Regeling van de Minister van Economische Zaken van 26 februari 2015, nr. WJZ/15030714, houdende regels inzake het gebruik van frequentieruimte zonder vergunning met meldingsplicht en wijziging van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 (Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015)

Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    AIS (Automatic Identification System): automatisch identificatiesysteem gebaseerd op transponder technologie;

  • b.

    ATIS (Automatic Transmitter Identification System): systeem dat automatisch de door Onze Minister toegewezen combinatie van letters of cijfers voor de identificatie van een schip of radioapparaat, als bedoeld in de Regionale Regeling, uitzendt;

  • c.

    besluit: Frequentiebesluit 2013;

  • d.

    binnenvaart: scheepvaart op de binnenwateren;

  • e.

    combi-marifoon: radioapparaat bestemd voor communicatie op de binnenwateren en op zee;

  • f.

    EPIRB (Emergency Position Indicating Radio Beacon): radioapparaat bestemd voor noodalarmering in de 406 MHz frequentieband en voor het lokaliseren van het baken op de frequentie 121,5 MHz;

  • h.

    frequentiegebruik met een primaire status: gebruik van frequentieruimte voor de uitoefening van een radiodienst die ingevolge het frequentieplan een primaire status heeft;

  • i.

    frequentiegebruik met een secundaire status: gebruik van frequentieruimte voor de uitoefening van een radiodienst die ingevolge het frequentieplan een secundaire status heeft;

  • j.

    frequentieplan: plan als bedoeld in artikel 3.1 van de wet;

  • k.

    klasse van uitzending: klasse van uitzending als bedoeld in bijlage 1 van deel 2 van het Radioreglement;

  • l.

    marifoon binnenvaart: radioapparaat bestemd voor communicatie op de binnenwateren in de maritieme VHF frequentieband met automatische vermogensreductie op de specifieke VHF kanalen;

  • m.

    marifoon zeevaart: radioapparaat bestemd voor communicatie op zee in de maritieme VHF frequentieband;

  • n.

    maritiem mobiele communicatie: radiocommunicatie tussen radiostations op schepen onderling, tussen radiostations op een schip en op het vaste land en tussen een radiostation op een schip en een satelliet;

  • o.

    maritieme portofoon: draagbaar radioapparaat bestemd voor gebruik in de maritieme VHF en UHF frequentieband;

  • p.

    MMSI (Maritime Mobile Service Identity): unieke combinatie van negen cijfers dat een radiostation of een groep van radiostations identificeert, zoals omschreven in paragraaf 6 van artikel 19 van het Radioreglement;

  • q.

    pleziervaart: scheepvaart voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding;

  • r.

    Radioreglement: Radioreglement 1979 met bijlagen, behorende bij de op 22 december 1989 te Nice tot stand gekomen Internationale Constitutie en Conventie van de Internationale Telecommunicatie Unie (Trb. 2013, 1);

  • s.

    radiostation: een of meer radioapparaten met de daartoe behorende antenne-inrichtingen, noodzakelijk voor het op een locatie uitvoeren van een radiocommunicatiedienst als bedoeld in artikel 1.19 van het Radioreglement;

  • t.

    radiozendamateur: degene die vanuit een persoonlijke belangstelling en zonder financieel oogmerk gebruik maakt van frequentieruimte ten behoeve van het opdoen van vaardigheden, het communiceren via de radio en het doen van technische onderzoekingen;

  • u.

    Regionale Regeling: Regionale Regeling betreffende de radiocommunicatiedienst op de binnenwateren, tot stand gekomen in Boekarest op 18 april 2012;

  • v.

    SAR (Search and Rescue) communicatie: radiocommunicatie ten behoeve van opsporings- en reddingoperaties.

Artikel

3

Een rechtspersoon kan slechts gebruik maken van frequentieruimte die ingevolge het frequentieplan de bestemming ‘amateur´ of ‘amateursatelliet´ heeft, indien het betreft:

  • a.

    een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging van radiozendamateurs waarvan het ledental en de samenstelling voldoende representatief zijn voor de door de vereniging te behartigen belangen;

  • b.

    een rechtspersoon waarvan een onderwijsinstelling uitgaat die van rijkswege wordt gefinancierd of een onderwijsinstelling die door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is erkend, voor zover het doen van onderzoekingen met radioapparaten essentieel is voor het geven van onderwijs door deze instelling;

  • c.

    een stichting die zich blijkens de statutaire doelstelling richt op het doen van onderzoekingen met radioapparaten en die de belangen van radiozendamateurs behartigt.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Bij het gebruik van frequentieruimte wordt voldaan aan de beperkingen en voorschriften ten aanzien van de beschikbare frequentieruimte, de toepassingen, het zendvermogen en de bekwaamheid die:

  • a.

    ten aanzien van frequentieruimte met de bestemming ‘amateur´ of ‘amateursatelliet´ zijn opgenomen in bijlage 1;

  • b.

    ten aanzien van frequentieruimte met de bestemming ‘maritiem mobiele communicatie´ zijn opgenomen in bijlage 2.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Wijzigt de Examenregeling frequentiegebruik 2008.

Artikel

11a

Tot en met 30 juni 2020 worden registraties van frequentiegebruik ten behoeve van maritiem mobiele communicatie niet doorgehaald op grond van artikel 6, tweede en vijfde lid, indien de registratie heeft plaatsgevonden vóór 1 juli 2019.

Artikel

12

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

13

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Economische Zaken,H.G.J.Kamp

Bijlagen

Bijlage

1

Radiozendamateurs

Beperkingen en voorschriften als bedoeld in artikel 7, onder a, en examenvereiste als bedoeld in artikel 4, tweede lid

F

400

0,1357

0,1378

s

Alleen de klasse A1A.

100

0,472

0,479

s

Alleen A1A, F1A, G1A, J2A; contesten zijn niet toegestaan.

400

1,81

1,85

p

400

1,85

1,88

s

400

3,5

3,8

p

15 watt e.i.r.p.

5,351.5

5,366.5

s

Toegestane effectief uitgestraalde vermogen van de zendinrichting ten opzichte van een isotrope straler (Equivalent Isotropically Radiated Power)

400

7,0

7,2

p

400

10,1

10,15

s

Contesten zijn niet toegestaan.

400

10,14

10,15

s

Bandbreedte max 500 Hz.

400

14,0

14,35

p

400

18,068

18,168

p

400

21,0

21,45

p

400

24,89

24,99

p

400

28,0

29,7

p

120

50,0

50,5

p

30

50,5

52,0

s

Duplexverbindingen zijn niet toegestaan.

50

70,0

70,5

s

Duplexverbindingen zijn niet toegestaan.

400

144,0

146,0

p

400

430,0

436,0

p

400

436,0

440,0

s

120

1.240,0

1.300,0

s

120

2.320,0

2.400,0

s

120

2.400,0

2.450,0

s

Uitsluitend satellietverkeer (aarde naar ruimte).

120

3.400,0

3.410,0

s

120

5.650,0

5.850,0

s

120

10.000,0

10.500,0

s

120

24.000,0

24.050,0

p

120

24.050,0

24.250,0

s

120

47.000,0

47.200,0

p

120

75.500,0

76.000,0

p

120

76.000,0

77.500,0

s

120

77.500,0

78.000,0

p

120

78.000,0

81.500,0

s

120

122.250,0

123.000,0

s

120

134.000,0

136.000,0

p

120

136.000,0

141.000,0

s

120

241.000,0

248.000,0

s

120

248.000,0

250.000,0

p

N

100

7,0

7,2

p

100

14,0

14,35

p

100

28,0

29,7

p

25

144,0

146,0

p

25

430,0

436,0

p

25

436,0

440,0

s

1 Een registratie met volledige toegang wordt aangemerkt als F (full), terwijl een registratie met beperkte toegang wordt aangemerkt als N (novice). Ingevolge artikel 7 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 is het met goed gevolg afgelegd hebben van een examen voor de categorie F vereist voor volledige toegang van de voor radiozendamateurs beschikbare frequentieruimte, onder de eventuele in de tabel opgenomen beperkingen, en is het met goed gevolg afgelegd hebben van een examen voor de categorie N vereist voor toegang van de voor radiozendamateurs beschikbare frequentieruimte zoals opgenomen in de tabel onder N. Met het met goed gevolg afgelegd hebben van een examen voor de categorie F wordt gelijk gesteld een HAREC-certificaat, verstrekt door een andere administratie van de Conférence Européenne des Postes et des Télécommunications (CEPT), of een certificaat of ander document dat gelijkwaardig is aan een F-certificaat van een andere administratie die geen onderdeel uitmaakt van de CEPT en die is opgenomen in Annex 4 van CEPT Recommendation T/R 61-02. Met het met goed gevolg afgelegd hebben van een examen wordt voor de categorie N gelijk gesteld een certificaat of ander document dat gelijkwaardig is aan een N-certificaat, verstrekt door een andere administratie van de CEPT of een administratie die geen onderdeel uitmaakt van de CEPT en die is opgenomen in Annex 4 van ECC Recommendation (05) 06.

2 Zendvermogen: het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over één periode van de hoogfrequente uitgangswissel-spanning tijdens het maximum van de omhullende (Peak Envelope Power).

3 De gebruiker van een zelfgebouwd radiozendapparaat voorkomt dat een vermogen wordt geproduceerd dat de onderstaande limieten overschrijdt voor de onderdrukking van ongewenste hoogfrequente uitstralingen.

Limieten zelfgebouwde amateurapparatuur

Tabel 1: Antenne-uitgangslimieten in zendmode

0,15 MHz tot 1,7 MHz

–36 dBm of -60 dBc

1,7 MHz tot 35 MHz

–36 dBm of -40 dBc

35 MHz tot 50 MHz

–40 tot -60 dBc of -36dBm De hoogste waarde is van toepassing

(opmerking 1)

50 MHz tot 1 000 MHz

–36 dBm of -60 dBc De hoogste waarde is van toepassing

1 000 MHz tot 40 GHz

–30 dBm of -50 dBc De hoogste waarde is van toepassing

Opmerking 1: De limiet in dBc neemt lineair af met de logaritme van de frequentie in het bereik van 35 MHz tot 50 MHz.

Voor de limieten aangegeven in dBc geldt dat het referentieniveau het maximale RF-outputsignaal in PEP van de radioapparaat is, gemeten aan de antenne-uitgang.

Tabel 2: Antenne-uitgangslimieten in ontvangst- of zendstandbymode

0,15 MHz tot 1 000 MHz

–57 dBm

1 000 MHz tot 40 GHz

–47 dBm

Voor metingen aan frequenties hoger dan 40 GHz zijn geen testlimieten vastgesteld.

Begrippen:

PEP is het daadwerkelijke toegepaste zendvermogen;

Ongewenste hoogfrequente uitstralingen zijn: alle uitstralingen op andere frequenties dan:

  • a.

    de zendfrequentie;

  • b.

    de frequenties die noodzakelijkerwijs in verband met het modulatieproces in beslag worden genomen).

dBc. Decibel ten opzichte van het vermogen van de draaggolf (carrier).

dBm. Decibel met als referentieniveau 1 milliwatt, gemeten bij een impedantie van 50 ohm.

Bijlage

2

Maritiem mobiele communicatie

Beperkingen en voorschriften als bedoeld in artikel 7, onder b , en het vereiste certificaat van bediening als bedoeld in artikel 4, eerste lid.

1

Frequentiegebruik

1.1

Frequenties voor het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer (GMDSS) en internationale (DSC) aanroepfrequenties onder 30 MHz

Gebruik in de MF/HF-band is alleen toegestaan buiten het werkingsgebied van de Regionale Regeling en in de volgende frequentiebanden.

MF 2 MHz

2174,5

2174,5

Radiotelex Noodfrequentie

2177,0

DSC aanroepfrequentie schepen onderling

2182,0

2182,0

Radiotelefonie Noodfrequentie

2187,5

2187,5

DSC Nood- aanroepfrequentie

2189,5

2177,0

DSC aanroepfrequentie

3023,0

3023,0

AERO-SAR operaties

HF 4 MHz

4125,0

4125,0

Radiotelefonie Noodfrequentie

4177,5

4177,5

Radiotelex Noodfrequentie

4207,5

4207,5

DSC Noodfrequentie

4208,0

4219,5

DSC aanroepfrequentie

4208,5

4220,0

DSC aanroepfrequentie

4209,0

4220,5

DSC aanroepfrequentie

5680,0

5680,0

AERO-SAR

HF 6 MHz

6215,0

6215,0

Radiotelefonie Noodfrequentie

6268,0

6268,0

Radiotelex Noodfrequentie

6312,0

6312,0

DSC Noodfrequentie

6312,5

6331,0

DSC aanroepfrequentie

6313,0

6331,5

DSC aanroepfrequentie

6313,5

6332,0

DSC aanroepfrequentie

HF 8 MHz

8291,0

8291,0

Radiotelefonie Noodfrequentie

8376,5

8376,5

Radiotelex Noodfrequentie

8414,5

8414,5

DSC Noodfrequentie

8415,0

8436,5

DSC aanroepfrequentie

8415,5

8437,0

DSC aanroepfrequentie

8416,0

8437,5

DSC aanroepfrequentie

HF 12 MHz

12290,0

12290,0

Radiotelefonie Noodfrequentie

12520,0

12520,0

Radiotelex Noodfrequentie

12577,0

12577,0

DSC Noodfrequentie

12577,5

12657,0

DSC aanroepfrequentie

12578,0

12657,5

DSC aanroepfrequentie

12578,5

12658,0

DSC aanroepfrequentie

HF 16 MHz

16420,0

16420,0

Radiotelefonie Noodfrequentie

16695,0

16695,0

Radiotelex Noodfrequentie

16804,5

16804,5

DSC Noodfrequentie

16805,0

16903,0

DSC aanroepfrequentie

16805,5

16903,5

DSC aanroepfrequentie

16806,0

16904,0

DSC aanroepfrequentie

HF 18 MHz

18898,5

19703,0

DSC aanroepfrequentie

18899,0

19704,0

DSC aanroepfrequentie

18899,5

19704,5

DSC aanroepfrequentie

HF 22 MHz

22374,5

22444,0

DSC aanroepfrequentie

22375,0

22444,5

DSC aanroepfrequentie

22375,5

22445,0

DSC aanroepfrequentie

HF 25 MHz

25208,5

26121,0

DSC aanroepfrequentie

25209,0

26121,5

DSC aanroepfrequentie

25209,5

26122,0

DSC aanroepfrequentie

  • a)

    De volgende gepaarde frequenties (schip/kuststation) 4 208/4 219,5 kHz, 6312,5/6 331 kHz, 8 415/8 436,5 kHz, 12577,5/12 657 kHz, 16 805/16 903 kHz, 18898,5/19 703,5 kHz, 22374,5/22 444 kHz en 25208,5/22 121 kHz zijn internationaal de primaire frequenties voor digital selective calling. (zie ook artikel 54 van het Radioreglement).

  • b)

    Voor het gebruik van de frequenties 4 207,5 kHz, 6 312 kHz, 8 414,5 kHz, 12 577 kHz en 16804,5 kHz door schepen en kuststations voor nood en veiligheidsverkeer door middel van DSC is artikel 31 van het Radioreglement van toepassing.

1.2

GMDSS en DSC frequenties boven de 30 MHZ, VHF/UHF band

121,5

AERO-SAR (GMDSS)

123,1

AERO-SAR (GMDSS)

156,3

VHF-CH06 (GMDSS)

156,525

VHF-CH70 (DSC en GMDSS)

156,8

VHF-CH16 (GMDSS)

161,975

AIS-SART (GMDSS)

162,025

AIS-SART (GMDSS)

406 – 406.1

406-EPIRB (GMDSS)

1626,5 – 1645,5

SAT-COM nood en veiligheid communicatie (GMDSS)

1645,5 – 1646,5

D&S-OPS nood en veiligheid operaties (GMDSS)

SAT-COM communicatie via satelliet voor nood en spoed veiligheid radiocommunicatie

1.3

Internationale maritieme mobiele telefonie-telegrafie frequenties in de band 1606,5 – 4000 kHz.

Gebruik in de MF/HF-band is alleen toegestaan buiten het werkingsgebied van de Regionale Regeling.

Opmerkingen:

Regio 1 omvat Europa, Afrika en de voormalige U.S.S.R. met aangrenzende zeegebieden

Regio 2 en 3 omvat de rest van de wereld.

1952

1955

1958

1961

1964

1967

1970

1973

1976

1979

1982

1985

1988

1991

1994

1997

2000

2003

2006

2009

2012

2015

2018

2021

2024

2027

2030

2033

2036

2039

2042

2045

2048*

2051

2054

2057

2060

2063

2066

2069

2072

2075

2078

2081

2084

2087

2090

2093

2096

2099

2102

2105

2108

2111

2114

2117

2120

2123

2126

2129

2132

2135

2138

* ook voor schepen onderling.

2141,75

2142,25

2142,75

2143,25

2143,75

2144,25

2144,75

2145,25

2145,75

2146,25

2146,75

2147,25

2147,75

2148,25

2148,75

2149,25

2149,75

2150,25

2150,75

2151,25

2151,75

2152,25

2152,75

2153,25

2153,75

2154,25

2154,75

2155,25

2155,75

2156,25

2156,75

2157,25

2157,75

2158,25

2158,75

2159,25

2159,75

2194

2197

2200

2203

2206

2209

2212

2215

2218

2221

2224

2227

2230

2233

2236

2239

2242

2245

2248

2251

2254

2257

2263

2266

2269

2272

2275

2278

2281

2284

2287

2290

2293

2296

2299

2302

2305

2308

2311

2314

2317

2320

2323

2326

2329

2332

2335

2338

2341

2344

2347

2350

2353

2356

2359

2362

2365

2368

2371

2374

2377

2380

2383

2386

2389

2392

2395

2398

2401

2404

2407

2410

2413

2416

2419

2422

2425

2428

2431

2434

2437

2440

2443

2446

2449

2452

2455

2458

2461

2464

2467

2470

2473

2476

2479

2482

2485

2488

2491

2494

2502,25

2502,75

2503,25

2503,75

2504,25

2504,75

2505,25

2505,75

2506,25

2506,75

2507,25

2507,75

2508,25

2508,75

2509,25

2509,75

2510,25

2510,75

2511,25

2511,75

2512,25

2512,75

2513,25

2513,75

2514,25

2514,75

2515,25

2515,75

2516,25

2516,75

2517,25

2517,75

2518,25

2518,75

2519,25

2519,75

2520,25

2520,75

2521,25

2521,75

2522,25

2522,75

2523,25

2523,75

2524,25

2524,75

2525,25

2525,75

2526,25

2526,75

2527,25

2527,75

2528,25

2528,75

2529,25

2529,75

2530,25

2530,75

2531,25

2531,75

2532,25

2532,75

2533,25

2533,75

2534,25

2534,75

2535,25

2535,75

2536,25

2536,75

2537,25

2537,75

2538,25

2538,75

2539,25

2539,75

2540,25

2540,75

2541,25

2541,75

2542,25

2542,75

2543,25

2543,75

2544,25

2544,75

2545,25

2545,75

2546,25

2546,75

2547,25

2547,75

2548,25

2548,75

2549,25

2549,75

2550,25

2550,75

2551,25

2551,75

2552,25

2552,75

2553,25

2553,75

2554,25

2554,75

2555,25

2555,75

2556,25

2556,75

2557,25

2557,75

2558,25

2558,75

2559,25

2559,75

2560,25

2560,75

2561,25

2561,75

2562,25

2562,75

2563,25

2563,75

2564,25

2564,75

2565,25

2565,75

2566,25

2566,75

2567,25

2567,75

2568,25

2568,75

2569,25

2569,75

2570,25

2570,75

2571,25

2571,75

2572,25

2572,75

2573,25

2573,75

2574,25

2574,75

2575,25

2575,75

2576,25

2576,75

2577,25

2577,75

2635

2638

3155,25

3155,75

3156,25

3156,75

3157,25

3157,75

3158,25

3158,75

3159,25

3159,75

3160,25

3160,75

3161,25

3161,75

3162,25

3162,75

3163,25

3163,75

3164,25

3164,75

3165,25

3165,75

3166,25

3166,75

3167,25

3167,75

3168,25

3168,75

3169,25

3169,75

3170,25

3170,75

3171,25

3171,75

3172,25

3172,75

3173,25

3173,75

3174,25

3174,75

3175,25

3175,75

3176,25

3176,75

3177,25

3177,75

3178,25

3178,75

3179,25

3179,75

3180,25

3180,75

3181,25

3181,75

3182,25

3182,75

3183,25

3183,75

3184,25

3184,75

3185,25

3185,75

3186,25

3186,75

3187,25

3187,75

3188,25

3188,75

3189,25

3189,75

3190,25

3190,75

3191,25

3191,75

3192,25

3192,75

3193,25

3193,75

3194,25

3194,75

3195,25

3195,75

3196,25

3196,75

3197,25

3197,75

3198,25

3198,75

3199,25

3199,75

3200

3203

3206

3209

3212

3215

3218

3221

3224

3227

3230

3233

3236

3239

3242

3245

3248

3251

3254

3257

3260

3263

3266

3269

3272

3275

3278

3281

3284

3287

3290

3293

3296

3299

3302

3305

3308

3311

3314

3317

3320

3323

3326

3329

3332

3335

3340

3343

3346

3349

3352

3355

3358

3361

3364

3367

3370

3373

3376

3379

3382

3385

3388

3391

3394

3397

3500

3503

3506

3509

3512

3515

3518

3521

3524

3527

3530

3533

3536

3539

3542

3545

3548

3551

3554

3557

3560

3563

3566

3569

3572

3575

3578

3581

3584

3587

3590

3593

3596

1.4

Internationale maritieme mobiele telefonie-telegrafie frequenties in de band 4 – 30 MHz.

Frequentie banden tussen 4000 kHz en 27500 kHz voor de maritieme mobiele service.

Per frequentieband is het aantal beschikbare frequenties aangegeven in f als mede de bijbehorende kanaalafstand in kHz.

Limieten (kHz)

4 063

6 200

8 195

12 230

16 360

18 780

22 000

25 070

Aan schepen toe te wijzen frequenties voor oceanografische data overdracht

a)

4 063,3

tot

4 064,8

6 f.

0,3 kHz

Limieten (kHz)

4 065

6 200

8 195

12 230

16 360

18 780

22 000

25 070

Aan schepen toe te wijzen frequenties voor duplex telefonie.

b)

4 066,4

tot

4 144,4

27 f.

3 kHz

6 201,4

tot

6 222,4

8 f.

3 kHz

8 196,4

tot

8 292,4

33 f.

3 kHz

12 231,4

tot

12 351,4

41 f.

3 kHz

16 361,4

tot

16 526,4

56 f.

3 kHz

18 781,4

tot

18 823,4

15 f.

3 kHz

22 001,4

tot

22 157,4

53 f.

3 kHz

25 071,4

tot

25 098,4

10 f.

3 kHz

Limieten (kHz)

4 146

6 224

8 294

12 353

16 528

18 825

22 159

25 100

Ook aan schepen toe te wijzen frequenties voor simplex telefonie.

4 147,4

tot

4 150,4

2 f.

3 kHz

6 225,4

tot

6 231,4

3 f.

3 kHz

8 295,4

tot

8 298,4

2 f.

3 kHz

12 354,4

tot

12 366,4

5 f.

3 kHz

16 529,4

tot

16 547,4

7 f.

3 kHz

18 826,4

tot

18 844,4

7 f.

3 kHz

22 160,4

tot

22 178,4

7 f.

3 kHz

25 101,4

tot

25 119,4

7 f.

3 kHz

Limieten (kHz)

4 152

6 233

8 300

12 368

16 549

18 846

22 180

25 121

Aan schepen toe te wijzen frequenties voor breed band telegrafie, facsimile en bijzonderel uitzend systemen.

4 154

tot

4 170

5 f.

4 kHz

6 235

tot

6 259

7 f.

4 kHz

8 302

tot

8 338

10 f.

4 kHz

12 370

tot

12 418

13 f.

4 kHz

16 551

tot

16 615

17 f.

4 kHz

18 848

tot

18 868

6 f.

4 kHz

22 182

tot

22 238

15 f.

4 kHz

25 123

tot

25 159

10 f.

4 kHz

Limieten (kHz)

4 172

6 261

8 340

12 420

16 617

18 870

22 240

25 161,25

Aan schepen toe te wijzen frequenties voor oceanografische data overdracht

a)

6 261,3

tot

6 262,5

5 f.

0.3 kHz

8 340,3

tot

8 341,5

5 f.

0,3 kHz

12 420,3

tot

12 421,5

5 f.

0,3 kHz

16 617,3

tot

16 618,5

5 f.

0,3 kHz

22 240,3

tot

22 241,5

5 f.

0,3 kHz

Limieten (kHz)

4 172

6 262,75

8 341,75

12 421,75

16 618,75

18 870

22 241,75

25 161,25

Aan schepen toe te wijzen frequenties (gepaard en ongepaard) voor smalbandige telegrafie en data overdracht met een snelheid van maximaal 100 Bd voor FSK en maximaal 200 Bd voor PSK.

c) d)

4 172,5

tot

4 181,5

18 f.

0,5 kHz

6 263

tot

6 275,5

25 f.

0,5 kHz

Limieten (kHz)

4 181,75

6 275,75

8 341,75

12 421,75

16 618,75

18 870

22 241,75

25 161,25

Limieten (kHz)

4 186,75

6 280,75

8 341,75

12 421,75

16 618,75

18 870

22 241,75

25 161,25

Aan schepen toe te wijzen frequenties (gepaard) voor smalbandige telegrafie en data overdracht met een snelheid van maximaal 100 Bd voor FSK en maximaal 200 Bd voor PSK.

d)

6 281

tot

6284,5

8 f.

0,5 kHz

Limieten (kHz)

4 186,75

6 284,75

8 341,75

12 421,755

16 618,75

18 870

22 241,75

25 161,25

Limieten (kHz)

4 202,25

6 300,25

8 376,25

12 476,75

16 683,25

18 870

22 284,25

25 172,75

Aan schepen toe te wijzen frequenties (gepaard) voor smalbandige telegrafie en data overdracht met een snelheid van maximaal 100 Bd voor FSK en maximaal 200 Bd voor PSK.

c) d)

8 376,5

tot

8 396

40 f.

0.5 kHz

12 477

tot

12 549,5

146 f.

0.5 kHz

16 683,25

tot

16 733,5

101 f.

0.5 kHz

18 870,5

tot

18 892,5

45 f.

0,5 kHz

22 284,5

tot

22 351,5

135 f

0.5 kHz

25173

tot

25 192,5

40 f.

0,5 kHz

Limieten (kHz)

4 202.25

6 300,25

8 396,25

12 549,75

16 733,75

18 892,75

22 351,75

25 192,75

Limieten (kHz)

4 202,25

6 300,25

8369,25

12 554,75

16 738,75

18 892,75

22 351,75

25 192,75

Aan schepen toe te wijzen frequenties (gepaard) voor smalbandige telegrafie en data overdracht met een snelheid van maximaal 100 Bd voor FSK en maximaal 200 Bd voor PSK.

d)

12 555

tot

12 559,5

10 f.

0,5 kHz

16 739

tot

16 784,5

92 f.

0,5 kHz

Limieten (kHz)

4 202,25

6 300,25

8 396,25

12 559,75

16 784,75

18 892,75

22 351,75

25 192,75

Aan schepen toe te wijzen frequenties (ongepaard) voor smalbandige telegrafie en data overdracht met een snelheid van maximaal 100 Bd voor FSK en maximaal 200 Bd voor PSK.

d)

4 202,5

tot

4 207

10 f

0,5 kHz

6 300,5

tot

6 311,5

23 f.

0,5 kHz

8 396,5

tot

8 414

36 f.

0,5 kHz

12 560

tot

12 576,5

34 f.

0,5 kHz

16 785

tot

16 804

39 f.

0,5 kHz

18 893

tot

18 898

11 f.

0,5 kHz

22 352

tot

22 374

45 f.

0,5 kHz

25 193

tot

25 208

31 f.

0,5 kHz

Limieten (kHz)

4 207.25

6 311.75

8 414,25

12 576.75

16 804,25

18 898,25

22 374,25

25 208,25

Opmerkingen bij tabel 1.4:

  • a)

    De frequentiebanden mogen ook worden gebruikt door radioapparaten op boeien voor oceanografische data overdracht en door de stations die deze boeien uitlezen.

  • b)

    Voor het gebruik van de draaggolf frequenties 4 125 kHz, 6 215 kHz, 8 291 kHz, 12 290 kHz en 16 420 kHz in deze sub-banden, door schepen en kuststations voor nood- en veiligheidsverkeer, met enkel zijband radiotelefonie, is artikel 31 van het Radioreglement van toepassing, (WRC07)

  • c)

    Voor het gebruik van de frequenties 4 177,5 kHz, 6 268 kHz, 8 376,5 kHz, 12 520 kHz en 16 695 kHz in deze sub-banden, door schepen en kuststations voor nood- en veiligheidsverkeer, met smalbandige telegrafie, is artikel 31 van het Radioreglement van toepassing.

  • d)

    Deze sub-banden, met uitzondering van de frequenties genoemd onder C, mogen worden gebruikt voor eerste tests en de mogelijk toekomstige introductie binnen de maritiem mobiele service van nieuwe digitale technieken. Stations die deze sub-banden voor dit doel gebruiken mogen geen schadelijke storing veroorzaken bij, noch bescherming claimen tegen, andere stations die in overeenstemming met artikel 5 van de RR werken.

2

Frequentiegebruik in de VHF-banden

55L

29)

155,775

x

56L

29)

155,825

x

60

4)

156.025

160.625

x

x

x

x

01

4)

156.050

160.650

x

x

x

x

61

4)

156.075

160.675

x

x

x

x

02

4)

156.100

160.700

x

x

x

x

62

4)

156.125

160.725

x

x

x

x

03

4)

156.150

160.750

x

x

x

x

63

4)

156.175

160.775

x

x

x

x

04

4)

156.200

160.800

x

x

x

x

64

156.225

160.825

x

x

x

x

05

4)

156.250

160.850

x

x

x

x

65

4)

156.275

160.875

x

x

x

x

06

31)

156.300

156,300

x

x

66

156.325

160.925

x

x

x

x

07

4)

156.350

160.950

x

x

x

x

67

5), 25)

156.375

156.375

x

x

08

156.400

156.400

x

x

68

4)

156.425

156.425

x

x

09

6)

156.450

156.450

x

x

x

69

4)

156.475

156.475

x

x

x

10

7), 8), 25), 32)

156.500

156.500

x

x

x

70

9), 31)

156.525

156.525

Digital Selective Calling, voor nood, spoed, veiligheid en aanroepkanaal.

11

32)

156.550

156.550

x

x

71

156.575

156.575

x

x

12

156.600

156.600

x

x

72

10), 11)

156.625

156.625

x

x

x

13

8), 26)

156.650

156.650

x

x

x

73

12), 25)

156.675

156.675

x

x

x

14

156.700

156.700

x

x

74

156.725

156.725

x

x

15

13), 24)

156.750

156.750

x

x

75

27), 30)

156.775

156.775

x

x

16

14), 31)

156.800

156.800

nood, spoed, veiligheid en aanroepkanaal

nood, spoed, veiligheid en aanroepkanaal

76

6), 27), 30)

156.825

156.825

x

x

17

13), 24)

156.850

156.850

x

x

77

10), 16), 22)

156.875

156.875

x

x

12H

15)

161,200

161,200

14H

29)

161,300

161,300

x

16H

29)

161,400

161,400

x

13H

15)

161,250

161,250

18

17)

156.900

161.500

x

x

x

x

78

156.925

161.525

x

x

x

19

156.950

161.550

x

x

x

79

4),

156.975

161.575

x

x

x

20

17),

157.000

161.600

x

x

x

80

4)

157.025

161.625

x

x

x

x

21

4)

157.050

161.650

x

x

x

x

81

4)

157.075

161.675

x

x

x

x

22

17)

157.100

161.700

x

x

x

x

82

16), 18)

157.125

161.725

x

x

x

x

23

19)

157.150

161.750

x

x

x

x

83

19)

157.175

161.775

x

x

x

x

1024

34)

157.200

157.200

x

x

x

x

2024

34)

161.800

161.800

x

X

x

x

1084

34)

157.225

157.225

X

x

x

x

2084

34)

161.825

161.825

x

x

x

x

1025

34)

157.250

157.250

x

x

x

x

2025

34)

161.850

161.850

x

x

x

x

1085

34)

157.275

157.275

x

X

x

x

2085

34)

161.875

161.875

x

x

x

x

1026

34)

157.300

2026

34)

161.900

1086

34)

157.325

2086

34)

161.925

1027

157.350

157.350

x

x

ASM 1

35)

161.950

161.950

87

6)

157.375

157.375

x

x

1028

157.400

157.400

x

x

ASM 2

35)

162.000

162.000

88

20)

157.425

157.425

x

x

31

21)

157,550

162,150

AIS 1

22), 31), 33)

161.975

161.975

automatisch identificatiesysteem (AIS)

AIS 2

22), 31), 33)

162.025

162.025

automatisch identificatiesysteem (AIS)

Opmerkingen bij tabel 2:

  • 1)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling mag de marifoon uitzenden met een zenderuitgangsvermogen tussen 0,5 en 25 Watt en mag de VHF-portofoon uitzenden met een zenderuitgangsvermogen tussen 0,1 en 6 Watt. De gebruiker van een marifoon of VHF-portofoon dient het zenderuitgangsvermogen op de kanalen 1 t/m 5, 7, 9, 18 t/m 28, 31, 60 t/m 69, 73, 78 t/m 88 handmatig of automatisch te reduceren tot een waarde tussen 0,5 en 1 Watt.Op de kanalen 6, 8, 10 t/m 15, 17, 71, 72 en 74 t/m 77 dient het zenderuitgangsvermogen te allen tijde automatisch te worden gereduceerd tot een waarde tussen 0,5 en 1 Watt. De antenne van de marifoon is rondstralend en heeft een maximale gain van 1,5 dB ten opzichte van een halve golflengte dipool.

  • 2)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling is het gebruik van de dual watch functie niet toegestaan.

  • 3)

    Indien een externe marifoonantenne op de portofoon wordt aangesloten, dan dient het zenderuitgangsvermogen op de kanalen 1 t/m 15, 17 t/m 28 en 60 t/m 88 gereduceerd te worden tot 1 Watt. Deze bepaling is niet van toepassing op de kanalen 23 en 83 voor communicatie met de Kustwacht.

  • 4)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling zijn de kanalen 1 t/m 5, 7, 21, 27, 60 t/m 63, 65, 68, 69 en 79 t/m 81 aangewezen voor gebruik ten behoeve van verkeersbegeleiding. Verkeersbegeleiding omvat radioverkeer voor het begeleiden van de scheepvaart onder radardekking in een vooraf bepaald gebied, waarbij een walorganisatie assistentie verleent voor een vlotte en veilige scheepvaart.

  • 5)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling is kanaal 67 aangewezen voor gebruik ten behoeve van communicatie ter plaatse gedurende opsporing/reddingsoperaties op de Noordzee en de Grote binnenwateren (IJsselmeer, Waddenzee, Ooster- en Westerschelde en Eems-Dollard).

  • 6)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling zijn de kanalen 9, 76 en 87 aangewezen voor divers nautisch gebruik. Divers nautisch gebruik omvat zakelijk radioverkeer tussen bedrijven, organisaties en internationale (zee)schepen.

  • 7)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling is kanaal 10 het primaire kanaal voor aanroep-, spoed- en veiligheidsverkeer.

  • 8)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling is kanaal 13 het uitwijkkanaal voor kanaal 10.

  • 9)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling is het gebruik van DSC niet toegestaan. Een uitzondering geldt voor de Grote binnenwateren (Waddenzee, IJsselmeer, Ooster- en Westerschelde en Eems-Dollard): daar mag kanaal 70 op vrijwillige basis gebruikt worden voor nood-, spoed- en veiligheidsverkeer.

  • 10)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling mogen de kanalen 77 en 72 tevens worden gebruikt voor sociaal verkeer.

  • 11)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling is kanaal 72 tevens aangewezen voor gebruik ten behoeve van bergings- en sleepactiviteiten.

  • 12)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling is kanaal 73 aangewezen voor gebruik ten behoeve van bestrijding van olieverontreinigingen op de Noordzee.

  • 13)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling mogen de kanalen 15 en 17 alleen worden gebruikt voor on-board communicatie (intraship). Een uitzondering geldt voor gebruik aan boord van kleine schepen (minder dan 20 meter), zoals gedefinieerd in de Code Européen des Voies de Navigation Intérieure (CEVNI): aan boord van kleine schepen is gebruik voor on-board communicatie niet toegestaan.

  • 14)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling is kanaal 16 tevens het afhandelingskanaal na DSC alarmering.

  • 15)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling mag de binnenvaart ten behoeve van zand- en grindwinning en baggerwerkzaamheden gebruik maken van de kanalen 12H (frequentie 161,200 MHz) en 13H (frequentie 161,250 MHz). Het uitgestraalde vermogen is niet hoger dan 1 Watt. Kanaal 13H mag niet in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg gebruikt worden.

  • 16)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling zijn de kanalen 82 en 77 aangewezen voor gebruik ten behoeve van de proviandering van schepen.

  • 17)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling zijn de kanalen 18, 20 en 22 aangewezen voor gebruik ten behoeve van het geven van mededelingen aan en het ontvangen van aanwijzingen van brug- en sluispersoneel.

  • 18)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling is kanaal 82 aangewezen voor gebruik ten behoeve van radioverkeer met betrekking tot de bunkering van schepen.

  • 19)

    De kanalen 23 en 83 zijn aangewezen voor gebruik ten behoeve van de radiomedische dienst van het Nederlandse redding coördinatie centrum (RCC) te Den Helder.

  • 20)

    Kanaal 88 is aangewezen voor gebruik bij tijdelijke maritieme evenementen.

  • 21)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling is kanaal 31 aangewezen voor gebruik ten behoeve van communicatie met betrekking tot jachthavenverkeer (marinakanaal).

  • 22)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling geldt een maximaal zenderuitgangsvermogen van 12,5 Watt op de AIS frequenties. De antenne is rondstralend en heeft een maximale gain van 1,5 dB ten opzichte van een halve golflengte dipool.

  • 23)

    Binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling mogen de kanalen 15 en 17 alleen worden gebruikt voor on-board communicatie (intraship). Een uitzondering geldt voor gebruik aan boord van kleine schepen (minder dan 20 meter), zoals gedefinieerd in de Code Européen des Voies de Navigation Intérieure (CEVNI): aan boord van kleine schepen is gebruik voor on-board communicatie niet toegestaan.

  • 24)

    Buiten het werkingsgebied van de Regionale Regeling mogen de kanalen 15 en 17 worden gebruikt voor intership-verkeer. Daarnaast mogen ze ook gebruikt worden voor on-board communicatie, mits het effectief uitgestraalde vermogen niet groter is dan 1 Watt ERP. Landen mogen nadere regels stellen voor gebruik van deze frequenties in hun territoriale wateren.

  • 25)

    De Nederlandse administratie kan, indien zij dit noodzakelijk acht, de kanalen 10, 67 en 73 tevens aanwijzen voor gebruik voor communicatie tussen scheepsstations, luchtvaartuigen en stations aan de wal die betrokken zijn bij gecoördineerde SAR-operaties en operaties ter bestrijding van milieuvervuiling.

  • 26)

    Kanaal 13 is bestemd voor wereldwijd gebruik als veiligheids- en navigatiekanaal; primair voor intership, veiligheids- en navigatiecommunicatie. Het kan ook gebruikt worden voor scheepsbewegingen en havenoperaties, afhankelijk van nationale regelgeving van de betreffende administraties. Echter binnen het werkingsgebied van de Regionale Regeling geldt noot 8).

  • 27)

    Met uitzondering van AIS, moet het gebruik van de kanalen 75 en 76 beperkt blijven tot navigatie-gerelateerde communicatie en moeten alle voorzorgsmaatregelen worden genomen worden om storing op kanaal 16 te voorkomen, onder meer door beperking van het effectief uitgestraalde vermogen tot 1 Watt ERP en geografische scheiding.

  • 28)

    Buiten het werkingsgebied van de Regionale Regeling mag de automatische vermogensreductie en ATIS van de marifoon en de portofoon buiten gebruik zijn.

  • 29)

    Gebruik van VHF-kanalen/frequenties in de zeevisserij:

    De kanalen 55L, 56L, 14H en 16H mogen uitsluitend worden toegepast door vissersschepen voor onderling verkeer en de berichten mogen versleuteld zijn, waarbij:

    • de kanalen 55L en 56L niet mogen worden gebruikt binnen 25 km van de Nederlandse kust;

    • vissersschepen die (beroepsmatig) sportvisserij bedrijven, uitsluitend gebruik mogen maken van kanaal 16H.

  • 30)

    De kanalen 75 en 76 zijn tevens internationaal aangewezen voor de mobiele satelliet service (aarde-ruimte) voor het ontvangen van long-range AIS uitzendingen van schepen.

  • 31)

    De kanalen 6, 70, 16, AIS 1 en AIS 2 mogen tevens gebruikt worden door radiostations in de luchtvaart met als doel SAR activiteiten en veiligheid gerelateerde communicatie.

  • 32)

    Bij maritieme radiocommunicatie op de kanalen 10 en 11 worden alle voorzorgsmaatregelen getroffen om schadelijke interferentie op kanaal 70 te voorkomen.

  • 33)

    De frequenties AIS 1 en AIS 2 mogen tevens worden gebruikt in de mobiele satelliet-service (aarde-ruimte) voor het ontvangen van AIS uitzendingen van schepen.

  • 34)

    De frequentiebanden 157.1875-157.3375 MHz en 161.7875-161.9375 MHz (overeenkomend met de kanalen 1024, 2024, 1084, 2084, 1025, 2025, 1085, 2085, 1026, 2026, 1086, 2086) zijn aangewezen voor gebruik ten behoeve van digitale communicatie door middel van het VHF Data Exchange System (VDES). Deze kanalen van 25 kHz mogen samengevoegd worden voor de vorming van één kanaal met een bandbreedte van 50, 100 of 150 kHz aaneengesloten. Het gebruik van de kanalen is als volgt voorgeschreven:

    • De kanalen 1024, 1084, 1025 en 1085 zijn aangewezen voor communicatie van schip-naar-kuststation, van kuststation-naar-schip en tussen schepen onderling (intraship). Communicatie tussen schepen en satellieten en tussen satellieten en schepen kan mogelijk zijn zonder oplegging van beperkingen op communicatie van schip-naar-kuststation, van kuststation-naar-schip en tussen schepen onderling.

    • De kanalen 2024, 2084, 2025 en 2085 zijn aangewezen voor communicatie van kuststation-naar-schip en tussen schepen onderling (intraship). Communicatie tussen schepen en satellieten en tussen satellieten en schepen kan mogelijk zijn zonder oplegging van beperkingen op communicatie van schip-naar-kuststation, van kuststation -naar-schip en tussen schepen onderling. De kanalen 1026, 1086, 2026 en 2086 zijn aangewezen voor communicatie van schip-naar-satelliet en van satelliet-naar-schip en worden niet gebruikt voor de aardse component van VDES.

    De communicatie van aarde-naar-ruimte door middel van het VDES zal geen schadelijke interferentie veroorzaken op aardse componenten van VDES in dezelfde frequentieband. Tevens kan deze communicatie van aarde-naar-ruimte geen bescherming eisen en/of geen belemmeringen opwerpen tegen de toekomstige ontwikkeling van aardse componenten van VDES in dezelfde frequentieband.

  • 35)

    De kanalen ASM 1 en ASM 2 zijn aangewezen voor gebruik ten behoeve van applicatie-specifieke berichtgeving (application specific messages, ASM) overeenkomstig ITU-R RR M.2092.

3

Frequentiegebruik in de UHF-banden

Overzicht van UHF kanalen/frequenties die beschikbaar zijn voor maritiem mobiele communicatie, met vermelding van de toegestane toepassingen (frequenties in MHz):

1

457,525

x

2

457,5375

x

x

3

457,550

x

4

457,5625

x

x

5

457,575

x

6

467,525

x

7

467,5375

x

8

467,550

x

9

467,5625

x

10

467,575

x

Noot UHF

a) sociaal verkeer alleen in Nederland

– zie onderdeel 6 voor een toelichting op de gebruikte begrippen

– De UHF portofoon mag uitzenden met een vermogen tussen 0,2 en 2 watt ERP.

4

Frequentiegebruik mobiele satellietverbindingen

EPIRB (homing ten behoeve van uitpeilen)

121,500 MHz

200 mW

EPIRB (alarmering)

406,000 – 406,100 MHz

5 W e.r.p.

INMARSAT A, B, C, F, M en Mini M

1626,500 – 1645,500 MHz

0 dBW e.r.p.

5

Overzicht ten aanzien van het certificaat van bediening dat per radiozendapparaat is vereist voor maritiem mobiele radiocommunicatie (zeevaart en binnenvaart/pleziervaart)

Dit overzicht bevat alle radioapparatuur die onder de noemer ‘scheepsstation’ vergunningvrij met melding kan worden gebruikt.

Marifoon Binnenvaart

X

X

X

Marifoon Zeevaart

X

X

Combi-marifoon

X

X

DSC Klasse C

X

X

X

DSC Alle andere klassen

X

X

MF/HF- radioapparatuur

X

Portofoon GMDSS

X

X

Portofoon met alle marifoonkanalen

X

X

X

Portofoon beroepsbinnenvaart Kanalen 15 en 17

X

X

X

Satelliet EPIRB 406 MHz

X

X

INMARSAT A, B, C, F, M en Mini M indien voorzien van alarmeringsmogelijkheid binnen het GMDSS

X

X

INMARSAT C_VMS en _SSAS indien voorzien van alarmeringsmogelijkheid binnen het GMDSS

X

X

X

Telex over Radio (SELCAL)

X

Scrambler

X

X

Automatic Identification System (AIS)

X

X

X

6

Toelichting op de gebruikte terminologie

Aanroepkanaal:

Kanaal voor het aanroepen en het verstrekken van korte mededelingen, met uitzondering van sociaal verkeer;

ERP/e.r.p.

Het effectief uitgestraald vermogen van de zendinrichting ten opzichte van een halve golf dipool (Effective Radiated Power);

EIRP/e.i.r.p.

Het effectief uitgestraald vermogen van de zendinrichting ten opzichte van een isotrope straler (Equivalent Isotropically Radiated Power).

Havenoperaties:

Radioverkeer inzake het geven van mededelingen aan en het ontvangen van aanwijzingen van havenautoriteiten met betrekking tot de veiligheid van scheepsbewegingen;

Intership verkeer:

Radioverkeer ten behoeve van de communicatie tussen schepen onderling (intraship);

Nautische informatie:

Radioverkeer ten behoeve van het geven van mededelingen aan en het ontvangen van aanwijzingen van verkeersbegeleidingsstations;

Nood- of spoedverkeer:

Radioverkeer betreffende de veiligheid van een schip, luchtvaartuig of ander vervoermiddel, dan wel van een persoon;

On-board communicatie:

Communicatie tussen radioapparaten op hetzelfde schip (intraship);

Sociaal verkeer:

Radioverkeer van algemene aard

Verkeersbegeleiding:

Radioverkeer voor het begeleiden van de scheepvaart onder radardekking in een vooraf bepaald gebied, waarbij een walorganisatie assistentie verleent voor een vlotte en veilige scheepvaart;

Veiligheidsverkeer:

Radioverkeer houdende belangrijke waarschuwingen betreffende de navigatie of meteorologische zaken.

Bijlage

3

Spellingsalfabet als bedoeld in artikel 10, onderdeel h

Bij het spellen van de roepletters dient gebruik te worden gemaakt van het volgende spellingsalfabet:

A

Alfa

N

November

B

Bravo

O

Oscar

C

Charlie

P

Papa

D

Delta

Q

Quebec

E

Echo

R

Romeo

F

Foxtrot

S

Sierra

G

Golf

T

Tango

H

Hotel

U

Uniform

I

India

V

Victor

J

Juliett

W

Whiskey

K

Kilo

X

X-ray

L

Lima

Y

Yankee

M

Mike

Z

Zulu