Verordening accountantsorganisaties

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;
Overwegende dat het wenselijk is de bestaande regels inzake de onafhankelijkheid, het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de integere bedrijfsvoering van accountantsorganisaties te herzien,
Overwegende dat het in dat kader allereerst wenselijk is de onafhankelijkheidsregels in deze verordening te laten aansluiten bij de op 1 januari 2014 in werking getreden Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten,
Overwegende dat het bestuur van de NBA voornemens is om zo spoedig mogelijk een wijzigingsvoorstel te doen met betrekking tot het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de integere bedrijfsvoering en zo spoedig mogelijk daarna aan te passen, waarbij zij de evaluatie van de Wta en de implementatie van nieuwe Europese regels in ogenschouw zal nemen,

Stelt de volgende verordening vast:

Hoofdstuk

1

Definities

Artikel

1

In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Stelsel van kwaliteitsbeheersing

§

2.1

De interne organisatie van de accountantsorganisatie

Artikel

2

De accountantsorganisatie besteedt in haar kwaliteitsbeleid en het daarop gebaseerde stelsel van kwaliteitsbeheersing ten minste aandacht aan:

  • a.

    de verantwoordelijkheid van de personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen voor het kwaliteitsbeleid en het daarop gebaseerde stelsel van kwaliteitsbeheersing;

  • b.

    de gedragsregels;

  • c.

    het aanvaarden en voortzetten van de relatie met een controlecliënt en van een specifieke opdracht;

  • d.

    het personeelsbeleid;

  • e.

    de uitvoering van de wettelijke controle;

  • f.

    de naleving van het stelsel van kwaliteitsbeheersing;

  • g.

    de continuïteit van de beroepsuitoefening;

  • h.

    de onafhankelijkheid.

§

2.2

De verantwoordelijkheid van de personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen

Artikel

3

De personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen zorgen ervoor dat het kwaliteitsbeleid van de accountantsorganisatie leidt tot een bedrijfscultuur waarin wettelijke controles worden uitgevoerd overeenkomstig vooraf vastgestelde kwaliteitseisen.

Artikel

4

§

2.3

Het personeelsbeleid

Artikel

5

Artikel

6

De accountantsorganisatie zorgt ervoor dat:

  • a.

    de naam van de voor de uitvoering van een wettelijke controle aangewezen externe accountant wordt bekendgemaakt aan het leidinggevende orgaan en het toezichthoudende orgaan van de controlecliënt;

  • b.

    de aangewezen externe accountant over de voor de uitvoering van de aan hem toegewezen wettelijke controle vereiste vakbekwaamheid beschikt;

  • c.

    de taken en bevoegdheden van de aangewezen externe accountant met hem worden besproken en vastgelegd.

§

2.4

De uitvoering van de wettelijke controle

Artikel

7

§

2.5

De naleving van het stelsel van kwaliteitsbeheersing

Artikel

8

Artikel

9

De accountantsorganisatie stelt regels vast ter zake van de uitvoering van periodiek intern kwaliteitsonderzoek van afgeronde opdrachten tot het verrichten van een wettelijke controle.

Artikel

10

§

2.6

De continuïteit van de beroepsuitoefening

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

De accountantsorganisatie treft zodanige voorzieningen dat in geval van het overlijden van een bij haar werkzame of aan haar verbonden externe accountant een juiste afwikkeling van de beroepsuitoefening is gewaarborgd.

Hoofdstuk

3

Onafhankelijkheid

§

3.1

Algemene bepalingen onafhankelijkheid

Artikel

15

De accountantsorganisatie baseert zich bij het naleven van dit hoofdstuk op:

  • a.

    hetgeen een objectieve, redelijke en geïnformeerde derde aanvaardbaar en toereikend acht; en

  • b.

    de omstandigheden die zij weet of behoort te weten.

Artikel

16

Dit hoofdstuk is niet van toepassing op betrekkingen tussen een in het buitenland gevestigd onderdeel van het netwerk of een daaraan verbonden persoon en:

  • a.

    een in het buitenland gevestigde verbonden derde;

  • b.

    een persoon verbonden aan een in het buitenland gevestigde verbonden derde, als de externe accountant vaststelt dat identificatie en beoordeling van een bedreiging als gevolg van die betrekkingen en het nemen van een maatregel plaatsvindt aan de hand van regels die ten minste gelijkwaardig zijn aan de Code of Ethics van the International Ethics Standards Board for Accountants.

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

De accountantsorganisatie waarborgt een tijdige melding, behandeling en afhandeling van overtredingen van bij of krachtens de wet of de Wab gestelde regels aan onafhankelijkheid door haar medewerkers.

Artikel

21

§

3.2

Aanvullende bepalingen onafhankelijkheid

Artikel

22

De accountantsorganisatie die heeft besloten een lopende wettelijke controle tussentijds te beëindigen vanwege een juridische procedure als bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de ViO:

  • a.

    overlegt alvorens zij de opdracht beëindigt met de Autoriteit Financiële Markten over het moment en de wijze waarop de overgang van de wettelijke controle naar een andere accountantsorganisatie wordt gerealiseerd;

  • b.

    bepaalt of zij gedurende het overleg werkzaamheden uitvoert met betrekking tot die wettelijke controle, waarbij ze artikel 21 van de VAO in acht neemt.

Artikel

23

Een accountantsorganisatie voert geen wettelijke controle uit ten behoeve van een eigenaar van de accountantsorganisatie.

Artikel

24

Bij het beoordelen of belonen van een lid van het assurance-team neemt de accountantsorganisatie artikel 46 van de ViO in acht.

Artikel

24a

De accountantsorganisatie waarborgt dat een externe accountant die bij een wettelijke controle gebruik maakt van de werkzaamheden van interne auditors van de controlecliënt dit doet op de manier zoals genoemd in Standaard 610, paragraaf 1, sub a, NV COS.

Hoofdstuk

4

Integere bedrijfsvoering

Artikel

26

De accountantsorganisatie maakt de bij of krachtens de Wab gestelde regels ter zake van de integere bedrijfsvoering bekend aan haar medewerkers.

Artikel

27

Artikel

28

De personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen zorgen ervoor dat vanaf het moment dat de accountantsorganisatie ophoudt te bestaan:

  • a.

    de gegevens die de accountantsorganisatie op grond van het bepaalde bij of krachtens de wet of de Wab moet bewaren, bewaard blijven gedurende de in die regelingen voorgeschreven periode;

  • b.

    de vertrouwelijkheid van de in artikelen 20 en 26, eerste lid, van de wet bedoelde gegevens gewaarborgd blijft.

Hoofdstuk

5

Wijziging en intrekking van regelingen

Hoofdstuk

6

Slotbepalingen

Artikel

29a

Artikel 24a is van toepassing op een wettelijke controle die betrekking heeft op een boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2015.

Artikel

30

Een ontheffing die voor de inwerkingtreding van deze verordening is verleend op grond van artikel 11, tweede lid, van de Verordening accountantsorganisaties, vastgesteld door de ledenvergadering van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten respectievelijk de ledenvergadering van het Nederlands Instituut van Registeraccountants, wordt vanaf de inwerkingtreding geacht te zijn verleend op grond van artikel 11, tweede lid, van deze verordening.

Artikel

31

Het bestuur kan nadere voorschriften vaststellen aangaande de onafhankelijkheid, het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de integere bedrijfsvoering van een accountantsorganisatie.

Artikel

32

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel

33

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening accountantsorganisaties, bij afkorting VAO.