Artikel
1
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
–
instelling: rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg verleent of doet verlenen, organisatorisch verband van natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg verlenen of doen verlenen of natuurlijk persoon die bedrijfsmatig zorg doet verlenen, met uitzondering van een instelling die binnen het kader van de binnen een andere instelling verleende zorg een deel van die zorg verleent;
-
–
medisch specialistische zorg: bij ministeriële regeling aangewezen zorg die door een arts wordt verleend en valt binnen de bijzondere deskundigheid van artsen aan wie de bevoegdheid toekomt tot het voeren van een wettelijk erkende specialistentitel als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;
-
–
Onze Minister: Onze Minister voor Medische Zorg;
-
–
solistisch werkende zorgverlener: zorgverlener die, anders dan in dienst of onmiddellijk of middellijk in opdracht van een instelling, beroepsmatig zorg verleent;
-
–
toelatingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 4, eerste of tweede lid;
-
–
zorgaanbieder: instelling dan wel solistisch werkende zorgverlener;
-
–
zorgverlener: natuurlijke persoon die beroepsmatig zorg verleent.
2
Voor de toepassing van de artikelen 2 en 8, eerste lid, worden tevens als zorgaanbieder aangemerkt:
-
a.
een instelling die binnen het kader van de binnen een andere instelling verleende zorg een deel van die zorg verleent; en
-
b.
een zorgverlener die, anders dan in dienst van een instelling, middellijk of onmiddellijk in opdracht van een instelling beroepsmatig zorg verleent.