Wet van 24 juni 2015, houdende regels omtrent windenergie op zee (Wet windenergie op zee)

Wet windenergie op zee

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het realiseren van meer windenergie op zee bijdraagt aan het verwezenlijken van de hernieuwbare energiedoelstellingen, dat op zee meerdere activiteiten plaatsvinden waar windparken op zee ingepast moeten worden, dat het aansluiten van windparken op het elektriciteitsnet tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten moet plaatsvinden waardoor het wenselijk is om coördinatie van de ruimtelijke inpassing van windenergie op zee te versterken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen en werkingssfeer

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • kavel: locatie voor een windpark;

  • kavelbesluit: besluit waarin een kavel en een tracé voor een aansluitverbinding zijn aangewezen;

  • net: een net als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Elektriciteitswet 1998;

  • Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;

  • vergunning: vergunning als bedoeld in artikel 12;

  • windpark: een samenstel van voorzieningen waarmee elektriciteit met behulp van wind wordt geproduceerd, waarbij onder een samenstel van voorzieningen wordt verstaan alle aanwezige middelen die onderling met elkaar zijn verbonden voor de productie van elektriciteit met behulp van wind.

Artikel

2

Deze wet is mede van toepassing in de Nederlandse exclusieve economische zone.

Hoofdstuk

2

Kavelbesluit

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De artikelen 19d en 19kc van de Natuurbeschermingswet 1998 zijn niet van toepassing op projecten of andere handelingen waarop het kavelbesluit betrekking heeft. Indien die projecten of andere handelingen de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied als bedoeld in die wet kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor dat gebied, is artikel 19j, eerste tot en met derde lid en vijfde lid, van die wet en het krachtens artikel 19kb, eerste lid, van die wet bepaalde, van overeenkomstige toepassing op het vaststellen van een kavelbesluit.

Artikel

6

De artikelen 9 en 10 van de Flora- en faunawet zijn niet van toepassing op handelingen, waarop het kavelbesluit betrekking heeft, voor zover deze betreffen:

Artikel

7

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Hoofdstuk

3

Vergunning

§

3.1

Algemene bepalingen

Artikel

12

Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister een windpark te bouwen of te exploiteren in de Nederlandse territoriale zee of de Nederlandse exclusieve economische zone.

Artikel

13

Onze Minister verleent geen vergunning voor:

  • a.

    een gebied dat is gelegen buiten een kavel en het tracé voor de aansluitverbinding dat is aangewezen op grond van artikel 3, eerste lid, of

  • b.

    een kavel waarvoor reeds een vergunning is verleend.

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

§

3.2

Procedure met subsidie

Artikel

20

Artikel

21

§

3.3

Procedure zonder subsidie

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Onze Minister beslist op de aanvragen binnen 13 weken na afloop van de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 23, eerste lid, en kan deze termijn eenmaal met ten hoogste 13 weken verlengen.

Hoofdstuk

4

Toezicht en handhaving

Artikel

26

Artikel

27

Onze Minister kan ingeval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze wet de overtreder een last onder bestuursdwang opleggen.

Artikel

28

Hoofdstuk

5

Wijziging andere wetten

Artikel

29

Wijzigt de Elektriciteitswet 1998.

Artikel

30

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

31

Wijzigt de Waterwet.

Artikel

32

Wijzigt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel

33

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Hoofdstuk

7

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

34

Artikel

35

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

36

Deze wet wordt aangehaald als: Wet windenergie op zee.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur