en door keuze uit specialistische methoden en technieken, waarvoor de oplossingsrichtingen bekend zijn.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met de specialisatie waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijk én beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s/projecten ten aanzien van het vakgebied/het (de) werkterrein(en)/ het (de) aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• planning & control;

• specialistische (analyse)methoden en technieken;

• benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• onderzoek,

• kennis van de politieorganisatie;

• analysetechniek en advisering;

• implementatie en evaluatie techniek;

• verandermanagement;

• inzicht in gedrag;

• netwerken;

• regievoering;

• informatieoverdracht en communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• prognoses opstellen;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• examinering;

• les- en leerstofontwikkeling;

• opstellen van handleidingen en instructies.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het specialisme en op het vakgebied doceren die voor deze functie relevant zijn;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op het (korps)beleid terzake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt zicht op onderzoekswereld en kenniskringen;

• houdt zicht op onderzoeksfaciliteiten (intern en extern) op zijn specialisatie;

• houdt zicht op vakbladen nationaal, internationaal) waarin gepubliceerd kan worden vanuit zijn specialisatie.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak eerder verkende problematiek en implementatie-regie.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• afgeronde relevante studie in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld en ruime ervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig in de situatie waarin ondanks alle mogelijke inspanningen op onderzoeksgebied, evidence based oplossingen niet worden afgenomen door de politie en/of indien op de juiste wijze ontwikkelde, beschikbaar gestelde en geïmplementeerde beleidsproducten door externe factoren niet het effect sorteert dat ermee werd beoogd, en dit zich vertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het hem toegewezen werkterrein en/of specialisatie, dan wel terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Politie Vlieger

Kern van de functie

Luchtvaart draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te ondersteunen met hoogwaardige inzet van specifieke vervoersmiddelen met politiespecifieke randapparatuur onder vaak bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen, waarbij richtinggevende bepalingen vastgelegd zijn conform Europese regelgeving verwoord in het Basis Operation Manual.

Luchtvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren en Verbeteren uit het RBP.

De Politie Vlieger draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te ondersteunen met behulp van luchtvaartuigen. De Politie Vlieger geeft, als gezagvoerder, leiding aan de bemanning en is te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid van het luchtvaartuig, de bemanning, de passagiers, de luchtinzet tijdens missies en voor de vluchtadministratie. Hij neemt tijdens de vlucht, vanuit autonomie, ad hoc beslissingen ten behoeve van veiligheid van het luchtvaartuig, de bemanning, de passagiers, de missie en zijn omgeving. Hij vertegenwoordigt – als Politie Vlieger − tijdens de vlucht de Politie.

Activiteiten en resultaten

Leiding/gezagvoering (Inzet en inbreng van luchtvaartuigen bij missies)

  • Het geven van leiding aan de bemanning op het gebied van vluchttechnische uitvoering van vluchten, zodat een veilige vlucht van luchtvaartuig wordt gewaarborgd.

  • Het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan, zodat de bemanning optimaal gefaciliteerd is om gemotiveerd de werkzaamheden effectief en efficiënt uit te voeren binnen veiligheidsnormen in relatie tot de bemanningsleden te verrichten werkzaamheden.

  • Het briefen, debriefen en aansturen van de bemanning op effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden en de navolging van standaards en normen, vaste procedures, operationele handboeken en vliegveiligheidsvoorschriften, zodat de inzet van het luchtvaartuig maximaal rendeert in termen van de door de bemanningsleden te verrichten werkzaamheden en de vlucht en missie geëvalueerd wordt.

  • Het instrueren van passagiers bij briefing en aanwijzingen geven tijdens de vlucht, zodat een veilige vluchtuitvoering

  • Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak, zodat de inzet en mogelijkheden van de inzet van het luchtvaartuig efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

    • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

    • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

    • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van plannen van aanpak, onder meer in het kader van werkvoorbereiding en vanuit het perspectief van aangewezen nevenactiviteiten, waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van de ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met behulp van luchtvaartuigen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerken

Het participeren in bestaande netwerken ter afstemming van inzetmogelijkheden van luchtvaartuig in relatie tot de bemanning te verrichten werkzaamheden, zodat alle vluchttechnische mogelijkheden worden benut en een basis ontstaat voor verhoging van rendement van inzet.

Analyse en advisering t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek

Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en vanuit de specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Verbeteren

  • Het analyseren van knelpunten en de mogelijkheden van inzet van het luchtvaartuig en de door bemanning gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden, zodat er een basis ontstaat voor advisering.

  • Het − vanuit analyse van knelpunten, waarin meegewogen de belangen van bemanning en inzittenden, het vluchttechnisch perspectief en de verwachtingen van resultaten − adviseren over verbeteringen van de inzetbaarheid van het luchtvaartuig, zodat het rendement van de inzet van luchtvaartuig wordt verhoogd.

Navigeren/manoeuvreren

  • Het uitvoeren van de vluchtvoorbereiding aan de hand van diverse informatiestromen waaronder, weerberichten, verkeersberichten (Metar en Notam) en navigatieberichten; het bestuderen van de relevante areacharts; het opmaken van een navigatieplan, het indienen van een vluchtplan, het berekenen van de weight en balance, performance en limieten, zodat de te volgen vlucht en de uit te voeren missie optimaal is afgestemd op de door de bemanning te verrichten werkzaamheden.

  • Het op basis van beoordeling van de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig, besluiten tot opstijgen, zodat veiligheid van het luchtvaartuig, bemanning, passagiers en omgeving worden gewaarborgd.

  • Het communiceren met belanghebbenden en instanties, zodat de vlucht tijdig, veilig en conform voorgeschreven regels en procedures verloopt.

  • Het opstijgen, navigeren, manoeuvreren en landen conform de voorgeschreven regels en procedures, zodat de vlucht tijdig en veilig verloopt en de inzet van luchtvaartuig maximaal rendeert in termen van de door inzittenden te verrichten werkzaamheden.

  • Het tijdens de vlucht zonodig geven van opdrachten, op basis van proportionaliteit, aan luchtverkeersleiding tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes voor de burgerluchtvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen, zodat de veiligheid van de acties en van het omringende vliegverkeer niet in gevaar komt (Robbery Status).

Actie-intelligentie

Het tijdens de vlucht, vanuit autonomie, nemen van beslissingen op basis van vastgestelde criteria, bevoegdheden, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de vlucht, ongeacht het doel van de missie(interventie, observatie), zodat veiligheid van luchtvaartuig, bemanning, passagiers en zijn omgeving steeds worden gewaarborgd.

Technische Controle

  • Het voorafgaand en na afloop van een vlucht uitvoeren van de voorgeschreven controles op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen, zodat de vluchten veilig en vluchttechnisch veilig verlopen en de luchtwaardigheid van luchtvaartuig steeds is gewaarborgd.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken, zodat deze verholpen kunnen worden en luchtvaartuig en de uitrusting steeds veilig inzetbaar zijn.

Vluchtadministratie

• Het vastleggen van vluchtgegevens en het vaststellen van de vluchtadministratie (vluchtplan, logboek, technische journalen) in het Aircraft Flight Log (AFL) en Aircraft Maintenance Log (AML), zodat verantwoording plaatsvindt over de vlucht, de eventuele bijzonderheden tijdens de vlucht en missie en operationele staat van luchtvaartuig.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • maintenancevlieger in het kader van het luchtwaardig verklaren van luchtvaartuig na modificaties/reparaties.

  • vliegveiligheidfunctionaris in het kader van het toetsen van voorgestelde interne procedures op wettelijke vereisten.

  • checkpilot in het kader van het bewaken van de vliegstandaard van politie vliegers en het bevorderen van de procedurevastheid van de vlieger.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• veilige vlucht van het luchtvaartuig;

• veiligheid van luchtvaartuig, bemanning, passagiers en omgeving;

• gemotiveerd, effectief en efficiënt werkende bemanning;

• maximaal rendement van de inzet van het luchtvaartuig in termen van de door inzittenden te verrichten werkzaamheden;

• beargumenteerde opdrachten aan luchtverkeersleiding tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes voor de burgerluchtvaart;

• voorafgaand en na afloop van een vlucht uitgevoerde voorgeschreven controles op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen;

• rapportage van eventuele gebreken;

• op orde zijnde vluchtadministratie conform geldende manuals en procedures;

• knelpuntenanalyse op het punt van (on)mogelijkheden van inzet van het luchtvaartuig en de door inzittenden gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden;

• adviezen over verbeteringen van de inzetbaarheid van het luchtvaartuig;

• het begeleiden van collega’s, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• plannen van aanpak waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• gezagvoering;

• participatie in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• briefing en debriefing

• verbetervoorstellen vanuit specialistische analyse;

• implementatie van vastgestelde verbeteringen

• initiëring van implementatie;

• analyse vanuit specialisatie op (niet-eerder verkende) problematiek door keuze van toe te passen, danwel (verder) te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• advies op basis van analyse vanuit specialisatie op (niet-eerder verkende) problematiek door keuze van toe te passen, danwel te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• mentorschap.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• geeft zodanig vasthoudend leiding aan de bemanning dat een veilige koers en vlucht van het luchtvaartuig wordt gewaarborgd, de bemanning gemotiveerd, effectief en efficiënt als team opereert en inzittenden de door hen te verrichten werkzaamheden kunnen verrichten;

• stuurt zodanig vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken over veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, dat de bemanning optimaal is gefaciliteerd;

• bereidt de vlucht zodanig gedegen voor dat vlucht optimaal is afgestemd op de door inzittenden te verrichten werkzaamheden rekeninghoudend met de weersomstandigheden, de luchtwaardigheid van het vaartuig grondig is beoordeeld, en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;

• stijgt op, navigeert, manoeuvreert en landt zodanig alert en conform de voorgeschreven regels en procedures dat de vlucht tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het luchtvaartuig maximaal rendeert in termen van de door inzittenden te verrichten werkzaamheden;

• neemt tijdens de vlucht uit autonomie beslissingen op basis van vastgestelde criteria, bevoegdheden, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de vlucht, ongeacht het doel van de missie (interventie, observatie);

• geeft tijdens de vlucht uit autonomie opdracht aan luchtverkeersleiding tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes voor de burgerluchtvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen; beargumenteert zo spoedig mogelijk erna deze opdracht;

• voert voorafgaand en na afloop van een vlucht nauwlettend de voorgeschreven controles op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen;

• rapporteert zodanig helder over gebreken dat deze verholpen kunnen worden en het luchtvaartuig en randapparatuur steeds veilig inzetbaar zijn;

• ziet adequaat toe op de vastlegging van gegevens in vluchtadministratie;

• analyseert (niet eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van een keuze uit dan wel door (verder) ontwikkelde/te ontwikkelen specialistische methoden en technieken en een keuze uit bekende dan wel (verder) ontwikkelde/te ontwikkelen benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• participeert actief in netwerken ter afstemming van inzetmogelijkheden van het luchtvaartuig in relatie tot de te verrichten werkzaamheden van de inzittenden;

• analyseert adequaat knelpunten en adviseert, mede aan netwerkpartners, over verbetering van rendement van de inzet van het luchtvaartuig bij het door inzittenden te verrichten werkzaamheden.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• leiding/gezagvoering geven aan van de bemanning;

• sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;

• briefen en debriefen;

• met het luchtvaartuig opstijgen, navigeren, manoeuvreren en landen;

• besluiten op basis van beoordeling van de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig al dan niet op te stijgen;

• tijdens de vlucht vanuit autonomie besluiten tot afbreken dan wel hervatten van de vlucht;

• proportioneel gebruik maken van ontheffingen in het lader van de luchtvaartwetgeving.

• tijdens de vlucht opdracht geven aan autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes voor de burgerluchtvaart;

• voorafgaand en na afloop van een vlucht de voorgeschreven controles uitvoeren op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen

• eventuele gebreken rapporteren;

• vastleggen van gegevens in de vluchtadministratie;

• knelpuntenanalyse uitvoeren en op basis daarvan adviseren;

• begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid.

• tijdens de vlucht de Politie vertegenwoordigen;

• plannen van aanpak opstellen waarvoor geen formats beschikbaar zijn;

• participeren in bestaande netwerken, maken van afstemmingsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• voorstellen doen vanuit specialistische analyse

• implementeren vastgestelde verbeteringen

• initiëren van implementatie;

• analyseren vanuit specialisatie op (niet-eerder verkende) problematiek door keuze van toe te passen, danwel (verder) te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• adviseren op basis van analyse vanuit specialisatie op (niet-eerder verkende) problematiek door keuze van toe te passen, danwel te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• mentor.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• de luchtvaart;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandige specialistische inzet en inbreng vergt;

• gezagvoering;

• participatie in bestaand netwerk;

• het luchtvaartuig;

• de door inzittenden te verrichten werkzaamheden;

• bemanning en inzittenden;

• communicatie met belanghebbenden;

• standaards en normen, vaste procedures, Basic Operational Manual, operationele handboeken en vliegveiligheidsvoorschriften de luchtvaart.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

kiest de functionarisvoor oplossingen van (eerder verkende) problematiek die worden gegenereerd vanuit specialisatie met keuze uit bekende oplossingsrichtingen en bekende benaderingswijzen en waarbij sprake is van het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, bij:

• het uitzetten van het vluchtplan;

• de beoordeling van de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig;

• het communiceren met belanghebbenden en instanties;

• het opstijgen, navigeren, manoeuvreren en landen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het zodanig inzetten van het luchtvaartuig dat de door inzittenden te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.) kunnen worden uitgevoerd, tenzij vluchttechnische uitvoering van vluchten dit niet toelaat;

• het al dan niet opstijgen;

• het afbreken of hervatten van de vlucht/missie;

• het tijdens de vlucht geven van opdrachten aan luchtverkeersleiding tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes voor de burgerluchtvaart;

• het voorafgaand en na afloop van een vlucht uitvoeren van de voorgeschreven controles op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen;

• vastleggen van gegevens in de vluchtadministratie;

• het aansturen van de politie Vlieger in opleiding en de overige bemanning;

• het participeren in netwerken ter afstemming van de vluchttechnische (on)mogelijkheden op de te verrichten werkzaamheden van de inzittenden;

• het uitvoeren van knelpuntenanalyses, en het op basis ervan adviseren over verbetering van rendement van de inzet van het luchtvaartuig bij te verrichten werkzaamheden van de inzittenden;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid,

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en gezagvoering, waarbij oplossingsrichtingen bekend zijn.

• is de functionaris − vanuit zijn bevoegdheid als gezagvoerder − verantwoordelijk voor:

• de veiligheid van het luchtvaartuig, de bemanning en passagiers;

• de vluchtadministratie;

• vluchtopdracht, inclusief inzet en inbreng bij missies.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• leiding/gezagvoering aan de bemanning;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord;

• voor en tijdens de vlucht (voorbereiden van de reis, communiceren met belanghebbenden, opstijgen, navigeren, manoeuvreren en landen; uitvoeren van de voorgeschreven controles op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen);

• toezicht op vastlegging gegevens in de vluchtadministratie en in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

vanuit specialisatie met keuze uit gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken en uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, en waarbij het tussentijds moeten bijstellen van keuzes aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

op de juiste wijze:

• de luchtwaardigheid beoordelen van het luchtvaartuig;

• inschatten wanneer er (niet) kan worden opgestegen, de vlucht/missie moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat;

• inschatten wanneer opdracht moet worden gegeven tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes van de burgerluchtvaart;

• knelpuntenanalyses uitvoeren en op grond daarvan adviseren over inzetrendement van het luchtvaartuig;

• voortgangsgesprekken voeren;

• optreden als mentor

• participeren in bestaande netwerken;

• zelfstandige aanpak (eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie met keuze uit uit gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken, bekende oplossingsrichtingen en bekende benaderingswijzen.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot luchtvaart, conform ICAO en EU-OPS

• techniek: luchtvaarttechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;

• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde, natuurkunde).

Alertheid op inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet én beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de luchtvaart;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in de Engelse taal;

• luchtvaarttechniek;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• knelpuntenanalysetechniek;

• leiding geven/gezagvoering;

• analyse en advisering;

• netwerken;

• coaching, met toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief zelfstandig kennisbronnen voor uitbreiding kennis vanuit specialisatie verworven ten behoeve van aanpak eerder-verkende problematiek;

• zelfstandige kennisverwerving op het bijblijven op de specialisatie.

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de uitvoeringspraktijk en specialisatie.

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het vakgebied ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak (eerder verkende) problematiek met bekende benaderingswijze en bekende oplossingsrichtingen alsmede ten aanzien van gezagvoering en implementatie-regie.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld en ruime ervaring dan wel EVC gelijkwaardig daaraan

• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens het bemanningsvoorschrift luchtvaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het bij het navigeren en manoeuvreren van het luchtvaartuig en het bloot staan aan trillingen en g-krachten en aan krachten op het evenwichtsorgaan. En bij het volgen van vliegveiligheidtrainingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. En door het snel moeten verwerken informatie van verschillende bronnen en daarop handelen.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste vluchttechnische afwegingen tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Specialist C

Kern van de functie

Operationeel Specialismen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met oplossingen, en door beleidsontwikkeling en beleidsconcretisering vanuit specialisatie, door operationele aansturing van én door deelname aan de uitvoeringspraktijk (domein Uitvoering).

De praktijkinzet(1) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen en oplossingsrichtingen waarop keuzes en prioriteiten in de uitvoeringspraktijk kunnen worden gebaseerd, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet(2) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarheidstelling en borging daarvan.

Operationeel Specialismen geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Besturen, Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

  • (1.)

    De Operationeel Specialist C draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door − bij de aanpak van veiligheidsproblematiek en bij opsporingsonderzoeken c.q. onderzoeksclusters waarin de specialisatie leidend is − (maatwerk) plannen van aanpak op te stellen en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak te coördineren en te organiseren en oplossingen en producten&diensten te leveren door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes kan aan de orde zijn.

    De Operationeel Specialist C analyseert knelpunten in de uitvoeringspraktijk en adviseert vanuit deze analyse over verbeteringen in de uitvoeringspraktijk.

  • (2.)

    De Operationeel Specialist C organiseert, ondersteunt en begeleidt de implementatie (regie) van vastgestelde (nieuwe) kaders, werkwijzen, procedures, instrumenten, methoden en technieken en beleid, alsmede vastgestelde verbeteringen in de uitvoeringspraktijk. Hij analyseert, monitoort en evalueert daartoe de voortgang en het effect van implementatie aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren, analyseert de oorzaak van afwijkingen en adviseert over bijsturing.

De Operationeel Specialist C initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert op inhoudelijke samenwerking netwerken en verricht operationele sturing ten behoeve van de uitvoering van plannen van aanpak voor opsporingsonderzoeken c.q. onderzoeksclusters en voor de aanpak van veiligheidsproblematiek waarin de specialisatie leidend is, alsmede voor plannen van aanpak van implementatie en regisseert de inhoudelijke samenwerking met partners op vastgestelde onderwerpen.

De Operationeel Specialist C maakt uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van plannen van aanpak van implementatie; hij stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming van afspraken gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten en implementatie-regie.

De Operationeel Specialist C bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen. Hij bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Binnen het vakgebied Operationeel specialismen komt een aantal werkterreinen37Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet. Indien de medewerker is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, wordt hij niet ingezet in situaties waarin sprake is van optreden in het publieke domein met herkenbaarheid en aanspreekbaarheid voor de burger op alle politietaken.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet(1):

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken*Het voeren van functioneringsgesprekken is voorbehouden aan ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid. met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Inzet en inbreng vanuit specialisatie in opsporingsonderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (uitvoeringspraktijk)

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van (eerder verkende) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat (eerder verkende) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn − zodat de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief wordt ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in maatwerkplannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek.

  • Het als toegevoegd onderzoeker uitvoeren van (een deel van) een specifiek opsporingsonderzoek waarvoor het specialisme vereist is, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het ten behoeve van het uitvoeren van een (deel)onderzoek, verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens en het vastleggen van onderzoeksbevindingen (dossier), zodat een basis ontstaat voor nader onderzoek naar de toedracht van misdrijven en de identiteit van de verdachte(n).

  • Het − op basis van onderzoeksbevindingen en vanuit specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor specifieke opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut (kritische reflectie).

Coördinatie en organisatie van opsporingsonderzoeken/onderzoeksclusters

  • Het − indien in het specifieke opsporingsonderzoek of in het onderzoekscluster de specialisatie leidend is − aan de hand van scenariodenken opstellen van plannen van aanpak van onderzoek, met inbegrip van onderzoeksdefinities, onderzoeksmethoden en -technieken, zodat er besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op kwalitatieve en kwantitatieve inzet van mensen en middelen en op onderzoeksstrategie.

  • Het op aanwijzing optreden als tegenspreker bij TGO-waardige of bij overige tactische opsporingsonderzoeken met zo een moeilijkheidsgraad of maatschappelijke commotie en/of politiek of juridisch afbreukrisico dat uitzonderlijke inzet en aandacht noodzakelijk wordt geacht, zodat fouten voortkomend uit groepsdenken en/of tunnelvisie worden voorkomen en/of hersteld (Tegenspreken).

Analyse en advisering t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek

Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en vanuit de specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Coördinatie en organisatie van aanpak veiligheidsproblematiek

  • Het − wanneer de specialisatie leidend is in de aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek − op basis van eigen analyse en adviezen van Operationeel Specialisten opstellen van plannen van aanpak voor de uitvoering van operationele politietaken, zodat er besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Beleidsinzet(2):

Regie op implementatie beleid(sproducten)/Organisatie van implementatie

  • Het analyseren van knelpunten in de uitvoeringspraktijk, zodat er een basis ontstaat voor advisering over integrale verbeteringen in de uitvoeringspraktijk.

  • Het − in het kader van voorbereiding − opstellen van maatwerkplannen van aanpak, met inachtneming van het implementatie-instrumentarium, voor de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken; het formuleren daarin van doelstellingen en werkwijzen; het opstellen van prognoses voor de benodigde inzet van mensen en middelen, zodat de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

  • Het organiseren, begeleiden en ondersteunen − in de uitvoeringspraktijk conform vastgesteld maatwerkplan van aanpak − van de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken vanuit een werkterrein/ aandachtsgebied(en), zodat de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

  • Het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en in netwerken over de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, het sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van implementatie verbetert.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van de resultaten en effecten van implementatie van (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat er input is voor het bijsturen van lopende implementaties en voor verbetering van toekomstige implementaties.

  • Het − vanuit analyse, monitoring en evaluatie van implementaties − adviseren over lopende implementatietrajecten en over werkwijzen voor toekomstige implementatietrajecten, zodat er een basis ontstaat voor besluitvorming over bijsturing in aanpak van implementaties en daarmee de effectiviteit en efficiëntie van de implementatie wordt verhoogd.

  • Het adviseren aan de leiding over het integreren van de couleur locale van het korps/-onderdeel in landelijk vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, zodat landelijk vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken effectief en efficiënt in de colour locale van het korps/-onderdeel kunnen worden geïmplementeerd.

  • Het individueel adviseren en beantwoorden van vragen over de toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de praktijk, zodat de individuele functionaris wordt gemotiveerd in het toepassen en daarmee de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

  • Het attenderen van de betrokken collega’s op mogelijke (noodzakelijke) vervolgacties, zodat de betrokkenheid van collega’s wordt verhoogd en daarmee de implementatie effectief en efficiënt verloopt.

Verbetering bedrijfsvoering van uitvoeringspraktijk en implementatie

  • Het − wanneer de specialisatie leidend is in de aanpak van (aangereikte) bedrijfsvoerings – problematiek − opstellen van maatwerkplannen van aanpak voor het oplossen van knelpunten in en verbetering van de uitvoeringspraktijk, zodat er besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

  • Het formuleren van voorstellen tot verbeteringen in het implementeren; het begeleiden en ondersteunen van de implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken door het maken van uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en in netwerken, het sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van implementatie verbetert.

Netwerken

  • Het participeren in bestaande netwerken van specialisten op de eigen specialisatie, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee de uitvoeringspraktijk effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van opsporingsonderzoeken, -werkterreinen, en/of -thema’s, zodat de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak van onderzoek efficiënt en effectief verloopt.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de aanpak vanuit specialisatie van aangereikte veiligheidsproblematiek, zodat de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak van veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van integrale implementatie van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk, zodat de uitvoering van plannen van aanpak van integrale implementatie effectief en efficiënt verloopt.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken waarin implementatiespecialisten participeren, zodat de kennis over de techniek van implementeren wordt gedeeld en daarmee effectiever en efficiënter kan worden geïmplementeerd.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Hulp Officier van Justitie (HOVJ);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor (eerder verkende) problematiek;

• producten & diensten;

• maatwerk plannen van aanpak;

• georganiseerde, geregisseerde en geëvalueerde implementatietrajecten;

• operationele sturing: georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is;

• adviezen (verbetering) uitvoeringspraktijk;

• netwerk ten behoeve van uitvoering (maatwerk) plannen van aanpak;

• analyses, monitoring en evaluaties van resultaten en effecten volgend op implementaties;

Nader aangeduid:

• uitgevoerde werkzaamheden die zijn specialisatie vergen,

met als deelresultaten:

• praktisch toepasbare oplossingen vanuit specialisatie op (eerder verkende) problematiek;

• vakinhoudelijke oplossingen op (eerder verkende) problematiek waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• inzicht in de toedracht van, en identificatie van de betrokkene(n) bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood (opsporing);

met als deelresultaten:

• vastgelegde onderzoeksbevindingen (dossier);

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor een (deel van een) opsporingsonderzoek of onderzoekscluster;

• vastgestelde plannen van aanpak van onderzoek;

• volgens vastgestelde plannen van aanpak uitgevoerd onderzoek;

• rechtmatige bewijslast;

• procesdossier;

• bij tegenspraak: voorkomen c.q. herstelde fouten;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van de aanpak van opsporing;

• verbetering van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor wat betreft aangereikte veiligheidsproblematiek;

met als deelresultaten:

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en mogelijkheden van aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• vastgestelde plannen van aanpak van veiligheidsproblematiek;

• volgens vastgestelde plannen van aanpak uitgevoerde aanpak van veiligheidsproblematiek;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van de aanpak van veiligheidsproblematiek;

• geïmplementeerde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaten:

• adviezen voor integrale verbetering en/of bijsturing van verbeteringen in de uitvoeringspraktijk, onder meer op basis van knelpuntenanalyse van de uitvoeringspraktijk;

• afwijkingsanalyse tussen voortgang integrale implementatie van vastgestelde verbeteringen en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• vastgestelde plannen van aanpak voor gecoördineerde integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• volgens vastgesteld plan van aanpak gecoördineerde en georganiseerde, integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• nagekomen uitvoerings- en randvoorwaardelijke afspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van de integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van kennisuitwisseling over implementeren;

• processen-verbaal van bevindingen;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaat:

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op vakvolwassenheid beoordeelde en begeleide collega’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• neemt actief deel aan opsporingsonderzoeken en onderzoekscluster die zijn specialisatie vereisen met inachtneming van het volgende:

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

• valideert, interpreteert en analyseert verzamelde onderzoeksgegevens vanuit zijn specialisatie en legt de bevindingen vast (dossier);

• interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• bij tegenspraak: voorkomt groepsdenken en/of tunnelvisie;

• verzamelt, ordent en legt accuraat bewijslast in een procesdossier vast;

• adviseert over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk;

• analyseert (eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van een keuze uit specialistische methoden en technieken en een keuze uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• implementeert vasthoudend werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden, technieken en beleid in de bedrijfsvoering en-of uitvoeringspraktijk;

• brengt – als implementator – de resultaten en effecten volgend op implementaties zodanig overzichtelijk in beeld dat daarmee een degelijk fundament bestaat voor verbetering / verhoging van effectiviteit en efficientie van (toekomstige) implementaties;

• stelt plannen van aanpak van onderzoek op aan de hand van scenariodenken;

• operationele sturing: organiseert, en coördineert en voert vasthoudend de regie over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• maakt heldere afspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak en stuurt vasthoudend op nakoming ervan;

• analyseert aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• adviseert over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken;

• monitoort en evalueert stelselmatig de kwaliteit en voortgang van integrale implementatie in de uitvoeringspraktijk van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, voortkomend vanuit zijn specialisatie, aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• adviseert vanuit (knelpunten)analyse over integrale verbetering van implementatie in de uitvoeringspraktijk;

• faciliteert de besluitvorming met inzichtelijke plannen van aanpak voor integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• coördineert en voert vasthoudend de regie over de integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en beleid (operationele sturing en regie-implementatie);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken − vanuit specialisatie − ten behoeve van opsporing;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken − vanuit specialisatie − ten behoeve van de aanpak van veiligheidsproblematiek;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken ten behoeve van de integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken ten behoeve van kennisuitwisseling over implementeren;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• draagt proactief deskundigheid over op de uitvoeringspraktijk;

• adviseert vanuit (knelpunten)analyse over integrale verbetering van implementatie in de uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• dwangmiddelen toepassen*;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• onderzoeksgegevens verzamelen, interpreteren en analyseren in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• plannen van aanpak van onderzoek − indien in het specifieke opsporingsonderzoek of in het onderzoekscluster de specialisatie leidend is − opstellen;

• operationele aansturing indien in het specifieke opsporingsonderzoek of in het onderzoekscluster de specialisatie leidend is;

• netwerken met opsporings- en samenwerkingspartners in het kader van opsporing initiëren, bouwen, onderhouden en de inhoudelijke samenwerking met partners op vastgestelde onderwerpen regisseren;

• afspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak;

• procesdossiers samenstellen;

• − op aanwijzing − als tegenspreker optreden;

• aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie analyseren en adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

• plannen van aanpak van veiligheidsproblematiek − wanneer de specialisatie leidend is − opstellen;

• operationele aansturing wanneer de specialisatie leidend is in de aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• netwerken voor de aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek initiëren, bouwen, onderhouden en de inhoudelijke samenwerking met partners op vastgestelde onderwerpen regisseren;

• werkzaamheden uitvoeren die zijn specialisatie vergen;

• (eerder verkende) specifieke problematiek analyseren en daarover adviseren;

• knelpuntanalyses van de uitvoeringspraktijk verrichten en adviseren over integrale verbetering van (de implementatie van) de uitvoeringspraktijk (werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en beleid);

• monitoren en evalueren van integrale implementatie aan de hand van vastgestelde kwaliteits/duurzaamheidindicatoren en adviseren over bijsturen;

• maatwerkplannen van aanpak voor integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken opstellen;

• de integrale verbetering van implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken organiseren, begeleiden en ondersteunen (operationele sturing / regie op implementatie);

• netwerken voor de integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken initiëren, bouwen, onderhouden en de inhoudelijke samenwerking met partners op vastgestelde onderwerpen regisseren;

• afspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak (operationele sturing);

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren ten behoeve van kennisuitwisseling over implementeren;

• processen-verbaal van bevindingen opstellen;

• participeren in bestaande netwerken van specialisten op de eigen specialisatie;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de uitvoeringspraktijk;

• vanuit zijn specialisatie optreden als mentor.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van: de vakgebieden in het domein Uitvoering, zoals daar zijn:

• het vakgebied Tactische Opsporing;

• het vakgebied Forensische Opsporing;

• het vakgebied GGP;

• het vakgebied Intelligence;

• het vakgebied Interventie;

• het vakgebied Informantenrunnen;

• het vakgebied Beveiliging;

• het vakgebied Meldkamer;

• het vakgebied Intake & Service;

• het vakgebied Luchtvaart;

• het vakgebied Observatie;

• het vakgebied Operationele begeleiding.

en binnen het kader van:

• operationele sturing: georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is;

• initiatie en regie op nieuwe netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• regiepositie in implementatietrajecten;

• partijen verbonden met implementatietrajecten;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• (specialistische) methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen;

• belanghebbenden bij knelpuntanalyses van de uitvoeringspraktijk en bij advisering over integrale verbetering hiervan;

• partijen verbonden met implementatietrajecten;

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (eerder verkende) problematiek op en/of levert producten & diensten door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes kan aan de orde zijn.

Hij stuurt de toepassing van deze methoden en technieken aan door operationele sturing gebaseerd op maatwerk-plannen van aanpak.

Brengt de functionaris – als implementator – de resultaten en effecten volgend op implementaties in beeld en organiseert de implementatie van verbeteringen in effectiviteit en efficiëntie van (toekomstige) implementaties.

De functionaris voert de regie op de implementatie van (nieuwe) kaders, werkwijzen, methoden, technieken, instrumenten en beleid. Hij analyseert, monitoort en evalueert de resultaten en effecten hiervan en adviseert.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• het − bij (aangereikte) veiligheidsproblematiek − analyseren van de problematiek vanuit zijn specialisatie en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

• het opstellen van plannen van aanpak van veiligheidsproblematiek wanneer de specialisatie leidend is in de aanpak;

• het voeren van operationele sturing indien in de specifieke aanpak van de veiligheidsproblematiek de specialisatie leidend is;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de aanpak van veiligheidsproblematiek;

• het maken van afspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak;

• van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken;

• het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• het maken van afspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak;

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en waarbij oplossingenrichtingen bekend zijn.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen.

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris bij deelname aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen, uit bestaande oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het − in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen − verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens, en het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

• het opstellen van plannen van aanpak voor opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters waarin de specialisatie leidend is;

• operationele aansturing indien in het specifieke opsporingsonderzoek of in het onderzoekscluster de specialisatie leidend is;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken met opsporings- en samenwerkingspartners ten behoeve van opsporing;

• het maken van afspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak;

• het − op aanwijzing − als tegenspreker optreden;

• neemt de functionaris het initiatief tot het organiseren, begeleiden en ondersteunen van de integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk door onder meer:

• het uitvoeren van knelpuntenanalyses op de uitvoeringspraktijk;

• het monitoren en evalueren van implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidsindicatoren;

• het adviseren over (het bijsturen van) integrale werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

• het opstellen van plannen van aanpak voor integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het coördineren en uitvoeren van vastgestelde plannen van aanpak voor integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van integrale implementatie;

• neemt de functionaris het initiatief tot het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het participeren in netwerken in zijn specialisatie;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van kennisuitwisseling over implementeren;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de uitvoeringspraktijk.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren van en adviseren over (eerder verkende) problematiek;

• het in beeld brengen van de resultaten en effecten volgend op implementaties;

• bij het organiseren van (de implementatie van) verbeteringen in effectiviteit en efficiëntie van (toekomstige) implementaties;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken;

• het uitvoeren van knelpuntanalyses ten aanzien van gebruik en toepassing van beleid(sproducten) in de uitvoeringspraktijk;

• het opstellen, in het kader van voorbereiding, van maatwerkplannen van aanpak voor integrale implementatie;

• het coördineren, organiseren en aansturen van aanpak van problematiek en van integrale implementatie (operationele sturing en regie op implementatie);

vanuit specialisatie met keuze uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, en waarbij het tussentijds moeten bijstellen van keuzes aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• het verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden;

• het opstellen, in het kader van voorbereiding, van plannen van aanpak voor opsporingsonderzoeken waarin de specialisatie leidend is;

• het organiseren en aansturen van opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters volgens vastgestelde plannen van aanpak,

zelfstandig aanpakken;

de problemen die zich voordoen bij:

• het vanuit zijn specialisatie analyseren van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

• het opstellen, in het kader van voorbereiding, van plannen van aanpak voor veiligheidsproblematiek wanneer de specialisatie leidend is;

• het organiseren en aansturen van de uitvoering van operationele politietaken volgens vastgestelde plannen van aanpak,

zelfstandig aanpakken;

Op juiste wijze:

• specialistische methoden en technieken kiezen en toepassen;

• knelpuntenanalyses uitvoeren van de uitvoeringspraktijk;

• organiseren, coördineren, begeleiden, ondersteunen en evalueren van de integrale implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• de voortgang van integrale implementatie monitoren en evalueren aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• adviseren over:

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• (bijsturen van) verbeteringen in de uitvoeringspraktijk;

• plannen van aanpak opstellen, waarin mede betrokken zijn de adviezen van Operationeel Specialisten;

• op basis van vastgestelde plannen van aanpak de uitvoering coördineren, organiseren en aansturen;

• scenariodenken toepassen in plannen van aanpak van onderzoek;

• bewijslast verzamelen, beoordelen en vastleggen in een procesdossier;

• een procesdossier samenstellen;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming van afspraken;

• participeren in netwerken in zijn specialisatie;

• eigen waarnemingen documenteren en vastleggen; kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de uitvoeringspraktijk;

• dwangmiddelen aanwenden* en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

• optreden als mentor,

• voortgangsgesprekken, functioneringsgesprekken voeren;

• informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling;

• zelfstandige aanpak (eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie door keuze uit bekende benaderingswijzen en door keuze uit specialistische methoden en technieken, waarvoor de oplossingsrichtingen bekend zijn.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en)/het (de) aandachtsgebieden waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s/projecten ten aanzien van het vakgebied/het (de) werkterrein(en)/het (de) aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• analyse- en adviestechniek;

• implementatietechniek, evaluatietechniek en verandermanagement;

• inzicht in gedrag;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• richtlijnen, (OM-)aanwijzingen en protocollen met betrekking tot opsporing;

• documentatie- en registratiesystemen;

• informatieoverdracht en communicatie(-middelen);

• organisatie en werkwijze OM;

• netwerken;

• regievoering en operationele sturing;

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme en/of werkterrein/aandachtsgebied die voor deze functie relevant zijn.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak (eerder verkende) problematiek met bekende benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen, en ten behoeve van organiseren, ondersteunen en begeleiden implementatie (regie) van nieuwe (beleids)producten.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld met ruime ervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld in verhoorsituaties en dreiging met fysiek geweld (criminele druk) is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid.

Kans op afbreukrisico is tevens aanwezig indien ondanks de juiste coördinatie (opsporing, GGP, en implementatie), het behalen van resultaten/effecten door externe factoren stagneert dan wel uitblijft en dit zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als deze risico’s zich voordoen is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Docent D

Kern van de functie

Operationeel Docentschap draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door de kwaliteit van het operationele politieoptreden – via State-of-the-Art Politie-onderwijs* – optimaal effectief en efficiënt te bevorderen door het in de Ongecontroleerde Leeromgeving* met inbegrip van de Uitvoeringspraktijk, op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten (maatwerk) opleiden en examineren van studenten tot startbekwame, professioneel optredende politiemedewerkers die moeten presteren in de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit, verscheidenheid en complexiteit en relevante derden*1.

Operationeel Docentschap behaalt opleidingsresultaten in een omgeving waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert en waarbij de brede Uitvoeringspraktijk (alle Vakgebieden in het Domein Uitvoering, incl. Afgeschermd) de context vormt.

*1: Met inbegrip van Bijzondere Opsporingsdiensten (w.o. FIOD, Douane) en Afgeschermde diensten, w.o. AIVD en MIVD en andere relevante derden uit het veiligheidsdomein.

Operationeel Docentschap spitst zich toe op het expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – via State-of-the-Art-Politie-onderwijs – op toepassingsniveau opleiden / examineren van studenten om de beschikbaarheid te bevorderen van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde en bevoegde medewerkers, steeds in optimale aansluiting op de voor de brede Uitvoeringspraktijk geldende actuele eisen (w.o. wettelijke certificeringsvereisten en vereiste opsporingsbevoegdheid) in relatie tot de specifieke dynamiek.

Operationeel Docentschap richt zich op het ontwikkelen en verhogen van de veerkracht en weerbaarheid van studenten door het expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten opleiden.

Operationeel Docentschap levert input op onderwijskundig, didactisch en pedagogisch gebied ten behoeve van het organiseren, actualiseren en ontwikkelen van certificerend / diplomerend (politie) onderwijs en (maatwerk) opleidingen.

Operationeel Docentschap levert vanuit een interactieve benadering specialistische en specifieke deskundigheid aan de Uitvoeringspraktijk bij complexe zaken / incidenten / kwesties.

Operationeel Docentschap voert de werkzaamheden uit, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving en onderhoudt en optimaliseert zodoende ook het eigen ‘blauwe’ politionele vakmanschap en de bevoegdheden, voor zover relevant voor en toegespitst op het als Operationeel Docent in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen opleiden en examineren van studenten.

Operationeel Docentschap kan de te leveren inzet & inbreng op ieder moment en onvoorwaardelijk wisselen tussen de gecontroleerde- en de ongecontroleerde leeromgeving en vice versa.

Operationeel Docentschap geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

Werkterreinen LFNP:

Binnen LFNP-Vakgebieden in het Domein Uitvoering komt een aantal werkterreinen4Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’.voor waarop stelselmatig wordt ingezet.

De functies uit het vakgebied Operationeel Docentschap zijn – als Docent – inzetbaar op alle vakgebieden binnen het Domein Uitvoering met inbegrip van Afgeschermd / Heimelijk en daarmee op de aan de respectievelijke LFNP-Vakgebieden verbonden Werkterreinen, Aandachtsgebieden en Specifieke Functionaliteiten.

De Operationeel Docent D voert zijn/haar werkzaamheden uit in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten, het State-of-the-Art politieonderwijs op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen (Zaaks-Coördinatie, Organisatorische-Coördinatie en Regie / de specialisatie) toegespitst lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk.

De Operationeel Docent D draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.

Dit doet hij door studenten d.m.v. State-of-the-Art politieonderwijs op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst lesmateriaal en expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, op te leiden en te examineren tot competente (politie)medewerkers.

De Operationeel Docent D neemt bij het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving de volgende maatregelen in acht:

  • de veiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen bij deze leersituatie;

  • de transitiemaatregelen;

  • de maatregelen ter beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting;

  • de maatregelen ter beperking van het risico op imagoschade.

De Operationeel Docent D stelt individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak op in het kader van het effectief en efficiënt kunnen behalen van leerdoelen – ook zonder beschikbare formats en op basis van leerbehoeften en instapniveaus van studenten – en het daarmee kunnen opvoeren van de beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker.

De Operationeel Docent D – als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap:

  • analyseert knelpunten in de uitvoering en ontwikkeling van het State-of-the-Art politieonderwijs, inbegrepen de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), de examens en de risicobeperking, en adviseert vanuit deze analyse over verbeteringen en ontwikkelingen met betrekking tot het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

  • organiseert, ondersteunt en begeleidt de implementatie (regie) van vastgestelde (verbeterde en nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), inbegrepen die t.a.v. de risicobeperking, met betrekking tot het State-of-the-Art politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving, ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Hij analyseert, monitoort en evalueert daartoe de voortgang en het effect van implementatie aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren, analyseert de oorzaak van afwijkingen en adviseert over bijsturing.

De Operationeel Docent D initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert op inhoudelijke samenwerking vanuit de onderwijs-specialisatie netwerken en verricht operationele sturing(= OC + Regie) ten behoeve van de uitvoering van plannen van aanpak voor (het verrichten van onderzoek naar) de uitvoering van het State-of-the-Art politieonderwijs en voor de aanpak van problematiek op het gebied van het State-of-the-Art politieonderwijs waarin het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving leidend is, alsmede voor plannen van aanpak van implementatie en regisseert de inhoudelijke samenwerking met partners op vastgestelde onderwerpen.

De Operationeel Docent D maakt uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van plannen van aanpak van implementatie; hij stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming van afspraken gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten en implementatie-regie, ten aanzien van het State-of-the-Art politieonderwijs waarin het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving leidend is.

De Operationeel Docent D bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen.

De Operationeel Docent D bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Specifieke informatie ten aanzien van de aanduiding van de status (politietaak-ATH), de aanduiding van werkterrein, aandachtsgebied en/of specifieke functionaliteit, het opleidingsprofiel en het competentieprofiel zijn opgenomen in koppelingen LFNP en maakt integraal deel uit van deze LFNP-functiebeschrijving.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet Inzet en inbreng vanuit Operationeel Docentschap in (opsporings)onderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (= Uitvoeringspraktijk) met name gericht op het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak:

  • Het analyseren van door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering/inbreng door Operationeel Docentschap voor het opstellen van plannen van aanpak door de Uitvoeringspraktijk.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen (gericht op het opstellen van plannen van aanpak), zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt door de Uitvoeringspraktijk.

Inbreng als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap

  • Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek, vanuit de politieonderwijs-specialisatie (inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal en de examens, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving), adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek bevorderd wordt.

Beleidsinzet: Inzet en inbreng vanuit Operationeel Docentschap door probleemverkenning, advies en (regie op / organisatie van- en monitoring effecten) implementatie State-of-the-Art politieonderwijs-producten.

Inbreng als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap:

Probleemverkenning, advies en effectuering ten aanzien van (het verhogen van) het effect en het rendement van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs in de Ongecontroleerde Leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk, inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst onderwijs en van de Risicobeperking.

  • Het – vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap – analyseren, monitoren en evalueren van het in de Ongecontroleerde Leeromgeving organiseren, opleiden en examineren ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk en het in beeld brengen van de consequenties van trends en ontwikkelingen voor het Operationeel Docentschap en (de uitvoering van) het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, zodat de kwaliteit van het operationele politieoptreden – via State-of-the-Art Politie-onderwijs – steeds optimaal effectief en efficiënt bevorderd kan worden.

  • Het − vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap − monitoren en evalueren in de ongecontroleerde leeromgeving / Uitvoeringspraktijk van de toepassing en het effect van vastgestelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, de examens en het implementatie-instrumentarium, door het meten van resultaten en effecten in relatie tot vastgestelde doelstellingen en aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering van (de uitvoering van) State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving, inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst onderwijs, en van de Risicobeperking.

  • Het − vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren over het bijsturen en verbeteren van (de toepassing van) vastgestelde (State-of-the-Art Politieonderwijs) nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, de examens en de toepassing van implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in het implementatietraject, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving en van de implementatie verbetert en daarmee steeds optimaal aansluit op- en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk.

  • Het ter beschikking stellen van ontwikkelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, de examens, het implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren; het opstellen van handreikingen; het input geven voor het ontwikkelen van opleidingen, zodat de implementatie van het steeds in lijn met de actuele operationele vereisten (verder) ontwikkelde State-of-the-Art politieonderwijs expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving effectief en efficiënt kan worden uitgevoerd en alle opleidings- / examineringskansen worden benut.

Operationele sturing (Rolaanduiding Operationeel Teamleider)

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie / Operationeel Docentschap leidend is, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

  • het bewaken van de afhandeling van de (uitgevoerde) veiligheidsmaatregelen in het kader van de Risicobeperking, i.c. de Fysieke & Mentale component en de (Im)materiële component, alsmede t.a.v. spin-off Transitie van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden.

Opleiden, expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving

  • Het ten behoeve van het optimaal efficiënt en effectief uitvoeren van State-of-the-Art Politie-onderwijs geven van opleidingen – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst lesmateriaal, juist in verschillende omgevingen en onder wisselende omstandigheden, zodat de investering in opleiden zich verhoudt tot het beoogde organisatierendement en zich binnen afzienbare tijd manifesteert door de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers.

  • Het vanuit het opleiden – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – direct monitoren van resultaten / effecten, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van lesmateriaal op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst lesmateriaal, steeds optimaal aansluit op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk en ook in individueel opzicht optimaal kan beklijven.

  • Het op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst lesmateriaal, geven van opleidingen – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert, én in aansluiting op de strategische doelstellingen van de Uitvoeringspraktijk, zodat:

    • de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om steeds de startbekwaamheid te verkrijgen die vereist is voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

    • met de student direct ingespeeld kan worden op de individuele leerbehoefte (inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

    • de student optimaal effectief en efficiënt in staat wordt gesteld om het aan de functie gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.

  • Het zijn van aanspreekpunt voor studenten tijdens de opleiding – expliciet óók in de Ongecontroleerde leeromgeving -; het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en aardigheden; het met (individueel) advies en aanbevelingen ten aanzien van de te behalen (start)bekwaamheid, begeleiden van studenten, zodat inzicht bestaat in de behaalde en nog te behalen (individuele) onderwijsresultaten.

Examineren

Het maken van examen-casuïstiek en het op HBO-niveau (inbegrepen t.a.v. het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst lesmateriaal) – expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving – afnemen van (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens en het rapporteren hierover, zodat bij positief resultaat de student in het bezit komt van het geldende certificaat / diploma / de bevoegdheid of dat inzicht ontstaat in de nog te realiseren leerdoelen van de student, steeds gericht op het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid.

Evalueren & Verbeteren vanuit expliciet óók in de Ongecontroleerde Leeromgeving uitgevoerde opleiding en examinering

  • Het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten, het State-of-the-Art politieonderwijs op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak met o.a. Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van:

    • de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) steeds toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het steeds maximaal effectief en efficiënt kunnen (laten) ontwikkelen – en geven van (maatwerk) opleidingen, toegespitst op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving leveren van input voor de vertaling naar theoretische modellen (vorm, inhoud en de eindtermen), i.c. op de actuele situatie naadloos aansluitende opleidingen;

    • het vanuit de specifieke dynamiek van de ongecontroleerde leeromgeving steeds op de actuele situatie naadloos kunnen laten aansluiten van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

    • de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de opleiding, in het bijzonder t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk;

    • het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • het organiseren en houden van evaluaties en de verwerking van de verkregen opbrengsten voor de verbetering van opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving;

    • de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren).

  • Het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst lesmateriaal, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving steeds aansluiten op de actuele vereisten.

  • Het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van het lesmateriaal op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst lesmateriaal, zodat de geboden opleiding en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving actueel aansluit op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student.

Plannen van aanpak

  • Het − op basis van leerbehoeften en instapniveaus van studenten − opstellen van individuele opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) voor het door de student bereiken van gestelde leerdoelen en deskundigheids- / certificeringsvereisten, inbegrepen die t.a.v. (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie, zodat leerdoelen effectief en efficiënt kunnen worden behaald en de beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker opgevoerd kan worden.

  • Het opstellen van plannen van aanpak (ook zonder beschikbare formats) − waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners – voor de uitvoering van het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving (=Operationeel Docentschap), zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Risicobeperking

Bij uitvoering State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving, in casu t.a.v. lesmateriaal op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst lesmateriaal.

  • 1.

    Risicobeperking: de Fysieke & Mentale component

    • Het opstellen van de Taak Risico Analyse zodat beschikt wordt over essentiële informatie voor het maken van de scenario’s.

    • Het ter voorbereiding (ook zonder beschikbare formats), met behulp van vastgestelde Risico Inventarisatie & Evaluatie en Taak Risico Analyse én conform Arbowet-/regelgeving, maken van scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving waarin de studenten opgeleid en geëxamineerd gaan worden, zodat vooraf kritisch nagedacht kan worden over de interventies bij eventuele verstoring / escalatie, over de dilemma's die daarin kunnen optreden en over de wisselwerking tussen de handelingen van de docent en die van de studenten en dat vervolgens betrekken bij de opzet van veiligheidsmaatregelen.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) treffen van voorbereidingen en ter plekke organiseren van veiligheidsmaatregelen, die nauw aansluiten op de leeromgeving, zodat steeds optimale veiligheid geboden kan worden aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het nauwlettend uitvoering geven aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen, zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) evalueren van de in de leeromgeving getroffen veiligheidsmaatregelen en het doen van voorstellen tot bijstelling en verbetering, zodat steeds op de specifieke omstandigheden toegespitste veiligheid geboden kan worden aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) tijdig uitvoering geven aan de bij de leeromgeving – in relatie tot de actuele omstandigheden en zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden – passende transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en operationele sturing (Organisatorische Coördinatie), zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan – mede door vooraf georganiseerde inzet & inbreng door Operationele Begeleiding – door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

  • 2.

    Risicobeperking: de (Im)materiële component

    • Het (ook zonder beschikbare formats) conform relevante wet-/regelgeving maken van scenario’s en treffen van voorbereidingen en ter plekke organiseren van veiligheidsmaatregelen, toegespitst op de leeromgeving in combinatie met de te gebruiken middelen en uitrusting, zodat steeds optimale beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade geboden kan worden tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het nauwlettend uitvoering geven aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen, zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) evalueren van de in de leeromgeving getroffen veiligheidsmaatregelen, toegespitst op de leeromgeving in combinatie met de te gebruiken middelen en uitrusting en het doen van voorstellen tot bijstelling en verbetering, zodat de maatregelen ter beperking van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade steeds optimaal aansluiten op de actuele vereisten tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving.

    • Het (ook zonder beschikbare formats) tijdig uitvoering geven aan de bij de leeromgeving – in relatie tot de actuele omstandigheden en zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden – passende transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en operationele sturing (Organisatorische Coördinatie), zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

    • Het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen, het inschatten van veiligheidsrisico’s en het in permanente alertheid beheersen daarvan – mede door vooraf georganiseerde inzet & inbreng door Operationele Begeleiding – door onder meer interveniëren (herstellen van de situationele controle en /of het terugpakken van de regie) en confronteren, zodat het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

Netwerken

  • Het participeren in bestaande netwerken van onderwijsspecialisten vanuit de eigen specialisatie / Operationeel Docentschap, zodat kennis binnen de onderwijsspecialisatie wordt gedeeld en daarmee de onderwijsorganisatie gericht op (de uitvoering van) het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het participeren – ook vanuit de Analistrol – in netwerken ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken van relevante informatie en ideeën (input) met betrekking tot het in de ongecontroleerde leeromgeving opleiden / examineren, zodat de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst lesmateriaal, steeds optimaal aansluit op en toepasbaar blijft in/voor de brede Uitvoeringspraktijk en ook in individueel opzicht optimaal kan beklijven.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken – en het betrekken daarbij van o.a. Operationele Begeleiding – ten behoeve van het delen, verzamelen en verwerken van relevante informatie en ideeën (input) ten behoeve van het in de ongecontroleerde leeromgeving organiseren en toepassen van veiligheidsmaatregelen, zodat:

    • het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen tijdens het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt;

    • het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade tijdens het opleiden / examineren in de ongecontroleerde leeromgeving zoveel mogelijk beperkt wordt.

  • Het organiseren – in samenwerking met de Eenheden en Operationele Begeleiding – van o.a. de Vakvaardigheidsdagen, zodat beschikt wordt over input en inzicht ten behoeve van het steeds kunnen actualiseren van het politieonderwijs, gedoceerd in de Uitvoeringspraktijk.

Blauw Vakmanschap

  • Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, interventie activiteiten, uitvoeren van veiligheidsmaatregelen, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving (i.c. de uitvoeringspraktijk).

  • Het als Operationeel Docent naar relevantie bijdragen aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid door het zelfstandig uitvoeren van operationele politietaken, toegespitst op het verrichten van interventie activiteiten zonder uitgebreide afwegingsmogelijkheden, zodat de (eigen) professionaliteit steeds aansluit op de actuele vereisten met betrekking tot het als Operationeel Docent kunnen uitvoeren van transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden door actie-intelligentie en operationele sturing.

Aanwenden dwangmiddelen

Het aanwenden van strafvorderlijke dwangmiddelen waaronder het staande houden, aanhouden op en buiten heterdaad, voorgeleiden etc. van verdachten van misdrijven alsmede inbeslagneming, onderzoek aan en in kleding en aan het lichaam, binnentreden etc., zodat schenders van de rechtsorde strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en leefbaarheid en veiligheid in de samenleving;

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving; door praktijkinzet en beleidsinzet vanuit specialisatie (i.c. Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap).

Resultaten

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie moeten kunnen worden behaald, zijn:

P.I.:

• analyse, conclusies en adviezen vanuit Operationeel Docentschap t.b.v. het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak;

• informatie en adviezen zodat (aangereikte) problematiek effectief en efficiënt kan worden aangepakt door de Uitvoeringspraktijk;

• analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en advies vanuit de uitvoering van de specialisatie / Operationeel Docentschap, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, gericht op het bevorderen van de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van operationele politietaken en aanpak veiligheidsproblematiek;

B.I.:

• vanuit de uitvoering van de specialisatie en het Operationeel Docentschap uitgevoerde probleemverkenning, geleverd advies en verrichtte effectuering ten aanzien van (het verhogen van) het effect en het rendement van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs in de Ongecontroleerde Leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk en de kwaliteit van het operationele politieoptreden, inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst onderwijs én van de Risicobeperking;

• uitgevoerde analyse, monitoring en evaluatie en getrokken conclusies van het in de Ongecontroleerde Leeromgeving organiseren, opleiden en examineren ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• uitgevoerde monitoring en evaluatie van toepassing en effect van nieuwe en verbeterde vorm en inhoud (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, examens en implementatie-instrumentarium aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidsindicatoren;

• verstrekte adviezen over het bijsturen en verbeteren van (de toepassing van) vastgestelde (State-of-the-Art MBO + HBO Politieonderwijs) nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, de examens en de toepassing van implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in het implementatietraject;

• ter beschikking gestelde ontwikkelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm van het State-of-the-Art Politieonderwijs, de examens, het implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• verbeterde effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, van de implementatie en van de aansluiting op- en toepasbaarheid in/voor de brede Uitvoeringspraktijk;

• georganiseerde, geregisseerde en geëvalueerde implementatietrajecten;

• opgestelde handreikingen en geleverde input voor ontwikkeling opleidingen;

Uitvoering OpDo:

• operationele sturing, i.c. Organisatorische Coördinatie;

• uitgevoerd State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleidingen en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de vaardige, bekwame en bevoegde uitvoering van het politievak door deskundige en gekwalificeerde (executieve) politiemedewerkers;

• (tussentijdse) getoetste (voortgang van) opleidingsresultaten (kennis & vaardigheden) van studenten en geformuleerde aanbevelingen;

• gegeven opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is – in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• op toepassingsniveau opgeleide en geëxamineerde studenten;

• naar startbekwaamheidsniveau geëxamineerde studenten;

• plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen) ook zonder beschikbare formats;

• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op de actuele vereisten / -situatie naadloos aansluitende opleidingen en examens inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• uitgevoerde evaluatie en verbetering: steeds op optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving toegespitste inhoud en vorm, ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht inzake het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen, gericht op het steeds, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving laten aansluiten van opleiding en examinering op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student;

• verrichtte analyse op vanuit specialisatie op (eerder verkende) problematiek door keuze van toe te passen uit specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn (tussentijds bijstellen van keuzes) ten behoeve van de voortgang en het effect van implementatie en de regie op implementatie beleid(sproducten);

• advies betreffende rendement van inzet van het eigen vakgebied Operationeel Docentschap / van inzet en inbreng van specialisatie;

• advies aan leiding en/of netwerkpartners − aan de hand van analyse op patronen in rapportages over afgelegde examens − terzake het rendement van het via operationeel docentschap opleiden en examineren van studenten naar het steeds naar actuele vereisten geldende startbekwaamheidsniveau;

• verrichtte analyse, conclusies en advisering / vakinhoudelijke oplossingen inzake de optimale bijdrage van Operationeel Docentschap aan de handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de steeds bevorderde beschikbaarheid van startbekwame, deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (executieve) politie-medewerkers;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats,voor de uitvoering van Operationeel Docentschap aan studenten en relevante derden;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, voor de uitvoering van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. besluitvorming op verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• (opgevoerde) beschikbaarheid van de deskundige, gekwalificeerde en bevoegde (politie)medewerker;

• ook zonder beschikbare formats opgestelde Taak Risico Analyse en gemaakte scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving t.b.v. Risicobeperking / Fysieke & Mentale component;

• ook zonder beschikbare formats gemaakte scenario’s van de (ongecontroleerde) leeromgeving t.b.v. Risicobeperking / (Im)materiële component;

• adequaat uitgevoerde veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: teruggedrongen veiligheidsrisico’s (i.c. Risicobeperking);

• ook zonder beschikbare formats verrichtte evaluatie, voorgestelde bijstelling en verbetering met betrekking tot veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (i.c. Risicobeperking);

• participatie in bestaande netwerken, gericht op het effectief en efficiënt adviseren van de onderwijsorganisatie inzake de uitvoering van MBO en HBO State-of-the Art politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• participatie – als OpDo/Analist – in netwerken, gericht op het steeds optimaal laten aansluiten op de brede Uitvoeringspraktijk inzake het in de ongecontroleerde leeromgeving opleiden / examineren;

• geïnitieerde, gebouwde, onderhouden en geregisseerde netwerken ten behoeve van het met o.a. Operationele Begeleiding delen, verzamelen en verwerken van informatie met betrekking tot het in de ongecontroleerde leeromgeving organiseren en toepassen van veiligheidsmaatregelen (beperking van het risico op letsel en schade aan studenten / betrokkenen en van het risico op schade aan- en verlies van middelen en uitrusting, alsmede het risico op imagoschade);

• georganiseerde Vakvaardigheidsdagen vanuit het Operationeel Docentschap gericht op het steeds actualiseren van opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• op de actuele vereisten van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving (Uitvoeringspraktijk) steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• op de actuele vereisten met betrekking tot het uitvoeren van transitiemaatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden steeds aansluitende eigen professionaliteit (blauw vakmanschap);

• bevorderde professionaliteit door uitgevoerd mentorschap.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

P.I. & B.I.:

• analyseert kritisch aangereikte problematiek vanuit het Operationeel Docentschap en formuleert heldere adviezen t.b.v. de Uitvoeringspraktijk;

• adviseert als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap actief over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak m.b.t. de uitvoering van operationele politietaken en specifieke veiligheidsproblematiek;

• analyseert, monitort en evalueert als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap stelselmatig en nauwgezet het in de Ongecontroleerde Leeromgeving organiseren, opleiden en examineren ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk en brengt de consequenties helder in beeld van trends en ontwikkelingen voor het Operationeel Docentschap en (de uitvoering van) het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs;

• monitort en evalueert als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap actief en kritisch in de ongecontroleerde leeromgeving / Uitvoeringspraktijk de toepassing en het effect van vastgestelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, de examens en het implementatie-instrumentarium;

• meet nauwkeurig resultaten en effecten in relatie tot vastgestelde doelstellingen en aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• adviseert als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap actiefen duidelijk over het bijsturen en verbeteren van (de toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, de examens en de toepassing van implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in het implementatietraject;

• stelt actief ontwikkelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm van het State-of-the-Art Politieonderwijs, de examens, het implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren beschikbaar;

• verbetert actief en nauwgezet de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, van de implementatie en van de aansluiting op- en toepasbaarheid in/voor de brede Uitvoeringspraktijk;

• maakt heldere afspraken met leidinggevenden en in netwerken over toepassing.

Uitvoering OpDo:

• bevordert actief (op toepassingsniveau) de startbekwaamheid van studenten door opleiding en examinering, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• brengt door het opleiden en examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, studenten op het voor de beoogde functie passendniveau van startbekwaamheid;

• faciliteert de student met een helder plan van aanpak (individuele opleidingsadviezen) voor het behalen van de leerdoelen en het voldoen aan deskundigheids- / certificeringsvereisten;

• formuleert heldere opleidingsadviezen in de vorm van plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats op het individu gericht;

• neemt conform de daarvoor geldende voorschriften, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, (tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens af en rapporteert;

• het accuraat uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties het State-of-the-Art politieonderwijs op MBO-niveau / i.c. standaard lesmateriaal én op de specifieke situatie toegespitst maatwerk lesmateriaal, steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;

• formuleert vanuit de uitvoering van het Operationeel Docentschap passende voorstellen tot verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving, van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek;

• stelt − op basis van evaluaties op uitgevoerde opleidingen en het herkennen van patronen en verbanden in het leerproces van zijn studenten, actief adviezen op voor leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van startbekwaamheid middels opleidingen en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap);

• het actief en op maat verbeteren van lesmateriaal en het vasthoudend implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• faciliteert leiding en/of netwerkpartners met duidelijk onderbouwde advisering / vakinhoudelijke oplossingen inzake de optimale bijdrage van Operationeel Docentschap aan de handhaving van de rechtsorde en openbare orde en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• het proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die het Operationeel Docentschap overstijgen;

• stelt heldere plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, op t.b.v. de uitvoering van Operationeel Docentschap, i.c. de verantwoordelijkheids-verdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• geeft nauwgezet uitvoering aan vastgesteld plan van aanpak;

In het kader van Risicobeperking:

T.a.v. de Fysieke & Mentale component + de (Im)materiële component:

• treft accuraat ook zonder beschikbare formats voorbereidingen en organiseert actief ter plekke veiligheidsmaatregelen;

• geeft nauwlettend uitvoering aan de voor de leeromgeving geldende veiligheidsmaatregelen;

• evalueert actief getroffen veiligheidsmaatregelen en vertrekt heldere voorstellen tot bijstelling en verbetering;

• geeft tijdig uitvoering aan transitie-maatregelen van onderwijsleersituatie naar praktisch politieoptreden;

• het actief signaleren van en nauwlettend anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die het Operationeel Docentschap kunnen verstoren.

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen en maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners gericht op effectieve en efficiënte advisering, bemiddeling vraag en aanbod en implementatie m.b.t. het (VMBO, MBO + HBO) opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• het tijdig betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;

• het actief bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit nauwlettend in acht bij de toepassing van dwangmiddelen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• analyseren, concluderen en adviseren vanuit operationeel docentschap ten behoeve van het door de Uitvoeringspraktijk opstellen van plannen van aanpak voor het effectief en efficiënt aanpakken van (aangereikte) problematiek;

• adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak m.b.t. de uitvoering van operationele politietaken en specifieke veiligheidsproblematiek;

• als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap analyseren, monitoren en evalueren van het in de Ongecontroleerde Leeromgeving organiseren, opleiden en examineren ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• in beeld brengen van de consequenties van trends en ontwikkelingen voor het Operationeel Docentschap en (de uitvoering van) het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs;

• als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap monitoren en evalueren in de ongecontroleerde leeromgeving / Uitvoeringspraktijk van de toepassing en het effect van vastgestelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, de examens en het implementatie-instrumentarium;

• adviseren over het bijsturen en verbeteren van (de toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, de examens en de toepassing van implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in het implementatietraject;

• ter beschikking stellen van ontwikkelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm van het State-of-the-Art Politieonderwijs, de examens, het implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• de effectiviteit en efficiëntie verbeteren van de uitvoering van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs, het opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, van de implementatie en van de aansluiting op- en toepasbaarheid in/voor de brede Uitvoeringspraktijk;

• afspraken maken met leidinggevenden en in netwerken over toepassing.

• opleidingen en trainingen geven, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• plannen van aanpak opstellen (individuele opleidingsadviezen) ook zonder beschikbare formats;

• studenten faciliteren met plannen van aanpak (individuele opleidingsadviezen);

• plannen van aanpak opstellen voor de uitvoering van operationeel docentschap ook zonder beschikbare formats;

• (ook tussentijdse) proeven van bekwaamheid en examens, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, afnemen en daarover rapporteren;

• uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten;

• voorstellen formuleren – vanuit de uitvoering van Operationeel Docentschap – tot verbeteringen in de wijze van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving, van de Risicobeperking en ten aanzien van de inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek;

• evalueren op uitgevoerde opleidingen en adviseren naar leiding en/of netwerkpartners voor rendementsverhoging in het verwerven en behouden van startbekwaamheid middels opleidingen en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap);

• vaststellen van het behaalde opleidingsrendement in de ongecontroleerde leeromgeving;

• implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• proactief inspelen op trends en ontwikkelingen die het Operationeel Docentschap overstijgen;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, opstellen t.b.v. de uitvoering van Operationeel Docentschap, i.c. de verantwoordelijkheids-verdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• opstellen van een Taak Risico Analyse in het kader van Risicobeperking OpDo;

• ook zonder beschikbare formats scenario’s maken van de (ongecontroleerde) leeromgeving en dat vervolgens betrekken bij de opzet van veiligheidsmaatregelen;

• uitvoering geven aan veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

• evalueren van getroffen veiligheidsmaatregelen en uitgevoerde transitiemaatregelen en het doen van voorstellen tot verbetering ervan;

• signaleren van- en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die het Operationeel Docentschap kunnen verstoren;

• initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren van (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• betrekken van Operationele Begeleiding waar relevant;

• als operationeel docent uitvoeren van operationele activiteiten in de uitvoeringspraktijk t.b.v. het bevorderen van het eigen blauw vakmanschap;

• processen-verbaal opstellen;

• dwangmiddelen toepassen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• de politieorganisatie;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door Praktijkinzet en Beleidsinzet als Analist vanuit Operationeel Docentschap;

• de Ongecontroleerde Leeromgeving – waarin omstandigheden onverwacht wijzigen en waarin volledige regie niet mogelijk is, met kans op onbewuste (soms primaire) reacties en/of beïnvloeding van de onderwijssituatie vanuit de omgeving, de omgeving meekijkt, oordeelt, (ver)stoort en reageert.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• zelfstandige specialistische inzet en/of inbreng (Praktijkinzet en Beleidsinzet);

• keuzes tussen specialistische methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en – oplossingsrichtingen;

• belanghebbenden bij knelpuntanalyses van de uitvoering en ontwikkeling van het State-of-the-Art politieonderwijs, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving en bij advisering over integrale verbetering hiervan;

• partijen verbonden met analyse, monitoring en evaluatie van het in de Ongecontroleerde Leeromgeving organiseren, opleiden en examineren ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• belanghebbenden bij het in beeld brengen van de consequenties van trends en ontwikkelingen voor het Operationeel Docentschap en (de uitvoering van) het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs;

• partijen verbonden met het organiseren, ondersteunen en begeleiden van de implementatie (regie) van vastgestelde (verbeterde en nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), inbegrepen die t.a.v. de risicobeperking, met betrekking tot het State-of-the-Art politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving, ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• belanghebbenden bij analyse, monitoring en evaluatie van de voortgang en het effect van implementatie aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren, bij de analyse van de oorzaak van afwijkingen en bij het adviseren over bijsturing;

• partijen verbonden met implementatietrajecten;

• regiepositie in (nieuwe) netwerken;

• het State-of-the-Art politieonderwijs op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal;

• de actuele vereisten van de Uitvoeringspraktijk – met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid – voor daarop aansluitend opleiden en examineren;

• vakgebieden in het Domein Uitvoering;

• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;

• operationele sturing / Organisatorische Coördinatie: georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de OpDo-specialisatie leidend is;

• (door Uitvoeringspraktijk) aangereikte problematiek (bekende benaderingswijzen / oplossingsrichtingen bekend);

• initiatie, bouw, onderhoud en regie (nieuwe) netwerken met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• de veiligheidsmaatregelen in het kader van Risicobeperking opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• studenten, (politie)medewerkers en betrokkenen in de ongecontroleerde leeromgeving;

• onderwijs regelgeving en -wetgeving in relatie tot opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• plannen van aanpak in de vorm van individueel opleidingsadvies ook zonder beschikbare formats;

• leerbehoefte en instapniveau van de student;

• gestelde leerdoelen en certificeringvereisten;

• (beoogde) functie van de student;

• de uitvoering van Operationeel Docentschap in relatie tot de in plan van aanpak gemotiveerde verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• Blauw vakmanschap, professionaliteitseisen en vereiste bevoegdheden t.b.v. de uitvoering van het Operationeel Docentschap in relatie tot:

• de handhaving van de rechtsorde en van de openbare orde, alsmede de veiligheid en leefbaarheid;

• conflicterende partijen;

• incidenten en calamiteiten;

• transitiemaatregelen;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (eerder verkende) problematiek op door vanuit specialisatie met keuze uit bekende oplossingsrichtingen en bekende benaderingswijzen en waarbij sprake is van het tussentijds moeten bijstellen van keuzes.

De functionaris – als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap – analyseert knelpunten in de uitvoering en ontwikkeling van het State-of-the-Art politieonderwijs, inbegrepen de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), de examens en de risicobeperking, en adviseert vanuit deze analyse over verbeteringen en ontwikkelingen met betrekking tot het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

De functionaris – als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap – organiseert, ondersteunt en begeleidt de implementatie (regie) van vastgestelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het State-of-the-Art (VMBO, MBO + HBO) politieonderwijs), de examens en de toepassing van implementatie- instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in het implementatietraject.

Brengt de functionaris de resultaten en effecten volgend op implementaties in beeld, adviseert en organiseert de implementatie van verbeteringen in effectiviteit en efficiëntie van (toekomstige) implementaties ten aanzien van het State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving, ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Kiest de functionaris oplossingen die zelfstandig worden gegenereerd binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;

• de organisatie en aansturing van vastgestelde plannen van aanpak (Organisatorische Coördinatie);

• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;

• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de aan de uitvoering van Operationeel Docentschap verbonden verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• de organisatie, uitvoering en evaluatie van maatregelen in het kader van Risicobeperking;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren van netwerken.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• de probleemverkenning, advisering en effectuering ten aanzien van (het verhogen van) het effect en het rendement van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs in de Ongecontroleerde Leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk, inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst onderwijs en van de Risicobeperking (OpDo-Analist);

• het ter beschikking stellen van ontwikkelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, de examens, het implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, bij het opstellen van handreikingen en het input geven voor het ontwikkelen van opleidingen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van (knelpunt)analyses, advisering en implementatie ten aanzien van het steeds optimaal effectief en efficiënt opleiden en examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving (Operationeel Docentschap t.b.v. brede Uitvoeringspraktijk);

• het voeren van operationele sturing;

• het maken van afspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak;

• het – bij door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek – vanuit Operationeel Docentschap analyseren en adviseren waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet & inbreng en oplossingsrichtingen bekend zijn;

• de uitvoering van het Operationeel Docentschap; opleiden en examineren d.m.v. State-of-the-Art politieonderwijs expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het vanuit het opleiden direct monitoren van resultaten en effecten gericht op het steeds optimaal laten aansluiten op de brede Uitvoeringspraktijk van inhoud en vorm, didactiek en pedagogiek;

• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van studenten om de startbekwaamheid te verkrijgen, vereist voor het naar actuele maatstaven professioneel kunnen presteren in de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het met de student direct inspelen op de individuele leerbehoefte (inhoud, vorm, didactiek en pedagogiek) in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het optimaal effectief en efficiënt in staat stellen van de student om het aan de functie gerelateerde vakmanschap, professionele weerbaarheid en flexibiliteit te ontwikkelen in de context van de Uitvoeringspraktijk met al zijn operationele varianten en onvoorspelbaarheid;

• het uitvoeren van de werkzaamheden in de ongecontroleerde leeromgeving om vanuit evaluaties op uitgevoerde opleidingen in relatie tot de actuele omgevingsfactoren en maatschappelijke beïnvloeding én vanuit verkregen respons van studenten het State-of-the-Art politieonderwijs steeds te laten aansluiten op de actuele vereisten en – in samenspraak met o.a. Operationele Begeleiding – de interventies te bepalen onder meer ten aanzien van: inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), de optimale toepasbaarheid in de ongecontroleerde leeromgeving, de veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen, de wijze waarop de student de vorderingen maakt tijdens de opleiding, in het bijzonder t.a.v. het toepassen van het aangeleerde in de Uitvoeringspraktijk, het voorbereiden en afnemen van (tussentijdse) toetsen / toetsing en examens / examinering in de ongecontroleerde leeromgeving, het organiseren en houden van evaluaties en de verwerking van de verkregen opbrengsten voor de verbetering van opleidingen in de ongecontroleerde leeromgeving, de aanschaf of vervanging van middelen (voertuigen, geweldsmiddelen, dieren);

• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek gericht op het steeds laten aansluiten van de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) en de examens van het State-of-the-Art Politie-onderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving op de actuele vereisten;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van lesmateriaal gericht op het aansluiten van de geboden opleiding en examinering in de ongecontroleerde leeromgeving op het instapniveau, de leerbehoeften, gewenste vakbekwaamheidsniveau en de (beoogde) functie van de student;

• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking) in het kader van de uitvoering van State-of-the-Art politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het signaleren van en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen, die het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• het behalen van resultaten uit netwerken;

• de uitvoering van operationele politietaken gericht op het steeds laten aansluiten van de (eigen) professionaliteit op de actuele vereisten m.b.t. het als Operationeel Docent opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen;

waarbij de aanpak is gebaseerd op handelen vanuit eigen inzicht binnen gestelde kaders (wetgeving, richtlijnen, (gewelds)instructies).

Handelingsbekwaamheid

Gerelateerd aan State-of-the-Art Politie-onderwijs; opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk.

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• de probleemverkenning (knelpuntanalyses), advisering en effectuering ten aanzien van (het verhogen van) het effect en het rendement van het State-of-the-Art (MBO + HBO) politieonderwijs in de Ongecontroleerde Leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk, inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen / de specialisatie toegespitst onderwijs en van de Risicobeperking (OpDo-Analist);

• de advisering over verbeteringen en ontwikkelingen met betrekking tot het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving en de risicobeperking ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• het in beeld brengen van de resultaten en effecten volgend op implementaties van vastgestelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het State-of-the-Art (VMBO, MBO + HBO) politieonderwijs in de Ongecontroleerde Leeromgeving ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk en de toepassing van implementatie- instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in het implementatietraject;

• het organiseren, ondersteunen en begeleiden van de implementatie (regie) van vastgestelde (verbeterde en nieuwe) inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht), inbegrepen die t.a.v. de risicobeperking, met betrekking tot het State-of-the-Art politieonderwijs in de ongecontroleerde leeromgeving, ten behoeve van de brede Uitvoeringspraktijk;

• het analyseren, monitoren en evalueren van de voortgang en het effect van implementatie aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren, het analyseren van de oorzaak van afwijkingen en het adviseren over bijsturing;

• het ter beschikking stellen van ontwikkelde nieuwe en verbeterde inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van het Politieonderwijs, de examens, het implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, het opstellen van handreikingen en het input geven voor het ontwikkelen van opleidingen;

• de effectieve en efficiënte uitvoering van de implementatie van het steeds in lijn met de actuele operationele vereisten (verder) ontwikkelde State-of-the-Art politieonderwijs expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving en bij het benutten van alle opleidings- / examineringskansen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken;

• operationele sturing / Organisatorische Coördinatie;

vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap met keuze uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, en waarbij het tussentijds moeten bijstellen van keuzes aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij;

• het analyseren van en adviseren over de door de Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek vanuit Operationeel Docentschap met toepassing van gestandaardiseerde specialistische methoden en technieken, bekende benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen zelfstandig aanpakken.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken binnen wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructie die zich voordoen bij:

• het opstellen van plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats;

• het opleiden, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden;

• het opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• het examineren, expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• de evaluatie en verbetering van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• het leveren van input voor – en het participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen in de wijze van Operationeel Docentschap en in de toepassing van lesmateriaal;

• het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• het initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren van netwerken.

op de juiste wijze:

• analyseren, concluderen en adviseren m.b.t. aangereikte problematiek;

• plannen van aanpak ook zonder beschikbare formats opstellen;

• opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• volgen en beoordelen van de voortgang in de verwerving van kennis en vaardigheden van studenten;

• opstellen van (individuele) opleidingsadviezen;

• evalueren en verbeteren van uitgevoerde opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving;

• leveren van input voor – en participeren bij de ontwikkeling van opleidingen en examen-casuïstiek;

• plannen van aanpak, ook zonder beschikbare formats, opstellen voor de uitvoering van het opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving t.b.v. besluitvorming op verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijze en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen;

• het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• scenario-denken toepassen in plannen van aanpak veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen;

• signaleren van – en anticiperen op omstandigheden of gedragingen van personen die de leeromgeving kunnen verstoren of in gevaar kunnen brengen;

• inschatten van veiligheidsrisico’s en deze in permanente alertheid beheersen;

• het vanuit confrontatie of gerichte inzet schakelen van opleiden en examineren naar het daadwerkelijk in actiekomen op een incident in de uitvoeringspraktijk;

• netwerken bouwen en onderhouden;

• uitvoeringsafspraken maken met netwerkpartners met gedeelde belangen;

• operationele politietaken uitvoeren vanuit het Operationeel Docentschap;

• aanwenden van dwangmiddelen;

• zelfstandig afhandelen van alle voorkomende situaties binnen het kader van wetgeving, richtlijnen en (gewelds)instructies;

• optreden als mentor.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied en/of het werkterrein van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot de brede Uitvoeringspraktijk in relatie tot het daarin op toepassingsniveau en steeds in lijn met de actuele operationele vereisten (maatwerk) opleiden en examineren van studenten tot startbekwame, professioneel optredende politiemedewerkers die moeten presteren in de frontlinie van de samenleving in al zijn variëteit, verscheidenheid en complexiteit;

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot het beroepsonderwijs;

• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot Operationeel Docentschap, i.c. opleiden en examineren expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal én specialistisch maatwerk lesmateriaal;

• wet- en regelgeving en beleid in relatie tot het organiseren, uitvoeren, evalueren en verbeteren van veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen (Risicobeperking);

• methoden, technieken en procedures;

• sociale- en andere veiligheidsgerelateerde wetenschappen, alsmede op het gebied van didactiek, pedagogiek en onderwijskunde.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet als Analist vanuit de uitvoering van de specialisatie én het Operationeel Docentschap.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• Operationeel Docentschap / de specialisatie;

• State-of-the-Art politieonderwijs op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal;

• inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van standaard lesmateriaal op MBO + HBO-niveau;

• opleiding en examinering expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal;

• organisatie, uitvoering, evaluatie en verbetering van maatregelen in het kader van Risicobeperking, i.c. veiligheidsmaatregelen en transitiemaatregelen: de Fysieke & Mentale component + de (Im)materiële component;

• (knelpunten)analyse- en adviestechniek;

• implementatietechniek, evaluatietechniek en verandermanagement;

• les- en leerstofontwikkeling, i.c. de inhoud en vorm (ook in pedagogisch, didactisch en onderwijskundig opzicht) van lesmateriaal t.b.v. opleiden en examineren in de ongecontroleerde leeromgeving;

• inzicht in gedrag;

• kennis van wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken, voor zover deze inhoudelijk relevant zijn voor het Operationeel Docentschap, opleiden en examineren naar startbekwaamheidsniveau expliciet óók in de ongecontroleerde leeromgeving op HBO-niveau / inbegrepen het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal;

• informatieoverdracht en communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden;

• ontwikkeling van standaard lesmateriaal, specialistisch maatwerk lesmateriaal én het op (Operationeel) Leidinggeven & Operationeel Sturen toegespitst lesmateriaal op MBO + HBO-niveau;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• netwerken;

• operationele sturing en regievoering;

• coaching;

• conflictbemiddeling;

• alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum;

• noodhulp en incidentmanagement;

• documentatie- en registratiesystemen.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt zelfstandig actief kennisbronnen voor uitbreiding van het vakgebied en voor aanpak van (aangereikte) problematiek m.b.v. (maatwerk)plannen van aanpak zonder beschikbare formats en waarbij sprake is van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied / specialisme;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen het vakgebied;

• houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de Uitvoeringspraktijk;

• houdt zicht op specifieke (veiligheids)problematiek met in begrip van die ten aanzien van alle voorkomende vormen van grof geweld, cq terrorisme over het gehele geweldsspectrum.

Uitbreiding kennis vanuit OpDo-specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak van door Uitvoeringspraktijk aangereikte problematiek / eerder verkende problematiek met bekende benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen, en ten behoeve van organiseren, ondersteunen en begeleiden implementatie (regie) van nieuwe (beleids)producten alsmede ten aanzien van het Analist-schap.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft HBO werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld + onderzoekservaring waarbij ook Operationeel Docentschap / OpDo-specialisatie aan de orde is, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie en/of werkterrein en/of specifieke functionaliteiten gerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• heeft een aan de inzet gerelateerde opsporingsbevoegdheid.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma na incident of calamiteit is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Kans op tegen de persoon gericht verbaal en/of fysiek geweld is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig indien zich niet voorziene en daarom niet verwijtbare incidenten voordoen tijdens het opleiden / examineren in ongecontroleerde leeromgeving, en dit zich voor de operationeel docent terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid op een werkterrein of op een specifieke begeleiding. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Teamchef C

Kern van de functie

Leiding draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Leiding handelt in het perspectief van de politie als totaal.

Leiding stuurt op het bereiken van resultaten, bepaalt, beslist en (be)oordeelt aangaande koers en strategie, beleid, doelstellingen, kwaliteit en kwantiteit van producten & diensten, contracten en plannen van aanpak waaronder ten aanzien van werkwijzen, personeel, middelen en financiën en overige randvoorwaardelijke aspecten.

Leiding: motiveert, stimuleert en inspireert personeel en stuurt op de ontwikkeling van personeel; monitoort en beoordeelt de kwaliteit van geleverde prestaties/producten en beslist op bijsturing en te nemen maatregelen; is resultaat- en financieel verantwoordelijk en verantwoordelijk voor het organisatierendement.

Leiding vertegenwoordigt de Politie.

Leiding geeft met name uitvoering aan processen in de tak Besturen uit het RBP.

De Teamchef C draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving, door het dragen van de resultaat- en budgetverantwoordelijkheid voor het behalen van door de naasthogere leidinggevende38De opbouw van functies in het domein Leiding kent op dit moment 4 niveaus: Teamchef (A, B en C), Sectorhoofd, Directeur en Korpschef.De inrichting van nationale politie, hoewel daar in deze opbouw waar mogelijk al rekening mee is gehouden, kan tot wijzigingen leiden.Voor de leesbaarheid is gekozen voor de term ‘naasthogere leidinggevende’ te hanteren i.p.v. Sectorhoofd, Directeur of Korpschef. vastgestelde resultaten in het − in afstemming met de naasthogere leidinggevende opgesteld − teambedrijfsvoeringplan, voor de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk.

Hij geeft leiding aan een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen.

Hierbij is er sprake van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek:

  • die zelfstandige inzet en inbreng van het team vergt door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij externe oriëntatie aan de orde is en waarvoor oplossingsrichtingen bekend zijn;

    en/of

  • waarin Specialisten de aanpak van deze problematiek structureel middels directe inzet en inbreng ondersteunen.

Het tussentijds moeten beslissen ten aanzien van het bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak kan aan de orde zijn.

Activiteiten en resultaten

Leiding en sturing

  • Het leiding geven aan een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is, een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen en waarin (niet-eerder verkende) problematiek aangepakt wordt en/of waarin Specialisten structureel hun directe inzet en inbreng leveren, zodat de overwegend niet-routinematige werkzaamheden effectief en efficiënt worden uitgevoerd en resultaten worden behaald.

  • Het (laten) voeren van (integrale) resultaat-, functionerings-, beoordelings en ontwikkelgesprekken – en indien nodig voortgangsgesprekken – met zijn medewerkers, waarbij inbegrepen de structureel in het team werkende Specialisten, zodat − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − de betrokken functionaris weet wat de politieorganisatie van hem verwacht en de politieorganisatie weet wat de functionaris van de organisatie verwacht en tussentijdse bijsturing van afspraken kan plaatsvinden.

  • Het – in relatie tot de organisatiedoelstellingen – (laten) opstellen en vaststellen van resultaatafspraken voor zijn medewerkers, waarbij inbegrepen de structureel in het team werkende Specialisten, zodat de betrokken functionaris weet wat de politieorganisatie van hem verwacht en de politieorganisatie weet wat de functionaris van de organisatie verwacht.

  • Het − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − (laten) opstellen en vaststellen van ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, waarbij inbegrepen de structureel in het team werkende Specialisten, zodat voor de betrokken functionaris inzicht ontstaat in belonings- en ontwikkelingsperspectief.

  • Het leveren van input aan de naasthogere leidinggevende ten aanzien van structureel in het team werkzame Specialisten, zodat de naasthogere leidinggevende informatie heeft over het functioneren van zijn Specialisten bij deze inbreng en inzet in teams en voor deze medewerkers resultaatafspraken kan maken en ontwikkelplannen kan op- en vaststellen.

  • Het creëren van een veilige werkomgeving, het motiveren en inspireren van medewerkers, en het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers, zodat functionarissen worden uitgenodigd hun capaciteiten optimaal in te zetten voor de politie.

Organiseren

  • Het in afstemming met de naasthogere leidinggevende opstellen van een bedrijfsvoeringplan voor het team en het daarin benoemen van resultaten, prioriteiten, randvoorwaarden en mogelijkheden van externe oriëntatie, zodat duidelijk is welke de bijdrage van het team moet zijn aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen en aan de aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en welke formatie, middelen, faciliteiten en budget daarvoor beschikbaar zijn.

  • Het vertalen van de teamdoelstelling naar individuele bijdragen van zijn medewerkers, waarbij inbegrepen de structureel in het team werkende Specialisten en met aandacht voor de (specialistische) samenstelling van het team, door het op- en vaststellen van ontwikkelplannen zodat activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op duidelijke wijze zijn toebedeeld aan de juiste functionarissen, effectief gebruikmakend van hun tijd en hun bekwaamheden en zodoende elke functionaris weet welke resultaten van hem worden verwacht en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het faciliteren van medewerkers met middelen en randvoorwaardelijke aspecten voor het behalen van hun resultaten, zodat functionarissen optimaal worden toegerust en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

Structureren

• Het vertalen in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten van het vastgestelde teambedrijfsvoeringplan naar organisatiestructuur voor zijn team, gericht op de aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek, het kiezen van de daarin op te nemen LFNP-functies en het ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende, zodat een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.

Realiseren

  • Het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan, zodat de resultaten op de meest effectieve en efficiënte wijze worden behaald.

  • Het kwalitatief en kwantitatief beoordelen van collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers, met inbegrip van de Specialisten die structureel hun directe inzet en inbreng leveren, zodat een basis ontstaat voor (bij)sturing van personele inzet op te behalen resultaten en effecten, en van de wijze waarop deze worden behaald.

  • Het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan; het vaststellen van deze voorstellen; het sturen op implementatie van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken en het sturen op nakoming van afspraken, zodat een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen die buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef C liggen, zodat ook deze verbeteringen kunnen worden geïmplementeerd en daarmee een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde (maatwerk)plannen van aanpak aan het team-bedrijfsvoeringplan, het vaststellen en het sturen op uitvoering ervan, zodat plannen van aanpak effectief en efficiënt worden uitgevoerd.

  • Het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van maatwerkplannen van aanpak gericht op de aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek − waarin benoemd de benodigde incidentele en structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten, alsmede de eventueel noodzakelijke externe oriëntatie − en het sturen op nakoming ervan, zodat maatwerkplannen van aanpak effectief en efficiënt worden uitgevoerd.

  • Het beoordelen van hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen met betrekking tot inzet van het vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied in relatie tot organisatierendement; het vaststellen dan wel het in overleg met de naasthogere leidinggevende vaststellen van de wijze van concretisering van deze adviezen; het sturen op uitvoering ervan, zodat een steeds effectievere en efficiëntere inzet van het vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoering van het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en zonodig bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, op de uitvoering van vastgestelde (maatwerk-)plannen van aanpak en op de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen, zodat resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van besteding van budgetten, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen budget worden behaald.

  • Het afleggen van verantwoording over het behaalde resultaat van het team alsmede over het daarvoor bestede budget aan de hand van de in het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten en effecten en toegekende budgetten, zodat de kwaliteit en kwantiteit van effecten en resultaten worden vastgesteld en een basis ontstaat voor het nemen van maatregelen en voor het (toekomstig) sturen op effectiviteit en efficiëntie van het team.

  • Het afleggen van verantwoording over het bestede budget aan faciliteiten voor zijn medewerkers, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen.

Samenwerken

  • Het voeren van regie op de onderlinge samenwerking tussen uitvoerende medewerkers en Specialisten binnen het team, met aandacht voor de (specialistische) samenstelling van het team, en op de netwerkactiviteiten van zijn medewerkers, zodat een effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden wordt gewaarborgd.

  • Het participeren in netwerken (van ook externe partners) − ook wanneer daar bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten aan verbonden zijn en mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van problematiek; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de aanpak van problematiek wordt verhoogd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Plaatsvervanger;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectieve en efficiënte politieorganisatie;

• legitimering van politie in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig) moeten kunnen worden behaald, zijn:

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen. Hierbij is er sprake van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek:

• die zelfstandige inzet en inbreng van het team vergt door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij externe oriëntatie aan de orde is en waarvoor oplossingsrichtingen bekend zijn;

en/of

• waarin Specialisten de aanpak van deze problematiek structureel middels directe inzet en inbreng ondersteunen.)

• ten aanzien van leiding en sturing:

• direct en indirect (via coördinatoren), op de uitvoering van overwegend niet-routinematige werkzaamheden met een hoge mate van variëteit in uitvoeringsvormen, aangestuurde uitvoerende medewerkers, er sprake is van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en waarbij externe oriëntatie aan de orde is en/of waarin structureel Specialisten werkzaam zijn;

• vastgestelde functionering en beoordeling van zijn medewerkers, waarbij inbegrepen de structureel in het team werkende Specialisten;

• vastgestelde ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, waarbij inbegrepen de structureel in het team werkende Specialisten;

• input aan de naasthogere leidinggevende voor het opstellen van resultaatafspraken en ontwikkelplannen voor de incidenteel danwel structureel aan zijn team toegevoegde Specialisten;

• medewerkers die hun capaciteiten optimaal inzetten voor de politie;

• een veilige werkomgeving;

• ten aanzien van organiseren:

• een in een team-bedrijfsvoeringplan vastgelegde begroting van formatie, middelen, faciliteiten en budget voor een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is, een hoge mate van variëteit in uitvoeringsvormen kent, er sprake is van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en waarbij externe oriëntatie aan de orde is en/of waarin structureel Specialisten werkzaam zijn;

• een door de naasthogere leidinggevende vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• een, het vastgesteld bedrijfsvoeringplan dekkende toedeling van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers, vastgelegd in resultaatafspraken;

• voor het behalen van hun resultaten gefaciliteerde medewerkers;

• ten aanzien van structureren:

• een − in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten, op basis van het vastgestelde sectorbedrijfsvoeringplan en met keuze uit de LFNP-functies − uitgewerkte en door de naasthogere leidinggevende vastgestelde organisatiestructuur voor zijn team;

• ten aanzien van realiseren:

• vastgestelde prioriteiten binnen het team-bedrijfsvoeringplan;

• uitgevoerd team-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget, tijdslijn en op de vastgestelde wijze behaalde resultaten;

• door het team gekozen en (verder) ontwikkelde specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen;

• beslissingen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen, (maatwerk)plannen van aanpak en adviezen;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• evaluatie, monitoring en analyse op (de voortgang van):

• de uitvoering van het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan, inclusief de besteding van budgetten;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de uitvoering van vastgestelde (maatwerk)plannen van aanpak;

• de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen;

en zo nodig bijsturing ervan;

• geëffectueerde inzet en inbreng van de op incidentele basis aan zijn team toegevoegde Specialisten ter uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak;

• beoordeelde collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers, waarbij inbegrepen de structureel in het team werkende Specialisten, en eventuele bijsturing van medewerkers op hun wijze van inzet;

• verantwoording over budgetten en resultaten, en over de aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• regie op door onderlinge samenwerking tussen uitvoerende medewerkers en Specialisten binnen het team en door netwerkactiviteiten van zijn medewerkers te behalen effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van overwegend niet-routinematige werkzaamheden met een hoge mate van variëteit in uitvoeringsvormen.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• geeft in een zodanige stijl leiding aan zijn team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is, een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen, er sprake is van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en waarbij externe oriëntatie aan de orde is en/of waarin structureel Specialisten werkzaam zijn, dat de in het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten worden behaald binnen budget, binnen de gestelde tijdslijn en op de vastgestelde wijze;

• houdt consequent beoordelings- en functioneringsgesprekken;

• stelt heldere ontwikkelplannen voor zijn medewerkers waarbij inbegrepen de structureel in het team werkende Specialisten, op en vast;

• geeft gemotiveerde input aan de naasthogere leidinggevende voor het opstellen van resultaatafspraken en ontwikkelplannen voor de incidenteel danwel structureel aan zijn team toegevoegde Specialisten;

• werkt consequent aan een veilige werkomgeving, aan het motiveren en inspireren van medewerkers, en aan het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• dient een reëel team-bedrijfsvoeringplan in ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende;

• deelt op te motiveren gronden aan zijn medewerkers activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe, en stelt daartoe heldere resultaatafspraken voor zijn medewerkers op en vast;

• faciliteert op te motiveren gronden zijn medewerkers in het licht van de te behalen resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• vertaalt in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan naar een passende organisatiestructuur voor zijn team met keuze uit de LFNP-functies en dient deze in bij de naasthogere leidinggevende ter vaststelling;

• ten aanzien van realiseren:

• stelt om redenen van effectiviteit en efficiëntie prioriteiten vast in het team-bedrijfsvoeringplan;

• stuurt vasthoudend op het behalen van de resultaten zoals benoemd in het team-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget en tijdslijn en op de vastgestelde wijze; evalueert, monitoort en analyseert daartoe stelselmatig de voortgang in het behalen van resultaten en de besteding van de budgetten en stuurt zonodig bij;

• toetst hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• stelt na gedegen toetsing aan het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan de hem door zijn medewerkers voorgelegde (maatwerk)plannen van aanpak vast;

• beoordeelt vanuit het oogpunt van verbetering van het organisatierendement hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen, en stelt de concretisering van adviezen vast;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen, stuurt vasthoudend op de uitvoering van vastgestelde (maatwerk-)plannen van aanpak en op de vastgestelde concretisering van adviezen;

• stemt consequent verbetervoorstellen, (maatwerk)plannen van aanpak en concretisering van adviezen, indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef C liggen, af met de naasthogere leidinggevende;

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen, de uitvoering van vastgestelde (maatwerk-)plannen van aanpak en de concretisering van adviezen, en stuurt zonodig tijdig bij;

• beoordeelt stelselmatig de collectieve en individuele prestaties van medewerkers in relatie tot de te behalen resultaten en stuurt zonodig bij ten aanzien van de wijze van hun inzet;

• verantwoordt beargumenteerd budgetten, resultaten en de aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• voert regie op samenwerking tussen de medewerkers onderling binnen het team, met aandacht voor de specialistische samenstelling van het team, en op de netwerkactiviteiten van zijn medewerkers, met het oog gericht op effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van werkzaamheden met een overwegend niet-routinematig karakter.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen. Hierbij is er sprake van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek:

• die zelfstandige inzet en inbreng van het team vergt door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij externe oriëntatie aan de orde is en waarvoor oplossingsrichtingen bekend zijn;

en / of

• waarin Specialisten de aanpak van deze problematiek structureel middels directe inzet en inbreng ondersteunen.)

• ten aanzien van leiding en sturing:

• leiding geven aan een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is, een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen, er sprake is van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en waarbij externe oriëntatie aan de orde is en/of waarin structureel Specialisten werkzaam zijn;

• beoordeling en functioneren van zijn medewerkers, waaronder Specialisten die structureel hun directe inzet en inbreng leveren, vaststellen;

• ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, waaronder Specialisten die structureel hun directe inzet en inbreng leveren, op- en vaststellen;

• input leveren aan de naasthogere leidinggevende voor het opstellen van resultaatafspraken en ontwikkelplannen van de Specialisten voor wie de inzet en inbreng in het team van incidentele aard is;

• algemene maatregelen nemen ter bevordering van een veilige werkomgeving voor, en de motivatie, het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• een team-bedrijfsvoeringplan, inclusief begroting, opstellen en ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;

• activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toewijzen aan zijn medewerkers (op- en vaststellen resultaatafspraken) en hen daarvoor faciliteren;

• ten aanzien van structureren:

• in afstemming met de naasthogere leidinggevende de organisatiestructuur inrichten van het team;

• ten aanzien van realiseren:

• prioriteiten stellen in de uitvoering van een vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen beoordelen, (laten) vaststellen en implementeren;

• door het team gekozen en (verder) ontwikkelde specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde (maatwerk)plannen van aanpak toetsen aan het vastgestelde team-bedrijfsvoeringplan en (laten) vaststellen;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen beoordelen en de concretisering ervan (laten) vaststellen;

• analyseren, monitoren, evalueren en zonodig bijsturen op:

• de voortgang van te behalen resultaten en van de besteding van het budget;

• de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de (voortgang van) uitvoering van vastgestelde (maatwerk-)plannen van aanpak; en

• de (voortgang van) uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen;

• collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers beoordelen en eventueel bijsturen op hun wijze van inzet;

• budgetten, resultaten en aan medewerkers verleende faciliteiten verantwoorden;

• ten aanzien van samenwerken:

• regie voeren − met aandacht voor de specialistische samenstelling van het team − op de onderlinge samenwerking tussen, en op de netwerkactiviteiten van zijn medewerkers.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie en de samenleving;

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het effectief en efficiënt behalen van kwalitatieve en kwantitatieve resultaten;

• een team gericht op overwegend niet-routinematig uitvoerend werk dat een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen, er sprake is van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en waarbij externe oriëntatie aan de orde is en/of waarin structureel Specialisten werkzaam zijn;

• een collectief van uitvoerende medewerkers en incidenteel en structureel in het team werkzame Specialisten;

• in het bedrijfsvoeringplan vastgestelde formatie, middelen, faciliteiten en budget;

• de binnen de sector afgestemde team-organisatiestructuur voor een team gericht op uitvoerend werk dat een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen en er sprake is van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en waarbij externe oriëntatie aan de orde is en/of waarin structureel Specialisten werkzaam zijn;

• de voor het team vastgestelde resultaatafspraken;

• door het team te kiezen en (verder) te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, (maatwerk-)plannen van aanpak en adviezen;

• vanuit samenwerking en netwerkactiviteiten te behalen effectiviteit en efficiëntie in de uitvoering van overwegend niet-routinematige werkzaamheden met een hoge mate van variëteit in uitvoeringsvormen waarbij er sprake is van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en waarbij externe oriëntatie aan de orde is en/of waarin structureel Specialisten werkzaam zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• kiest de functionaris bij het geven van leiding aan zijn team waarvan het karakter van de werkzaamheden van overwegend niet-routinematige uitvoerende aard is, een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen, waarbij er sprake is van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en waarbij externe oriëntatie aan de orde is en/of waarin structureel Specialisten werkzaam zijn, uit bestaande leiderschapstijlen voor de stijl die leidt tot de meest optimale resultaten in termen van veilige werkomgeving, gemotiveerde medewerkers, en een resultaatgericht, kostenbewust en effectief en efficiënt werkend team;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het voeren van functionerings-, beoordelings- en voortgangsgesprekken met zijn medewerkers, met inbegrip van de structureel in het team werkende Specialisten;

• het opstellen van ontwikkelplannen, met inbegrip van de structureel in het team werkende Specialisten;

• het leveren van input aan de naasthogere leidinggevende voor het opstellen van resultaatafspraken en ontwikkelplannen van de Specialisten voor wie de inzet en inbreng in het team van incidentele danwel structurele aard is;

• ten aanzien van organiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het opstellen en indienen van een team-bedrijfsvoeringplan;

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers waaronder Specialisten die structureel hun directe inzet en inbreng leveren (het op- en vaststellen van resultaatafspraken);

• het faciliteren van medewerkers ten behoeve van het behalen van resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• neemt de functionaris het initiatief tot het in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten structureren van de team-organisatie met keuze uit LFNP-functies, ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende;

• ten aanzien van realiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op resultaten en/of op besteding van budget indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, het vaststellen ervan en het implementeren van vastgestelde verbeteringen;

• het toetsen en vaststellen van hem door zijn medewerkers voorgelegde (maatwerk)plannen van aanpak;

• het beoordelen en het ter vaststelling voorleggen aan de naasthogere leidinggevende van maatwerkplannen van aanpak waarin incidentele én/of structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten wordt gevraagd;

• het beoordelen van hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen en het vaststellen van de wijze van concretisering ervan;

• het in overleg met de naasthogere leidinggevende beoordelen en vaststellen van voorstellen tot verbeteringen, (maatwerk-)plannen van aanpak en de wijze van concretisering van adviezen, indien deze buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef C liggen;

• het bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, op de uitvoering van (maatwerk-)plannen van aanpak en de op concretisering vastgestelde adviezen indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

• het verantwoorden van resultaten, budgetten en aan medewerkers verleende faciliteiten;

• herkent de functionaris voorstellen tot verbetering, (maatwerk-)plannen van aanpak en adviezen die buiten de (beslissings)mogelijkheden van de Teamchef C liggen en waarvoor het gelegitimeerd is tot het in overleg treden met de naasthogere leidinggevende voor het beoordelen en vaststellen ervan.

• ten aanzien van samenwerken:

• neemt de functionaris het initiatief tot het voeren van regie − met aandacht voor de (specialistische) samenstelling van het team − op de onderlinge samenwerking binnen het team en op de netwerkactiviteiten van zijn medewerkers.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

(team = een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van uitvoerende aard is en een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen. Hierbij is er sprake van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek:

• die zelfstandige inzet en inbreng van het team vergt door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij externe oriëntatie aan de orde is en waarvoor oplossingsrichtingen bekend zijn;

en/of

• waarin Specialisten de aanpak van deze problematiek structureel middels directe inzet en inbreng ondersteunen.)

De functionaris kan:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het direct en indirect (via coördinatoren) aansturen van een team, waarvan het karakter van de werkzaamheden van overwegend niet-routinematige uitvoerende aard is, een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen, er sprake is van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en waarbij externe oriëntatie aan de orde is en/of waarin structureel Specialisten werkzaam zijn, op het binnen budget en op de vastgestelde wijze behalen van resultaten;

• het creëren van een veilige werkomgeving;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• medewerkers motiveren en stimuleren, en sturen op hun welzijn en ontwikkeling;

• beoordeling en functioneren vaststellen voor zijn medewerkers, met inbegrip van de structureel in het team werkende Specialisten;

• ontwikkelplannen opstellen voor zijn medewerkers, met inbegrip van de structureel in het team werkende Specialisten;

• input leveren aan de naasthogere leidinggevende voor het opstellen van resultaatafspraken en ontwikkelplannen van de Specialisten voor wie de inzet en inbreng in het team van incidentele aard is;

• ten aanzien van organiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het op- en doen vaststellen van een team-bedrijfsvoeringplan (inclusief begroting van formatie, middelen, faciliteiten en budget);

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan medewerkers, met inbegrip van de structureel in het team werkende Specialisten;

• het faciliteren van medewerkers voor het behalen van hun resultaten;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• resultaatafspraken op- en vaststellen;

• ten aanzien van structureren:

• de problemen die zich voordoen bij het, in samenwerking met een Bedrijfsvoeringspecialist, structureren van de team-organisatie zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• in de sector-organisatiestructuur passende LFNP-functies kiezen;

• de team-organisatiestructuur ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;

• ten aanzien van realiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld team-bedrijfsvoeringplan;

• door het team te kiezen en (verder) te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen;

• het bijsturen op:

• behalen van resultaten en/of op besteding van budget;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de uitvoering van vastgestelde (maatwerk-)plannen van aanpak;

• de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen,

indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• evalueren, monitoren en analyseren;

• collectieve en individuele prestaties van medewerkers beoordelen;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, (maatwerk-) plannen van aanpak en adviezen beoordelen en vaststellen dan wel ter beoordeling en vaststelling voorleggen aan de naasthogere leidinggevende indien deze buiten de (beslissings) mogelijkheden van de Teamchef C liggen;

• verantwoording afleggen over resultaten, budgetten en aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• op de juiste wijze − met aandacht voor de (specialistische) samenstelling van het team − onderlinge samenwerking tussen zijn medewerkers en de netwerkactiviteiten van zijn medewerkers regisseren op het effectief en efficiënt behalen van de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving, beleid, techniek en wetenschap die het vakgebied leiding raken in de relatie politieorganisatie en samenleving.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• resultaatgericht aansturen van een team waarvan het karakter van de werkzaamheden van overwegend niet-routinematige uitvoerende aard is, een hoge mate van variëteit kent in uitvoeringsvormen en er sprake is van aanpak van (niet-eerder verkende) problematiek en waarbij externe oriëntatie aan de orde is en/of waarin structureel Specialisten werkzaam zijn;

• Leiding en sturing, Organiseren, Structureren, Realiseren en Samenwerken;

• persoonlijk leiderschap;

• multicultureel vakmanschap;

• inzicht in gedrag;

• richtlijnen, werkwijzen, protocollen en procedures met betrekking tot:

• bedrijfsvoering;

• personeelsbeleid;

• organisatiebeleid en toepassing LFNP;

• budgetterings- en begrotingsmethodieken;

• implementatietechniek;

• analysetechnieken;

• netwerktechnieken;

alsmede:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken die betrekking hebben op de werkzaamheden op het betreffende vakgebied/werkterrein/aandachtsgebied waarover leiding wordt gegeven.

• helicopterview over de samenwerkings- en netwerkverbanden (interne, externe, lokale, regionale, landelijke, internationale), alsmede over de omgevingen (bestuurlijk, multicultureel etc.) waarin de medewerkers in zijn team opereren;

• helicopterview over de kennisterreinen in de specialisaties die voor het behalen van de resultaten van het team van belang zijn.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• participeert in netwerken van leidinggevenden waarin informatie rond sturen en leiderschap wordt gedeeld;

• participeert in netwerken op de vakgebieden/werkterreinen en/of aandachtsgebieden die relevant zijn voor de door zijn team te behalen resultaten;

• oriënteert zich op de (besluitvormings)processen in de (politiek-bestuurlijke, multiculturele etc.) omgevingen, (eventueel door bijwonen, participatie, regie) waarin zijn medewerkers opereren en die voor het behalen van resultaten door zijn medewerkers relevant zijn;

• volgt (opfris)cursussen in de voor het behalen van de resultaten van het team relevante specialisaties, om op hoofdlijnen op de hoogte te (komen) blijven van de mogelijkheden die deze specialisaties kunnen bieden voor de uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;

• raadpleegt actief kennisbronnen.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in leidinggeven voor het geven van leiding aan teams, gericht op het oplossen van niet eerder verkende problematiek en/of het leveren van producten&diensten door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, danwel EVC gelijkwaardig daaraan

• voldoet aan functie- en/of werkterrein- en/of aandachtsgebiedgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Kans op confrontatie met menselijk leed is in deze functie aanwezig door het vanuit de zorg voor personeel deelgenoot worden van het leed en de problemen die bij personeelsleden spelen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid op het behalen van resultaten en op het werken binnen budget, deze door externe factoren zoals verhoogd werkaanbod of verhoogd ziekteverzuim (bijvoorbeeld een griepgolf) niet kunnen worden gerealiseerd, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. Tevens is kans op afbreukrisico aanwezig indien een vastgesteld plan van aanpak of een vastgestelde wijze van concretisering van adviezen, ondanks stelselmatige monitoring en bijsturing, door externe factoren niet tot de gewenste resultaten leidt, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Bedrijfsvoeringspecialist D

Kern van de functie

Bedrijfsvoeringspecialismen draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk vanuit specialisatie te ondersteunen en door zich proactief en reactief te richten op verbeteringen in de bedrijfsvoering.

De praktijkinzet (1) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, (financiële) jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet (2) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, ontwikkeling van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarstelling en borging daarvan.

Bedrijfsvoeringspecialismen geeft met name uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen & Verbeteren en aan de takken Besturen & Voorbereiden uit het RBP.

  • (1)

    De Bedrijfsvoeringspecialist D draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door (niet eerder verkende) problematiek op te lossen en/of producten & diensten te leveren door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak, kan aan de orde zijn.

  • (2)

    De Bedrijfsvoeringspecialist D concretiseert beleid naar (beleids)producten.

De Bedrijfsvoeringspecialist D verricht operationele sturing en initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken van (ook externe) bedrijfsvoeringspecialisten met mogelijk tegenstrijdige belangen. Hij maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan gericht op het ontwikkelen van specialistische methoden en technieken en van benaderingswijzen bij (niet-eerder verkende) problematiek en/of bij concretisering van beleid naar producten.

Hij bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen. Hij bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Binnen het vakgebied Bedrijfsvoeringspecialismen komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.39Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’.

Activiteiten en resultaten

(1) Praktijkinzet:

Inbreng vanuit specialisatie binnen de bedrijfsvoering

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de bedrijfsvoering wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van (niet-eerder verkende) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat (niet eerder verkende) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn − zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar adviezen, voorstellen en rapportages, etc., zodat (niet eerder verkende) problematiek efficiënt en effectief wordt aangepakt/opgelost.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar (nieuwe) werkwijzen, methoden en technieken met inbegrip van aanduiding benaderingswijze(n), zodat (niet-eerder verkende) problematiek efficiënt en effectief wordt aangepakt/opgelost.

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in maatwerkplannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek.

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

(2) Beleidsinzet:

Concretisering beleid naar producten

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in producten zoals plannen van aanpak, protocollen en procedures maar ook werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten en het effectueren hiervan, zodat (netwerk)partners/partijen/belanghebbenden/worden gefaciliteerd/ondersteund/ begeleid met betrekking tot het realiseren van een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering.

Analyse, monitoring en evaluatie van de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering

  • Het − vanuit specialisatie − analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering, en het in beeld brengen van de consequenties van trends en ontwikkelingen voor de bedrijfsvoering.

  • Het − vanuit specialisatie − monitoren en evalueren in de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering van de toepassing en het effect van vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en implementatie-instrumentarium, door het meten van resultaten en effecten in relatie tot vastgestelde doelstellingen en aan de hand van kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering.

Advisering t.b.v. bijsturen en verbeteren uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering

Het vanuit specialisatie − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren over het bijsturen en verbeteren van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering, en de toepassing van implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in het implementatietraject, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk, de bedrijfsvoering en de implementatie verbetert.

Ontwikkelen

  • Het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken voor de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering, zodat de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering beschikken over een adequaat instrumentarium voor het behalen van de beoogde resultaten en effecten.

  • Het ontwikkelen van implementatie-instrumentarium, zodat nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken effectief en efficiënt worden geïmplementeerd en de beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het (voorbereidend) ontwikkelen van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat de kwaliteit, het effect en de voortgang van implementatie van toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken kan worden geëvalueerd, gemonitoord en bijgestuurd.

  • Het organiseren en coördineren van proefomgevingen voorafgaand aan oplevering, zodat de toepasbaarheid in de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering van opgeleverde nieuwe dan wel verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren wordt geoptimaliseerd en de borging ervan bevorderd.

  • Het input geven voor het ontwikkelen van trainingen voor en het opstellen van handreikingen en adviezen over de toepassing van ontwikkelde en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering optimaal geïnstrueerd wordt.

Implementatie

Het ter beschikking stellen van ontwikkelde en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren; het opstellen van handreikingen; het input geven voor het ontwikkelen van trainingen, zodat de implementatie effectief en efficiënt kan worden uitgevoerd.

Netwerken

  • Het participeren in bestaande netwerken van (ook externe) specialisten op de eigen specialisatie, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het participeren in netwerken ten behoeve van implementaties, zodat het effect van de toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, het implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren kan worden gemonitoord en geëvalueerd en een basis ontstaat voor eventuele bijsturing.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de ontwikkeling en ten behoeve van monitoring en evaluatie van de toepassing van (ontwikkelde en verbeterde) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, het implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren, zodat alle informatie en gezichtspunten worden benut en daarmee de kwaliteit en duurzaamheid worden geborgd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken waarin (ook externe) specialisten op het terrein van het ontwikkelen participeren, zodat de kennis over de techniek van ontwikkelen wordt gedeeld en daarmee effectiever en efficiënter kan worden ontwikkeld.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de bedrijfsvoering wordt bevorderd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het toetsen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Ambtelijk secretaris.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor (niet eerder verkende) problematiek;

• producten & diensten;

• georganiseerd, geregisseerd en geëvalueerd onderzoek;

• (verder) ontwikkelde/nieuwe beleidsproducten, w.o. werkwijzen, specialistische methoden en technieken, instrumenten en benaderingswijzen alsmede uitvoeringskaders en -procedures;

• georganiseerde en gecoördineerde proefomgevingen;

• analyses, monitoring en evaluaties van de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering;

• adviezen t.b.v. bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering;

• geconcretiseerd beleid naar beleidsproducten;

• maatwerkplannen van aanpak;

• operationele sturing.

Nader aangeduid:

• uitgevoerde werkzaamheden die zijn specialisatie vergen,

met als deelresultaten:

• praktisch toepasbare oplossingen vanuit specialisatie op (niet eerder verkende) problematiek;

• vakinhoudelijke oplossingen op (niet eerder verkende) problematiek, door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van beleidsproducten, specialistische methoden en technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• ontwikkelde en beschikbaar gestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaten:

• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie op (niet-eerder verkende) problematiek ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe beleidsproducten en benaderingswijzen voor en/of voor bijsturing van verbeteringen in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• afwijkingsanalyse ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe benaderingswijzen tussen voortgang van implementatie en toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en kwaliteitsindicatoren en daaruit volgende adviezen;

• nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• inplementatie-instrumentarium;

• (concept) kwaliteits-/duurzaamheidsindicatoren ter toetsing van de voortgang en kwaliteit van implementatie van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders, procedures, methoden, technieken en instrumenten, alsmede ter toetsing van de beleidsproducten zelf;

• input voor trainingen, handreikingen en adviezen over de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van de implementatie van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en gericht op het ontwikkelen van beleidsproducten en benaderingswijzen bij (niet-eerder verkende) problematiek en/of bij concretisering beleid naar producten.

• geborgde deskundigheid van de specialisatie,

met als deelresultaat:

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op vakvolwassenheid getoetste en begeleide collega’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert werkzaamheden uit die zijn specialisatie vergen met inachtneming van het volgende:

• voert de werkzaamheden die zijn specialisme vergen volledig uit, maar verwijst werkzaamheden die dat niet vergen gericht door;

• analyseert (niet eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van een keuze uit dan wel door (verder) ontwikkelde / te ontwikkelen specialistische methoden en technieken en een keuze uit bekende dan wel (verder) ontwikkelde/ te ontwikkelen benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – door het kiezen en (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken en benaderingswijzen;

• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen voor aanpak van (niet eerder verkende) specifieke problematiek zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• monitoort en evalueert stelselmatig de kwaliteit en voortgang van implementatie en toepassing in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, voortkomend vanuit zijn specialisatie, aan de hand van vastgestelde kwaliteits- /duurzaamheidindicatoren;

• adviseert vanuit analyse van de consequenties van trends en ontwikkelingen in de specialisatie over verbeteringen (in toepassing) van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• ontwikkelt nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, zodat de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk beschikt over een adequaat instrumentarium;

• ontwikkelt kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren zodanig meetbaar dat daarmee door functionarissen op diverse werk-/denkniveaus de (kwalitatieve) voortgang van implementatie van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders, procedures, methoden, technieken en instrumenten, alsmede de kwaliteit van de beleidsproducten zelf kan worden getoetst en dat de resultaten van deze toetsing niet ter discussie kunnen worden gesteld;

• organiseert en regisseert renderende proefomgevingen;

• geef zodanig (input voor) trainingen, handreikingen en adviezen dat deze aansluiten op het werk- en denkniveau (functie) van de personen (intern/extern) die ermee gaan werken;

• ontwikkelt een zodanig hanteerbaar implementatie-instrumentarium dat deze aansluit bij de maatwerkplannen van aanpak van integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• operationele sturing: organiseert, en coördineert en voert vasthoudend de regie over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafpraken;

• voert functioneringsprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• maakt heldere afspraken met leidinggevenden over de implementatie van vastgestelde en de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• initieert, bouwt, onderhoudt regisseert actief netwerken ten behoeve van de ontwikkeling en implementatie van (vastgestelde) nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• draagt proactief deskundigheid over op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• werkzaamheden uitvoeren die zijn specialisatie vergen;

• operationele sturing;

• (niet eerder verkende) specifieke problematiek analyseren en daarover adviseren;

• monitoren en evalueren van toepassing in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken aan de hand van vastgestelde kwaliteits- /duurzaamheidindicatoren;

• analyse uitvoeren op consequenties van trends en ontwikkelingen op het specialistisch werkterrein in relatie tot de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• adviseren over (bijsturen van) verbeteringen in de (toepassing van) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het adviseren over de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het ontwikkelen van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en instrumenten;

• het ontwikkelen van kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren;

• implementatie-instrumentarium ontwikkelen;

• (input voor) trainingen, handreikingen en adviezen geven over de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren ten behoeve van de ontwikkeling en implementatie van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• proeftuinen organiseren;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en in netwerken over ontwikkeling;

• participeren in bestaande netwerken van specialisten op de eigen specialisatie;

• (landelijke)netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren op het terrein van het ontwikkelen;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• vanuit zijn specialisatie optreden als coach.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• de politie als functie in de samenleving;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s en projecten;

• gehele vakgebied inclusief werkterrein/aandachtsgebied;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• (te ontwikkelen) (specialistische) methoden en technieken, (onbekende)benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen;

• ontwikkelomgeving, proefomgeving, implementatieomgeving en evaluatieomgeving (nieuwe werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen, alsmede concretisering beleid naar beleidsproducten);

• initiatie en regiepositie in kennis- en ontwikkelnetwerken;

• regiepositie in ontwikkeltrajecten;

• belanghebbenden bij analyses van de bedrijfsvoering en/of uitvoeringspraktijk en bij de bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen;

• partijen verbonden met ontwikkeltrajecten;

• operationele sturing.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (niet eerder verkende) problematiek op en/of levert producten & diensten door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van beleidsproducten, w.o. specialistische methoden en technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak, kan aan de orde zijn. Organiseert, regisseert en evalueert de functionaris onderzoeken en proefomgevingen.

Analyseert, monitoort en evalueert de functionaris de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering en verstrekt adviezen t.b.v. bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering. Concretiseert de functionaris beleid naar beleidsproducten.

Nader aangeduid:

kiest de functionaris:

• bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• bij analyseren van (niet eerder verkende) problematiek uit bekende dan wel door (verder) te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, en uit bekende dan wel door (verder) te ontwikkelen benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingrichtingen bekend zijn, en het tussentijds moeten bijstellen van keuzes aan de orde kan zijn;

neemt de functionaris het initiatief tot:

• het doorverwijzen van werkzaamheden die zijn specialisatie niet vergen naar collega’s met de passende specialisatie;

• het monitoren en evalueren van de implementatie van verbeteringen en de toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken o.m. aan de hand van vastgestelde kwaliteits- /duurzaamheidindicatoren;

• het uitvoeren van analyse op de consequenties van trends en ontwikkelingen binnen de specialisatie in relatie tot de toepassing vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het adviseren over (bijsturen van) verbeteringen in de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• adviseren over de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het ontwikkelen en daadwerkelijk beschikbaar stellen van verbeterde/nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren voor de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het ontwikkelen van het implementatie-instrumentarium;

• het (doen) ontwikkelen van trainingen, handreikingen en adviezen over de toepassing van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken voor het ontwikkelen en implementeren van (vastgestelde) nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en ten behoeve van kennisuitwisseling over ontwikkelen;

• het maken van uitvoeringsafspraken met leiding en in netwerken over ontwikkeling en implementatie van (vastgestelde) nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van nieuwe netwerken en het verrichten van operationele sturing;

• het participeren in netwerken in zijn specialisatie;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het doen van aanbevelingen en het toetsen van collega’s op vakvolwassenheid vanuit regiepositie,

gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en vereist ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en benaderingswijzen waarbij oplossingsrichtingen bekend zijn en vereist concretisering van beleid naar beleidsproducten (en waarbij sprake kan zijn van het verrichten van organisatorische coördinatie)

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren van en adviseren over (niet eerder verkende) specifieke problematiek,

• het uitvoeren van knelpuntenanalyses van de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het analyseren van trends en ontwikkelingen binnen de specialisatie in relatie tot de toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het monitoren en evalueren van de (kwalitatieve) voortgang van integrale implementatie en toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren,

• het opstellen van adviezen;

• het ontwikkelen en beschikbaar stellen van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• het ontwikkelen van implementatie-instrumentarium;

• het (doen) ontwikkelen van trainingen, handreikingen en adviezen ver de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het inrichten van proefomgevingen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en het verrichten van operationele sturing;

vanuit specialisatie met keuze uit bekende dan wel door het (verder) ontwikkelen van benaderingswijzen en/of beleidsproducten, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, en waarbij het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak aan de orde kan zijn, en waarbij sprake kan zijn van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie, zelfstandig aanpakken

• op de juiste wijze:

• beleidsproducten ontwikkelen en beleid concretiseren in beleidsproducten;

• analyses uitvoeren en adviseren;

• consequenties van trends en ontwikkelingen binnen de specialisatie in relatie tot de toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk analyseren;

• de voortgang van implementatie en van de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken monitoren en evalueren aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• implementeren van verbeteringen in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• adviseren over (bij)sturing van toepassing dan wel over ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen;

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren en verrichten van operationele sturing;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming van afspraken over ontwikkeling;

• participeren in netwerken in zijn specialisatie;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• optreden als mentor.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

○ wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en)/het (de) aandachtsgebieden waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s / projecten ten aanzien van het vakgebied/werkterrein(en)/ aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• specialistische (analyse)methoden en technieken; monitoring van trends en ontwikkelingen;

• conceptbenaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• kennis van de politieorganisatie;

• analysetechniek en advisering;

• onderzoek, begeleiding van onderzoek;

• proefomgevingen en evaluatie;

• advisering;

• implementatietechniek;

• verandermanagement;

• netwerken;

• regievoering en operationele sturing;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• prognoses opstellen;

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid;

• ontwikkeling van beleidsproducten;

• opstellen van handleidingen en instructies;

• communicatietechnieken.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van (beleids)productenontwikkeling, implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op het (korps)beleid ter zake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• houdt zicht op onderzoekswereld en kenniskringen.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak niet-eerder verkende problematiek en het ontwikkelen van beleidsproducten.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld met ruime ervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig in de situatie waarin ondanks alle mogelijke inspanningen op onderzoeksgebied, evidence based oplossingen niet worden afgenomen door de politie en/of indien op de juiste wijze ontwikkelde, beschikbaar gestelde en geïmplementeerde beleidsproducten door externe factoren niet het effect sorteert dat ermee werd beoogd, en dit zich vertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het hem toegewezen werkterrein en/of specialisatie, dan wel terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Wetenschappelijk Onderzoeker C

Kern van de functie

Onderzoek en Kennisontwikkeling draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door zich te richten op het vermeerderen, ontwikkelen en beschikbaar stellen van praktisch (relevante politiekundige) kennis en door versterking van de verbinding tussen theorie, politiepraktijk en politieonderwijs.

Onderzoek en Kennisontwikkeling geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Verbeteren, Voorbereiden en Besturen uit het RBP.

De Wetenschappelijk Onderzoeker C draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door het doen van wetenschappelijk onderzoek, het zorg dragen voor de doorwerking van kennis verkregen uit deze onderzoeken naar het onderwijs, de politieorganisatie en ketenpartners.

Hij draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door niet eerder verkende problematiek op te lossen en/of producten & diensten te leveren door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak, kan aan de orde zijn.

De Wetenschappelijk Onderzoeker C adviseert (richtinggevend) inzake concretisering beleid naar (beleids)producten.

De Wetenschappelijk Onderzoeker C initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken van (ook externe) onderzoekers met mogelijk tegenstrijdige belangen, gericht op het verwerven van voor de politie relevante kennis uit wetenschap. Hij maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan. Hij bevordert de deskundigheid van studenten, docenten en collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen. Hij bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Activiteiten en resultaten

Doceren

• Het geven van hoor- en werkcolleges in de specialisatie, waarbij de nadruk ligt op de verbinding tussen de theorie en de beroepspraktijk, zodat studenten in masterclass-situaties competente medewerkers kunnen worden voor hun (beoogde) functie.

Onderzoek

  • Het zelfstandig uitvoeren van onderzoekswerkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistisch-wetenschappelijke inbreng binnen de bedrijfsvoering en uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.

  • Het met wetenschappelijke methoden analyseren van niet eerder verkende problematiek, zodat een basis ontstaat voor evidence based vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat niet eerder verkende problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het vanuit wetenschappelijk onderzoek aandragen van oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het kiezen en het verder ontwikkelen van specialistische methoden en technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn − zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie (wetenschappelijk onderzoek) en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en verrichten van onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar adviezen, voorstellen en rapportages, etc., zodat niet eerder verkende problematiek efficiënt en effectief wordt aangepakt/opgelost.

  • Het organiseren en verrichten van onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar (nieuwe) werkwijzen, methoden en technieken met inbegrip van aanduiding benaderingswijze(n), zodat niet eerder verkende) problematiek efficiënt en effectief wordt aangepakt / opgelost.

  • Het vanuit wetenschappelijk onderzoek adviseren over concretiseren van beleid in maatwerkplannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek.

Analyse, monitoring en evaluatie

  • Het − vanuit wetenschappelijk onderzoeken − analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering, en het in beeld brengen van de consequenties van trends en ontwikkelingen voor de kennispositie van de politie.

  • Het − vanuit wetenschappelijk onderzoek − monitoren en evalueren in de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering van de toepassing en het effect van vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en implementatie-instrumentarium, door het meten van resultaten en effecten in relatie tot vastgestelde doelstellingen en aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering.

Advisering vanuit onderzoek tbv bijsturen en verbeteren uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering

Het vanuit wetenschappelijk onderzoek − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren over het bijsturen en verbeteren van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering, en de toepassing van implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in het implementatietraject, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk, de bedrijfsvoering en de implementatie verbetert.

Ontwikkelen

  • Het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken voor de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering, zodat de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering beschikken over een adequaat instrumentarium voor het behalen van de beoogde resultaten en effecten.

  • Het ontwikkelen van implementatie-instrumentarium, zodat nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken effectief en efficiënt worden geïmplementeerd en de beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en coördineren van proefomgevingen voorafgaand aan oplevering, zodat de toepasbaarheid in de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering van opgeleverde nieuwe dan wel verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren wordt geborgd.

  • Het input geven voor het ontwikkelen van lesmodules/trainingen voor en het opstellen van handreikingen en adviezen over de toepassing van op basis van wetenschappelijk onderzoek ontwikkelde en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en implementatie-instrumentarium, zodat de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering optimaal geïnstrueerd wordt.

  • Het publiceren van uitkomsten van onderzoeken, zodat kennis breed wordt gedeeld.

Verbeteren

• Het doen van voorstellen tot onderzoeksopdrachten op de specialisatie, zodat politieorganisatieonderdelen (korpsen) kunnen beschikken over een passend en actueel aanbod van kennis en daarmee de deskundigheid van de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Implementatie

• Het ter beschikking stellen van op basis van wetenschappelijk onderzoek ontwikkelde en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en implementatie-instrumentarium; het opstellen van handreikingen; het input geven voor het ontwikkelen van lesmateriaal/trainingen, zodat de implementatie effectief en efficiënt kan worden uitgevoerd.

Netwerken

  • Het participeren in bestaande (ook internationale) netwerken van onderzoekers op de eigen specialisatie, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het participeren in netwerken ten behoeve van implementaties, zodat het effect van de toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en het implementatie-instrumentarium kan worden gemonitoord en geëvalueerd en een basis ontstaat voor eventuele bijsturing.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de ontwikkeling en ten behoeve van monitoring en evaluatie van de toepassing van (ontwikkelde en verbeterde) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en het implementatie-instrumentarium, zodat alle informatie en gezichtspunten worden benut en daarmee de kwaliteit en duurzaamheid worden geborgd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken waarin (ook externe) specialisten op het terrein van het ontwikkelen participeren, zodat de kennis over de techniek van ontwikkelen wordt gedeeld en daarmee effectiever en efficiënter kan worden ontwikkeld.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor van docenten en van studenten in masterclasssituaties; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving vanuit wetenschappelijk onderzoek;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied /specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• wetenschappelijk onderzoek;

• hoor- en werkcolleges in de specialisatie;

• voorstellen tot onderzoeksopdrachten;

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor niet eerder verkende problematiek;

• producten & diensten;

• georganiseerd, geregisseerd en geëvalueerd onderzoek;

• (verder) ontwikkelde/nieuwe beleidsproducten, w.o. werkwijzen, specialistische methoden en technieken, instrumenten en benaderingswijzen;

• georganiseerde en gecoördineerde proefomgevingen;

• analyses, monitoring en evaluaties van de uitvoeringspaktijk en de bedrijfsvoering;

• adviezen t.b.v. bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering;

• geconcretiseerd beleid naar beleidsproducten door richtinggevende advisering vanuit wetenschappelijk onderzoek;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe), ook internationale netwerken van onderzoekers gericht op het ontwikkelen van benaderingswijzen bij niet-eerder verkende problematiek en/of bij concretisering beleid naar producten;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid.

• maatwerkplannen van aanpak;

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op vakvolwassenheid begeleide collega’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• brengt studenten op het voor de (door hen beoogde) functie passend niveau van competenties;

• analyseert niet eerder verkende problematiek vanuit wetenschappelijk onderzoek met toepassing van een keuze uit dan wel (verder) te ontwikkelde specialistisch methoden en technieken en een keuze uit bekende dan wel (verder) te ontwikkelde benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – door het kiezen en (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken en benaderingswijzen;

• adviseert vanuit wetenschappelijk onderzoek over vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen voor aanpak van aangereikte specifieke problematiek zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• adviseert vanuit wetenschappelijke analyse van de consequenties van trends en ontwikkelingen in de specialisatie over verbeteringen (in toepassing van) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• ontwikkelt vanuit wetenschappelijk onderzoek nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, zodat de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk beschikt over een adequaat instrumentarium;

• organiseert en regisseert renderende proefomgevingen;

• publiceert stelselmatig de resultaten uit onderzoek;

• formuleert besluitwaardige voorstellen voor onderzoeksopdrachten;

• initieert, bouwt, onderhoudt regisseert actief (ook internationale) netwerken − vanuit specialisatie − ten behoeve van de ontwikkeling en implementatie van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• draagt proactief deskundigheid over op docenten en studenten.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• wetenschappelijk onderzoek uitvoeren;

• hoor -en werkcolleges in de specialisatie geven;

• voorstellen doen tot onderzoeksopdrachten;

• rapportages opstellen van analyse en conclusies;

• oplossingen aandragen voor niet-eerder verkende problematiek;

• producten & diensten leveren;

• organiseren, regisseren en evalueren van onderzoeken;

• (verder) ontwikkelen/nieuwe beleidsproducten, w.o. werkwijzen, specialistische methoden en technieken, instrumenten en benaderingswijzen;

• organiseren en coördineren van proefomgevingen;

• analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering;

• adviseren t.b.v. bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering;

• concretiseren van beleid naar beleidsproducten door richtinggevende advisering vanuit wetenschappelijk onderzoek;

• op inhoudelijke samenwerking regisseren (nieuwe), ook internationale netwerken van onderzoekers gericht op het ontwikkelen van benaderingswijzen bij niet-eerder verkende problematiek en/of bij concretisering beleid naar producten;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• als mentor optreden;

• maatwerkplannen van aanpak opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie en wetenschap;

• de politie als functie in de samenleving;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet op wetenschappelijk onderzoek;

• een specialisatie;

• niet-eerder verkende problematiek die zelfstandige inzet en inbreng vanuit specialisatie vergt door keuze van toe te passen en door (nieuw) te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijze, waarvoor oplossingsrichtingen bekend zijn;

• problematiek waarvoor nieuwe werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken moeten worden ontwikkeld;

• analyse met keuze uit en het verder ontwikkelen van specialistische methoden en technieken, en met keuze en verder ontwikkelen van bekende benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingrichtingen bekend zijn;

• ontwikkeling van beleid naar beleidsproducten door het concretiseren van resultaten uit wetenschappelijk onderzoek in richtinggevende adviezen;

• (te ontwikkelen) (specialistische) methoden en technieken, (onbekende)benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen;

• ontwikkelomgeving, proefomgeving, implementatieomgeving en evaluatieomgeving (nieuwe werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen, alsmede concretisering beleid naar beleidsproducten);

• belanghebbenden bij analyses van het onderwijs en bij de bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen

• partijen verbonden met ontwikkeltrajecten.

• implementatietrajecten;

• regiepositie in kennis- en ontwikkelnetwerken;

• regie op ontwikkeling;

• wetenschappelijke onderzoekskringen;

• onderwijsomgeving.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris niet eerder verkende problematiek op en/of levert producten & diensten door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van beleidsproducten, w.o. specialistische methoden en technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak, kan aan de orde zijn.

Organiseert, regisseert en evalueert de functionaris onderzoeken en proefomgevingen.

Analyseert, monitoort en evalueert de functionaris de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering en verstrekt adviezen t.b.v. bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering. Concretiseert de functionaris beleid naar beleidsproducten door richtinggevende advisering vanuit wetenschappelijk onderzoek.

kiest de functionaris oplossingen voor niet-eerder verkende problematiek, die dienen te worden gegenereerd vanuit specialisatie met ontwikkeling van nieuwe benaderingswijzen, waarvoor de oplossingsrichtingen bekend zijn de meest effectieve en efficiënte aanpak bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden (geven van onderwijs, verrichten van onderzoek) die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren, monitoren en evalueren van het onderwijs, de politieorganisatie en ketenpartners en verstrekt adviezen t.b.v. bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• het organiseren, regisseren en evalueren van onderzoeken en proefomgevingen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijk aanpak van problematiek bij:

• het analyseren van aangereikte specifieke problematiek en het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen in de vorm van adviezen;

• het monitoren en evalueren van de implementatie van verbeteringen en de toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en aan de hand van vastgestelde kwaliteits- /duurzaamheidindicatoren;

• het uitvoeren van analyse op de consequenties van trends en ontwikkelingen binnen de specialisatie in relatie tot de toepassing vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het adviseren over de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het ontwikkelen van lesmateriaal, trainingen, handreikingen en adviezen over de toepassing van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het inrichten van proefomgevingen;

• het formuleren van voorstellen tot onderzoeksopdrachten;

• het publiceren van onderzoeksresultaten;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van (internationale) netwerken van onderzoekers;

• neemt de functionaris het initiatief tot het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op docenten en studenten;

waarbij de aanpak gebaseerd is op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en vereist ontwikkelen waarbij oplossingsrichtingen bekend zijn en waarbij sprake is van het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen (geven van onderwijs, verrichten van onderzoek);

• het − vanuit wetenschappelijk onderzoek − analyseren van en adviseren over niet eerder verkende specifieke problematiek,

• het analyseren van trends en ontwikkelingen binnen de specialisatie in relatie tot de toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het monitoren en evalueren van de voortgang van integrale implementatie en toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• het opstellen van adviezen;

• het ontwikkelen van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het (doen) ontwikkelen van lesmateriaal, trainingen, handreikingen en adviezen ver de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het beschikbaar stellen van ontwikkelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het inrichten van proefomgevingen;

• het formuleren van voorstellen tot onderzoeksopdrachten;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van (internationale) netwerken van onderzoekers;

vanuit specialisatie met keuze uit bekende dan wel door het (verder) ontwikkelen van benaderingswijzen en/of beleidsproducten, waaronder richtinggevende advisering vanuit wetenschappelijk onderzoek, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, en waarbij het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

op de juiste wijze:

• beleidsproducten ontwikkelen en beleid concretiseren in beleidsproducten door richtinggevende advisering vanuit wetenschappelijk onderzoek;

• analyses uitvoeren en adviseren;

• consequenties van trends en ontwikkelingen binnen de specialisatie in relatie tot de toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk analyseren;

• de voortgang van implementatie en van de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken monitoren en evalueren aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• implementeren van verbeteringen in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• adviseren over (bij)sturing van toepassing dan wel over ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen;

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• publicatie van onderzoeksresultaten verrichten;

• participeren in netwerken in zijn specialisatie;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• optreden als mentor;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op docenten en studenten;

• zelfstandig afhandelen van niet-eerder verkende problematiek vanuit specialisatie door ontwikkeling van nieuwe benaderingswijzen en door ontwikkeling van (nieuwe) methoden, technieken en instrumenten, waarvoor de oplossingsrichtingen bekend zijn.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met de specialisatie waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijk én beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het (regio)korps/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s/projecten ten aanzien van het werkterrein waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• specialistische analysemethoden en technieken; monitoring van trends en ontwikkelingen;

• benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• kennis van de politieorganisatie;

• onderzoek, begeleiding van onderzoek;

• proefomgevingen;

• advisering;

• implementatietechniek;

• verandermanagement;

• netwerken;

• regievoering;

• informatieoverdracht;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• prognoses opstellen;

• coaching, inclusief beoordelen vakvolwassenheid;

• ontwikkelen van werkwijzen;

• ontwikkelen van uitvoeringskaders en -procedures;

• ontwikkelen van instrumenten, methoden en technieken;

• ontwikkelen van kwaliteits- en duurzaamheidindicatoren;

• opstellen van handleidingen;

• communicatietechnieken;

• didactiek;

• inzicht in gedrag;

• examinering;

• les- en leerstofontwikkeling.

• opstellen van handleidingen en instructies.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het specialisme en op het vakgebied doceren die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op het (korps)beleid terzake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• houdt zicht op onderzoekswereld en kenniskringen;

• houdt zicht op onderzoeksfaciliteiten (intern en extern) op zijn specialisatie;

• houdt zicht op vakbladen nationaal, internationaal) waarin gepubliceerd kan worden vanuit zijn specialisatie.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak niet-eerder verkende problematiek en het ontwikkelen van beleidsproducten.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft WO werk- en denkniveau;

• afgeronde relevante studie in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld en ruime ervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is in deze functie aanwezig in de situatie waarin ondanks alle mogelijke inspanningen op onderzoeksgebied, evidence based oplossingen niet worden afgenomen door de politie en/of indien op de juiste wijze ontwikkelde, beschikbaar gestelde en geïmplementeerde beleidsproducten door externe factoren niet het effect sorteert dat ermee werd beoogd, en dit zich vertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het hem toegewezen werkterrein en/of specialisatie, dan wel terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Chef Vlieger

Kern van de functie

Luchtvaart draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te ondersteunen met hoogwaardige inzet van specifieke vervoersmiddelen met politiespecifieke randapparatuur onder vaak bijzondere omstandigheden en met specifieke doelstellingen, waarbij richtinggevende bepalingen vastgelegd zijn conform Europese regelgeving verwoord in het Basis Operation Manual.

Luchtvaart geeft met name uitvoering aan processen in de takken Voorbereiden, Uitvoeren en Verbeteren uit het RBP.

De Chef Vlieger draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en openbare orde en aan leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door de uitvoeringspraktijk te ondersteunen met behulp van luchtvaartuigen en de daarbij behorende bekwame (current) politie vliegers te garanderen. De Chef Vlieger geeft, als gezagvoerder, leiding aan de bemanning en is te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid van het luchtvaartuig, de bemanning, de passagiers, de luchtinzet tijdens missies en voor de vluchtadministratie. Hij neemt tijdens de vlucht, vanuit autonomie, ad hoc beslissingen ten behoeve van veiligheid van het luchtvaartuig, de bemanning, de passagiers, de missie en zijn omgeving. Hij stelt − in het kader van voorbereiding en continue beschikbare bekwaamheid van politievliegers − maatwerk plannen van aanpak op en verricht gezagvoering. Hij vertegenwoordigt – als Chef Vlieger − tijdens de vlucht de Politie.

Activiteiten en resultaten

Bekwame(current) politievliegers

  • Het organiseren en aansturen van de bekwaamheid (typerating, trainingsvereisten, ed) van politievliegers op aangewezen type luchtvaartuig, zodat politie vliegers current zijn voor inzet met het toegewezen luchtvaartuig. Dit houdt mede in:

  • het bewaken van de bekwaamheid (current) op type luchtvaartuig, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Procedures

Het vervaardigen van de Minimum Equipment List (MEL) voor het toegewezen type luchtvaartuig; het zorg dragen voor de uitgifte van de luchtvaartuiggebonden checklist; verspreiding van Mededelingen Aan Bemanningsleden (MAB’s) en andere mededelingen op operationeel, administratief en technisch vlak, zodat de vliegoperatie veilig en effectief kan worden uitgevoerd, conform geldende procedures.

Leiding/gezagvoering (Inzet en inbreng van luchtvaartuigen bij missies)

  • Het geven van leiding aan de bemanning op het gebied van vluchttechnische uitvoering van vluchten, zodat een veilige vlucht van luchtvaartuig wordt gewaarborgd.

  • Het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan, zodat de bemanning optimaal gefaciliteerd is om gemotiveerd de werkzaamheden effectief en efficiënt uit te voeren binnen veiligheidsnormen in relatie tot de bemanningsleden te verrichten werkzaamheden.

  • Het briefen, debriefen en aansturen van de bemanning op effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden en de navolging van standaards en normen, vaste procedures, operationele handboeken en vliegveiligheidsvoorschriften, zodat de inzet van het luchtvaartuig maximaal rendeert in termen van de door de bemanningsleden te verrichten werkzaamheden en de vlucht en missie geëvalueerd wordt.

  • Het instrueren van passagiers bij briefing en aanwijzingen geven tijdens de vlucht, zodat een veilige vluchtuitvoering

  • Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgesteld maatwerk plannen van aanpak, zodat de inzet en mogelijkheden van de inzet van het luchtvaartuig en de politievlieger efficiënt en effectief verloopt. Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van resultaat- en ontwikkelafspraken, functionering en beoordeling.

Plannen van aanpak

Het opstellen van maatwerk plannen van aanpak, onder meer in het kader van werkvoorbereiding, bekwaamheid politie vliegers en vanuit het perspectief van aangewezen nevenactiviteiten, waarin mede de belangen zijn betrokken van netwerkpartners voor de uitvoering van de ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met behulp van luchtvaartuigen, zodat besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Netwerken

Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken waarin mogelijk tegenstrijdige belangen spelen ten behoeve van de inzet en inbreng van luchtvaart; het maken van uitvoeringsafspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van luchtvaart wordt verhoogd.

Analyse en advisering t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek

Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en vanuit de specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Verbeteren

  • Het analyseren van knelpunten en de mogelijkheden van inzet van het luchtvaartuig en de door bemanning gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden, zodat er een basis ontstaat voor advisering.

  • Het − vanuit analyse van knelpunten, waarin meegewogen de belangen van bemanning en inzittenden, het vluchttechnisch perspectief en de verwachtingen van resultaten − adviseren over verbeteringen van de inzetbaarheid van het luchtvaartuig, zodat het rendement van de inzet van luchtvaartuig wordt verhoogd.

Navigeren/manoeuvreren

  • Het uitvoeren van de vluchtvoorbereiding aan de hand van diverse informatiestromen waaronder, weerberichten, verkeersberichten (Metar en Notam) en navigatieberichten; het bestuderen van de relevante areacharts; het opmaken van een navigatieplan, het indienen van een vluchtplan, het berekenen van de weight en balance, performance en limieten, zodat de te volgen vlucht en de uit te voeren missie optimaal is afgestemd op de door de bemanning te verrichten werkzaamheden.

  • Het op basis van beoordeling van de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig, besluiten tot opstijgen, zodat veiligheid van het luchtvaartuig, bemanning, passagiers en omgeving worden gewaarborgd.

  • Het communiceren met belanghebbenden en instanties, zodat de vlucht tijdig, veilig en conform voorgeschreven regels en procedures verloopt.

  • Het opstijgen, navigeren, manoeuvreren en landen conform de voorgeschreven regels en procedures, zodat de vlucht tijdig en veilig verloopt en de inzet van luchtvaartuig maximaal rendeert in termen van de door inzittenden te verrichten werkzaamheden.

  • Het tijdens de vlucht zonodig geven van opdrachten, op basis van proportionaliteit, aan luchtverkeersleiding tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes voor de burgerluchtvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen, zodat de veiligheid van de acties en van het omringende vliegverkeer niet in gevaar komt (Robbery Status).

Actie-intelligentie

Het tijdens de vlucht, vanuit autonomie, nemen van beslissingen op basis van vastgestelde criteria, bevoegdheden, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de vlucht, ongeacht het doel van de missie(interventie, observatie), zodat veiligheid van luchtvaartuig, bemanning, passagiers en zijn omgeving steeds worden gewaarborgd.

Technische Controle

  • Het voorafgaand en na afloop van een vlucht uitvoeren van de voorgeschreven controles op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen, zodat de vluchten veilig en vluchttechnisch veilig verlopen en de luchtwaardigheid van luchtvaartuig steeds is gewaarborgd.

  • Het rapporteren van eventuele gebreken, zodat deze verholpen kunnen worden en luchtvaartuig en de uitrusting steeds veilig inzetbaar zijn.

Vluchtadministratie

• Het vastleggen van vluchtgegevens en het vaststellen van de vluchtadministratie (vluchtplan, logboek, technische journalen) in het Aircraft Flight Log (AFL) en Aircraft Maintenance Log (AML), zodat verantwoording plaatsvindt over de vlucht, de eventuele bijzonderheden tijdens de vlucht en missie en operationele staat van luchtvaartuig.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • maintenancevlieger in het kader van het luchtwaardig verklaren van luchtvaartuig na modificaties/reparaties.

  • vliegveiligheidfunctionaris in het kader van het toetsen van voorgestelde interne procedures op wettelijke vereisten.

  • checkpilot in het kader van het bewaken van de vliegstandaard van politie vliegers en het bevorderen van de procedurevastheid van de vlieger.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• veilige vlucht van het luchtvaartuig;

• veiligheid van luchtvaartuig, bemanning, passagiers en omgeving;

• gemotiveerd, effectief en efficiënt werkende bemanning;

• maximaal rendement van de inzet van het luchtvaartuig in termen van de door inzittenden te verrichten werkzaamheden;

• beargumenteerde opdrachten aan luchtverkeersleiding tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes voor de burgerluchtvaart;

• voorafgaand en na afloop van een vlucht uitgevoerde voorgeschreven controles op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen;

• rapportage van eventuele gebreken;

• op orde zijnde vluchtadministratie conform geldende manuals en procedures;

• knelpuntenanalyse op het punt van (on)mogelijkheden van inzet van het luchtvaartuig en de door inzittenden gestelde eisen in het kader van de door hen te verrichten werkzaamheden;

• adviezen over verbeteringen van de inzetbaarheid van het luchtvaartuig;

• het begeleiden van collega’s, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid;

• maatwerk plannen van aanpak;

• gezagvoering;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• briefing en debriefing

• verbetervoorstellen formuleren vanuit specialistische analyse

• implementeren van vastgestelde verbeteringen

• initiëren van implementatie;

• analyse vanuit specialisatie op (niet-eerder verkende) problematiek door keuze van toe te passen, danwel (verder) te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• advies op basis van analyse vanuit specialisatie op (niet-eerder verkende) problematiek door keuze van toe te passen, danwel te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• bekwame politievliegers op type luchtvaartuig;

• procedures conform BOM.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• geeft zodanig vasthoudend leiding aan de bemanning dat een veilige koers en vlucht van het luchtvaartuig wordt gewaarborgd, de bemanning gemotiveerd, effectief en efficiënt als team opereert en inzittenden de door hen te verrichten werkzaamheden kunnen verrichten;

• stuurt zodanig vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken over veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, dat de bemanning optimaal is gefaciliteerd;

• bereidt de vlucht zodanig gedegen voor dat vlucht optimaal is afgestemd op de door inzittenden te verrichten werkzaamheden rekeninghoudend met de weersomstandigheden, de luchtwaardigheid van het vaartuig grondig is beoordeeld, en de communicatie met belanghebbenden conform procedures kan verlopen;

• stijgt op, navigeert, manoeuvreert en landt zodanig alert en conform de voorgeschreven regels en procedures dat de vlucht tijdig, veilig en conform procedures verloopt en de inzet van het luchtvaartuig maximaal rendeert in termen van de door inzittenden te verrichten werkzaamheden;

• neemt tijdens de vlucht uit autonomie beslissingen op basis van vastgestelde criteria, bevoegdheden, ervaring en inzicht, aangaande afbreken dan wel hervatten van de vlucht, ongeacht het doel van de missie (interventie, observatie);

• geeft tijdens de vlucht uit autonomie opdracht aan luchtverkeersleiding tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes voor de burgerluchtvaart wanneer zwaarwegende belangen van een actie dit vergen; beargumenteert zo spoedig mogelijk erna deze opdracht;

• voert voorafgaand en na afloop van een vlucht nauwlettend de voorgeschreven controles op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen;

• rapporteert zodanig helder over gebreken dat deze verholpen kunnen worden en het luchtvaartuig en randapparatuur steeds veilig inzetbaar zijn;

• ziet adequaat toe op de vastlegging van gegevens in vluchtadministratie;

• analyseert (niet eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van een keuze uit dan wel door (verder) ontwikkelde/te ontwikkelen specialistische methoden en technieken en een keuze uit bekende dan wel (verder) ontwikkelde/te ontwikkelen benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken met gedeelde en/of tegenstrijdige belangen van netwerkpartner;

• maakt heldere uitvoeringsafspraken met netwerkpartners, stuurt vasthoudend op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming;

• voert stelselmatig voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van gezagvoering en regie aangestuurde functionarissen;

• analyseert adequaat knelpunten en adviseert, mede aan netwerkpartners, over verbetering van rendement van de inzet van het luchtvaartuig bij het door inzittenden te verrichten werkzaamheden.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• leiding/gezagvoering geven aan van de bemanning;

• sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;

• briefen en debriefen;

• met het luchtvaartuig opstijgen, navigeren, manoeuvreren en landen;

• besluiten op basis van beoordeling van de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig al dan niet op te stijgen;

• tijdens de vlucht vanuit autonomie besluiten tot afbreken dan wel hervatten van de vlucht;

• proportioneel gebruik maken van ontheffingen in het lader van de luchtvaartwetgeving.

• tijdens de vlucht opdracht geven aan autoriteiten tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes voor de burgerluchtvaart;

• voorafgaand en na afloop van een vlucht de voorgeschreven controles uitvoeren op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen

• eventuele gebreken rapporteren;

• vastleggen van gegevens in de vluchtadministratie;

• het begeleiden van medewerkers, het formuleren van aanbevelingen over alsmede het toetsen van vakvolwassenheid.

• tijdens de vlucht de Politie vertegenwoordigen;

• maatwerk plannen van aanpak opstellen;

• initiëring van nieuwe netwerken, regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken, gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten;

• verbetervoorstellen vanuit specialistische analyse

• implementatie van vastgestelde verbeteringen

• initiëring van implementatie;

• ontwikkelen van (implementatie-)instrumentarium;

• analyseren vanuit specialisatie op (niet-eerder verkende) problematiek door keuze van toe te passen, danwel (verder) te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• adviseren op basis van analyse vanuit specialisatie op (niet-eerder verkende) problematiek door keuze van toe te passen, danwel te ontwikkelen specialistische methoden en technieken, beleidsproducten en nieuwe benaderingswijzen, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• organiseren en aansturen van bekwame politievliegers op type luchtvaartuig;

• procedures conform BOM opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• de luchtvaart;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het gehele vakgebied, die zelfstandige specialistische inzet en inbreng vergt

• gezagvoering;

• initiatie en regie op nieuwe netwerken (kennis/ontwikkel netwerken) met mogelijk tegenstrijdige belangen;

• maatwerk plannen van aanpak;

• het luchtvaartuig;

• de door inzittenden te verrichten werkzaamheden;

• bemanning en inzittenden;

• communicatie met belanghebbenden;

• belanghebbenden bij knelpuntanalyses van de uitvoeringspraktijk en bij advisering over integrale verbetering hiervan;

• standaards en normen, vaste procedures, Basic Operational Manual, operationele handboeken en vliegveiligheidsvoorschriften de luchtvaart.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (niet eerder verkende) problematiek op en/of levert producten & diensten door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van beleidsproducten, w.o. specialistische methoden en technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak, kan aan de orde zijn.

Organiseert, regisseert en evalueert de functionaris onderzoeken en proefomgevingen voor current zijn.

Analyseert, monitoort en evalueert de functionaris de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering en verstrekt adviezen t.b.v. bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering. Concretiseert de functionaris beleid naar beleidsproducten.

kiest de functionaris voor oplossingen van (niet eerder verkende) problematiek die worden gegenereerd vanuit specialisatie met keuze uit bekende oplossingsrichtingen en nieuwe benaderingswijzen bij:

• het uitzetten van het vluchtplan;

• de beoordeling van de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig;

• het communiceren met belanghebbenden en instanties;

• het opstijgen, navigeren, manoeuvreren en landen.

Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij:

• in het kader van realisatie van het vastgestelde maatwerk plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n);

• het voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van gezagvoering en regie aangestuurde functionarissen op bekwaamheid ten behoeve van input aan leiding voor functionerings- en beoordelingsgesprekken en het opstellen van resultaat- en ontwikkelafspraken;

• het organiseren en ten uitvoer brengen van het vastgestelde maatwerk plan van aanpak;

• het zodanig inzetten van het luchtvaartuig dat de door inzittenden te verrichten werkzaamheden (handhaving, opsporing, observatie, interventie etc.) kunnen worden uitgevoerd, tenzij vluchttechnische uitvoering van vluchten dit niet toelaat;

• het al dan niet opstijgen;

• het afbreken of hervatten van de vlucht/missie;

• het tijdens de vlucht geven van opdrachten aan luchtverkeersleiding tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes voor de burgerluchtvaart;

• het voorafgaand en na afloop van een vlucht uitvoeren van de voorgeschreven controles op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen;

• vastleggen van gegevens in de vluchtadministratie;

• het aansturen van de politie Vlieger en de overige bemanning;

• het uitvoeren van knelpuntenanalyses, en het op basis ervan adviseren over verbetering van rendement van de inzet van het luchtvaartuig bij te verrichten werkzaamheden van de inzittenden;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord, en het sturen op nakoming ervan;

• het bevorderen van deskundigheid door coaching, kennisoverdracht en het formuleren van aanbevelingen voor en over vakvolwassenheid,

waarbij de aanpak is gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en gezagvoering, waarbij oplossingsrichtingen bekend zijn.

• is de functionaris − vanuit zijn bevoegdheid als gezagvoerder − verantwoordelijk voor:

• de veiligheid van het luchtvaartuig, de bemanning en passagiers;

• de vluchtadministratie;

• vluchtopdracht, inclusief inzet en inbreng bij missies.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• leiding/gezagvoering aan de bemanning;

• het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken op terreinen van veiligheid en arbeidsomstandigheden aan boord;

• voor en tijdens de vlucht (voorbereiden van de reis, communiceren met belanghebbenden, opstijgen, navigeren, manoeuvreren en landen; uitvoeren van de voorgeschreven controles op de technische staat van luchtvaartuig en op de aanwezigheid van veiligheids- en verplichte attributen);

• toezicht op vastlegging gegevens in de vluchtadministratie en in de administratie van uitgevoerde onderhouds- en veiligheidscontroles;

• in het kader van realisatie van het vastgestelde maatwerk plan van aanpak de daarvoor benodigde activiteiten vertalen en toewijzen aan de hem toegewezen functionarissen en afstemmen met de leidinggevende(n).

vanuit specialisatie met keuze uit bekende dan wel door het (verder) ontwikkelen van benaderingswijzen en/of beleidsproducten, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, en waarbij het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

op de juiste wijze:

• de luchtwaardigheid beoordelen van het luchtvaartuig;

• inschatten wanneer er (niet) kan worden opgestegen, de vlucht/missie moet worden afgebroken dan wel kan worden hervat;

• inschatten wanneer opdracht moet worden gegeven tot het sluiten of verleggen van (aan)vliegroutes van de burgerluchtvaart;

• knelpuntenanalyses uitvoeren en op grond daarvan adviseren over inzetrendement van het luchtvaartuig;

• voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken voeren;

• de belangen van netwerkpartners betrekken bij het opstellen van een maatwerk plan van aanpak;

• optreden als mentor;

• zelfstandige aanpak van (niet eerder verkende problematiek) vanuit specialisatie door ontwikkeling van nieuwe benaderingswijzen en door ontwikkeling van (nieuwe) methoden, technieken en instrumenten, waarvoor oplossingsrichtingen bekend zijn, alsmede voor concretisering beleid naar beleidsproducten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid met betrekking tot luchtvaart, conform ICAO en EU-OPS

• techniek: luchtvaarttechniek, communicatiesystemen, navigatiesystemen;

• wetenschap: bèta (meteorologie, wiskunde, natuurkunde).

Alertheid op inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet én beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• wet- en regelgeving, normeringen, standaards etc.etc. betreffende de luchtvaart;

• schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in de Engelse taal;

• luchtvaarttechniek;

• communicatiesystemen;

• navigatiesystemen;

• knelpuntenanalysetechniek;

• leiding geven/gezagvoering;

• analyse en advisering;

• ontwikkelen van beleidsproducten;

• netwerken;

• regievoering;

• coaching, met toetsing vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief zelfstandig kennisbronnen voor uitbreiding kennis vanuit specialisatie verworven ten behoeve van aanpak niet eerder-verkende problematiek

• zelfstandige kennisverwerving op het bijblijven op de specialisatie.

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van (beleids)productenontwikkeling, implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op het (korps)beleid ter zake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• houdt zicht op onderzoekswereld en kenniskringen.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak niet-eerder verkende problematiek en het ontwikkelen van beleidsproducten, waarvoor de oplossingsrichtingen bekend zijn.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld en ruime ervaring dan wel EVC gelijkwaardig daaraan

• is in het bezit van wettelijk en intern verplichte opleidingen en bevoegdheden volgens het bemanningsvoorschrift luchtvaartuig, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het bij het navigeren en manoeuvreren van het luchtvaartuig en het bloot staan aan trillingen en g-krachten en aan krachten op het evenwichtsorgaan. En bij het volgen van vliegveiligheidtrainingen. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Psychisch risico

Kans op trauma is in deze functie aanwezig door het geconfronteerd worden met menselijk leed, slachtoffers en doden, bijvoorbeeld bij interventieacties. En door het snel moeten verwerken informatie van verschillende bronnen en daarop handelen.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien de functionaris op juiste vluchttechnische afwegingen tot afbreken van een inzet beslist, dan wel beslist tot het doorgaan maar de actie desondanks mislukt door weersomstandigheden of technisch falen (motorstoring), en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid en schade toebrengt aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Specialist D

Kern van de functie

Operationeel Specialismen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met oplossingen, en door beleidsontwikkeling en beleidsconcretisering vanuit specialisatie, door operationele aansturing van én door deelname aan de uitvoeringspraktijk (domein Uitvoering).

De praktijkinzet(1) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen en oplossingsrichtingen waarop keuzes en prioriteiten in de uitvoeringspraktijk kunnen worden gebaseerd, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet(2) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarheidstelling en borging daarvan.

Operationeel Specialismen geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Besturen, Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

  • (1.)

    De Operationeel Specialist D draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door − vanuit een brede oriëntatie op zowel de uitvoeringspraktijk als de specialisatie, binnen vastgestelde kaders − nieuwe dan wel verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren voor de uitvoeringspraktijk te ontwikkelen en producten&diensten te leveren door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak kan aan de orde zijn.

    Hij geeft vanuit specialisatie tevens input voor het ontwikkelen van trainingen/opleidingen.

  • (2.)

    De Operationeel Specialist D concretiseert beleid naar (beleids)producten.

De Operationeel Specialist D verricht operationele sturing en initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken van (ook externe) Operationeel Specialisten met mogelijk tegenstrijdige belangen. Hij maakt uitvoeringsafspraken, hij stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan gericht op het ontwikkelen van specialistische methoden en technieken en van benaderingswijzen bij (niet-eerder verkende) problematiek en de aanpak daarvan en/of bij concretisering van beleid naar producten.

De Operationeel Specialist D bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen. Hij bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Binnen het vakgebied Operationeel Specialismen komt een aantal werkterreinen40Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’.voor waarop stelselmatig wordt ingezet. Indien de medewerker is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, wordt hij niet ingezet in situaties waarin sprake is van optreden in het publieke domein met herkenbaarheid en aanspreekbaarheid voor de burger op alle politietaken.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet(1):

Inzet en inbreng vanuit specialisatie in opsporingsonderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (uitvoeringspraktijk)

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van (niet-eerder verkende) problematiek, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies; het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat (niet-eerder verkende) problematiek effectief en efficiënt wordt aangepakt.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn − zodat de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief wordt ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar adviezen, voorstellen en rapportages, etc., zodat (niet-eerder verkende) problematiek efficiënt en effectief wordt aangepakt/opgelost.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar (nieuwe) werkwijzen, methoden en technieken met inbegrip van aanduiding benaderingswijze(n), zodat (niet eerder verkende) problematiek efficiënt en effectief wordt aangepakt/opgelost.

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in maatwerkplannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek.

  • Het als toegevoegd onderzoeker uitvoeren van (een deel van) een specifiek opsporingsonderzoek waarvoor het specialisme vereist is, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het ten behoeve van het uitvoeren van een (deel)onderzoek, verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens en het vastleggen van onderzoeksbevindingen (dossier), zodat een basis ontstaat voor nader onderzoek naar de toedracht van misdrijven en de identiteit van de verdachte(n).

  • Het − op basis van onderzoeksbevindingen en vanuit specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor specifieke opsporingsonderzoeken en/of onderzoeksclusters met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut (kritische reflectie).

Analyse en advisering t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek

Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en vanuit de specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken *Het voeren van functioneringsgesprekken is voorbehouden aan ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid. met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Beleidsinzet(2):

Concretisering beleid naar producten:

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in producten zoals plannen van aanpak, protocollen en procedures maar ook werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten en het effectueren hiervan, zodat (netwerk)partners/partijen/belanghebbenden/worden gefaciliteerd/ondersteund/begeleid met betrekking tot het realiseren van een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van de uitvoeringspraktijk.

Analyse, monitoring en evaluatie van de uitvoeringspraktijk

  • Het – vanuit specialisatie – analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoeringspraktijk en het in beeld brengen van de consequenties van trends en ontwikkelingen voor de uitvoeringspraktijk.

  • Het − vanuit specialisatie − monitoren en evalueren in de uitvoeringspraktijk van de toepassing en het effect van vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen, kaders en procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium, door het meten van resultaten en effecten in relatie tot vastgestelde doelstellingen en aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat een gefundeerde basis ontstaat voor advisering over bijsturing en verbetering.

Advisering tbv bijsturen en verbeteren uitvoeringspraktijk

Het vanuit specialisatie − op basis van analyse, monitoring en evaluatie − adviseren over het bijsturen en verbeteren van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders en procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk, en de toepassing van implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in het implementatietraject, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoeringspraktijk en de implementatie verbetert.

Ontwikkelen

  • Het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, (uitvoerings)kaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken voor de uitvoeringspraktijk, zodat de uitvoeringspraktijk beschikt over een adequaat instrumentarium voor het behalen van de beoogde resultaten en effecten.

  • Het (voorbereidend) ontwikkelen van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat de kwaliteit, het effect en de voortgang van implementatie van toepassing van vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, (uitvoerings)kaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken kan worden geëvalueerd, gemonitoord en bijgestuurd.

  • Het ontwikkelen van implementatie-instrumentarium, zodat nieuwe en verbeterde werkwijzen, (uitvoerings)kaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken effectief en efficiënt worden geïmplementeerd en de beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en coördineren van proefomgevingen voorafgaand aan oplevering, zodat de toepasbaarheid in de uitvoeringspraktijk van opgeleverde nieuwe dan wel verbeterde werkwijzen, (uitvoerings)kaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren wordt geoptimaliseerd en de borging ervan bevorderd.

  • Het input geven voor het ontwikkelen van trainingen voor en het opstellen van handreikingen en adviezen over de toepassing van ontwikkelde en verbeterde werkwijzen, (uitvoerings)kaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat de uitvoeringspraktijk optimaal geïnstrueerd wordt.

Implementatie

Het ter beschikking stellen van ontwikkelde en verbeterde werkwijzen, (uitvoerings)kaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren; het opstellen van handreikingen; het input geven voor het ontwikkelen van trainingen, zodat de implementatie effectief en efficiënt kan worden uitgevoerd.

Netwerken

  • Het participeren in bestaande netwerken van (ook externe) specialisten op de eigen specialisatie, zodat kennis binnen de specialisatie wordt gedeeld en daarmee de uitvoeringspraktijk effectief en efficiënt kan worden geadviseerd.

  • Het participeren in netwerken ten behoeve van implementaties, zodat het effect van de toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, (uitvoerings)kaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, het implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren kan worden gemonitoord en geëvalueerd en een basis ontstaat voor eventuele bijsturing.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de ontwikkeling en ten behoeve van monitoring en evaluatie van de toepassing van (ontwikkelde en verbeterde) werkwijzen, (uitvoerings)kaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, het implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren, zodat alle informatie en gezichtspunten worden benut en daarmee de kwaliteit en duurzaamheid worden geborgd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van (landelijke) netwerken waarin (ook externe) specialisten op het terrein van het ontwikkelen participeren, zodat de kennis over de techniek van ontwikkelen wordt gedeeld en daarmee effectiever en efficiënter kan worden ontwikkeld.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het beoordelen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Hulp Officier van Justitie (HOVJ);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor (niet eerder verkende) problematiek;

• producten & diensten;

• georganiseerd, geregisseerd en geëvalueerd onderzoek;

• (verder) ontwikkelde/nieuwe beleidsproducten, w.o. werkwijzen, specialistische methoden en technieken, instrumenten en benaderingswijzen alsmede uitvoeringskaders en -procedures;

• georganiseerde en gecoördineerde proefomgevingen;

• analyses, monitoring en evaluaties van de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering;

• adviezen t.b.v. bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk en de bedrijfsvoering;

• geconcretiseerd beleid naar beleidsproducten.

• maatwerkplannen van aanpak;

• operationele sturing.

Nader aangeduid:

• inzicht in de toedracht van, en identificatie van de betrokkene(n) bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood (opsporing);

met als deelresultaten:

• vastgelegde onderzoeksbevindingen (dossier);

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor een (deel van een) opsporingsonderzoek of onderzoekscluster;

• verbetering van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor wat betreft aangereikte veiligheidsproblematiek;

met als deelresultaten:

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en mogelijkheden van aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• ontwikkelde en beschikbaar gestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaten:

• adviezen voor en/of bijsturing van verbeteringen in de uitvoeringspraktijk op basis van analyse van de consequenties van trends en ontwikkelingen in de specialisatie en de uitvoeringspraktijk zelf in relatie tot werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• afwijkingsanalyse tussen voortgang van implementatie en toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en kwaliteitsindicatoren en daaruit volgende adviezen;

• nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• inplementatie-instrumentarium;

• input voor trainingen, handreikingen en adviezen over de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• proefomgevingen;

• kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren ter toetsing van voortgang en kwaliteit van implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van de implementatie van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en gericht op het ontwikkelen van beleidsproducten en benaderingswijzen bij (niet-eerder verkende) problematiek en/of bij concretisering beleid naar producten.

• processen-verbaal van bevindingen;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaat:

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op vakvolwassenheid getoetste en begeleide collega’s.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• neemt actief deel aan opsporingsonderzoeken en onderzoekscluster die zijn specialisatie vereisen met inachtneming van het volgende:

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

• werkt gericht aan waarheidsvinding;

• werkt gericht aan identificatie van verdachten en aan inzicht in de toedracht van misdrijven;

• borgt de rechtmatigheid van bewijslast door deze te beoordelen op het punt van validiteit, betrouwbaarheid, integriteit en actualiteit;

• valideert, interpreteert en analyseert verzamelde onderzoeksgegevens vanuit zijn specialisatie en legt de bevindingen vast (dossier);

• interpreteert en brengt samenhang in tactische onderzoeksgegevens en onderzoeksgegevens uit andere vakgebieden;

• past kritische reflectie toe op de interpretatie van onderzoeksgegevens;

• adviseert over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk;

• analyseert (niet eerder verkende) problematiek vanuit specialisatie met toepassing van een keuze uit dan wel door (verder) ontwikkelde/te ontwikkelen specialistische methoden en technieken en een keuze uit bekende dan wel (verder) ontwikkelde/te ontwikkelen benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• trekt conclusies op basis van analyses; vertaalt conclusies naar relevante informatie en adviezen;

• draagt vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen aan door oplevering van producten en diensten – door het kiezen en (verder) ontwikkelen van specialistische methoden en technieken en benaderingswijzen;

• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen voor aanpak van (niet-eerder verkende) specifieke problematiek zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• analyseert aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• adviseert over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken;

• monitoort en evalueert stelselmatig de kwaliteit en voortgang van implementatie en toepassing in de uitvoeringspraktijk van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, voortkomend vanuit zijn specialisatie, aan de hand van vastgestelde kwaliteits- /duurzaamheidindicatoren;

• adviseert vanuit analyse van de consequenties van trends en ontwikkelingen in de specialisatie over verbeteringen (in toepassing van) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

• ontwikkelt nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, zodat de uitvoeringspraktijk beschikt over een adequaat instrumentarium;

• geef zodanig (input voor) trainingen, handreikingen en adviezen dat deze aansluiten op het werk- en denkniveau (functie) van de personen (intern/extern) die ermee gaan werken;

• ontwikkelt een zodanig hanteerbaar implementatie-instrumentarium dat deze aansluit bij de plannen van aanpak van integrale implementatie van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• ontwikkelt kwaliteits- en duurzaamheidindicatoren zodanig meetbaar dat daarmee door functionarissen op diverse werk- en denkniveaus de voortgang en kwaliteit van implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken kan worden getoetst en dat de resultaten van deze toetsing niet ter discussie kunnen worden gesteld;

• organiseert en regisseert renderende proefomgevingen;

• operationele sturing: organiseert, en coördineert en voert vasthoudend de regie over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• maakt heldere afspraken met leidinggevenden over de implementatie van vastgestelde en de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• initieert, bouwt, onderhoudt regisseert actief netwerken − vanuit specialisatie − ten behoeve van de ontwikkeling en implementatie van vastgestelde nieuwe werkwijzen, (uitvoerings)kaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• draagt proactief deskundigheid over op de uitvoeringspraktijk;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken en onderzoekclusters die zijn specialisatie vereisen;

• operationele sturing;

• dwangmiddelen toepassen*;

• verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• onderzoeksgegevens verzamelen, interpreteren en analyseren in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie analyseren en adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

• monitoren en evalueren van toepassing in de uitvoeringspraktijk van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken aan de hand van vastgestelde kwaliteits- /duurzaamheidindicatoren;

• analyse uitvoeren op consequenties van trends en ontwikkelingen op het specialistisch werkterrein in relatie tot de uitvoeringspraktijk;

• adviseren over (bijsturen van) verbeteringen in de (toepassing van) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

• het adviseren over de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken ontwikkelen;

• implementatie-instrumentarium ontwikkelen;

• kwaliteits- en duurzaamheidindicatoren ontwikkelen ter toetsing van voortgang en kwaliteit van implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• (input voor) trainingen, handreikingen en adviezen geven over de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren ten behoeve van de ontwikkeling en implementatie van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• proeftuinen organiseren;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en in netwerken over ontwikkeling;

• participeren in bestaande netwerken van specialisten op de eigen specialisatie;

• (landelijke) netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van specialisten op het terrein van het ontwikkelen;

• processen-verbaal van bevindingen opstellen;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de uitvoeringspraktijk;

• vanuit zijn specialisatie optreden als coach.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van de vakgebieden in het domein Uitvoering, zoals daar zijn:

• het vakgebied Tactische Opsporing;

• het vakgebied Forensische Opsporing;

• het vakgebied GGP;

• het vakgebied Intelligence;

• het vakgebied Interventie;

• het vakgebied Informantenrunnen;

• het vakgebied Beveiliging;

• het vakgebied Meldkamer;

• het vakgebied Intake & Service;

• het vakgebied Luchtvaart;

• het vakgebied Observatie;

• het vakgebied Operationele begeleiding.

en binnen het kader van:

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• (te ontwikkelen) (specialistische) methoden en technieken, (onbekende)benaderingswijzen en bekende oplossingsrichtingen;

• ontwikkelomgeving, proefomgeving, implementatieomgeving en evaluatieomgeving (nieuwe werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen, alsmede concretisering beleid naar beleidsproducten);

• initiatie en regiepositie in kennis- en ontwikkelnetwerken;

• regiepositie in ontwikkeltrajecten;

• belanghebbenden bij analyses van de uitvoeringspraktijk en bij de bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen;

• partijen verbonden met ontwikkeltrajecten;

• operationele sturing:

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris (niet eerder verkende) problematiek op en/of levert producten & diensten door het kiezen en het (verder) ontwikkelen van beleidsproducten, w.o. specialistische methoden en technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak, kan aan de orde zijn.

Organiseert, regisseert en evalueert de functionaris onderzoeken en proefomgevingen. Analyseert, monitoort en evalueert de functionaris de uitvoeringspraktijk en verstrekt adviezen t.b.v. bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk. Concretiseert de functionaris beleid naar beleidsproducten.

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris bij deelname aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen, uit bestaande oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het onderzoeksgegevens verzamelen, interpreteren en analyseren in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het analyseren van aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit zijn specialisatie;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• neemt de functionaris het initiatief tot

• het monitoren en evalueren van de implementatie van verbeteringen en de toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• het uitvoeren van analyse op de consequenties van trends en ontwikkelingen binnen de specialisatie in relatie tot de toepassing vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

• het adviseren over (bijsturen van) verbeteringen in de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

• adviseren over de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• neemt de functionaris het initiatief tot

• het ontwikkelen van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken voor de uitvoeringspraktijk;

• het ontwikkelen van het implementatie-instrumentarium voor de nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het (doen) ontwikkelen van trainingen, handreikingen en adviezen over de toepassing van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het ontwikkelen van kwaliteits- en duurzaamheidindicatoren ter toetsing van voortgang en kwaliteit van implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• het inrichten van proefomgevingen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van nieuwe netwerken en het verrichten van operationele sturing;

• het daadwerkelijk, beschikbaar stellen van verbeterde of nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken voor het ontwikkelen en implementeren van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het maken van uitvoeringsafspraken met leiding en in netwerken over ontwikkeling en implementatie van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

gebaseerd op zelfstandige specialistische inzet en inbreng en vereist ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en benaderingswijzen waarbij oplossingsrichtingen bekend zijn en vereist concretisering van beleid naar beleidsproducten (en waarbij sprake kan zijn van het verrichten van organisatorische coördinatie)

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het participeren in netwerken in zijn specialisatie;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken voor specialisten in ontwikkelen ten behoeve van kennisuitwisseling over ontwikkelen;

• het doen van aanbevelingen en het toetsen van collega’s op vakvolwassenheid vanuit regiepositie.

• neemt de functionaris het initiatief tot het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging;

○ neemt de functionaris het initiatief tot het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de uitvoeringspraktijk.

• Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het analyseren van en adviseren over (niet -eerder verkende) specifieke problematiek,

• het uitvoeren van knelpuntenanalyses van de uitvoeringspraktijk;

• het analyseren van trends en ontwikkelingen binnen de specialisatie in relatie tot de toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

• het monitoren en evalueren van de (kwalitatieve) voortgang van integrale implementatie en toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren,

• het opstellen van adviezen;

• het ontwikkelen en beschikbaar stellen van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• het ontwikkelen van implementatie-instrumentarium;

• het (doen) ontwikkelen van trainingen, handreikingen en adviezen ver de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• het inrichten van proefomgevingen;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

vanuit specialisatie met keuze uit bekende dan wel door het (verder) ontwikkelen van benaderingswijzen en/of beleidsproducten, waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn, en waarbij het tussentijds moeten bijstellen van keuzes, van het ontwikkelen en van de aanpak aan de orde kan zijn, en waarbij sprake kan zijn van operationele sturing in de vorm van organisatorische coördinatie, zelfstandig aanpakken

De functionaris kan:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• onderzoeksgegevens verzamelen, interpreteren en analyseren in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden,

zelfstandig aanpakken;

• de problemen die zich voordoen bij het vanuit zijn specialisatie analyseren van aangereikte veiligheidsproblematiek en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak zelfstandig aanpakken;

op de juiste wijze:

• beleidsproducten ontwikkelen en beleid concretiseren in beleidsproducten;

• knelpuntenanalyses uitvoeren;

• consequenties van trends en ontwikkelingen binnen de specialisatie in relatie tot de toepassing van werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk analyseren;

• de voortgang van implementatie en van de toepassing van vastgestelde nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken monitoren en evalueren aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• adviseren over:

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• (bijsturen van) verbeteringen in de uitvoeringspraktijk;

• adviseren over (bij)sturing van toepassing dan wel ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren en verrichten van operationele sturing;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming van afspraken;

• eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• dwangmiddelen aanwenden* en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

• participeren in netwerken in zijn specialisatie;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de uitvoeringspraktijk;

• optreden als mentor.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

○ wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en)/het (de) aandachtsgebieden waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s/projecten ten aanzien van het vakgebied/werkterrein(en)/ aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• specialistische (analyse) methoden en technieken; monitoring van trends en ontwikkelingen;

• concept-benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• kennis van de politieorganisatie;

• analysetechniek en advisering;

• onderzoek, begeleiding van onderzoek;

• proefomgeving en evaluatie;

• advisering;

• implementatietechniek, verandermanagement;

• netwerken;

• inzicht in gedrag;

• regievoering en operationele sturing;

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• ontwikkeling van beleidsproducten;

• opstellen van handleidingen en instructies;

• communicatietechnieken.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme en/of werkterrein/aandachtsgebied die voor deze functie relevant zijn.

• volgt opfriscursussen op het terrein van (beleids)productenontwikkeling, implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op het (korps)beleid ter zake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingsrichtingen bekend zijn;

• houdt zicht op onderzoekswereld en kenniskringen.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak niet-eerder verkende problematiek en het ontwikkelen van beleidsproducten.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft hbo werk- en denkniveau;

• afgeronde relevante opleiding in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld met ruime ervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op trauma bij het verrichten van opsporingsonderzoek is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal van gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval dat de onderzoeksgegevens tot te weinig bewijslast leiden om de dader te kunnen vervolgen, het misdrijf op te lossen, dan wel in het geval dat de duur van het onderzoek wordt overschreden, dan wel in het geval de ingezette opsporingsbevoegdheden tot klachten en bezwaren leiden van betrokkenen, en dit zich terugvertaalt in een verminderde inzetbaarheid.

Kans op afbreukrisico is tevens aanwezig indien op de juiste wijze beschikbaar gestelde, ontwikkelde en geïmplementeerde werkwijzen etc. door externe factoren niet het effect sorteert dat ermee werd beoogd, en dit zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als deze risico’s zich voordoen is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Bedrijfsvoeringspecialist E

Kern van de functie

Bedrijfsvoeringspecialismen draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk vanuit specialisatie te ondersteunen en door zich proactief en reactief te richten op verbeteringen in de bedrijfsvoering.

De praktijkinzet (1) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, (financiële) jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet (2) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, ontwikkeling van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarstelling en borging daarvan.

Bedrijfsvoeringspecialismen geeft met name uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen & Verbeteren en aan de takken Besturen & Voorbereiden uit het RBP.

  • (1)

    De Bedrijfsvoeringspecialist E draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door vraagstukken op te lossen en/of producten & diensten te leveren door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn. Het tussentijds op veranderende omstandigheden / belangen wijzigen van inzet&inbreng is aan de orde. Praktijkinzet is beleidsbeïnvloedend.

  • (2)

    De Bedrijfsvoeringspecialist E ontwikkelt en concretiseert beleid, koers en strategie o.a. in werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten op het gebied van de specialisatie ten behoeve van organisatiebrede / landelijke toepassing. Hierbij ontwikkelt en hanteert hij kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren. Hij stelt besluitwaardige beleidsdocumenten op. Het hierbij afwegen van verschillende belangen en het in de overwegingen betrekken van verschillende zienswijzen van betrokken verschillende partijen is aan de orde. Hij ondersteunt de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk met denkkracht; draagt zorg voor het duurzaam beschikbaar stellen en borgen, beheren en onderhouden van (de landelijke, organisatiebrede inzet en inbreng vanuit) de specialisatie en stimuleert de toepassing ervan. Hij adviseert richtinggevend over (bijsturing van) koers en strategie vanuit specialisatie.

De Bedrijfsvoeringspecialist E treedt vanuit praktijkinzet en beleidsinzet op als projectleider en verricht operationele sturing.

De Bedrijfsvoeringspecialist E initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken (van ook externe bedrijfsvoeringspecialisten en in internationale samenstelling) met mogelijk tegenstrijdige belangen. Hij maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan. Hij bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen. Hij bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Binnen het vakgebied Bedrijfsvoeringspecialismen komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet41Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’..

Activiteiten en resultaten

(1) Praktijkinzet:

Inbreng vanuit specialisatie binnen de bedrijfsvoering (Projectleider)

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de bedrijfsvoering wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van vraagstukken, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies en het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat vraagstukken effectief en efficiënt aangepakt worden.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn − zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar adviezen, voorstellen en rapportages, etc. , zodat vraagstukken efficiënt en effectief wordt aangepakt / opgelost.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar (nieuwe) werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten met inbegrip van aanduiding benaderingswijze(n), en vertaling van contouren naar oplossingsrichtingen zodat vraagstukken efficiënt en effectief worden aangepakt / opgelost.

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in maatwerkplannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek/vraagstukken.

Regisseren vanuit specialisatie van aanpak vraagstukken (Projectleider)

  • Het regisseren van de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering raken, waarbij tegenstrijdige belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen en specifieke functionaliteiten binnen de domeinen Ondersteuning én Uitvoering aan de orde kunnen zijn, zodat zich integraal aandienende vraagstukken ook integraal worden aangepakt.

  • Het opstellen van maatwerkplannen van aanpak voor het oplossen van knelpunten in en verbetering van de bedrijfsvoering, zodat er besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

(2) Beleidsinzet:

Ontwikkelen, concretiseren en duurzame borging van beleid, koers en strategie op de specialisatie en richtinggevende advisering ter zake koers en strategie vanuit specialisatie.

Ontwikkelen (Projectleider)

  • Het − op basis van uitgevoerd onderzoek naar duurzame beschikbaarheid en toepassing van de specialisatie en vanuit de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering raken − ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren voor de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk, zodat werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken steeds aansluiten op de actualiteit.

  • Het vanuit specialisatie organiseren en (laten) verrichten van (aanvullend) onderzoek op (bedrijfsvoerings)onderwerpen waaraan diverse, ook tegenstrijdige, belangen verbonden zijn, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar (nieuwe) beleidsproducten, w.o. werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten en protocollen met inbegrip van aanduiding van (het effect van) de onderlinge relaties, en vertaling van (het verschil in) belangen naar oplossingsrichtingen, en het duiden van landelijk (organisatiebreed) doorwerkende consequenties, zodat beleidsproducten steeds aansluiten op actuele vereisten en de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk naar actuele maatstaven gefaciliteerd worden.

  • Het organiseren en coördineren van proefomgevingen voorafgaand aan oplevering, zodat de toepasbaarheid in de uitvoeringspraktijk en bedrijfsvoering en de kwaliteit van opgeleverde nieuwe dan wel verbeterde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren wordt geoptimaliseerd en de borging bevorderd.

Borging toepassing

Het borgen van de toepassing van vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk door met leiding en in netwerken uitvoeringsafspraken te maken, te sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en te sturen op nakoming van de afspraken, zodat zij formele erkenning hebben en de toepassing ervan in de bedrijfsvoering en in de uitvoeringspraktijk wordt gestimuleerd.

Daadwerkelijke beschikbaarheid specialisatie (Projectleider)

Het maken van uitvoeringsafspraken met leiding en in netwerken van bedrijfsvoeringspecialisten van binnen en buiten de politie over de beschikbaarheid van, de landelijke uniforme inbreng en de kwaliteit van inbreng vanuit specialisatie; het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken, zodat specialistische inbreng en advisering daadwerkelijk beschikbaar is en voldoet aan vastgestelde kwaliteitseisen.

Richtinggevende (beleids)advisering ter zake (borging) beschikbaarheid en kwaliteit specialisatie en daarmee over koers en strategie vanuit specialisatie

Het richtinggevend adviseren − onder meer middels scenario’s − over de huidige en toekomstige benodigde beschikbaarheid en het kwaliteitsniveau van inbreng vanuit specialisatie, waarin zijn meegewogen:

  • analyse van (de toepassing van) nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

  • analyse van resultaten en effecten van inbreng van specialisatie in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk (professionaliteit, organisatierendement, duurzaamheid);

  • analyse van (toekomstig) te behalen resultaten in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

  • de verschillende belangen en de verschillende zienswijzen van betrokken verschillende partijen;

  • de (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

  • een brede, landelijke oriëntatie op zowel de bedrijfsvoering, de uitvoeringspraktijk, de specialisatie (werkterrein), alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

  • de couleur locale van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is, zodat wordt geborgd dat de inbreng vanuit specialisatie op de huidige en toekomstige politiebehoefte wordt toegesneden en dan ook beschikbaar is en voldoet aan vastgestelde kwaliteitseisen.

Regie op uitvoering beleid (Projectleider)

  • Het opstellen van maatwerkplannen van aanpak voor de concretisering in de bedrijfsvoering van vastgesteld beleid ten aanzien van de huidige en toekomstige benodigde beschikbaarheid en het kwaliteitsniveau van inbreng vanuit specialisatie met inbegrip van de contouren voor verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijzen en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen, termijnen, doelstellingen en resultaten, zodat optimaal rendement kan worden gehaald uit de inbreng vanuit specialisatie.

  • Het voeren van de regie op de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak door het systematisch toewerken naar het behalen van de ten doel gestelde resultaten binnen de in het vastgestelde maatwerkplan van aanpak gestelde termijn; het monitoren van de voortgang van realisatie, het rapporteren daarover aan de leiding en het zonodig formuleren van voorstellen tot bijsturing, zodat de ten doel gestelde resultaten binnen de gestelde termijn worden behaald.

  • Het regisseren − op basis van vastgesteld beleid − van de duurzame beschikbaarheid van inbreng van de specialisatie vanuit bedrijfsvoering − met effecten op bedrijfsvoering én uitvoeringspraktijk −, door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat de beschikbaarheid van de specialisatie efficiënt en effectief het vastgestelde beleid volgt, daarmee duurzaam is en de beoogde resultaten worden behaald.

  • Het regisseren − op basis van vastgesteld beleid − van het behalen en behouden van het vastgestelde kwaliteitsniveau van inbreng vanuit specialisatie, door het maken van uitvoeringsafspraken met leiding en in netwerken, het sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan, zodat het kwaliteitsniveau van advisering op de huidige en toekomstige politiebehoefte wordt toegesneden en dan ook beschikbaar is.

  • Het regisseren − op basis van vastgesteld beleid − van de kennisontwikkeling van de specialisatie door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken, zodat kennis beschikbaarheid is en efficiënt en effectief kan worden aangewend op de in het beleid vastgelegde momenten en voor de in het beleid vastgelegde doelen.

  • Het nemen van initiatieven tot en het verrichten van onderzoek, zodat kennis beschikbaar is en efficiënt en effectief kan worden aangewend op de in het beleid vastgelegde momenten en voor de in het beleid vastgelegde doelen.

Netwerken

  • Het − vanuit specialisatie − initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken van (ook externe) bedrijfsvoeringspecialisten van binnen en buiten de politie (eventueel ook in internationale samenstelling) ten behoeve van de daadwerkelijke beschikbaarheid van de specialisatie en de kwaliteit van inbreng vanuit specialisatie, zodat specialistische advisering daadwerkelijk beschikbaar is en voldoet aan vastgestelde kwaliteitseisen.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken binnen en buiten de politie die de duurzame beschikbaarheid van specialisatie voor de politie en de daarvoor benodigde kennisontwikkeling ondersteunen; zodat een duurzame en politiespecifieke ondersteuning in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk vanuit specialisatie wordt geborgd.

  • Het − vanuit specialisatie − initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken van (ook externe) bedrijfsvoeringspecialisten van binnen en buiten de politie (eventueel ook in internationale samenstelling) ten behoeve van aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering raken, zodat de kwaliteit en duurzaamheid van de oplossingen van vraagstukken worden geoptimaliseerd.

  • Het − vanuit specialisatie − initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken te behoeve van borging van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en verbeteringen, zodat de effectiviteit en efficiëntie van (de implementatie in) de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk verbetert.

  • Het participeren in (externe/internationale) netwerken voor wetenschappelijk onderzoek in de specialisatie, zodat kennis ten behoeve van de politie wordt ontwikkeld.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de bedrijfsvoering wordt bevorderd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het toetsen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Ambtelijk secretaris.

LFNP niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied / specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor vraagstukken;

• producten & diensten;

• onderzoeksrapportage en richtinggevende adviezen (beleidsbeïnvloedend);

• (verder) ontwikkelde/nieuwe beleidsproducten, w.o. specialistische methoden en technieken, instrumenten, benaderingswijzen en oplossingsrichtingen ten behoeve van organisatiebrede/landelijke toepassing, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn (beleidsbeïnvloedend);

• ontwikkeld en geconcretiseerd beleid, koers en strategie (specialisatie) in besluitwaardige beleidsdocumenten en producten;

• kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren;

• duurzame beschikbaarheid (borging, beheer en onderhoud) van specialisatie;

• richtinggevende adviezen over (bijsturing van) koers en strategie vanuit specialisatie;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken;

• maatwerkplannen van aanpak;

• operationele sturing.

Nader aangeduid:

• voorstellen vanuit specialistisch-wetenschappelijke analyse, implementatie vastgestelde verbeteringen, initiëring van implementatie;

• aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken;

met als deelresultaten:

• vastgestelde maatwerkplannen van aanpak;

• adviezen op basis van analyse voor verbetering van de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• regie op de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken;

• georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak (operationele sturing);

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, gericht op onderzoek naar en concretisering van oplossingscontouren en benaderingswijzen van vraagstukken en/of ten behoeve van beleid, koers & strategie voor politie;

• gegarandeerde beschikbaarheid, nu en in de toekomst, van inzet en inbreng vanuit specialisatie van voldoende kwaliteit in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaten:

• adviezen op basis van analyse over de huidige en toekomstige benodigde beschikbaarheid en het kwaliteitsniveau van inzet en inbreng vanuit specialisatie;

• adviezen op basis van analyse over de benodigde kennisontwikkeling;

• ontwikkeling van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren;

• proefomgevingen;

• participatie in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• geregisseerde uitvoering van vastgesteld beleid, met als deelresultaten:

• maatwerkplan van aanpak voor concretisering in de bedrijfsvoering van vastgesteld beleid;

• regie op het uitvoeren van het vastgestelde beleid door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van het uitvoeren van het vastgestelde beleid;

• geborgde toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaten:

• duurzaam geborgde (toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van de analyse, ontwikkeling en borging van (toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op kwaliteit, effectiviteit en efficiëntie van advisering bevorderde en getoetste Bedrijfsvoeringspecialisten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert werkzaamheden uit die zijn specialisatie vergen met inachtneming van het volgende:

• voert de werkzaamheden die zijn specialisme vergen volledig uit, maar verwijst werkzaamheden die dat niet vergen gericht door;

• analyseert vraagstukken door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn;

• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen voor aanpak van vraagstukken zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;

• ten aanzien van de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken;

• analyseert stelselmatig, adviseert en stelt maatwerkplannen van aanpak op;

• regisseert integraal de aanpak van vraagstukken;

• organiseert en coördineert vasthoudend de uitvoering van maatwerkplannen van aanpak (operationele sturing);

• organiseert en (laat) verricht(en) van (aanvullend) vasthoudend en gedegen onderzoek op (bedrijfsvoerings) onderwerpen waaraan diverse, ook tegenstrijdige, belangen verbonden zijn, trekt conclusies en vertaalt dit naar (nieuwe) beleidsproducten, w.o. werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten en protocollen met inbegrip van aanduiding van (het effect van) de onderlinge relaties, en vertaling van (het verschil in) belangen naar oplossingsrichtingen, en het duiden van landelijk (organisatiebreed) doorwerkende consequenties;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken van binnen en buiten politie voor het integraal aanpakken van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken, voor het verhogen van de kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van advisering vanuit specialisatie, voor de duurzame beschikbaar van de specialisatie voor de politie en voor effectieve en efficiënte realisatie van kennisontwikkeling;

• ten aanzien van de beschikbaarheid en kwaliteitsniveau van beleidsproducten, kennis en van kennisontwikkeling:

• adviseert over benodigde beschikbaarheid, kwaliteitsniveau en kennisontwikkeling van de specialisatie op basis van stelselmatige analyse van resultaten en effecten van inzet en inbreng vanuit specialisatie in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk (professionaliteit, organisatierendement, duurzaamheid), op basis van gedegen analyse van (toekomstig) te behalen resultaten in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk, vanuit een realistische inschatting van de wetenschappelijke ontwikkelingen in de specialisatie en vanuit een brede, landelijke oriëntatie op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

• adviseert met medeneming van de couleur locale van het korps/-eenheid/ politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is;

• ontwikkelt nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren alsmede benaderingswijzen en oplossingsrichtingen ten behoeve van organisatiebrede/landelijke toepassing;

• organiseert en regisseert renderende proefomgevingen;

• motiveert, stimuleert en inspireert als projectleider zijn team;

• voert zodanig vasthoudend de regie op de beschikbaarheid, kwaliteitsniveau en kennisontwikkeling van specialisatie dat deze daadwerkelijk beschikbaar is voor inzet en inbreng in de huidige en toekomstige bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk conform het vastgestelde beleid;

• participeert als volwaardig lid in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• ten aanzien van de regie op uitvoering van vastgesteld beleid:

• analyseert stelselmatig, adviseert en stelt maatwerkplannen van aanpak op;

• regisseert integraal de concretisering van vastgesteld beleid;

• organiseert en coördineert vasthoudend de uitvoering van maatwerkplannen van aanpak (operationele sturing);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken ten behoeve van het uitvoeren van het vastgestelde beleid;

• ten aanzien van de geborgde toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• ontwikkelt kwaliteits- en duurzaamheidindicatoren zodanig meetbaar dat daarmee door functionarissen op diverse werk- en denkniveaus de voortgang en kwaliteit van implementatie van vastgestelde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken alsmede van de beleidsproducten zelf kan worden getoetst en dat de resultaten van deze toetsing niet ter discussie kunnen worden gesteld;

• werkt vasthoudend aan een duurzame borging van (toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken (verbeteringen) in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• maakt heldere afspraken met leiding en in netwerken over implementatie van vastgestelde verbeteringen en uitvoering van vastgesteld beleid, stuurt vasthoudend op randvoorwaardelijke afspraken en op nakoming van afspraken;

• draagt proactief deskundigheid over op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk.

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• werkzaamheden uitvoeren die zijn specialisatie vergen;

• optreden als projectleider;

• operationele sturing;

• het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn, en daarover adviseren;

• de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken regisseren;

• analyses uitvoeren op resultaten en effecten van inzet en inbreng vanuit specialisatie in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het opstellen van maatwerkplannen van aanpak en operationele sturing;

• het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren en benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• organiseren en coördineren van proefomgevingen;

• adviseren over en regisseren van de huidige, daadwerkelijke en toekomstige, duurzame beschikbaarheid van de specialisatie voor de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk, de huidige en toekomstige kwaliteit van inzet en inbreng vanuit specialisatie en de kennisontwikkeling van de specialisatie;

• kwaliteits- en duurzaamheidindicatoren ontwikkelen ter toetsing van voortgang en kwaliteit van implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• netwerken binnen en buiten de politie initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren voor borging van vastgestelde verbeteringen in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk, voor de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken, voor het ondersteunen van de duurzame beschikbaarheid van de specialisatie voor de politie, voor de kwaliteit en kennisontwikkeling van de specialisatie en ten behoeve van het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren;

• met leiding en in netwerken uitvoeringsafspraken maken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op het nakomen van afspraken, voor de borging van vastgestelde verbeteringen in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk, voor de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken, en voor de uitvoering van vastgesteld beleid ten aanzien van de beschikbaarheid, kwaliteit en kennisontwikkeling van de specialisatie en de (toepassing van) nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk en op Bedrijfsvoeringspecialisten;

• vanuit zijn specialisatie optreden als coach.

• de door hem in het kader van operationele sturing en/of regie aangestuurde functionarissen toetsen op vakvolwassenheid.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• de politie als functie in de samenleving;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s en projecten;

• gehele vakgebied inclusief werkterrein/aandachtsgebied;

• projectleider/beleidsbeïnvloedend;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• (specialistische) methoden en technieken, onbekende benaderingswijzen, onbekende oplossingsrichtingen en oplossingscontouren in beeld;

• ontwikkelomgeving, proefomgeving, implementatieomgeving en evaluatieomgeving (nieuwe werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken en benaderingswijzen + oplossingsrichtingen en kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren, alsmede concretisering beleid, koers en strategie naar beleidsproducten);

• bestaande netwerken;

• regiepositie in nieuwe, wetenschappelijke netwerken;

• regiepositie in onderzoeks-, ontwikkel- en implementatietrajecten;

• belanghebbenden bij analyses van de bedrijfsvoering en/of uitvoeringspraktijk en bij de bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken en benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• partijen verbonden met ontwikkeltrajecten ter zake koers, beleid en strategie alsmede ter zake beleidsproducten;

• tegenstrijdige belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen en van beleid;

• operationele sturing;

• vraagstukken die de (ontwikkeling van een) specialisatie raken en inzet en inbreng vergen vanuit specialisatie met (projectleiding in / organisatorische coördinatie van) onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen, (beleid)sproducten en koers & strategie vanuit specialisatie en voor organisatiebrede toepassing, alsmede kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren, waarvoor slechts oplossingscontouren in beeld zijn (beleidsbeïnvloedend).

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris vraagstukken op en/of levert producten&diensten door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn. Het tussentijds op veranderende omstandigheden / belangen wijzigen van inzet&inbreng is aan de orde. Praktijkinzet is beleidsbeïnvloedend.

Ontwikkelt en concretiseert de functionaris beleid, koers en strategie o.a. in werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten op het gebied van de specialisatie ten behoeve van organisatiebrede / landelijke toepassing. Hierbij ontwikkelt en hanteert hij kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren. Hij stelt besluitwaardige beleidsdocumenten op. Het hierbij afwegen van verschillende belangen en het in de overwegingen betrekken van verschillende zienswijzen van betrokken verschillende partijen is aan de orde. Hij ondersteunt de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk met denkkracht; draagt zorg voor het duurzaam beschikbaar stellen en borgen, beheren en onderhouden van (de landelijke, organisatiebrede inzet en inbreng vanuit) de specialisatie en stimuleert de toepassing ervan. Hij adviseert richtinggevend over (bijsturing van) koers en strategie vanuit specialisatie.

Treedt de functionaris vanuit praktijkinzet en beleidsinzet op als projectleider en verricht operationele sturing.

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het doorverwijzen van werkzaamheden die zijn specialisatie niet vergen naar collega’s met de passende specialisatie;

• het genereren van oplossingen voor vraagstukken die de specialisatie raken vanuit specialisatie met onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen en benaderingswijzen, waarvoor de oplossingscontouren in beeld zijn;

• het uitvoeren van analyse op resultaten en effecten van inzet en inbreng vanuit specialisatie in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk (professionaliteit, organisatierendement, duurzaamheid);

• het trekken van conclusies en op basis daarvan adviseren en aandragen van oplossingen;

• het inschatten van (toekomstig) te behalen resultaten in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het volgen van (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

• het onderhouden dan wel opbouwen van een brede, landelijke oriëntatie op zowel de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk, de specialisatie alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

• het ontwikkelen en concretiseren van beleid, koers en strategie vanuit specialisatie;

• het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren;

• het organiseren en coördineren van proefomgevingen;

• neemt de functionaris het initiatief tot het adviseren over:

• benodigde beschikbaarheid, kwaliteitsniveau en kennisontwikkeling van de specialisatie;

• concretisering van het vast te stellen en het vastgestelde beleid;

• verbetering van de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

met medeneming van de couleur locale indien dit relevant is;

• neemt de functionaris het initiatief tot het voeren van de regie op:

• de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken;

• de concretisering van het vastgesteld beleid, koers en strategie;

• de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren (concretisering koers, beleid en strategie);

• de daadwerkelijke huidige, en de toekomstige, duurzame beschikbaarheid van de specialisatie voor de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk conform vastgesteld beleid;

• huidige en toekomstige kwaliteit van advisering vanuit specialisatie conform vastgesteld beleid;

• kennisontwikkeling van de specialisatie conform vastgesteld beleid;

door het maken van uitvoeringsafspraken met leiding en in netwerken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van afspraken;

• neemt de functionaris het initiatief tot het werken aan borging van vastgestelde verbeteringen en van de toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• neemt de functionaris het initiatief tot het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken:

• voor de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken;

• voor de daadwerkelijke beschikbaarheid van de specialisatie voor de politie alsmede voor de ondersteuning van de duurzame beschikbaarheid;

• voor de kwaliteit van advisering vanuit specialisatie;

• voor kennisontwikkeling van de specialisatie;

• voor ontwikkeling en borging van verbeteringen en de (toepassing van) nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het bevorderen van kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van advisering door Bedrijfsvoeringspecialisten door beoordeling en aanbevelingen;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• bevorderen van kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van advisering door het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het − vanuit specialisatie − analyseren van en adviseren over aanpak van vraagstukken;

• het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• het concretiseren van vast te stellen en vastgesteld beleid;

• optreden als projectleider;

• organiseren en coördineren van proefomgevingen;

• benodigde beschikbaarheid, kwaliteitsniveau en kennisontwikkeling van de specialisatie;

• verbetering van de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• de uitvoering van het vastgesteld beleid en de toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken;

• de daadwerkelijke beschikbaarheid van specialisatie van het juiste kwaliteitsniveau voor de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• de kennisontwikkeling van de specialisatie,

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en het verrichten van operationele sturing;

• de daadwerkelijke (huidige) en duurzame (toekomstige) beschikbaarheid van de specialisatie voor de politie;

• kwaliteit van advisering vanuit specialisatie;

• de ontwikkeling en borging van verbeteringen en de (toepassing van) nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• bij het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• bij het maken van afspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van afspraken;

• bij het overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• bij het bevorderen van kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van advisering door Bedrijfsvoerings/Operationeel Specialisten;

• de problemen die zich voordoen bij het begeleiden van collega’s tot vakvolwassenheid,

vanuit specialisatie met keuze uit bekende dan wel door het ontwikkelen van benaderingswijzen, oplossingsrichtingen en/of beleidsproducten, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn, en waarbij het tussentijds op veranderende omstandigheden/belangen moeten wijzigen van inzet en inbreng aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

• op de juiste wijze:

• verrichten van onderzoek naar en ontwikkelen van beleidsproducten, benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• ontwikkelen en concretiseren van beleid, koers en strategie op specialisatie;

• richtinggevend adviseren over koers en strategie vanuit specialisatie;

• besluitwaardige beleidsadviezen opstellen;

• analyses, monitors en evaluaties uitvoeren en scenario’s bouwen;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren en verrichten van operationele sturing;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming van afspraken;

• participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• vraagstukken aanpakken die de specialisatie raken vanuit specialisatie door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen en beleidsproducten voor organisatiebrede toepassing, waarvoor slechts oplossingscontouren in beeld zijn (beleidsbeïnvloedend), alsmede voor de ontwikkeling en concretisering beleid, koers en strategie op specialisatie voor organisatiebrede toepassing /landelijke toepassing, voor de duurzame beschikbaarheids stelling, borging, beheer en onderhoud van de specialisatie en ten aanzien van richtinggevende adviezen over (bijsturing) koers en strategie vanuit specialisatie, het regisseren van netwerken

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebieden waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s / projecten ten aanzien van het vakgebied/werkterrein(en)/ aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• organisatiekunde;

• specialistische (analyse)methoden en technieken; monitoring van trends en ontwikkelingen;

• inzicht in gedrag;

• benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingscontouren in beeld zijn;

• kennis van de politieorganisatie;

• proefomgevingen en evaluatie;

• analyse-techniek en advisering;

• onderzoek, begeleiding van onderzoek;

• implementatietechniek;

• beleidsadvisering, -ontwikkeling, -concretisering, verandermanagement;

• netwerken;

• projectleiding;

• regievoering en operationele sturing;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• prognoses opstellen;

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid;

• opstellen van handleidingen en instructies;

• communicatietechnieken;

• bestuursrecht.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van (beleids)ontwikkeling, implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op vastgesteld en voorgenomen koers en strategie, op (korps)beleid ter zake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingscontouren in beeld zijn;

• houdt zicht op onderzoekswereld en kenniskringen;

• houdt overzicht op de wetenschappelijke trends en ontwikkelingen op het specialisme.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak vraagstukken door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen en beleidsproducten voor organisatiebrede toepassing, waarvoor slechts oplossingscontouren in beeld zijn (beleidsbeïnvloedend), en ten behoeven van de ontwikkeling en concretisering beleid, koers en strategie op specialisatie voor organisatiebrede toepassing /landelijke toepassing, voor de duurzame beschikbaarheidstelling, borging, beheer en onderhoud van de specialisatie en ten aanzien van richtinggevende adviezen over (bijsturing) koers en strategie vanuit specialisatie.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft academisch/ wo werk- en denkniveau met (wetenschappelijke) onderzoekservaring;

• afgeronde relevante studie in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld en onderzoekservaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval de concretisering van beleid, ondanks vaststelling, volledige toerusting en vasthoudende implementatie door externe factoren niet het effect sorteert dat ermee werd beoogd, en dit zich vertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het hem toegewezen werkterrein / specialisatie, dan wel zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is − opgeteld − op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Specialist E

Kern van de functie

Operationeel Specialismen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met oplossingen, en door beleidsontwikkeling en beleidsconcretisering vanuit specialisatie, door operationele aansturing van én door deelname aan de uitvoeringspraktijk (domein Uitvoering).

De praktijkinzet(1) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen en oplossingsrichtingen waarop keuzes en prioriteiten in de uitvoeringspraktijk kunnen worden gebaseerd, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet(2) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarheidstelling en borging daarvan.

Operationeel Specialismen geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Besturen, Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

  • (1.)

    De Operationeel Specialist E draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door vraagstukken op te lossen en/of producten&diensten te leveren door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn. Het tussentijds op veranderende omstandigheden / belangen wijzigen van inzet&inbreng is aan de orde. Praktijkinzet is beleidsbeïnvloedend.

  • (2.)

    De Operationeel Specialist E ontwikkelt en concretiseert beleid, koers en strategie o.a. in werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten op het gebied van de specialisatie ten behoeve van organisatiebrede/landelijke toepassing. Hierbij ontwikkelt en hanteert hij kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren. Hij stelt besluitwaardige beleidsdocumenten op. Het hierbij afwegen van verschillende belangen en het in de overwegingen betrekken van verschillende zienswijzen van betrokken verschillende partijen is aan de orde. Hij ondersteunt de uitvoeringspraktijk met denkkracht; draagt zorg voor het duurzaam beschikbaar stellen en borgen, beheren en onderhouden van (de landelijke, organisatiebrede inzet en inbreng vanuit) de specialisatie en stimuleert de toepassing ervan. Hij adviseert richtinggevend over (bijsturing van) koers en strategie vanuit specialisatie.

De Operationeel Specialist E treedt vanuit praktijkinzet en beleidsinzet op als projectleider en verricht operationele sturing.

De Operationeel Specialist E initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken (van ook externe operationeel specialisten en in internationale samenstelling) met mogelijk tegenstrijdige belangen. Hij maakt uitvoeringsafspraken, hij stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan.

Hij bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen.

Hij bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Binnen het vakgebied Operationeel Specialismen komt een aantal werkterreinen42Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. voor waarop stelselmatig wordt ingezet. Indien de medewerker is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, wordt hij niet ingezet in situaties waarin sprake is van optreden in het publieke domein met herkenbaarheid en aanspreekbaarheid voor de burger op alle politietaken.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet(1):

Inzet en inbreng vanuit specialisatie in opsporingsonderzoeken en t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek (uitvoeringspraktijk)(Projectleider)

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van vraagstukken, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies en het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat vraagstukken effectief en efficiënt aangepakt worden.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn − zodat de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief wordt ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar adviezen, voorstellen en rapportages, etc., zodat vraagstukken efficiënt en effectief wordt aangepakt/opgelost.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar (nieuwe) werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten met inbegrip van aanduiding benaderingswijze(n), en vertaling van contouren naar oplossingsrichtingen zodat vraagstukken efficiënt en effectief worden aangepakt/opgelost.

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in maatwerkplannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek/vraagstukken.

  • Het als toegevoegd onderzoeker uitvoeren van (een deel van) een specifiek opsporingsonderzoek waarvoor het specialisme vereist is, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het ten behoeve van het uitvoeren van een (deel)onderzoek, verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens en het vastleggen van onderzoeksbevindingen (dossier), zodat een basis ontstaat voor nader onderzoek naar de toedracht van misdrijven en de identiteit van de verdachte(n).

  • Het − op basis van onderzoeksbevindingen en vanuit specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor specifieke opsporingsonderzoeken en/of onderzoeksclusters met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut (kritische reflectie).

Regisseren vanuit specialisatie van aanpak vraagstukken (Projectleider)

  • Het regisseren van de aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken, waarbij tegenstrijdige belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen en specifieke functionaliteiten binnen de domeinen Ondersteuning én Uitvoering aan de orde kunnen zijn, zodat zich integraal aandienende vraagstukken ook integraal worden aangepakt.

  • Het opstellen van maatwerkplannen van aanpak voor het oplossen van knelpunten in en verbetering van de uitvoeringspraktijk, zodat er besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Analyse en advisering t.b.v. aanpak veiligheidsproblematiek

Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en vanuit de specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken*Het voeren van functioneringsgesprekken is voorbehouden aan ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid. met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Beleidsinzet(2):

Ontwikkelen, concretiseren en duurzame borging van beleid, koers en strategie op de specialisatie en richtinggevende advisering terzake koers en strategie vanuit specialisatie.

Ontwikkelen (Projectleider)

  • Het − op basis van uitgevoerd onderzoek naar duurzame beschikbaarheid en toepassing van de specialisatie en vanuit de aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken − ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren voor de uitvoeringspraktijk, zodat werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken voor de uitvoeringspraktijk steeds aansluiten op de actualiteit.

  • Het vanuit specialisatie organiseren en (laten) verrichten van (aanvullend) onderzoek op onderwerpen die de uitvoeringspraktijk raken en waaraan diverse, ook tegenstrijdige, belangen verbonden zijn, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar (nieuwe) beleidsproducten, w.o. werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten en protocollen met inbegrip van aanduiding van (het effect van) de onderlinge relaties, en vertaling van (het verschil in) belangen naar oplossingsrichtingen, en het duiden van landelijk (organisatiebreed) doorwerkende consequenties, zodat beleidsproducten steeds aansluiten op actuele vereisten en de uitvoeringspraktijk naar actuele maatstaven gefaciliteerd wordt.

  • Het organiseren en coördineren van proefomgevingen voorafgaand aan oplevering, zodat de toepasbaarheid in de uitvoeringspraktijk van opgeleverde nieuwe dan wel verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren wordt geoptimaliseerd en de borging bevorderd.

Borging toepassing

Het borgen van de toepassing van vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en verbeteringen in de uitvoeringspraktijk door met leiding en in netwerken uitvoeringsafspraken te maken, te sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en te sturen op nakoming van de afspraken, zodat zij formele erkenning hebben en de toepassing ervan in de uitvoeringspraktijk wordt gestimuleerd.

Daadwerkelijke beschikbaarheid specialisatie (Projectleider)

Het maken van uitvoeringsafspraken met leiding en in netwerken van (operationeel) specialisten van binnen en buiten de politie over de beschikbaarheid van, de landelijke uniforme inbreng en de kwaliteit van inbreng vanuit specialisatie; het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken, zodat specialistische inzet, inbreng en advisering daadwerkelijk beschikbaar is en voldoet aan vastgestelde kwaliteitseisen.

Richtinggevende (beleids)advisering terzake (borging) beschikbaarheid en kwaliteit specialisatie en daarmee over koers en strategie vanuit specialisatie

Het richtinggevend adviseren − onder meer middels scenario’s − over de huidige en toekomstige benodigde beschikbaarheid en het kwaliteitsniveau van inbreng vanuit specialisatie, waarin zijn meegewogen:

  • analyse van (de toepassing van) nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

  • analyse van resultaten en effecten van inbreng van specialisatie in de uitvoeringspraktijk (professionaliteit, organisatierendement, duurzaamheid);

  • analyse van (toekomstig) te behalen resultaten in de uitvoeringspraktijk;

  • de verschillende belangen en de verschillende zienswijzen van betrokken verschillende partijen;

  • de (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

  • een brede, landelijke oriëntatie op zowel de bedrijfsvoering, de uitvoeringspraktijk, de specialisatie (werkterrein), alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

  • de couleur locale van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is,

zodat wordt geborgd dat de inbreng vanuit specialisatie op de huidige en toekomstige politiebehoefte wordt toegesneden en dan ook beschikbaar is en voldoet aan vastgestelde kwaliteitseisen.

Regie op uitvoering beleid (Projectleider)

  • Het opstellen van maatwerkplannen van aanpak voor de concretisering in de uitvoeringspraktijk van vastgesteld beleid ten aanzien van de huidige en toekomstige benodigde beschikbaarheid en het kwaliteitsniveau van inzet en inbreng vanuit specialisatie met inbegrip van de contouren voor verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijzen en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen, termijnen, doelstellingen en resultaten, zodat optimaal rendement kan worden gehaald uit de inbreng vanuit specialisatie.

  • Het voeren van de regie op de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak door het systematisch toewerken naar het behalen van de ten doel gestelde resultaten binnen de in het vastgestelde plan van aanpak gestelde termijn; het monitoren van de voortgang van realisatie, het rapporteren daarover aan de leiding en het zonodig formuleren van voorstellen tot bijsturing, zodat de ten doel gestelde resultaten binnen de gestelde termijn worden behaald.

  • Het regisseren − op basis van vastgesteld beleid − van de duurzame beschikbaarheid van inzet en inbreng van de specialisatie door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken, zodat de beschikbaarheid van de specialisatie efficiënt en effectief het vastgestelde beleid volgt, daarmee duurzaam is en de beoogde resultaten worden behaald.

  • Het regisseren − op basis van vastgesteld beleid − van het behalen en behouden van het vastgestelde kwaliteitsniveau van inzet en inbreng vanuit specialisatie door het maken van uitvoeringsafspraken met leiding en in netwerken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken, zodat het kwaliteitsniveau van advisering op de huidige en toekomstige politiebehoefte wordt toegesneden en dan ook beschikbaar is.

  • Het regisseren − op basis van vastgesteld beleid − van de kennisontwikkeling van de specialisatie door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken, zodat kennis beschikbaarheid is en efficiënt en effectief kan worden aangewend op de in het beleid vastgelegde momenten en voor de in het beleid vastgelegde doelen.

  • Het nemen van initiatieven tot en het verrichten van onderzoek, zodat kennis beschikbaar is en efficiënt en effectief kan worden aangewend op de in het beleid vastgelegde momenten en voor de in het beleid vastgelegde doelen.

Netwerken

  • Het − vanuit specialisatie − initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken van (ook externe) (Operationeel) specialisten van binnen en buiten de politie (eventueel ook in internationale samenstelling) ten behoeve van de daadwerkelijke beschikbaarheid van de specialisatie en de kwaliteit van inbreng vanuit specialisatie, zodat specialistische advisering daadwerkelijk beschikbaar is en voldoet aan vastgestelde kwaliteitseisen.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken binnen en buiten de politie die de duurzame beschikbaarheid van specialisatie voor de politie en de daarvoor benodigde kennisontwikkeling ondersteunen; zodat een duurzame en politiespecifieke ondersteuning in de uitvoeringspraktijk vanuit specialisatie wordt geborgd.

  • Het − vanuit specialisatie − initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken van (ook externe) (Operationeel) Specialisten van binnen en buiten de politie (eventueel ook in internationale samenstelling) ten behoeve van aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken, zodat de kwaliteit en duurzaamheid van de oplossingen van vraagstukken worden geoptimaliseerd.

  • Het − vanuit specialisatie − initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken te behoeve van borging van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken en verbeteringen, zodat de effectiviteit en efficiëntie van (de implementatie in) de uitvoeringspraktijk verbetert.

  • Het participeren in (externe/internationale) netwerken voor wetenschappelijk onderzoek in de specialisatie, zodat kennis ten behoeve van de politie wordt ontwikkeld.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen over en toetsen van de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Hulp Officier van Justitie (HOVJ);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor vraagstukken;

• producten & diensten;

• onderzoeksrapportage en richtinggevende adviezen (beleidsbeïnvloedend);

• (verder) ontwikkelde/nieuwe beleidsproducten, w.o. specialistische methoden en technieken, instrumenten, benaderingswijzen en oplossingsrichtingen ten behoeve van organisatiebrede / landelijke toepassing, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn (beleidsbeïnvloedend);

• ontwikkeld en geconcretiseerd beleid, koers en strategie (specialisatie) in besluitwaardige beleidsdocumenten en producten;

• kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren;

• duurzame beschikbaarheid (borging, beheer en onderhoud) van specialisatie;

• richtinggevende adviezen over (bijsturing van) koers en strategie vanuit specialisatie;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken.

• maatwerkplannen van aanpak;

• operationele sturing.

Nader aangeduid:

• inzicht in de toedracht van en identificatie van de betrokkene(n) bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood (opsporing);

met als deelresultaten:

• vastgelegde onderzoeksbevindingen (dossier);

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor een (deel van een) opsporingsonderzoek of onderzoekscluster;

• verbetering van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor wat betreft aangereikte veiligheidsproblematiek;

met als deelresultaten:

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en mogelijkheden van aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken;

met als deelresultaten:

• vastgestelde plannen van aanpak;

• adviezen op basis van analyse voor verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• regie op de aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken;

• georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van de aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken;

• gegarandeerde beschikbaarheid, nu en in de toekomst, van inzet en inbreng vanuit specialisatie van voldoende kwaliteit in de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaten:

• adviezen op basis van analyse over de huidige en toekomstige benodigde beschikbaarheid van inzet en inbreng vanuit specialisatie;

• adviezen op basis van analyse over de huidige en toekomstige benodigde kwaliteitsniveau van inzet en inbreng vanuit specialisatie;

• adviezen op basis van analyse over de benodigde kennisontwikkeling;

• ontwikkeling van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren;

• proefomgevingen;

• participatie in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• geregisseerde uitvoering van vastgesteld beleid, met als deelresultaten:

• plan van aanpak voor concretisering in de bedrijfsvoering van vastgesteld beleid;

• regie op het uitvoeren van het vastgestelde beleid door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van het uitvoeren van het vastgestelde beleid;

• geborgde toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren in de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaten:

• duurzaam geborgde (toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van de analyse, ontwikkeling en borging van (toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen, processen-verbaal van bevindingen;

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• in kwaliteit, effectiviteit en efficiëntie bevorderde advisering door Operationeel Specialisten;

• ten aanzien van vakvolwassenheid begeleide en beoordeelde Operationeel Specialisten uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• ten aanzien van vakvolwassenheid begeleide en getoetste functionarissen, voor zover het betreft de uitvoering van werkzaamheden binnen het kader van vastgestelde plannen van aanpak en de bijdrage aan door hem geregisseerde netwerken.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• neemt actief deel aan opsporingsonderzoeken en onderzoekscluster die zijn specialisatie vereisen;

• adviseert over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk;

• analyseert aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• adviseert over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken;

• ten aanzien van de aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken;

• analyseert stelselmatig, adviseert en stelt plannen van aanpak op;

• regisseert integraal de aanpak van vraagstukken;

• analyseert vraagstukken door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn;

• organiseert en (laat) verricht(en) van (aanvullend) vasthoudend en gedegen onderzoek op onderwerpen die de uitvoeringspraktijk raken en waaraan diverse, ook tegenstrijdige, belangen verbonden zijn, trekt conclusies en vertaalt dit naar (nieuwe) beleidsproducten, w.o. werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten en protocollen met inbegrip van aanduiding van (het effect van) de onderlinge relaties, en vertaling van (het verschil in) belangen naar oplossingsrichtingen, en het duiden van landelijk (organisatiebreed) doorwerkende consequenties.

• organiseert en coördineert vasthoudend de uitvoering van plannen van aanpak (operationele sturing);

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken van binnen en buiten politie voor het integraal aanpakken van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken, voor het verhogen van de kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van advisering vanuit specialisatie, voor de duurzame beschikbaar van de specialisatie voor de politie en voor effectieve en efficiënte realisatie van kennisontwikkeling;

• ten aanzien van de beschikbaarheid en kwaliteitsniveau van kennis en van kennisontwikkeling:

• adviseert over benodigde beschikbaarheid, kwaliteitsniveau en kennisontwikkeling van de specialisatie op basis van stelselmatige analyse van resultaten en effecten van inzet en inbreng vanuit specialisatie in de uitvoeringspraktijk (professionaliteit, organisatierendement, duurzaamheid), op basis van gedegen analyse van (toekomstig) te behalen resultaten in de uitvoeringspraktijk, vanuit een realistische inschatting van de wetenschappelijke ontwikkelingen in de specialisatie en vanuit een brede, landelijke oriëntatie op de uitvoeringspraktijk alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

• adviseert met medeneming van de couleur locale van het korps/politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is;

• ontwikkelt nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren alsmede benaderingswijzen en oplossingsrichtingen ten behoeve van organisatiebrede/landelijke toepassing;

• organiseert en regisseert renderende proefomgevingen;

• voert zodanig vasthoudend de regie op de beschikbaarheid, kwaliteitsniveau en kennisontwikkeling van specialisatie dat deze daadwerkelijk beschikbaar is voor inzet en inbreng in de huidige en toekomstige uitvoeringspraktijk conform het vastgestelde beleid;

• participeert als volwaardig lid in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• ten aanzien van de regie op uitvoering van vastgesteld beleid:

• analyseert stelselmatig, adviseert en stelt plannen van aanpak op;

• regisseert integraal de concretisering van vastgesteld beleid;

• operationele sturing: organiseert, en coördineert en voert vasthoudend de regie over de uitvoering van de vastgestelde plannen van aanpak;

• motiveert, stimuleert en inspireert als projectleider zijn team;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken ten behoeve van het uitvoeren van het vastgestelde beleid;

• ten aanzien van de geborgde toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren in de uitvoeringspraktijk;

• werkt vasthoudend aan een duurzame borging van (toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken (verbeteringen) in de uitvoeringspraktijk;

• maakt heldere afspraken met leiding en in netwerken over implementatie van vastgestelde verbeteringen en uitvoering van vastgesteld beleid, stuurt vasthoudend op randvoorwaardelijke afspraken en op nakoming van afspraken;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• draagt proactief deskundigheid over op de uitvoeringspraktijk;

• richt zich in coaching en overdracht van kennis op verhoging van professionaliteit in advisering door Operationeel Specialisten, alsmede op het brengen van de Operationeel Specialisten tot vakvolwassenheid.

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken en onderzoekclusters die zijn specialisatie vereisen;

• operationele sturing;

• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie analyseren en adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak;

• de aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken regisseren;

• analyses uitvoeren op resultaten en effecten van inzet en inbreng vanuit specialisatie in de uitvoeringspraktijk;

• het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren en benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• organiseren en coördineren van proefomgevingen;

• adviseren over en regisseren van de huidige, daadwerkelijke en toekomstige, duurzame beschikbaarheid van de specialisatie voor de uitvoeringspraktijk, de huidige en toekomstige kwaliteit van inzet en inbreng vanuit specialisatie en de kennisontwikkeling van de specialisatie;

• participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• netwerken binnen en buiten de politie initiëren, bouwen, onderhouden en regisseren voor borging van vastgestelde verbeteringen in de uitvoeringspraktijk, voor de aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken, voor het ondersteunen van de duurzame beschikbaarheid van de specialisatie voor de politie, voor de kwaliteit en kennisontwikkeling van de specialisatie en ten behoeve van het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren;

• met leiding en in netwerken uitvoeringsafspraken maken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op het nakomen van afspraken, voor de borging van vastgestelde verbeteringen in de uitvoeringspraktijk, voor de aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken, en voor de uitvoering van vastgesteld beleid ten aanzien van de beschikbaarheid, kwaliteit en kennisontwikkeling van de specialisatie en de (toepassing van) nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• processen-verbaal van bevindingen opstellen;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de uitvoeringspraktijk en op Operationeel Specialisten;

• vanuit zijn specialisatie optreden als coach;

• dwangmiddelen toepassen*;

• optreden als projectleider;

• de door hem in het kader van operationele sturing en/of regie aangestuurde functionarissen toetsen op vakvolwassenheid.

*Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van de vakgebieden in het domein Uitvoering, zoals daar zijn:

• het vakgebied Tactische Opsporing;

• het vakgebied Forensische Opsporing;

• het vakgebied GGP;

• het vakgebied Intelligence;

• het vakgebied Interventie;

• het vakgebied Informantenrunnen;

• het vakgebied Beveiliging;

• het vakgebied Meldkamer;

• het vakgebied Intake & Service;

• het vakgebied Luchtvaart;

• het vakgebied Observatie;

• het vakgebied Operationele begeleiding.

en binnen het kader van:

• projectleider/beleidsbeïnvloedend;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• (specialistische) methoden en technieken, onbekende benaderingswijzen, onbekende oplossingsrichtingen en oplossingscontouren in beeld;

• ontwikkelomgeving, proefomgeving, implementatieomgeving en evaluatieomgeving (nieuwe werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken en benaderingswijzen + oplossingsrichtingen en kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren, alsmede concretisering beleid, koers en strategie naar beleidsproducten);

• bestaande netwerken;

• regiepositie in nieuwe, wetenschappelijke netwerken;

• regiepositie in onderzoeks-, ontwikkel- en implementatietrajecten;

• belanghebbenden bij analyses van de uitvoeringspraktijk en bij de bijsturing en verbetering van (de toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden, technieken en benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• partijen verbonden met ontwikkeltrajecten terzake koers, beleid en strategie alsmede terzake beleidsproducten;

• tegenstrijdige belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen en van beleid;

• operationele sturing;

• vraagstukken die de (ontwikkeling van een) specialisatie raken en inzet en inbreng vergen vanuit specialisatie met (projectleiding in / organisatorische coördinatie van) onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen, (beleid)sproducten en koers & strategie vanuit specialisatie en voor organisatiebrede toepassing, alsmede kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren, waarvoor slechts oplossingscontouren in beeld zijn (beleidsbeïnvloedend).

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris vraagstukken op en/of levert producten & diensten door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn. Het tussentijds op veranderende omstandigheden/belangen wijzigen van inzet & inbreng is aan de orde. Praktijkinzet is beleidsbeïnvloedend.

Ontwikkelt en concretiseert de functionaris beleid, koers en strategie o.a. in werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten op het gebied van de specialisatie ten behoeve van organisatiebrede/landelijke toepassing. Hierbij ontwikkelt en hanteert hij kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren. Hij stelt besluitwaardige beleidsdocumenten op. Het hierbij afwegen van verschillende belangen en het in de overwegingen betrekken van verschillende zienswijzen van betrokken verschillende partijen is aan de orde. Hij ondersteunt de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk met denkkracht; draagt zorg voor het duurzaam beschikbaar stellen en borgen, beheren en onderhouden van (de landelijke, organisatiebrede inzet en inbreng vanuit) de specialisatie en stimuleert de toepassing ervan. Hij adviseert richtinggevend over (bijsturing van) koers en strategie vanuit specialisatie.

Treedt de functionaris vanuit praktijkinzet en beleidsinzet op als projectleider en verricht operationele sturing.

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris bij deelname aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen, uit bestaande oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het onderzoeksgegevens verzamelen, interpreteren en analyseren in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het analyseren van aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit zijn specialisatie;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• kiest de functionaris bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het doorverwijzen van werkzaamheden die zijn specialisatie niet vergen naar collega’s met de passende specialisatie;

• het genereren van oplossingen voor vraagstukken die de specialisatie raken vanuit specialisatie met onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen en benaderingswijzen, waarvoor de oplossingscontouren in beeld zijn;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het uitvoeren van analyse op resultaten en effecten van inzet en inbreng vanuit specialisatie in de uitvoeringspraktijk (professionaliteit, organisatierendement, duurzaamheid);

• het trekken van conclusies en op basis daarvan adviseren en aandragen van oplossingen;

• het inschatten van (toekomstig) te behalen resultaten in de uitvoeringspraktijk;

• het volgen van (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

• het onderhouden dan wel opbouwen van een brede, landelijke oriëntatie op zowel de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk, de specialisatie alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

• het organiseren en coördineren van proefomgevingen;

• neemt de functionaris het initiatief tot het adviseren over:

• benodigde beschikbaarheid, kwaliteitsniveau en kennisontwikkeling van de specialisatie,

• concretisering van het vast te stellen en het vastgestelde beleid;

• verbetering van de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

met medeneming van de couleur locale indien dit relevant is;

• neemt de functionaris het initiatief tot het voeren van de regie op:

• de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken;

• de concretisering van het vastgesteld beleid, koers en strategie vanuit specialisatie;

• de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren;

• de daadwerkelijke huidige, en de toekomstige, duurzame beschikbaarheid van de specialisatie voor de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk conform vastgesteld beleid;

• huidige en toekomstige kwaliteit van advisering vanuit specialisatie conform vastgesteld beleid;

• kennisontwikkeling van de specialisatie conform vastgesteld beleid;

door het maken van uitvoeringsafspraken met leiding en in netwerken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van afspraken;

• neemt de functionaris het initiatief tot het werken aan borging van vastgestelde verbeteringen en van de toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren in de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• neemt de functionaris het initiatief tot het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken:

• voor de aanpak van vraagstukken die de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk raken,

• voor de daadwerkelijke beschikbaarheid van de specialisatie voor de politie alsmede voor de ondersteuning van de duurzame beschikbaarheid;

• voor de kwaliteit van advisering vanuit specialisatie;

• voor kennisontwikkeling van de specialisatie;

• voor ontwikkeling en borging van verbeteringen en de (toepassing van) nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren.

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en/of de uitvoeringspraktijk;

• het Bedrijfsvoeringspecialisten door beoordeling en aanbevelingen;

• bevorderen van kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van advisering door het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• Neemt de functionaris het initiatief tot daadwerkelijke aanpak van problematiek bij het in acht nemen van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bij de toepassing van dwangmiddelen.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• het − vanuit specialisatie − analyseren van en adviseren over aanpak van vraagstukken;

• het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren;

• het concretiseren van vast te stellen en vastgesteld beleid;

• optreden als projectleider;

• organiseren en coördineren van proefomgevingen;

• benodigde beschikbaarheid, kwaliteitsniveau en kennisontwikkeling van de specialisatie;

• verbetering van de uitvoeringspraktijk;

• de uitvoering van het vastgesteld beleid en de toepassing van nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• de aanpak van vraagstukken die de uitvoeringspraktijk raken;

• de daadwerkelijke beschikbaarheid van specialisatie van het juiste kwaliteitsniveau voor de uitvoeringspraktijk;

• de kennisontwikkeling van de specialisatie,

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken en het verrichten van operationele sturing;

• de daadwerkelijke (huidige) en duurzame (toekomstige) beschikbaarheid van de specialisatie voor de politie;

• kwaliteit van advisering vanuit specialisatie;

• de ontwikkeling en borging van verbeteringen en de (toepassing van) nieuwe en verbeterde werkwijzen, uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken, implementatie-instrumentarium en kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren;

• bij het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• bij het maken van afspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van afspraken;

• bij het overdragen van kennis en vaardigheden op de uitvoeringspraktijk;

• bij het bevorderen van kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van advisering door Operationeel Specialisten;

• de problemen die zich voordoen bij het begeleiden van collega’s tot vakvolwassenheid.

vanuit specialisatie met keuze uit bekende dan wel door het ontwikkelen van benaderingswijzen, oplossingsrichtingen en/of beleidsproducten, waarbij slechts oplossingscontouren in beeld zijn, en waarbij het tussentijds op veranderende omstandigheden / belangen moeten wijzigen van inzet en inbreng aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

Nader aangeduid:

De functionaris kan:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden,

• het vanuit zijn specialisatie analyseren van aangereikte veiligheidsproblematiek en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak, zelfstandig aanpakken;

op de juiste wijze

• adviseren over:

• oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• besluitwaardige beleidsadviezen opstellen;

• analyses, monitors en evaluaties uitvoeren en scenario’s bouwen;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren en verrichten van operationele sturing;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming van afspraken;

• participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• eigen waarnemingen documenteren en vastleggen;

• dwangmiddelen aanwenden* en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen.

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de uitvoeringspraktijk;

• toetsen op vakvolwassenheid;

• vraagstukken aanpakken die de specialisatie raken vanuit specialisatie door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen en beleidsproducten voor organisatiebrede toepassing, waarvoor slechts oplossingscontouren in beeld zijn (beleidsbeïnvloedend), alsmede voor de ontwikkeling en concretisering beleid, koers en strategie op specialisatie voor organisatiebrede toepassing /landelijke toepassing, voor de duurzame beschikbaarheids stelling, borging, beheer en onderhoud van de specialisatie en ten aanzien van richtinggevende adviezen over (bijsturing) koers en strategie vanuit specialisatie, het regisseren van netwerken

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebieden waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s/projecten ten aanzien van het vakgebied/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• organisatiekunde;

• analysetechniek; monitoring van trends en ontwikkelingen;

• inzicht in gedrag;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

• specialistische (analyse)methoden en technieken; monitoring van trends en ontwikkelingen;

• benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingscontouren in beeld zijn;

• kennis van de politieorganisatie;

• proefomgevingen en evaluatie;

• analysetechniek en advisering;

• onderzoek, begeleiding van onderzoek;

• implementatietechniek;

• beleidsadvisering, -ontwikkeling, -concretisering, verandermanagement;

• netwerken;

• projectleiding;

• regievoering en operationele sturing;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid;

• prognoses opstellen;

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid;

• opstellen van handleidingen en instructies;

• communicatietechnieken.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme en/of werkterrein / aandachtsgebied die voor deze functie relevant zijn.

• volgt opfriscursussen op het terrein van (beleids)ontwikkeling, implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op vastgesteld en voorgenomen koers en strategie, op (korps)beleid ter zake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor slechts oplossingscontouren in beeld zijn;

• houdt zicht op onderzoekswereld en kenniskringen;

• houdt overzicht op de wetenschappelijke trends en ontwikkelingen op het specialisme.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak vraagstukken door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen en beleidsproducten voor organisatiebrede toepassing, waarvoor slechts oplossingscontouren in beeld zijn (beleidsbeïnvloedend), en ten behoeven van de ontwikkeling en concretisering beleid, koers en strategie op specialisatie voor organisatiebrede toepassing /landelijke toepassing, voor de duurzame beschikbaarheidstelling, borging, beheer en onderhoud van de specialisatie en ten aanzien van richtinggevende adviezen over (bijsturing) koers en strategie vanuit specialisatie.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft academisch/wo werk- en denkniveau met (wetenschappelijke) onderzoekservaring;

• afgeronde relevante studie in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld en onderzoekservaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in het geval de concretisering van beleid, ondanks vaststelling, volledige toerusting en vasthoudende implementatie door externe factoren niet het effect sorteert dat ermee werd beoogd en dit zich terugvertaalt in schade in het loopbaantraject.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is − opgeteld − op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Lector

Kern van de functie

Onderzoek & Kennisontwikkeling draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door zich te richten op het vermeerderen, ontwikkelen en beschikbaar stellen van praktisch (relevante politiekundige) kennis en door versterking van de verbinding tussen theorie, politiepraktijk en politieonderwijs.

Onderzoek & Kennisontwikkeling geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Verbeteren, Voorbereiden en Besturen uit het RBP.

De Lector draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door het (laten) doen van wetenschappelijk onderzoek, het zorg dragen voor de doorwerking van kennis verkregen uit deze onderzoeken, en op basis daarvan richtinggevend te adviseren over (bijsturing van) koers en strategie van de politie. Hij formuleert vanuit onderzoek aanbeveling – onder meer middels scenario’s – ten behoeve van beleid (koers & strategie) waarmee de organisatie anticipeert op de toekomstige functie van politie binnen de samenleving. De lector is verantwoordelijk voor het ontwikkelen, verder uitbouwen en het aansturen van het onderzoeksprogramma. Hij initieert en bouwt netwerken waarin ketenpartners, wetenschappelijk onderzoekers, docenten en studenten participeren ten behoeve van de daadwerkelijke uitvoering van het praktijkgericht onderzoek.

Activiteiten en resultaten

Contractactiviteiten

  • Het acquireren van (onderzoeks)opdrachten en het vertalen van vragen van opdrachtgevers naar onderwijs- en onderzoeksprogramma’s, zodat de wetenschappelijke invloed in onderzoek en advies kan plaatsvinden en hierin effect heeft.

  • Het superviseren en opstellen van offertes, businessplannen, etc., zodat een formele basis bestaat voor inzet en inbreng.

  • Het ontwikkelen van nieuwe (specialistische) (commercieel uitbaatbare) diensten en producten gerelateerd aan de eigen specialisatie, zodat inbreng en advisering vanuit wetenschappelijk onderzoek steeds actueel beschikbaar is en voldoet aan vastgestelde kwaliteits- en duurzaamheidsvereisten.

Ontwikkeling

  • Het onderhouden van contacten met de politiepraktijk, zodat hij op de hoogte is van de (praktijk)ontwikkelingen en van de wensen met betrekking tot revisie van bestaande opleidingsproducten voortvloeiend uit de opleidingsbehoefte van de politiepraktijk.

  • Het adviseren op basis van zijn expertise van het politieonderwijs over te reviseren opleidingsproducten, zodat opleidingsproducten aansluiten op de politiepraktijk.

  • Het ontwikkelen van kennisproducten en opleidingsproducten ten behoeve van opdrachtgevers, zodat de doorwerking plaats vindt in het onderwijs en daarmee in de praktijk geëffectueerd kan worden.

  • Het inhoudelijk (verder) vormgeven van het onderzoeksprogramma in samenwerking met kenniskringleden, werkveld en met de andere lectoren en lectoraten op het terrein van veiligheid, leefbaarheid en criminaliteitsbestrijding, zodat kennisontwikkeling helpt de praktijk te veranderen (doorwerking in onderwijs en praktijk).

Onderzoek

  • Het opstellen van maatwerkplannen van aanpak voor onderzoek, zodat er besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

  • Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak van onderzoek, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering wordt verhoogd.

  • Het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek, waarbij vragen die in samenspraak met de (politie)praktijk (veiligheid, leefbaarheid en criminaliteitsbestrijding) worden geformuleerd, het vertrekpunt vormen, zodat de resultaten van het praktijkonderzoek gebruikt wordt om het professioneel optreden van de politie te versterken, direct of via het politieonderwijs.

  • Het begeleiden van (afstudeer)onderzoeken, die binnen scholen plaats vindt, zodat maximaal rendement uit het onderzoek gehaald kan worden.

  • Het regisseren van het lectoraatsonderzoek, waar ondermeer docenten aan deel nemen, zodat doorwerking plaats kan vinden in onderwijs en daarmee geëffectueerd kan worden in de praktijk

  • Het vanuit onderzoeksprogramma’s analyseren, monitoren en evalueren − mede aan de hand van kwaliteits/duurzaamheidindicatoren − van de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid van de politie, zodat aan de hand van de conclusies van onderzoek via onderwijs geanticipeerd kan worden op de toekomstige functie van politie binnen de samenleving.

Inbreng vanuit specialisatie binnen de bedrijfsvoering

• Het aandragen − vanuit lectoraat − van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen (onder meer in de vorm van adviezen en producten&diensten) voor aanpak van aangereikte, specifieke problematiek en vraagstukken, zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit het lectoraat.

Richtinggevende advisering terzake koers en strategie van de politie

Het – vanuit wetenschappelijk onderzoek – richtinggevend adviseren over (bijsturing van) koers en strategie van de politie waarin zijn meegewogen:

  • de verbinding tussen ontwikkelingen in de maatschappij, die veiligheid, leefbaarheid en criminaliteitsbestrijding raken en ontwikkelingen binnen de politie;

  • de verbinding tussen (organisatorisch gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Ondersteuning én Uitvoering versus de ontwikkelingen op het terrein van veiligheid, leefbaarheid en criminaliteitsbestrijding;

  • analyse, monitoring en evaluatie − mede aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren − van de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid (koers en strategie);

  • adviezen van Operationeel Experts en Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) met afweging tegen elkaar en tegen het tot dan geldende en voorgenomen beleid;

  • de effecten en resultaten voortkomend uit de aanpak van vraagstukken;

  • een brede, landelijke oriëntatie op zowel de bedrijfsvoering (primair), de uitvoeringspraktijk (secundair), de specialisatie(werkterrein), alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

  • de (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

  • de couleur locale van de korpsen/ politieorganisatieonderdelen indien dit relevant is,

zodat de politie vanuit haar functie binnen de samenleving kan anticiperen op veranderingen in de maatschappij.

Publicaties

Gezaghebbende wetenschappelijke documenten:

  • Het opstellen van gezaghebbende wetenschappelijke documenten waarin conclusies zijn geformuleerd voor het kennisgebied en in relatie tot de politiepraktijk.

  • Het regisseren van de totstandkoming van wetenschappelijke documenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan.

  • Het publiceren en presenteren van onderzoeksresultaten in wetenschappelijke publicaties en vakpublicaties, zodat de doorwerking kan plaatsvinden in het onderwijs en de effectuering daarvan in de praktijk bevorderd wordt.

Als regisseur leiding aan Kenniskring

  • Het voeren van de regie op de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak door het systematisch toewerken naar het behalen van de ten doel gestelde resultaten binnen de in het vastgestelde plan van aanpak gestelde termijn; het monitoren van de voortgang van realisatie, het rapporteren daarover aan de leiding en het zo nodig formuleren van voorstellen tot bijsturing, zodat de ten doel gestelde resultaten binnen de gestelde termijn worden behaald.

  • Het uitvoeren van opdrachten en het aansturen daarvan in de vorm van project- en/of programmamanagement waarbij sprake is van interdisciplinaire of multidisciplinaire projecten en/of programma’s met een veelal innovatief karakter, zoals scholingsprogramma’s, advies- en onderzoeksopdrachten, research, etc., zodat de ten doelgestelde resultaten binnen de gestelde termijn worden behaald.

Netwerk

  • Het bewerkstelligen van contacten en samenwerking tussen het werkveld en het politieonderwijs, zodat de kenniscirculatie in de onderzoekslijn geïntensiveerd wordt en geoptimaliseerd wordt (kennispartnership) zoals acquisitie van betaalde opdrachten, uitvoering van onderzoek, presentatie en publicatie van onderzoeksresultaten & onderwijsinnovaties.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken binnen en buiten de politie waarin − vanuit het vertrekpunt van de functie van politie binnen de samenleving − de verbinding wordt gelegd tussen ontwikkelingen in de maatschappij en ontwikkelingen binnen de politie(keten), zodat politie steeds een optimaal rendement oplevert in de veranderende samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) door optimaal aansluitend onderwijs.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken van wetenschappelijk onderzoekers, Bedrijfsvoering- en/of Operationeel Specialisten van binnen en buiten de politie ten behoeve van het (laten) verrichten van wetenschappelijk onderzoek in relatie tot de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken, zodat de kwaliteit en duurzaamheid van de oplossingen voor vraagstukken op het terrein van veiligheid, leefbaarheid en criminaliteitsbestrijding worden geoptimaliseerd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de uitvoering van vastgestelde onderzoeksplannen en het (be)halen van de daarin gestelde doelstellingen, resultaten en termijnen, zodat de ten doel gestelde resultaten binnen de gestelde termijn worden behaald.

  • Het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek in de specialisatie, zodat de beschikbare kennis actueel kan worden ingezet ten behoeve van de beleidsadvisering.

  • Het bouwen en onderhouden van omvangrijke nationale en, waar nodig, internationale netwerken, zowel op vaktechnisch als strategisch niveau, zodat de kwaliteit en duurzaamheid van de uit wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s voortvloeiende advisering word geoptimaliseerd.

  • Initiëring van nieuwe netwerken (van ook externe specialisten en in internationale samenstelling), regiepositie in netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, maken van uitvoeringsafspraken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken, sturen op het nakomen van afspraken ook via organisatorische coördinatie, gericht op onderzoek naar en concretisering van oplossingscontouren en benaderingswijzen voor vraagstukken vanuit specialisatie en/of ten behoeve van ontwikkeling en concretisering beleid, koers & strategie voor (integrale organisatiebrede toepassing) politie met inbegrip van monitoring en verbetering kwaliteit, duurzaamheid en organisatierendement van het tot dan geldende beleid.

Onderwijs-colleges

  • De Lector heeft directe verbindingen met het onderwijs door bij te dragen aan onderwijsvernieuwing, mede valideren van kernopgaven en verzorgen van onderwijs, zodat de doorwerking van kennisontwikkeling daadwerkelijk plaatsvindt in het onderwijs.

  • Het verzorgen van onderwijs vanuit het kennisgebied aan studenten, zodat studenten in hun kennisontwikkeling op wetenschappelijk niveau gefaciliteerd worden.

  • Het geven van werkcolleges in de theoretische componenten van de specialisatie, waarbij de nadruk ligt op de verbinding tussen de theorie en de beroepspraktijk, zodat studenten in hun kennisontwikkeling op wetenschappelijk niveau gefaciliteerd worden.

  • Het geven van hoorcolleges aan studenten met een verbinding naar de praktijk, naar empirische bevindingen, naar resultaten van (eigen) onderzoek, projecten, eigen publicaties, etc., zodat studenten in hun kennisontwikkeling op wetenschappelijk niveau gefaciliteerd worden.

  • Participeren bij het samenstellen, bepalen, ontwikkelen van leermiddelen, leermethodieken, lesmateriaal, modulen en andere delen van het curriculum vanuit het kennisgebied, zodat het onderwijsmateriaal aansluit op door de organisatie gestelde vereisten.

  • Het begeleiden van individuele studenten en kleine groepen studenten in masterclasssituaties ten behoeve van hun studievoortgang, zodat rendement van studie bevorderd wordt.

  • Het begeleiden van studenten bij de praktijkcomponent van het vak; met name bij onderzoek en beroepsuitoefening, zodat maximaal studierendement verkregen kan worden uit theorie in combinatie met praktijk.

Deskundigheidsbevordering

  • Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het toetsen van de vakvolwassenheid, het trekken van conclusies en het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, zodat de professionaliteit wordt bevorderd en de leidinggevende geïnformeerd is omtrent resultaat- en ontwikkelafspraken.

  • Het begeleiden van promovendi vanuit de kenniskring, zodat het behalen van de titel door promotie wordt bevorderd.

Hoge omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door wetenschappelijk onderzoek en advisering.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/ specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• wetenschappelijke onderzoeksopdrachten;

• ontwikkelen van nieuwe (specialistische, commerciële uitbare) dienst en producten;

• oplossingen voor vraagstukken;

• adviezen op basis van expertise van het politieonderwijs;

• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie op de politie rakende vraagstukken waarvoor geen oplossingscontouren in beeld zijn en benaderingswijzen onbekend zijn, waardoor onderzoek binnen en buiten de specialisatie aan de orde is ten behoeve van het zelf ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• kennisproducten en opleidingsproducten;

• doorwerking in onderwijs en praktijk door onderzoeksprogramma’s;

• praktijkgericht onderzoek;

• begeleide (afstudeer)onderzoeken;

• geregisseerd lectoraatonderzoek;

• analyseren, monitoren, evalueren – mede aan de hand van kwaliteits/duurzaamheidsindicatoren;

• vakinhoudelijke oplossingen voor vraagstukken;

• (wetenschappelijk) onderzoeksrapportage en richtinggevende adviezen (koers en strategie beïnvloedend);

• ontwikkeld en geconcretiseerd beleid, koers en strategie (politie breed) in gezaghebbende publicaties ondermeer in de vorm van scenario’s;

• rapportage van analyse en conclusies;

• producten & diensten;

• gepubliceerde en gepresenteerde onderzoeksresultaten in wetenschappelijke publicaties en vakpublicaties;

• geregisseerde uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• aangestuurde interdisciplinaire of multidisciplinaire projecten en/of programma’s;

• geïnitieerde, gebouwde, onderhouden, en op inhoudelijke samenwerking geregisseerde netwerken met wetenschappelijke en politiek-bestuurlijke partners vanuit het vertrekpunt van de functie van de politie binnen de samenleving;

• verzorgd onderwijs, werkcolleges en hoorcolleges;

• begeleide individuele studenten en kleine groepen studenten in masterclasssituaties;

• begeleide promovendi vanuit kenniskring;

• maatwerkplannen van aanpak.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• adviseert richtinggevend en in besluitwaardige beleidsdocumenten met beleidsaanbevelingen over (bijsturing van) koers en strategie van de politie door vanuit wetenschappelijk onderzoek, alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen te anticiperen op huidige en toekomstige politieke, culturele, sociale en maatschappelijke invloeden, onder meer middels scenario’s, en op basis van gedegen analyses, monitoring en evaluaties, en afgewogen en in samenhang gebrachte adviezen, met medeneming van de couleur locale van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is;

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn door het maken van heldere uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het vasthoudend sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan dan wel ondersteunt vasthoudend de Operationeel Specialist F indien het zwaartepunt van de beleidsadvisering aan de kant van het domein Uitvoering ligt;

• analyseert vraagstukken door het (doen) verrichten van (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek, het publiceren van onderzoeksuitkomsten en adviseren t.a.v. het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn;

• het schrijven van gezaghebbende wetenschappelijke documenten;

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig en gedegen de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het (tot dan geldende) beleid, incasu lectoraat;

• regisseert vasthoudend de uitvoering van plannen van aanpak /onderzoeksopdrachten voor concretisering van wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s;

• de implementatie en duurzame borging van de kennisontwikkeling in het onderwijs en de praktijk door het maken van heldere uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het vasthoudend sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken;

• de implementatie en duurzame borging van (toepassing van) vastgestelde (nieuwe) onderwijsprogramma’s in praktijk;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (nieuwe) netwerken;

• participeert actief in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek op zijn specialisatie;

• draagt proactief deskundigheid;

• begeleid proactief over op docenten, promovendi en studenten.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• wetenschappelijke onderzoeksopdrachten verrichten;

• ontwikkelen van nieuwe (specialistische, commerciële uitbare) dienst en producten;

• oplossingen voor vraagstukken;

• adviezen op basis van expertise van het politieonderwijs;

• kennisproducten en opleidingsproducten leveren;

• doorwerking in onderwijs en praktijk door onderzoeksprogramma’s;

• praktijkgericht onderzoek verrichten;

• begeleiden van (afstudeer)onderzoeken;

• regisseren van lectoraatonderzoek;

• analyseren, monitoren, evalueren – mede aan de hand van kwaliteits/duurzaamheidsindicatoren;

• vakinhoudelijke oplossingen voor vraagstukken;

• (wetenschappelijk) onderzoeksrapportage en richtinggevende adviezen (koers en strategie beïnvloedend);

• rapporteren van analyse en conclusies;

• producten & diensten;

• publiceren en presenteren onderzoeksresultaten in wetenschappelijke publicaties en vakpublicaties;

• regisseren van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak;

• aansturen interdisciplinaire of multidisciplinaire projecten en/of programma’s;

• initiëren, bouwen, onderhouden, en op inhoudelijke samenwerking geregisseerde netwerken met wetenschappelijke en politiek-bestuurlijke partners vanuit het vertrekpunt van de functie van de politie binnen de samenleving;

• verzorgen van onderwijs, werkcolleges en hoorcolleges;

• begeleiden van individuele studenten en kleine groepen studenten in masterclasssituaties;

• begeleiden van promovendi vanuit kenniskring;

• maatwerkplan van aanpak opstellen.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• de aan veiligheid, leefbaarheid en criminaliteitsbestrijding gerelateerde wetenschap.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s en projecten;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• (specialistische) methoden en technieken, onbekende benaderingswijzen, onbekende oplossingsrichtingen en oplossingscontouren verkend moeten worden;

• ontwikkelomgeving, proefomgeving en evaluatieomgeving (beleid, koers en strategie, alsmede nieuwe beleidsproducten, w.o. werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken en benaderingswijzen en kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren);

• implementatieomgeving;

• bestaande netwerken;

• regiepositie in nieuwe, wetenschappelijke netwerken;

• regiepositie in onderzoeks-, ontwikkel- en implementatietrajecten;

• regiepositie in wetenschappelijke en politiek-bestuurlijke netwerken;

• partijen verbonden met ontwikkeltrajecten ter zake koers, beleid en strategie;

• tegenstrijdige belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen en van koers, strategie en beleid;

• vraagstukken die de rol en functie van politie raken en inzet en inbreng vergen vanuit wetenschap met onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen en benaderingswijzen, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris vraagstukken op en/of levert producten & diensten door het (doen) verrichten van (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek en door het formuleren van aanbevelingen voor het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn. Het tussentijds op veranderende omstandigheden/ belangen wijzigen van inzet & inbreng met effecten op koers & strategie is aan de orde. Praktijkinzet is koers & strategiebeïnvloedend.

Ontwikkelt en concretiseert de functionaris beleid, koers en strategie in gezaghebbende wetenschappelijke documenten vanuit lectoraat ten behoeve van integrale, organisatiebrede toepassing. Het hierbij afwegen van verschillende belangen en het in de overwegingen betrekken van verschillende zienswijzen van betrokken verschillende partijen is aan de orde. Hij ondersteunt de uitvoeringspraktijk met denkkracht. Hij adviseert richtinggevend over (bijsturing van) koers en strategie van de politie.

De functionaris analyseert, monitoort en evalueert – mede aan de hand van kwaliteits/duurzaamheidsindicatoren – de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid, in casu lectoraat. Hij formuleert – onder meer middels scenario’s – beleid (koers en strategie) waarmee de organisatie anticipeert op de toekomstige functie van politie binnen de samenleving. Hij weegt adviezen af van wetenschappelijk onderzoekers, Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) tegen elkaar en tot het dan geldende en voorgenomen beleid en legt de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning en publiceert terzake.

De functionaris stelt maatwerkplannen van aanpak op en organiseert en stuurt de uitvoering aan (operationele sturing), waardoor de bedrijfsvoering gefaciliteerd is om vanuit haar functie te kunnen bevorderen dat de politie steeds een optimaal rendement oplevert in de samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding).

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• neemt de functionaris het initiatief in het kader van wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s tot:

• koers & strategiebeïnvloedende oplossingen voor vraagstukken die de politie raken en dienen te worden gegenereerd vanuit wetenschap met onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen en benaderingswijzen, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn;

• het uitvoeren van analyses, monitoring en evaluaties − mede aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren − op kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid, koers en strategie;

• het uitvoeren van analyses − onder meer middels scenario’s − op voorgenomen koers, strategie en beleid;

• het afwegen van adviezen van Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) tegen elkaar en het tot dan geldende en voorgenomen beleid;

• het leggen van de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Ondersteuning én Uitvoering;

• het volgen van (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

• het onderhouden dan wel opbouwen van een brede oriëntatie op zowel de uitvoeringspraktijk, de bedrijfsvoering, de specialisatie alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen;

• het richtinggevend adviseren in besluitwaardige beleidsdocumenten met beleidsaanbevelingen over (bijsturing van) beleid, koers en strategie van de politie;

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn;

• de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken waarbij tegengestelde belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden aan de orde kunnen zijn;

• de concretisering van vastgesteld beleid in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• de implementatie en duurzame borging van vastgestelde beleid, koers en strategie van de politie;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken;

• tot het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek in zijn specialisatie;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen zelfstandig aanpakken die zich voordoen bij:

• de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken waarbij tegengestelde belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden aan de orde kunnen zijn en onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen en benaderingswijzen vergen, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn;

• het uitvoeren van analyses, monitoring en evaluaties − mede aan de hand van kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren − op kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid, koers en strategie;

• het richtinggevend adviseren over (bijsturen van) beleid, koers en strategie van de politie;

• het regisseren vanuit kennisontwikkeling:

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn;

• de concretisering van vastgesteld beleid voor de politieorganisatie;

• de implementatie en duurzame borging van vastgestelde koers en strategie van de politie;

• de duurzame borging van voor de politieorganisatie;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken met wetenschappelijke en politiek-bestuurlijke partners.

• het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• het maken van afspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van afspraken;

op de juiste wijze:

• verrichten van wetenschappelijk onderzoek naar en richtinggevend adviseren ten aanzien van koers, beleid en strategie politie;

• concretiseren van koers, beleid en strategie naar organisatierendement politie;

• schrijven van gezaghebbende wetenschappelijke documenten;

• analyses, monitors en evaluaties uitvoeren en scenario’s bouwen;

• het richtinggevend adviseren over (bijsturen van) beleid, koers en strategie van de politie;

• adviezen van Wetenschappelijk Onderzoekers en Specialisten afwegen;

• tegengestelde belangen, politiek bestuurlijke gevoeligheden, landelijke doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden beoordelen;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming van afspraken;

• participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• regisseren van een kenniskring;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie;

• zelfstandig vraagstukken aanpakken die de rol en functie van de politie raken vanuit specialisatie door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen en beleidsproducten, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn (koers & strategie- beïnvloedend).

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s/projecten ten aanzien van het vakgebied/werkterrein(en)/ aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• koers, strategieontwikkeling politie;

• specialistische (analyse)methoden en technieken; monitoring van trends en ontwikkelingen;

• analysetechniek en advisering;

• onderzoek en begeleiding van onderzoek;

• organisatierendement;

• kennis van de politieorganisatie;

• implementatietechniek;

• beleidsadvisering, -ontwikkeling, -concretisering, verandermanagement;

• netwerken;

• regievoering;

• informatieoverdracht;

• communicatie(-middelen);

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid (beleidsdocumenten);

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid;

• communicatietechnieken;

• politiek-bestuurlijk inzicht;

• wetenschappelijke documentatie;

• publiceren;

• bestuursrecht;

• toetsen van vakvolwassenheid.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van beleid, koers en strategieontwikkeling, implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op vastgesteld en voorgenomen koers en strategie, op (korps)beleid terzake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor oplossingscontouren onverkend zijn;

• houdt zicht op onderzoekswereld en kenniskringen;

• houdt overzicht op de wetenschappelijke trends en ontwikkelingen op het specialisme.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak vraagstukken waarvoor benaderingswijzen en oplossingsrichtingen onbekend zijn, en de oplossingscontouren nog onverkend en het ontwikkelen van beleids(producten), koers en strategie.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft academisch/wo werk- en denkniveau met wetenschappelijke onderzoekservaring;

• afgeronde relevante studie in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld met onderzoeks- en politiek-bestuurlijke ervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functiegerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien richtinggevende adviezen voor beleid, koers en strategie voor de politie geaccepteerd en (door netwerken) gedeeld worden, maar niet worden gevolgd dan wel indien de implementatie van beleid, koers en strategie op grond van deze adviezen niet volgens de (deels in netwerken tot stand gebrachte) afspraken over uitvoering en randvoorwaarden gebeurd en zodoende niet leiden tot het verwachte organisatierendement, en dit zich vertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het hem toegewezen vakgebied / werkterrein / specialisatie, danwel zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is − opgeteld − op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Bedrijfsvoeringspecialist F

Kern van de functie

Bedrijfsvoeringspecialismen draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk vanuit specialisatie te ondersteunen en door zich pro-actief en reactief te richten op verbeteringen in de bedrijfsvoering.

De praktijkinzet (1) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoek-)plannen, behandelplannen, (financiële) jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet (2) vanuit bedrijfsvoeringspecialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, ontwikkeling van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarstelling en borging daarvan.

Bedrijfsvoeringspecialismen geeft met name uitvoering aan processen in de takken Ondersteunen & Verbeteren en aan de takken Besturen & Voorbereiden uit het RBP.

  • (1)

    De Bedrijfsvoeringspecialist F draagt bij aan een efficiënte en effectieve organisatie door vraagstukken op te lossen en/of producten & diensten te leveren door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn. Het tussentijds op veranderende omstandigheden/belangen wijzigen van inzet & inbreng met effecten op koers & strategie is aan de orde. Praktijkinzet is koers & strategiebeïnvloedend.

  • (2)

    De Bedrijfsvoeringspecialist F ontwikkelt en concretiseert beleid, koers en strategie o.a. in scenario’s vanuit de specialisatie ten behoeve van integrale, organisatiebrede/landelijke toepassing. Hij stelt hiervoor besluitwaardige beleidsdocumenten op. Hij ondersteunt de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk met denkkracht. Hij adviseert richtinggevend over (bijsturing van) koers en strategie van de politie.

    De Bedrijfsvoerinspecialist F analyseert, monitoort en evalueert – mede aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidsindicatoren – de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatie-rendement van het tot dan geldende beleid. Hij formuleert – onder meer middels scenario’s – beleid (koers & strategie) waarmee de organisatie anticipeert op de toekomstige functie van politie binnen de samenleving. Hij weegt adviezen af van Operationeel Experts en Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) tegen elkaar en tot het dan geldende en voorgenomen beleid én legt de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning.

De Bedrijfsvoeringspecialist F treedt vanuit praktijkinzet en beleidsinzet op als projectleider en verricht operationele sturing.

De Bedrijfsvoeringspecialist F initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken (van ook externe bedrijfsvoeringspecialisten en in internationale samenstelling) met mogelijk tegenstrijdige belangen. Hij maakt uitvoeringsafspraken, stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan. Hij bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen. Hij bevordert en toetst als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Binnen het vakgebied Bedrijfsvoeringspecialismen komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.43Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’.

Activiteiten en resultaten

(1) Praktijkinzet:

Inbreng vanuit specialisatie binnen de bedrijfsvoering (Projectleider)

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de bedrijfsvoering wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van vraagstukken, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies en het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat vraagstukken effectief en efficiënt aangepakt worden.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn − zodat de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief worden ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar adviezen, voorstellen en rapportages, etc., zodat vraagstukken efficiënt en effectief wordt aangepakt/opgelost.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar (nieuwe) werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten met inbegrip van aanduiding benaderingswijze(n), en vormgeving van oplossingscontouren inclusief vertaling daarvan naar oplossingsrichtingen, zodat vraagstukken efficiënt en effectief worden aangepakt/opgelost.

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in maatwerkplannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek/vraagstukken.

Regisseren vanuit specialisatie van aanpak vraagstukken (Projectleider)

  • Het regisseren van de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken, waarbij tegengestelde belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten binnen de domeinen Ondersteuning én Uitvoering aan de orde kunnen zijn, dan wel het ondersteunen van de Operationeel Specialist F indien het zwaartepunt van de aanpak aan de kant van het domein Uitvoering ligt, zodat zich integraal aandienende vraagstukken integraal, effectief en efficiënt worden aangepakt.

  • Het opstellen van maatwerkplannen van aanpak voor het oplossen van knelpunten in en verbetering van de bedrijfsvoering, zodat er besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

  • Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak van vraagstukken, zodat de effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering wordt verhoogd.

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

(2) Beleidsinzet:

Ontwikkelen, concretiseren en duurzame borging van beleid, koers en strategie vanuit de specialisatie voor politie(integrale, organisatiebrede toepassing) en richtinggevende advisering ter zake koers en strategie (Projectleider).

Het ontwikkelen van en richtinggevend adviseren over (bijsturing van) koers en strategie van de politie en de concretisering daarvan o.a. in scenario’s waarin zijn meegewogen:

  • de verbinding tussen ontwikkelingen in de maatschappij en ontwikkelingen binnen de politie;

  • de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Ondersteuning én Uitvoering versus de ontwikkelingen in de maatschappij;

  • analyse, monitoring en evaluatie − mede aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren − van de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid (koers en strategie);

  • adviezen van Operationeel Experts en van Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) met afweging tegen elkaar en tegen het tot dan geldende en voorgenomen beleid;

  • de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning;

  • de effecten en resultaten voortkomend uit de aanpak van vraagstukken;

  • een brede, landelijke oriëntatie op zowel de bedrijfsvoering (primair), de uitvoeringspraktijk (secundair), de specialisatie (werkterrein), alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

  • de (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

  • de couleur locale van korps/-eenheden/politieorganisatieonderdelen indien dit relevant is,

zodat de politie vanuit haar functie binnen de samenleving kan anticiperen op veranderingen in de maatschappij.

Besluitwaardige beleidsdocumenten

Het opstellen van besluitwaardige beleidsdocumenten waarin voorgenomen (bijsturing in) koers en strategie zijn geformuleerd, geconcretiseerd in scenario’s én vertaald in doelstellingen, prioriteiten, activiteiten en producten voor de bedrijfsvoering, en waarin het te verwachten organisatierendement voor de politie en de risico’s, consequenties en impact voor het /de betrokken korps/-eenheden/politieorganisatieonderdelen zijn benoemd; het daarbij betrekken van couleur locale van het/de korps/-eenheden/politieorganisatieonderdelen indien dit relevant is, zodat gefundeerde besluitvorming kan plaatsvinden ten aanzien van concretisering volgend op (bijsturing van) koers en strategie van de politie.

Regie op beleidsadvisering (Projectleider)

Het regisseren van de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan; het ondersteunen van de Operationeel Specialist F indien het zwaartepunt van de beleidsadvisering aan de kant van het domein Uitvoering ligt, zodat de kwaliteit en duurzaamheid van de beleidsadvisering (koers en strategie) ten behoeve van integrale, organisatiebrede toepassing wordt geoptimaliseerd.

Regie op concretisering (Projectleider)

  • Het opstellen van maatwerkplannen van aanpak voor de concretisering in de bedrijfsvoering van vastgesteld beleid (koers en strategie) met inbegrip van de contouren voor verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijzen en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen, termijnen, doelstellingen en resultaten; het voeren van de regie op de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak, zodat de bedrijfsvoering gefaciliteerd is om vanuit haar functie binnen de samenleving te anticiperen op veranderingen in de maatschappij en de functie van politie steeds een optimaal rendement oplevert in de samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding).

  • Het voeren van de regie op de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak door het systematisch toewerken naar het behalen van de ten doel gestelde resultaten binnen de in het vastgestelde maatwerkplan van aanpak gestelde termijn; het monitoren van de voortgang van realisatie, het rapporteren daarover aan de leiding en het zonodig formuleren van voorstellen tot bijsturing, zodat de ten doel gestelde resultaten binnen de gestelde termijn worden behaald.

Netwerken

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken binnen en buiten de politie (eventueel ook in internationale samenstelling) waarin − vanuit het vertrekpunt van de functie van politie binnen de samenleving − de verbinding wordt gelegd tussen ontwikkelingen in de maatschappij en ontwikkelingen binnen de politie, zodat politie steeds een optimaal rendement oplevert in de veranderende samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding).

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken van (ook externe) Bedrijfsvoering- en/of (Operationeel) Specialisten van binnen en buiten de politie (eventueel ook in internationale samenstelling) ten behoeve van de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken en/of ten behoeve van beleidsadvisering dan wel het participeren in netwerken van de Operationeel Specialisten F indien het zwaartepunt van de aanpak c.q. beleidsadvisering aan de kant van het domein Uitvoering ligt, zodat de kwaliteit en duurzaamheid van de oplossingen van vraagstukken en van beleidsadvisering worden geoptimaliseerd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak voor concretisering van vastgesteld beleid en het (be)halen van de daarin gestelde doelstellingen, resultaten en termijnen, zodat de ten doel gestelde resultaten binnen de gestelde termijn worden behaald.

  • Het participeren in (externe/internationale) netwerken voor wetenschappelijk onderzoek in de specialisatie, zodat de beschikbare kennis actueel kan worden ingezet ten behoeve van de beleidsadvisering.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de bedrijfsvoering wordt bevorderd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het toetsen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Ambtelijk secretaris.

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectief en efficiënt werkende politieorganisatie;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie (zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied / specialisatie) moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor vraagstukken;

• producten & diensten;

• onderzoeksrapportage en richtinggevende adviezen (koers en strategie beïnvloedend);

• (verder) ontwikkelde/nieuwe beleidsproducten, w.o. specialistische methoden, technieken en instrumenten, benaderingswijzen en oplossingsrichtingen waarbij oplossingscontouren onverkend zijn (koers en strategie beïnvloedend);

• kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren;

• ontwikkeld en geconcretiseerd beleid, koers en strategie (politie breed) in besluitwaardige beleidsdocumenten, scenario’s en producten;

• duurzame beschikbaarheid (borging, beheer en onderhoud) van specialisatie;

• richtinggevende adviezen over (bijsturing van) beleid, koers en strategie vanuit specialisatie ten behoeve van integrale, organisatiebrede toepassing;

• geanalyseerd, gemonitoord, geëvalueerd organisatierendement;

• maatwerkplannen van aanpak voor de concretisering in de bedrijfsvoering van vastgesteld beleid (koers en strategie);

• gefaciliteerde bedrijfsvoering om vanuit haar functie te kunnen bevorderen dat de politie steeds een optimaal rendement oplevert in de samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding);

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken.

• operationele sturing

Nader aangeduid:

• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie op de politie rakende vraagstukken waarbij oplossingscontouren onverkend zijn en benaderingswijzen onbekend zijn met inbegrip van monitoring en verbetering kwaliteit, duurzaamheid en organisatierendement van het tot dan geldende beleid, waardoor organisatiebreed onderzoek aan de orde is ten behoeve van het daarvoor zelf ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen (tussentijds op veranderende omstandigheden / belangen wijzigen van inzet en inbreng met effecten op koers & strategie) en ten behoeve van de ontwikkeling van beleidsproducten (richtinggevende advisering; koers & strategie beïnvloedend) alsmede als grondslag voor de ontwikkeling en concretisering van beleid, koers&strategie voor (integrale, organisatiebrede toepassing) politie;

• voorstellen vanuit specialistisch-wetenschappelijke en politiek-bestuurlijke analyse, implementatie vastgestelde verbeteringen, en initiëring van implementatie;

• aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken;

met als deelresultaten:

• regie op de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van politie raken;

• opgestelde maatwerkplannen van aanpak en georganiseerde en aangestuurde uitvoering van maatwerkplannen van aanpak (operationele sturing);

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, gericht op onderzoek naar en concretisering van oplossingscontouren en benaderingswijzen van vraagstukken en/of ten behoeve van beleid, koers & strategie voor politie;

• ontwikkelde en vastgestelde (verbeteringen in) beleid, koers en strategie van de politie;

met als deelresultaten:

• regie op koers-/strategie- en beleidsontwikkeling en -advisering in multidisciplinaire omgeving;

• besluitwaardige beleidsdocumenten met aanbevelingen voor (bijsturing van) koers en strategie;

• analyses, monitoring en evaluaties van de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid;

• analyses van voorgenomen beleid;

• afwegingen van adviezen van Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) tegen elkaar en het tot dan geldende en het voorgenomen beleid;

• verbindingen tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Ondersteuning én Uitvoering;

• analyses van (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

• een brede, landelijke oriëntatie op zowel de bedrijfsvoering, de uitvoeringspraktijk, de specialisatie (werkterrein), alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

• participatie in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken waarin − vanuit het vertrekpunt van de functie van politie binnen de samenleving − de verbinding wordt gelegd tussen ontwikkelingen in de maatschappij en ontwikkelingen binnen de politie;

• geïmplementeerde en geborgde vastgestelde (verbeteringen in) beleid, koers en strategie;

met als deelresultaten:

• opgesteld maatwerkplan van aanpak voor concretisering vastgesteld beleid, koers en strategie;

• geregisseerde uitvoering van maatwerkplannen van aanpak;

• regie op het implementeren en duurzaam borgen van de vastgestelde koers en strategie door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van aanpak van vraagstukken, analyse, advisering, ontwikkeling, concretisering, implementatie en duurzame borging van vast te stellen en vastgestelde beleid, koers en strategie;

• geïmplementeerde en duurzaam geborgde vastgestelde verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk:

met als deelresultaten:

• duurzaam geborgde (toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen en uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van implementatie en duurzame borging van (toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen en uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de bedrijfsvoering;

met als deelresultaat:

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op kwaliteit, effectiviteit en efficiëntie van advisering bevorderde en getoetste bedrijfsvoeringspecialisten;

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• voert werkzaamheden uit die zijn specialisatie vergen met inachtneming van het volgende:

• voert de werkzaamheden die zijn specialisme vergen volledig uit, maar verwijst werkzaamheden die dat niet vergen gericht door;

• analyseert vanuit specialisatie de politie rakende vraagstukken waarvoor oplossingscontouren onverkend zijn en benaderingswijzen onbekend zijn, waardoor onderzoek binnen en buiten de specialisatie aan de orde is ten behoeve van het zelf ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• analyseert vraagstukken door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn;

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig en gedegen de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het (tot dan geldende) beleid;

• adviseert over vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen voor aanpak van vraagstukken zodanig transparant dat leiding, collega’s en/of netwerkpartners een duidelijk beeld hebben van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;

• adviseert richtinggevend en in besluitwaardige beleidsdocumenten met beleidsaanbevelingen over (bijsturing van) koers en strategie van de politie door vanuit een brede oriëntatie op zowel de bedrijfsvoering, de uitvoeringspraktijk, de specialisatie alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen te anticiperen op huidige en toekomstige politieke, culturele, sociale en maatschappelijke invloeden, onder meer middels scenario’s, en op basis van gedegen analyses, monitoring en evaluaties, en afgewogen en in samenhang gebrachte adviezen, met medeneming van de couleur locale van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is;

• stelt maatwerkplannen van aanpak op en organiseert en stuurt de uitvoering aan (operationele sturing) zodanig dat de bedrijfsvoering terdege gefaciliteerd is om vanuit haar functie te bevorderen dat de politie steeds een optimaal rendement oplevert in de samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding);

• ontwikkelt en concretiseert beleid, koers en strategie voor integrale, organisatiebrede toepassing in besluitwaardige beleidsdocumenten, transparante scenario’s en producten;

• organiseert en regisseert renderende proefomgevingen;

• motiveert, stimuleert en inspireert als projectleider zijn team;

• regisseert vasthoudend:

• de aanpak van vraagstukken die het beleid/de koers en strategie van politie raken, waarbij tegengestelde belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten binnen de domeinen Ondersteuning én Uitvoering aan de orde kunnen zijn, dan wel ondersteunt vasthoudend de integrale aanpak indien het zwaartepunt van de aanpak aan de kant van het domein Uitvoering ligt;

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn door het maken van heldere uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het vasthoudend sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan dan wel ondersteunt vasthoudend de Operationeel Specialist F indien het zwaartepunt van de beleidsadvisering aan de kant van het domein Uitvoering ligt;

• regisseert vasthoudend de uitvoering van maatwerkplannen van aanpak voor concretisering van vastgesteld beleid, koers en strategie in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• de implementatie en duurzame borging van de vastgestelde koers en strategie door het maken van heldere uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het vasthoudend sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken;

• de implementatie en duurzame borging van (toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen en uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken (verbeteringen) in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief (nieuwe) netwerken:

• ten behoeve van aanpak van vraagstukken, analyse, advisering, ontwikkeling, concretisering, implementatie en duurzame borging van vast te stellen en vastgesteld beleid, koers en strategie;

• ten behoeve van de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken;

• waarin de functie van politie binnen de samenleving centraal staat;

• ten behoeve van implementatie en borging van (verbeteringen) in koers en strategie van de politie;

• ten behoeve van de implementatie en duurzame borging van (toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen en uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• participeert actief in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek op zijn specialisatie;

• draagt proactief deskundigheid over op de bedrijfsvoering;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• werkzaamheden uitvoeren die zijn specialisatie vergen;

• optreden als projectleider en verrichten operationele sturing;

• analyseren, monitoren, evalueren van kwaliteit, duurzaamheid en organisatierendement van (geldend) beleid;

• analyseren van vraagstukken door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn;

• adviseren op basis van analyse vanuit specialisatie op de politie rakende vraagstukken waarbij oplossingscontouren onverkend zijn en benaderingswijzen onbekend zijn met inbegrip van monitoring en verbetering kwaliteit, duurzaamheid en organisatierendement van het tot dan geldende beleid, waardoor organisatiebreed onderzoek aan de orde is ten behoeve van het daarvoor zelf ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen (tussentijds op veranderende omstandigheden / belangen wijzigen van inzet en inbreng met effecten op koers & strategie) en ten behoeve van de ontwikkeling van beleidsproducten (richtinggevende advisering; koers & strategie beïnvloedend) alsmede als grondslag voor de ontwikkeling en concretisering van beleid, koers&strategie voor (integrale, organisatiebrede toepassing) politie;

• opstellen, organiseren en aansturen van maatwerkplannen van aanpak;

• opstellen van beleidsdocumenten;

• richtinggevend adviseren over (bijsturen van) beleid, koers en strategie van de politie;

• ontwikkelen van koers, beleid en strategie voor de politie;

• ontwikkelen van scenario’s;

• bedrijfsvoering faciliteren;

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten regisseren indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn;

• netwerken binnen en buiten de politie initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren waarin de functie van politie binnen de samenleving centraal staat, voor borging van vastgestelde verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk, voor de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie raken en voor de analyse, advisering, ontwikkeling, concretisering, implementatie en duurzame borging van vast te stellen en vastgesteld beleid, koers en strategie;

• met leiding en in netwerken uitvoeringsafspraken maken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op het nakomen van afspraken, voor de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken, voor de implementatie en duurzame borging van vastgestelde koers en strategie en voor de borging van vastgestelde verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• participeren in netwerken van wetenschappelijk onderzoek op de specialisatie;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de bedrijfsvoering;

• vanuit zijn specialisatie optreden als coach.

De Bedrijfsvoeringspecialist F herkent situaties bij advisering over koers en strategie, en bij de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van politie raken, waarin het zwaartepunt van de advisering c.q. van de aanpak en daarmee de regie aan de kant van het domein Uitvoering ligt, en ondersteunt in die situaties vanuit het domein Ondersteuning de Operationeel Specialist F in zijn regiefuncties.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie;

• de politie als functie in de samenleving;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s en projecten;

• gehele vakgebied inclusief werkterrein/aandachtsgebied;

• projectleider/koers en strategiebeïnvloedend;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• (specialistische) methoden en technieken, onbekende benaderingswijzen, onbekende oplossingsrichtingen en oplossingscontouren onverkend;

• ontwikkelomgeving, proefomgeving, implementatieomgeving en evaluatieomgeving (beleid, koers en strategie, alsmede nieuwe beleidsproducten, w.o. werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, benaderingswijzen, oplossingsrichtingen en kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren);

• bestaande netwerken;

• regiepositie in nieuwe, wetenschappelijke netwerken;

• regiepositie in onderzoeks-, ontwikkel- en implementatietrajecten;

• regiepositie in wetenschappelijke en politiek-bestuurlijke netwerken;

• partijen verbonden met analyse-/ontwikkeltrajecten ter zake koers, beleid en strategie;

• partijen verantwoordelijkheid voor-/belanghebbend bij organisatierendement;

• tegenstrijdige belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen en van koers, strategie en beleid;

• vraagstukken die de rol en functie van politie raken en inzet en inbreng vergen vanuit specialisatie met (projectleiding in/ organisatorische coördinatie van) onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen, (beleids)producten en koers & strategie voor integrale, organisatiebrede toepassing, alsmede vanuit specialisatie steeds gericht op verbetering organisatierendement, waarbij oplossingscontouren verkend moeten worden (koers & strategie beïnvloedend);

• de relatie tot de functie van politie binnen de samenleving;

• operationele sturing.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakken. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris vraagstukken op en/of levert producten & diensten door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn. Het tussentijds op veranderende omstandigheden/ belangen wijzigen van inzet & inbreng met effecten op koers & strategie is aan de orde. Praktijkinzet is koers & strategiebeïnvloedend.

Ontwikkelt en concretiseert de functionaris beleid, koers en strategie vanuit de specialisatie ten behoeve van integrale, organisatiebrede toepassing. Hij stelt hiervoor besluitwaardige beleidsdocumenten op. Het hierbij afwegen van verschillende belangen en het in de overwegingen betrekken van verschillende zienswijzen van betrokken verschillende partijen is aan de orde. Hij ondersteunt de uitvoeringspraktijk met denkkracht. Hij adviseert richtinggevend over (bijsturing van) koers en strategie van de politie.

De functionaris analyseert, monitoort en evalueert – mede aan de hand van kwaliteits/duurzaamheidsindicatoren – de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid. Hij formuleert – onder meer middels scenario’s – beleid (koers en strategie) waarmee de organisatie anticipeert op de toekomstige functie van politie binnen de samenleving. Hij weegt adviezen af van Operationeel Experts, Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) tegen elkaar en tot het dan geldende en voorgenomen beleid en legt de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning.

De functionaris stelt maatwerkplannen van aanpak op en organiseert en stuurt de uitvoering aan (operationele sturing), waardoor de bedrijfsvoering gefaciliteerd is om vanuit haar functie te kunnen bevorderen dat de politie steeds een optimaal rendement oplevert in de samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding).

Treedt de functionaris vanuit praktijkinzet en beleidsinzet op als projectleider en verricht operationele sturing.

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het doorverwijzen van werkzaamheden die zijn specialisatie niet vergen naar collega’s met de passende specialisatie;

• koers & strategiebeïnvloedende oplossingen voor vraagstukken die de politie raken en dienen te worden gegenereerd vanuit specialisatie met onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen en benaderingswijzen, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn;

• het uitvoeren van analyses, monitoring en evaluaties − mede aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren − op kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid, koers en strategie;

• het uitvoeren van analyses − onder meer middels scenario’s − op voorgenomen koers, strategie en beleid en organisatierendement;

• het afwegen van adviezen van Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) tegen elkaar en het tot dan geldende en voorgenomen beleid;

• het leggen van de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Ondersteuning én Uitvoering;

• het volgen van (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

• het onderhouden dan wel opbouwen van een brede oriëntatie op zowel de uitvoeringspraktijk, de bedrijfsvoering, de specialisatie alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen;

• het richtinggevend adviseren in besluitwaardige beleidsdocumenten met beleidsaanbevelingen over (bijsturing van) beleid, koers, strategie en organisatierendement van de politie;

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn;

• de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken waarbij tegengestelde belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden aan de orde kunnen zijn;

• de concretisering van vastgesteld beleid in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• de implementatie en duurzame borging van vastgesteld beleid, koers & strategie van de politie;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken:

• waarin de functie van politie binnen de samenleving centraal staat;

• voor borging van vastgestelde verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• voor de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie raken;

• ten behoeve van aanpak van vraagstukken, analyse, advisering, ontwikkeling, concretisering, implementatie en duurzame borging van vast te stellen en vastgesteld beleid, koers en strategie;

• tot het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek in zijn specialisatie;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken waarbij tegengestelde belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden aan de orde kunnen zijn en onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen en benaderingswijzen vergen, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn;

• het uitvoeren van analyses, monitoring en evaluaties − mede aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren − op kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid, koers en strategie;

• optreden als projectleider en verrichten van operationele sturing;

• het richtinggevend adviseren over (bijsturen van) beleid, koers en strategie van de politie;

• het regisseren van:

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn;

• de concretisering van vastgesteld beleid in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• de implementatie en duurzame borging van vastgestelde koers en strategie van de politie;

• de duurzame borging van verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken:

• waarin de functie van politie in de samenleving centraal staat;

• voor de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie raken;

• ten behoeve van aanpak van vraagstukken, analyse, advisering, ontwikkeling, concretisering, implementatie en duurzame borging van vast te stellen en vastgesteld beleid, koers en strategie;

• voor de duurzame borging van verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• het maken van afspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van afspraken,

vanuit specialisatie met keuze uit bekende dan wel door het ontwikkelen van benaderingswijzen, oplossingsrichtingen en/of beleidsproducten, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn, en waarbij het tussentijds op veranderende omstandigheden /belangen moeten wijzigen van inzet en inbreng aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

op de juiste wijze:

• vraagstukken aanpakken die de rol en functie van de politie raken vanuit specialisatie door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen en beleidsproducten, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn (koers & strategie-beïnvloedend), alsmede voor ontwikkeling en concretisering beleid, koers en strategie, o.a. in scenario’s, vanuit specialisatie voor integrale / organisatiebrede / landelijke toepassing (organisatierendement), voor analyseren, monitoren en evalueren van de kwaliteit, duurzaamheid en organisatierendement, voor het afwegen van adviezen en het leggen van verbindingen tussen ontwikkelingen in de domeinen uitvoering en ondersteuning, het regisseren van netwerken;

• concretiseren van koers, beleid en strategie naar organisatierendement politie;

• besluitwaardige beleidsdocumenten opstellen;

• analyses, monitors en evaluaties uitvoeren en scenario’s bouwen;

• adviezen van Operationeel Experts en Specialisten afwegen;

• optreden als projectleider en verrichten van operationele sturing;

• tegengestelde belangen, politiek bestuurlijke gevoeligheden, landelijke doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden toetsen;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming van afspraken;

• participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en/of uitvoeringspraktijk.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps/-eenheid/politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s/projecten ten aanzien van het vakgebied/werkterrein(en)/ aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• koers, strategieontwikkeling politie;

• specialistische (analyse)methoden en technieken; monitoring van trends en ontwikkelingen;

• analysetechniek en advisering;

• onderzoek en begeleiding van onderzoek;

• organisatierendement;

• kennis van de politieorganisatie;

• implementatietechniek;

• beleidsadvisering, -ontwikkeling, -concretisering, verandermanagement;

• netwerken;

• regievoering en operationele sturing;

• projectleiding;

• informatieoverdracht;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid (beleidsdocumenten);

• coaching, inclusief toetsen vakvolwassenheid;

• communicatietechnieken;

• politiek-bestuurlijk inzicht;

• wetenschappelijke documentatie;

• bestuursrecht.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme/werkterrein(en)/aandachtsgebied(en) die voor deze functie relevant zijn;

• volgt opfriscursussen op het terrein van beleid, koers en strategieontwikkeling, implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op vastgesteld en voorgenomen koers en strategie, op (korps)beleid ter zake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor oplossingscontouren onverkend zijn;

• houdt zicht op onderzoekswereld en kenniskringen;

• houdt overzicht op de wetenschappelijke trends en ontwikkelingen op het specialisme.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak vraagstukken die de rol en functie van de politie raken vanuit specialisatie door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen en beleidsproducten, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn (koers & strategie-beïnvloedend), en ten behoeven van ontwikkeling en concretisering beleid, koers en strategie, o.a. in scenario’s, vanuit specialisatie voor integrale / organisatiebrede / landelijke toepassing (organisatierendement), voor analyseren, monitoren en evalueren van de kwaliteit, duurzaamheid en organisatierendement en voor het afwegen van adviezen en het leggen van verbindingen tussen ontwikkelingen in de domeinen uitvoering en ondersteuning.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft academisch/wo werk- en denkniveau met wetenschappelijke onderzoekservaring;

• afgeronde relevante studie in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld met onderzoeks- en politiek-bestuurlijke ervaring dan wel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Niet van toepassing.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien richtinggevende adviezen voor beleid, koers en strategie voor de politie geaccepteerd en (door netwerken) gedeeld worden, maar niet worden gevolgd dan wel indien de implementatie van beleid, koers en strategie op grond van deze adviezen niet volgens de (deels in netwerken tot stand gebrachte) afspraken over uitvoering en randvoorwaarden gebeurt en zodoende niet leiden tot het verwachte organisatierendement, en dit zich vertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het hem toegewezen vakgebied/werkterrein/ specialisatie, dan wel zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is − opgeteld − op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Sectorhoofd

Kern van de functie

Leiding draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Leiding handelt in het perspectief van de politie als totaal.

Leiding stuurt op het bereiken van resultaten, bepaalt, beslist en (be)oordeelt aangaande koers en strategie, beleid, doelstellingen, kwaliteit en kwantiteit van producten & diensten, contracten en plannen van aanpak waaronder ten aanzien van werkwijzen, personeel, middelen en financiën en overige randvoorwaardelijke aspecten.

Leiding: motiveert, stimuleert en inspireert personeel en stuurt op de ontwikkeling van personeel; monitoort en beoordeelt de kwaliteit van geleverde prestaties/ producten en beslist op bijsturing en te nemen maatregelen; is resultaat- en financieel verantwoordelijk en verantwoordelijk voor het organisatierendement.

Leiding vertegenwoordigt de Politie.

Leiding geeft met name uitvoering aan processen in de tak Besturen uit het RBP.

Het Sectorhoofd draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving, door het dragen van de resultaat- en budgetverantwoordelijkheid voor het behalen van door de naasthogere leidinggevende44De opbouw van functies in het domein Leiding kent op dit moment 4 niveaus: Teamchef (A, B en C), Sectorhoofd, Directeur en Korpschef.De inrichting van nationale politie, hoewel daar in deze opbouw waar mogelijk al rekening mee is gehouden, kan tot wijzigingen leiden.Voor de leesbaarheid is gekozen voor de term ‘naasthogere leidinggevende’ te hanteren i.p.v. Sectorhoofd, Directeur of Korpschef. vastgestelde resultaten in het − in afstemming met de naasthogere leidinggevende opgesteld − sector-bedrijfsvoeringplan. Hij geeft leiding aan een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van leidinggevende, uitvoerende en beleidsondersteunende aard is. Hij is de verbindende schakel tussen Directie en Teams, tussen beleid en uitvoering, en visa versa.

Activiteiten en resultaten

Leiding en sturing

  • Het leiding geven aan een collectief van medewerkers van Teamchefs, Specialisten en uitvoerende medewerkers, zodat de werkzaamheden van leidinggevende, uitvoerende en beleidsondersteunende aard effectief en efficiënt worden uitgevoerd en resultaten worden behaald.

  • Het voeren van (integraal) resultaat-, functionerings-, beoordelings- en ontwikkelgesprekken – en indien nodig voortgangsgesprekken – met zijn medewerkers, zodat − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − de betrokken functionaris weet wat de politieorganisatie van hem verwacht en de politieorganisatie weet wat de functionaris van de organisatie verwacht.

  • Het − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − op- en vaststellen van ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, zodat voor de betrokken functionaris inzicht ontstaat in belonings- en ontwikkelingsperspectief.

  • Het creëren van een veilige werkomgeving, het motiveren en inspireren van medewerkers, en het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers, zodat functionarissen worden uitgenodigd hun capaciteiten optimaal in te zetten voor de politie.

Organiseren

  • Het − als verbindende schakel tussen directie en teams, en tussen beleid en uitvoering− signaleren van behoefte aan beleidsvorming en -concretisering voor de sector en zijn teams; het rapporteren aan de directie met concreet verzoek, waarin meegewogen het beoogde organisatierendement voor de sector, de risico’s, consequenties en impact, met medeneming van de couleur locale van het korps / politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is, zodat de naasthogere leidinggevende een beslissing kan nemen op het verzoek en de bedrijfsvoering van de sector steeds actueel aansluit op maatschappelijke/ organisatorische ontwikkelingen.

  • Het in afstemming met de naasthogere leidinggevende opstellen van een bedrijfsvoeringplan voor de Sector, waarin vastgestelde doelstellingen (missie, visie, strategie) en vastgesteld beleid van de Directie, vastgelegd in het directie-bedrijfsvoeringplan, zijn vertaald naar doelstellingen voor de sector als geheel en waarin resultaten, prioriteiten en randvoorwaarden zijn benoemd, zodat duidelijk is welke de bijdrage van de Sector moet zijn aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen en het daarvoor ontwikkelde beleid, en welke formatie, middelen, faciliteiten en budget daarvoor beschikbaar zijn.

  • Het vertalen van sector-doelstellingen naar doelstellingen voor teams en het daarin benoemen van resultaten, prioriteiten en randvoorwaarden, zodat duidelijk is welke de bijdrage van het team moet zijn aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen.

  • Het toetsen van team-bedrijfsvoeringplannen aan het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan, het koppelen (toewijzen en verdelen) van budgetten aan de daarin vastgelegde resultaten en het vaststellen van deze plannen, zodat teams zijn toegerust voor het behalen van hun resultaten.

  • Het vertalen van de sector-doelstelling naar individuele bijdragen van zijn medewerkers door het op- en vaststellen van resultaatafspraken zodat activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op duidelijke wijze zijn toebedeeld aan de juiste functionarissen, effectief gebruikmakend van hun tijd en hun bekwaamheden en zodoende elke functionaris weet welke resultaten van hem worden verwacht en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het faciliteren van medewerkers met middelen en randvoorwaardelijke aspecten voor het behalen van hun resultaten, zodat functionarissen optimaal worden toegerust en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

Structureren

  • Het vertalen in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten van het vastgestelde directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan naar een organisatiestructuur voor zijn sector; het kiezen van de daarin op te nemen LFNP-functies en het ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende, zodat een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.

  • Het vastleggen van de aldus tot stand gebrachte organisatiestructuur voor zijn sector in het sector-bedrijfsvoeringplan, zodat Teamchefs een richtsnoer hebben voor het structureren van hun teams en daarmee een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.

  • Het toetsen van voorstellen van Teamchefs tot organisatiestructurering van hun teams aan het sector-bedrijfsvoeringplan, zodat de organisatiestructuur van teams en van sector op elkaar aansluiten en de samenhang en het evenwicht ervan wordt bewaakt.

Realiseren

  • Het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld sector-bedrijfsvoeringplan, zodat de resultaten op de meest effectieve en efficiënte wijze worden behaald.

  • Het kwalitatief en kwantitatief beoordelen van collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers, met inbegrip van Teamchefs en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten, zodat een basis ontstaat voor (bij)sturing van personele inzet op te behalen resultaten en effecten, en van de wijze waarop deze worden behaald.

  • Het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het sector-bedrijfsvoeringplan; het vaststellen van deze voorstellen; het sturen op implementatie van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken en het sturen op nakoming van afspraken, zodat een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het toetsen van maatwerkplannen van aanpak, hem ter beoordeling voorgelegd door Teamchefs − waarin benoemd de benodigde incidentele én structurele, kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet in teams van de Specialisten onder zijn medewerkers − aan het sector-bedrijfsvoeringplan, het vaststellen en het sturen op uitvoering ervan; het voorleggen van maatwerkplannen van aanpak − waarin benoemd de benodigde incidentele én structurele, kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten die niet tot de groep van zijn medewerkers behoren − aan de naasthogere leidinggevende ter vaststelling, zodat maatwerkplannen van aanpak effectief en efficiënt worden uitgevoerd.

  • Het beoordelen van en beslissen op de hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen en op de wijze van concretisering ervan, en het sturen op uitvoering, zodat een steeds effectievere en efficiëntere uitvoering van werkzaamheden ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoering van het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en zonodig bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, op de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak en op de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen, zodat resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van besteding van budgetten, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen budget worden behaald.

  • Het afleggen van verantwoording over het behaalde resultaat van de sector alsmede over het daarvoor bestede budget aan de hand van de in het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten en effecten en toegekende budgetten, zodat de kwaliteit en kwantiteit van effecten en resultaten worden vastgesteld en een basis ontstaat voor het nemen van maatregelen en voor het (toekomstig) sturen op effectiviteit en efficiëntie van de sector.

  • Het afleggen van verantwoording over het koppelen (toewijzen en verdelen) van de budgetten aan teams, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen en van invloed zijn geweest op de toewijzing en verdeling.

  • Het afleggen van verantwoording over het bestede budget aan faciliteiten voor zijn medewerkers, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen.

Samenwerken

  • Het voeren van regie binnen zijn sector op samenwerking tussen Teamchefs onderling, tussen Specialisten onderling en tussen Specialisten en Teamchefs ten behoeve van te behalen sector-doelstellingen, en op interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers ten behoeve van praktijk- en beleids-(ondersteunende) inzet, zodat alle kennis binnen de politieorganisatie wordt benut, beleidsvorming en -concretisering optimaal wordt ondersteund, en een effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden wordt gewaarborgd.

  • Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken (van ook externe partners) − ook wanneer daar bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten aan verbonden zijn en mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van problematiek, vanuit het perspectief van organiseren, structureren en realiseren, zodat alle mogelijkheden worden benut om een optimaal organisatierendement te bereiken.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Plaatsvervanger;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectieve en efficiënte politieorganisatie;

• legitimering van politie in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie moeten kunnen worden behaald, zijn:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• direct − op het realiseren van vastgestelde organisatiedoelstellingen en van vastgesteld beleid binnen een sector − aangestuurd collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van leidinggevende (Teamchefs), uitvoerende én beleidsondersteunende (Specialisten) aard is;

• vastgestelde functionering en beoordeling van zijn medewerkers, waarbij inbegrepen Teamchefs en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten;

• vastgestelde ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, waarbij inbegrepen Teamchefs en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten

• medewerkers die hun capaciteiten optimaal inzetten voor de politie;

• een veilige werkomgeving;

• ten aanzien van organiseren:

• het zijn van verbindende schakel tussen beleid en uitvoering, en tussen teams en directie;

• concrete verzoeken (agendering) aan de directie tot beleidsvorming bij gesignaleerde behoefte aan beleid voor zijn sector;

• naar zijn sector toe vertaald vastgesteld beleid;

• een in een sector-bedrijfsvoeringplan vastgelegde begroting van formatie, middelen, faciliteiten en budget voor de sector en de daaronder ressorterende teams;

• een door de naasthogere leidinggevende vastgesteld sector-bedrijfsvoeringplan;

• aan het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan getoetste en vastgestelde team-bedrijfsvoeringplannen;

• op basis van het vastgesteld sector-bedrijfsvoeringplan en de daarin benoemde prioriteiten aan de team-bedrijfsvoeringplannen gekoppelde budgetten;

• een, het vastgesteld bedrijfsvoeringplan dekkende toedeling van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers, vastgelegd in resultaatafspraken;

• voor het behalen van hun resultaten gefaciliteerde medewerkers;

• ten aanzien van structureren:

• een − in samenwerking met bedrijfsvoeringspecialisten en op basis van het vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeelbedrijfsvoeringplan – uitgewerkte en door de naasthogere leidinggevende vastgestelde organisatiestructuur voor zijn sector met keuze uit de LFNP-functies;

• in het sector-bedrijfsvoeringplan vastgelegde organisatiestructuur voor zijn sector;

• aan het sector-bedrijfsvoeringplan getoetste en vastgestelde organisatiestructuren van teams;

• samenhang en evenwicht in de organisatiestructuur binnen de sector en zijn onderdelen;

• ten aanzien van realiseren:

• vastgestelde prioriteiten binnen het sector-bedrijfsvoeringplan;

• uitgevoerd sector-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget, tijdslijn en op de vastgestelde wijze behaalde resultaten;

• beslissingen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen, maatwerkplannen van aanpak en adviezen;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• evaluatie, monitoring en analyse op (de voortgang van):

• de uitvoering van het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan en daarmee van de onder hem ressorterende team-bedrijfsvoeringplannen, inclusief de besteding van budgetten;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen,

• de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak;

• de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen;

en zo nodig bijsturing ervan;

• beslissingen op en effectuering van inzet en inbreng van de Specialisten onder zijn medewerkers ter uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak;

• beoordeelde collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers, waarbij inbegrepen Teamchefs en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten, en eventuele bijsturing van medewerkers op hun wijze van inzet;

• verantwoording over budgetten en resultaten, en over de aan medewerkers verleende faciliteiten, en ten aanzien van de koppeling van budgetten aan teams;

• ten aanzien van samenwerken:

• regie binnen zijn sector op door samenwerking tussen Teamchefs onderling, tussen Specialisten onderling en tussen Specialisten en Teamchefs te behalen effectiviteit en efficiëntie in het realiseren van de sector-doelstellingen;

• regie op, door interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers te behalen effectiviteit en efficiëntie in praktijk- en beleids-(ondersteunende) inzet;

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• geeft in een zodanige stijl leiding aan zijn medewerkers, dat de in het vastgesteld sector-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten worden behaald binnen budget, binnen de gestelde tijdslijn en op de vastgestelde wijze;

• houdt consequent beoordelings- en functioneringsgesprekken;

• stelt heldere ontwikkelplannen voor zijn medewerkers waarbij inbegrepen Teamchefs en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten, op en vast;

• werkt consequent aan een veilige werkomgeving, aan het motiveren en inspireren van medewerkers, en aan het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• signaleert pro-actief de noodzaak voor beleidsvorming en -concretisering, en rapporteert met een concreet verzoek aan de directie tot beleidsvorming en -concretisering voor zijn sector;

• dient − ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende − een reëel sector-bedrijfsvoeringplan in, waarin de organisatiedoelstellingen (missie, visie, strategie) en het vastgesteld beleid concreet zijn vertaald naar doelstellingen voor de sector;

• toetst op gedegen wijze team-bedrijfsvoeringplannen aan het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• koppelt op basis van het vastgesteld sector-bedrijfsvoeringplan en de daarin benoemde prioriteiten budgetten aan de team-bedrijfsvoeringplannen;

• deelt op te motiveren gronden aan zijn medewerkers activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe, en stelt daartoe heldere resultaatafspraken voor zijn medewerkers op en vast;

• faciliteert op te motiveren gronden zijn medewerkers in het licht van de te behalen resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• vertaalt in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten het vastgestelde directie-bedrijfsvoeringplan naar een samenhangende en evenwichtige organisatiestructuur voor zijn sector − met keuze uit de LFNP-functies − en dient deze in bij de naasthogere leidinggevende ter vaststelling;

• legt de vastgestelde organisatiestructuur voor zijn sector vast in het sectorbedrijfsvoeringplan;

• toetst gedegen voorstellen van Teamchefs tot organisatiestructurering van teams aan het sector-bedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• ten aanzien van realiseren:

• stelt om redenen van effectiviteit en efficiëntie prioriteiten vast in het sector-bedrijfsvoeringplan;

• stuurt vasthoudend op het behalen van de resultaten zoals benoemd in het sector-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget en tijdslijn en op de vastgestelde wijze; evalueert, monitoort en analyseert daartoe stelselmatig de voortgang in het behalen van resultaten en de besteding van de budgetten en stuurt zonodig bij;

• toetst hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• beoordeelt en beslist op maatwerkplannen van aanpak − waarin benoemd de benodigde incidentele én structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten onder zijn medewerkers − na gedegen toetsing aan het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan en met inachtneming van het vastgestelde budget;

• legt maatwerkplannen van aanpak − waarin benoemd de benodigde incidentele én structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten die niet tot de groep van zijn medewerkers behoren − aan de naasthogere leidinggevende voor ter vaststelling;

• beoordeelt vanuit het oogpunt van verbetering van het organisatierendement hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen, en stelt de concretisering van adviezen vast;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen, stuurt vasthoudend op de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak en op de vastgestelde concretisering van adviezen;

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen, de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak en de concretisering van adviezen, en stuurt zonodig tijdig bij;

• beoordeelt stelselmatig de collectieve en individuele prestaties van medewerkers in relatie tot de te behalen resultaten en stuurt zonodig bij ten aanzien van de wijze van hun inzet;

• verantwoordt beargumenteerd budgetten en resultaten van de sector, de koppeling van budgetten aan teams en de aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• voert regie op samenwerking tussen de medewerkers onderling binnen de sector, en op de interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers, met het oog gericht op effectiviteit en efficiëntie in het realiseren van de sector-doelstellingen.en in de praktijk- en beleids-(ondersteunende) inzet;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• leiding geven aan een sector, bestaande uit een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van leidinggevende (Teamchefs), uitvoerende én beleidsondersteunende (Specialisten) aard is;

• beoordeling en functioneren van zijn medewerkers vaststellen;

• ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op- en vaststellen;

• algemene maatregelen nemen ter bevordering van een veilige werkomgeving voor, en de motivatie, het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• gesignaleerde behoefte aan beleid agenderen bij de naasthogere leidinggevende;

• vastgesteld beleid vertalen naar doelstellingen voor de sector;

• een sector-bedrijfsvoeringplan, inclusief begroting, opstellen en ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;

• team-bedrijfsvoeringplannen toetsen aan het vastgesteld sector-bedrijfsvoeringplan, deze vaststellen en op grond daarvan budgetten koppelen aan teams;

• activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toewijzen aan zijn medewerkers (op- en vaststellen resultaatafspraken) en hen daarvoor faciliteren;

• ten aanzien van structureren:

• in afstemming met de naasthogere leidinggevende de organisatiestructuur inrichten van de sector;

• toetsen van en beslissen op voorstellen van Teamchefs tot organisatiestructurering van teams;

• ten aanzien van realiseren:

• prioriteiten stellen in de uitvoering van een vastgesteld sector-bedrijfsvoeringplan;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen beoordelen, (laten) vaststellen en implementeren;

• beslissen op hem door zijn medewerkers voorgelegde maatwerkplannen van aanpak − waarin benoemd de benodigde incidentele én structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten die tot de groep van zijn medewerkers behoren − na toetsing aan het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan;

• maatwerkplannen van aanpak − waarin benoemd de benodigde incidentele én structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten die niet tot de groep van zijn medewerkers behoren − aan de naasthogere leidinggevende voorleggen ter vaststelling;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen beoordelen en de concretisering ervan (laten) vaststellen;

• analyseren, monitoren, evalueren en zonodig bijsturen op:

• de voortgang van te behalen resultaten en van de besteding van het budget;

• de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de (voortgang van) uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak; en

• de (voortgang van) uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen;

• collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers beoordelen en eventueel bijsturen op hun wijze van inzet;

• budgetten en resultaten van de sector, de koppeling van budgetten aan teams en aan medewerkers verleende faciliteiten verantwoorden;

• ten aanzien van samenwerken:

• regie voeren op de onderlinge samenwerking tussen, en op de interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie en de samenleving.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het effectief en efficiënt behalen van kwalitatieve en kwantitatieve resultaten;

• het effectief en efficiënt verbinden van beleid en uitvoering;

• een sector, bestaande uit meerdere teams met directe aansturing van een collectief van medewerkers voor wie het karakter van hun werkzaamheden van uitvoerende, leidinggevende én beleidsondersteunende aard is, waarbij moet worden gedacht aan Teamchefs, en aan Bedrijfsvoeringspecialisten en/of Operationeel Specialisten;

• in het bedrijfsvoeringplan vastgestelde formatie, middelen, faciliteiten en budget;

• bewaking van samenhang en evenwicht in organisatiestructuur binnen de sector;

• de voor de sector vastgestelde resultaatafspraken;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, maatwerkplannen van aanpak en adviezen;

• vanuit samenwerking en netwerkactiviteiten te behalen effectiviteit en efficiëntie in de realisatie van de sector-doelstellingen en in praktijk- en beleids(ondersteunende) inzet.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• kiest de functionaris bij het geven van leiding aan zijn medewerkers, met inbegrip van Teamchefs en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten, uit bestaande leiderschapstijlen voor de stijl die leidt tot de meest optimale resultaten in termen van veilige werkomgeving, gemotiveerde medewerkers, en een resultaatgericht, kostenbewust en effectief en efficiënt werkende sector;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het voeren van beoordelings- en functioneringsgesprekken met zijn medewerkers, met inbegrip van Teamchefs en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten;

• het opstellen van ontwikkelplannen, met inbegrip van Teamchefs en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten;

• ten aanzien van organiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het signaleren van behoefte aan beleidsvorming en -concretisering voor zijn sector en het rapporteren aan de directie met concreet verzoek, waarin meegewogen het boogde organisatierendement voor de sector, de risico’s, consequenties en impact, met medeneming van de couleur locale van het korps/politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is;

• het vertalen van vastgesteld beleid naar concrete doelstellingen voor de sector en zijn teams;

• het opstellen en indienen van een sector-bedrijfsvoeringplan;

• het toetsen van team-bedrijfsvoeringplannen aan het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan, het vaststellen ervan en het koppelen van budgetten aan teams;

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers (het op- en vaststellen van resultaatafspraken);

• het faciliteren van zijn medewerkers ten behoeve van het behalen van resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten structureren van de sector-organisatie met keuze uit LFNP-functies, ter vaststelling door de naasthogere leidinggevende;

• het toetsen van voorstellen van Teamchefs tot organisatiestructurering van teams aan het sector-bedrijfsvoeringplan en het vaststellen ervan.

• ten aanzien van realiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld sector-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op resultaten en/of op besteding van budget indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het vaststellen en sturen op implementatie van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering;

• het beoordelen, vaststellen en op uitvoering aansturen van maatwerkplannen van aanpak waarin de benodigde incidentele én structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten onder zijn medewerkers zijn benoemd;

• het aan de naasthogere leidinggevende ter vaststelling;voorleggen van maatwerk-plannen van aanpak waarin de benodigde incidentele én structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten die niet tot de groep van zijn medewerkers behoren, zijn benoemd;

• het beoordelen, vaststellen en op concretisering aansturen van hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen;

• het bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, de uitvoering van maatwerkplannen van aanpak en de concretisering van adviezen indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van de inzet van zijn medewerkers indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers daar aanleiding toe geeft;

• het verantwoorden van resultaten, budgetten, koppeling van budgetten aan teams en aan medewerkers verleende faciliteiten.

• ten aanzien van samenwerken:

• neemt de functionaris het initiatief tot het voeren van regie op de onderlinge samenwerking binnen het team en op de interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het direct aansturen van zijn medewerkers op het binnen budget en op de vastgestelde wijze behalen van resultaten, op praktijk- en beleids(ondersteunende) inzet;

• het creëren van een veilige werkomgeving;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• medewerkers motiveren en stimuleren, en sturen op hun welzijn en ontwikkeling;

• beoordeling en functioneren vaststellen voor zijn medewerkers, met inbegrip van Teamchefs en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten;

• ontwikkelplannen opstellen voor zijn medewerkers, met inbegrip van Teamchefs en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten.

• ten aanzien van organiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het signaleren van behoefte aan beleidsvorming en -concretisering voor zijn sector en het rapporteren aan de directie met concreet verzoek, waarin meegewogen het boogde organisatierendement voor de sector, de risico’s, consequenties en impact, met medeneming van de couleur locale van het korps/politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is;

• het opstellen van sector-bedrijfsvoeringplannen, waarin tevens vastgesteld beleid is vertaald naar concrete doelstellingen voor de sector;

• het toetsen van team-bedrijfsvoeringplannen aan het vastgesteld sector-bedrijfsvoeringplan, het vaststellen ervan en het eraan koppelen van budgetten aan teams;

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers;

• het faciliteren van zijn medewerkers voor het behalen van hun resultaten;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• resultaatafspraken op- en vaststellen.

• ten aanzien van structureren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het, in samenwerking met een Bedrijfsvoeringspecialist, structureren van de sector-organisatie;

• het bewaken van de samenhang en het evenwicht in de organisatiestructuur binnen de sector en zijn onderdelen,

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• in de sector-organisatiestructuur passende LFNP-functies kiezen;

• de sector-organisatiestructuur ter vaststelling indienen bij de naasthogere leidinggevende;

• het beoordelen van en beslissen op de voorstellen tot structurering van de team-organisatie.

• ten aanzien van realiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld sector-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op:

• behalen van resultaten en/of op besteding van budget;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak;

• de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen,

indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• evalueren, monitoren en analyseren;

• collectieve en individuele prestaties van medewerkers beoordelen;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, maatwerk- plannen van aanpak en adviezen beoordelen en vaststellen;

• verantwoording afleggen over resultaten, budgetten, koppeling van budgetten aan teams en aan medewerkers verleende faciliteiten.

• ten aanzien van samenwerken:

• op de juiste wijze onderlinge samenwerking tussen zijn medewerkers en de interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers regisseren op het effectief en efficiënt behalen van de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving, beleid, techniek en wetenschap die het vakgebied leiding raken in de relatie politieorganisatie en samenleving.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• resultaatgericht aansturen van een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van leidinggevende (Teamchefs), uitvoerende én beleidsondersteunende (Specialisten) aard is;

• Leiding en sturing, Organiseren, Structureren, Realiseren en Samenwerken;

• persoonlijk leiderschap;

• multicultureel vakmanschap;

• inzicht in gedrag;

• richtlijnen, werkwijzen, protocollen en procedures met betrekking tot:

• bedrijfsvoering;

• personeelsbeleid;

• organisatiebeleid en toepassing LFNP;

• budgetterings- en begrotingsmethodieken;

• koppelen van budgetten;

• implementatietechniek;

• analysetechnieken;

• netwerktechnieken;

• inzicht in beleidsvormende, organisatie- en bedrijfskundige processen;

alsmede:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken die betrekking hebben op de werkzaamheden op de betreffende vakgebieden waarover leiding wordt gegeven.

• helicopterview over de samenwerkings- en netwerkverbanden (interne, externe, lokale, regionale, landelijke, internationale), alsmede over de omgevingen (bestuurlijk, multicultureel etc.) waarin de medewerkers in zijn sector opereren;

• helicopterview over de kennisterreinen in de specialisaties die voor het behalen van de resultaten van de sector en zijn teams van belang zijn.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• participeert in netwerken van leidinggevenden waarin informatie rond sturen en leiderschap wordt gedeeld, zodat het (persoonlijk) leiderschap wordt bevorderd;

• participeert in netwerken op de vakgebieden die relevant zijn voor de door zijn teams binnen de sector te behalen resultaten, zodat er een basis is voor het stellen van prioriteiten in de uitvoering van het vastgestelde bedrijfsvoeringplan, voor het formuleren van de benodigde kwalitatieve inbreng en inzet van zijn medewerkers, voor het beoordelen van deze inzet en inbreng, en voor het beslissen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, maatwerkplannen van aanpak en adviezen;

• oriënteert zich op de (besluitvormings)processen in de (politiek-bestuurlijke, multiculturele, interne en externe beleidsondersteunende, beleidsvormende of onderzoeks-) omgevingen, (eventueel door bijwonen, participatie, regie) waarin zijn medewerkers opereren en die voor het behalen van resultaten door zijn medewerkers relevant zijn, zodat er een basis is voor sturen op effectiviteit en efficiëntie in het behalen kwantitatieve en kwalitatieve resultaten en voor het kunnen nemen van beslissingen ten aanzien van aanpak van problematiek en ten aanzien van agendering en besluitwaardigheid met betrekking tot beleid(svorming);

• volgt (opfris)cursussen in de voor het behalen van de resultaten van de sector en zijn teams relevante specialisaties, om op hoofdlijnen op de hoogte te (komen) blijven van de mogelijkheden die deze specialisaties kunnen bieden voor de praktijk- en beleids-(ondersteunende) inzet in uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;

• raadpleegt actief kennisbronnen.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft WO werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in leidinggeven met werkervaring op beleidsontwikkeling, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie- en/of werkterrein- en/of aandachtsgebiedgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing

Psychisch risico

Kans op confrontatie met menselijk leed is in deze functie aanwezig door het vanuit de zorg voor personeel deelgenoot worden van het leed en de problemen die bij personeelsleden spelen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering / aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks een pro-actieve gerichtheid op het behalen van resultaten en op het werken binnen budget, deze door externe factoren zoals verhoogd werkaanbod of verhoogd ziekteverzuim (bijvoorbeeld een griepgolf) niet kunnen worden gerealiseerd, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. Tevens is kans op afbreukrisico aanwezig indien de gesignaleerde behoefte tot beleidsvorming en -concretisering, ondanks het sturen op optimale samenwerking en het monitoren van de kwalitatieve en kwantitatieve voortgang van activiteiten, door externe factoren niet tot de gewenste resultaten leidt, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Operationeel Specialist F

Kern van de functie

Operationeel Specialismen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met oplossingen, en door beleidsontwikkeling en beleidsconcretisering vanuit specialisatie, door operationele aansturing van én door deelname aan de uitvoeringspraktijk (domein Uitvoering).

De praktijkinzet(1) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen en oplossingsrichtingen waarop keuzes en prioriteiten in de uitvoeringspraktijk kunnen worden gebaseerd, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.

De beleidsinzet(2) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarheidstelling en borging daarvan.

Operationeel Specialismen geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Besturen, Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.

  • (1.)

    De Operationeel specialist F draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door vraagstukken op te lossen en/of producten&diensten te leveren door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn. Het tussentijds op veranderende omstandigheden / belangen wijzigen van inzet&inbreng met effecten op koers&strategie is aan de orde. Praktijkinzet is koers&strategie beinvloedend.

  • (2.)

    De Operationeel specialist F ontwikkelt en concretiseert beleid, koers en strategie o.a. in scenario’s vanuit de specialisatie ten behoeve van integrale, organisatiebrede / landelijke toepassing. Hij stelt hiervoor besluitwaardige beleidsdocumenten op. Hij ondersteunt de uitvoeringspraktijk met denkkracht. Hij adviseert richtinggevend over (bijsturing van) koers en strategie van de politie.

    De Operationeel Specialist F analyseert, monitoort en evalueert − mede aan de hand van kwaliteits/ duurzaamheidindicatoren − de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid. Hij formuleert − onder meer middels scenario’s − beleid (koers en strategie) waarmee de organisatie anticipeert op de toekomstige functie van politie binnen de samenleving. Hij weegt adviezen af van Operationeel Experts en Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) tegen elkaar en tot het dan geldende en voorgenomen beleid én legt de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning.

De Operationeel Specialist F treedt vanuit praktijkinzet en beleidsinzet op als projectleider en verricht operationele sturing.

De Operationeel Specialist F initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken (van ook externe operationeel specialisten en in internationale samenstelling) met mogelijk tegenstrijdige belangen. Hij maakt uitvoeringsafspraken, hij stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op het nakomen hiervan.

Hij bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen.

De Operationeel Specialist F bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.

Binnen het vakgebied Operationeel Specialismen komt een aantal werkterreinen voor waarop stelselmatig wordt ingezet.45Deze werkterreinen zijn formeel gedefinieerd en vastgesteld en opgenomen in de lijst ‘Werkterreinen LFNP’. Indien de medewerker is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, wordt hij niet ingezet in situaties waarin sprake is van optreden in het publieke domein met herkenbaarheid en aanspreekbaarheid voor de burger op alle politietaken.

Activiteiten en resultaten

Praktijkinzet(1):

Inzet en inbreng vanuit specialisatie in opsporingsonderzoeken en tbv aanpak veiligheidsproblematiek (uitvoeringspraktijk) (Projectleider)

  • Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen, zodat specialistische inbreng binnen de uitvoeringspraktijk wordt gewaarborgd.

  • Het analyseren van vraagstukken, zodat een basis ontstaat voor vakinhoudelijke advisering.

  • Het op basis van analyses trekken van conclusies en het vertalen ervan naar relevante informatie en adviezen, zodat vraagstukken effectief en efficient aangepakt worden.

  • Het aandragen van vakinhoudelijke oplossingen en oplossingsrichtingen door oplevering van producten en diensten – door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn − zodat de uitvoeringspraktijk efficiënt en effectief wordt ondersteund vanuit specialisatie en beoogde resultaten en effecten worden behaald.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar adviezen, voorstellen en rapportages, etc., zodat vraagstukken efficiënt en effectief wordt aangepakt / opgelost.

  • Het organiseren en (laten) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het trekken van conclusies en het vertalen hiervan naar (nieuwe) werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten met inbegrip van aanduiding benaderingswijze(n), en vormgeving van oplossingscontouren inclusief vertaling daarvan naar oplossingsrichtingen, zodat vraagstukken efficiënt en effectief worden aangepakt / opgelost.

  • Het vanuit specialisatie concretiseren van beleid in maatwerk-plannen van aanpak, protocollen en procedures en het effectueren hiervan, zodat belanghebbenden worden gefaciliteerd, ondersteund en begeleid met betrekking tot de aanpak van voorliggende problematiek/vraagstukken.

  • Het als toegevoegd onderzoeker uitvoeren van (een deel van) een specifiek opsporingsonderzoek waarvoor het specialisme vereist is, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het ten behoeve van het uitvoeren van een (deel)onderzoek, verzamelen, interpreteren en analyseren van onderzoeksgegevens en het vastleggen van onderzoeksbevindingen (dossier), zodat een basis ontstaat voor nader onderzoek naar de toedracht van misdrijven en de identiteit van de verdachte(n).

  • Het − op basis van onderzoeksbevindingen en vanuit specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor specifieke opsporingsonderzoeken en/of onderzoeksclusters met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut.

  • Het vanuit tactisch perspectief signaleren over de interpretatie van onderzoeksgegevens en het signaleren van mogelijk ontlastende feiten en omstandigheden, zodat de kwaliteit van opsporingsonderzoeken wordt verhoogd en alle opsporingskansen worden benut (kritische reflectie).

Regisseren vanuit specialisatie van aanpak vraagstukken (Projectleider)

  • Het regisseren van de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken, waarbij tegengestelde belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten binnen de domeinen Uitvoering én Ondersteuning aan de orde kunnen zijn, dan wel het ondersteunen van de Bedrijfsvoeringspecialist F indien het zwaartepunt van de aanpak aan de kant van het domein Ondersteuning ligt, zodat zich integraal aandienende vraagstukken integraal, effectief en efficiënt worden aangepakt.

  • Het opstellen van maatwerk-plannen van aanpak voor het oplossen van knelpunten in en verbetering van de uitvoeringspraktijk, zodat er besluitvorming kan plaatsvinden op verantwoordelijkheidsverdeling, op werkwijze en de daarbij behorende kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen.

Analyse en advisering tbv aanpak veiligheidsproblematiek

Het − op basis van analyse van aangereikte veiligheidsproblematiek en vanuit de specialisatie − adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden in de aanpak, met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken, zodat de uitvoering van operationele politietaken en de aanpak van specifieke veiligheidsproblematiek efficiënt en effectief verloopt.

Operationele sturing:

Organisatorische coördinatie

Het organiseren en aansturen van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak waarin de specialisatie leidend is, zodat de uitvoering ervan efficiënt en effectief verloopt.

Dit houdt mede in:

  • het − in afstemming met de leidinggevende − vertalen van de in het vastgestelde plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken (concretisering in individuele activiteiten en resultaten);

  • het bewaken van de voortgang van de (individuele) werkafspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken*Het voeren van functioneringsgesprekken is voorbehouden aan ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid. met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen;

  • het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling.

Beleidsinzet(2):

Ontwikkelen, concretiseren en duurzame borging van beleid, koers en strategie vanuit de specialisatie voor politie (integrale organisatiebrede toepassing) en richtinggevende advisering terzake koers en strategie (Projectleider)

Het ontwikkelen van en richtinggevend adviseren over (bijsturing van) koers en strategie van de politie en de concretisering daarvan o.a. in scenario’s waarin zijn meegewogen:

  • de verbinding tussen ontwikkelingen in de maatschappij en ontwikkelingen binnen de politie;

  • de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Uitvoering én Ondersteuning versus de ontwikkelingen in de maatschappij;

  • analyse, monitoring en evaluatie − mede aan de hand van kwaliteits-/duurzaamheidindicatoren − van de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid (koers en strategie);

  • adviezen van Operationeel Experts en Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) met afweging tegen elkaar en tegen het tot dan geldende en voorgenomen beleid;

  • de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning;

  • de effecten en resultaten voortkomend uit de aanpak van vraagstukken;

  • een brede, landelijke oriëntatie op zowel de Uitvoeringspraktijk (primair), de bedrijfsvoering (secundair), de specialisatie, alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

  • de (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

  • de couleur locale van de korps / -eenheden / politieorganisatieonderdelen indien dit relevant is,

zodat de politie vanuit haar functie binnen de samenleving kan anticiperen op veranderingen in de maatschappij.

Besluitwaardige beleidsdocumenten

Het opstellen van besluitwaardige beleidsdocumenten waarin voorgenomen (bijsturing in) koers en strategie zijn geformuleerd, geconcretiseerd in scenario’s én vertaald in doelstellingen, prioriteiten, activiteiten en producten voor de uitvoeringspraktijk, en waarin het te verwachten organisatierendement voor de politie en de risico’s, consequenties en impact voor het / de betrokken korps / -eenheden / organisatieonderdelen zijn benoemd; het daarbij betrekken van couleur locale van het / de korps / -eenheden / politieorganisatieonderdelen indien dit relevant is, zodat gefundeerde besluitvorming kan plaatsvinden ten aanzien van concretisering volgend op (bijsturing van) koers en strategie van de politie.

Regie op beleidsadvisering (Projectleider)

Het regisseren van de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan; het ondersteunen van de Bedrijfsvoeringspecialist F indien het zwaartepunt van de beleidsadvisering aan de kant van het domein Ondersteuning ligt, zodat de kwaliteit en duurzaamheid van de beleidsadvisering (koers en strategie) ten behoeve van integrale, organisatiebrede toepassing wordt geoptimaliseerd.

Regie op concretisering (Projectleider)

  • Het opstellen van plannen van aanpak voor de concretisering in de uitvoeringspraktijk van vastgesteld beleid (koers en strategie) met inbegrip van de contouren voor verantwoordelijkheidsverdeling, werkwijzen en kwantitatieve en kwalitatieve inzet van mensen en middelen, termijnen, doelstellingen en resultaten; het voeren van de regie op de uitvoering van vastgestelde maatwerk-plannen van aanpak, zodat de uitvoeringspraktijk gefaciliteerd is om vanuit haar functie binnen de samenleving te anticiperen op veranderingen in de maatschappij en de functie van politie steeds een optimaal rendement oplevert in de samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding).

  • Het voeren van de regie op de uitvoering van vastgestelde maatwerk-plannen van aanpak door het systematisch toewerken naar het behalen van de ten doel gestelde resultaten binnen de in het vastgestelde maatwerk-plan van aanpak gestelde termijn; het monitoren van de voortgang van realisatie, het rapporteren daarover aan de leiding en het zonodig formuleren van voorstellen tot bijsturing, zodat de ten doel gestelde resultaten binnen de gestelde termijn worden behaald.

Netwerken

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken binnen en buiten de politie (eventueel ook in internationale samenstelling) waarin − vanuit het vertrekpunt van de functie van politie binnen de samenleving − de verbinding wordt gelegd tussen ontwikkelingen in de maatschappij en ontwikkelingen binnen de politie, zodat politie steeds een optimaal rendement oplevert in de veranderende samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding).

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken van (ook externe) bedrijfsvoering- en/of (operationeel) specialisten van binnen en buiten de politie (eventueel ook in internationale samenstelling) ten behoeve van de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken en/of ten behoeve van beleidsadvisering dan wel het participeren in netwerken van de Bedrijfsvoeringspecialisten F indien het zwaartepunt van de aanpak c.q. beleidsadvisering aan de kant van het domein Ondersteuning ligt, zodat de kwaliteit en duurzaamheid van de oplossingen van vraagstukken en van beleidsadvisering worden geoptimaliseerd.

  • Het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken ten behoeve van de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak voor concretisering van vastgesteld beleid en het (be)halen van de daarin gestelde doelstellingen, resultaten en termijnen, zodat de ten doel gestelde resultaten binnen de gestelde termijn worden behaald.

  • Het participeren in (externe / internationale) netwerken voor wetenschappelijk onderzoek in de specialisatie, zodat de beschikbare kennis actueel kan worden ingezet ten behoeve van de beleidsadvisering.

Geregistreerde gegevens (IGP)

Het documenteren van eigen waarnemingen in feiten en omstandigheden, zodat actuele informatie beschikbaar is en een basis ontstaat voor opvolging en / of vervolging.

Deskundigheidsoverdracht

Het als specialist coachen en overdragen van kennis en vaardigheden. Het geven van trainingen en het signaleren van leermomenten, zodat de deskundigheid van de uitvoeringspraktijk wordt bevorderd.

Deskundigheidsbevordering

Het coachen en overdragen van kennis en vaardigheden als mentor; het vanuit de praktijk formuleren van aanbevelingen voor en over de vakvolwassenheid, en het toetsen ervan, zodat de professionaliteit wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Hulp Officier van Justitie (HOVJ);

  • Medewerker in TGO-verband;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

• beïnvloeding van de impact van politie als functie in de samenleving;

door zowel praktijkinzet als beleidsinzet vanuit specialisatie.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie zelfstandig op de volle breedte van het vakgebied/specialisatie moeten kunnen worden behaald, zijn:

• rapportage van analyse en conclusies;

• oplossingen voor vraagstukken;

• producten & diensten;

• onderzoeksrapportage en richtinggevende adviezen (koers en strategie beïnvloedend);

• (verder) ontwikkelde/nieuwe beleidsproducten, w.o. specialistische methoden, technieken en instrumenten, benaderingswijzen en oplossingsrichtingen waarbij oplossingscontouren onverkend zijn (koers en strategie beïnvloedend);

• kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren;

• ontwikkeld en geconcretiseerd beleid, koers en strategie (politie breed) in besluitwaardige beleidsdocumenten, scenario’s en producten;

• duurzame beschikbaarheid (borging, beheer en onderhoud) van specialisatie;

• richtinggevende adviezen over (bijsturing van) beleid, koers en strategie vanuit specialisatie ten behoeve van integrale, organisatiebrede toepassing;

• geanalyseerd, gemonitoord, geëvalueerd organisatierendement;

• maatwerk-plannen van aanpak voor de concretisering in de uitvoeringspraktijk van vastgesteld beleid (koers en strategie);

• gefaciliteerde bedrijfsvoering in de uitvoeringspraktijk om vanuit haar functie te kunnen bevorderen dat de politie steeds een optimaal rendement oplevert in de samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding);

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken;

• operationele sturing

Nader aangeduid:

• adviezen op basis van analyse vanuit specialisatie op de politie rakende vraagstukken waarbij oplossingscontouren onverkend zijn en benaderingswijzen onbekend zijn met inbegrip van monitoring en verbetering kwaliteit, duurzaamheid en organisatierendement van het tot dan geldende beleid, waardoor organisatiebreed onderzoek aan de orde is ten behoeve van het daarvoor zelf ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen (tussentijds op veranderende omstandigheden / belangen wijzigen van inzet en inbreng met effecten op koers & strategie) en ten behoeve van de ontwikkeling van beleidsproducten (richtinggevende advisering; koers & strategie beïnvloedend) alsmede als grondslag voor de ontwikkeling en concretisering van beleid, koers&strategie voor (integrale, organisatiebrede toepassing) politie;

• voorstellen vanuit specialistisch-wetenschappelijke en politiek-bestuurlijke analyse, implementatie vastgestelde verbeteringen, en initiëring van implementatie;

• aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken;

met als deelresultaten:

• regie op de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van politie raken;

• opgestelde maatwerkplannen van aanpak en georganiseerde en aangestuurde uitvoering van maatwerkplannen van aanpak (operationele sturing);

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ook met mogelijk tegenstrijdige belangen, gericht op onderzoek naar en concretisering van oplossingscontouren en benaderingswijzen van vraagstukken en/of ten behoeve van beleid, koers & strategie voor politie;

• inzicht in de toedracht van en identificatie van de betrokkene(n) bij een misdrijf, ongeval of niet-natuurlijke dood (opsporing);

met als deelresultaten:

• vastgelegde onderzoeksbevindingen (dossier);

• adviezen, onder meer middels scenario’s, vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden voor een (deel van een) opsporingsonderzoek of onderzoekscluster;

• verbetering van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor wat betreft aangereikte veiligheidsproblematiek ;

met als deelresultaten:

• adviezen vanuit specialisatie over oplossingsrichtingen en mogelijkheden van aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• vastgestelde (verbeteringen in) beleid, koers en strategie van de politie;

met als deelresultaten:

• regie op beleidsontwikkeling en -advisering in multidisciplinaire omgeving;

• afwegingen van adviezen van Operationeel Experts en Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) tegen elkaar en het tot dan geldende en het voorgenomen beleid;

• verbindingen tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Uitvoering én Ondersteuning;

• een brede, landelijke oriëntatie op zowel de bedrijfsvoering, de uitvoeringspraktijk, de specialisatie (werkterrein), alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen en culturele, sociale en maatschappelijke invloeden;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken waarin − vanuit het vertrekpunt van de functie van politie binnen de samenleving − de verbinding wordt gelegd tussen ontwikkelingen in de maatschappij en ontwikkelingen binnen de politie;

• geïmplementeerde en geborgde vastgestelde (verbeteringen in) beleid, koers en strategie;

met als deelresultaten:

• opgesteld maatwerk-plan van aanpak voor concretisering vastgesteld beleid, koers en strategie

• geregisseerde uitvoering van plannen van aanpak

• regie op het implementeren en duurzaam borgen van de vastgestelde koers en strategie door het maken van uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van aanpak van vraagstukken, analyse, advisering, ontwikkeling, concretisering, implementatie en duurzame borging van vast te stellen en vastgestelde beleid, koers en strategie;

• geïmplementeerde en duurzaam geborgde vastgestelde (verbeteringen in) de uitvoeringspraktijk:

met als deelresultaten:

• duurzaam geborgde (toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen en uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van implementatie en duurzame borging van (toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen en uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken;in de uitvoeringspraktijk;

• processen-verbaal van bevindingen;

• geborgde deskundigheid van de specialisatie in de uitvoeringspraktijk;

met als deelresultaat:

• gedeelde actuele specialistische kennis;

• op kwaliteit, effectiviteit en efficiëntie van advisering bevorderde en getoetste Operationeel Specialisten.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• neemt actief deel aan opsporingsonderzoeken en onderzoekscluster die zijn specialisatie vereisen met inachtneming van het volgende:

• adviseert over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de opsporingspraktijk;

• analyseert aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie met medeneming van actuele gegevens uit registratiesystemen van de politie;

• adviseert over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek met inbegrip van de consequenties voor en de risico’s in de uitvoering van operationele politietaken;

• analyseert vanuit specialisatie de politie rakende vraagstukken waarvoor oplossingscontouren onverkend zijn en benaderingswijzen onbekend zijn, waardoor onderzoek binnen en buiten de specialisatie aan de orde is ten behoeve van het zelf ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen;

• analyseert vraagstukken door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn;

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig en gedegen de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het (tot dan geldende) beleid;

• adviseert richtinggevend en in besluitwaardige beleidsdocumenten met beleidsaanbevelingen over (bijsturing van) koers en strategie van de politie door vanuit een brede oriëntatie op zowel de uitvoeringspraktijk, de bedrijfsvoering, de specialisatie alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen te anticiperen op huidige en toekomstige politieke, culturele, sociale en maatschappelijke invloeden, onder meer middels scenario’s, en op basis van gedegen analyses, monitoring en evaluaties, en afgewogen en in samenhang gebrachte adviezen, met medeneming van de couleur locale van het regiokorps/ politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is;

• stelt maatwerk-plannen van aanpak op en organiseert en stuurt de uitvoering aan (operationele sturing) zodanig dat de uitvoeringspraktijk terdege gefaciliteerd is om vanuit haar functie te bevorderen dat de politie steeds een optimaal rendement oplevert in de samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding);

• ontwikkelt en concretiseert beleid, koers en strategie voor integrale, organisatiebrede toepassing in besluitwaardige beleidsdocumenten, transparante scenario’s en producten;

• organiseert en regisseert renderende proefomgevingen;

• motiveert, stimuleert en inspireert als projectleider zijn team;

• regisseert vasthoudend:

• de aanpak van vraagstukken die het beleid/de koers en strategie van politie raken, waarbij tegengestelde belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten binnen de domeinen Uitvoering én Ondersteuning aan de orde kunnen zijn, dan wel ondersteunt vasthoudend de integrale aanpak indien het zwaartepunt van de aanpak aan de kant van het domein Ondersteuning ligt;

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn door het maken van heldere uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het vasthoudend sturen op randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming ervan dan wel ondersteunt vasthoudend de Bedrijfsvoeringspecialist F indien het zwaartepunt van de beleidsadvisering aan de kant van het domein Ondersteuning ligt;

• regisseert vasthoudend de uitvoering van plannen van aanpak voor concretisering van vastgesteld beleid, koers en strategie in de uitvoeringspraktijk;

• de implementatie en duurzame borging van de vastgestelde koers en strategie door het maken van heldere uitvoeringsafspraken bij leiding en in netwerken, het vasthoudend sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van de afspraken;

• de implementatie en duurzame borging van (toepassing van) vastgestelde (nieuwe) werkwijzen en uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken (verbeteringen) in de uitvoeringspraktijk;

• initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert actief netwerken:

• op inhoudelijke samenwerking geregisseerde (nieuwe) netwerken ten behoeve van aanpak van vraagstukken, analyse, advisering, ontwikkeling, concretisering, implementatie en duurzame borging van vast te stellen en vastgesteld beleid, koers en strategie;

• ten behoeve van de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken;

• waarin de functie van politie binnen de samenleving centraal staat;

• ten behoeve van implementatie en borging van (verbeteringen) in koers en strategie van de politie;

• ten behoeve van de implementatie en duurzame borging van (toepassing van) vastgestelde nieuwe en verbeterde werkwijzen en uitvoeringskaders en -procedures, instrumenten, methoden en technieken in de uitvoeringspraktijk;

• participeert actief in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek op zijn specialisatie;

• documenteert eigen waarnemingen zodanig accuraat dat deze als basis voor opvolging en/of vervolging kunnen dienen;

• draagt proactief deskundigheid over op de uitvoeringspraktijk;

• informeert actief de leidinggevende (domein Leiding) ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en het voeren van beoordelingsgesprekken over de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• voert constructieve gesprekken ten behoeve van het maken van resultaatafspraken;

• voert functioneringsgesprekken met de door hem in het kader van operationele sturing en regie aangestuurde functionarissen;

• neemt de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht bij de toepassing van dwangmiddelen;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken en onderzoekclusters die zijn specialisatie vereisen;

• adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit specialisatie analyseren en adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• analyseren, monitoren, evalueren van kwaliteit, duurzaamheid en organisatierendement van geldend beleid;

• analyseren van vraagstukken door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek, het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn;

• ontwikkelen van koers, beleid en strategie voor de politie;

• ontwikkelen van scenario’s;

• bedrijfsvoering van uitvoeringspraktijk faciliteren:

• opstellen, organiseren en aansturen van plannen van aanpak (operationele sturing);

• opstellen van beleidsdocumenten;

• richtinggevend adviseren over (bijsturen van) beleid, koers en strategie van de politie;

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten regisseren indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn;

• netwerken binnen en buiten de politie initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren waarin de functie van politie binnen de samenleving centraal staat, voor borging van vastgestelde verbeteringen in de uitvoeringspraktijk, voor de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie raken en voor de analyse, advisering, ontwikkeling, concretisering, implementatie en duurzame borging van vast te stellen en vastgesteld beleid, koers en strategie;;

• met leiding en in netwerken uitvoeringsafspraken maken, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op het nakomen van afspraken, voor de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken, voor de implementatie en duurzame borging van vastgestelde koers en strategie en voor de borging van vastgestelde verbeteringen in de uitvoeringspraktijk;

• participeren in netwerken van wetenschappelijk onderzoek op de specialisatie;

• processen-verbaal van bevindingen opstellen;

• dwangmiddelen toepassen*;

• kennis en vaardigheden vanuit zijn specialisatie overdragen op de uitvoeringspraktijk;

• vanuit zijn specialisatie optreden als coach;

• optreden als projectleider.

De Operationeel Specialist F herkent situaties bij advisering over koers en strategie, en bij de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van politie raken, waarin het zwaartepunt van de advisering c.q. van de aanpak en daarmee de regie aan de kant van het domein Ondersteuning ligt, en ondersteunt in die situaties vanuit het domein Uitvoering de Bedrijfsvoeringspecialist F in zijn regiefuncties.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de samenleving in al zijn variëteit en verscheidenheid, complexiteit en onvoorspelbaarheid;

• het inspelen op omgeving en omstandigheden door praktijkinzet en beleidsinzet.

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van de vakgebieden in het domein Uitvoering, zoals daar zijn:

• het vakgebied Tactische Opsporing;

• het vakgebied Forensische Opsporing;

• het vakgebied GGP;

• het vakgebied Intelligence;

• het vakgebied Interventie;

• het vakgebied Informantenrunnen;

• het vakgebied Beveiliging;

• het vakgebied Meldkamer;

• het vakgebied Intake & Service;

• het vakgebied Luchtvaart;

• het vakgebied Observatie;

• het vakgebied Operationele begeleiding.

en binnen het kader van:

• projectleider / koers en strategiebeïnvloedend;

• zelfstandige specialistische inbreng en/of inzet (praktijkinzet en beleidsinzet);

• (specialistische) methoden en technieken, onbekende benaderingswijzen, onbekende oplossingsrichtingen en oplossingscontouren onverkend;

• ontwikkelomgeving, proefomgeving, implementatieomgeving en evaluatieomgeving (beleid, koers en strategie, alsmede nieuwe beleidsproducten, w.o. werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken, benaderingswijzen, oplossingsrichtingen en kwaliteits- en duurzaamheidsindicatoren);

• bestaande netwerken;

• regiepositie in nieuwe, wetenschappelijke netwerken;

• regiepositie in onderzoeks-, ontwikkel- en implementatietrajecten;

• regiepositie in wetenschappelijke en politiek-bestuurlijke netwerken;

• partijen verbonden met analyse- / ontwikkeltrajecten terzake koers, beleid en strategie;

• partijen verantwoordelijkheid voor- / belanghebbend bij organisatierendement;

• tegenstrijdige belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden, werkterreinen en van koers, strategie en beleid;

• vraagstukken die de rol en functie van politie raken en inzet en inbreng vergen vanuit specialisatie met (projectleiding in/ organisatorische coördinatie van) onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen, (beleids)producten en koers & strategie voor integrale, organisatiebrede toepassing, alsmede vanuit specialisatie steeds gericht op verbetering organisatierendement, waarbij oplossingscontouren verkend moeten worden (koers & strategie beïnvloedend);

• de relatie tot de functie van politie binnen de samenleving;

• operationele sturing.

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

Lost de functionaris vraagstukken op en/of levert producten&diensten door het (doen) verrichten van (aanvullend) onderzoek en door het ontwikkelen van specialistische methoden, technieken en instrumenten en het ontwikkelen van benaderingswijzen en oplossingsrichtingen, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn. Het tussentijds op veranderende omstandigheden / belangen wijzigen van inzet&inbreng met effecten op koers&strategie is aan de orde. Praktijkinzet is koers&strategie-beïnvloedend.

Ontwikkelt en concretiseert de functionaris beleid, koers en strategie vanuit de specialisatie ten behoeve van integrale, organisatiebrede toepassing. Hij stelt hiervoor besluitwaardige beleidsdocumenten op. Het hierbij afwegen van verschillende belangen en het in de overwegingen betrekken van verschillende zienswijzen van betrokken verschillende partijen is aan de orde. Hij ondersteunt de uitvoeringspraktijk met denkkracht. Hij adviseert richtinggevend over (bijsturing van) koers en strategie van de politie.

De functionaris analyseert, monitoort en evalueert – mede aan de hand van kwaliteits/duurzaamheidsindicatoren – de kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid. Hij formuleert – onder meer middels scenario’s – beleid (koers en strategie) waarmee de organisatie anticipeert op de toekomstige functie van politie binnen de samenleving. Hij weegt adviezen af van Operationeel Experts, Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) tegen elkaar en tot het dan geldende en voorgenomen beleid en legt de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning.

De functionaris stelt maatwerk-plannen van aanpak op en organiseert en stuurt de uitvoering aan (operationele sturing), waardoor de uitvoeringspraktijk gefaciliteerd is om vanuit haar functie te kunnen bevorderen dat de politie steeds een optimaal rendement oplevert in de samenleving in termen van veiligheid, leefbaarheid en de handhaving van openbare orde en rechtsorde (criminaliteitsbestrijding). Treedt de functionaris vanuit praktijkinzet en beleidsinzet op als projectleider en verricht operationele sturing.

Nader aangeduid:

• kiest de functionaris bij deelname aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen, uit bestaande oplossingen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• kiest de functionaris bij het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen voor de meest effectieve en efficiënte aanpak;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden in opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• het analyseren van aangereikte veiligheidsproblematiek vanuit zijn specialisatie;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak van aangereikte veiligheidsproblematiek;

• het doorverwijzen van werkzaamheden die zijn specialisatie niet vergen naar collega’s met de passende specialisatie;

• koers & strategie-beïnvloedende oplossingen voor vraagstukken die de politie raken en dienen te worden gegenereerd vanuit specialisatie met onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen en benaderingswijzen, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn;

• het uitvoeren van analyses, monitoring en evaluaties − mede aan de hand van kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren − op kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid, koers en strategie;

• het uitvoeren van analyses − onder meer middels scenario’s − op voorgenomen koers, strategie en beleid en organisatierendement;

• het afwegen van adviezen van Specialisten (Operationeel en Bedrijfsvoering) tegen elkaar en het tot dan geldende en voorgenomen beleid;

• het leggen van de verbinding tussen (gewenste) ontwikkelingen in de domeinen Ondersteuning én Uitvoering;

• het volgen van (wetenschappelijke) trends en ontwikkelingen in de specialisatie;

• het onderhouden dan wel opbouwen van een brede oriëntatie op zowel de uitvoeringspraktijk, de bedrijfsvoering, de specialisatie alsook op bestuurlijke en politieke verhoudingen;

• het richtinggevend adviseren in besluitwaardige beleidsdocumenten met beleidsaanbevelingen over (bijsturing van) beleid, koers, strategie en organisatierendement van de politie;

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn;

• de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken waarbij tegengestelde belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden aan de orde kunnen zijn;

• de concretisering van vastgesteld beleid in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• de implementatie en duurzame borging van vastgestelde beleid, koers en strategie van de politie;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en het op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken:

○ waarin de functie van politie binnen de samenleving centraal staat;

○ voor borging van vastgestelde verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

○ voor de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie raken;

○ ten behoeve van aanpak van vraagstukken, analyse, advisering, ontwikkeling, concretisering, implementatie en duurzame borging van vast te stellen en vastgesteld beleid, koers en strategie;

• tot het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek in zijn specialisatie;

• het vanuit zijn specialisatie overdragen van kennis en vaardigheden op de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk.

• het delen van informatie over achtergronden van personen en omgeving wanneer daar naar zijn oordeel een basis mee ontstaat voor opvolging en/of vervolging.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het als toegevoegd onderzoeker deelnemen aan opsporingsonderzoeken en onderzoeksclusters die zijn specialisatie vereisen;

• het adviseren over oplossingsrichtingen en opsporingsmogelijkheden,

zelfstandig aanpakken;

• de problemen die zich voordoen bij het vanuit zijn specialisatie analyseren van aangereikte veiligheidsproblematiek en het adviseren over oplossingsrichtingen en mogelijkheden voor aanpak zelfstandig aanpakken.

De functionaris kan:

de problemen die zich voordoen bij:

• het uitvoeren van werkzaamheden die zijn specialisatie vergen;

• de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie van de politie raken waarbij tegengestelde belangen, politiek-bestuurlijke gevoeligheden, landelijk doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden aan de orde kunnen zijn en onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen en benaderingswijzen vergen, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn;

• het uitvoeren van analyses, monitoring en evaluaties − mede aan de hand van kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren − op kwaliteit, duurzaamheid en het organisatierendement van het tot dan geldende beleid, koers en strategie;

• het richtinggevend adviseren over (bijsturen van) beleid, koers en strategie van de politie;

• het regisseren van:

• de totstandkoming van besluitwaardige beleidsdocumenten indien er meerdere betrokkenen en/of belanghebbenden zijn;

• de concretisering van vastgesteld beleid in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• de implementatie en duurzame borging van vastgestelde koers en strategie van de politie;

• de duurzame borging van verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk;

• het initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken:

• waarin de functie van politie in de samenleving centraal staat;

• voor de aanpak van vraagstukken die de koers en strategie raken;

• ten behoeve van aanpak van vraagstukken, analyse, advisering, ontwikkeling, concretisering, implementatie en duurzame borging van vast te stellen en vastgesteld beleid, koers en strategie;

• voor de duurzame borging van verbeteringen in de bedrijfsvoering en de uitvoeringspraktijk.

• het participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• het maken van afspraken, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van afspraken,

vanuit specialisatie met keuze uit bekende dan wel door het ontwikkelen van benaderingswijzen, oplossingsrichtingen en/of beleidsproducten, waarbij oplossingscontouren onverkend zijn, en waarbij het tussentijds op veranderende omstandigheden /belangen moeten wijzigen van inzet en inbreng aan de orde kan zijn, zelfstandig aanpakken.

op de juiste wijze:

• vraagstukken aanpakken die de rol en functie van de politie raken vanuit specialisatie door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen en beleidsproducten, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn (koers & strategie-beïnvloedend), alsmede voor ontwikkeling en concretisering beleid, koers en strategie, o.a. in scenario’s, vanuit specialisatie voor integrale / organisatiebrede / landelijke toepassing (organisatierendement), voor analyseren, monitoren en evalueren van de kwaliteit, duurzaamheid en organisatierendement, voor het afwegen van adviezen en het leggen van verbindingen tussen ontwikkelingen in de domeinen uitvoering en ondersteuning, het regisseren van netwerken;

• verrichten van onderzoek naar en ontwikkelen van koers, beleid en strategie politie;

• concretiseren van koers, beleid en strategie naar organisatierendement politie;

• besluitwaardige beleidsdocumenten opstellen;

• analyses, monitors en evaluaties uitvoeren en scenario’s bouwen;

• adviezen van Operationeel Experts en Specialisten afwegen;

• tegengestelde belangen, politiek bestuurlijke gevoeligheden, landelijke doorwerkende consequenties en beïnvloeding van meerdere vakgebieden beoordelen;

• netwerken initiëren, bouwen, onderhouden en op inhoudelijke samenwerking regisseren;

• uitvoeringsafspraken maken met leidinggevenden en netwerkpartners, sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en sturen op nakoming van afspraken;

• participeren in netwerken voor wetenschappelijk onderzoek;

• dwangmiddelen aanwenden* en verdachten, getuigen, slachtoffers en aangevers horen;

• kennis en vaardigheden overdragen vanuit zijn specialisatie op de bedrijfsvoering en/of uitvoeringspraktijk.

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met externe exposure.

* Op grond van artikel 3b van deze regeling is dit in vooraf voorzienbare gevaarzettende situaties, waarbij het aanwenden van geweldsmiddelen door de ambtenaar verwacht mag worden, voorbehouden aan ambtenaren die een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding hebben voltooid.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die de specialisatie van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving en beleid, techniek en wetenschap die raakvlakken hebben met het vakgebied, de specialisatie en het (de) werkterrein(en) en het (de) aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert en die voor deze functie relevant zijn.

Nieuwe inzichten binnen en buiten het vakgebied die het vakgebied raken in relatie tot praktijkinzet en beleidsinzet.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die tot het vakgebied en/of werkterrein behoren en voor deze functie relevant zijn, zijn:

• kennis van de instrumenten, methoden en technieken (beleidsproducten) van een werkterrein, en van het beleid van het korps / -eenheid / politieorganisatieonderdeel dan wel landelijke programma’s / projecten ten aanzien van het vakgebied / werkterrein(en) / aandachtsgebied(en) waarop de functionaris opereert;

• de specialisatie;

• koers, strategie-ontwikkeling politie;

• specialistische (analyse)methoden en technieken; monitoring van trends en ontwikkelingen;

• analyse-techniek en advisering;

• onderzoek en begeleiding van onderzoek;

• organisatierendement;

• kennis van de politieorganisatie;

• implementatietechniek;

• beleidsadvisering, -ontwikkeling, -concretisering, verandermanagement;

• netwerken;

• regievoering en operationele sturing;

• projectleiding;

• informatieoverdracht;

• mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid (beleidsdocumenten);

• coaching, inclusief toetsen van vakvolwassenheid;

• communicatietechnieken;

• politiek-bestuurlijk inzicht;

• wetenschappelijke documentatie;

• het strafrecht, het strafprocesrecht, het bestuursrecht;

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• raadpleegt actief kennisbronnen;

• volgt opfriscursussen op het vakgebied, specialisme en/of werkterrein / aandachtsgebied die voor deze functie relevant zijn.

• volgt opfriscursussen op het terrein van beleid, koers en strategieontwikkeling, implementatietechnieken en verandermanagement;

• houdt overzicht op vastgestelde kaders (waaronder wet- en regelgeving, interne richtlijnen en procedures), op vastgesteld en voorgenomen koers en strategie, op (korps)beleid ter zake en op vastgestelde instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over de binnen het werkterrein ontwikkelde en vastgestelde werkwijzen, kaders, instrumenten, methoden en technieken;

• monitoort actief kennisbronnen die informatie geven over specialistische analysemethoden en -technieken en benaderingswijzen, ook die waarvoor oplossingscontouren onverkend zijn;

• houdt zicht op onderzoekswereld en kenniskringen;

• houdt overzicht op de wetenschappelijke trends en ontwikkelingen op het specialisme.

Uitbreiding kennis vanuit specialisatie wordt zelfstandig verworven ten behoeve van aanpak vraagstukken die de rol en functie van de politie raken vanuit specialisatie door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe oplossingsrichtingen, benaderingswijzen en beleidsproducten, waarbij de oplossingscontouren onverkend zijn (koers & strategie-beïnvloedend), en ten behoeven van ontwikkeling en concretisering beleid, koers en strategie, o.a. in scenario’s, vanuit specialisatie voor integrale / organisatiebrede / landelijke toepassing (organisatierendement), voor analyseren, monitoren en evalueren van de kwaliteit, duurzaamheid en organisatierendement en voor het afwegen van adviezen en het leggen van verbindingen tussen ontwikkelingen in de domeinen uitvoering en ondersteuning.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft academisch/wo werk- en denkniveau met wetenschappelijke onderzoekservaring;

• afgeronde relevante studie in de specialisatie waarop de functionaris is aangesteld met onderzoeks- en politiek-bestuurlijke ervaring, danwel EVC gelijkwaardig daaraan;

• voldoet aan functie- en/of werkterreingerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Niet van toepassing

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig indien richtinggevende adviezen voor beleid, koers en strategie voor de politie geaccepteerd en (door netwerken) gedeeld worden, maar niet worden gevolgd dan wel indien de implementatie van beleid, koers en strategie op grond van deze adviezen niet volgens de (deels in netwerken tot stand gebrachte) afspraken over uitvoering en randvoorwaarden gebeurt en zodoende niet leiden tot het verwachte organisatierendement, en dit zich vertaalt in een verminderde inzetbaarheid op het hem toegewezen vakgebied / specialisatie, danwel zich terugvertaalt in schade aan het loopbaantraject.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is − opgeteld − op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Directeur

Kern van de functie

Leiding draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Leiding handelt in het perspectief van de politie als totaal.

Leiding stuurt op het bereiken van resultaten, bepaalt, beslist en (be)oordeelt aangaande koers en strategie, beleid, doelstellingen, kwaliteit en kwantiteit van producten & diensten, contracten en plannen van aanpak waaronder ten aanzien van werkwijzen, personeel, middelen en financiën en overige randvoorwaardelijke aspecten.

Leiding: motiveert, stimuleert en inspireert personeel en stuurt op de ontwikkeling van personeel; monitoort en beoordeelt de kwaliteit van geleverde prestaties/ producten en beslist op bijsturing en te nemen maatregelen; is resultaat- en financieel verantwoordelijk en verantwoordelijk voor het organisatierendement.

Leiding vertegenwoordigt de Politie.

Leiding geeft met name uitvoering aan processen in de tak Besturen uit het RBP.

De Directeur46De opbouw van functies in het domein Leiding kent op dit moment 4 niveaus: Teamchef (A, B en C), Sectorhoofd, Directeur en Korpschef.De inrichting van nationale politie, hoewel daar in deze opbouw waar mogelijk al rekening mee is gehouden, kan tot wijzigingen leiden.Voor de leesbaarheid is gekozen voor de term ‘naasthogere leidinggevende’ te hanteren ipv Korpschef en de term ‘naastlagere leidinggevende’ voor Sectorhoofd of Teamchef A, B of C. draagt als autoriteit bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Hij beslist op en stelt − op basis van koers en strategie van het korps/ de politie− het beleid voor zijn directoraat47Een directoraat kan zijn:een (landelijke) organisatie-eenheid: een groep van organisatieonderdelen ingezet op het gezamenlijk behalen van samenhangende effecten en resultaten zoals vastgesteld in het korps-bedrijfsvoeringplan.een landelijk concernstafonderdeel: een centraal gepositioneerd organisatieonderdeel, ingezet op het behalen van samenhangende effecten en resultaten zoals vastgesteld in het bedrijfsvoeringplan van het betreffende concernstafonderdeel (P&O, Financieel, Facilitair, ICT etc.).De Directeur geeft in beide hoedanigheden direct leiding aan een collectief van medewerkers, waarbij moet worden gedacht aan naastlagere leidinggevende, en aan Bedrijfsvoeringspecialisten en/of Operationeel Specialisten.. Hij is verantwoordelijk voor het (door Operationeel en Bedrijfsvoeringspecialisten laten) vormen en concretiseren van (landelijk uniform) beleid, koers en strategie. Hij is de verbindende schakel tussen koers-, strategie- en beleidsvorming en effectuering ervan in de organisatieonderdelen (sectoren, teams) en is daartoe lid van de korpsdirectie. Hij draagt de resultaat- en financiële eindverantwoordelijkheid voor een (landelijke) organisatie-eenheid c.q. landelijk concernstafonderdeel. Hij geeft leiding aan een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van leidinggevende, uitvoerende én beleidsvormende aard is. De Directeur is tevens proceseigenaar.

Activiteiten en resultaten

Leiding en sturing

  • Het leiding geven aan een collectief van medewerkers van naastlagere leidinggevenden, Specialisten en uitvoerende medewerkers, zodat de werkzaamheden van leidinggevende, uitvoerende en beleidsvormende aard effectief en efficiënt worden uitgevoerd en resultaten worden behaald.

  • Het voeren van (integrale) resultaat-, functionerings-, beoordelings- en ontwikkelgesprekken – en indien nodig voortgangsgesprekken – met zijn medewerkers, zodat − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − de betrokken functionaris weet wat de politieorganisatie van hem verwacht en de politieorganisatie weet wat de functionaris van de organisatie verwacht.

  • Het − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − op- en vaststellen van ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, zodat voor de betrokken functionaris inzicht ontstaat in belonings- en ontwikkelingsperspectief.

  • Het creëren van een veilige werkomgeving, het motiveren en inspireren van medewerkers, en het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers, zodat functionarissen worden uitgenodigd hun capaciteiten optimaal in te zetten voor de politie.

Organiseren

  • Het zijn van verbindende schakel tussen naastlagere leidinggevenden, naasthogere leidinggevende, collega-Directeuren en de Specialisten onder zijn medewerkers, zodat beleidsvorming en -concretisering via een strak geregisseerde structuur binnen de politieorganisatie verloopt.

  • Het bijdragen aan koers en strategie voor het korps/de politie, zodat de bedrijfsvoering van het korps/de politie steeds actueel aansluit op maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen.

  • Het vaststellen − op basis van koers en strategie van het korps/de politie − van het beleid voor het betreffende directoraat en het vastleggen ervan in een directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, zodat koers en strategie van het korps/de politie zijn vertaald in beleid voor een organisatie-onderdeel c.q. concernstafonderdeel en daarmee duidelijk is welke de bijdrage van het onderdeel moet zijn aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen.

  • Het vertalen van directoraats-doelstellingen naar doelstellingen voor sectoren en het daarin benoemen van resultaten, prioriteiten en randvoorwaarden, zodat duidelijk is welke de bijdrage van de sector moet zijn aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen.

  • Het toetsen van sector-bedrijfsvoeringplannen aan het vastgestelde directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, het koppelen (toewijzen en verdelen) van budgetten aan de daarin vastgelegde resultaten en het vaststellen van deze plannen, zodat sectoren zijn toegerust voor het behalen van hun resultaten.

  • Het vertalen van de directoraatsdoelstellingen naar individuele bijdragen van zijn medewerkers door het op- en vaststellen van resultaatafspraken zodat activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op duidelijke wijze zijn toebedeeld aan de juiste functionarissen, effectief gebruikmakend van hun tijd en hun bekwaamheden en zodoende elke functionaris weet welke resultaten van hem worden verwacht en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het faciliteren van zijn medewerkers met middelen en randvoorwaardelijke aspecten voor het behalen van hun resultaten, zodat functionarissen optimaal worden toegerust en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

Structureren

  • Het vertalen in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten van koers en strategie naar een organisatiestructuur voor zijn directoraat; het kiezen van de daarin op te nemen LFNP-functies en het vaststellen ervan, zodat een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.

  • Het vastleggen van de aldus tot stand gebrachte organisatiestructuur in het directie- c.q. concernstafonderdeelbedrijfsvoeringplan, zodat naastlagere leidinggevende een richtsnoer hebben voor het structureren van hun sectoren en daarmee een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.

  • Het toetsen van voorstellen van naastlagere leidinggevende tot organisatiestructurering van hun sectoren aan het directie- c.q. concernstafonderdeelbedrijfsvoeringplan, zodat de organisatiestructuur van directoraat en van sector op elkaar aansluiten en de samenhang en het evenwicht ervan wordt bewaakt.

  • Het sturen uit hoofde van zijn proceseigenaarschap op samenhang tussen vastgesteld beleid en de (bedrijfs)processen, zodat de structuren van processen bijdragen aan het effectief en efficiënt behalen van resultaten.

Realiseren

  • Het beoordelen van en beslissen op concrete verzoeken van naastlagere leidinggevende tot beleidsvorming en -concretisering voor hun sector(en) na toetsing aan het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan en met meeweging van het beoogde organisatierendement voor de sector(en), de risico’s, consequenties en impact, en met medeneming van de couleur locale van het korps/politieorganisatieonderdeel indien dit relevant is −, zodat de bedrijfsvoering van de sectoren steeds actueel aansluit op maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen.

  • Het beoordelen van en beslissen op concrete verzoeken van de naasthogere leidinggevende tot vorming van koers en strategie voor het korps/de politie na toetsing aan het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan en met meeweging van het beoogde organisatierendement voor het korps/de politie, de risico’s, consequenties en impact −, zodat de bedrijfsvoering van de sectoren steeds actueel aansluit op maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen.

  • Het effectueren van beleidsvorming voor het korps/de politie, het directoraat of de sector(en) door het aansturen van Specialisten op de vorming en concretisering van koers, strategie en beleid, zodat de bedrijfsvoering van de politie en haar organisatieonderdelen steeds actueel aansluit op maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen en vereisten.

  • Het realiseren van vastgesteld beleid door het aansturen van naastlagere leidinggevende en Specialisten op effectuering van vastgesteld beleid, zodat vastgesteld beleid wordt vertaald naar te behalen organisatiedoelstellingen en -resultaten.

  • Het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, zodat de resultaten op de meest effectieve en efficiënte wijze worden behaald.

  • Het kwalitatief en kwantitatief beoordelen van collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers, met inbegrip van naastlagere leidinggevende en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten, zodat een basis ontstaat voor (bij)sturing van personele inzet op te behalen resultaten en effecten, en van de wijze waarop deze worden behaald.

  • Het toetsen van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan; het vaststellen van deze voorstellen; het sturen op implementatie van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken en het sturen op nakoming van afspraken, zodat een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en eventueel bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het toetsen van maatwerkplannen van aanpak, hem ter beoordeling voorgelegd door Sectorhoofden waarin benoemd de benodigde incidentele én structurele, kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet in teams van de Specialisten onder zijn medewerkers aan het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, het vaststellen en het sturen op uitvoering ervan;

  • Het beoordelen van en beslissen op de hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen en op de wijze van concretisering ervan, en het sturen op uitvoering, zodat een steeds effectievere en efficiëntere uitvoering van werkzaamheden ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoering van het vastgestelde directie- c.q. concernstafonderdeel -bedrijfsvoeringplan, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van (de voortgang van), en zonodig bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, op de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak en op de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen, zodat resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van besteding van budgetten, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen budget worden behaald.

  • Het afleggen van verantwoording over het behaalde resultaat van het directoraat alsmede over het daarvoor bestede budget aan de hand van de in het vastgestelde directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten en effecten en toegekende budgetten, zodat de kwaliteit en kwantiteit van effecten en resultaten worden vastgesteld en een basis ontstaat voor het nemen van maatregelen en voor het (toekomstig) sturen op effectiviteit en efficiëntie van de organisatie-eenheid c.q. het concernstafonderdeel.

  • Het afleggen van verantwoording over het koppelen (toewijzen en verdelen) van de budgetten aan sectoren, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen en van invloed zijn geweest op de toewijzing en verdeling.

  • Het afleggen van verantwoording over het bestede budget aan faciliteiten voor zijn medewerkers, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen.

Samenwerken

  • Het voeren van regie binnen zijn directoraat op samenwerking tussen naastlagere leidinggevende onderling, tussen Specialisten onderling en tussen Specialisten en naastlagere leidinggevende ten behoeve van te behalen directoraatdoelstellingen, en op interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers ten behoeve van praktijk- en beleids-(vormende) inzet, zodat alle kennis binnen de politieorganisatie wordt benut, beleidsvorming en -concretisering optimaal verloopt, effectuering van vastgesteld beleid daadwerkelijk plaatsvindt en een effectieve en efficiënte uitvoering van werkzaamheden wordt gewaarborgd.

  • Het initiëren, opbouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken (van ook externe partners) − ook wanneer daar bestuurlijke, maatschappelijke, politieke, multinationale en multiculturele aspecten aan verbonden zijn en mogelijk tegenstrijdige belangen spelen − ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van problematiek, vanuit het perspectief van organiseren, structureren en realiseren, zodat alle mogelijkheden worden benut om een optimaal organisatierendement te bereiken.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Rolaanduiding

Kan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Plaatsvervanger;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectieve en efficiënte politieorganisatie;

• legitimering van politie in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie moeten kunnen worden behaald, zijn:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• op het realiseren van vastgestelde organisatiedoelstellingen en van vastgesteld beleid binnen een directoraat en op het vormen en concretieren van beleid, koers & strategie aangestuurd collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van naastlagere leidinggevende uitvoerende én beleidsvormende (Specialisten) aard is;

• vastgestelde functionering en beoordeling van zijn medewerkers, waarbij inbegrepen naastlagere leidinggevende en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten;

• vastgestelde ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, waarbij inbegrepen naastlagere leidinggevende en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten;

• medewerkers die hun capaciteiten optimaal inzetten voor de politie;

• een veilige werkomgeving;

• ten aanzien van organiseren:

• het zijn van verbindende schakel tussen naastlagere leidinggevende, naasthogere leidinggevende, collega-Directeuren en de Specialisten onder zijn medewerkers voor beleidsvorming en -concretisering;

• bijdragen aan koers en strategie voor het korps/de politie;

• naar sectoren toe vertaald vastgesteld beleid;

• een op basis van (landelijke) koers en strategie vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan met een begroting van formatie, middelen, faciliteiten en budget voor de organisatie-eenheid c.q. het concernstafonderdeel en de daaronder ressorterende sectoren;

• aan het vastgestelde directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan getoetste en vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplannen;

• op basis van het vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan en de daarin benoemde prioriteiten aan de sector-bedrijfsvoeringplannen gekoppelde budgetten;

• een, het vastgesteld bedrijfsvoeringplan dekkende toedeling van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers, vastgelegd in resultaatafspraken;

• voor het behalen van hun resultaten gefaciliteerde medewerkers;

• ten aanzien van structureren:

• een − in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten en in overeenstemming met koers en strategie van het korps/de politie als geheel − uitgewerkte organisatiestructuur voor zijn directoraat met keuze uit LFNP-functies;

• een vastgestelde en in het directie- c.q. concernstafonderdel-bedrijfsvoeringplan vastgelegde organisatiestructuur voor zijn directoraat;

• aan het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan getoetste en vastgestelde organisatiestructuren van Sectoren;

• samenhang en evenwicht in de organisatiestructuur binnen de organisatie-eenheid c.q. concernstafonderdeel en zijn onderdelen;

• uit hoofde van zijn proceseigenaar bewaakte samenhang tussen vastgesteld beleid en de (bedrijfs)processen;

• ten aanzien van realiseren:

• geëffectueerde beleidsvorming en -concretisering ten behoeve van koers en strategie van de politie als geheel, ten behoeve van de organisatie-eenheid c.q. het concernstafonderdeel en ten behoeve van sectoren;

• gerealiseerde effectuering van vastgesteld beleid;

• vastgestelde prioriteiten binnen het directie- c.q. concernstafonderdeel- bedrijfsvoeringplan;

• uitgevoerd directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget, tijdslijn en op de vastgestelde wijze behaalde resultaten;

• beslissingen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen, maatwerkplannen van aanpak en adviezen;

• geïmplementeerde vastgestelde verbeteringen;

• evaluatie, monitoring en analyse op (de voortgang van):

• de uitvoering van het vastgestelde directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan en daarmee van de onder hem ressorterende sector-bedrijfsvoeringplannen, inclusief de besteding van budgetten;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen,

• de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak;

• de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen;

• de beleidsvorming en -concretisering,

en zo nodig bijsturing ervan;

• beslissingen op en effectuering van inzet en inbreng van de Specialisten onder zijn medewerkers ter uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak;

• beoordeelde collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers, waarbij inbegrepen naastlagere leidinggevende en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten, en eventuele bijsturing van medewerkers op hun wijze van inzet;

• verantwoording over budgetten en resultaten, en over de aan medewerkers verleende faciliteiten, en ten aanzien van de koppeling van budgetten aan sectoren;

• ten aanzien van samenwerken:

• regie binnen zijn sector op door samenwerking tussen naastlagere leidinggevende onderling, tussen Specialisten onderling en tussen Specialisten en naastlagere leidinggevende te behalen effectiviteit en efficiëntie in het realiseren van de directoraats-doelstellingen en op de daadwerkelijke effectuering van vastgesteld beleid;

• regie op, door interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers te behalen effectiviteit en efficiëntie in praktijk- en beleids-(vormende) inzet;

• regiepositie in netwerken.

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• geeft in een zodanige stijl leiding aan zijn medewerkers, dat de in het vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten en de doelstellingen op beleidsvorming en -concretisering worden behaald binnen budget, binnen de gestelde tijdslijn en op de vastgestelde wijze;

• houdt consequent beoordelings- en functioneringsgesprekken;

• stelt heldere ontwikkelplannen voor zijn medewerkers waarbij inbegrepen naastlagere leidinggevende en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten, op en vast;

• werkt consequent aan een veilige werkomgeving, aan het motiveren en inspireren van medewerkers, en aan het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• opereert als verbindende schakel tussen naastlagere leidinggevende, naasthogere leidinggevende, collega-Directeuren en de Specialisten onder zijn medewerkers zodanig, dat beleidsvorming en -concretisering via een strak geregisseerde structuur binnen de politieorganisatie verloopt.

• levert geconcretiseerde bijdragen aan koers en strategie voor het korps/de politie;

• stelt op basis van koers en strategie een reëel directie- c.q. concernstafonderdeel -bedrijfsvoeringplan vast;

• vertaalt vastgesteld beleid zodanig concreet naar doelstellingen dat deze in de sectoren geëffectueerd kunnen worden;

• toetst op gedegen wijze sector-bedrijfsvoeringplannen aan het vastgestelde directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• koppelt op basis van het vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan en de daarin benoemde prioriteiten budgetten aan de team-bedrijfsvoeringplannen;

• deelt op te motiveren gronden aan zijn medewerkers activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe, en stelt daartoe heldere resultaatafspraken voor zijn medewerkers op en vast;

• faciliteert op te motiveren gronden zijn medewerkers in het licht van de te behalen resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• stelt in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten in overeenstemming met koers en strategie van het korps/de politie een samenhangende en evenwichtige organisatiestructuur voor zijn organisatie-eenheid c.q. concernstafonderdeel vast, met keuze uit de LFNP-functies;

• legt de vastgestelde organisatiestructuur vast in het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan;

• toetst gedegen voorstellen van naastlagere leidinggevende tot organisatiestructurering van sectoren aan het directie- c.q. concernstafonderdeelbedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• stuurt uit hoofde van zijn proceseigenaarschap op samenhang tussen vastgesteld beleid en de (bedrijfs)processen;

• ten aanzien van realiseren:

• stuurt vasthoudend op het effectueren van beleidsvorming en -concretisering ten behoeve van koers en strategie, ten behoeve van het directoraat en ten behoeve van sectoren;

• stuurt vasthoudend op het daadwerkelijk realiseren van vastgesteld beleid;

• stelt om redenen van effectiviteit en efficiëntie prioriteiten vast in het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan;

• stuurt vasthoudend op het behalen van de resultaten zoals benoemd in het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, binnen vastgesteld budget en tijdslijn en op de vastgestelde wijze; evalueert, monitoort en analyseert daartoe stelselmatig de voortgang in het behalen van resultaten en de besteding van de budgetten en stuurt zonodig bij;

• toetst hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het team-bedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• beoordeelt en beslist op maatwerkplannen van aanpak − waarin benoemd de benodigde incidentele én structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten onder zijn medewerkers − na gedegen toetsing aan het vastgestelde directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan en met inachtneming van het vastgestelde budget;

• beoordeelt vanuit het oogpunt van verbetering van het organisatierendement hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen, en stelt de concretisering van adviezen vast;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen, stuurt vasthoudend op de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak en op de vastgestelde concretisering van adviezen;

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen, de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak, de concretisering van adviezen en de beleidsvorming, -concretisering en -effectuering en stuurt zonodig tijdig bij;

• beoordeelt stelselmatig de collectieve en individuele prestaties van medewerkers in relatie tot de te behalen resultaten en stuurt zonodig bij ten aanzien van de wijze van hun inzet;

• verantwoordt beargumenteerd budgetten en resultaten van het directoraat, de koppeling van budgetten aan sectoren en de aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• voert regie op samenwerking tussen de medewerkers onderling binnen het directoraat, en op de interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers, met het oog gericht op effectiviteit en efficiëntie in het realiseren van de directoraatdoelstellingen en in de praktijk- en beleids-(vormende) inzet.

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• leiding geven aan een organisatie-eenheid c.q. concernstafonderdeel (directoraat), bestaande uit een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van naastlagere leidinggevende, uitvoerende én beleidsvormende (Specialisten) aard is;

• beoordeling en functioneren van zijn medewerkers vaststellen;

• ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op- en vaststellen;

• algemene maatregelen nemen ter bevordering van een veilige werkomgeving voor, en de motivatie, het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• bijdragen aan koers en strategie;

• verzoeken voor beleidsvorming en -concretisering beoordelen en toetsen aan het vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, en daarop beslissen;

• (landelijk uniform) beleid vaststellen;

• een directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, inclusief begroting, op- en vaststellen;

• sector-bedrijfsvoeringplannen toetsen aan het vastgestelde directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, deze vaststellen en budgetten aan de daarin vastgelegde resultaten koppelen (toewijzen en verdelen);

• activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toewijzen aan zijn medewerkers en hen daarvoor faciliteren;

• ten aanzien van structureren:

• de organisatiestructuur inrichten van de organisatie-eenheid c.q. het concernstafonderdeel;

• toetsen van en beslissen op voorstellen van naastlagere leidinggevende tot organisatiestructurering van sectoren;

• uit hoofde van zijn proceseigenaarschap processen structureren;

• ten aanzien van realiseren:

• beslissen op verzoeken tot beleidsvorming;

• beleidsvorming en -concretisering aansturen en effectuering afdwingen;

• prioriteiten stellen in de uitvoering van een vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbeteringen beoordelen, (laten) vaststellen en implementeren;

• beslissen op hem door zijn medewerkers voorgelegde maatwerkplannen van aanpak − waarin benoemd de benodigde incidentele én structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten die tot de groep van zijn medewerkers behoren − na toetsing aan het vastgestelde sector-bedrijfsvoeringplan;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen beoordelen en de concretisering ervan (laten) vaststellen;

• analyseren, monitoren, evalueren en zonodig bijsturen op:

• de voortgang van te behalen resultaten en van de besteding van het budget;

• de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de (voortgang van) uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak;

• de (voortgang van) uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen;

• de (voortgang van) beleidsvorming, -concretisering en -effectuering,

• collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers beoordelen en eventueel bijsturen op hun wijze van inzet;

• budgetten en resultaten van het directoraat, de koppeling van budgetten aan sectoren en aan medewerkers verleende faciliteiten verantwoorden;

• ten aanzien van samenwerken:

• regie voeren op de onderlinge samenwerking tussen, en op de interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers;

• regiepositie in netwerken.

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie en de samenleving;

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het effectief en efficiënt behalen van kwalitatieve en kwantitatieve resultaten;

• het effectief en efficiënt verbinden van koers& strategie en beleid;

• een organisatie-eenheid of concernstafonderdeel(directoraat), bestaande uit meerdere sectoren en/of teams, met directe aansturing van een collectief van medewerkers voor wie het karakter van hun werkzaamheden van uitvoerende, leidinggevende én beleidsvormende aard is, waarbij moet worden gedacht aan naastlagere leidinggevenden, en aan Bedrijfsvoeringspecialisten en/of Operationeel Specialisten;

• inzet en inbreng van Specialisten in de uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;

• in het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan vastgestelde directoraatdoelstellingen, formatie, middelen, faciliteiten en budget;

• bewaking van samenhang en evenwicht in organisatiestructuur binnen het directoraat, en in processen;

• de voor het directoraat vastgestelde resultaatafspraken;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, maatwerkplannen van aanpak en adviezen;

• vanuit samenwerking en netwerkactiviteiten te behalen effectiviteit en efficiëntie in de realisatie van de directoraatdoelstellingen, in praktijk- en beleids(ondersteunende) inzet, en in vorming, concretisering en effectuering van koers&strategie en beleid;

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• kiest de functionaris bij het geven van leiding aan zijn medewerkers, met inbegrip van naastlagere leidinggevende en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten, uit bestaande leiderschapstijlen voor de stijl die leidt tot de meest optimale resultaten in termen van veilige werkomgeving, gemotiveerde medewerkers, en een resultaatgericht, kostenbewust en effectief en efficiënt werkend directoraat;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het voeren van beoordelings- en functioneringsgesprekken met zijn medewerkers, met inbegrip van naastlagere leidinggevende en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten;

• ontwikkelplannen, met inbegrip van naastlagere leidinggevende en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten;

• ten aanzien van organiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het zijn van verbindende schakel tussen naastlagere leidinggevende, naasthogere leidinggevende, collega-Directeuren en de Specialisten onder zijn medewerkers voor beleidsvorming en -concretisering;

• bijdragen aan koers en strategie voor het korps/de politie;

• het vertalen van vastgesteld beleid naar sectoren;

• het vaststellen van (uniform landelijk) beleid voor zijn directoraat en de vastlegging ervan in een directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan;

• het toetsen van sector-bedrijfsvoeringplannen aan het vastgestelde directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, het vaststellen ervan en het koppelen van budgetten aan sectoren;

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers (het op- en vaststellen van resultaatafspraken);

• het faciliteren van zijn medewerkers ten behoeve van het behalen van resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten structureren van de directoraatorganisatie met keuze uit LFNP-functies, en het vaststellen ervan;

• het toetsen van voorstellen van naastlagere leidinggevende tot organisatiestructurering van sectoren aan het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan en het vaststellen ervan;

• het structureren van (bedrijfs-)processen op samenhang met koers, -strategie en -beleid;

• ten aanzien van realiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het effectueren van beleidsvorming en -concretisering ten behoeve van koers en strategie voor het korps/de politie en voor het directoraat;

• het effectueren van de uitvoering van vastgestelde verzoeken voor beleidsvorming en -concretisering voor sectoren;

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op resultaten en/of op besteding van budget indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het vaststellen en sturen op implementatie van hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering;

• het beoordelen, vaststellen en op uitvoering aansturen van maatwerkplannen van aanpak waarin de benodigde incidentele én structurele kwantitatieve en kwalitatieve inbreng en inzet van Specialisten onder zijn medewerkers zijn benoemd;

• het beoordelen, vaststellen en op concretisering aansturen van hem door zijn medewerkers voorgelegde adviezen;

• het bijsturen op de implementatie van vastgestelde verbeteringen, de uitvoering van (maatwerk-)plannen van aanpak, de concretisering van adviezen en de beleidsvorming en -concretisering indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van de inzet van zijn medewerkers indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers daar aanleiding toe geeft;

• het verantwoorden van resultaten, budgetten, koppeling van budgetten aan sectoren en aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• neemt de functionaris het initiatief tot het voeren van regie op de onderlinge samenwerking binnen het team en op de interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het direct aansturen van zijn medewerkers op het binnen budget en op de vastgestelde wijze behalen van resultaten, op praktijk- en beleids(vormende) inzet;

• het creëren van een veilige werkomgeving;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• medewerkers motiveren en stimuleren, en sturen op hun welzijn en ontwikkeling;

• beoordeling en functioneren vaststellen voor zijn medewerkers, met inbegrip van naastlagere leidinggevenden en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten;

• ontwikkelplannen opstellen voor zijn medewerkers, met inbegrip van naastlagere leidinggevenden en (incidenteel aan teams toegevoegde) Specialisten;

• ten aanzien van organiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het aansturen van Specialisten op beleidsvorming en -concretisering;

• het op- en vaststellen van het directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, waarin het beleid is vastgesteld voor het directoraat;

• het toetsen van sector-bedrijfsvoeringplannen aan het vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan, het vaststellen ervan en het eraan koppelen van budgetten aan sectoren;

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers;

• het faciliteren van zijn medewerkers voor het behalen van hun resultaten;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• de verbinding leggen tussen koers&strategie en beleid;

• verzoeken van naasthogere leidinggevende en naastlagere leidinggevende tot beleidsvorming en -concretisering beoordelen;

• resultaatafspraken op- en vaststellen;

• ten aanzien van structureren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het, in samenwerking met een Bedrijfsvoeringspecialist, structureren van de directoraatorganisatie;

• het bewaken van de samenhang en evenwicht in organisatiestructuur binnen het directoraat en zijn onderdelen;

• het bewaken van de samenhang tussen (bedrijfs)processen en koers&strategie en beleid,

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• in de directoraatorganisatiestructuur passende LFNP-functies kiezen;

• de directoraatorganisatiestructuur vaststellen;

• het beoordelen van en beslissen op de voorstellen tot structurering van de sector-organisatie;

• ten aanzien van realiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het effectueren van beleidsvorming en -concretisering ten behoeve van koers en strategie, het directoraat en sectoren;

• het vaststellen van prioriteiten binnen het vastgesteld directie- c.q. concernstafonderdeel-bedrijfsvoeringplan;

• het bijsturen op:

• behalen van resultaten en/of op besteding van budget;

• de implementatie van vastgestelde verbeteringen;

• de uitvoering van vastgestelde maatwerkplannen van aanpak;

• de uitvoering van op concretisering vastgestelde adviezen;

• de effectuering van beleidsvorming en -concretisering,

indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• evalueren, monitoren en analyseren;

• collectieve en individuele prestaties van medewerkers beoordelen;

• hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, maatwerk- plannen van aanpak en adviezen beoordelen en vaststellen;

• verantwoording afleggen over resultaten, budgetten, koppeling van budgetten aan sectoren en aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• op de juiste wijze:

• de samenwerking tussen naastlagere leidinggevenden onderling, tussen Specialisten onderling en tussen Specialisten en naastlagere leidinggevenden regisseren op het effectief en efficiënt behalen van de kwantitatieve en kwalitatieve directoraatdoelstellingen en op de daadwerkelijke effectuering van vastgesteld beleid;

• de interne en externe netwerkactiviteiten van zijn medewerkers regisseren op te behalen effectiviteit en efficiëntie in praktijk- en beleids-(vormende) inzet;

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

• wet- en regelgeving, beleid, techniek en wetenschap die het vakgebied leiding raken in de relatie politieorganisatie en samenleving.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• resultaatgericht aansturen van een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van naastlagere leidinggevenden uitvoerende én beleidsvormende (Specialisten) aard is;

• Leiding en sturing, Organiseren, Structureren, Realiseren en Samenwerken;

• persoonlijk leiderschap;

• multicultureel vakmanschap;

• inzicht in gedrag;

• richtlijnen, werkwijzen, protocollen en procedures met betrekking tot:

• bedrijfsvoering;

• personeelsbeleid;

• organisatiebeleid en toepassing LFNP;

• budgetterings- en begrotingsmethodieken;

• koppelen van budgetten;

• implementatietechniek;

• analysetechnieken;

• netwerktechnieken;

• structureren van processen;

• inzicht in beleidsvormende, organisatie-, bedrijfs- en bestuurskundige processen;

• inzicht in politiek-bestuurlijke besluitvormingsprocessen;

alsmede:

• wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken die betrekking hebben op de werkzaamheden op de betreffende (clusters van) vakgebieden waarover leiding wordt gegeven.

• helicopterview over de samenwerkings- en netwerkverbanden (interne, externe, lokale, regionale, landelijke, internationale), alsmede over de omgevingen (bestuurlijk, multicultureel etc.) waarin de medewerkers in zijn directoraat opereren;

• helicopterview over de kennisterreinen in de specialisaties die voor het behalen van de resultaten van het directoraat en zijn onderdelen van belang zijn;

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• participeert in netwerken van leidinggevenden waarin informatie rond sturen en leiderschap wordt gedeeld, zodat het (persoonlijk) leiderschap wordt bevorderd;

• participeert in netwerken op de vakgebieden die relevant zijn voor de door zijn sectoren binnen het directoraat te behalen resultaten, zodat er een basis is voor het stellen van prioriteiten in de uitvoering van het vastgestelde bedrijfsvoeringplan, voor het formuleren van de benodigde kwalitatieve inbreng en inzet van zijn medewerkers, voor het beoordelen van deze inzet en inbreng, en voor het beslissen op hem door zijn medewerkers voorgelegde voorstellen tot verbetering, maatwerkplannen van aanpak, adviezen en op de hem voorgelegde beleidsdocumenten;

• oriënteert zich op de (besluitvormings)processen in de (politiek-bestuurlijke, multiculturele, interne en externe beleidsondersteunende, beleidsvormende of onderzoeks-) omgevingen, (eventueel door bijwonen, participatie, regie) waarin zijn medewerkers opereren en die voor het behalen van resultaten door zijn medewerkers relevant zijn, zodat er een basis is voor sturen op effectiviteit en efficiëntie in het behalen kwantitatieve en kwalitatieve resultaten en voor het kunnen nemen van beslissingen ten aanzien van aanpak van vraagstukken en ten aanzien van besluitwaardigheid met betrekking tot beleids(vorming), koers en strategie;

• volgt (opfris)cursussen voor het behalen van de resultaten van zijn directoraat en zijn onderdelen relevante specialisaties, om op hoofdlijnen op de hoogte te (komen) blijven van de mogelijkheden die deze specialisaties kunnen bieden voor de praktijk- en beleids-(vormende) inzet in uitvoeringspraktijk en/of de bedrijfsvoering;

• raadpleegt actief kennisbronnen.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft wo werk- en denkniveau;

• heeft een afgeronde relevante opleiding in leidinggeven met bestuurlijke ervaring in een beleidsvormende koers&strategieomgeving, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie- en/of werkterrein- en/of aandachtsgebiedgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Niet van toepassing.

Psychisch risico

Kans op confrontatie met menselijk leed is in deze functie aanwezig door het vanuit de zorg voor personeel deelgenoot worden van het leed en de problemen die bij personeelsleden spelen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering / aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks dat beleid, koers en strategie wordt geformuleerd vanuit optimale kwalitatieve en kwantitatieve samenwerking in beleidsvorming en -concretisering, deze door externe factoren niet tot de gewenste effecten leiden, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. Dit risico is met name aan de orde waar de beleidsvorming en -concretisering plaatsvindt in complexe politiek-bestuurlijke omgevingen / netwerken, hetgeen in deze functie vrijwel altijd aan de orde is.

De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/ aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Korpschef

Kern van de functie

Leiding draagt bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Leiding handelt in het perspectief van de politie als totaal.

Leiding stuurt op het bereiken van resultaten, bepaalt, beslist en (be)oordeelt aangaande koers en strategie, beleid, doelstellingen, kwaliteit en kwantiteit van producten & diensten, contracten en plannen van aanpak waaronder ten aanzien van werkwijzen, personeel, middelen en financiën en overige randvoorwaardelijke aspecten.

Leiding: motiveert, stimuleert en inspireert personeel en stuurt op de ontwikkeling van personeel; monitoort en beoordeelt de kwaliteit van geleverde prestaties/ producten en beslist op bijsturing en te nemen maatregelen; is resultaat- en financieel verantwoordelijk en verantwoordelijk voor het organisatierendement.

Leiding vertegenwoordigt de Politie.

Leiding geeft met name uitvoering aan processen in de tak Besturen uit het RBP.

De Korpschef48De opbouw van functies in het domein Leiding kent op dit moment 4 niveaus: Teamchef (A, B en C), Sectorhoofd, Directeur en Korpschef.De inrichting van nationale politie, hoewel daar in deze opbouw waar mogelijk al rekening mee is gehouden, kan tot wijzigingen leiden.Voor korps kan worden gelezen: een regiokorps, dan wel een ‘eenheid’ in het nationale politieverband. Voor de leesbaarheid is gekozen voor de term ‘naastlagere leidinggevende’ te hanteren i.p.v. Teamchef, Sectorhoofd of Directeur. draagt als autoriteit bij aan een effectieve en efficiënte organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Hij stelt missie, visie, koers, strategie en doelstellingen voor het korps(eenheid) vast en draagt bij aan de totstandkoming van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen voor de politie als geheel. Hij is de eindverantwoordelijke voor het realiseren van het vastgestelde korpsbeleid en de eindverantwoordelijke voor een optimale effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van het korps. Hij is de financieel eindverantwoordelijke voor het korps en vertegenwoordigt het korps in rechte.

De Korpschef is voorzitter van de korpsdirectie. Hij is de verbindende schakel tussen korps en het bestuur. Hij representeert het bevoegd gezag en is verantwoordelijk voor het imago van de politie.

Activiteiten en resultaten

Leiding en sturing

  • Het zijn van eindverantwoordelijke voor personeelsbeleid en -ontwikkeling, voor een veilige werkomgeving in een korps, en voor het organisatierendement, zodat het korps ook op lange(re) termijn effectief en efficiënt werkt.

  • Het vaststellen van de strategie ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk en ten aanzien van de kwaliteit en professionaliteit van het personeel, zodat de resultaten op de meest effectieve en efficiënte wijze worden behaald en, het korps ook op lange(re) termijn effectief en efficiënt werkt.

  • Het leiding geven aan zijn medewerkers, zodat werkzaamheden effectief en efficiënt worden uitgevoerd en resultaten worden behaald.

  • Het voeren van (integrale) resultaat-, functionerings-, beoordelings- en ontwikkelgesprekken – en indien nodig voortgangsgesprekken met zijn medewerkers, zodat − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − de betrokken functionaris weet wat de politieorganisatie van hem verwacht en de politieorganisatie weet wat de functionaris van de organisatie verwacht.

  • Het − in relatie tot de organisatiedoelstellingen − op- en vaststellen van ontwikkelplannen voor zijn medewerkers, zodat voor de betrokken functionaris inzicht ontstaat in belonings- en ontwikkelingsperspectief.

  • Het creëren van een veilige werkomgeving, het motiveren en inspireren van medewerkers, en het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers, zodat functionarissen worden uitgenodigd hun capaciteiten optimaal in te zetten voor de politie.

Organiseren

  • Het zijn van verbindende schakel tussen het korps en het bestuur. Het vanuit deze positie vanuit het korps bijdragen aan de totstandkoming van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen voor de politie als geheel, zodat de politie steeds optimaal is gepositioneerd in de maatschappij.

  • Het vaststellen van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen op effecten en resultaten voor het korps in afstemming met het bestuur, zodat de bedrijfsvoering van het korps steeds actueel aansluit op maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen.

  • Het vastleggen van de vastgestelde koers en strategie in het korps-bedrijfsvoeringplan, met vaststellen van prioriteiten, zodat duidelijk is welke de organisatiedoelstellingen zijn en een basis ontstaat voor het sturen op resultaten en effecten binnen budget en binnen de gestelde tijdslijnen.

  • Het zijn van voorzitter van de korpsdirectie, zodat er in het korps een verbindende schakel is tussen de door de korpschef vastgestelde koers en strategie enerzijds en het door de directeuren vastgesteld beleid anderzijds, en het korps daarmee effectief en efficiënt in zijn bedrijfsvoering aansluit op actuele maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen.

  • Het representeren van het bevoegd gezag en het daarmee beïnvloeden van het imago van de politie; het zijn van aanspreekpunt voor intern en extern functioneren, inzet, optreden, organisatie en financiën van het korps; het innemen − vanuit de politie − van een spilpositie in landelijke netwerken van ketenpartners ten aanzien van de bepaling van de bijdrage van de politieorganisatie aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en ten aanzien van de bevordering van veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, zodat er een verbindende schakel is tussen het publiek en de politie, en de ketenpartners in veiligheid en de politie, en de politie als geheel daarmee effectief en efficiënt in zijn bedrijfsvoering aansluit op actuele maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen.

  • Het vertegenwoordigen van het korps in rechte, zodat het korps contracten kan aangaan.

  • Het vertalen van korps-doelstellingen naar doelstellingen voor directoraten en het daarin benoemen van resultaten, prioriteiten en randvoorwaarden, zodat duidelijk is welke de bijdrage van het directoraat moet zijn aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen.

  • Het toetsen van directoraatbedrijfsvoeringplannen aan het vastgestelde korps-bedrijfsvoeringplan, het koppelen (toewijzen en verdelen) van budgetten aan de daarin vastgelegde resultaten en het vaststellen van deze plannen, zodat directoraten zijn toegerust voor het behalen van hun resultaten.

  • Het vertalen van de korpsdoelstellingen naar individuele bijdragen van zijn medewerkers door het op- en vaststellen van resultaatafspraken, zodat activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op duidelijke wijze zijn toebedeeld aan de juiste functionarissen, effectief gebruikmakend van hun tijd en hun bekwaamheden en zodoende elke functionaris weet welke resultaten van hem worden verwacht en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

  • Het faciliteren van zijn medewerkers met middelen en randvoorwaardelijke aspecten voor het behalen van hun resultaten, zodat functionarissen optimaal worden toegerust en daarmee de resultaten effectief en efficiënt worden behaald.

Structureren

  • Het zijn van eindverantwoordelijke voor de organisatiestructuur van het korps, zodat een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.

  • Het vertalen in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten van koers en strategie naar een organisatiestructuur voor het korps; het kiezen van de daarin op te nemen LFNP-functies en het vaststellen ervan,

  • Het vastleggen van de aldus tot stand gebrachte organisatiestructuur in het korps-bedrijfsvoeringplan, zodat Directeuren een richtsnoer hebben voor het samenhangend structureren van hun directoraten en daarmee een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt bevorderd.

  • Het initiëren van verbeteringen in de organisatie en het initiëren van de organisatieontwikkeling; het participeren in het toezicht op het beheer en onderhoud van het LFNP, zodat het korps/de politie als geheel effectief en efficiënt in zijn bedrijfsvoering en organisatiestructuur aansluit op actuele maatschappelijke/ organisatorische ontwikkelingen.

Realiseren

  • Het vaststellen van strategische prioriteiten voor het korps, zodat het korps ook op langere termijn effectief en efficiënt werkt.

  • Het kwalitatief en kwantitatief beoordelen van collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers, zodat een basis ontstaat voor (bij)sturing van personele inzet op te behalen resultaten en effecten, en van de wijze waarop deze worden behaald.

  • Het toetsen van hem voorgelegde voorstellen tot verbeteringen op hun bijdragen aan effectiviteit en efficiëntie en aan het korps-bedrijfsvoeringplan; het vaststellen van deze voorstellen; het sturen op implementatie van vastgestelde verbeteringen door het maken van uitvoeringsafspraken en het sturen op nakoming van afspraken, zodat een steeds effectievere en efficiëntere organisatie en uitvoering ontstaat.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van de uitvoering van het vastgestelde korps-bedrijfsvoeringplan en vastgestelde concernstafbedrijfsvoeringplannen, van de realisatie van verbeteringen, van organisatieontwikkeling, van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk en ten aanzien van de kwaliteit en professionaliteit van het personeel, van de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten en prestaties van het korps in relatie tot de ingezette mensen en middelen en daarmee van de effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering van het korps; het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het analyseren, monitoren en evalueren van besteding van budgetten, het signaleren van de noodzaak tot bijsturing en het sturen op concretisering hiervan, zodat de resultaten binnen budget worden behaald.

  • Het − als eindverantwoordelijke voor resultaten, financiën en organisatierendement − afleggen van verantwoording over het behaalde resultaat van het korps alsmede over het daarvoor bestede budget aan de hand van de in het vastgestelde korps-bedrijfsvoeringplan én in vastgestelde concernstafbedrijfsvoeringplannen benoemde missie, visie, koers, strategie, doelstellingen, met concretisering op beoogde effecten en resultaten, en toegekende budgetten, zodat de kwaliteit en kwantiteit van effecten en resultaten kan worden vastgesteld en een basis ontstaat voor het nemen van maatregelen en voor het (toekomstig) sturen op effectiviteit en efficiëntie van het korps.

  • Het afleggen van verantwoording over het korpsbeleid, zodat de kwaliteit en kwantiteit van effecten en resultaten van het korps kan worden vastgesteld in relatie tot de ingezette mensen en middelen, en een basis ontstaat voor het nemen van maatregelen en voor het (toekomstig) sturen op effectiviteit en efficiëntie van de het korps.

  • Het afleggen van verantwoording over het koppelen (toewijzen en verdelen) van de budgetten aan directoraten, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen en van invloed zijn geweest op de toewijzing en verdeling.

  • Het afleggen van verantwoording over het bestede budget aan faciliteiten voor zijn medewerkers, zodat wordt aangetoond op welke wijze economische aspecten zijn afgewogen.

Samenwerken

  • Het sturen op een optimale samenwerking door deze te initiëren, op te bouwen, te onderhouden en te regisseren, onder meer middels netwerken (intern en extern, regionaal en landelijk), tussen de diverse functionarissen binnen zijn korps en ook met functionarissen van andere relevante korpsen / concernstafonderdelen / disciplines/ ketenpartners, binnen én buiten de politie, nationaal én internationaal, zodat koers en strategie effectief en efficiënt tot stand komt en alle beschikbare kennis binnen en buiten de politieorganisatie wordt benut en landelijk uniforme uitvoering van vastgesteld concernstafbeleid binnen het korps wordt geborgd.

  • Het maken van uitvoeringsafspraken met ketenpartners, het sturen op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en het sturen op nakoming van afspraken, zodat de samenwerking ten aanzien van de bepaling van de bijdrage van de politieorganisatie aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde en ten aanzien van de bevordering van veiligheid en leefbaarheid in de samenleving wordt ondersteund en besluitvorming bevorderd wordt.

  • Het monitoren van de kwalitatieve en kwantitatieve voortgang van activiteiten en de resultaten uit samenwerking terzake korpsbedrijfsvoering, totstandkoming van koers en strategie en concretisering daarvan, zodat tijdig kan worden bijgestuurd en resultaten binnen de gestelde tijdslijnen worden behaald.

  • Het participeren in netwerken van leidinggevenden waarin informatie rond sturen en leiderschap wordt gedeeld, zodat het (persoonlijk) leiderschap wordt bevorderd.

Hoge Omschakelfrequentie

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

RolaanduidingKan, mits daarvoor gecertificeerd en aangewezen, optreden als:

  • Projectleider;

  • Plaatsvervanger;

  • Onderhandelaar;

  • Medewerker in SGBO-verband.

LFNP Niveau-indicatoren

Belang

Effecten

Het gewenste effect (outcome) dat met het instellen van deze functie wordt beoogd is:

• de effectieve en efficiënte politieorganisatie;

• legitimering van politie in de samenleving.

Resultaten

De resultaten (output) die in deze functie moeten kunnen worden behaald, zijn:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• vastgestelde strategie ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk en ten aanzien van de kwaliteit en professionaliteit van het personeel;

• aangestuurd collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van naastlagere leidinggevende, uitvoerende én beleidsvormende (Specialisten) aard is, en dat wordt ingezet op het behalen van de in korps- én concernstafbedrijfsvoeringplannen vastgelegde organisatiedoelstellingen;

• ontwikkelplannen van zijn medewerkers;

• medewerkers die hun capaciteiten optimaal inzetten voor de politie;

• een veilige werkomgeving;

• ten aanzien van organiseren:

• het zijn van verbindende schakel tussen het korps en het bestuur;

• het zijn van verbindende schakel − door het voorzitterschap van de korpsdirectie − tussen koers en strategie van het korps enerzijds, en het beleid van directeuren anderzijds;

• het zijn van representant van de politie in het publieke domein;

• het zijn van representant van de politie in de veiligheidsketen door het innemen − vanuit de politie − van een spilpositie in landelijke netwerken van ketenpartners;

• vertegenwoordiging van het korps in rechte;

• bijdragen vanuit het korps aan totstandkoming van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen, met concretisering op beoogde effecten en resultaten, voor de politie als geheel;

• vastgestelde missie, visie, koers, strategie en doelstellingen, met concretisering op beoogde effecten en resultaten, voor het korps;

• vastgestelde koers en strategie van het korps, vastgelegd in een korps-bedrijfsvoeringplan;

• op basis van het vastgesteld korps-bedrijfsvoeringplan met daarin benoemde prioriteiten aan de directoraatbedrijfsvoeringplannen gekoppelde budgetten;

• een, het vastgesteld bedrijfsvoeringplan dekkende toedeling van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers, vastgelegd in resultaatafspraken;

• voor het behalen van hun resultaten gefaciliteerde medewerkers;

• ten aanzien van structureren:

• een − in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten en in overeenstemming met koers en strategie van de politie − uitgewerkte organisatiestructuur voor het korps met keuze uit LFNP-functies, vastgelegd in het korpsbedrijfsvoeringplan;

• initiatieven tot organisatieontwikkeling c.q. tot verbeteringen in de organisatiestructuur;

• toezicht op het beheer en onderhoud van het LFNP;

• ten aanzien van realiseren:

• vastgestelde en in het korps-bedrijfsvoeringplan vastgelegde visie, missie, koers en strategie voor het korps;

• vastgestelde strategische prioriteiten voor het korps;

• uitgevoerd korps-bedrijfsvoeringplan binnen vastgesteld budget, tijdslijn en op de vastgestelde wijze behaalde resultaten;

• beoordeelde collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers en eventuele bijsturing van deze medewerkers op hun wijze van inzet;

• evaluatie, monitoring en analyse op (de voortgang van):

• de uitvoering van het vastgestelde korps-bedrijfsvoeringplan, inclusief de besteding van budgetten;

• de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten en prestaties van het korps in relatie tot de ingezette mensen en middelen en daarmee van de effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering van het korps;

• de realisatie van vastgestelde verbeteringen;

• concretisering en effectuering van strategie ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk en ten aanzien van de kwaliteit en professionaliteit van het personeel;

• concretisering en effectuering van strategie ten aanzien van organisatieontwikkeling;

en zo nodig bijsturing ervan;

• verantwoording over het gevoerde korpsbeleid, over de uitvoering van vastgestelde concernstafbedrijfsvoeringplannen, over resultaten, financiën en organisatierendement, en ten aanzien van koppeling van budgetten aan directoraten;

• ten aanzien van samenwerken:

• effectief en efficiënt tot stand gekomen koers en strategie en concretisering daarvan op basis van door hem geregisseerde samenwerking tussen functionarissen binnen zijn korps en met functionarissen van andere relevante korpsen / concernstafonderdelen / disciplines/ ketenpartners, binnen én buiten de politie, nationaal én internationaal;

• landelijk uniforme uitvoering van vastgesteld concernstafbeleid binnen het korps door regie op de uitvoering;

• afspraken met ketenpartners ten aanzien van de bijdrage van de politieorganisatie aan de handhaving van rechtsorde en openbare orde, en ten aanzien van veiligheid en leefbaarheid in de samenleving;

Beïnvloeding

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt, binnen het kader van het behalen van resultaten, aantoonbaar initiatieven die ook de gewenste (deel)effecten naderbij brengen, zoals:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• stelt richtinggevend strategie op ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk en stelt deze vast;

• stelt richtinggevend strategie op ten aanzien van kwaliteit en professionaliteit van het personeel en stelt deze vast;

• geeft in een zodanige stijl leiding aan, dat de in het vastgesteld korps-bedrijfsvoeringplan benoemde resultaten worden behaald binnen budget, binnen de gestelde tijdslijn en op de vastgestelde wijze;

• houdt consequent beoordelings- en functioneringsgesprekken;

• stelt heldere ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op en vast;

• werkt consequent aan een veilige werkomgeving, aan het motiveren en inspireren van medewerkers, en aan het stimuleren van het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• vormt in persona de verbinding − door het voorzitterschap van de korpsdirectie − tussen koers en strategie van het korps enerzijds, en het beleid van Directeuren anderzijds;

• vormt in persona de verbinding tussen korps en bestuur;

• representeert in persona het bevoegd gezag in het publieke domein en werkt vanuit deze positie gericht aan beïnvloeding van het imago van de politie;

• representeert in persona de politie in de veiligheidsketen door het innemen − vanuit de politie − van een spilpositie in landelijke netwerken van ketenpartners;

• is in persona het aanspreekpunt voor het intern en extern functioneren, inzet, optreden, organisatie en financiën van het korps;

• vormt in persona de vertegenwoordiging van het korps in rechte;

• draagt constructief bij vanuit het korps aan totstandkoming van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen, met concretisering op beoogde effecten en resultaten, voor de politie als geheel;

• stelt missie, visie, koers, strategie en doelstellingen, met concretisering op beoogde effecten en resultaten, voor het korps vast in lijn met de missie, visie, koers, strategie en doelstellingen voor de politie als geheel;

• stelt om redenen van effectiviteit en efficiëntie strategische prioriteiten voor het korps vast ;

• legt richtinggevend vastgestelde koers en strategie vast in een korps-bedrijfsvoeringplan;

• signaleert pro-actief de noodzaak voor vorming en -concretisering van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen voor de politie als geheel alsook voor zijn korps;

• koppelt op basis van het vastgesteld korps-bedrijfsvoeringplan en de daarin benoemde prioriteiten budgetten aan de directoraatbedrijfsvoeringplannen;

• toetst gedegen directoraat -bedrijfsvoeringplannen aan het vastgestelde korpsbedrijfsvoeringplan en stelt deze vast;

• deelt op te motiveren gronden aan zijn medewerkers activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe;

• faciliteert op te motiveren gronden zijn medewerkers in het licht van de te behalen resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• vertaalt in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten koers en strategie naar een passende organisatiestructuur voor het korps met keuze uit de LFNP-functies;

• neemt ter wille van effectiviteit en efficiëntie initiatieven tot organisatieontwikkeling dan wel tot verbeteringen in de organisatiestructuur;

• participeert actief in het toezicht op het beheer en onderhoud van het LFNP;

• ten aanzien van realiseren:

• stuurt vasthoudend op het behalen van de resultaten zoals benoemd in het korps-bedrijfsvoeringplan en in vastgestelde concernstafbedrijfsvoeringplannen, binnen vastgesteld budget en tijdslijn en op de vastgestelde wijze; evalueert, monitoort en analyseert daartoe stelselmatig de voortgang in het behalen van resultaten en de besteding van de budgetten en stuurt zonodig bij;

• beoordeelt stelselmatig de collectieve en individuele prestaties van medewerkers in relatie tot de te behalen resultaten en stuurt zonodig bij ten aanzien van de wijze van hun inzet;

• toetst voorstellen tot verbeteringen − hem aangereikt bijvoorbeeld vanuit het bestuur − op hun bijdragen aan de vastgestelde missie, visie, koers, strategie en doelstellingen voor de politie als geheel alsmede die van het korps, aan effectiviteit en efficiëntie en aan het vastgestelde korp-sbedrijfsvoeringplan en stelt deze vast voor zijn korps;

• implementeert vasthoudend vastgestelde verbeteringen;

• stuurt vasthoudend op de concretisering en effectuering van strategie ten aanzien van:

• de ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk;

• de kwaliteit en professionaliteit van het personeel;

• de organisatieontwikkeling;

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig de (voortgang van) implementatie van vastgestelde verbeteringen, de concretisering en effectuering van strategie ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk, ten aanzien de kwaliteit en professionaliteit van het personeel en ten aanzien van organisatieontwikkeling, en stuurt zonodig tijdig bij;

• is in persona de eindverantwoordelijke voor resultaten, financiën en organisatierendement van het korps, en verantwoordt beargumenteerd budgetten en resultaten van het korps, de koppeling van budgetten aan directoraten en de aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• regisseert strak de samenwerking tussen functionarissen binnen zijn korps en met functionarissen van andere relevante korpsen / concernstafonderdelen / disciplines/ ketenpartners, binnen én buiten de politie ten behoeve van het tot stand brengen van koers en strategie en concretisering daarvan, onder meer door het initiëren, bouwen, onderhouden en op de inhoudelijke samenwerking regisseren van netwerken (intern en extern, regionaal, landelijk en internationaal);

• regisseert binnen het korps de landelijk uniforme uitvoering van vastgesteld concernstafbeleid;

• ondersteunt en bevordert besluitvorming in samenwerkingsverbanden met ketenpartners door het maken van uitvoerings- en randvoorwaardelijke afspraken over de bijdrage van de zijde van de politieorganisatie ten aanzien van handhaving van rechtsorde en openbare orde, en de bevordering van veiligheid en leefbaarheid.

• analyseert, monitoort en evalueert stelselmatig de (voortgang van) van samenwerking bij totstandkoming van koers en strategie en ten aanzien van samenwerking in handhaving van rechtsorde en openbare orde en de bevordering van veiligheid en leefbaarheid, en stuurt zonodig tijdig bij;

De functionaris past ‘Bevoegdheden’ zodanig toe dat deze de resultaten dienen maar zal (na overleg) ook afzien hiervan in situaties waar dit averechts kan uitpakken en verantwoordt zich voor deze beslissingen (het belang van ‘effect’ gaat boven het belang van ‘resultaat’).

Bevoegdheden

Voor het behalen van de resultaten mag de functionaris zelfstandig:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• strategie ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk vaststellen;

• strategie ten aanzien van de kwaliteit en professionaliteit van het personeel vaststellen;

• leiding geven aan een korps en zijn medewerkers;

• beoordeling en functioneren van zijn medewerkers vaststellen;

• ontwikkelplannen voor zijn medewerkers op- en vaststellen;

• algemene maatregelen nemen ter bevordering van een veilige werkomgeving voor, en de motivatie, het welzijn en de ontwikkeling van medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• voorzitter zijn van de korpsdirectie;

• het korps vertegenwoordigen bij het bestuur;

• het bevoegd gezag representeren in het publieke domein;

• aanspreekpunt zijn voor intern en extern functioneren, inzet, optreden, organisatie en financiën van het korps;

• de politie representeren in landelijke netwerken van ketenpartners;

• het korps in rechte vertegenwoordigen;

• vanuit het korps bijdragen aan totstandkoming van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen, met concretisering op beoogde effecten en resultaten, voor de politie als geheel;

• missie, visie, koers, strategie, doelstellingen en strategische prioriteiten, met concretisering op beoogde effecten en resultaten, voor het korps vaststellen en vastleggen in een korps-bedrijfsvoeringplan;

• directoraatbedrijfsvoeringplannen toetsen aan het vastgesteld korps-bedrijfsvoeringplan, deze vaststellen en op grond daarvan budgetten koppelen aan directoraten;

• activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden toewijzen aan zijn medewerkers en hen daarvoor faciliteren;

• ten aanzien van structureren:

• in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten: de organisatiestructuur inrichten van het korps en de daarvoor benodigde functies kiezen uit het LFNP;

• organisatieontwikkeling en verbeteringen in de organisatiestructuur initiëren;

• participeren in toezicht op het beheer en onderhoud van het LFNP;

• ten aanzien van realiseren:

• de voortgang van:

• de uitvoering van het vastgestelde korps-bedrijfsvoeringplan en vastgestelde concernstafbedrijfsvoeringplannen;

• de besteding van budgetten;

• de realisatie van vastgestelde verbeteringen;

• concretisering en effectuering van strategie ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk en ten aanzien van de kwaliteit en professionaliteit van het personeel;

• concretisering en effectuering van strategie ten aanzien van organisatieontwikkeling;

analyseren, monitoren en evalueren en zonodig bijsturen;

• de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten en prestaties van het korps in relatie tot de ingezette mensen en middelen en daarmee de effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering van het korps analyseren, monitoren en evalueren;

• collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers beoordelen en eventueel bijsturen op hun wijze van inzet;

• budgetten en resultaten van het korps, alsmede de koppeling van budgetten aan directoraten verantwoorden;

• het korpsbeleid én de uitvoering van vastgestelde concernstafbedrijfsvoeringplannen verantwoorden;

• ten aanzien van samenwerken:

• sturen op effectieve en efficiënte totstandbrenging van koers en strategie en concretisering daarvan op basis van door hem geregisseerde samenwerking tussen functionarissen binnen zijn korps en met functionarissen van andere relevante korpsen / concernstafonderdelen/disciplines/ketenpartners, binnen én buiten de politie, nationaal én internationaal;

• binnen het korps de landelijk uniforme uitvoering van vastgesteld concernstafbeleid regisseren;

• de kwalitatieve en kwantitatieve voortgang van activiteiten en resultaten uit samenwerking terzake korpsbedrijfsvoering, totstandkoming van koers en strategie en concretisering daarvan monitoren en eventueel bijsturen;

• sturen op optimale samenwerking bij handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), de handhaving van de openbare orde en bij het bevorderen van veiligheid en leefbaarheid in de samenleving; afspraken maken met ketenpartners ten aanzien van de rol en bijdrage van de politie in deze samenwerking;

Complexiteit

Context

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen de context van:

• de politieorganisatie en de samenleving;

Speelveld

De problematiek die met het instellen van deze functie wordt beoogd tot oplossing te brengen, speelt zich af binnen het kader van:

• het korps en zijn medewerkers;

• het Bestuur over de politie;

• de korpsdirectie;

• koers en strategie van de politie als geheel;

• koers en strategie van het korps;

• in het korps-bedrijfsvoeringplan vastgelegde organisatiedoelstellingen en budget;

• korpsorganisatiestructuur;

• het publieke domein;

• internationale en landelijke netwerken van ketenpartners

Oplossingsgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris neemt binnen het kader van het oplossen van problemen in het speelveld, aantoonbare initiatieven die ook de problematiek in de context efficiënter en effectiever aanpakt. De functionaris lost problemen op door deze vanuit een breed perspectief te benaderen; investeert in interne en externe oriëntatie. Context en speelveld zoals vermeld onder niveau-indicator Dynamiek/Complexiteit.

In dit kader:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• kiest de functionaris bij het geven van leiding aan zijn medewerkers, uit bestaande leiderschapstijlen voor de stijl die leidt tot de meest optimale resultaten in termen van veilige werkomgeving, gemotiveerde medewerkers, en een resultaatgericht, kostenbewust en effectief en efficiënt werkend korps;

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het vaststellen van de strategie ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk en ten aanzien van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk van het personeel;

• het voeren van (integrale) resultaat-, functionerings-, beoordelings- en ontwikkelgesprekken met zijn medewerkers;

• het opstellen ontwikkelplannen;

• ten aanzien van organiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het − vanuit het voorzitterschap van de korpsdirectie − verbinden van de door de korpschef vastgestelde koers en strategie enerzijds aan het door de directeuren vastgesteld beleid anderzijds en visa versa;

• het vertegenwoordigen van het korps tegenover het Bestuur over de politie;

• het − door het zijn van representant van het bevoegd gezag − beïnvloeden van het imago van de politie in het publieke domein;

• het − door het zijn van eindverantwoordelijke voor het korps − verantwoording nemen en afleggen over het intern en extern functioneren, inzet, optreden, organisatie en financiën van het korps;

• het − door het innemen als representant van de politie van een spilpositie in landelijke netwerken van ketenpartners − verbinden van het publiek aan de politie en visa versa, alsmede verbinden van de ketenpartners in veiligheid aan de politie en visa versa;

• het vertegenwoordigen van het korps in rechte bij het aangaan van contracten;

• het bijdragen aan de totstandkoming van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen, met concretisering op beoogde effecten en resultaten, voor de politie als geheel;

• het vaststellen van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen voor het korps, met concretisering op beoogde effecten en resultaten;

• het vaststellen van strategische prioriteiten voor het korps;

• het vastleggen van de vastgestelde koers en strategie in het korps-bedrijfsvoeringplan;

• het toetsen van directiebedrijfsvoeringplannen aan het vastgestelde korps-bedrijfsvoeringplan, het vaststellen ervan en het koppelen van budgetten aan directies;

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers (het op- en vaststellen van resultaatafspraken);

• het faciliteren van zijn medewerkers ten behoeve van het behalen van resultaten;

• ten aanzien van structureren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten structureren van de korps-organisatie met keuze uit LFNP-functies;

• het initiëren van verbeteringen in de organisatiestructuur en het initiëren van de organisatieontwikkeling;

• het participeren in het toezicht houden op beheer en onderhoud van het LFNP;

ten aanzien van realiseren:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het bijsturen van de inzet van zijn medewerkers indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties van zijn medewerkers daar aanleiding toe geeft;

• het bijsturen op:

• de uitvoering van het vastgestelde korps-bedrijfsvoeringplan en vastgestelde concernstafbedrijfsvoeringplannen;

• de besteding van budgetten;

• de ingezette mensen en middelen in relatie tot de te behalen kwantitatieve en kwalitatieve resultaten en prestaties van het korps en daarmee van de effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering van het korps;

• de realisatie van vastgestelde verbeteringen;

• concretisering en effectuering van strategie ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk en ten aanzien van de kwaliteit en professionaliteit van het personeel;

• concretisering en effectuering van strategie ten aanzien van organisatie-ontwikkeling;

indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het verantwoorden van resultaten, budgetten, koppeling van budgetten aan directoraten en aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• neemt de functionaris het initiatief tot:

• het sturen op effectieve en efficiënte totstandbrenging van koers en strategie en concretisering door samenwerking te initiëren, op te bouwen en te regisseren tussen functionarissen binnen zijn korps en met functionarissen van andere relevante korpsen / concernstafonderdelen / disciplines/ ketenpartners, binnen én buiten de politie, nationaal én internationaal;

• het sturen op een effectieve en efficiënte uitvoering van vastgestelde concernstafbedrijfsvoeringplannen door deze binnen het korps te regisseren;

• het eventueel bijsturen van de samenwerking terzake korpsbedrijfsvoering, totstandkoming van koers en strategie en concretisering indien uit monitoring op de kwalitatieve en kwantitatieve voortgang van activiteiten en resultaten blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het sturen op optimale samenwerking met ketenpartners bij handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), de handhaving van de openbare orde en bij het bevorderen van veiligheid en leefbaarheid in de samenleving en het daarbij maken van afspraken ten aanzien van de rol en bijdrage van de politie in deze samenwerking.

Handelingsbekwaamheid

Voor het oplossen van problemen binnen het speelveld van de functie kan de functionaris de meest vergaande oplossingen toepassen in relatie tot de zwaarste problemen.

De functionaris kan:

• ten aanzien van leiding en sturing:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het vaststellen van de strategie ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk en ten aanzien van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk van het personeel;

• het direct aansturen van zijn medewerkers op het binnen budget en op de vastgestelde wijze behalen van resultaten;

• het creëren van een veilige werkomgeving;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• medewerkers motiveren en stimuleren, en sturen op hun welzijn en ontwikkeling;

• beoordeling en functioneren vaststellen voor zijn medewerkers;

• ontwikkelplannen opstellen voor zijn medewerkers;

• ten aanzien van organiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het − vanuit het voorzitterschap van de korpsdirectie − verbinden van de door de korpschef vastgestelde koers en strategie enerzijds aan het door de directeuren vastgesteld beleid anderzijds en visa versa;

• het vertegenwoordigen van het korps tegenover het Bestuur over de politie;

• het − door het zijn van representant van het bevoegd gezag − beïnvloeden van het imago van de politie in het publieke domein;

• het − door het zijn van eindverantwoordelijke voor het korps − verantwoording nemen en afleggen over het intern en extern functioneren, inzet, optreden, organisatie en financiën van het korps;

• het − door het innemen als representant van de politie van een spilpositie in landelijke netwerken van ketenpartners − verbinden van het publiek aan de politie en visa versa, alsmede de ketenpartners in veiligheid aan de politie en visa versa;

• het vertegenwoordigen van het korps in rechte bij het aangaan van contracten;

• het bijdragen aan de totstandkoming van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen, met concretisering op beoogde effecten en resultaten, voor de politie als geheel;

• het vaststellen van missie, visie, koers, strategie en doelstellingen voor het korps, met concretisering op beoogde effecten en resultaten;

• het vaststellen van strategische prioriteiten voor het korps;

• het vastleggen van de vastgestelde koers en strategie in het korps-bedrijfsvoeringplan;

• het toetsen van directoraatbedrijfsvoeringplannen aan het vastgestelde korps-bedrijfsvoeringplan, het vaststellen ervan en het koppelen van budgetten aan directoraten;

• het toewijzen van activiteiten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan zijn medewerkers;

• het faciliteren van zijn medewerkers voor het behalen van hun resultaten;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• resultaatafspraken op- en vaststellen;

• ten aanzien van structureren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het in samenwerking met Bedrijfsvoeringspecialisten structureren van de korps-organisatie;

• het initiëren van verbeteringen in de organisatiestructuur en het initiëren van de organisatieontwikkeling;

zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• in de korpsorganisatiestructuur passende LFNP-functies kiezen;

• medetoezicht uitoefenen op het beheer en onderhoud van het LFNP;

• ten aanzien van realiseren:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het bijsturen van medewerkers op hun inzet indien de beoordeling van collectieve en individuele prestaties daar aanleiding toe geeft;

• het bijsturen op:

• de uitvoering van het vastgestelde korps-bedrijfsvoeringplan en vastgestelde concernstafbedrijfsvoeringplannen;

• de besteding van budgetten;

• de ingezette mensen en middelen in relatie tot de te behalen kwantitatieve en kwalitatieve resultaten en prestaties van het korps en daarmee van de effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering van het korps;

• de realisatie van vastgestelde verbeteringen;

• concretisering en effectuering van strategie ten aanzien van ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van het politiewerk en ten aanzien van de kwaliteit en professionaliteit van het personeel;

• concretisering en effectuering van strategie ten aanzien van organisatie-ontwikkeling;

indien uit evaluatie, monitoring en/of analyse blijkt dat hiertoe noodzaak is, zelfstandig aanpakken;

• op de juiste wijze:

• evalueren, monitoren en analyseren;

• collectieve en individuele prestaties van medewerkers beoordelen;

• verantwoording afleggen over resultaten, financiën, organisatierendement, koppeling van budgetten aan directoraten en aan medewerkers verleende faciliteiten;

• ten aanzien van samenwerken:

• de problemen die zich voordoen bij:

• het sturen op effectieve en efficiënte totstandbrenging van koers en strategie en concretisering door samenwerking te initiëren, op te bouwen en te regisseren tussen functionarissen binnen zijn korps en met functionarissen van andere relevante korpsen / concernstafonderdelen / disciplines/ ketenpartners, binnen én buiten de politie, nationaal én internationaal;

• het sturen op een effectieve en efficiënte uitvoering van vastgestelde concernstafbedrijfsvoeringplannen door deze binnen het korps te regisseren;

• het eventueel bijsturen van de samenwerking terzake korpsbedrijfsvoering, totstandkoming van koers en strategie en concretisering indien uit monitoring op de kwalitatieve en kwantitatieve voortgang van activiteiten en resultaten blijkt dat hiertoe noodzaak is;

• het sturen op optimale samenwerking met ketenpartners bij handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), de handhaving van de openbare orde en bij het bevorderen van veiligheid en leefbaarheid in de samenleving en het daarbij maken van afspraken ten aanzien van de rol en bijdrage van de politie in deze samenwerking;

zelfstandig aanpakken;

Aan de functie kleeft de Hoge Omschakelfrequentie met interne exposure.

Ontwikkelingen in kennis en vaardigheden

Kennisontwikkeling

Nieuwe (toekomstige) inzichten die het vakgebied van deze functie raken komen voor een belangrijk deel voort uit ontwikkelingen in:

wet- en regelgeving, beleid, techniek en wetenschap die het vakgebied leiding raken in de relatie politieorganisatie en samenleving.

Kennisterrein

De kennis en vaardigheden die voor deze functie relevant zijn, zijn:

• resultaatgericht aansturen van een collectief van medewerkers waarvan het karakter van de werkzaamheden van naastlagere leidinggevenden, uitvoerende én beleidsvormende (Specialisten) aard is;

• Leiding en sturing, Organiseren, Structureren, Realiseren en Samenwerken;

• persoonlijk leiderschap;

• multicultureel vakmanschap;

• inzicht in gedrag;

• richtlijnen, werkwijzen, protocollen en procedures met betrekking tot:

• bedrijfsvoering;

• personeelsbeleid;

• organisatiebeleid en toepassing LFNP;

• budgetterings- en begrotingsmethodieken;

• koppelen van budgetten;

• financieel beheer;

• implementatietechniek;

• analysetechnieken;

• netwerktechnieken;

• structureren van processen;

• netwerken gericht op samenwerking op politiek-bestuurlijk vlak en op publieke opinievorming;

• civiel (contract)recht, staatsrecht, bestuursrecht, arbeidsrecht en strafrecht;

• inzicht in beleidsvormende, organisatie- , bedrijfs- en bestuurskundige processen;

• inzicht in politiek-bestuurlijke besluitvormingsprocessen;

alsmede:

• helicopterview op wet- en regelgeving, richtlijnen, (OM-)aanwijzingen, werkwijzen, protocollen, procedures, methoden en technieken die betrekking hebben op de werkzaamheden in het korps.

• helicopterview over de samenwerkings- en netwerkverbanden (interne, externe, lokale, regionale, landelijke, internationale), alsmede over de omgevingen (bestuurlijk, multicultureel etc.) waarin de medewerkers in zijn korps opereren;

• helicopterview over de kennisterreinen in de specialisaties die voor het behalen van de resultaten van het korps van belang zijn.

Kennisgerichtheid

Inspanningsverplichting

De functionaris houdt aantoonbaar zijn kennis en vaardigheden van het kennisterrein op peil op een wijze dat hij daar ook nieuwe kennis en vaardigheden in meeneemt.

De functionaris:

• participeert in netwerken van leidinggevenden waarin informatie rond sturen en leiderschap wordt gedeeld, zodat het (persoonlijk) leiderschap wordt bevorderd;

• participeert in netwerken die relevant zijn voor de door het korps te behalen resultaten, zodat er een basis is voor het stellen van prioriteiten in de uitvoering van het vastgestelde bedrijfsvoeringplan, voor het formuleren van de benodigde kwalitatieve inbreng en inzet van zijn medewerkers, voor het beoordelen van deze inzet en inbreng, en voor het beslissen op hem voorgelegde beleidsdocumenten;

• oriënteert zich op de (besluitvormings)processen in de (politiek-bestuurlijke, multiculturele, interne en externe beleidsondersteunende, beleidsvormende of onderzoeks-) omgevingen, (eventueel door bijwonen, participatie, regie) waarin zijn medewerkers opereren en die voor het behalen van resultaten door zijn medewerkers relevant zijn, zodat er een basis is voor sturen op effectiviteit en efficiëntie in het behalen kwantitatieve en kwalitatieve resultaten en voor het kunnen nemen van beslissingen ten aanzien van aanpak van vraagstukken en ten aanzien van beleidsvorming;

• volgt (opfris)cursussen in de voor het behalen van de resultaten van het korps relevante specialisaties, om op hoofdlijnen op de hoogte te (komen) blijven van de mogelijkheden die deze specialisaties kunnen bieden voor het realiseren van visie, missie, koers&strategie;

• raadpleegt actief kennisbronnen.

Basis(vak)kennis

De functionaris:

• heeft wo werk- en denkniveau

• heeft een afgeronde relevante opleiding in leidinggeven met ervaring in (politiek-) bestuurlijke besluitvorming, danwel EVC gelijkwaardig daaraan.

• voldoet aan functie- en/of werkterrein- en/of aandachtsgebiedgerelateerde geschiktheids- en vaardigheidseisen, zoals opgenomen in het opleidingsprofiel.

Fysiek risico

Kans op overbelasting van het gestel is in deze functie aanwezig door het in calamiteiten en crises langdurig achtereen het korps moeten representeren zonder de mogelijkheid te hebben tot overdracht. De ernst hiervan als zich dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op gering.

Psychisch risico

Kans op confrontatie met menselijk leed is in deze functie aanwezig door het vanuit de zorg voor personeel deelgenoot worden van het leed en de problemen die bij personeelsleden spelen. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering / aanmerkelijk ingeschat op gering.

Risico op slachtofferschap

Niet van toepassing.

Afbreukrisico

Kans op afbreukrisico is aanwezig in gevallen dat, ondanks dat de koers en strategie volledig is afgestemd op de actuele vereisten en op de te verwachten maatschappelijke/ organisatorische ontwikkelingen, en strak gestuurd wordt op het behalen van de vastgestelde resultaten en beoogde effecten, door externe factoren de uitgezette koers en strategie zich niet vertaalt in de gewenste effecten, en dit zich terugvertaalt in verminderde inzetbaarheid of schade aan het loopbaantraject. De ernst hiervan als dit zich voordoet is op een schaal gering/aanmerkelijk ingeschat op aanmerkelijk.

Bijlage

4

horende bij artikel 3, vierde lid

Werkterreinen, Aandachtsgebieden en Specifieke functionaliteiten LFNP

Vakgebieden: een clustering van in essentie gelijkgerichte activiteiten, resultaten en beoogde effecten op basis van voor dat vakgebied geldende processen.

Werkterreinen: een verbijzondering van het vakgebied, waarvoor een specifieke inzet en inbreng geldt. Voor deze inzet kunnen nadere opleidings- en certificeringeisen worden gesteld.

Aandachtsgebieden: een verbijzondering van een werkterrein, dat wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan onderwerpen, waarvoor een specifieke inzet en inbreng geldt. Voor deze inzet kunnen nadere opleidings- en certificeringeisen worden gesteld.

Specifieke functionaliteiten: een verbijzondering van een vakgebied door – direct in operationeel verband toe te passen – vereiste expliciete specialistische inzet en inbreng door gebruikmaking van specifieke (hulp)middelen en/of geweldsmiddelen waarbij uitgesproken specialistische vaardigheden en deskundigheid aan de orde is.

1. Leiding

Geen

Geen

Geen

2. Beveiliging

Geen

Geen

Geen

3. GGP

Wijkagent (vanaf Generalist):

Het werkterrein Wijkagent concentreert zich op het participeren, opbouwen en/of onderhouden van contacten met burgers, bedrijven en instellingen (netwerken) en het participeren in de aanpak met ketenpartners van veiligheidsproblematiek en heeft aandacht voor en signaleert t.a.v. criminaliteit binnen de wijk.

Geen

Geen

Hondengeleiding (vanaf Generalist):

Het werkterrein Hondengeleiding concentreert zich op alle operationele politietaken waarbij de combinatie mens/surveillancehond als doeltreffend middel wordt gezien. Met name ten aanzien van het nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij (dreigende) openbare orde verstoringen en geweldsincidenten. Zij participeren aanvullende netwerken rond het dierenwelzijn (dierenartsen, belangenverenigingen).

Geen

Geen

Doelgroepen (policing of communities) (vanaf Generalist):

Het werkterrein Doelgroepen concentreert zich op aandacht voor specifieke doelgroepen in relatie tot overlast en de aanpak daarvan en/of heeft aandacht voor en signaleert t.a.v. criminaliteit binnen dit kader.

Geen

Geen

Jeugd (vanaf Generalist):

Het werkterrein Jeugd concentreert zich op aandacht voor de jeugd in relatie tot overlast en de aanpak daarvan en/of heeft aandacht voor en signaleert t.a.v. jeugdcriminaliteit.

Geen

Geen

Milieu (Assistent B en vanaf Generalist):

Het werkterrein Milieu concentreert zich op de aan het milieu en de natuur gelieerde wet- en regelgeving en heeft aandacht voor en signaleert t.a.v. strafbare feiten en criminaliteit op het gebied van milieu.

Geen

Geen

Dierenwelzijn (animal cops) (Assistent B en vanaf Generalist):

Het werkterrein Dierenwelzijn concentreert zich op de aan het dierenwelzijn gelieerde wet- en regelgeving en heeft aandacht voor en signaleert t.a.v. strafbare feiten en criminaliteit op het gebied van dieren(welzijn).

Geen

Geen

Gevaarlijke stoffen (Assistent B en vanaf Generalist):

Het werkterrein Gevaarlijke stoffen concentreert zich op de aan de gevaarlijke stoffen gelieerde wet- en regelgeving en heeft aandacht voor en signaleert t.a.v. strafbare feiten en criminaliteit op het gebied van gevaarlijke stoffen.

Geen

Geen

Spoor (Assistent B en vanaf Generalist):

Het werkterrein Spoor concentreert zich op de aan het spoorverkeer gelieerde wet- en regelgeving en heeft aandacht voor en signaleert t.a.v. strafbare feiten en criminaliteit op het gebied van vervoer per spoor (stations, in treinen en langs het spoor).

Geen

Geen

Verkeer (Assistent B en vanaf Generalist):

Het werkterrein Verkeer concentreert zich op de aan het landverkeer gelieerde wet- en regelgeving en heeft aandacht voor en signaleert t.a.v. strafbare feiten en criminaliteit op het gebied van verkeer en vervoer.

Geen

Geen

Vreemdelingen (Assistent B en vanaf Generalist):

Het werkterrein Vreemdelingen concentreert zich op de Vreemdelingenwet en daaraan gelieerde wet- en regelgeving en heeft aandacht voor en signaleert t.a.v. strafbare feiten en criminaliteit op het gebied van vreemdelingen.

Geen

Geen

Beredenen (vanaf Generalist):

Het werkterrein Beredenen concentreert zich op alle operationele politietaken waarbij de combinatie mens/paard als doeltreffend middel wordt gezien. Met name ten aanzien van het nemen van regulerende en stabiliserende maatregelen bij (dreigende) openbare orde verstoringen en geweldsincidenten. Zij participeren in aanvullende netwerken rond het dierenwelzijn (dierenartsen, belangenverenigingen).

Geen

Geen

Nautisch (Assistent B en vanaf Generalist):

Het werkterrein Nautisch concentreert zich op de aan het water- en scheepvaartverkeer gelieerde nautische wet- en regelgeving en heeft aandacht voor en signaleert t.a.v. strafbare feiten en criminaliteit op het gebied van water- en scheepvaartverkeer.

Geen

Geen

Luchtwaarneming (vanaf Generalist):

Het werkterrein Luchtwaarneming concentreert zich op alle operationele politietaken waarbij uitvoering van deze werkzaamheden, vooral door middel van waarneming, het meest doeltreffend worden verricht vanuit een luchtvaartuig.

Geen

Geen

4. Informantenrunners

Geen

Geen

Geen

5. Intelligence

Geen

Geen

Geen

6. Interventie

Geen

Geen

Scherpschutter

Precisieschutter

Specialist Explosieven

Platforminstructeur

Persluchtduiker

Onderhandelaar bij gijzeling en kaping

7. Meldkamer

Geen

Geen

Geen

8. Observatie

Geen

Geen

Plaatser

Afschermer

Veldwerker

Peiler

9. Tactische Opsporing

Digitale Expertise (vanaf Generalist):

Het werkterrein Digitaal concentreert zich op de opsporing van strafbare feiten in de digitale wereld (Wet computercriminaliteit) en middels opsporing van klassieke criminaliteit (Wetboek van Strafrecht), waarbij gebruik wordt gemaakt van ICT-middelen. Daarnaast richt dit werkterrein zich op de gebruiksmogelijkheden van ICT-middelen bij het opsporen van strafbare feiten (opsporingsmiddelen)

Geen

Geen

Financieel Economisch (vanaf Generalist):

Het werkterrein Financieel Economisch concentreert zich op de financieel economische aspecten binnen een (strafrechtelijk) onderzoek, zoals bijvoorbeeld ontnemen en witwassen. Dit vraagt een voortdurende participatie in netwerken met andere, veelal specialistische partners op financieel economisch gebied.

Geen

Geen

Jeugd (vanaf Generalist):

Het werkterrein Jeugd concentreert zich op de opsporing van strafbare feiten waarvan de personen waartegen het strafbare feit is gericht danwel die als verdachte(n) (kunnen) worden aangemerkt of als betrokkene(n), vallen onder de term ‘jeugdige personen’ uit het wetboek van Strafrecht.

Geen

Geen

Zeden (vanaf Generalist):

Het werkterrein Zeden concentreert zich op de opsporing van strafbare feiten, zoals genoemd in Boek II, titel XIV van het wetboek van Strafrecht. Het werkterrein kenmerkt zich in die zin, dat er nagenoeg altijd sprake is van een grote inbreuk op zowel de persoonlijke als de lichamelijke integriteit. Veelal is er sprake van een moeilijke bewijspositie.

Geen

Geen

Milieu (vanaf Generalist):

Het werkterrein Milieu concentreert zich op de opsporing van strafbare feiten van de aan het milieu en de natuur gelieerde wet- en regelgeving.

Geen

Geen

Verdovende middelen (vanaf Generalist):

Het werkterrein Verdovende middelen concentreert zich op de opsporing van strafbare feiten van de Opiumwet en de daaraan gelieerde wet- en regelgeving.

Vanuit dit werkterrein wordt – waar relevant – informatie verstrekt tbv de aanpak van andere vormen van (zware) criminaliteit zoals terrorisme, wapenhandel, mensenhandel- en mensensmokkel.

Geen

Geen

Vreemdelingen (vanaf Generalist):

Het werkterrein Vreemdelingen concentreert zich op de opsporing van strafbare feiten van de Vreemdelingenwet en de daaraan gelieerde wet- en regelgeving.

Vanuit dit werkterrein wordt – waar relevant – informatie verstrekt tbv de aanpak van andere vormen van (zware) criminaliteit zoals terrorisme, wapenhandel, mensenhandel- en mensensmokkel.

Geen

Geen

Nautisch (vanaf Generalist):

Het werkterrein Nautisch concentreert zich op de opsporing van strafbare feiten van de aan het water- en scheepvaartverkeer gelieerde nautische wet- en regelgeving.

Tevens behoort tot dit werkterrein participatie in strafrechtelijke onderzoeken aan boord van Nederlandse zeeschepen waar ook ter wereld en schepen en/of platforms op het continentaal plat van de Noordzee.

Geen

Geen

Infrastructuur (vanaf Generalist):

Het werkterrein Infrastructuur concentreert zich op onderzoek naar de oorzaak en toedracht van ernstige (verkeers)ongevallen. Dit zijn ongevallen met zwaar lichamelijk letsel en/of dodelijke afloop dan wel met een (grote) maatschappelijke impact.

Tevens concentreert het werkterrein Infrastructuur zich op de opsporing van strafbare feiten van aan infrastructuur gelieerde wet- en regelgeving samenhangend met nodaal georiënteerd werken op de fysieke infrastructuur.

Geen

Geen

Veiligheid & Integriteit (vanaf Generalist):

Het werkterrein Veiligheid & Integriteit richt zich op opsporing van strafbare feiten in relatie tot de (interne) veiligheid, integriteit en betrouwbaarheid van een korps/korpsonderdeel en haar medewerkers en de daaraan gelieerde wet- en regelgeving.

Geen

Geen

10. Forensische Opsporing

Verkeersongevallenanalyse (vanaf Generalist):

Het werkterrein Verkeersongevallenanalyse (weg, spoor, lucht en water) concentreert zich op onderzoek naar de oorzaak en toedracht van ernstige (verkeers)ongevallen. Dit zijn ongevallen met zwaar lichamelijk letsel en/of dodelijke afloop danwel met een (grote) maatschappelijke impact.

Geen

Geen

Speurhondengeleiding (vanaf Generalist):

Het werkterrein Speurhondengeleiding concentreert zich op alle forensische opsporingswerkzaamheden waarbij de combinatie mens/speurhond als doeltreffend middel wordt gezien bij het zoeken naar personen en/of goederen, geuridentificatie evenals bijzondere inzetten.

Geen

Geen

Brand oorzaakanalyse (vanaf Generalist):

Het werkterrein Brandoorzaakanalyse concentreert zich op onderzoek naar de oorzaak en toedracht van branden. Dit zijn branden met als gevolg zwaar lichamelijk letsel en/of dodelijke afloop danwel met een (grote) maatschappelijke impact.

Geen

Geen

DNA (vanaf Generalist):

Het werkterrein DNA concentreert zich op alle forensische opsporingsonderzoeken waarbij DNA evident is voor het vanuit het onderzoek (kunnen) trekken van conclusies.

Geen

Geen

Falsificatie (vanaf Generalist):

Het werkterrein Falsificatie concentreert zich op alle forensische opsporingsonderzoeken waarbij herkenning van vervalsing evident is voor het vanuit het onderzoek (kunnen) trekken van conclusies.

Geen

Geen

Wapens-en munitie (vanaf Generalist):

Het werkterrein Wapens-en munitie concentreert zich op alle forensische opsporingsonderzoeken waarbij de soort en herkomst van wapens-en munitie evident is voor het vanuit het onderzoek (kunnen) trekken van conclusies.

Geen

Geen

Verdovende middelen (vanaf Generalist):

Het werkterrein Verdovende middelen concentreert zich op alle forensische opsporingsonderzoeken waarbij de soort en herkomst van Verdovende middelen evident is voor het vanuit het onderzoek (kunnen) trekken van conclusies.

Geen

Geen

11. Luchtvaart

Geen

Geen

Geen

12. Intake & Service

Geen

Geen

Geen

13. Operationele Begeleiding

Gewelds- en Gevaarsbeheersing:

Het werkterrein Gewelds- en Gevaarsbeheersing concentreert zich op het steeds vakbekwaam (kennis en vaardigheden) houden van de politiemedewerkers, om onder alle omstandigheden moedig, kundig en vaardig te kunnen optreden. Gewelds- en

Gevaarsbeheersing richt zich op het omgaan met verbaal en non-verbaal gedrag, het hanteren van geweldsmiddelen, het plegen van interventies en het verbeteren van actie-intelligentie. De veiligheid van de politiemedewerker én die van de samenleving staat hierbij centraal.

Geen

Geen

Rijvaardigheid & Rijveiligheid:

Het werkterrein Rijvaardigheid & Rijveiligheid concentreert zich op de vaardigheid en kennis die nodig is voor het besturen van voertuig(en), die in gebruik zijn bij de politie. Tevens richt dit werkterrein zich op de vaardigheid en kennis van het veilig gebruik van deze voertuig(en), het interactief participeren in en anticiperen op de (rij)omgeving, waarbij vertrouwenwekkend politieoptreden de basis is. De veiligheid van de politiemedewerker én die van de samenleving staat hierbij centraal.

Geen

Geen

14. Operationeel Docenten

Rijvaardigheid & Rijveiligheid:

Het werkterrein Rijvaardigheid & Rijveiligheid concentreert zich op de vaardigheid en kennis die nodig is voor het besturen van voertuig(en), die in gebruik zijn bij de politie. Tevens richt dit werkterrein zich op de vaardigheid en kennis van het veilig gebruik van deze voertuig(en), het interactief participeren in en anticiperen op de (rij)omgeving, waarbij vertrouwenwekkend politieoptreden de basis is. De veiligheid van de politiemedewerker én die van de samenleving staat hierbij centraal.

De functies uit het vakgebied Operationeel Docenten zijn – als docent – inzetbaar op alle vakgebieden binnen het Domein Uitvoering en daarmee op de aan de respectievelijke LFNP vakgebieden verbonden Werkterreinen, Aandachtsgebieden en Specifieke Functionaliteiten.

Geen

Geen

15. Operationeel Specialismen

Financieel Economisch:

Het werkterrein Financieel Economisch concentreert zich op genereren van recherchetactische informatie, bewijsmateriaal of een ingang tot bewijsmateriaal, het vaststellen van de omvang van het wederrechtelijk verkregen vermogen, het traceren van vermogensbestanddelen van criminele en/of criminele organisaties en het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel.

Geen

Geen

Digitale Expertise:

Het werkterrein Digitale Expertise concentreert zich op genereren van recherchetactische informatie, bewijsmateriaal of een ingang tot bewijsmateriaal uit informatiedragers, zoals computers en mobiele telefoons.

Geen

Geen

Recherchepsychologie:

De inzet van recherchepsychologen concentreert zich op het inbrengen en toepasbaar maken van specialistische gedragswetenschappelijke kennis en methodieken ten behoeve van de opsporing en de openbare orde en veiligheid door middel van het duiden en/of beïnvloeden van gedrag van mensen. Het inzien van strafdossiers en het opstellen van adviezen ten behoeve van de opsporing behoort tot de werkzaamheden binnen dit werkterrein.

Geen

Geen

Milieu:

Het werkterrein Milieu concentreert zich op het genereren van (recherchetactische) informatie, bewijsmateriaal of een ingang tot bewijsmateriaal, het traceren en vaststellen van de omvang van het milieudelict, een en ander in verband met de opsporing van strafbare feiten van de aan het milieu en de natuur gelieerde wet- en regelgeving.

Geen

Geen

Seksuele Misdrijven:

Het werkterrein Seksuele Misdrijven concentreert zich op de opsporing van strafbare feiten (inclusief online) zoals genoemd in Boek II titel XIV, Misdrijven tegen de zeden van het wetboek van Strafrecht en het begeleiden van de betrokkenen naar een passende opvolging die bijdraagt aan het handhaven van de (rechts)orde, veiligheid en herstel. Het werkterrein kenmerkt zich in die zin, dat er nagenoeg altijd sprake is van een inbreuk op zowel de persoonlijke als lichamelijke integriteit.

Geen

Geen

Maatschappij en Recht:

Het werkterrein Maatschappij en Recht concentreert zich op de toepassing van maatschappelijke en juridische expertise en methodische vaardigheden in de opsporingspraktijk. Het opstellen van adviezen ten behoeve van de opsporing evenals het toetsen of een bepaalde opsporingsmethode kan worden toegepast (bevoegdheid, wet- en regelgeving) behoort tot de werkzaamheden binnen dit werkterrein. Specialismen waaraan kan worden gedacht zijn: culturele antropologie, sociologie, geschiedenis, bedrijfs- en bestuurskunde, (internationaal) recht, politicologie, criminologie, dossiervorming en (gedrags-)psychologie.

Geen

Geen

Bijzondere opsporingsmethoden en -technieken:

Het werkterrein bijzondere Opsporingsmethoden en -technieken concentreert zich op de ontwikkeling en toepassing van – alsmede de uitvoering voorzien van en support geven over – hoogwaardige technische en digitale opsporingsmiddelen, werkprocessen en apparatuur, waarvoor een specifieke kennis en expertise noodzakelijk is. Hierbij valt te denken aan technisch en digitaal expertise/specialismen als werktuigbouw en (fijn) mechanica, installatie- en elektrotechniek, hoogfrequent techniek, telecom, radio, video, computer, alsook technisch hoogwaardig en innovatieve expertise/specialismen (augmented en virtual reality, interceptie, sensing).

Geen

Geen

De functies uit het vakgebied Operationeel Specialismen zijn inzetbaar op alle vakgebieden binnen het Domein Uitvoering en daarmee op de aan de respectievelijke vakgebieden verbonden werkterreinen.

Geen

Geen

16. Bedrijfsvoeringspecialismen /

17. Gespecialiseerde ondersteuning

Personeel & Organisatie (P&O):

Het werkterrein P&O richt zich, als onderdeel van de bedrijfsvoering, vanuit zowel praktijkinzet als beleidsinzet, op het bevorderen van een effectieve en efficiënte organisatie en het doelmatig en doeltreffend laten functioneren van de medewerkers daarin.

Het werkterrein P&O geeft uitvoering aan de werkgeversvisie, stimuleert goed werkgeverschap en bevordert de motivatie van medewerkers door de ontwikkeling en uitvoering van op de organisatievereisten toegesneden P&O beleid, koers en strategie.

• Rechtspositie

• Arbeidsvoorwaarden

• Personeelsontwikkeling

• Opleidingen

• Organisatieontwikkeling

• Formatiebeheer

• Personeelsplanning

• Personeelszorg

• Werving

• Selectie

• Mobiliteit

• Arbeidsomstandigheden

• Verzuim

• Personeelsadministratie

• Juridisch advies

Geen

Financiën:

Het werkterrein Financiën richt zich, als onderdeel van de bedrijfsvoering, vanuit zowel praktijkinzet als beleidsinzet, op het bevorderen van een effectieve en efficiënte organisatie en het doelmatig en doeltreffend sturen op het al dan niet beschikbaar stellen van financieel economische middelen daarvoor.

Het werkterrein Financiën geeft uitvoering aan de financieel economische visie, stimuleert adequate financiële verantwoording en bevordert de toepassing van financieel economische prognoses door de ontwikkeling en uitvoering van op de organisatievereisten toegesneden Financieel beleid, koers en strategie.

• Begroten

• Budgetteren

• Administratieve organisatie

• Interne controle

• Crediteuren

• Debiteuren

• Externe verantwoording

• Facturatie

• Grootboek

• Liquiditeitsbeheer

• Salarisadministratie

• Financiële administratie

• Projectadministratie

• Juridisch advies

Geen

Facilitair:

Het werkterrein Facilitair richt zich, als onderdeel van de bedrijfsvoering,vanuit zowel praktijkinzet als beleidsinzet, op het bevorderen van een effectieve en efficiënte organisatie en het doelmatig en doeltreffend faciliteren door het bieden van (ondersteunende) voorzieningen.

Het werkterrein Facilitair geeft uitvoering aan de facilitaire visie, stimuleert verantwoord gebruik van voorzieningen en bevordert snelle beschikbaarheid van huisvesting, services en middelen door de ontwikkeling en uitvoering van op de organisatievereisten toegesneden Facilitair beleid, koers en strategie.

• Huisvesting

• Materiële activa (voertuigen, vaartuigen, luchtvaartuigen)

• (fysieke) Beveiliging

• (inkoop) Contracten

• Schade- en risicomanagement

• Facilitaire administratie

• Juridisch advies

Geen

Communicatie:

Het werkterrein Communicatie richt zich, als onderdeel van de bedrijfsvoering, vanuit zowel praktijkinzet als beleidsinzet, op het bevorderen van een effectieve en efficiënte organisatie en het doelmatig en doeltreffend communiceren van bedrijfsinformatie aan belanghebbenden, zowel interne als externe.

Het werkterrein Communicatie geeft uitvoering aan de communicatie visie, stimuleert eenduidig gebruik van communicatieprotocol en bevordert de correcte toepassing van huisstijl door de ontwikkeling en uitvoering van op de organisatievereisten toegesneden Communicatie beleid, koers en strategie.

• Interne communicatie

• Public relations

• Publieksvoorlichting

• Marketingcommunicatie

• Arbeidsmarkt communicatie

• Handhavingcommunicatie

• Media communicatie

Geen

Informatie & Communicatietechnologie:

Het werkterrein Informatie & Communicatietechnologie richt zich, als onderdeel van de bedrijfsvoering, vanuit zowel praktijkinzet als beleidsinzet, op het bevorderen van een effectieve en efficiënte organisatie en het doelmatig en doeltreffend laten functioneren van informatie- en communicatietechnologische middelen en toepassingen.

Het werkterrein Informatie- & Communicatietechnologie geeft uitvoering aan de visie op ICT, stimuleert verantwoord gebruik van ICT-middelen en -toepassingen, en bevordert snelle, gedegen service bij defecten aan deze middelen en/of toepassingen door de ontwikkeling en uitvoering van op de organisatievereisten toegesneden Informatie- & Communicatietechnologie beleid, koers en strategie.

• Applicatie-ontwikkeling

• Architectuur

• Beveiliging

• Functioneel beheer

• Gegevens-management

• Informatieanalyse

• Infrastructuur ontwikkeling

• Kwaliteit

• Netwerken

• Proces-management (ITIL)

• Product-management

• Risk management

• Systemen

• Testen

Geen

Control:

Het werkterrein Control concentreert zich op de toetsing van een effectieve en efficiënte inzet van mensen en middelen ten opzichte van de gestelde doelen (prestatie versus norm). Concentreert zich tevens op de toetsing van toepassing van het vastgestelde organisatiebeleid en op de tijdige levering van en inhoudelijke kwaliteit van management informatievoorziening.

Geen

Geen

Veiligheid & Integriteit:

Het werkterrein Veiligheid & Integriteit richt zich op de (interne) veiligheid, integriteit en betrouwbaarheid van een korps/korpsonderdeel en haar medewerkers.

Geen

Geen

Diversiteit:

Het werkterrein Diversiteit richt zich op alle aspecten waarop mensen van elkaar verschillen; zowel zichtbaar als onzichtbaar. Diversiteit vraagt om een integrale benadering van diversiteit, integriteit en omgangsvormen. De interne doelstelling van diversiteit is bijdragen aan het optimaal en duurzaam benutten van alle medewerkers, rekening houdend met al hun verschillen én overeenkomsten. De externe doelstelling van diversiteit is bijdragen aan een professionele politie in een complexe pluriforme samenleving.

Geen

Geen

Omgangsvormen en sociale veiligheid:

Het werkterrein omgangsvormen en sociale veiligheid richt zich op de aanpak en het voorkomen van ongewenste omgangsvormen op het werk, met als doel het verkrijgen van een veilige werkomgeving voor elke medewerker. Daarbij is de integrale aanpak met diversiteit, multicultureel vakmanschap en integriteit van cruciaal van belang om zo te werken aan het bouwen van een meer inclusieve cultuur bij de Nederlandse politie.

Geen

Geen

Auditing:

Het werkterrein Auditing richt zich op kwaliteitsbewaking en kwaliteitsbevordering binnen de organisatie overeenkomstig een vastgesteld systeem/model.

• IT-auditing

• Operational-auditing

• Financial-auditing

Geen

Onderwijs:

Het werkterrein Onderwijs richt zich op, als onderdeel van de bedrijfsvoering, vanuit zowel praktijkinzet als beleidsinzet, op het bevorderen van een effectieve en efficiënte organisatie en het doelmatig en doeltreffend ontwikkelen van de kennis- en vaardigheid van medewerkers.

Het werkterrein Onderwijs geeft uitvoering aan de visie op Onderwijs, stimuleert goed passend onderwijsaanbod en bevordert de motivatie van medewerkers door de ontwikkeling en uitvoering van op de organisatievereisten toegesneden Onderwijs beleid, koers en strategie.

Geen

Geen

Recruiting:

Het werkterrein Recruiting richt zich op het rekruteren van aspiranten voor initiële opleiding.

Geen

Geen

17. Gespecialiseerde ondersteuning

Planning:

Het werkterrein Planning richt zich op de totstandkoming van een (rooster)planning ten behoeve van mensen en middelen, het (administratief) beheer daarvan evenals de organisatie en beheer van de informatievoorziening over dit werkterrein.

Geen

Geen

Projectondersteuning:

Het werkterrein Projectondersteuning richt zich op alle ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van projecten en programma’s zodat deze een zo effectief en efficiënt mogelijk verloop hebben.

Geen

Geen

Logistiek:

Het werkterrein Logistiek richt zich op die voorbereidingen en handelingen die nodig zijn om de organisatie, en eventuele andere partners, zo goed mogelijk uit te rusten. Hiertoe

behoren zonodig ook de ontwikkeling, implementatie en waar nodig het onderhoud hiervan.

Geen

Geen

Rollenspeler:

Het werkterrein Rollenspeler richt zich binnen het onderwijs en/of selectie op het spelen van gesprekssituaties tijdens oefeningen en/of praktijksimulaties.

Geen

Geen

18. Administratie en secretariaat

Geen

Geen

Geen

19. Zeevaart

Geen

Geen

Geen

20. Techniek

Voertuigen:

Het werkterrein Voertuigen richt zich op de veilige staat en het technisch inzetbaar houden van voertuigen.

Geen

Geen

Vaartuigen:

Het werkterrein Vaartuigen richt zich op de veilige staat en het technisch inzetbaar houden van vaartuigen.

Geen

Geen

Luchtvaartuigen:

Het werkterrein Luchtvaartuigen richt zich op de veilige staat en het technisch inzetbaar houden van luchtvaartuigen.

Geen

Geen

Informatie & Communicatietechnologie:

Het werkterrein Informatie & Communicatietechnologie richt zich, als onderdeel van de bedrijfsvoering, vanuit zowel praktijkinzet als beleidsinzet, op het bevorderen van een effectieve en efficiënte organisatie en het doelmatig en doeltreffend laten functioneren van informatie- en communicatietechnologische middelen en toepassingen.

• Applicatiebeheer

• Databasebeheer

• Floormanagement

• Gebruikers-ondersteuning (service support)

• Netwerkbeheer

• Servicedesk

• Systeembeheer

Geen

Wapentechniek:

Het werkterrein Wapentechniek richt zich op de werkzaamheden ten aanzien van inspectie, reparatie en modificatie van vuurwapens, tactische- en veiligheidsvesten in gebruik bij de Nederlandse Politie en overige klanten.

Geen

Geen

21. Huisvesting, service en middelen

Geen

Geen

Geen

22. Onderzoek en kennisontwikkeling

Geen

Geen

Geen

23. Docenten

Gewelds- en Gevaarsbeheersing:

Het werkterrein Gewelds- en Gevaarsbeheersing concentreert zich op het steeds vakbekwaam (kennis en vaardigheden) houden van de politiemedewerkers, om onder alle omstandigheden moedig, kundig en vaardig te kunnen optreden. Gewelds- en

Gevaarsbeheersing richt zich op het omgaan met verbaal en non-verbaal gedrag, het hanteren van geweldsmiddelen, het plegen van interventies en het verbeteren van actie-intelligentie. De veiligheid van de politiemedewerker én die van de samenleving staat hierbij centraal.

Geen

Geen

Rijvaardigheid & Rijveiligheid:

Het werkterrein Rijvaardigheid & Rijveiligheid concentreert zich op de vaardigheid en kennis die nodig is voor het besturen van voertuig(en), die in gebruik zijn bij de politie. Tevens richt dit werkterrein zich op de vaardigheid en kennis van het veilig gebruik van deze voertuig(en), het interactief participeren in en anticiperen op de (rij)omgeving, waarbij vertrouwenwekkend politieoptreden de basis is. De veiligheid van de politiemedewerker én die van de samenleving staat hierbij centraal.

Geen

Geen

24. Docenten IBT

Gewelds- en Gevaarsbeheersing:

Het werkterrein Gewelds- en Gevaarsbeheersing concentreert zich op het steeds vakbekwaam (kennis en vaardigheden) houden van de politiemedewerkers, om onder alle omstandigheden moedig, kundig en vaardig te kunnen optreden. Gewelds- en Gevaarsbeheersing richt zich op het omgaan met verbaal en non-verbaal gedrag, het hanteren van geweldsmiddelen, het plegen van interventies en het verbeteren van actie-intelligentie. De veiligheid van de politiemedewerker én die van de samenleving staat hierbij centraal.

Geen

Geen