Wet van 23 december 2015, houdende regels met betrekking tot de veiligheid en het in de handel brengen van pleziervaartuigen (Wet pleziervaartuigen 2016)

Wet pleziervaartuigen 2016

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat het, gelet op richtlijn 2013/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 november 2013 betreffende pleziervaartuigen en waterscooters en tot intrekking van richtlijn 94/25/EG (PbEU L 354), noodzakelijk is regels te stellen met betrekking tot de veiligheid en het in de handel brengen van pleziervaartuigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • accreditatie: accreditatie zoals bedoeld in artikel 2, tiende lid, van de verordening;

  • CE-markering: markering waarmee de fabrikant aangeeft dat een product in overeenstemming is met alle toepasselijke eisen van de harmonisatiewetgeving van de Europese Unie die in het aanbrengen van die markering voorziet;

  • distributeur: natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, anders dan de fabrikant of de importeur, die een product op de markt aanbiedt;

  • EU-conformiteitsverklaring: verklaring afgegeven door de fabrikant dat een product voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 15, eerste tot en met derde lid, van de richtlijn;

  • fabrikant: natuurlijke of rechtspersoon die een product vervaardigt of een product laat ontwerpen of vervaardigen en het onder zijn naam of merknaam verhandelt;

  • geharmoniseerde norm: geharmoniseerde norm als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, onder c, van Verordening (EU) nr. 1025/2012, betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad;

  • gemachtigde: in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door de fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;

  • harmonisatiewetgeving van de Unie: alle wetgeving van de Europese Unie die de voorwaarden voor het verhandelen van producten harmoniseert;

  • importeur: in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een product uit een derde land in de Europese Unie in de handel brengt;

  • in bedrijf stellen: eerste gebruik in de Europese Unie van een onder de richtlijn vallend product door de eindgebruiker ervan;

  • in de handel brengen: voor het eerst in de Europese Unie op de markt aanbieden van een product;

  • ingrijpende verbouwing van een vaartuig: een verbouwing van het vaartuig waarbij de wijze van voortstuwing van het vaartuig wordt veranderd, de motor ingrijpend wordt gewijzigd of het vaartuig zodanig wordt gewijzigd dat mogelijkerwijs niet meer wordt voldaan aan de toepasselijke essentiële veiligheids- en milieueisen van de richtlijn;

  • ingrijpende wijziging van een motor: een wijziging van een voortstuwingsmotor waardoor deze de in bijlage I, deel B, van de richtlijn vermelde emissiegrenswaarden zou kunnen overschrijden of waardoor het nominale vermogen van de motor met meer dan 15% toeneemt;

  • keuring: onderzoek waarmee wordt aangetoond of een product aan de eisen van de richtlijn voldoet;

  • keuringsinstantie: instantie die activiteiten in het kader van een keuring verricht, zoals ijken, testen, certificeren en inspecteren;

  • kleine of middelgrote onderneming: onderneming als bedoeld in de Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie, van 6 mei 2003, betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen;

  • marktdeelnemers: fabrikant, gemachtigde, importeur en distributeur;

  • markttoezicht: activiteiten en maatregelen van overheidsinstanties om ervoor te zorgen dat producten voldoen aan de toepasselijke eisen die zijn opgenomen in de harmonisatiewetgeving van de Unie en geen gevaar opleveren voor de gezondheid en veiligheid of andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang;

  • markttoezichthouder: door Onze Minister met het markttoezicht belaste ambtenaren;

  • nationale accreditatie-instantie: nationale accreditatie-instelling als bedoeld in artikel 2, elfde lid, van de verordening;

  • onderdelen: in bijlage II van richtlijn 2013/53/EU bedoelde onderdelen van vaartuigen, die afzonderlijk in de handel worden gebracht;

  • Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • op de markt aanbieden: in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een product met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de markt van de Europese Unie;

  • particuliere importeur: in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van een niet-handelsactiviteit een product uit een derde land in de Unie invoert met het oogmerk dit voor eigen gebruik in bedrijf te stellen;

  • pleziervaartuig: voor sport- en vrijetijdsdoeleinden bedoeld vaartuig, niet zijnde een waterscooter, ongeacht het type of de wijze van voortstuwing, met een romplengte van 2,5 tot 24 meter;

  • richtlijn: richtlijn nr. 2013/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 november 2013 betreffende pleziervaartuigen en waterscooters en tot intrekking van richtlijn 94/25/EG (PbEU L 354);

  • uit de handel nemen: maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat een product dat zich in de toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt aangeboden;

  • vaartuig: pleziervaartuig of waterscooter;

  • verordening: verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU L 218);

  • voor eigen gebruik gebouwd vaartuig: vaartuig dat grotendeels door de toekomstige gebruiker voor eigen gebruik is gebouwd;

  • voortstuwingsmotor: direct of indirect voor voortstuwing gebruikte inwendige verbrandingsmotor met vonk- of compressieontsteking, die gemonteerd zijn of specifiek bestemd zijn voor montage op of in vaartuigen;

  • waterscooter: voor sport- en vrijetijdsdoeleinden bedoeld vaartuig met een romplengte van minder dan 4 meter dat een voortstuwingsmotor met een waterstraalpomp als primaire voortstuwingsbron gebruikt en ontworpen is om door (een) op en niet in de romp zittende, staande of knielende persoon (personen) te worden bediend;

Artikel

2

Hoofdstuk

2

Algemene verplichtingen

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

In afwijking van artikel 4, derde lid, is het toegestaan om:

  • a.

    gedeeltelijk afgebouwde vaartuigen op de markt aan te bieden wanneer deze vergezeld gaan van een verklaring van de fabrikant of importeur, overeenkomstig bijlage III van de richtlijn en in de door Onze Minister vast te stellen talen, waaruit blijkt dat deze bestemd zijn om door anderen te worden afgebouwd;

  • b.

    onderdelen op de markt aan te bieden of in bedrijf te stellen indien deze vergezeld gaan van een EU-conformiteitsverklaring van de fabrikant of van de importeur waaruit blijkt dat deze onderdelen aan de in bijlage I van de richtlijn opgenomen essentiële eisen voldoen en bestemd zijn om in vaartuigen te worden gemonteerd;

  • c.

    de in artikel 6, vierde lid, van de richtlijn bedoelde voortstuwingsmotoren onder de in dat artikel genoemde voorwaarden op de markt aan te bieden of in bedrijf te stellen;

  • d.

    de in artikel 3, eerste lid, bedoelde producten die niet aan deze richtlijn voldoen, op handelsbeurzen, tentoonstellingen, demonstraties en soortgelijke evenementen te tonen, mits met een zichtbaar teken duidelijk is aangegeven dat die producten niet aan de in bijlage I van de richtlijn opgenomen essentiële eisen voldoen en niet in de Unie op de markt worden aangeboden of in bedrijf gesteld voordat zij daarmee in overeenstemming zijn gebracht.

Hoofdstuk

3

Verplichtingen van marktdeelnemers en particuliere importeurs

Artikel

6

Hoofdstuk

4

Aanmelding, beoordeling en taken van keuringsinstanties

Artikel

7

Keuringen ten aanzien van derden worden uitsluitend verricht door keuringsinstanties die in overeenstemming met artikel 8 beschikken over een aanmelding bij de Europese Commissie en de andere lidstaten van de Europese Unie.

Artikel

8

Artikel

9

Indien een keuringsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de desbetreffende geharmoniseerde normen of delen ervan, waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, geldt als veronderstelling dat zij voldoet aan de krachtens artikel 8, derde lid, gestelde criteria voor de beoordeling voor zover de toepasselijke geharmoniseerde normen met die criteria overeenkomen.

Artikel

10

Artikel

11

Hoofdstuk

5

Verbodsbepalingen

Artikel

12

Hoofdstuk

6

Handhaving

§

1

Toezicht waaronder markttoezicht

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

§

2

Toezicht op de aangemelde keuringsinstanties

Artikel

17

§

3

Bestuurlijke boete

Artikel

18

Artikel

19

Onze Minister is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde verplichtingen.

Hoofdstuk

8

Overgangsbepalingen

Artikel

20

Hoofdstuk

9

Slotbepalingen

Artikel

21

Een wijziging van de bijlagen bij de richtlijn gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel

22

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

24

Deze wet treedt in werking met ingang van 18 januari 2016. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven na 17 januari 2016, treedt deze wet in werking met ingang van de dag, volgende op die van plaatsing van deze wet in het Staatsblad.

Artikel

25

Deze wet wordt aangehaald als: Wet pleziervaartuigen 2016.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden

Gegeven te

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur