Besluit van 16 oktober 2007, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van de productie van hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas en elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling (Besluit stimulering duurzame energieproductie)

Besluit stimulering duurzame energieproductie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 17 juli 2007, nr. WJZ 7085218;
De Raad van State gehoord (advies van 23 augustus 2007, nr. W10.07.0257/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 10 oktober 2007, nr. WJZ 7112075;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

§

2

Algemene bepalingen subsidie voor hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas en elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling

Artikel

2

Onze Minister kan op aanvraag subsidie verstrekken voor:

  • a.

    de productie van hernieuwbare elektriciteit aan een producent van hernieuwbare elektriciteit om gedurende een bepaalde periode het verschil tussen de gemiddelde kostprijs van deze hernieuwbare elektriciteit en de relevante gemiddelde marktprijs van elektriciteit geheel of gedeeltelijk te compenseren;

  • b.

    de productie van hernieuwbaar gas aan een producent van hernieuwbaar gas om gedurende een bepaalde periode het verschil tussen de gemiddelde kostprijs van dit hernieuwbaar gas en de relevante gemiddelde marktprijs van gas geheel of gedeeltelijk te compenseren;

  • c.

    de productie van elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling, voor zover de warmte die vrijkomt bij deze productie van elektriciteit nuttig wordt aangewend, aan een producent van elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling om gedurende een bepaalde periode het verschil in de gemiddelde productiekosten van warmte en elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling en de gemiddelde marktprijzen van warmte en elektriciteit geheel of gedeeltelijk te compenseren.

Artikel

3

Artikel

4

Onze Minister kan reeds ontvangen of genoten overheidssteun dan wel in de toekomst te ontvangen of te genieten overheidssteun die er toe leidt dat de totale aan de producent verleende overheidssteun meer bedraagt dan is toegestaan ingevolge voor de Staat geldende verplichtingen krachtens een verdrag, in mindering brengen op de subsidie bedoeld in artikel 2.

Artikel

6

Artikel

7

Bij ministeriële regeling wordt bepaald over welke periode voor een categorie productie-installaties subsidie wordt verstrekt. Deze periode kan verschillen voor verschillende categorieën productie-installaties of verschillende wijzen van verdeling van het beschikbare bedrag.

§

3

Subsidie voor hernieuwbare elektriciteit

§

3.1

Algemeen

Artikel

8

§

3.2

Subsidie volgorde binnenkomst

Artikel

9

De bepalingen in deze paragraaf gelden indien ingevolge artikel 8, tweede lid, wordt gekozen voor verdeling op volgorde van binnenkomst.

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Bij regeling van Onze Minister, na overleg met Onze Minister van Financiën, wordt ten behoeve van de correctie van het basisbedrag, bedoeld in artikel 14 en de vaststelling van het bedrag dat de subsidie ten hoogste bedraagt, bedoeld in artikel 16, een basiselektriciteitsprijs per kWh vastgesteld die kan verschillen per categorie productie-installaties.

Artikel

13

Het basisbedrag, bedoeld in artikel 11, en de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12, die gelden op het moment van aanvraag van de subsidie, gelden gedurende de gehele periode waarover subsidie wordt verstrekt.

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

De subsidie bedraagt ten hoogste het verschil tussen het basisbedrag, bedoeld in artikel 11, en de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12, vermenigvuldigd met het in de beschikking tot subsidieverlening voor de gehele periode waarover subsidie wordt verstrekt bepaald maximum aantal kWh.

§

3.3

Subsidie volgorde rangschikking

Artikel

17

De bepalingen in deze paragraaf gelden indien ingevolge artikel 8, tweede lid, wordt gekozen voor verdeling op volgorde van rangschikking.

Artikel

18

Bij ministeriële regeling wordt, na overleg met Onze Minister van Financiën, een subsidieplafond vastgesteld voor het verlenen van subsidies voor de productie van hernieuwbare elektriciteit voor in de bij die regeling vastgestelde periode ontvangen aanvragen. Daarbij wordt per categorie productie-installaties een afzonderlijk subsidieplafond vastgesteld.

Artikel

19

Artikel

20

Bij regeling van Onze Minister, na overleg met Onze Minister van Financiën, wordt ten behoeve van de correctie van het tenderbedrag, bedoeld in artikel 22, en de vaststelling van bedrag dat de subsidie ten hoogste bedraagt, bedoeld in artikel 24, een basiselektriciteitsprijs per kWh vastgesteld die kan verschillen per categorie productie-installaties.

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

De subsidie bedraagt ten hoogste het verschil tussen het tenderbedrag, bedoeld in artikel 19, en de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 20, vermenigvuldigd met het in de beschikking tot subsidieverlening voor de gehele periode waarover subsidie wordt verstrekt bepaald maximum aantal kWh.

§

4

Subsidie voor hernieuwbaar gas

§

4.1

Algemeen

Artikel

25

§

4.2

Subsidie volgorde binnenkomst

Artikel

26

De bepalingen in deze paragraaf gelden indien ingevolge artikel 25, tweede lid, wordt gekozen voor verdeling op volgorde van binnenkomst.

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Bij regeling van Onze Minister, na overleg met Onze Minister van Financiën, wordt ten behoeve van de correctie van het basisbedrag, bedoeld in artikel 31 en de vaststelling van het bedrag dat de subsidie ten hoogste bedraagt, bedoeld in artikel 33, een basisgasprijs per Nm3 aardgasequivalent vastgesteld die kan verschillen per categorie productie-installaties.

Artikel

30

Het basisbedrag, bedoeld in artikel 28, en de basisgasprijs, bedoeld in artikel 29, die gelden op het moment van aanvraag van de subsidie, gelden gedurende de gehele periode waarover subsidie wordt verstrekt.

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

33

De subsidie bedraagt ten hoogste het verschil tussen het basisbedrag, bedoeld in artikel 28, en de basisgasprijs, bedoeld in artikel 29, vermenigvuldigd met het in de beschikking tot subsidieverlening voor de gehele periode waarover subsidie wordt verstrekt bepaald maximum aantal Nm3 aardgasequivalent.

§

4.3

Subsidie volgorde rangschikking

Artikel

34

De bepalingen in deze paragraaf gelden indien ingevolge artikel 25, tweede lid, wordt gekozen voor verdeling op volgorde van rangschikking.

Artikel

35

Bij ministeriële regeling wordt, na overleg met Onze Minister van Financiën, een subsidieplafond vastgesteld voor het verlenen van subsidies voor de productie van hernieuwbaar gas voor de in bij die regeling vastgestelde periode ontvangen aanvragen. Daarbij wordt per categorie productie-installaties een afzonderlijk subsidieplafond vastgesteld.

Artikel

36

Artikel

37

Bij regeling van Onze Minister, na overleg met Onze Minister van Financiën, wordt ten behoeve van de correctie van het tenderbedrag, bedoeld in artikel 39, en de vaststelling van het bedrag dat de subsidie ten hoogste bedraagt, bedoeld in artikel 41, een basisgasprijs per Nm3 aardgasequivalent vastgesteld die kan verschillen voor verschillende categorieën productie-installaties.

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

De subsidie bedraagt ten hoogste het verschil tussen het tenderbedrag, bedoeld in artikel 36, en de basisgasprijs, bedoeld in artikel 37, vermenigvuldigd met het in de beschikking tot subsidieverlening voor de gehele periode waarover subsidie wordt verstrekt bepaald maximum aantal Nm3 aardgasequivalent.

§

5

Subsidie voor elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling

§

5.1

Algemeen

Artikel

42

§

5.2

Subsidie volgorde binnenkomst

Artikel

43

De bepalingen in deze paragraaf gelden indien ingevolge artikel 42, tweede lid, wordt gekozen voor verdeling op volgorde van binnenkomst.

Artikel

44

Artikel

45

Artikel

46

De subsidiebedragen, bedoeld in artikel 45, eerste lid, die gelden op de eerste dag van een kalenderjaar, gelden voor dat kalenderjaar.

Artikel

47

Artikel

48

Artikel

49

§

5.3

Subsidie volgorde rangschikking

Artikel

50

De bepalingen in deze paragraaf gelden indien ingevolge artikel 42, tweede lid, wordt gekozen voor verdeling op volgorde van rangschikking.

Artikel

51

Bij ministeriële regeling wordt, na overleg met Onze Minister van Financiën, een subsidieplafond vastgesteld voor het verlenen van subsidies voor de productie van elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling voor de in bij die regeling vastgestelde periode ontvangen aanvragen. Daarbij wordt per categorie productie-installaties een afzonderlijk subsidieplafond vastgesteld.

Artikel

52

Artikel

53

Artikel

54

Artikel

55

§

6

Algemene bepalingen over aanvraag en beslissing op de aanvraag

Artikel

56

Artikel

57

Artikel

58

Artikel

59

Onze Minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag indien:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan dit besluit en de daarop berustende bepalingen;

  • b.

    hij het onaannemelijk acht dat de productie-installatie binnen 3 jaar in gebruik wordt genomen;

  • c.

    onvoldoende vertrouwen bestaat in de economische haalbaarheid van de productie-installatie.

Artikel

60

§

7

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

61

Artikel

62

Artikel

63

Artikel

64

De subsidie-ontvanger doet onverwijld mededeling aan Onze Minister van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surséance van betaling aan hem of tot faillietverklaring van hem.

Artikel

65

De subsidie-ontvanger verstrekt desgevraagd aan Onze Minister alle bescheiden, gegevens of inlichtingen die nodig zijn voor een beslissing omtrent de subsidie.

§

8

Voorschotten

Artikel

66

Artikel

67

Artikel

68

Artikel

69

Onze Minister beschikt afwijzend op een aanvraag om een voorschot, indien de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen, indien hij failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

§

9

Subsidievaststelling

Artikel

70

Artikel

71

Onze Minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.

§

10

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

72

Onze Minister publiceert binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van dit besluit.

Artikel

73

In afwijking van artikel 3, vierde lid, kan een producent bij de eerste maal dat subsidie op grond van dit besluit kan worden aangevraagd voor een productie-installatie voor hernieuwbare elektriciteit verzoeken dat de voor subsidie in aanmerking komende periode aanvangt voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst van de aanvraag, met dien verstande dat een aanvang voor 18 augustus 2006 niet mogelijk is en dat deze aanvraag betrekking heeft op een productie-installatie die na 18 augustus 2006 in gebruik is genomen.

Artikel

75

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

76

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit stimulering duurzame energieproductie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de bijbehorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, M. J. A. van der Hoeven
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin