Besluit van 27 oktober 2014, houdende regels voor verpakkingen en verpakkingsafval (Besluit beheer verpakkingen 2014)

Besluit beheer verpakkingen 2014

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 16 juli 2014, nr. IenM/BSK-2014/145462, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval (PbEG 1994, L 365), zoals laatstelijk gewijzigd bij richtlijn nr. 2013/2/EU van de Europese Commissie van 13 februari 2013 (PbEU 2013, L 37) en de artikelen 9.5.2, eerste lid, 10.41 en 15.32 van de Wet milieubeheer;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 september 2014, nr. W14.14.0269/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 21 oktober 2014, nr. IenM/BSK-2014/231884, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

§

2

Eisen aan verpakkingen en preventie

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

§

3

Hergebruik en recycling

Artikel

5

Vervallen

Artikel

5a

Artikel

6

Artikel

6a

Artikel

6b

Artikel

7

De producent of importeur draagt er zorg voor dat per kalenderjaar van de door hem in Nederland in dat kalenderjaar in de handel gebrachte hoeveelheid drankenkartons ten minste het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage wordt gerecycled.

§

4

Verslaglegging

Artikel

8

Artikel

8a

§

5

Melding en gezamenlijke uitvoering

Artikel

9

De melding bedoeld in artikel 4 van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geldt niet voor een producent of importeur van wie het totaal van de door hem in de handel gebrachte verpakkingen en van de door hem ingevoerde verpakkingen die afval zijn geworden, jaarlijks minder dan 50.000 kilogram bedraagt tenzij de producent of importeur deel uitmaakt van een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 en die eenheid in totaal jaarlijks meer dan 50.000 kilogram verpakkingen in de handel brengt of invoert en zich daarvan heeft ontdaan.

Artikel

10

§

6

Statiegeld op drankverpakkingen

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Bij ministeriële regeling wordt de minimale hoogte van het statiegeld, bedoeld in artikel 12, eerste lid, bepaald. In die regeling kan per soort drankverpakking of per volume van de drankverpakking de minimale hoogte van het statiegeld worden vastgesteld.

Artikel

15

§

6a

Kunststofverpakkingen voor eenmalig gebruik

Artikel

15a

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • EU-richtlijn kunststofproducten voor eenmalig gebruik: richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu (PbEU 2019, L 155);

  • geharmoniseerde norm: geharmoniseerde norm als bedoeld in artikel 2, punt 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1025/2012;

  • kunststof: materiaal bestaande uit een polymeer als bedoeld in artikel 3, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1907/2006, waaraan mogelijk additieven of andere stoffen zijn toegevoegd, en dat als een structureel hoofdbestanddeel van eindproducten kan worden gebruikt, met uitzondering van natuurlijke polymeren die niet chemisch gewijzigd zijn;

  • kunststofverpakking voor eenmalig gebruik: verpakking die geheel of gedeeltelijk van kunststoffen is gemaakt en niet werd bedacht, ontworpen of in de handel gebracht om binnen zijn levensduur meerdere cycli te maken door te worden teruggestuurd naar een producent of importeur om opnieuw gevuld te worden of opnieuw gebruikt te worden voor het doel waarvoor het gemaakt was;

  • oxo-degradeerbare kunststoffen: kunststofmaterialen die additieven bevatten die via oxidatie het kunststofmateriaal afbreken tot microfragmenten of chemisch ontbinden;

  • verordening (EU) 2020/2151: Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2151 van de Commissie van 17 december 2020 tot vaststelling van regels inzake geharmoniseerde markeringsspecificaties voor kunststofproducten voor eenmalig gebruik die zijn opgenomen in deel D van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu (PbEU 2020, L 428).

Artikel

15b

Het is verboden verpakkingen vervaardigd uit oxo-degradeerbare kunststoffen en de volgende kunststofverpakkingen voor eenmalig gebruik in Nederland in de handel te brengen:

  • a.

    voedselverpakkingen met of zonder deksel, die zijn gemaakt van geëxpandeerd polystyreen voor voedingsmiddelen, niet zijnde zakjes en wikkels met voedingsmiddelen, die:

    • 1°.

      bestemd zijn voor onmiddellijke consumptie ter plaatse of om mee te nemen;

    • 2°.

      typisch uit de verpakking worden geconsumeerd; en

    • 3°.

      gereed zijn voor consumptie en geen verdere bereiding behoeven;

  • b.

    drankverpakkingen gemaakt van geëxpandeerd polystyreen, inclusief doppen en deksels;

  • c.

    drinkbekers gemaakt van geëxpandeerd polystyreen, inclusief doppen en deksels.

Artikel

15c

Artikel

15d

Artikel

15e

De producent of importeur van kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik voorziet in overeenstemming met verordening (EU) 2020/2151 die drinkbekers van markeringen waarmee opvallende, duidelijk leesbare en onuitwisbare informatie wordt verstrekt over:

  • a.

    passende en niet passende manieren om zich van de drinkbekers te ontdoen, in overeenstemming met de afvalhiërarchie, bedoeld in artikel 10.4 van de wet;

  • b.

    de aanwezigheid van kunststoffen in de drinkbekers en de negatieve effecten op het milieu van zwerfafval of andere ongepaste manieren om zich van de drinkbekers te ontdoen.

Artikel

15f

§

6b

Uitvoering van de EU-verordening markttoezicht

Artikel

15g

§

7

Slotbepalingen

Artikel

16

Onze Minister zendt uiterlijk in 2024 een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de artikelen 5a, 6, 6a en 12 van dit besluit aan de Staten-Generaal.

Artikel

17

Een wijziging van de richtlijn verpakkingen of van de beschikkingen, genoemd in artikel 2, tweede lid, onder b onderscheidenlijk onder c, en in het derde lid, gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de desbetreffende wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel

18

Vervallen

Artikel

21

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beheer verpakkingen 2014.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten