Beleidsregel van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 26 augustus 2020, nr. VO/25236992, tot nadere regels voor de verstrekking van een licentie Topsporttalentschool voor scholen in het voortgezet onderwijs (Beleidsregel verstrekking licentie Topsporttalentschool VO 2020)

Beleidsregel verstrekking licentie Topsporttalentschool VO 2020

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • Expertisecentrum: Expertisecentrum Voortgezet Onderwijs & Topsport;

  • KNVB: Koninklijke Nederlandse Voetbalbond;

  • licentie Topsporttalentschool: beschikking van de minister aan het bevoegd gezag van een school waarin een aanvraag als bedoeld in artikel 3 wordt ingewilligd;

  • minister: Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

  • NOC*NSF: Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie;

  • reisafstand: reisafstand op basis van de snelste route met de auto van het woonadres van de topsporttalentleerlingen naar het vestigingsadres van de Topsporttalentschool, bepaald door gebruikmaking van de ANWB-autorouteplanner;

  • school: hoofdvestiging of nevenvestiging van een school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs waar uit de openbare kas bekostigd onderwijs wordt verzorgd als bedoeld in de artikelen 2.4, 2.5, 2.6 en 2.7 van de wet;

  • topsporttalentleerlingen: leerling waarvan is vastgesteld dat deze wordt beschouwd als talent of topsporter met een officiële talent-, of topsportstatus van het NOC*NSF of een beloftestatus van de KNVB;

  • Topsporttalentschool: school met een licentie Topsporttalentschool als bedoeld in artikel 3;

  • vmbo: middelbaar algemeen voortgezet onderwijs artikel 2.6 van de wet en voorbereidend beroepsonderwijs artikel 2.7 van de wet;

  • wet: Wet voortgezet onderwijs 2020.

Artikel

2

Doel van de regeling

Het doel van deze regeling is om sporttalenten met een officiële talent-, of topsportstatus van het NOC*NSF of een beloftestatus van de KNVB op een Topsporttalentschool in staat te stellen topsport en onderwijs zo optimaal mogelijk te combineren. De beleidsregel draagt bij aan het bevorderen van talentontwikkeling op het hoogst mogelijke sportniveau in het voortgezet onderwijs.

Artikel

3

Procedure voor aanvraag van een licentie Topsporttalentschool

Artikel

4

De aanvraag van een licentie Topsporttalentschool

De aanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten:

  • a.

    een verklaring van de school dat op de desbetreffende school een door het NOC*NSF of de KNVB goedgekeurde lijst met de namen en sport met talent-, of topsportniveau van de topsporttalentleerlingen aanwezig is;

  • b.

    het schoolplan, met daarin een beleidsnotitie waaruit blijkt op welke wijze de school voldoet aan artikel 5, onderdeel c, en hoe de school zorg draagt voor flexibiliteit in de onderwijsprogramma’s, en flexibiliteit bij het afleggen van toetsen en schoolexamens en centrale examens, rekening houdend met de belangen van de betrokken topsporttalentleerling.

Artikel

5

Voorschriften voor het verstrekken van een licentie Topsporttalentschool

De school, waarvoor het bevoegd gezag een aanvraag als bedoeld in artikel 3 heeft ingediend, voldoet aan de volgende voorschriften:

  • a.

    op de meest recente teldatum van 1 oktober die voorafgaat aan de aanvraag, zijn op de school ten minste 35 topsporttalentleerlingen ingeschreven, waarbij per sport maximaal 15 leerlingen meetellen, tenzij:

    • 1°.

      deze voorwaarde tot gevolg heeft dat in een bepaalde provincie geen enkele licentie Topsporttalentschool kan worden verstrekt. In dat geval kan een licentie Topsporttalentschool worden verleend aan een school in die provincie waar ten minste tien topsporttalentleerlingen staan ingeschreven en maximaal één derde deel van die topsporttalentleerlingen dezelfde sport beoefent; of

    • 2°.

      het een school betreft met ten minste 20 topsporttalentleerlingen die onderwijs volgen in het vmbo en maximaal één derde van die topsporttalentleerlingen dezelfde sport beoefent;

  • b.

    er is een samenwerkingsverband met tenminste drie sportbonden of verenigingen die op het hoogste landelijk niveau actief zijn;

  • c.

    op de school is personeel aanwezig en aanspreekbaar op de afstemming van de werkzaamheden die verband houden met de licentie Topsporttalentschool en het voorzien in de begeleiding van de topsporttalentleerlingen, met als uitgangspunt dat het onderwijsniveau van deze leerlingen wordt behouden.

Artikel

6

Periodieke visitatie door het Expertisecentrum

Artikel

7

Gebruik terminologie Topsporttalentschool

Alleen een school met de licentie Topsporttalentschool kan zich profileren als een Topsporttalentschool.

Artikel

8

Intrekken van de licentie Topsporttalentschool

Indien uit het advies van het Expertisecentrum als bedoeld in artikel 6, tweede lid, volgt dat Topsporttalentschool niet meer aan de voorschriften voldoet kan de minister besluiten:

  • a.

    tot intrekking van de licentie Topsporttalentschool;

  • b.

    de Topsporttalentschool eenmalig twee jaar de tijd te geven om zich te verbeteren.

Artikel

9

Consequentie van de intrekking van de aanwijzing van een Loot-leerling

Artikel

10

Consequentie voor de topsporttalentleerling bij het intrekken van de licentie Topsporttalentschool

Indien de licentie Topsporttalentschool wordt ingetrokken, behouden de betrokken leerlingen de onder de oorspronkelijke licentie Topsporttalentschool verkregen mogelijkheden aan die school. Indien dit niet mogelijk is, verzorgt de school een alternatief.

Artikel

12

Afwijking van de vakken in de bovenbouw vmbo

Het bevoegd gezag dat beschikt over een licentie Topsporttalentschool kan, in afwijking van artikel 2.33 van de wet en de artikelen 2.20, 2.22, 2.24, 2.26, 3.4, eerste lid, onder a en c, 3.5, eerste lid, onder a en c, 3.6, eerste lid, onder a en c en 3.7, eerste lid, onder a en c, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020, een topsporttalentleerling in het vmbo ontheffing verlenen voor:

Artikel

13

Afwijking van de vakken in de bovenbouw havo

Het bevoegd gezag dat beschikt over een licentie Topsporttalentschool kan, in afwijking van artikel 2.33 van de wet, paragraaf 3 van hoofdstuk 2 en artikel 3.3, eerste lid van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020, een topsporttalentleerling in de havo ontheffing verlenen voor:

Artikel

14

Afwijking van vakken in de bovenbouw vwo

Het bevoegd gezag dat beschikt over een licentie Topsporttalentschool kan, in afwijking van artikel 2.33 van de wet, paragraaf 2 van hoofdstuk 2 en artikel 3.1 dan wel 3.2 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020, een topsporttalentleerling in het vwo ontheffing verlenen voor:

Artikel

15

Gespreid examen

Artikel

16

Topsporttalentleerlingen op reguliere scholen

Artikel

17

Evaluatie

De minister evalueert deze beleidsregel voor 1 januari 2025.

Artikel

21

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 september 2020.

Artikel

22

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel verstrekking licentie Topsporttalentschool VO 2020.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob