Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970

De Staatssecretaris van Financiën,
Handelende na overleg met de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Besluit:

Hoofdstuk

1

Definitiebepalingen

Artikel

1

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    de wet: de Registratiewet 1970;

  • b.

    de inspecteur: de algemeen directeuren van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c, en de directeur van het organisatieonderdeel, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003;

  • c.

    de inspectie: het organisatieonderdeel, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a of b, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003;

  • d.

    het register: het register, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, van de wet;

  • e.

    het repertorium: het repertorium, bedoeld in artikel 7 van de wet;

  • f.

    elektronisch afschrift: in digitale vorm uitgegeven afschrift in de zin van artikel 49, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het notarisambt dat is voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening van de notaris die voldoet aan de daaraan bij of krachtens Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257) gestelde eisen en aan de daartoe door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, opgestelde richtlijnen;

  • g.

    renvooien: de bijvoegingen, veranderingen en doorhalingen, die op de kant of aan de voet van de akte zijn vermeld, mits daarbij de plaats in de akte is aangegeven waarop zij betrekking hebben;

  • h.

    elektronische kopie: elektronische kopie als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de wet die is voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening van de notaris die voldoet aan de daaraan bij of krachtens Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257) gestelde eisen en aan de daartoe door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, opgestelde richtlijnen;

  • i.

    elektronische kopie van een annex: elektronische kopie van een aan een notariële akte gehecht stuk als bedoeld in artikel 7b van de wet;

  • j.

    RSIN: rechtspersonen en samenwerkingsverbanden informatienummer dat door de Kamer van Koophandel wordt verstrekt bij inschrijving van rechtspersonen en samenwerkingsverbanden in het handelsregister.

Hoofdstuk

2

Registratie van notariële akten langs elektronische weg bij de KNB

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De notaris draagt ervoor zorg dat de elektronische middelen waarmee hij toegang heeft tot het register en het repertorium en waarmee hij de gegevens verstrekt ten behoeve van de aangifte overdrachtsbelasting voldoen aan de daarvoor door de KNB gestelde eisen.

Artikel

7

De verplichtingen van notarissen, genoemd in de wet, gelden jegens iedere inspecteur.

Artikel

8

De KNB kan beschikken over gegevens uit het repertorium indien dat noodzakelijk is voor het voldoen aan haar wettelijke taken. De KNB draagt zorg voor het onderhoud van het register en het repertorium.

Hoofdstuk

3

De registratie van onderhandse akten bij de Belastingdienst

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

De registratie in het register Registratie, bedoeld in artikel 13, omvat voor elke akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet ten minste de volgende gegevens:

  • a.

    een per registerdeel doorlopend volgnummer;

  • b.

    de naam van de akte;

  • c.

    van ten minste een van de bij de akte optredende partijen:

    • 1°.

      bij natuurlijke personen: de naam, met inbegrip van de voornamen, en de woonplaats;

    • 2°.

      bij niet-natuurlijke personen: de statutaire naam en de woonplaats;

  • d.

    het aantal exemplaren van de akte dat tegelijk ter registratie is aangeboden;

  • e.

    het aantal bladen van de akte;

  • f.

    het aantal renvooien en het aantal annexen.

Artikel

16

Tegelijk ter registratie aangeboden gelijksoortige akten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet, die door dezelfde persoon zijn aangeboden, kunnen tezamen worden geregistreerd onder een aantal volgnummers dat overeenkomt met het aantal akten. In dat geval worden de gegevens, bedoeld in artikel 14, slechts eenmaal vermeld, voor zover deze voor de verschillende akten gelijk zijn.

Artikel

17

Bij de registratie van een akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet worden door de inspecteur:

  • a.

    de in de akte aangebrachte renvooien gewaarmerkt;

  • b.

    genummerd en gewaarmerkt:

    • 1°.

      de bladen van uit meer bladen bestaande akten;

    • 2°.

      de annexen.

Artikel

18

Hoofdstuk

4

Overige bepalingen

Artikel

20

Wijzigt de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994.

Artikel

21

Als kosten als bedoeld in artikel 13a, tweede lid, van de wet komen voor vergoeding in aanmerking de werkelijk gemaakte kosten op basis van nacalculatie door of ten laste van de KNB die noodzakelijk zijn ten behoeve van de uitoefening van de in de wet aan de KNB opgedragen taken zoals deze tussen de KNB en de Belastingdienst zijn vastgesteld dan wel op verzoek van beide partijen door een onafhankelijke ter zake deskundige derde partij. Vijf jaren na eerste ingebruikname van het door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, te ontwikkelen systeem van registratie langs elektronische weg, vindt een evaluatie van de wet, haar uitvoering en dit systeem van vergoeding plaats.

Artikel

22

Tot de datum, bedoeld in artikel V, eerste lid, van de Wet elektronische registratie notariële akten, blijven met betrekking tot akten van notarissen, het repertorium en de aangifte overdrachtsbelasting de Uitvoeringsbeschikking Registratiewet 1970 en artikel 21a, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 van toepassing zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze regeling. Indien ten aanzien van een notaris een beschikking is genomen als bedoeld in artikel V, tweede lid, van de Wet elektronische registratie notariële akten, treedt de in die beschikking vermelde datum in de plaats van de datum, bedoeld in de eerste volzin.

Artikel

24

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

25

's-Gravenhage
De Staatssecretaris van Financiën,F.H.H.Weekers

Bijlage

A

Vervallen