Wijziging Reglement Participatiefonds 2015–2016, Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs

Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2015–2016

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Het bestuur van de Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs besluit, gelet op de Wet budgettering wachtgelden en instelling Participatiefonds (Stb. 1995, 155), het Besluit Participatiefonds (Stb. 1996, 384) en de statuten van de Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs, het volgende reglement voor het Primair Onderwijs vast te stellen

Paragraaf

1.1

Begripsbepalingen

  • 1.

    Afvloeiingsvolgorde: de volgorde waarin werknemers conform hoofdstuk 10.4 van de CAO-PO voor afvloeiing in aanmerking komt. Hierin is tevens het niet voortzetten van een tijdelijk dienstverband betrokken. Hoofdregel is dat eerst alle werknemers met een tijdelijk dienstverband dienen te zijn afgevloeid voordat het dienstverband van werknemers met een vast dienstverband kan worden beëindigd.

  • 2.

    Beëindiging dienstverband: beëindiging van een dienstverband voor onbepaalde tijd door middel van een uitspraak van de kantonrechter, een beëindigingsovereenkomst met wederzijds goedvinden of ontslag.

  • 3.

    Benoeming of aanstelling in reguliere betrekking: een (her)benoeming of (her)aanstelling niet zijnde een vervangingsaanstelling.

  • 4.

    Bestuursvoorschriften: de bestuursvoorschriften en bijlagen zoals die door het bestuur van het Participatiefonds zijn vastgesteld ter bevordering van een correcte toepassing van het reglement Participatiefonds.

  • 5.

    Budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid: het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid dat werkgevers ontvangen op basis van Titel IV, Afdeling 6 van de WPO dan wel op basis van Titel V, Afdeling 6 van de WEC.

  • 6.

    CAO PO: de collectieve arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs zoals die tussen de PO-Raad en de organisaties van werknemers in het onderwijs voor de periode 1 juli 2014 tot 1 juli 2015 is overeengekomen en welke tot nader order van kracht blijft.

  • 7.

    Centrale diensten: diensten zoals bedoeld in artikel 68 WPO en artikel 69 WEC.

  • 8.

    Detachering: de situatie dat onderwijspersoneel op eigen verzoek of met zijn instemming voor bepaalde tijd op basis van een detacheringsovereenkomst wordt belast met werkzaamheden bij een andere werkgever.

  • 9.

    Dienstverband in het kader van vervanging: een tijdelijk dienstverband van een werknemer ter vervanging van een afwezige werknemer wegens de hieronder limitatief opgesomde gronden van afwezigheid.

    • 1.

      Ziekteverlof als bedoeld in de ZAPO;

    • 2.

      Schorsing als bedoeld in de artikelen 3.13 tot en met 3.17 en 4.11 tot en met 4.16 CAO-PO.

    • 3.

      Gecompenseerd vakantieverlof indien het zwangerschaps- en bevallingsverlof van de vrouwelijke werknemer dat samenvalt met een schoolvakantie. Indien werknemer in een schooljaar door ziekte minder dan 20 dagen vakantieverlof heeft genoten, heeft hij recht op (het restant van) het wettelijk minimum aan vakantiedagen als bedoeld in artikel 7:634 lid 1 BW

    • 4.

      Verlof dat door het bevoegd gezag met toepassing van artikel 8B.2 CAO-PO opnieuw wordt verleend.

    • 5.

      Betaald dan wel onbetaald buitengewoon verlof (artikelen 8.7, 8.8, 8.9, 8.11, 8.12, 8.13 en 8.15 CAO-PO).

    • 6.

      Buitengewoon verlof als bedoeld in artikel 8.18 CAO-PO voor zover verleend met behoud van salaris.

    • 7.

      Betaald dan wel onbetaald ouderschapsverlof (artikelen 8.19, 8.20 en 8.21 CAO-PO).

    • 8.

      Verlof wegens zwangerschap en/of bevalling.

    • 9.

      Studieverlof van de leraar die gebruik maakt van het Scholingsfonds als bedoeld in het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland’ van 1 juli 2008.

    Vervanging voor deze gronden van afwezigheid wordt aangemerkt als vervanging in de zin van het reglement Participatiefonds.

  • 10.

    In- en doorstroombanen: banen die worden vervuld door weknemers voor wie de werkgever destijds subsidie ontving als bedoeld in artikel 6, eerste lid van het van het Besluit in-en doorstroombanen (stb. 1999, 591)

  • 11.

    Kwalitatieve fricties (het oplossen van): het ten koste van werknemers met een bepaalde functie vrijmaken van formatieruimte ten behoeve van werknemers met een andere functie omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren.

  • 12.

    Leraar in opleiding: de functie als bedoeld in artikel 3.22 tot en met 3.26 en artikel 4.21 tot en met 4.25 van de CAO-PO.

  • 13.

    Loonkostentool: de digitale tool van het Participatiefonds aan de hand waarvan een werkgever de vergelijking van de rijksbekostiging personeel en financiële bijdragen van derden maakt en de loonkosten van werknemers van wie het dienstverband niet is voortgezet of beëindigd berekent.

  • 14.

    Materiële vergoeding: de vergoeding zoals genoemd in Titel IV, Afdeling 4 van de WPO en in Titel IV, Afdeling 4 van de WEC.

  • 15.

    Modelverklaring: een verklaring waar een werkgever bij het indienen van een vergoedingsverzoek gebruik van kan maken om aan te tonen dat is voldaan aan de voorwaarden van het Participatiefonds.

  • 16.

    Natuurlijk verloop: de omvang van de loonkosten volgens de digitale tool van het Participatiefonds van niet voortgezette of beëindigde dienstverbanden zonder dat daar voor de werknemer in kwestie een uitkering op volgt op grond van de WW, het WOPO of het ZAPO.

  • 17.

    Loonkosten: het betreft hier de bruto loonkosten minus de eventuele brutokortingen vermeerderd met de werkgeverslasten en reguliere toeslagen.

  • 18.

    Onderwijsassistent in opleiding: de functie als bedoeld in artikel 3.27 en 4.26 van de CAO-PO.

  • 19.

    Onderwijspersoneel: de benoemde directeur, het personeel benoemd in een functie voor het geven van onderwijs, het personeel benoemd in een andere functie dan het geven van onderwijs, het personeel dat is benoemd voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van meer dan een school of meer dan een school als bedoeld in de WEC, waaronder begrepen de leden van het bestuur van die scholen die zijn benoemd door een raad van toezicht als bedoeld in artikel 17c, derde lid van de WPO, voor zover die leden mede zijn benoemd op basis van een arbeidsovereenkomst of een akte van aanstelling, dan wel de benoemde directeur, het personeel benoemd in een functie voor het geven van onderwijs, het personeel benoemd in een andere functie dan het geven van onderwijs, het personeel dat is benoemd voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van meer dan een school of meer dan een school als bedoeld in de WPO,waaronder begrepen de leden van het bestuur van die scholen die zijn benoemd door een raad van toezicht als bedoeld in artikel 28i, derde lid van de WEC, voor zover die leden mede zijn benoemd op basis van een arbeidsovereenkomst of een akte van aanstelling.

  • 20.

    Ontslag: ontslag op grond van de opzeggings- en ontslagronden, genoemd in de CAO PO en tussentijdse beëindiging van een tijdelijk dienstverband.

  • 21.

    Ontslagbeleid: de regeling Ontslagbeleid conform artikel 10.4 en 10.5 van de CAO PO.

  • 22.

    Outplacement: Bij outplacement in de zin van het Reglement dient er sprake te zijn van een planmatige begeleiding door een derde van een met ontslag bedreigde werknemer bij het verwerven van een reguliere betrekking elders, waarbij een brede oriëntatie op de arbeidsmarkt en een wezenlijke financiële inspanning van de werkgever kenmerkend zijn (zie de uitspraak van de Raad van State van 9 mei 2007, zaaknummer 200606432/1).

  • 23.

    Participatiefonds: de rechtspersoon als bedoeld in artikel 184 van de WPO en in artikel 170 van de WEC waarbij de werkgever verplicht is aangesloten in verband met kosten van uitkeringen aan gewezen personeel en suppleties inzake arbeidsongeschiktheid.

  • 24.

    Prestatiebox: de Regeling prestatiebox primair onderwijs als bedoeld in de Staatscourant nr. 1417, d.d. 27 januari 2012

  • 25.

    Reorganisatie: een verandering in de organisatie van één of meer scholen of een Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband, waaronder ook begrepen de opheffing van bestaande en/of de introductie van nieuwe functies, die gepaard gaan met ingrijpende personele gevolgen.

  • 26.

    Samenwerkingsverband: samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 18 van de WPO en artikel 28a van de WEC

  • 27.

    Samenwerkende werkgevers: besturen die in het kader van het sectorplan PO een gezamenlijk transfercentrum hebben opgericht.

  • 28.

    Schooljaar: een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli van het opvolgende kalenderjaar.

  • 29.

    Schoolsoort: het basisonderwijs en de scholen voor speciaal basisonderwijs als bedoeld in de WPO en het speciaal onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de WEC.

  • 30.

    Schoonmaakpersoneel: werknemers waarvan in de functieomschrijving is opgenomen het schoonmaken en schoonhouden van de binnenzijde van het schoolgebouw en waarvoor de bekostiging is genormeerd in de materiële vergoeding.

  • 31.

    Sociaal Plan: een door de werkgever en door tenminste drie van de vier vakcentrales ondertekend Sociaal Plan conform artikel 10.3 de CAO PO.

  • 32.

    Uitvoeringsorganisatie Participatiefonds: door het bestuur van het Participatiefonds aangewezen organisatie voor de afhandeling van de vergoedingsverzoeken.

  • 33.

    Uitgestelde beëindiging van het dienstverband: een dienstverband dat niet is beëindigd of een tijdelijk dienstverband dat is voortgezet per de datum waarop de daling van de rijksbekostiging en financiële bijdragen van derden voor personeel is gedaald, maar waarvan de beëindiging of het niet voortzetten met één jaar is uitgesteld.

  • 34.

    Vergoedingsverzoek: een op grond van artikel 138, tweede lid, van de WPO dan wel op grond van artikel 132, tweede lid, van de WEC, door de werkgever ingediende aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb.

  • 35.

    Vervanging (vervangingsbetrekking): zie dienstverband in het kader van vervanging

  • 36.

    Werkgelegenheidsbeleid: de regeling werkgelegenheidsbeleid conform artikel 10.2 en 10.3 van de CAO PO.

  • 37.

    Werkgever: het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 WPO en artikel 1 WEC, respectievelijk het bevoegd gezag van de rechtspersoon als bedoeld in artikel 68 WPO en artikel 69 WEC en het Regionaal Expertisecentrum, als bedoeld in artikel 28b WEC, tenzij het bevoegd gezag door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op grond van bezwaren van godsdienstige of levensbeschouwelijke aard is uitgezonderd van aansluiting bij de Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs.

  • 38.

    WEC: Wet op de Expertisecentra (Stb. 1998, 469)

  • 39.

    WPO: Wet op het Primair Onderwijs (Stb. 1998, 495)

  • 40.

    WOPO: Regeling ‘Werkloosheidregeling onderwijspersoneel primair onderwijs

  • 41.

    WW: Werkloosheidwet (Stb. 1986, 566)

  • 42.

    ZAPO: Regeling ‘Ziekte en Arbeidsongeschiktheid primair onderwijs

  • 43.

    Zij-instromers: onbevoegden met een geschiktheidsverklaring als bedoeld in artikel 176b WPO of artikel 162e WEC.

Hoofdstuk

2

Premie

Paragraaf

2.1

verplichting tot betaling van premie

Artikel

2:1

Doel van de premie

De werkgever is verplicht, op de wijze zoals bepaald in de bestuursvoorschriften, een door het Participatiefonds te bepalen bijdrage te voldoen in verband met de kosten voor werkloosheidsuitkeringen, suppleties inzake arbeidsongeschiktheid alsmede uitkeringen wegens ziekte en arbeidsongeschiktheid van gewezen personeel anders dan op grond van de Ziektewet.

Paragraaf

2.2

Restitutie van premie aan regionale transfercentra (onder voorbehoud van goedkeuring van het sectorplan door SZW)

Artikel

2:2

Premierestitutie bij subsidie samenwerkende werkgevers

Hoofdstuk

3

Vergoedingsverzoeken

Paragraaf

3.1

Vergoedingsverzoeken

Artikel

3:1

Vergoedingsverzoek

De werkgever:

  • a.

    die een dienstverband van een werknemer beëindigt of een tijdelijk dienstverband niet voortzet; en

  • b.

    die wenst dat de uitkeringskosten die op grond van artikel 138, tweede lid, van de WPO of artikel 132, tweede lid, van de WEC voor rekening van de werkgever komen, ten laste van het Participatiefonds worden gebracht,

  • c.

    dient bij het Participatiefonds een vergoedingsverzoek in.

Artikel

3:2

Wijze van indiening vergoedingsverzoek

De werkgever maakt bij de indiening van het vergoedingsverzoek gebruik van de module ‘vergoedingsverzoeken’ op de website www.participatiefonds.nl.

Artikel

3:3

Vereisten vergoedingsverzoek

Artikel

3:4

Onvolledig vergoedingsverzoek

Artikel

3:5

Grond voor toewijzing vergoedingsverzoek

Het Participatiefonds wijst een vergoedingsverzoek uitsluitend toe als de werkgever voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld in de bepalingen van dit reglement, behoudens het bepaalde in artikel 3:6.

Artikel

3:6

Gronden voor afwijzing vergoedingsverzoek

Artikel

3:7

Beslistermijn

Paragraaf

3.2

Uitkeringskosten

Artikel

3:8

Uitnodiging tot verstrekken inlichtingen

Als uitkeringskosten als bedoeld in artikel 138, tweede lid, van de WPO of artikel 132, tweede lid, van de WEC zijn ontstaan, waarvan het Participatiefonds niet kan vaststellen dat het Participatiefonds ermee heeft ingestemd dat de uitkeringskosten ten laste van het Participatiefonds komen, nodigt het Participatiefonds de werkgever uit inlichtingen te verstrekken.

Artikel

3:9

Indieningstermijn inlichtingen

Artikel

3:10

Te late indiening inlichtingen

Artikel

3:11

Verschoonbare termijnoverschrijding

Het Participatiefonds werpt de werkgever overschrijding van de termijn als bedoeld in artikel 3:9 niet tegen als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de werkgever in verzuim is geweest.

Artikel

3:12

Wijze van verstrekken van inlichtingen

De werkgever maakt bij het verstrekken van de inlichtingen als bedoeld in artikel 3:8 gebruik van de module ‘uitkeringen’ op de website www.participatiefonds.nl

Artikel

3:15

Werkgever wenst niet dat de uitkeringskosten ten laste van Participatiefonds komen

Artikel

3:17

Zelfstandig wachtgeldbeleid

Paragraaf

3.3

Rechtsmiddelen tegen ontslagbesluit

Artikel

3:18

Mededeling bezwaar tegen ontslagbesluit en opschorting beslistermijn

Paragraaf

3.4

intrekking of wijziging van de beschikking

Artikel

3:19

Gronden voor intrekking en wijziging

Paragraaf

3.5

toets re-integratieactiviteiten voorafgaand aan ontslag

Artikel

3:20

Verzoek voorafgaande toets re-integratieactiviteiten

Paragraaf

3.6

medewerking controle

Artikel

3:21

Medewerking rechtmatigheidscontroles

Paragraaf

3.7

Hoofdelijke aansprakelijkheid

Artikel

3:22

Hoofdelijke aansprakelijkheid

Hoofdstuk

4

Beeindigingsgronden bijzonder onderwijs

Paragraaf

4.1

Persoonsgebonden beëindigingsgronden bij een vast dienstverband

Artikel

4:1

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging van het dienstverband door opzegging (artikel 3.7, eerste lid, CAO PO)

Als ontslag is genomen op grond van artikel 3.7, eerste lid, van de CAO PO, beëindiging van het dienstverband op verzoek van de werknemer, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:1:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:1:1

Meedelen reden ontslag

1. De werkgever overlegt documenten, opgesteld voorafgaand aan de einddatum, waaruit blijkt dat de werknemer de werkgever heeft medegedeeld dat hij het dienstverband wenst te beëindigen.

Artikel

4:2

Grondslag vergoedingsverzoek: artikel 3.7, tweede lid, CAO PO: beëindiging van het dienstverband vanwege dringende reden

Als het dienstverband is beëindigd wegens dringende reden (ontslag op staande voet) kan geen vergoedingsverzoek worden ingediend. De werkgever wordt geadviseerd om, in geval van beëindiging vanwege dringende reden, UWV daarover te informeren en van die melding aan UWV het Participatiefonds weer in kennis te stellen.

Artikel

4:3

Grondslag vergoedingsverzoek: ontbinding arbeidsovereenkomst door Kantonrechter (artikel 3.7, derde lid, CAO PO)

Als het dienstverband is ontbonden op grond van de artikelen 7:671b dan wel 7:671c BW (uitspraak kantonrechter) conform artikel 3.7, derde lid, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoeking in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:3:1 tot en met 4:3:2 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:3:1

ontbinding arbeidsovereenkomst door kantonrechter

Artikel

4:3:2

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:4

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 3.7, vierde lid, CAO PO) vanwege onbekwaamheid/ongeschiktheid (artikel 3.8, tweede lid, CAO PO)

Als het dienstverband is beëindigd op grond artikel 3.7 vierde lid, van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van onbekwaamheid of ongeschiktheid van de werknemer voor de door hem uitgeoefende functie, zoals bedoeld in artikel 3.8, tweede lid, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden van artikel 4:4:1 tot en met 4:4:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:4:1

Meedelen reden beëindiging van het dienstverband aan werknemer

Artikel

4:4:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

4:4:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:4:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:5

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 3.7, vierde lid, CAO PO) vanwege ziekte/arbeidsongeschiktheid (artikel 3.8, vijfde lid, CAO PO) van de werknemer voor minder dan 35% WIA

Als het dienstverband van de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV in het kader van de WIA is beëindigd op grond van artikel 3.7, vierde lid, van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van ziekte of arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in artikel 3.8, vijfde lid, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:5:1 tot en met 4:5:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:5:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

4:5:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

4:5:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:5:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:6

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 3.7, vierde lid, CAO PO) vanwege gewichtige omstandigheden (artikel 3.8, zevende lid, CAO PO) te weten kwalitatieve fricties

Als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 3.7, vierde lid, CAO PO, met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is gewichtige omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 3.8, zevende lid, van de CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:6:1 tot en met 4:6:6 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:6:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

4:6:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

4:6:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:6:4

Toetsingsdatum

Artikel

4:6:5

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer of werknemers betreft die in een vast dienstverband was of waren benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:6:6

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:7

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (Artikel 3.7, vierde lid, CAO PO) vanwege gewichtige omstandigheden

Als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 3.7 vierde lid, van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is gewichtige omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 3.8, zevende lid, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden van artikel 4:7:1 tot en met 4:7:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:7:1

Meedelen reden beëindiging van het dienstverband aan werknemer

Artikel

4:7:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

4:7:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:7:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:8

Grondslag vergoedingsverzoek: plichtsverzuim (Artikel 3.8, eerste lid, CAO PO)

Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.8, eerste lid, van de CAO PO, te weten op grond van plichtsverzuim als bedoeld in artikel 3.17, tweede lid, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:8:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:8:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:9

Grondslag vergoedingsverzoek: onbekwaamheid/ongeschiktheid (Artikel 3.8, tweede lid, CAO PO)

Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.8, tweede lid, van de CAO PO, te weten op grond van onbekwaamheid of ongeschiktheid van de werknemer voor de door hem uitgeoefende functie, anders dan ten gevolge van ziekte of arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.8, vijfde lid, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:9:1 tot en met 4:9:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:9:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:9:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

4:9:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:9:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:10

Grondslag vergoedingsverzoek: geen vacature na afloop lang buitengewoon verlof (Artikel 3.8, vierde lid, CAO PO)

Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.8, vierde lid, van de CAO PO, omdat na afloop van het lang buitengewoon verlof de werknemer bij gebrek aan een vacature niet in actieve dienst binnen de instelling dan wel bij de werkgever kan worden geplaatst, komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:10:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:10:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:11

Grondslag vergoedingsverzoek: ziekte/arbeidsongeschiktheid (Artikel 3.8, vijfde lid, CAO PO)

Als aan de werknemer, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard in het kader van de WIA, ontslag is verleend op grond van artikel 3.8, vijfde lid, van de CAO PO, te weten op grond van ziekte of arbeidsongeschiktheid met in achtneming van de bepalingen van de ZAPO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:11:1 tot en met 4:11:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:11:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:11:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

4:11:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:11:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:12

Grondslag vergoedingsverzoek: gewichtige omstandigheden (Artikel 3.8, zevende lid, CAO PO) te weten kwalitatieve fricties

Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.8, zevende lid, van de CAO PO, met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is gewichtige omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 3.8, zevende lid, van de CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:12:1 tot en met 4:12:6 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:12:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:12:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

4:12:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:12:4

Toetsingsdatum

Artikel

4:12:5

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer of werknemers betreft die in een vast dienstverband was of waren benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:12:6

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:13

Grondslag vergoedingsverzoek: gewichtige omstandigheden (Artikel 3.8, zevende lid, CAO PO)

Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.8, zevende lid, van de CAO PO, te weten op grond van gewichtige omstandigheden, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:13:1 tot en met 4:13:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:13:1

Meedelen ontslagaan werknemer

Artikel

4:13:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

4:13:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:13:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:14

Grondslag vergoedingsverzoek: tussentijdse beëindiging (artikel 3.7, eerste lid, CAO PO) van een leerarbeidsovereenkomst van een leraar in opleiding (artikel 3.24 CAO PO)

Als de opleidende instelling de leerarbeidsovereenkomst van de werknemer die als LIO is benoemd, tijdens de looptijd van de leerarbeidsovereenkomst, heeft beëindigd, komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:14:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:14:1

Meedelen reden tussentijdse beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

4:15

Grondslag vergoedingsverzoek: het niet meewerken aan re-integratie als bedoeld in artikel 20a ZAPO

Als ontslag is verleend op grond van artikel 20a ZAPO vanwege het niet meewerken aan re-integratie, komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:15:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:15:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Paragraaf

4.2

persoonsgebonden beëindigingsgronden bij tijdelijke dienstverband

Artikel

4:16

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO): waarbij werknemer dienstverband niet wil voortzetten als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, CAO PO

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werknemer geen voortzetting van het dienstverband wenst, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:16:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:16:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

4:17

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO): vanwege dringende redenen (artikel 3.7, tweede lid, CAO PO)

Als het dienstverband is beëindigd wegens dringende reden (ontslag op staande voet) dan kan geen vergoedingsverzoek worden ingediend. De werkgever wordt geadviseerd om, in geval van beëindiging vanwege dringende reden, UWV daarover te informeren en van die melding aan UWV het Participatiefonds weer in kennis te stellen.

Artikel

4:18

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO): vanwege plichtsverzuim als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is van plichtsverzuim zoals bedoeld in artikel 3.8, tweede lid van de CAO PO, komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:18:1 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:18:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

4:19

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO): vanwege onbekwaamheid/ongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.8, tweede lid

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is van onbekwaamheid of ongeschiktheid van de werknemer voor de door hem uitgeoefende functie zoals bedoeld in artikel 3.8, tweede lid, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:19:1 tot en met 4:19:3 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:19:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

4:19:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

4:19:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:20

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege ziekte/arbeidsongeschiktheid (artikel 3.8, vijfde lid, CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van de het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van ziekte of arbeidsongeschiktheid zoals bedoeld in artikel 3.8, vijfde lid, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:20:1 tot en met 4:20:3 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:20:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

4:20:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

4:20:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:21

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO): vanwege gewichtige omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3.8 zevende lid vanwege kwalitatieve fricties

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat er sprake is gewichtige omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3.8, zevende lid, van de CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties omdat naar het oordeel van de werkgever het anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikelen 4:21:1 tot en met 4:21:5 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:21:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

4:21:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

4:21:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:21:4

Toetsingsdatum

Artikel

4:21:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:22

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO): vanwege gewichtige omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3.8, zevende lid van de CAO PO

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is gewichtige omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3.8, zevende lid, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikelen 4:22:1 tot en met 4:22:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:22:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

4:22:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

4:22:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:22:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:23

Grondslag vergoedingsverzoek: einde van rechtswege (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) van een leerarbeidsovereenkomst van een leraar in opleiding (artikel 3.22 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband van een werknemer die als LIO is benoemd, na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:23:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:23:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

4:24

Grondslag vergoedingsverzoek: einde van rechtswege (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) van een leerarbeidsovereenkomst van een onderwijsassistent in opleiding (artikel 3.27 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband van een werknemer die als onderwijsassistent in opleiding is benoemd, na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:24:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:24:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

4:25

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege ontbreken onderwijsbevoegdheid dan wel omdat enige wettelijke bepaling zich daartegen verzet (artikel 3.2 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werknemer niet de bij wet voorgeschreven onderwijsbevoegdheid bezit of indien enige andere wettelijke bepaling zich tegen voortzetting van het dienstverband verzet zoals bedoeld in artikel 3.2 van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:25:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:25:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

4:26

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege het niet meewerken aan re-integratie als bedoeld in artikel 20a ZAPO

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is van het niet meewerken aan re-integratie als bedoeld in artikel 20a ZAPO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:26:1 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:26:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

4:27

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.4 onder b, CAO PO); vanwege vervanging afwezige met ziekteverlof op grond van ZAPO

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.4, onder b, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:27:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:27:1

Aantonen vervanging wegens ziekte

Artikel

4:28

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.4, onder b, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens schorsing (artikel 3.13 t/m 3.17 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.4, onder b, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:28:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:28:1

Aantonen vervanging wegens schorsing

Artikel

4:29

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.4, onder b, van de CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens gecompenseerd vakantieverlof, vanwege eerder genoten zwangerschaps-bevallingsverlof op grond van de Wet arbeid en zorgen verleend en verlof indien werknemer door ziekte minder dan 20 dagen vakantieverlof heeft genoten (artikel 8B.1, vijfde lid, CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.4, onder b, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:29:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:29:1

Aantonen vervanging wegens gecompenseerd vakantieverlof

Artikel

4:30

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.4, onder b, van de CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens opnieuw verleend verlof (artikel 8B.2 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.4, onder b, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:30:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:30:1

Aantonen vervanging wegens opnieuw verleend verlof

Artikel

4:31

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.4, onder b, CAO PO); vanwege vervanging afwezig wegens buitengewoon verlof (artikel 8.7 tot en met 8.9, artikel 8.11 tot en met 8.13, artikel 8.15 of artikel 8.18 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.4, onder b, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:31:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:31:1

Aantonen vervanging wegens buitengewoon verlof

Artikel

4:32

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.4, onder b, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof op grond van de Wet Arbeid en Zorg (WAZO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.4, onder b, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:32:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:32:1

Aantonen vervanging wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof

Artikel

4:33

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.4, onder b, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens ouderschapsverlof (artikel 8.19 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.4, onder b, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:33:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:33:1

Aantonen vervanging wegens ouderschapsverlof

Artikel

4:34

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.4, onder b, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens spaarverlof (artikel 8.23 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.4, onder b, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:34:1 en 4:34:2 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:34:1

Aantonen vervanging wegens spaarverlof

Artikel

4:34:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:35

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.4, onder b, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens levensloopverlof (artikel 8.24 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.4, onder b, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:35:1 en 4:35:2 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:35:1

Aantonen vervanging wegens levensloopverlof

Artikel

4:35:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:36

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.4, onder b, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens studieverlof op grond van het Scholingsfonds als bedoeld in het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland’ van 1 juli 2008

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.4, onder b, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:36:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:36:1

Aantonen vervanging wegens studieverlof op grond van het Scholingsfonds als bedoeld in het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland’ van 1 juli 2008

Paragraaf

4.3

Formatieve beëindigingsgronden bij een vast dienstverband

Artikel

4:37

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 3.7 vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) vanwege de daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor in- en doorstroombanen (ID-banen) voor werkgevers met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert het dienstverband beëindigt met wederzijds goedvinden op grond van artikel 3.7, vierde lid, met als reden dat er sprake is van opheffing betrekking, zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO, vanwege daling of beëindiging van een gemeentelijke bijdrage voor in- en doorstroombanen, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:37:1 tot en met 4:37:3 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:37:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

4:37:2

Daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor ID-banen

Artikel

4:37:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:38

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 3.7 vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) voor werkgevers met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert het dienstverband eindigt met wederzijds goedvinden op grond van artikel 3.7, vierde lid, met als reden dat er sprake is van opheffing betrekking, zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:38:1 tot en met 4:38:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:38:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

4:38:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

4:38:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:38:4

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Artikel

4:38:5

Uitgestelde beëindiging van het dienstverband

Indien er sprake is van uitgestelde beëindiging van een dienstverband, dan wordt de vergelijking op bestuursniveau over drie schooljaren gemaakt. In de vergelijking wordt de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden zoals beschreven in artikel 4:38:2 in de schooljaren 2013–2014, 2014–2015 en 2015–2016 vergeleken. Daarna volgt een vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus 2014 wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

Artikel

4:38:6

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:38:7

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 4:38:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

4:38:8

Toetsingsdatum

Artikel

4:38:9

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:39

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 3.7 vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) voor werkgevers met werkgelegenheidsbeleid

Als de werkgever, die de regeling werkgelegenheidsbeleid als bedoeld in artikel 10.3 van de CAO-PO voert, het dienstverband eindigt met wederzijds goedvinden op grond van artikel 3.7, vierde lid, met als reden dat er sprake is van opheffing betrekking, zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:39:1 tot en met 4:39:5 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:39:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

4:39:2

Sociaal Plan in geval daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:39:3

Sociaal Plan in geval van werknemers van wie het vaste dienstverband wordt beëindigd

Artikel

4:39:4

Toetsingsdatum

Artikel

4:39:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:40

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 3.7 vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) vanwege reorganisatie

Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele gevolgen van een reorganisatie als bedoeld in artikel 13.2 lid 5 onder a van de CAO PO en in dat kader een met de bonden overeengekomen sociaal plan, zoals bedoeld in artikel 10.3 van de CAO PO uitvoert of heeft uitgevoerd, dan komt een vergoedingsverzoek, voor het dienstverband dat is beëindigd op grond van artikel 3.7 vierde lid, van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO, voor toewijzing in aanmerking als de werkgever heeft voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:40:1 tot en met 4:40:3 en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:40:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

4:40:2

Sociaal Plan

Artikel

4:40:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:41

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 3.7 vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) van schoonmaakpersoneel wegens daling van de materiele bekostiging

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO PO voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging materieel, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband voor schoonmaakpersoneel is beëindigd op grond van artikel 3.7 vierde lid, van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.8 derde lid CAO PO, vanwege daling van de materiele bekostiging en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:41:1 tot en met 4:41:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:41:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

4:41:2

Daling materiele bekostiging per 1 januari 2016

Artikel

4:41:3

beëindiging dienstverband

Artikel

4:41:4

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde fucntie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:41:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:42

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 3.7 vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de bekostiging voor de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 3.7 vierde lid, van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:42:1 tot en met 4:42:7 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:42:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

4:42:2

Daling bekostiging volgens vergelijking

Artikel

4:42:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:42:4

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Wanneer van een werknemer het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd, dan geeft de werkgever aan of er op de datum van beëindiging van het dienstverband sprake is van:

  • i.

    personeel in tijdelijke dienst dat gehandhaafd blijft;

  • ii.

    personeel in tijdelijke dienst dat, in de periode tussen het sluiten van de beëindigingsovereenkomst en de datum van beëindiging van het dienstverband, in vaste dienst is benoemd;

  • iii.

    personeel in vaste of tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de datum van het sluiten van de beëindigingsovereenkomst en de datum van beëindiging van het dienstverband, een uitbreiding van de betrekking heeft gehad;

  • iv.

    personeel dat, in de periode tussen de datum van het sluiten van de beëindigingsovereenkomst en de beëindiging van het dienstverband, in vaste dienst is getreden;

  • v.

    een vacature op de datum van de beëindiging van het dienstverband.

Als van het gestelde onder i., ii., iii., iv. of v. sprake is, in die zin dat het personeel betreft dat werkzaam is in dezelfde functie als die van werknemer/werknemers van wie het dienstverband beëindigd is, dan wordt het bedrag dat gemoeid is met de daling, genoemd in artikel 4:42:2 verminderd met het bedrag dat gemoeid is met het in dienst houden of nemen van personeel genoemd in i. tot en met iv. respectievelijk met het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer van wie het dienstverband beëindigd is en die niet in de vacature, genoemd onder v. is benoemd.

Artikel

4:42:5

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:42:6

Toetsingsdatum

Artikel

4:42:7

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:43

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 3.7 vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) vanwege de daling of beëindiging van een landelijke door de overheid beschikbaar gestelde subsidie voor werkgever met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van een daling of beëindiging van een landelijke door de overheid beschikbaar gestelde subsidie, waaronder ook begrepen subsidie voor een combinatiefunctie als bedoeld in het document ‘bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen’, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 3.7 vierde lid, CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid, CAO PO, en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:43:1 tot en met 4:43:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:43:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

4:43:2

Daling of beëindiging van een landelijk door de overheid beschikbare gestelde subsidie

Artikel

4:43:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:44

Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) vanwege de daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor in- en doorstroombanen (ID-banen) voor werkgevers met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van een daling of beëindiging van een gemeentelijke bijdrage voor in- en doorstroombanen, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:44:1 tot en met 4:44:3 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd

Artikel

4:44:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:44:2

Daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor ID-banen

Artikel

4:44:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

4:45

Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) voor werkgevers met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO en er is ontslag verleend op grond van artikel 3.8, derde lid, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:45:1 tot en met 4:45:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:45:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:45:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

4:45:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:45:4

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Artikel

4:45:5

Uitgestelde beëindiging van het dienstverband

Artikel

4:45:6

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:45:7

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 4:39:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

4:45:8

Toetsingsdatum

Artikel

4:45:9

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:46

Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) voor werkgevers met werkgelegenheidsbeleid

Als de werkgever, die de regeling werkgelegenheidsbeleid als bedoeld in artikel 10.2 van de CAO-PO en er is ontslag verleend op grond van artikel 3.8, derde lid, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:46:1 tot en met 4:46:5 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:46:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:46:2

Sociaal Plan in geval daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:46:3

Sociaal Plan in geval van werknemers van wie het vaste dienstverband wordt beëindigd

Artikel

4:46:4

Toetsingsdatum

Artikel

4:46:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:47

Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking artikel 3.8 derde lid CAO PO) vanwege reorganisatie

Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele gevolgen van een reorganisatie als bedoeld in artikel 13.2 lid 5 onder a van de CAO PO en in dat kader een met de bonden overeengekomen sociaal plan, zoals bedoeld in artikel 10.3 van de CAO PO, uitvoert of heeft uitgevoerd, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als ontslag is verleend op grond van artikel 3.8, derde lid, van de CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:47:1 tot en met 4:47:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:47:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:47:2

Sociaal Plan

Artikel

4:47:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:48

Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking (3.8 derde lid CAO PO) van schoonmaakpersoneel wegens daling van de materiele bekostiging

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging materieel, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband voor schoonmaakpersoneel is beëindigd op grond van artikel 3.8 derde lid, van de CAO PO, te weten ontslag vanwege opheffing van de betrekking vanwege daling van de materiele bekostiging en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:48:1 tot en met 4:48:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:48:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:48:2

Daling materiele bekostiging per 1 januari 2016

Artikel

4:48:3

beëindiging dienstverband

Artikel

4:48:4

Afvloeiingsvolgorde

Als er meerdere ontslagen gemeld worden, overlegt de werkgever de onderlinge volgorde van ontslag. Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels t.a.v. de afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht. Een vergoedingsverzoek in geval van ontslag van personeel in vaste dienst, terwijl personeel in tijdelijke dienst gehandhaafd blijft, is niet mogelijk op grond van dit artikel.

Artikel

4:48:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:49

Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband (artikel 3.8 derde lid CAO PO)

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de bekostiging voor de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als ontslag is verleend op grond van artikel 3.8, derde lid, van de CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:49:1 tot en met 4:49:7 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:49:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:49:2

Daling bekostiging volgens vergelijking

Artikel

4:49:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:49:4

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend.

In geval van ontslag geeft de werkgever aan of er op de datum van beëindiging van het dienstverband sprake is van:

  • i.

    personeel in tijdelijke dienst dat gehandhaafd blijft;

  • ii.

    personeel in tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de ontslagaanzegging en de ontslagdatum in vaste dienst is benoemd;

  • iii.

    personeel in vaste of tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de datum van ontslagaanzegging en de ontslagdatum een uitbreiding van de betrekking heeft gehad;

  • iv.

    personeel dat, in de periode tussen de datum van ontslagaanzegging en de ontslagdatum in vaste dienst is getreden;

  • v.

    een vacature op de datum van ontslag;

Als van het gestelde onder i., ii., iii., iv. of v. sprake is, in die zin dat het personeel betreft dat werkzaam is in dezelfde functie als die van de ontslagen werknemer/werknemers, dan wordt het bedrag dat gemoeid is met de daling, genoemd in artikel 4:49:2 verminderd met het bedrag dat gemoeid is met het in dienst houden of nemen van personeel genoemd in i. tot en met iv. respectievelijk met het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de ontslagen werknemer die niet in de vacature, genoemd onder v. is benoemd.

Artikel

4:49:5

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:49:6

Toetsingsdatum

Artikel

4:49:7

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:50

Grondslag vergoedingsverzoek: Ontslag vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) vanwege de daling of beëindiging van een landelijke door de overheid beschikbaar gestelde subsidie voor werkgever met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van een daling of beëindiging van een landelijke door de overheid beschikbaar gestelde subsidie, waaronder ook begrepen subsidie voor een combinatiefunctie als bedoeld in het document ‘bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen’, dan komen vergoedingsverzoeken voor toewijzing in aanmerking als ontslag is verleend op grond van artikel 3.8, derde lid, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:50:1 tot en met 4:50:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:50:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:50:2

Daling of beëindiging van een landelijk door de overheid beschikbare gestelde subsidie

Artikel

4:50:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Paragraaf

4.4

Formatieve beëindigingsgronden bij een tijdelijk dienstverband

Artikel

4:51

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege opheffing van de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO, vanwege daling of beëindiging van een landelijke subsidie

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet vanwege de opheffing van de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO, vanwege daling of beëindiging van een landelijke subsidie, waaronder ook begrepen subsidie voor een combinatiefunctie als bedoeld in het document ‘bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen’, dan komt de werkgever die de regeling werkgelegenheidsbeleid of ontslagbeleid, artikel 10.2 en 10.4 van de CAO PO, hanteert voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden van artikel 4:51:1 tot en met 4:51:2 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:51:1

Daling of beëindiging van een landelijk door de overheid beschikbare gestelde subsidie

Artikel

4:51:2

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:52

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege opheffing van de betrekking voor werkgever met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO hanteert, en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 3.6 eerste lid, CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:52:1 tot en met 4:52:7 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:52:1

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

4:52:2

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:52:3

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Indien de werkgever van een werknemer het tijdelijk dienstverband niet heeft voortgezet, dan geeft hij aan dat er op de datum waarop het dienstverband van rechtswege eindigde, geen vacature voor de functie van werknemer was waarin de werknemer benoemd had kunnen worden.

Artikel

4:52:4

Uitgestelde beëindiging van het dienstverband

Indien er sprake is van uitgestelde beëindiging van een dienstverband, dan wordt de vergelijking op bestuursniveau over drie schooljaren gemaakt. In de vergelijking wordt de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden zoals beschreven in artikel 4:52:1 in de schooljaren 2013–2014, 2014–2015 en 2014–2015 vergeleken. Daarna volgt een vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus 2014 wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

Artikel

4:52:5

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 4:52:1 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

4:52:6

Toetsingsdatum

Artikel

4:52:7

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:53

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege opheffing van de betrekking voor werkgever met werkgelegenheidsbeleid

Als de werkgever, die de werkgelegenheidsbeleid als bedoeld in artikel 10.2 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 3.6, eerste lid, CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:53:1 tot en met 4:53:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:53:1

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking in geval van werknemers van wie het tijdelijk dienstverband niet wordt voortgezet

Artikel

4:53:2

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis in geval van werknemers van wie het tijdelijke dienstverband niet wordt voortgezet

Artikel

4:53:3

Uitgestelde beëindiging van het dienstverband

Indien er sprake is van uitgestelde beëindiging van een dienstverband, dan wordt de vergelijking op bestuursniveau over drie schooljaren gemaakt. In de vergelijking wordt de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden zoals beschreven in artikel 4:53:1 in de schooljaren 2013–2014, 2014–2015 en 2015–2016 vergeleken. Daarna volgt een vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus 2014 wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

Artikel

4:53:4

Toetsingsdatum

Artikel

4:53:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:54

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege reorganisatie

Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele gevolgen van een reorganisatie als bedoeld in artikel 13.2 lid 5 onder a van de CAO PO en in dat kader een met de bonden overeengekomen sociaal plan, zoals bedoeld in artikel 10.3 van de CAO PO uitvoert of heeft uitgevoerd, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 3.6 eerste lid van de CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO wegens reorganisatie en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:54:1 tot en met 4:54:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:54:1

Reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer meedelen

Artikel

4:54:2

Sociaal Plan

Artikel

4:54:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:55

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) van schoonmaakpersoneel wegens daling van de materiele bekostiging

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de materiele bekostiging dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband voor schoonmaakpersoneel dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 3.6 eerste lid van de CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO vanwege daling van de materiele bekostiging en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:55:1 tot en met 4:55:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:55:1

Daling materiele bekostiging per 1 januari 2016

Artikel

4:55:2

beëindiging dienstverband

Artikel

4:55:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:56

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband (artikel 3.8 derde lid CAO PO)

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de bekostiging voor de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband, dan komen vergoedingsverzoeken voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 3.6 eerste lid van de CAO PO en dat na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:56:1 tot en met 4:56:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:56:1

Daling bekostiging volgens vergelijking

Artikel

4:56:2

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:56:3

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Indien de werkgever van een werknemer het tijdelijk dienstverband niet heeft voortgezet, dan geeft hij aan dat er op de datum waarop het dienstverband van rechtswege eindigde, geen vacature voor de functie van werknemer was waarin de werknemer benoemd had kunnen worden.

Artikel

4:56:4

Toetsingsdatum

Artikel

4:56:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Paragraaf

4.5

Beëindigingsgronden passend onderwijs bij een vast dienstverband

Artikel

4:57

Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) voor werkgevers met ontslagbeleid wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, als gevolg van de invoering van passend onderwijs

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO en er is ontslag verleend op grond van artikel 3.8, derde lid, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden als gevolg van de invoering van passend onderwijs, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:57:1 tot en met 4:57:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:57:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:57:2

Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol.

Artikel

4:57:3

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

4:57:4

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:57:5

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Artikel

4:57:6

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:57:7

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 4:57:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

4:57:8

Toetsingsdatum

Artikel

4:57:9

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:58

Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) voor werkgevers die ten behoeve van de personele gevolgen passend onderwijs een sociaal plan met de vakbonden overeengekomen zijn

Als de werkgever, ontslag verleend op grond van artikel 3.8, derde lid, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, wegens daling van de financiële bijdragen van derden als gevolg van de invoering passend onderwijs, een sociaal plan is overeengekomen met de vakcentrales, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:58:1 tot en met 4:58:5 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:58:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:58:2

Sociaal Plan in geval daling bekostiging als gevolg van de invoering passend onderwijs

Artikel

4:58:3

Sociaal Plan in geval van werknemers van wie het vaste dienstverband wordt beëindigd

Artikel

4:58:4

Toetsingsdatum

Artikel

4:58:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:59

Grondslag vergoedingsverzoek: gewichtige omstandigheden (artikel 3.8, zevende lid, cao PO te weten kwalitatieve fricties, als gevolg van de invoering van passend onderwijs

Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.8, zevende lid, van de CAO PO, met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is gewichtige omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 3.8, zevende lid, van de CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties als gevolg van de invoering van passend onderwijs, omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:59:1 tot en met 4:59:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:59:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

4:59:2

Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol

De werkgever toont aan met ter zake overtuigende documenten dat hij volgens de strekking van het tripartiet convenant over de personele gevolgen overleg heeft gevoerd met het samenwerkingsverband, de betrokken besturen en de vakorganisaties, gericht op overeenstemming conform de vigerende regels van het overlegprotocol.

Artikel

4:59:3

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

4:59:4

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:59:5

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend.

Artikel

4:59:6

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:59:7

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 4:59:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

4:59:8

Toetsingsdatum

Artikel

4:59:9

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Paragraaf

4.6

beëindigingsgronden passend onderwijs bij tijdelijk dienstverband

Artikel

4:60

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, als gevolg van de invoering van passend onderwijs

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO hanteert, en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden als gevolg van de invoering van passend onderwijs, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 3.6 eerste lid, CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:60:1 tot en met 4:60:8 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:60:1

Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol

Artikel

4:60:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

4:60:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:60:4

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Indien de werkgever van een werknemer het tijdelijk dienstverband niet heeft voortgezet, dan geeft hij aan dat er op de datum waarop het dienstverband van rechtswege eindigde, geen vacature voor de functie van werknemer was waarin de werknemer benoemd had kunnen worden.

Artikel

4:60:5

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:60:6

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 4:57:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

4:60:7

Toetsingsdatum

Artikel

4:60:8

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:61

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 3.8 derde lid CAO PO) wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, voor werkgevers die ten behoeve van de personele gevolgen passend onderwijs een sociaal plan met de vakbonden overeengekomen zijn

Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele gevolgen van de invoering van passend onderwijs, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 3.6 eerste lid van de CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.8, derde lid CAO PO wegens de invoering van passend onderwijs en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:61:1 tot en met 4:61:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

4:61:1

Sociaal Plan in geval daling bekostiging als gevolg van de invoering passend onderwijs

Artikel

4:61:2

Sociaal Plan

Artikel

4:61:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

4:62

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege gewichtige omstandigheden (artikel 3.8, zevende lid, cao PO te weten kwalitatieve fricties, als gevolg van de invoering van passend onderwijs

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat er sprake is gewichtige omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3.8, zevende lid, van de CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties, als gevolg van de invoering van passend onderwijs, omdat naar het oordeel van de werkgever het anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:62:1 tot en met 4:62:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

4:62:1

Meedelen reden niet voortzetten aan werknemer

Artikel

4:62:2

Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol

De werkgever toont aan met ter zake overtuigende documenten dat hij volgens de strekking van het tripartiet convenant over de personele gevolgen overleg heeft gevoerd met het samenwerkingsverband, de betrokken besturen en de vakorganisaties, gericht op overeenstemming conform de vigerende regels van het overlegprotocol.

Artikel

4:62:3

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

4:62:4

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

4:62:5

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Artikel

4:62:6

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

4:62:7

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 4:62:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

4:62:8

Toetsingsdatum

Artikel

4:62:9

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Hoofdstuk

5

Beëindigingsgronden openbaar onderwijs

Paragraaf

5.1

Persoonsgebonden beëindigingsgronden bij een vast dienstverband

Artikel

5:1

Grondslag vergoedingsverzoek: artikel 4.7 onder a, CAO Primair Onderwijs: beëindiging dienstverband op verzoek van de werknemer

Als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7 onder a, van de CAO PO, beëindiging van het dienstverband op verzoek van de werknemer, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:1:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:1:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:2

Grondslag vergoedingsverzoek: geen vacature na afloop lang buitengewoon verlof (Artikel 4.7 onder e, CAO PO)

Als ontslag is verleend op grond artikel 4.7 onder e, van de CAO PO, omdat na afloop van het lang buitengewoon verlof de werknemer bij gebrek aan een vacature niet in actieve dienst binnen de instelling dan wel bij de werkgever kan worden geplaatst, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:2:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:2:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:3

Grondslag vergoedingsverzoek: ziekte/arbeidsongeschiktheid (Artikel 4.7, onder f, CAO PO)

Als aan de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV in het kader van de WIA ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder f, van de CAO PO, te weten op grond van ziekte of arbeidsongeschiktheid met in achtneming van de bepalingen van de ZAPO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:3:1 tot en met 5:3:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:3:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:3:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

5:3:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:3:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:4

Grondslag vergoedingsverzoek: artikel 4.7, onder g, CAO PO: ernstige mate van onbekwaamheid/ongeschiktheid

Als ontslag is verleend op grond artikel 4.7, onder g, CAO PO, te weten wegens ernstige mate van onbekwaamheid of ongeschiktheid van de werknemer voor het verrichten van zijn functie, uit andere hoofde dan genoemd onder artikel 4.7, onder f, van de CAO Primair Onderwijs, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:4:1 tot en met 5:4:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:4:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:4:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

5:4:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:4:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:5

Grondslag vergoedingsverzoek: onherroepelijke veroordeling tot vrijheidsstraf (Artikel 4.7, onder h, CAO PO)

Als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder h, van de CAO PO, wegens een onherroepelijk geworden veroordeling tot vrijheidsstraf wegens misdrijf, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:5:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:5:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:6

Grondslag vergoedingsverzoek: bij indiensttreding opzettelijk verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen (Artikel 4.7, onder i, CAO PO)

Als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder i, van de CAO PO, te weten wegens het bij of in verband met indiensttreding en/of keuring opzettelijk verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen, zonder welke handelwijze niet tot indienstneming of geschiktverklaring zou zijn overgegaan, terwijl de termijn van zes maanden nog niet verstreken is sinds de vaststelling van dit feit, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:6:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:6:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:7

Grondslag vergoedingsverzoek: disciplinaire maatregel wegens plichtsverzuim (Artikel 4.7, onder j, CAO PO)

Als ontslag is verleend op grond artikel 4.7, onder j, van de CAO PO, als disciplinaire maatregels wegens plichtsverzuim, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:7:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:7:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:8

Grondslag vergoedingsverzoek: andere met name genoemde redenen van gewichtige aard (Artikel 4.7, onder k, CAO PO)

Als ontslag is verleend op grond artikel 4.7, onder k, van de CAO PO, vanwege redenen van gewichtige aard, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:8:1 tot en met 5:8:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:8:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:8:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

5:8:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:8:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:9

Grondslag vergoedingsverzoek: redenen van gewichtige aard (Artikel 4.7, onder k, CAO PO) te weten kwalitatieve fricties

Als ontslag is verleend op grond artikel 4.7, onder k, CAO PO, met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is gewichtige omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 4.7, onder k, CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:9:1 tot en met 5:9:6 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:9:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:9:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

5:9:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:9:4

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer of werknemers betreft die in een vast dienstverband was of waren benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

5:9:5

Toetsingsdatum

Artikel

5:9:6

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:10

Grondslag vergoedingsverzoek: andere met name genoemde redenen van gewichtige aard (artikel 4.7, onder k, CAO PO), te weten het met wederzijds goedvinden beëindigen van het dienstverband vanwege ziekte/arbeidsongeschiktheid (artikel 4.7, onder f, CAO PO)

Als het dienstverband van de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV in het kader van de WIA is beëindigd op grond van artikel 4.7, onder k, CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden vanwege redenen van gewichtige aard, zijnde ziekte of arbeidsongeschiktheid, met in achtneming van de bepalingen van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair onderwijs (ZAPO), dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:10:1 tot en met 5:10:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:10:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

5:10:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

5:10:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:10:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:11

Grondslag vergoedingsverzoek: andere met name genoemde redenen van gewichtige aard (Artikel 4.7, onder k, CAO PO), te weten het met wederzijds goedvinden beëindigen van het dienstverband vanwege ernstige mate van onbekwaamheid of ongeschiktheid (artikel 4.7, onder g, CAO PO)

Als het dienstverband is beëindigd op grond artikel 4.7 onder k, CAO PO, zijnde andere met name genoemde en aan de werknemer schriftelijk meegedeelde redenen van gewichtige aard, namelijk dat werkgever en werknemer met wederzijds goedvinden het dienstverband willen beëindigen omdat werknemer naar het oordeel van de werkgever in ernstige mate onbekwaam of ongeschikt is voor zijn functie, zoals bedoeld in artikel 4.7 onder g, CAO PO, komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden van artikel 5:11:1 tot en met 5:11:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:11:1

Meedelen reden beëindiging van het dienstverband aan werknemer

Artikel

5:11:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

5:11:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:11:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:12

Grondslag vergoedingsverzoek: andere met name genoemde redenen van gewichtige aard (Artikel 4.7, onder k, CAO PO) te weten het met wederzijds goedvinden beëindigen van het dienstverband vanwege andere met name genoemde redenen van gewichtige aard (Artikel 4.7, onder k, CAO PO)

Als het dienstverband van de werknemer is beëindigd op grond van artikel 4.7, onder k, van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden vanwege redenen van gewichtige aard, komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:12:1 tot en met 5:12:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:12:1

Meedelen reden beëindiging van het dienstverband aan werknemer

Artikel

5:12:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

5:12:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:12:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:13

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 4.7, onder k, CAO PO) vanwege redenen van gewichtige aard (artikel 4.7, onder k, CAO PO) te weten kwalitatieve fricties

Als het dienstverband is beëindigd op grond artikel 4.7, onder k, CAO PO, met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is redenen van gewichtige aard, zoals bedoeld in artikel 4.7, onder k, CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:13:1 tot en met 5:13:6 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:13:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

5:13:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

5:13:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:13:4

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer of werknemers betreft die in een vast dienstverband was of waren benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

5:13:5

Toetsingsdatum

Artikel

5:13:6

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:14

Grondslag vergoedingsverzoek: tussentijdse beëindiging van een leerarbeidsovereenkomst van een leraar in opleiding (artikel 4.23 CAO PO)

Als de opleidende instelling de leerarbeidsovereenkomst van de werknemer die als LIO is benoemd, tijdens de looptijd van de leerarbeidsovereenkomst, heeft beëindigd, komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:14:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:14:1

Meedelen reden tussentijdse beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

5.15

Grondslag vergoedingsverzoek: het niet meewerken aan re-integratie als bedoeld in artikel 20a ZAPO

Als ontslag is verleend op grond artikel 20a ZAPO vanwege het niet meewerken aan re-integratie, komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:15:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:15:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Paragraaf

5.2

Persoonsgebonden beëindigingsgronden bij tijdelijk dienstverband

Artikel

5:17

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) waarbij werknemer dienstverband niet wil voortzetten als bedoeld in artikel 4.7, onder a, CAO PO

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werknemer geen voortzetting van het dienstverband wenst, komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:17:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:17:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

5:18

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege ziekte/arbeidsongeschiktheid (artikel 4.7, onder f, CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van ziekte of arbeidsongeschiktheid zoals bedoeld in artikel 4.7, onder f, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:18:1 tot en met 5:18:3 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:18:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

5:18:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

5:18:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:19

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege ernstige mate van onbekwaamheid of ongeschiktheid als bedoeld in artikel 4.7, onder g, CAO PO

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is van ernstige mate van onbekwaamheid of ongeschiktheid voor het verrichten van de functie door de werknemer zoals bedoeld in artikel 4.7, onder g, CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden van artikel 5:19:1 tot en met 5:19:3 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:19:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

5:19:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

5:19:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:20

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege onherroepelijke veroordeling tot vrijheidsstraf (artikel 4.7, sub h, CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van een onherroepelijke veroordeling tot vrijheidsstraf zoals bedoeld in artikel 4.7, sub h, van de CAO PO, komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:20:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:20:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

5:21

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege bij indiensttreding opzettelijk verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen (artikel 4.7, onder i, CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van het bij of in verband met indiensttreding en/of keuring opzettelijk verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen, zonder welke handelwijze niet tot indienstneming of geschiktverklaring zou zijn overgegaan, terwijl de termijn van zes maanden nog niet verstreken is, sinds de vaststelling van dit feit zoals bedoeld in artikel 4.7, onder i, van de CAO PO, komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:21:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:21:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

5:22

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege plichtsverzuim als bedoeld in artikel 4.7 onder j

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is van plichtsverzuim zoals bedoeld in artikel 4.7, onder j, van de CAO Primair Onderwijs, komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:22:1 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:22:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:23

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO): vanwege redenen van gewichtige aard zoals bedoeld in artikel 4.7, onder k, vanwege kwalitatieve fricties

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is gewichtige omstandigheden zoals bedoeld in artikel 4.7, onder k, CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikelen 5:23:1 tot en met 5:23:5 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:23:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

5:23:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

5:23:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:23:4

Toetsingsdatum

Artikel

5:23:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:24

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege redenen van gewichtige aard (artikel 4.7, onder k, CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van een reden van gewichtige aard zoals bedoeld in artikel 4.7, onder k, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:24:1 tot en met 5:24:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:24:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

5:24:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

Artikel

5:24:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:24:4

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:25

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege beëindiging van de leerarbeidsovereenkomst van een leraar in opleiding (artikel 4.23 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de opleidende instelling de leerarbeidsovereenkomst van de leraar in opleiding heeft beëindigd zoals bedoeld in artikel 4.23 van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:25:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:25:1

Meedelen reden niet voortzetten tijdelijk dienstverband aan werknemer

Artikel

5:26

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege beëindiging van de leerarbeidsovereenkomst van een onderwijsassistent in opleiding (artikel 4.26 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet vanwege de beëindiging van de leerarbeidsovereenkomst van de onderwijsassistent in opleiding zoals bedoeld in artikel 4.26 van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:26:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:26:1

Meedelen reden niet voortzetten tijdelijk dienstverband aan werknemer

Artikel

5:27

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege ontbreken onderwijsbevoegdheid dan wel het verzet van een wettelijke bepaling (artikel 4.2 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werknemer niet de bij wet voorgeschreven onderwijsbevoegdheid bezit of indien enige overige wettelijke bepaling zich tegen voortzetting van het dienstverband verzet zoals bedoeld in artikel 4.2 van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:27:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:27:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

5:28

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO): vanwege het niet meewerken aan re-integratie als bedoeld in artikel 20a ZAPO

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is van het niet meewerken aan re-integratie als bedoeld in artikel 20a ZAPO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:28:1 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:28:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Artikel

5:29

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (Artikel 4.4, onder a, CAO PO); vanwege vervanging afwezige met ziekteverlof op grond van ZAPO

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 4.4, onder a, CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:29:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:29:1

Aantonen vervanging wegens ziekte

Artikel

5:30

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (Artikel 4.4, onder a, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens schorsing (Artikel 4.11 t/m 4.14 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 4.4, onder a, CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:30:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:30:1

Aantonen vervanging wegens schorsing

Artikel

5:31

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.4, onder a, van de CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens gecompenseerd vakantieverlof, vanwege eerder genoten zwangerschaps-bevallingsverlof op grond van de Wet arbeid en zorgen verleend en verlof indien werknemer door ziekte minder dan 20 dagen vakantieverlof heeft genoten (artikel 8B.1, vijfde lid, CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 4.4, onder a, van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:31:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:31:1

Aantonen vervanging wegens gecompenseerd vakantieverlof

Artikel

5:32

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (Artikel 4.4, onder a, van de CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens opnieuw verleend verlof (Artikel 8B.2 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 4.4, onder a, CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:32:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:32:1

Aantonen vervanging wegens opnieuw verleend verlof

Artikel

5:33

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (Artikel 4.4, onder a, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens buitengewoon verlof (Artikel 8.7 tot en met 8.9, artikel 8.11 tot en met 8.13, artikel 8.15 of artikel 8.18 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 4.4, onder a, CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:33:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:33:1

Aantonen vervanging wegens buitengewoon verlof

Artikel

5:34

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (Artikel 4.4, onder a, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof op grond van de Wet Arbeid en Zorg (WAZO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 4.4, onder a, CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:34:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:34:1

Aantonen vervanging wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof

Artikel

5:35

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (Artikel 4.4, onder a, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens ouderschapsverlof (Artikel 8.19, CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 4.4, onder a, CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:35:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:35:1

Aantonen vervanging wegens ouderschapsverlof

Artikel

5:36

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (Artikel 4.4, onder a, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens spaarverlof (Artikel 8.23 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 4.4, onder a, CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:36:1 en artikel 5:36:2 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:36:1

Aantonen vervanging wegens spaarverlof

Artikel

5:36:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:37

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (Artikel 4.4, onder a, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens levensloopverlof (Artikel 8.24 CAO PO)

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 4.4, onder a, CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:37:1 en 5:37:2 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:37:1

Aantonen vervanging wegens levensloopverlof

Artikel

5:37:2

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:38

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten van tijdelijk dienstverband (Artikel 4.4, onder a, CAO PO); vanwege vervanging afwezige wegens studieverlof op grond van het Scholingsfonds als bedoeld in het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland’ van 1 juli 2008

Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 4.4, onder a, van de CAO PO, niet wordt, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:38:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:38:1

Aantonen vervanging wegens studieverlof op grond van het Scholingsfonds als bedoeld in het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland’ van 1 juli 2008

Artikel

5:39

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege het niet meewerken aan re-integratie als bedoeld in artikel 20a ZAPO

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is van het niet meewerken aan re-integratie als bedoeld in artikel 20a ZAPO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:39:1 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:39:1

Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer

Paragraaf

5.3

Formatieve beëindigingsgronden bij een vast dienstverband

Artikel

5:40

Grondslag vergoedingsverzoek: Opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) voor werkgevers met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO hanteert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder d, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:40:1 tot en met 5:40:9 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:40:1

Reden ontslag aan werknemer meedelen

Artikel

5:40:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

5:40:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:40:4

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Artikel

5:40:5

Uitgestelde beëindiging van het dienstverband

Indien er sprake is van uitgestelde beëindiging van een dienstverband, dan wordt de vergelijking op bestuursniveau over drie schooljaren gemaakt. In de vergelijking wordt de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden zoals beschreven in artikel 5:40:2 in de schooljaren 2013–2014, 2014–2015 en 2015–2016 vergeleken. Daarna volgt een vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus 2013 wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

Artikel

5:40:6

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer of werknemers betreft die in een vast dienstverband was of waren benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

5:40:7

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 5:40:2 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

5:40:8

Toetsingsdatum

Artikel

5:40:9

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:41

Grondslag vergoedingsverzoek: opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d CAO PO) voor werkgevers met werkgelegenheidsbeleid

Als de werkgever, die de werkgelegenheidsbeleid als bedoeld in artikel 10.2 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoeken voor toewijzing in aanmerking als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder d, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:41:1 tot en met 5:41:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:41:1

Reden ontslag aan werknemer meedelen

Artikel

5:41:2

Sociaal Plan in geval daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:41:3

Sociaal Plan in geval van werknemers van wie het vaste dienstverband wordt beëindigd

Artikel

5:41:4

Toetsingsdatum

Artikel

5:41:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:42

Grondslag vergoedingsverzoek: Opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) vanwege reorganisatie

Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele gevolgen van een reorganisatie als bedoeld in artikel 13.2 lid 5 onder a van de CAO PO en in dat kader een met de bonden overeengekomen sociaal plan, zoals bedoeld in artikel 10.3 van de CAO PO uitvoert of heeft uitgevoerd, dan komt een vergoedingsverzoeken voor toewijzing in aanmerking als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder d, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:42:1 tot en met 5:42:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:42:1

Reden ontslag aan werknemer meedelen

Artikel

5:42:2

Sociaal Plan

Artikel

5:42:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:43

Grondslag vergoedingsverzoek: Opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) van schoonmaakpersoneel wegens daling van de materiele bekostiging

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO hanteert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging materieel, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder d, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de betrekking vanwege daling van de materiele bekostiging en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:43:1 tot en met 5:43:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:43:1

Reden ontslag aan werknemer meedelen

Artikel

5:43:2

Daling materiele bekostiging per 1 januari 2016

Artikel

5:43:3

beëindiging dienstverband

Artikel

5:43:4

Afvloeiingsvolgorde bij vast en tijdelijk dienstverband

Als er meerdere ontslagen gemeld worden, overlegt de werkgever de onderlinge volgorde van ontslag. Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels t.a.v. de afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht. Een vergoedingsverzoek in geval van ontslag van personeel in vaste dienst, terwijl personeel in tijdelijke dienst gehandhaafd blijft, is niet mogelijk op grond van dit artikel.

Artikel

5:43:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:44

Grondslag vergoedingsverzoek: Opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) van medewerkers Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder d, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:44:1 tot en met 5:44:8 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:44:1

Reden ontslag aan werknemer meedelen

Artikel

5:44:2

Daling bekostiging volgens vergelijking

Artikel

5:44:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:44:4

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Artikel

5:44:5

Afvloeiingsvolgorde

Als er meerdere ontslagen gemeld worden, overlegt de werkgever de onderlinge volgorde van ontslag. Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels t.a.v. de afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht. Een vergoedingsverzoek in geval van ontslag van personeel in vaste dienst, terwijl personeel in tijdelijke dienst gehandhaafd blijft, is niet mogelijk op grond van dit artikel.

Artikel

5:44:6

Toetsingsdatum

Artikel

5:44:7

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:44:8

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:45

Grondslag vergoedingsverzoek: Opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) vanwege daling of beëindiging van een landelijke door de overheid beschikbaar gestelde subsidie voor werkgever met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van een daling of beëindiging van een landelijke door de overheid beschikbaar gestelde subsidie, waaronder ook begrepen subsidie voor een combinatiefunctie als bedoeld in het document ‘bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen’, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder d, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:45:1 tot en met 5:45:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:45:1

Reden ontslag aan werknemer meedelen

Artikel

5:45:2

Daling of beëindiging van een landelijk door de overheid beschikbare gestelde subsidie

Artikel

5:45:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:46

Grondslag vergoedingsverzoek: opheffing betrekking (Artikel 4.7, onder d, CAO PO) bij ontslagbeleid vanwege de daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor in- en doorstroombanen (ID-banen)

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van een daling of beëindiging van een gemeentelijke bijdrage voor in- en doorstroombanen, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder d, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:46:1 tot en met 5:46:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:46:1

Reden beëindigen dienstverband aan werknemer meedelen

Artikel

5:46:2

Daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor ID-banen

Artikel

5:46:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:47

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 4.7, onder k, vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) voor werkgevers met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO hanteert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoeken voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 4.7, onder k, CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:47:1 tot en met 5:47:9 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:47:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

5:47:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

5:47:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:47:4

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Artikel

5:47:5

Uitgestelde beëindiging van het dienstverband

Indien er sprake is van uitgestelde beëindiging van een dienstverband, dan wordt de vergelijking op bestuursniveau over drie schooljaren gemaakt. In de vergelijking wordt de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden zoals beschreven in artikel 5:47:2 in de schooljaren 2013–2014, 2014–2015 en 2015–2016 vergeleken. Daarna volgt een vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus 2014 wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

Artikel

5:47:6

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer of werknemers betreft die in een vast dienstverband was of waren benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

5:47:7

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 5:47:2 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

5:47:8

Toetsingsdatum

Artikel

5:47:9

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:48

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 4.7, onder k, vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) voor werkgevers met werkgelegenheidsbeleid

Als de werkgever, die de werkgelegenheidsbeleid als bedoeld in artikel 10.2 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 4.7, onder k, CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:48:1 tot en met 5:48:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:48:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

5:48:2

Sociaal Plan in geval daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:48:3

Sociaal Plan in geval van werknemers van wie het vaste dienstverband wordt beëindigd

Artikel

5:48:4

Toetsingsdatum

Artikel

5:48:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:49

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 4.7, onder k, vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) vanwege reorganisatie

Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele gevolgen van een reorganisatie als bedoeld in artikel 13.2 lid 5 onder a van de CAO PO en in dat kader een met de bonden overeengekomen sociaal plan, zoals bedoeld in artikel 10.3 van de CAO PO uitvoert of heeft uitgevoerd, dan komt een vergoedingsverzoeken voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 4.7, onder k, CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:49:1 tot en met 5:49:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:49:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

5:49:2

Sociaal Plan

Artikel

5:49:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:50

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 4.7, onder k, vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) van schoonmaakpersoneel wegens daling van de materiele bekostiging

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO hanteert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging materieel, dan komen vergoedingsverzoeken voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband voor schoonmaakpersoneel is beëindigd op grond van artikel 4.7, onder k, CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de betrekking vanwege daling van de materiele bekostiging, zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:50:1 tot en met 5:50:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:50:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

5:50:2

Daling materiele bekostiging per 1 januari 2016

Artikel

5:50:3

beëindiging dienstverband

Artikel

5:50:4

Afvloeiingsvolgorde bij vast en tijdelijk dienstverband

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

5:50:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:51

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 4.7, onder k, vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) van medewerkers Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 4.7, onder k, CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:51:1 tot en met 5:51:8 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:51:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

5:51:2

Daling bekostiging volgens vergelijking

Artikel

5:51:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:51:4

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

artikel

5:51:5

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer of werknemers betreft die in een Vast dienstverband was of waren benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

artikel

5:51:6

Toetsingsdatum

artikel

5:51:7

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

artikel

5:51:8

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

artikel

5:52

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 4.7, onder k, vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) vanwege daling of beëindiging van een landelijke door de overheid beschikbaar gestelde subsidie voor werkgever met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van een daling of beëindiging van een landelijke door de overheid beschikbaar gestelde subsidie, waaronder ook begrepen subsidie voor een combinatiefunctie als bedoeld in het document ‘bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen’, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 4.7, onder k, CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:52:1 tot en met 5:52:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:52:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

5:52:2

Daling of beëindiging van een landelijk door de overheid beschikbare gestelde subsidie

Artikel

5:52:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:53

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden (artikel 4.7, onder k, vierde lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) vanwege de daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor in- en doorstroombanen (ID-banen) voor werkgevers met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van een daling of beëindiging van een gemeentelijke bijdrage voor in- en doorstroombanen, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 4.7, onder k, CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:53:1 tot en met 5:53:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:53:1

Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

Artikel

5:53:2

Daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor ID-banen

Artikel

5:53:3

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Paragraaf

5.4

formatieve beëindigingsgronden bij een tijdelijk dienstverband

Artikel

5.54

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege opheffing van de betrekking voor werkgever met ontslagbeleid

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO hanteert, en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 4.6, tweede lid, CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan niet is voortgezet op grond van artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:54:1 tot en met 5:54:7 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:54:1

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

5:54:2

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:54:3

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Indien de werkgever van een werknemer het tijdelijk dienstverband niet heeft voortgezet, dan geeft hij aan dat er op de datum waarop het dienstverband van rechtswege eindigde, geen vacature voor de functie van werknemer was waarin de werknemer benoemd had kunnen worden.

Artikel

5:54:4

Uitgestelde beëindiging van het dienstverband

Indien er sprake is van uitgestelde beëindiging van een dienstverband, dan wordt de vergelijking op bestuursniveau over drie schooljaren gemaakt. In de vergelijking wordt de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden zoals beschreven in artikel 5:54:1 in de schooljaren 2013–2014, 2014–2015 en 2015–2016 vergeleken. Daarna volgt een vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus 2014 wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

Artikel

5:54:5

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 5:54:1 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

artikel

5:54:6

Toetsingsdatum

artikel

5:54:7

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:55

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege opheffing van de betrekking voor werkgever met werkgelegenheidsbeleid

Als de werkgever, die de werkgelegenheidsbeleid als bedoeld in artikel 10.2 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 4.6, tweede lid, CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:55:1 tot en met 5:55:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:55:1

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking in geval van werknemers van wie het tijdelijk dienstverband niet wordt voortgezet

Artikel

5:55:2

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis in geval van werknemers van wie het tijdelijke dienstverband niet wordt voortgezet

Artikel

5:55:3

Uitgestelde beëindiging van het dienstverband

Indien er sprake is van uitgestelde beëindiging van een dienstverband, dan wordt de vergelijking op bestuursniveau over drie schooljaren gemaakt. In de vergelijking wordt de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden zoals beschreven in artikel 5:54:1 in de schooljaren 2013–2014, 2014–2015 en 2015–2016 vergeleken. Daarna volgt een vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus 2014 wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van het dienstverband.

Artikel

5:55:4

Toetsingsdatum

Artikel

5:55:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:56

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege reorganisatie

Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele gevolgen van een reorganisatie als bedoeld in artikel 13.2 lid 5 onder a van de CAO PO en in dat kader een met de bonden overeengekomen sociaal plan, zoals bedoeld in artikel 10.3 van de CAO PO uitvoert of heeft uitgevoerd, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 4.6, tweede lid, van de CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:56:1 tot en met 5:56:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:56:1

Reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer meedelen

Artikel

5:56:2

Sociaal Plan

Artikel

5:56:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:57

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 46, eerste lid, CAO PO) van schoonmaakpersoneel wegens daling van de materiele bekostiging

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband voor schoonmaakpersoneel dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 4.6 tweede lid van de CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO vanwege daling van de materiele bekostiging en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:57:1 tot en met 5:57:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:57:1

Daling materiele bekostiging per 1 januari 2016

Artikel

5:57:2

beëindiging dienstverband

Artikel

5:57:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:58

Grondslag vergoedingsverzoek: Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege opheffing betrekking Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband (artikel 4.7, onder d, CAO PO)

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO voert en er is sprake van daling van de bekostiging voor de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband, dan komen vergoedingsverzoeken voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 4.6 tweede lid van de CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:58:1 tot en met 5:58:6 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:58:1

Daling bekostiging volgens vergelijking

Artikel

5:58:2

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:58:3

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Indien de werkgever van een werknemer het tijdelijk dienstverband niet heeft voortgezet, dan geeft hij aan dat er op de datum waarop het dienstverband van rechtswege eindigde, geen vacature voor de functie van werknemer was waarin de werknemer benoemd had kunnen worden.

Artikel

5:58:4

Toetsingsdatum

Artikel

5:58:5

Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

Artikel

5:58:6

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:59

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid, CAO PO) vanwege opheffing van de betrekking zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO, vanwege daling of beëindiging van een landelijke subsidie

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO vanwege daling of beëindiging van een landelijke subsidie, waaronder ook begrepen subsidie voor een combinatiefunctie als bedoeld in het document ‘bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen’, dan komt de werkgever die de regeling werkgelegenheidsbeleid of ontslagbeleid, artikel 10.2 en 10.4 van de CAO PO, hanteert voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden van artikel 5:59:1 tot en met 5:59:2 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:59:1

Beëindiging van een landelijk door de overheid beschikbare gestelde subsidie

Artikel

5:59:2

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Paragraaf

5.5

Beëindigingsgronden passend onderwijs bij vast dienstverband

Artikel

5:60

Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) voor werkgevers met ontslagbeleid wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, als gevolg van de invoering van passend onderwijs

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO en er is ontslag verleend op grond van artikel 4.7, onder d, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden als gevolg van de invoering van passend onderwijs, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:60:1 tot en met 5:60:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:60:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:60:2

Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol

Artikel

5:60:3

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

5:60:4

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:60:5

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Artikel

5:60:6

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

5:60:7

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 5:60:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

5:60:8

Toetsingsdatum

Artikel

5:60:9

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:61

Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) voor werkgevers die ten behoeve van de personele gevolgen passend onderwijs een sociaal plan met de vakbonden overeengekomen zijn

Als de werkgever, ontslag verleend op grond van artikel 4.7, onder d, CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, wegens daling van de financiële bijdragen van derden als gevolg van de invoering passend onderwijs, een sociaal plan is overeengekomen met de vakcentrales, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:61:1 tot en met 5:61:5 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:61:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:61:2

Sociaal Plan in geval daling bekostiging als gevolg van de invoering passend onderwijs

Artikel

5:61:3

Sociaal Plan in geval van werknemers van wie het vaste dienstverband wordt beëindigd

Artikel

5:61:4

Toetsingsdatum

Artikel

5:61:5

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:62

Grondslag vergoedingsverzoek: vanwege met name genoemde reden van gewichtige aard (artikel 4.7, onder k, cao PO te weten kwalitatieve fricties, als gevolg van de invoering van passend onderwijs

Als ontslag is verleend op grond van artikel 4.7, onder k, van de CAO PO, met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van met name genoemde redenen van gewichtige aard, zoals bedoeld in artikel 4.7, onder k, van de CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties als gevolg van de invoering van passend onderwijs, omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:62:1 tot en met 5:62:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:62:1

Meedelen reden ontslag aan werknemer

Artikel

5:62:2

Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol.

De werkgever toont aan met ter zake overtuigende documenten dat hij volgens de strekking van het tripartiet convenant over de personele gevolgen overleg heeft gevoerd met het samenwerkingsverband, de betrokken besturen en de vakorganisaties, gericht op overeenstemming conform de vigerende regels van het overlegprotocol.

Artikel

5:62:3

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

5:62:4

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:62:5

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend.

Artikel

5:62:6

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

5:62:7

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 5:62:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

5:62:8

Toetsingsdatum

Artikel

5:62:9

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Paragraaf

5.6

beëindigingsgronden passend onderwijs bij tijdelijk dienstverband

Artikel

5:63

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, als gevolg van de invoering van passend onderwijs

Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4 en 10.5 van de CAO-PO hanteert, en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden als gevolg van de invoering van passend onderwijs, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 4.6 eerste lid, CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:63:1 tot en met 5:63:8 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:63:1

Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol

Artikel

5:63:2

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

5:63:3

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:63:4

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Indien de werkgever van een werknemer het tijdelijk dienstverband niet heeft voortgezet, dan geeft hij aan dat er op de datum waarop het dienstverband van rechtswege eindigde, geen vacature voor de functie van werknemer was waarin de werknemer benoemd had kunnen worden.

Artikel

5:63:5

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

5:63:6

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 5:63:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

5:63:7

Toetsingsdatum

Artikel

5:63:8

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:64

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid en artikel 3.6, tweede lid CAO PO) vanwege opheffing betrekking (artikel 4.7, onder d, CAO PO) wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, voor werkgevers die ten behoeve van de personele gevolgen passend onderwijs een sociaal plan met de vakbonden overeengekomen zijn

Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele gevolgen van de invoering van passend onderwijs, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van artikel 4.6, tweede lid, van de CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 4.7, onder d, CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:64:1 tot en met 5:64:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.

Artikel

5:64:1

Sociaal Plan in geval daling bekostiging als gevolg van de invoering passend onderwijs

Artikel

5:64:2

Sociaal Plan in geval van werknemers van wie het vaste dienstverband wordt beëindigd

Artikel

5:64:3

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Artikel

5:65

Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband (artikel 4.6, eerste lid CAO PO) vanwege met name genoemde redenenvan gewichtige aard (artikel 4.7, onder k, CAO PO te weten kwalitatieve fricties, als gevolg van de invoering van passend onderwijs

Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat er sprake is van met name genoemde redenen van gewichtige aard zoals bedoeld in artikel 4.7, onder k, van de CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties, als gevolg van de invoering van passend onderwijs, omdat naar het oordeel van de werkgever het anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 5:65:1 tot en met 5:65:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel

5:65:1

Meedelen reden niet voortzetten aan werknemer

Artikel

5:65:2

Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol

De werkgever toont aan met ter zake overtuigende documenten dat hij volgens de strekking van het tripartiet convenant over de personele gevolgen overleg heeft gevoerd met het samenwerkingsverband, de betrokken besturen en de vakorganisaties, gericht op overeenstemming conform de vigerende regels van het overlegprotocol.

Artikel

5:65:3

Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden volgens vergelijking

Artikel

5:65:4

Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis

Artikel

5:65:5

Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek is ingediend

Artikel

5:65:6

Afvloeiingsvolgorde

Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.

Artikel

5:65:7

Vergelijking per onderwijssoort

Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking, zoals genoemd in artikel 5:65:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.

Artikel

5:65:8

Toetsingsdatum

Artikel

5:65:9

Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

Hoofdstuk

6

Slotbepalingen

Artikel

6:1

Citeerregel

Dit reglement kan worden aangehaald als het ‘Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2015–2016’.

Artikel

6:2

Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag volgend op die, waarop het in de Staatscourant is gepubliceerd en heeft betrekking op alle dienstverbanden die zijn of worden beëindigd dan wel niet worden voortgezet per of na 1 augustus 2015.

Artikel

6:3

bekendmaking

  • 1. Dit reglement wordt bekendgemaakt middels publicatie in de Staatscourant.

  • 2. Het Participatiefonds plaatst dit reglement tevens op de internetsite van het Participatiefonds www.participatiefonds.nl

Artikel

6:4

Wijziging of afwijking van het reglement

Het bestuur van het Participatiefonds is gerechtigd dit reglement op ieder moment aan te passen indien daar aanleiding toe is. Om zwaarwegende redenen kan het bestuur van het Participatiefonds afwijken van hetgeen in het reglement gesteld is.

Artikel

6:5

Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin het reglement niet voorziet, beslist het bestuur van het Participatiefonds.

Artikel

6:6

Toelichting en bestuursvoorschriften

Artikel

6:7

Wijziging voorgaand reglement

Wijzigt het Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2014–2015.

Bijlage

1

Modelverklaring gesprekkencyclus

Naam werkgever:

Vertegenwoordigd door de heer / mevrouw:

Functie:

Werkgevernummer:

Naam werknemer:

BSN:

Werkgever en werknemer verklaren dat ze meerdere gesprekken met elkaar hebben gevoerd.

Tijdens de gesprekken zijn tenminste de volgende onderwerpen aan de orde geweest:

  • de door de werkgever geconstateerde knelpunten in het functioneren van de werknemer;

  • de door de werkgever noodzakelijke geachte verbetering in het functioneren van de werknemer;

  • de wijze waarop de werknemer met interne of externe ondersteuning de genoemde verbetering van zijn functioneren moest bereiken en de periode waarbinnen hij deze verbetering gerealiseerd moest hebben;

  • de mededeling van de werkgever aan de werknemer dat hij tot de conclusie is gekomen dat het verbetertraject niet of onvoldoende heeft geleid tot de noodzakelijke verbetering in het functioneren.

Datum:

Plaats:

Werkgever

Werknemer

Naam:

Naam:

Handtekening:

Handtekening:

Bijlage

2

Modelverklaring gesprekkencyclus ziekte en arbeidsongeschiktheid

Naam werkgever:

Vertegenwoordigd door de heer / mevrouw:

Functie:

Werkgevernummer:

Naam werknemer:

BSN:

Werkgever en werknemer verklaren dat ze meerdere gesprekken met elkaar hebben gevoerd.

Tijdens de gesprekken zijn tenminste de volgende onderwerpen aan de orde geweest:

  • Welke beperkingen de werknemer heeft voor het uitoefenen van zijn eigen functie;

  • De mogelijkheden die zijn onderzocht om zijn functie aan diens beperkingen aan te passen;

  • De conclusie van de werkgever dat het niet mogelijk is de eigen functie van de werknemer aan te passen.

Datum:

Plaats:

Werkgever

Werknemer

Naam:

Naam:

Handtekening:

Handtekening:

Bijlage

3

Modelverklaring herplaatsingsonderzoek

Naam werkgever:

Vertegenwoordigd door de heer / mevrouw:

Functie:

Werkgevernummer:

Naam werknemer:

BSN:

De werkgever en werknemer hebben met elkaar de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie besproken. De werkgever heeft de werknemer tenminste geïnformeerd over:

  • de wijze waarop de werkgever herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft onderzocht;

  • de conclusie van werkgever dat herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.

Datum:

Plaats:

Werkgever

Werknemer

Naam:

Naam:

Handtekening:

Handtekening:

Bijlage

4

Modelverklaring herplaatsingsonderzoek ziekte en arbeidsongeschiktheid

Naam werkgever:

Vertegenwoordigd door de heer / mevrouw:

Functie:

Werkgevernummer:

Naam werknemer:

BSN:

De werkgever en werknemer hebben met elkaar gesproken over herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie. De werkgever heeft de werknemer er tenminste over geïnformeerd dat:

  • uit zorgvuldig onderzoek is gebleken dat voor de werknemer geen reële herplaatsingsmogelijkheden zijn

  • de werkgever bij het onderzoek ook het resultaat van de WIA-claimbeoordeling heeft betrokken en indien er deskundigenoordeel van het UWV is aangevraagd, ook het deskundigenoordeel.

Datum:

Plaats:

Werkgever

Werknemer

Naam:

Naam:

Handtekening:

Handtekening:

Bijlage

5

Modelverklaring aanbod ondersteuning extern

Naam werkgever:

Vertegenwoordigd door de heer / mevrouw:

Functie:

Werkgevernummer:

Naam werknemer:

BSN:

De werkgever verklaart de volgende activiteiten te hebben ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander werk:

Sollicitatietraining

Ja/nee

Netwerktraining

Ja/nee

Coaching

Ja/nee

Jobhunting

Ja/nee

Capaciteitenonderzoek zelfstandig ondernemerschap

Ja/nee

CV- en sollicitatiebriefcheck

Ja/nee

Begeleiding gericht op zelfstandig ondernemerschap

Ja/nee

Omscholing

Ja/nee

Outplacement

Ja/nee

Andere begeleiding gericht op het vinden van een baan elders

Ja/nee

Totaalbedrag

Datum:

Plaats:

Werkgever

Werknemer

Naam:

Naam:

Handtekening:

Handtekening:

De waarde is afhankelijk van de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigen:

bij een vast dienstverband, een bedrag van:

  • a.

    tenminste € 3.000,– bij een dienstverband van minder dan 10 jaar;

  • b.

    tenminste € 4.000,– bij een dienstverband van tenminste 10 jaar maar minder dan 20 jaren;

  • c.

    tenminste € 5.000,– bij een dienstverband van tenminste 20 jaren.

bij een tijdelijke dienstverband:

  • a.

    tenminste € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;

  • b.

    tenminste € 1.000,– bij een dienstverband van tenminste 6 maanden.

Bijlage

6

Modelbrief verlengd aanbod ondersteuning extern

Geachte ……,

Op (Vul in: datum einde dienstverband) wordt uw dienstverband als (Vul in: functie) bij (Vul in: naam van de school), een van de scholen van (vul in: naam werkgever) beëindigd.

Op (Vul in: datum schriftelijk aanbod ondersteuning) hebben wij u schriftelijk ondersteuning aangeboden bij het verwerven van een werkkring buiten onze organisatie.

Tot op heden heeft u nog geen gebruik gemaakt van ons aanbod.

Hierbij bieden wij u wederom ondersteuning aan bij het verwerven van een werkkring buiten onze organisatie. Als u aanspraak maakt op een WW-uitkering dan blijft ons eerder aanbod voor de ondersteuning van kracht gedurende de eerste drie maanden na de eerste WW-dag. Voor informatie over ons aanbod verwijzen wij u naar de bijlage (Als bijlage toevoegen: schriftelijk aanbod externe ondersteuning).

Wij wijzen u er op dat, indien u een recht op een WW-uitkering wordt toegekend, u verplicht bent mee te werken aan uw re-integratie op de arbeidsmarkt. Indien u niet meewerkt aan uw re-integratie dan kan het UWV hier consequenties aan verbinden in de vorm van een financiële sanctie.

Hoogachtend,

Bijlage

7

Modelverklaring daling bekostiging bij werkgelegenheidsbeleid

Naam werkgever:

Vertegenwoordigd door de heer / mevrouw:

Functie:

Werkgevernummer:

De werkgever verklaart dat:

  • a.

    zich in één of meer achterliggende schooljaren, direct voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband, een daling in de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden heeft voorgedaan en

  • b.

    de werkgever uitsluitend als gevolg van deze daling in de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, de werkgelegenheidsgarantie niet meer kon handhaven en

  • b.

    er derhalve aan het beëindigen van het dienstverband niet (mede) andere redenen van financiële aard ten grondslag liggen dan genoemde daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden.

Datum:

Plaats:

Werkgever

Naam:

Handtekening:

Bijlage

8

Modelverklaring daling financiele bijdrage van derden als gevolg van de invoering passend onderwijs

Naam werkgever:

Vertegenwoordigd door de heer / mevrouw:

Functie:

Werkgevernummer:

De werkgever verklaart dat:

  • a.

    direct voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband, een daling van financiële bijdragen van derden als gevolg van de invoering passend onderwijs heeft voorgedaan en

  • b.

    de werkgever uitsluitend als gevolg van deze financiële bijdrage van derden werkgelegenheidsgarantie niet meer kon handhaven en

  • b.

    er derhalve aan het beëindigen van het dienstverband niet (mede) andere redenen van financiële aard ten grondslag liggen dan genoemde daling van financiële bijdragen van derden.

Datum:

Plaats:

Werkgever

Naam:

Handtekening:

Bijlage

9

Verzoek vrijstellingsregeling

Naam werkgever:

Vertegenwoordigd door de heer / mevrouw:

Functie:

Werkgevernummer:

De werkgever wenst, op grond van artikel 3:3, derde lid, in aanmerking te komen voor een vrijstelling van de toetsing van (één van) de volgende voorwaarden:

  • reden beëindiging dienstverband

  • Behoud eigen organisatie

  • Behoud eigen functie

De werkgever voegt bewijsstukken / ter zake overtuigende documenten toe waaruit blijkt dat UWV reeds in voldoende mate heeft getoetst of aan de bovengenoemde voorwaarden, zoals vastgelegd in het reglement Participatiefonds 2015–2016, is voldaan.

Datum:

Plaats:

Werkgever

Naam:

Handtekening: