Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 18 september 2015, nr. IENM/BSK-2015/183974, houdende vaststelling van nieuwe regels voor bepaalde gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 517/2014 van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006 en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1005/2009 van 16 september 2009 betreffende ozonlaagafbrekende stoffen (Regeling gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen)

Regeling gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006 (PbEU L 150), Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende ozonlaag afbrekende stoffen (herschikking) (PbEU L 286) en de artikelen 6, derde en vierde lid, 9, derde en vierde lid, 11, tweede lid, 12, eerste lid, onder g, en tweede lid, en 14, vijfde lid, van het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen;

Besluit:

§

1

Algemeen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    apparatuur: apparatuur, bedoeld in de artikelen 4, tweede lid, en 8, eerste en derde lid, eerste alinea, van de F-gassenverordening, de klimaatregelingssystemen, bedoeld in artikel 8, derde lid, tweede en derde alinea, van de F-gassenverordening en de apparatuur, systemen en apparaten, bedoeld in de artikelen 22, eerste lid, en 23, tweede lid, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen;

  • b.

    besluit: Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen;

  • c.

    BRL 100: Beoordelingsrichtlijn voor het certificaat f-gassen voor ondernemingen, Rijkswaterstaat, versie 1.0;

  • d.

    BRL 200: Beoordelingsrichtlijn voor het certificaat f-gassen voor natuurlijke personen, Rijkswaterstaat, versie 1.0;

  • e.

    certificaat: certificaat, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, en artikel 9, eerste en tweede lid, van het besluit;

  • f.

    exploitant: exploitant, bedoeld in artikel 2, achtste lid, van de F-gassenverordening of onderneming, bedoeld in artikel 3, zesentwintigste lid, aanhef en onder e, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen;

  • g.

    gereguleerde stoffen: stoffen, bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen;

  • h.

    instelling: instelling als bedoeld in artikel 10 van het besluit, aan wie een erkenning is verleend;

  • i.

    minister: Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • j.

    werkzaamheid: activiteit als bedoeld in de artikelen 6, eerste en tweede lid, en 9, eerste en tweede lid, van het besluit.

§

2

Certificering van natuurlijke personen en ondernemingen

Artikel

2

Eisen voor het verkrijgen en behouden van een certificaat

Artikel

3

Gegevens op een certificaat

Een certificaat vermeldt ten minste:

  • a.

    de naam van de instelling die het certificaat verleent en de naam van de natuurlijk persoon of onderneming aan wie het certificaat wordt afgegeven;

  • b.

    als het certificaat wordt afgegeven aan een natuurlijk persoon: de geboortedatum van de natuurlijk persoon;

  • c.

    als het certificaat wordt afgegeven aan een onderneming: het adres en de vestigingsplaats waar de onderneming zetelt;

  • d.

    een door de instelling afgegeven registratienummer;

  • d.

    een of meerdere werkzaamheden waarvoor het certificaat wordt afgegeven;

  • e.

    de apparatuur waarvoor de natuurlijk persoon of onderneming bevoegd is een werkzaamheid te verrichten, en

  • f.

    de datum van afgifte en de ondertekening door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de instelling.

Artikel

4

Verlening van certificaten

Een instelling verleent een certificaat aan de natuurlijk persoon of de onderneming die naar het oordeel van de instelling voldoet aan de eisen die zijn opgenomen in de desbetreffende onderdelen van de BRL 200, onderscheidenlijk de BRL 100, voor het verkrijgen van een certificaat.

Artikel

5

Schorsing en intrekking van certificaten

§

3

Verplichtingen voor exploitanten

Artikel

6

Lekkagedetectie en bewaren van informatie

§

4

Erkenning van instellingen

Artikel

7

Aanvraag

De aanvraag voor verlening van een erkenning van een instelling of wijziging daarvan wordt ingediend door middel van het daarvoor bestemde formulier dat verkrijgbaar is vanaf de website van Rijkswaterstaat.

§

5

Eisen aan en verplichtingen voor instellingen

Artikel

8

Onafhankelijkheid en onpartijdigheid

Artikel

9

Verplichtingen

Artikel

10

Eisen aan het personeel van de instelling

Artikel

11

Bewaren en opvragen van gegevens

Artikel

12

Registreren van gecertificeerde personen en ondernemingen

§

6

Slotbepalingen

Artikel

14

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip dat het besluit in werking treedt, met uitzondering van artikel 9, tweede lid, onder a, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2018.

Artikel

15

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,W.J.Mansveld

Bijlage

1

behorende bij artikel 9, eerste lid, onder a

Jaarverslag van de instelling die natuurlijke personen certificeert

Het jaarverslag bestaat ten minste uit de volgende onderdelen:

  • 1.

    Een algemene beschrijving van de activiteiten van de instelling.

  • 2.

    Ten aanzien van het beschreven kalenderjaar:

    • a.

      het totaal aantal deelnemers aan de examens, uitgesplitst naar de werkzaamheden waarvoor de examens zijn afgelegd;

    • b.

      het aantal afgegeven certificaten.

  • 3.

    Een overzicht van de werkzame examinatoren.

  • 4.

    De resultaten van de interne controles en evaluaties in verband met de uitvoering van de regeling in het beschreven kalenderjaar.

  • 5.

    Het aantal ontvangen klachten evenals de aard hiervan, de wijze waarop deze zijn afgehandeld en het aantal gegrond verklaarde klachten in het beschreven kalenderjaar.

  • 6.

    Het aantal en de aard van de ontvangen bezwaren evenals de korte inhoud van de ter zake genomen besluiten in het beschreven kalenderjaar.

Bijlage

2

behorende bij artikel 9, tweede lid, onder a

Jaarverslag van de instelling die ondernemingen certificeert

Het jaarverslag bestaat ten minste uit de volgende onderdelen:

  • 1.

    Een algemene beschrijving van de activiteiten van de instelling.

  • 2.

    Ten aanzien van het beschreven kalenderjaar:

    • a.

      het aantal afgegeven certificaten;

    • b.

      het totaal aantal in het register opgenomen ondernemingen per 31 december van het beschreven kalenderjaar;

    • c.

      het aantal en de resultaten van de toelatingsonderzoeken en inspecties in het beschreven kalenderjaar, inclusief de aanvullende beoordelingen;

    • d.

      het aantal geschorste en ingetrokken certificaten alsmede de redenen van schorsing, onderscheidenlijk intrekking.

  • 3.

    Een overzicht van het direct bij de certificering betrokken personeel.

  • 4.

    De resultaten van de interne controles en evaluaties in verband met de uitvoering van de regeling in het beschreven kalenderjaar.

  • 5.

    Het aantal ontvangen klachten evenals de aard hiervan, de wijze waarop deze zijn afgehandeld en het aantal gegrond verklaarde klachten in het beschreven kalenderjaar.

  • 6.

    Het aantal en de aard van de ontvangen bezwaren evenals de korte inhoud van de ter zake genomen besluiten in het beschreven kalenderjaar.