Artikel
1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
apparatuur: apparatuur, bedoeld in de artikelen 4, tweede lid, en 8, eerste en derde lid, eerste alinea, van de F-gassenverordening, de klimaatregelingssystemen, bedoeld in artikel 8, derde lid, tweede en derde alinea, van de F-gassenverordening en de apparatuur, systemen en apparaten, bedoeld in de artikelen 22, eerste lid, en 23, tweede lid, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen;
-
b.
besluit: Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen;
-
c.
BRL 100: Beoordelingsrichtlijn voor het certificaat f-gassen voor ondernemingen, Rijkswaterstaat, versie 1.0;
-
d.
BRL 200: Beoordelingsrichtlijn voor het certificaat f-gassen voor natuurlijke personen, Rijkswaterstaat, versie 1.0;
-
e.
certificaat: certificaat, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, en artikel 9, eerste en tweede lid, van het besluit;
-
f.
exploitant: exploitant, bedoeld in artikel 2, achtste lid, van de F-gassenverordening of onderneming, bedoeld in artikel 3, zesentwintigste lid, aanhef en onder e, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen;
-
g.
gereguleerde stoffen: stoffen, bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Verordening ozonlaagafbrekende stoffen;
-
h.
instelling: instelling als bedoeld in artikel 10 van het besluit, aan wie een erkenning is verleend;
-
i.
minister: Minister van Infrastructuur en Milieu;
-
j.
werkzaamheid: activiteit als bedoeld in de artikelen 6, eerste en tweede lid, en 9, eerste en tweede lid, van het besluit.