Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 17 september 2020, nr. WJZ/ 20210006, houdende aanwijzing van categorieën van productie-installaties voor de productie van duurzame energie en klimaattransitie in 2020

Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2020

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • algemene uitvoeringsregeling: Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie;

  • allesvergisting: biologische afbraakreacties van biomassa als bedoeld in de NTA 8003: 2017, met uitzondering van de nummers 400, 410, 420, 500, 550 tot en met 559, waarvan de biogasopbrengst van de ingaande stroom ten minste 25 Nm3 aardgasequivalent per ton bedraagt;

  • beschermingszone: beschermingszone als bedoeld in appendix b bij bijlage I van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017;

  • besluit: Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie;

  • Besluit SDE: Besluit stimulering duurzame energieproductie, zoals dit luidde tot 1 november 2020;

  • biosyngas: mengsel van gassen dat is geproduceerd door vergassing van biomassa en dat geen nadere bewerking tot methaan heeft ondergaan;

  • COP-waarde: coëfficiënt van prestatie uitgedrukt in de hoeveelheid afgegeven warmte aan de condensorzijde per hoeveelheid opgenomen elektriciteit;

  • doublet: combinatie van naast elkaar liggende diepboringen die ten minste bestaat uit één productieput en één injectieput;

  • gebouw: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet niet zijnde een tijdelijk bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012;

  • hernieuwbare warmte: nuttig aangewende warmte als bedoeld in artikel 1 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong;

  • ketel: installatie waarin brandstof wordt verstookt waarbij de verbrandingswarmte met behulp van een warmtewisselaar wordt overgedragen aan een vloeistof;

  • koolstofdioxide-arme warmte: nuttig aangewende koolstofdioxide-arme warmte als bedoeld in artikel 1 van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie;

  • monomestvergisting: biologische afbraakreacties van uitsluitend vaste en vloeibare uitwerpselen van dieren;

  • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • netto P50-waarde vollasturen: aantal vollasturen waarbij de verwachte jaarlijkse energieproductie voor een gegeven combinatie van locatie en productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van 50%;

  • nominaal elektrisch rendement: quotiënt van het nominaal elektrisch vermogen en:

    • a.

      de som van het nominaal elektrisch vermogen en nominaal warmtevermogen in het geval van gecombineerde opwekking met behulp van een verbrandingsmotor; en

    • b.

      het nominaal warmtevermogen van de ketel in het geval van gecombineerde opwekking met behulp van een stoomturbine of een organische rankinecyclus;

  • nominaal vermogen: maximale vermogen van de productie-installatie dat onder nominale condities benut kan worden voor de productie van hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbare warmte, koolstofdioxide-arme warmte of hernieuwbaar gas en dat door de leverancier gegarandeerd wordt bij continu gebruik, waarbij in het geval van geothermische productie-installaties het nominaal vermogen dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van ten minste 50%;

  • NTA 8003: 2017: Nederlandse Technische Afspraak 8003, Classificatie van biomassa voor energietoepassing, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut, zoals deze luidde op 31 december 2017;

  • primaire waterkering: primaire waterkering als bedoeld in appendix b bij bijlage I van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017;

  • restwarmte: onvermijdelijke thermische energie die als bijproduct in de bedrijfsvoering van een onderneming wordt opgewekt en die zonder nuttige aanwending ongebruikt terecht zou komen in lucht of water en die ten tijde van het verrichten van de aanvraag niet nuttig wordt aangewend;

  • richtlijn (EU) 2018/2001: Richtlijn nr. 2018/2001/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PbEU 2018, L 328);

  • stadsverwarming: warmtelevering aan een warmtenet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet, waarbij de warmte door een producent wordt geleverd ten behoeve van ruimteverwarming en warmtapwatervoorzieningen van gebouwen;

  • thermische conversie van vaste of vloeibare biomassa: omzetting van vaste of vloeibare biomassa door middel van:

    • a.

      verbranding;

    • b.

      een andere thermische behandeling dan bedoeld onder a ingeval de producten daarvan vervolgens worden verbrand; of

    • c.

      de verbranding van producten die voortkomen uit thermische behandeling;

  • valhoogte: verschil in waterpeil voor en achter de productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit door middel van waterkracht waarbij het nominaal vermogen wordt benut;

  • verwarming van gebouwde omgeving: stadsverwarming of ruimteverwarming en warmtapwatervoorzieningen in een gebouw, niet zijnde een kas, waarbij de producent de warmte rechtstreeks levert aan het desbetreffende gebouw;

  • voorliggende waterkering: voorliggende waterkering als bedoeld in appendix b bij bijlage I van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017;

  • waterstaatswerk: waterstaatswerk als bedoeld in appendix b bij bijlage I van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017;

  • zeewering of zachte zeewering van Maasvlakte 2: harde zeewering en zachte zeewering van Maasvlakte 2 als bedoeld in bijlage 1 van de concessie aan het Havenbedrijf Rotterdam N.V. te Rotterdam, bij Koninklijk Besluit van 23 mei 2008, nr. 08.001524.

§

2

Algemene bepalingen

Artikel

2

Artikel

3

§

3

Categorieën

§

3.1

Hernieuwbare elektriciteit

§

3.1.1

Waterkracht

Artikel

4

De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van hernieuwbare elektriciteit geproduceerd door een productie-installatie waarmee door middel van hydro-mechanisch-elektrische omzetting hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd uit potentiële dan wel kinetische energie van stromend water dat niet specifiek ten behoeve van de elektriciteitsproductie omhoog is gepompt:

  • a.

    in installaties met een valhoogte kleiner dan 50 centimeter;

  • b.

    in installaties met een valhoogte gelijk aan of groter dan 50 centimeter; of

  • c.

    in installaties met een valhoogte gelijk aan of groter dan 50 centimeter, die ingrijpend zijn gerenoveerd en waarbij ten minste de turbines nieuw zijn.

Artikel

5

§

3.1.2

Osmose

Artikel

6

De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van hernieuwbare elektriciteit geproduceerd door een productie-installatie waarmee hernieuwbare elektriciteit wordt gegenereerd door middel van het verschil in zoutconcentratie tussen twee watermassa’s.

Artikel

7

§

3.1.3

Wind op land

Artikel

8

Artikel

9

§

3.1.4

Wind op land met hoogtebeperking

Artikel

10

Artikel

11

§

3.1.5

Wind op waterkering

Artikel

12

Artikel

13

§

3.1.6

Wind in meer

Artikel

14

Artikel

15

§

3.1.7

Fotovoltaïsche zonnepanelen

Artikel

16

Artikel

17

§

3.2

Hernieuwbaar gas

§

3.2.1

Biomassavergisting

Artikel

18

Artikel

19

§

3.2.2

Biomassavergisting, verlengde levensduur

Artikel

20

Artikel

21

§

3.2.3

Verbeterde slibgisting bij rioolwaterzuiveringsinstallaties

Artikel

22

Artikel

23

§

3.2.4

Rioolwaterzuiveringsinstallaties bestaande slibgisting

Artikel

24

Artikel

25

§

3.2.5

Biomassavergassing

Artikel

26

Artikel

27

§

3.3

Hernieuwbare of koolstofdioxide-arme warmte en (gecombineerde) opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte

§

3.3.1

Zonthermie voor warmte

Artikel

28

Artikel

29

§

3.3.2

Geothermie voor hernieuwbare warmte

Artikel

30

De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van hernieuwbare warmte geproduceerd door:

  • a.

    een productie-installatie met een vermogen tot 20 MW, bestaande uit één of meer doubletten, waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van één of meer geothermische bronnen dieper gelegen dan de formatielagen van de Noordzee Groep en met een diepte van ten minste 500 meter;

  • b.

    een productie-installatie met een vermogen van ten minste 20 MW, bestaande uit één of meer doubletten, waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van één of meer geothermische bronnen dieper gelegen dan de formatielagen van de Noordzee Groep en met een diepte van ten minste 500 meter;

  • c.

    een productie-installatie, bestaande uit één of meer doubletten, waarmee uitsluitend door middel van één of meer geothermische bronnen dieper gelegen dan de formatielagen van de Noordzee Groep en met een diepte van ten minste 500 meter hernieuwbare warmte wordt geproduceerd die wordt aangewend voor verwarming van de gebouwde omgeving;

  • d.

    een productie-installatie met een vermogen tot 20 MW, bestaande uit één of meer doubletten, waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd, gebruikmakend van ten minste één olie- of gasput dieper gelegen dan de formatielagen van de Noordzee Groep en met een diepte van ten minste 500 meter;

  • e.

    een productie-installatie met een vermogen van ten minste 20 MW, bestaande uit één of meer doubletten, waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd, gebruikmakend van ten minste één olie- of gasput dieper gelegen dan de formatielagen van de Noordzee Groep en met een diepte van tenminste 500 meter;

  • f.

    een productie-installatie als bedoeld in de onderdelen a, b, d of e, waarvoor op het moment van aanvragen reeds een subsidie is verleend op grond van het Besluit SDE, die wordt uitgebreid met ten minste één aanvullende put dieper gelegen dan de formatielagen van de Noordzee Groep en met een diepte van ten minste 500 meter; of

  • g.

    een productie-installatie, bestaande uit één of meer doubletten, waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van één of meer geothermische bronnen met een diepte van ten minste 4.000 meter.

Artikel

31

§

3.3.3

Geothermie voor koolstofdioxide-arme warmte

Artikel

32

De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van koolstofdioxide-arme warmte geproduceerd door:

  • a.

    een productie-installatie, bestaande uit één of meer doubletten, waarmee koolstofdioxide-arme warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van één of meer geothermische bronnen gelegen in de formatielagen van de Noordzeegroep met een diepte van ten minste 500 meter, waarbij de warmte wordt opgewaardeerd met een compressiewarmtepomp met een COP-waarde van ten minste 3,0 en met een nominaal thermisch vermogen van ten minste 500 kWth; of

  • b.

    een productie-installatie, bestaande uit één of meer doubletten, waarmee koolstofdioxide-arme warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van één of meer geothermische bronnen gelegen in de formatielagen van de Noordzeegroep met een diepte van ten minste 500 meter, waarbij de warmte wordt opgewaardeerd met een compressiewarmtepomp met een COP-waarde van ten minste 3,0 en met een nominaal thermisch vermogen van ten minste 500 kWth en de warmte wordt aangewend voor de verwarming van de gebouwde omgeving.

Artikel

33

§

3.3.4

Biomassavergisting voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel

34

Artikel

35

§

3.3.5

Verbeterde slibgisting bij rioolwaterzuiveringsinstallaties voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel

36

Artikel

37

§

3.3.6

Ketel vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel

38

Artikel

39

§

3.3.7

Grote ketel vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel

40

Artikel

41

§

3.3.8

Grote ketel op B-Hout voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel

42

Artikel

43

§

3.3.9

Ketel op houtpellets voor warmte en gecombineerde opwekking voor verwarming van gebouwde omgeving

Artikel

44

Artikel

45

§

3.3.10

Stoomketel op houtpellets voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel

46

Artikel

47

§

3.3.11

Directe inzet (brander) van houtpellets voor industriële toepassingen voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel

48

Artikel

49

§

3.3.12

Verlengde levensduur voor ketel vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel

50

Artikel

51

§

3.3.13

Composteringsinstallatie op champost voor warmte

Artikel

52

Artikel

53

§

3.4

Andere technieken ter vermindering van broeikasgas

§

3.4.1

Thermische energie uit oppervlaktewater

Artikel

54

Artikel

55

§

3.4.2

Thermische energie uit drink- of afvalwater

Artikel

56

Artikel

57

§

3.4.3

Zonthermie voor warmte met toepassing in daglichtkas

Artikel

58

Artikel

59

§

3.4.4

Elektroboiler voor warmte

Artikel

60

Artikel

61

§

3.4.5

Industriële warmtepomp

Artikel

62

Artikel

63

§

3.4.6

Restwarmtebenutting

Artikel

64

Artikel

65

§

3.4.7

Waterstof uit elektrolyse

Artikel

66

De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van waterstof geproduceerd door een productie-installatie die waterstof produceert met behulp van elektrolyse met een nominale capaciteit van ten minste 500 kW.

Artikel

67

§

3.4.8

Vermindering broeikasgas door afvang en permante opslag van koolstofdioxide

Artikel

68

De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent die koolstofdioxide afvangt en permanent opslaat of doet opslaan in een ondergronds opslagvoorkomen voor koolstofdioxide waarbij:

  • a.

    het aantal subsidiabele vollasturen ten hoogste 4.000 vollasturen per jaar bedraagt, de afvang van koolstofdioxide gebeurt in een op het moment van indienen van de aanvraag bestaand productieproces en ten minste de compressor nieuw is;

  • b.

    het aantal subsidiabele vollasturen ten hoogste 8.000 vollasturen per jaar bedraagt, de afvang van koolstofdioxide gebeurt in een op het moment van indienen van de aanvraag bestaand productieproces en ten minste de compressor nieuw is;

  • c.

    de afvang van koolstofdioxide gebeurt in een op het moment van indienen van de aanvraag bestaand productieproces en ten minste de installatie voor de afvang van koolstofdioxide en de compressor nieuw zijn; of

  • d.

    de afvang van koolstofdioxide gebeurt in een nieuw productieproces en ten minste de installatie voor de afvang van koolstofdioxide en de compressor nieuw zijn.

Artikel

69

§

4

Fasebedragen

Artikel

70

Artikel

71

§

5

Maximaal aantal vollasturen, basiselektriciteits- en basisenergieprijzen, basisbedragen en correctiebedragen

§

5.1

Hernieuwbare elektriciteit

Artikel

72

Voor een productie-installatie als bedoeld in het in de eerste kolom van onderstaande tabel genoemde artikel wordt:

Artikel 4, onderdeel a

Waterkracht, valhoogte < 50 cm waaronder vrije stroming en golfenergie

0,109

3.700

0,035

0,049

0

Artikel 4, onderdeel b

Waterkracht, valhoogte ≥ 50 cm

0,109

5.700

0,035

0,049

0

Artikel 4, onderdeel c

Waterkracht, valhoogte ≥ 50 cm, renovatie

0,097

2.600

0,035

0,049

0

Artikel 6

Osmose

0,109

8.000

0,035

0,049

0

Artikel 8, eerste lid, onderdeel a

Wind op land, ≥ 8,5 m/s

0,040

netto P50-waarde vollasturen

0.029

0,043

0,007

Artikel 8, eerste lid, onderdeel b

Wind op land, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,042

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 8, eerste lid, onderdeel c

Wind op land, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,045

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 8, eerste lid, onderdeel d

Wind op land,

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,048

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 8, eerste lid, onderdeel e

Wind op land, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,052

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 8, eerste lid, onderdeel f

Wind op land, < 6,75 m/s

0,056

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 10, eerste lid, onderdeel a

Wind op land, ≥ 8,5 m/s, hoogtebeperkt

0,045

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 10, eerste lid, onderdeel b

Wind op land, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s, hoogtebeperkt

0,047

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 10, eerste lid, onderdeel c

Wind op land, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s, hoogtebeperkt

0,052

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 10, eerste lid, onderdeel d

Wind op land,

≥ 7,0 en < 7,5 m/s, hoogtebeperkt

0,055

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 10, eerste lid, onderdeel e

Wind op land, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s, hoogtebeperkt

0,059

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 10, eerste lid, onderdeel f

Wind op land, < 6,75 m/s, hoogtebeperkt

0,063

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 12, eerste lid, onderdeel a

Wind op waterkeringen, ≥ 8,5 m/s

0,043

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 12, eerste lid, onderdeel b

Wind op waterkeringen, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,046

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 12, eerste lid, onderdeel c

Wind op waterkeringen, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,049

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 12, eerste lid, onderdeel d

Wind op waterkeringen, ≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,052

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 12, eerste lid, onderdeel e

Wind op waterkeringen, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,057

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 12, eerste lid, onderdeel f

Wind op waterkeringen, < 6,75 m/s

0,061

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 14, eerste lid

Wind in meer, water ≥ 1 km2

0,059

netto P50-waarde vollasturen

0,029

0,043

0,007

Artikel 16, eerste lid, onderdeel a

Fotovoltaïsche zonnepanelen ≥ 15 kWp en < 1 MWp, aansluiting 3*80A

0,080

950

Netlevering:

0,029

Netlevering:

0,047

Netlevering:

0,007

Niet netlevering:

0,060

Niet netlevering:

0,078

Niet netlevering:

0

Artikel 16, eerste lid, onderdeel b

Fotovoltaïsche zonnepanelen ≥ 1 MWp, gebouwgebonden systeem

0,074

950

Netlevering:

0,029

Netlevering:

0,047

Netlevering:

0,007

Niet netlevering:

0,051

Niet netlevering:

0,069

Niet netlevering:

0

Artikel 16, eerste lid, onderdeel c

Fotovoltaïsche zonnepanelen ≥ 1 MWp, niet gebouwgebonden systeem

0,069

950

Netlevering:

0,029

Netlevering:

0,047

Netlevering:

0,007

Niet netlevering:

0,051

Niet netlevering:

0,069

Niet netlevering:

0

Artikel 16, eerste lid, onderdeel d

Fotovoltaïsche zonnepanelen ≥ 1 MWp, zonvolgend niet gebouwgebonden systeem

0,069

1.045

Netlevering:

0,029

Netlevering:

0,047

Netlevering:

0,007

Niet netlevering:

0,051

Niet netlevering:

0,069

Niet netlevering:

0

Artikel 16, eerste lid, onderdeel e

Fotovoltaïsche zonnepanelen ≥ 1 MWp, drijvend op water

0,080

950

Netlevering:

0,029

Netlevering:

0,047

Netlevering:

0,007

Niet netlevering:

0,051

Niet netlevering:

0,069

Niet netlevering:

0

Artikel 16, eerste lid, onderdeel f

Fotovoltaïsche zonnepanelen ≥ 1 MWp, zonvolgend op water

0,080

1190

Netlevering:

0,029

Netlevering:

0,047

Netlevering:

0,007

Niet netlevering:

0,051

Niet netlevering:

0,069

Niet netlevering:

0

§

5.2

Hernieuwbaar gas

Artikel

73

Voor een productie-installatie als bedoeld in het in de eerste kolom van onderstaande tabel genoemde artikel wordt:

Artikel 18, onderdeel a

Allesvergisting

0,064

8.000

0,016

0,020

Artikel 18, onderdeel b

Monomestvergisting > 400 kW

0,068

8.000

0,016

0,020

Artikel 18, onderdeel c

Monomestvergisting ≤ 400 kW

0,088

8.000

0,016

0,020

Artikel 20, eerste lid

Biomassavergisting verlengde levensduur

0.064

8.000

0,016

0,020

Artikel 22, eerste lid

Verbeterde slibgisting bij rioolwater-zuiverings-installaties

0,042

8.000

0,016

0,020

Artikel 24

Rioolwaterzuiveringsinstallaties bestaande slibgisting

0,030

8.000

0,016

0,020

Artikel 26, eerste lid, onderdeel a

Biomassavergassing (≥95% biogeen)

0,073

7.500

0,016

0,020

Artikel 26, eerste lid, onderdeel b

Biomassavergassing (uitgezonderd B-hout)

0,079

7.500

0,016

0,020

§

5.3

Hernieuwbare warmte en (gecombineerde) opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte

Artikel

74

Voor een productie-installatie als bedoeld in het in de eerste kolom van onderstaande tabel genoemde artikel wordt:

  • a.

    het basisbedrag voor subsidie, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van het besluit, voor de productie van hernieuwbare warmte en de gecombineerde opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte, vastgesteld op het in de derde kolom van onderstaande tabel genoemde bedrag;

  • b.

    voor de productie van hernieuwbare warmte, hernieuwbare elektriciteit of de gecombineerde opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte het maximaal aantal vollasturen vastgesteld op het in de vierde kolom van onderstaande tabel genoemde aantal uren;

  • c.

    de basisenergieprijs, bedoeld in artikel 45, eerste lid, van het besluit, voor de productie van hernieuwbare warmte, hernieuwbare elektriciteit of de gecombineerde opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte, vastgesteld op het in de vijfde kolom van onderstaande tabel genoemde bedrag; en

  • d.

    de correcties op het basisbedrag voor subsidie voor een productie-installatie als bedoeld in het in de eerste kolom van onderstaande tabel genoemde artikel, worden voor 2020 vastgesteld op:

Artikel 28, eerste lid, onderdeel a

Zonthermie ≥ 140 kW en < 1 MW

0,095

600

0,030

0,035

0,005

Artikel 28, eerste lid, onderdeel b

Zonthermie ≥ 1 MW

0,080

600

0,023

0,028

0,005

Artikel 30, onderdelen a en d

Diepe geothermie < 20 MWth, basislast

0,044

6.000

0,016

0,020

0,005

Artikel 30, onderdelen b en e

Diepe geothermie ≥ 20 MWth, basislast

0,041

6.000

0,016

0,020

0,005

Artikel 30, onderdeel c

Diepe geothermie, verwarming gebouwde omgeving

0,083

3.500

0,016

0,020

0,005

Artikel 30, onderdeel f

Diepe geothermie basislast, aanvullende put

0,031

6.000

0,016

0,020

0,005

Artikel 30, onderdeel g

Geothermie, diepte ≥ 4.000 meter

0,065

7.000

0,016

0,020

0,005

Artikel 34,onderdeel a

Allesvergisting, warmte

0,060

7.000

0,023

0,028

0,005

Artikel 34,onderdeel b

Allesvergisting, gecombineerde opwekking

0,067

7.622

0,029

0,038

0,003

Artikel 34, onderdeel c

Monomestvergisting, warmte > 400 kW

0,062

7.000

0,023

0,028

0,005

Artikel 34, onderdeel d

Monomestvergisting, gecombineerde opwekking > 400 kW

0,074

7.353

0,029

0,039

0,003

Artikel 34, onderdeel e

Monomestvergisting, warmte ≤ 400 kW

0,098

7.000

0,023

0,028

0,005

Artikel 34, onderdeel f

Monomestvergisting, gecombineerde opwekking ≤ 400 kW

0,121

6.374

0,049

0,059

0,003

Artikel 36, eerste lid, onderdeel a

Verbeterde slibgisting RWZI, warmte

0,029

7.000

0,023

0,028

0,005

Artikel 36, eerste lid, onderdeel b

Verbeterde slibgisting RWZI, gecombineerde opwekking

0,044

5.729

0,033

0,043

0,002

Artikel 38, eerste lid

Ketel vloeibare biomassa

0,069

7.000

0,023

0,028

0,005

Artikel 40, eerste lid, onderdeel a

Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa (4.500 vollasturen)

0,047

4.500

0,016

0,020

0,005

Artikel 40, eerste lid, onderdeel b

Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa (5.000 vollasturen)

0,046

5.000

0,016

0,020

0,005

Artikel 40, eerste lid, onderdeel c

Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa (5.500 vollasturen)

0,046

5.500

0,016

0,020

0,005

Artikel 40, eerste lid, onderdeel d

Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa (6.000 vollasturen)

0,045

6.000

0,016

0,020

0,005

Artikel 40, eerste lid, onderdeel e

Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa (6.500 vollasturen)

0,045

6.500

0,016

0,020

0,005

Artikel 40, eerste lid, onderdeel f

Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa (7.000 vollasturen)

0,044

7.000

0,016

0,020

0,005

Artikel 40, eerste lid, onderdeel g

Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa (7.500 vollasturen)

0,044

7.500

0,016

0,020

0,005

Artikel 40, eerste lid, onderdeel h

Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa (8.000 vollasturen)

0,044

8.000

0,016

0,020

0,005

Artikel 40, eerste lid, onderdeel i

Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa (8.500 vollasturen)

0,044

8.500

0,016

0,020

0,005

Artikel 42, eerste lid

Grote ketel op B-hout

0,027

7.500

0,016

0,020

0,005

Artikel 44, eerste lid

Ketel stadsverwarming op houtpellets

0,066

6.000

0,016

0,020

0,005

Artikel 46, eerste lid

Stoomketel op houtpellets

0,064

8.500

0,016

0,020

0,005

Artikel 48, eerste lid

Directe inzet (brander) van houtpellets voor industriële toepassingen

0,052

3.000

0,021

0,025

0,005

Artikel 50, eerste lid

Verlengde levensduur ketel vaste of vloeibare biomassa

0,031

8.000

0,016

0,020

0,005

Artikel 52, eerste lid

Composteringsinstallatie champost

0,043

5.200

0,023

0,028

0,005

§

5.4

Andere technieken ter vermindering van broeikasgas

Artikel

75

§

6

Slotbepalingen

Artikel

76

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2020.

Artikel

77

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Bijlage

1

behorende bij artikel 2, zesde lid, van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2020

Uitvoeringsovereenkomst tot zekerheid van het aanvangen van de afvang en opslag van koolstofdioxide en van activiteiten ter zake waarvan meer dan € 400 miljoen subsidie is verleend op basis van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2020

  • 1.

    De Staat der Nederlanden, (hierna te noemen: de Staat), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken en Klimaat; en

  • 2.

    ............, gevestigd te..... (hierna te noemen: Ondernemer);

.....

(hierna te samen ook te noemen: Partijen);

overwegen:

  • a.

    de Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft blijkens een beschikking met kenmerk....., hierna te noemen Beschikking, waarvan een kopie als Bijlage A bij deze overeenkomst is gevoegd aan de Ondernemer een subsidie verleend voor de afvang en opslag van koolstofdioxide / van meer dan € 400 miljoen op grond van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie.

  • b.

    de Beschikking bevat de opschortende voorwaarde dat binnen twee weken na afgifte van de beschikking de onderhavige uitvoeringsovereenkomst, hierna te noemen Uitvoeringsovereenkomst, tot stand is gekomen tussen de Staat en de subsidieontvanger;

  • c.

    de Minister van Economische Zaken en Klimaat beoogt door middel van deze Uitvoeringsovereenkomst te verzekeren dat de Ondernemer de productie-installatie bedoeld in de Beschikking tijdig in gebruik zal nemen.

Partijen komen daartoe het volgende overeen:

Artikel

1

Tijdige ingebruikname van de productie-installatie

De Ondernemer verplicht zich jegens de Staat de productie-installatie tijdig in gebruik te nemen en wel binnen de in artikel 61 van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie bedoelde periode of, indien op grond van artikel 62, derde lid, van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie een ontheffing is verleend, binnen de in de ontheffing opgenomen periode.

Artikel

2

Inhoud en omvang van de garantie

De Ondernemer verplicht zich om tot zekerheid voor de nakoming van de in artikel 1 bedoelde verplichting, alsmede de bij niet tijdige nakoming verschuldigde boetes, binnen vier weken nadat de Beschikking is afgegeven ten behoeve van de Staat financiële zekerheid te stellen en gesteld houden voor een bedrag groot 2% van de maximale hoogte van de subsidie, bedoeld in de artikelen 16, 33, 49 en 55k van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie, door middel van de afgifte aan de Staat van een door een binnen de Europese Unie gevestigde bank afgegeven bankgarantie welke is opgemaakt onder gebruikmaking van het model bankgarantie.

Artikel

3

Vrijval van de garantie

  • 1.

    De verplichting de in artikel 2 bedoelde bankgarantie te blijven stellen vervalt uitsluitend door het schriftelijk bericht van de Staat aan de Bank dat de verplichting geheel of gedeeltelijk is vervallen. De Ondernemer ontvangt een kopie van het bericht van verval.

  • 2.

    Zodra de verplichting geheel is vervallen zal de Staat de bankgarantie retourneren aan de Ondernemer.

Artikel

4

Boetes

  • 1.

    Indien de Ondernemer de productie-installatie niet binnen de in artikel 1 bedoelde periode in gebruik heeft genomen, is de Ondernemer aan de Staat bij wijze van boete een bedrag verschuldigd groot 0,2% van het beschikte bedrag enkel door het verloop van die termijn en zonder dat enige ingebrekestelling nodig is.

  • 2.

    Indien de Ondernemer daarna nog in gebreke blijft met het tijdig in gebruik nemen van de productie-installatie is de Ondernemer maandelijks een boete van telkens 0,2% van de maximale hoogte van de subsidie, bedoeld in de artikelen 16, 33, 49 en 55k van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie, verschuldigd voor zover hij de productie-installatie op de eerste van elke volgende maand niet in gebruik heeft genomen.

  • 3.

    De boetes bedoeld in het eerste en tweede lid, waarvan de som ten hoogste 2% van het beschikte bedrag bedraagt, zijn telkens verschuldigd voor het enkele verloop van de termijn en zonder dat enige ingebrekestelling nodig is.

  • 4.

    Indien komt vast te staan dat de ondernemer de productie-installatie niet in gebruik zal nemen, dan is de Staat gerechtigd het gehele bedrag van de bankgarantie te innen. De Beschikking kan op deze grond worden ingetrokken.

  • 5.

    De Ondernemer machtigt bij deze de Staat onherroepelijk tot het innen van de boetes door het inroepen van de bankgarantie voor het bedrag van de boete, telkens wanneer er een boete verschuldigd is geworden.

Artikel

5

Aanvang en einde Uitvoeringsovereenkomst

  • 1.

    Deze Uitvoeringsovereenkomst treedt in werking door de ondertekening daarvan door de Partijen met dien verstande dat de inwerkingtreding wordt opgeschort totdat de Beschikking in werking is getreden en de Staat de Ondernemer daarvan schriftelijk bericht heeft gestuurd.

  • 2.

    Deze Uitvoeringsovereenkomst eindigt van rechtswege door de teruggave van de bankgarantie door de Staat aan de Ondernemer.

Artikel

6

Domiciliekeuze en berichtgevingen

  • 1.

    De Staat kiest voor uitvoering van deze Uitvoeringsovereenkomst domicilie ten kantore van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Hanzelaan 310, 8017 JK Zwolle.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dienen alle mededelingen, aanzeggingen, verzoeken, toestemmingen en andere berichten uit hoofde van deze uitvoeringsovereenkomst schriftelijk te worden gedaan.

  • 3.

    Mededelingen, aanzeggingen, verzoeken, toestemmingen en andere berichten die niet in overeenstemming met het tweede lid zijn gedaan blijven zonder rechtsgevolg.

  • 4.

    De Staat is bevoegd eenzijdig van het bepaalde in het eerste lid af te wijken.

Artikel

7

Rechtskeuze

  • 1.

    Op deze Uitvoeringsovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

  • 2.

    Alle geschillen in verband met deze uitvoeringsovereenkomst of met afspraken die daarmee samenhangen zullen worden beslecht door de bevoegde rechter te Den Haag.

Artikel

8

Citeertitel

Deze Uitvoeringsovereenkomst wordt tussen partijen aangeduid als ‘Uitvoeringsovereenkomst duurzame energieproductie en klimaattransitie Staat/.....’.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend

te.....

Ondernemer

te 's-Gravenhage op.....

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Model bankgarantie

DE ONDERGETEKENDE,

....., gevestigd te....., hierna te noemen de ‘Bank’,

IN AANMERKING NEMENDE DAT:

  • A.

    ......, gevestigd te....., (hierna te noemen de Ondernemer) en de STAAT der NEDERLANDEN, (hierna te noemen: Staat), waarvan de zetel is gevestigd te Den Haag, te dezen vertegenwoordigd door....., hierbij vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken en Klimaat op..... de ‘Uitvoeringsovereenkomst duurzame energieproductie Staat/.....’ (hierna: uitvoeringsovereenkomst) hebben getekend;

  • B.

    de Ondernemer volgens artikel 2 van de overeenkomst binnen vier weken nadat een beschikking van de Minister van Economische Zaken en Klimaat met kenmerk.....is afgegeven ten behoeve van de Staat financiële zekerheid dient te stellen en gesteld houden voor een bedrag groot €.....,– door de afgifte aan de Staat van een door een bank afgegeven bankgarantie;

  • C.

    de Bank bereid is de desbetreffende bankgarantie ten gunste van de Staat te stellen onder de hierna te noemen voorwaarden.

VERKLAART ALS VOLGT

  • 1.

    De Bank stelt zich hierbij als zelfstandige verbintenis tegenover de Staat onherroepelijk en onvoorwaardelijk garant voor al hetgeen de Staat van de Ondernemer op grond van de uitvoeringsovereenkomst te vorderen heeft tot een maximumbedrag van €.....,–.

  • 2.

    Deze bankgarantie is een abstracte afroepgarantie. De Bank komt in geen geval een beroep toe op de onderliggende rechtsverhouding tussen de Staat en de Ondernemer als vervat in de uitvoeringsovereenkomst.

  • 3.

    De Bank zal op eerste schriftelijk verzoek van de Staat, zonder opgaaf van redenen te verlangen of nader bewijs te vragen, overgaan tot uitbetaling van al hetgeen de Ondernemer, volgens verklaring van de Staat, verschuldigd is uit hoofde van de Uitvoeringsovereenkomst.

  • 4.

    Deze bankgarantie vervalt uitsluitend door het schriftelijk bericht van de Staat aan de Bank dat de verplichting geheel of gedeeltelijk is vervallen.

  • 5.

    De Minister van Economische Zaken en Klimaat zendt de bankgarantie zo spoedig mogelijk nadat deze geheel is vervallen retour aan de Bank.

  • 6.

    Op deze bankgarantie is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen die mochten ontstaan over of naar aanleiding van deze bankgarantie zullen worden beslecht door de bevoegde rechter te ’s-Gravenhage.

  • 7.

    Indien deze bankgarantie dient te worden geretourneerd geschiedt dat door toezending aan adres:.....

Getekend te

op

De Bank

Bijlage

2

behorende bij de artikelen 8, 10 en 12 van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2020

Lijst van gemeenten volgens de gemeentelijke indeling per 31 december 2019

Ameland

Friesland

≥ 8,5 m/s

Den Helder

Noord-Holland

≥ 8,5 m/s

Schiermonnikoog

Friesland

≥ 8,5 m/s

Terschelling

Friesland

≥ 8,5 m/s

Texel

Noord-Holland

≥ 8,5 m/s

Vlieland

Friesland

≥ 8,5 m/s

Bergen (NH.)

Noord-Holland

≥ 8,0 en < 8,5 m/s

Het Hogeland

Groningen

≥ 8,0 en < 8,5 m/s

Harlingen

Friesland

≥ 8,0 en < 8,5 m/s

Hollands Kroon

Noord-Holland

≥ 8,0 en < 8,5 m/s

Noordeast-Fryslân

Friesland

≥ 8,0 en < 8,5 m/s

Rotterdam Maasvlakte (wijk 23 buurt 8)

Zuid-Holland

≥ 8,0 en < 8,5 m/s

Schagen

Noord-Holland

≥ 8,0 en < 8,5 m/s

Súdwest-Fryslân

Friesland

≥ 8,0 en < 8,5 m/s

Waadhoeke

Friesland

≥ 8,0 en < 8,5 m/s

Zandvoort

Noord-Holland

≥ 8,0 en < 8,5 m/s

Achtkarspelen

Friesland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Alkmaar

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Appingedam

Groningen

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Beemster

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Beverwijk

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Bloemendaal

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Castricum

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Dantumadiel

Friesland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

De Fryske Marren

Friesland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Delfzijl

Groningen

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Drechterland

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Edam-Volendam

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Enkhuizen

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Goeree-Overflakkee

Zuid-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Heemskerk

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Heerenveen

Friesland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Heerhugowaard

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Heiloo

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Hillegom

Zuid-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Hoorn

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Katwijk

Zuid-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Koggenland

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Langedijk

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Leeuwarden

Friesland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Lisse

Zuid-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Loppersum

Groningen

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Medemblik

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Noord-Beveland

Zeeland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Noordoostpolder

Flevoland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Noordwijk

Zuid-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Oldambt

Groningen

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Opmeer

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Opsterland

Friesland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Schouwen-Duiveland

Zeeland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Smallingerland

Friesland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Stede Broec

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Tytsjerksteradiel

Friesland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Uitgeest

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Urk

Flevoland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Veere

Zeeland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Velsen

Noord-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Wassenaar

Zuid-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Westerkwartier

Groningen

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Westland

Zuid-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Westvoorne

Zuid-Holland

≥ 7,5 en < 8,0 m/s

Aa en Hunze

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Aalsmeer

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Aalten

Gelderland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Almere

Flevoland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Alphen aan den Rijn

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Altena

Noord-Brabant

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Amstelveen

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Amsterdam

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Assen

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Bodegraven-Reeuwijk

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Borger-Odoorn

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Borsele

Zeeland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Brielle

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Coevorden

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Culemborg

Gelderland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Dalfsen

Overijssel

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

De Ronde Venen

Utrecht

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

De Wolden

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Delft

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Diemen

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Dronten

Flevoland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Emmen

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Goes

Zeeland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Gouda

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Groningen

Groningen

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Haarlem

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Haarlemmermeer

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Hardenberg

Overijssel

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Hardinxveld-Giessendam

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Heemstede

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Hellevoetsluis

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Hoeksche Waard

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Hoogeveen

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Hulst

Zeeland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

IJsselstein

Utrecht

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Kaag en Braassem

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Kampen

Overijssel

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Kapelle

Zeeland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Krimpenerwaard

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Landsmeer

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Lansingerland

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Leiden

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Leiderdorp

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Leidschendam-Voorburg

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Lelystad

Flevoland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Lopik

Utrecht

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Maassluis

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Meppel

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Middelburg

Zeeland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Midden-Delfland

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Midden-Drenthe

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Midden-Groningen

Groningen

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Moerdijk

Noord-Brabant

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Molenlanden

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Montfoort

Utrecht

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Nieuwkoop

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Nissewaard

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Noordenveld

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Oegstgeest

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Oost Gelre

Gelderland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Ooststellingwerf

Friesland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Oostzaan

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Ouder-Amstel

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Oudewater

Utrecht

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Pekela

Groningen

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Pijnacker-Nootdorp

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Purmerend

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Reimerswaal

Zeeland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Rijswijk

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Rotterdam-West (wijk 17, wijk 23 excl. buurt 8, en wijk 27)

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

's-Gravenhage

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Sluis

Zeeland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Stadskanaal

Groningen

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Staphorst

Overijssel

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Steenbergen

Noord-Brabant

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Steenwijkerland

Overijssel

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Stichtse Vecht

Utrecht

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Terneuzen

Zeeland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Teylingen

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Tholen

Zeeland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Tynaarlo

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Uithoorn

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Veendam

Groningen

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Vijfheerenlanden

Utrecht

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Vlissingen

Zeeland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Voorschoten

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Waddinxveen

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Waterland

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Weesp

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

West Betuwe

Gelderland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Westerveld

Drenthe

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Westerwolde

Groningen

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Weststellingwerf

Friesland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Woerden

Utrecht

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Wormerland

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Zaanstad

Noord-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Zaltbommel

Gelderland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Zoetermeer

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Zoeterwoude

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Zuidplas

Zuid-Holland

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Zwartewaterland

Overijssel

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Zwolle

Overijssel

≥ 7,0 en < 7,5 m/s

Alblasserdam

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Albrandswaard

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Barendrecht

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Bergen op Zoom

Noord-Brabant

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Berkelland

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Beuningen

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Bunnik

Utrecht

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Bunschoten

Utrecht

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Buren

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Capelle aan den IJssel

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Dordrecht

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Drimmelen

Noord-Brabant

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Druten

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Duiven

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Etten-Leur

Noord-Brabant

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Geertruidenberg

Noord-Brabant

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Gooise Meren

Noord-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Gorinchem

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Haaksbergen

Overijssel

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Halderberge

Noord-Brabant

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Hattem

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Hellendoorn

Overijssel

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Hendrik-Ido-Ambacht

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Houten

Utrecht

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Krimpen aan den IJssel

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Lingewaard

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Maasdriel

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Neder-Betuwe

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Nieuwegein

Utrecht

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Nijkerk

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Oldebroek

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Olst-Wijhe

Overijssel

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Ommen

Overijssel

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Oss

Noord-Brabant

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Oude IJsselstreek

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Overbetuwe

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Papendrecht

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Raalte

Overijssel

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Ridderkerk

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Roosendaal

Noord-Brabant

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Rotterdam (excl. wijk 17, 23 en 27)

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Schiedam

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Simpelveld

Limburg

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Sliedrecht

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Tiel

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Tubbergen

Overijssel

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Twenterand

Overijssel

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Utrecht

Utrecht

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Vlaardingen

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Waalwijk

Noord-Brabant

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

West Maas en Waal

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Wijchen

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Wijdemeren

Noord-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Wijk bij Duurstede

Utrecht

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Winterswijk

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Zeewolde

Flevoland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Zevenaar

Gelderland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Zundert

Noord-Brabant

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Zwijndrecht

Zuid-Holland

≥ 6,75 en < 7,0 m/s

Almelo

Overijssel

< 6,75 m/s

Alphen-Chaam

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Amersfoort

Utrecht

< 6,75 m/s

Apeldoorn

Gelderland

< 6,75 m/s

Arnhem

Gelderland

< 6,75 m/s

Asten

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Baarle-Nassau

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Baarn

Utrecht

< 6,75 m/s

Barneveld

Gelderland

< 6,75 m/s

Beek

Limburg

< 6,75 m/s

Beekdaelen

Limburg

< 6,75 m/s

Beesel

Limburg

< 6,75 m/s

Berg en Dal

Gelderland

< 6,75 m/s

Bergeijk

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Bergen (L.)

Limburg

< 6,75 m/s

Bernheze

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Best

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Bladel

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Blaricum

Noord-Holland

< 6,75 m/s

Boekel

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Borne

Overijssel

< 6,75 m/s

Boxmeer

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Boxtel

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Breda

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Bronckhorst

Gelderland

< 6,75 m/s

Brummen

Gelderland

< 6,75 m/s

Brunssum

Limburg

< 6,75 m/s

Cranendonck

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Cuijk

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

De Bilt

Utrecht

< 6,75 m/s

Deurne

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Deventer

Overijssel

< 6,75 m/s

Dinkelland

Overijssel

< 6,75 m/s

Doesburg

Gelderland

< 6,75 m/s

Doetinchem

Gelderland

< 6,75 m/s

Dongen

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Echt-Susteren

Limburg

< 6,75 m/s

Ede

Gelderland

< 6,75 m/s

Eemnes

Utrecht

< 6,75 m/s

Eersel

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Eijsden-Margraten

Limburg

< 6,75 m/s

Eindhoven

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Elburg

Gelderland

< 6,75 m/s

Enschede

Overijssel

< 6,75 m/s

Epe

Gelderland

< 6,75 m/s

Ermelo

Gelderland

< 6,75 m/s

Geldrop-Mierlo

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Gemert-Bakel

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Gennep

Limburg

< 6,75 m/s

Gilze en Rijen

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Goirle

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Grave

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Gulpen-Wittem

Limburg

< 6,75 m/s

Haaren

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Harderwijk

Gelderland

< 6,75 m/s

Heerde

Gelderland

< 6,75 m/s

Heerlen

Limburg

< 6,75 m/s

Heeze-Leende

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Helmond

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Hengelo

Overijssel

< 6,75 m/s

Heumen

Gelderland

< 6,75 m/s

Heusden

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Hilvarenbeek

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Hilversum

Noord-Holland

< 6,75 m/s

Hof van Twente

Overijssel

< 6,75 m/s

Horst aan de Maas

Limburg

< 6,75 m/s

Huizen

Noord-Holland

< 6,75 m/s

Kerkrade

Limburg

< 6,75 m/s

Laarbeek

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Landerd

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Landgraaf

Limburg

< 6,75 m/s

Laren

Noord-Holland

< 6,75 m/s

Leudal

Limburg

< 6,75 m/s

Leusden

Utrecht

< 6,75 m/s

Lochem

Gelderland

< 6,75 m/s

Loon op Zand

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Losser

Overijssel

< 6,75 m/s

Maasgouw

Limburg

< 6,75 m/s

Maastricht

Limburg

< 6,75 m/s

Meerssen

Limburg

< 6,75 m/s

Meierijstad

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Mill en Sint Hubert

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Montferland

Gelderland

< 6,75 m/s

Mook en Middelaar

Limburg

< 6,75 m/s

Nederweert

Limburg

< 6,75 m/s

Nijmegen

Gelderland

< 6,75 m/s

Nuenen, Gerwen en Nederwetten

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Nunspeet

Gelderland

< 6,75 m/s

Oirschot

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Oisterwijk

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Oldenzaal

Overijssel

< 6,75 m/s

Oosterhout

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Peel en Maas

Limburg

< 6,75 m/s

Putten

Gelderland

< 6,75 m/s

Renkum

Gelderland

< 6,75 m/s

Renswoude

Utrecht

< 6,75 m/s

Reusel-De Mierden

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Rheden

Gelderland

< 6,75 m/s

Rhenen

Utrecht

< 6,75 m/s

Rijssen-Holten

Overijssel

< 6,75 m/s

Roerdalen

Limburg

< 6,75 m/s

Roermond

Limburg

< 6,75 m/s

Rozendaal

Gelderland

< 6,75 m/s

Rucphen

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Scherpenzeel

Gelderland

< 6,75 m/s

's-Hertogenbosch

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Sint Anthonis

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Sint-Michielsgestel

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Sittard-Geleen

Limburg

< 6,75 m/s

Soest

Utrecht

< 6,75 m/s

Someren

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Son en Breugel

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Stein

Limburg

< 6,75 m/s

Tilburg

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Uden

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Utrechtse Heuvelrug

Utrecht

< 6,75 m/s

Vaals

Limburg

< 6,75 m/s

Valkenburg aan de Geul

Limburg

< 6,75 m/s

Valkenswaard

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Veenendaal

Utrecht

< 6,75 m/s

Veldhoven

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Venlo

Limburg

< 6,75 m/s

Venray

Limburg

< 6,75 m/s

Voerendaal

Limburg

< 6,75 m/s

Voorst

Gelderland

< 6,75 m/s

Vught

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Waalre

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Wageningen

Gelderland

< 6,75 m/s

Weert

Limburg

< 6,75 m/s

Westervoort

Gelderland

< 6,75 m/s

Wierden

Overijssel

< 6,75 m/s

Woensdrecht

Noord-Brabant

< 6,75 m/s

Woudenberg

Utrecht

< 6,75 m/s

Zeist

Utrecht

< 6,75 m/s

Zutphen

Gelderland

< 6,75 m/s