Besluit van 9 december 2016 betreffende de opleiding van rechters en officieren van justitie (Besluit opleiding rechters en officieren van justitie)

Besluit opleiding rechters en officieren van justitie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 10 augustus 2016, nr.785326;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 september 2016, nr.W03.16.0225/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, Directie wetgeving en Juridische Zaken van 5 december 2016, nr. 2001324;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • Betrokkene: degene die benoembaar is als rechter in opleiding of officier in opleiding;

  • Opleiding: de opleiding, bedoeld in artikel 2.

§

2

De opleiding

Artikel

2

Er is een opleiding die ten doel heeft toekomstige rechters en officieren van justitie de kennis, de vaardigheden en de ervaring te verschaffen, die nodig zijn om het ambt van rechter dan wel het ambt van officier van justitie te kunnen uitoefenen. De opleiding omvat een introductiefase en een opleidingsfase.

Artikel

3

De rechter in opleiding en de officier in opleiding volgen de opleiding overeenkomstig hetgeen daaromtrent met hen is afgesproken. Zij houden zich daarbij aan door of namens diens functionele autoriteit gegeven aanwijzingen.

§

3

Toelating tot en duur van de opleiding

Artikel

4

Onze Minister, indien het een opleiding tot officier van justitie betreft, respectievelijk het gerechtsbestuur, indien het een opleiding tot rechter betreft, laat geen andere kandidaat toe tot de opleiding dan op aanbeveling van een door het College van procureurs-generaal respectievelijk de Raad voor de rechtspraak in te stellen selectiecommissie.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

§

4

Beoordeling en benoeming

Artikel

8

Artikel

9

Indien Onze Minister, indien het een officier in opleiding betreft, respectievelijk het gerechtsbestuur, indien het een rechter in opleiding betreft, in de loop van de opleiding op grond van een beoordeling, bedoeld in artikel 8, dan wel op andere gronden tot het oordeel komt dat de opleiding niet met gunstig resultaat zal kunnen worden afgesloten of de officier in opleiding respectievelijk de rechter in opleiding niet geschikt is voor de functie waartoe hij wordt opgeleid, beëindigt hij diens opleiding, met inachtneming van de in artikel 2da, derde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren bedoelde verlengingsduur.

Artikel

10

§

5

Uitvoering en bekostiging van de opleiding

Artikel

11

Ten behoeve van de opleiding van de rechter in opleiding onderscheidenlijk officier in opleiding stelt de Raad voor de rechtspraak onderscheidenlijk het College van procureurs-generaal een opleidingsreglement vast waarin de opleiding wordt uitgewerkt.

Artikel

12

Het studiecentrum rechtspleging kan worden belast met de uitvoering van een deel van de opleiding voor rechters in opleiding en officieren in opleiding. Het studiecentrum rechtspleging is een onder de Raad voor de rechtspraak ressorterende dienst als bedoeld in artikel 40 van het Besluit financiering rechtspraak 2005.

Artikel

13

De Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal kunnen gezamenlijk algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan het studiecentrum rechtspleging.

§

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

14

Artikel

15

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

16

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit opleiding rechters en officieren van justitie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur