Wet van 19 februari 2020 tot wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten met het oog op de beheersing van geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrieterreinen (Aanvullingswet geluid Omgevingswet)

Aanvullingswet geluid Omgevingswet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Omgevingswet aan te vullen met regels over de beheersing van geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrieterreinen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Wijzigingen in de Omgevingswet

Hoofdstuk

2

Intrekking en wijziging van andere wetten

Paragraaf

2.1

Intrekken van de Wet geluidhinder

Paragraaf

2.2

Wijziging van andere wetten

Hoofdstuk

3

Overgangsrecht

Artikel

3.1

(algemeen overgangsrecht hoofdstuk 11 Wet milieubeheer)

Artikel

3.2

(overgangsrecht geluidproductieplafonds)

Artikel

3.2a

(overgangsrecht geluidproductieplafonds langs overgedragen wegen en lokale spoorwegen)

Artikel

3.3

(overgangsrecht geluidsanering Wet milieubeheer)

Artikel

3.4

(algemeen overgangsrecht Wet geluidhinder)

Artikel

3.5

(overgangsrecht wegen Wet geluidhinder en invoering geluidproductieplafonds langs provinciale wegen)

Artikel

3.6

(overgangsrecht industrieterreinen Wet geluidhinder en invoering geluidproductieplafonds rondom industrieterreinen)

Artikel

3.6a

(overgangsrecht spoorwegen Wet geluidhinder)

Het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft van toepassing op de onderstaande besluiten op grond van hoofdstuk VII van de Wet geluidhinder, totdat deze onherroepelijk zijn:

  • a.

    het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van bestaande, in aanbouw zijnde en geprojecteerde woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen ten behoeve van een besluit waarvoor een aanvraag is ingediend of waarvan een ontwerp ter inzage is gelegd voor dat tijdstip,

  • b.

    het beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, waarvoor voor dat tijdstip de aanvraag is ingediend.

Artikel

3.6b

(overgangsrecht in verband met actualisatie basisregistratie Kadaster)

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat doet zo spoedig mogelijk na het hierna onder a en b genoemde tijdstip mededeling aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers dat de inschrijving in die registers van een saneringsplan als bedoeld in artikel 11.60 van de Wet milieubeheer, een besluit tot wijziging van een geluidproductieplafond als bedoeld in artikel 11.42 van de Wet milieubeheer of een tracébesluit als bedoeld in artikel 11.42 van de Wet milieubeheer, zoals die gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, moet worden beëindigd:

  • a.

    als het gaat om een saneringsplan, een besluit tot wijziging van een geluidproductieplafond of een tracébesluit waarbij de saneringsmaatregelen en de eventuele geluidwerende maatregelen zijn getroffen voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet: na inwerkingtreding van dit artikel, en

  • b.

    als het gaat om:

nadat de saneringsmaatregelen en de eventuele geluidwerende maatregelen zijn getroffen.

Artikel

3.7

(vangnetbepaling)

Bij algemene maatregel van bestuur kan overgangsrecht worden geregeld voor een bepaling in de Wet geluidhinder of hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer, die wordt vervangen door een bepaling in een algemene maatregel van bestuur op grond van de Omgevingswet, voor zover hierin niet is voorzien in het overgangsrecht in deze wet.

Hoofdstuk

3a

Overige bepalingen

Artikel

3a.1

(wijziging Aanvullingswet bodem Omgevingswet)

Wijzigt de Aanvullingswet bodem Omgevingswet (Kst. 34864).

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

4.1

(internetpublicatie, voorhang en andere totstandkomingsvereisten Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet en Aanvullingsregeling geluid Omgevingsrecht)

Artikel

4.2

(inwerkingtreding)

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende hoofdstukken, artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

4.3

(citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Aanvullingswet geluid Omgevingswet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus