Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen te wijzigen ten einde de regelgeving aangaande kindercentra en peuterspeelzalen te harmoniseren en daarmee samenhangende wijzigingen door te voeren in enkele andere wetten;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Wijzigt de Wet kinderopvang.

Artikel

II

Na de inwerkingtreding van deze wet berust:

Artikel

III

Wijzigt de Gemeentewet.

Artikel

IV

Wijzigt de Handelsregisterwet 2007.

Artikel

V

Wijzigt de Wet inburgering.

Artikel

VI

Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.

Artikel

VII

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

VIII

Wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968.

Artikel

IX

Wijzigt de Wet op het onderwijstoezicht.

Artikel

X

Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.

Artikel

XI

Wijzigt de Jeugdwet.

Artikel

XII

Wijzigt de Participatiewet.

Artikel

XIII

Wijzigt de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikel

XIV

Overgangsbepaling niet afgehandelde aanvraag tot exploitatie

Een aanvraag voor een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die nog niet overeenkomstig artikel 2.2, tweede lid of artikel 2.3 van die wet is afgehandeld de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252), wordt beschouwd als een aanvraag voor een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, van de Wet kinderopvang.

Artikel

XV

Overgangsbepaling beëindiging inschrijving in het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

XVI

Overgangsbepaling klachtenverslag

Artikel 2.13a, vierde, vijfde, zesde, achtste en negende lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, zoals die artikelleden luidden de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252) blijft van toepassing op het verslag dat ziet op het kalenderjaar voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van genoemde wet.

Artikel

XVII

Overgangsbepaling oudercommissie

Artikel

XVIII

Overgangsbepaling nadere onderzoeken toezichthouder

Ten aanzien van een onderzoek als bedoeld in artikel 2.20, tweede of derde lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, dat is ingesteld voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252), is artikel 1.62, vijfde lid, van de Wet kinderopvang vanaf genoemd tijdstip van overeenkomstige toepassing.

Artikel

XIX

Overgangsbepaling niet afgerond inspectierapport

Met betrekking tot een inspectierapport als bedoeld in artikel 2.21, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen waar op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele ander wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252) voor de houder of de toezichthouder verplichtingen uit voortvloeien als bedoeld in de artikelen 2.11, 2.17 en 2.21 blijven die artikelen zoals die luidden de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van genoemde wet van toepassing.

Artikel

XX

Overgangsbepaling verlenging duur gegeven bevel

Een bevel als bedoeld in artikel 2.23, derde lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen waarvan de geldigheidsduur loopt op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252), wordt vanaf genoemd tijdstip beschouwd als een bevel als bedoeld in artikel 1.65, derde lid, van de Wet kinderopvang.

Artikel

XXI

Overgangsbepaling exploitatieverbod

Een verbod tot exploitatie als bedoeld in artikel 2.24 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dat geldt op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252), wordt vanaf genoemd tijdstip beschouwd als een verbod tot exploitatie als bedoeld in artikel 1.66 van de Wet kinderopvang. Artikel 1.81 van de Wet kinderopvang is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

XXII

Overgangsbepaling niet afgehandeld geschil

Met betrekking tot een geschil als bedoeld in artikel 2.24a, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dat op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252) nog niet is afgehandeld, blijven de artikelen 2.24a en 2.24b van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, zoals die luidden voor dat tijdstip, van toepassing.

Artikel

XXIII

Overgangsbepaling vermelding onherroepelijk handhavingsbesluit

Op een besluit als bedoeld in artikel 2.28a, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dat op de dag voorafgaande aan het tijdstip van de inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252), is genomen en na de inwerkingtreding van die wet onherroepelijk wordt, is artikel 1.81 van de Wet kinderopvang van overeenkomstige toepassing.

Artikel

XXIV

Overgangsbepaling bezwaar en beroep

Artikel

XXV

Overgangsbepaling inschrijving in het register peuterspeelzaalwerk

Een inschrijving van een peuterspeelzaal in het register peuterspeelzaalwerk, bedoeld in artikel 2.4b, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252), beschouwd als een inschrijving van een kindercentrum in het landelijk register kinderopvang, bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid, van de Wet kinderopvang.

Artikel

XXVI

Overgangsbepaling beschikking toestemming tot exploitatie

Artikel

XXVII

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen 3 jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

XXVIII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher
De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok