Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
algemene uitvoeringsregeling: Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie;
-
allesvergisting: biologische afbraakreacties van biomassa als bedoeld in de NTA 8003: 2017, met uitzondering van de nummers 400, 410, 420, 500, 550 tot en met 559, waarvan de biogasopbrengst van de ingaande stroom ten minste 25 Nm3 aardgasequivalent per ton bedraagt;
-
beschermingszone: beschermingszone als bedoeld in appendix b bij bijlage I van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017;
-
besluit: Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie;
-
Besluit SDE: Besluit stimulering duurzame energieproductie, zoals dit luidde tot 1 november 2020;
-
biosyngas: mengsel van gassen dat is geproduceerd door vergassing van biomassa en dat geen nadere bewerking tot methaan heeft ondergaan;
-
COP-waarde: coëfficiënt van prestatie uitgedrukt in de hoeveelheid afgegeven warmte aan de condensorzijde per hoeveelheid opgenomen elektriciteit;
-
doublet: combinatie van naast elkaar liggende diepboringen die ten minste bestaat uit één productieput en één injectieput;
-
gebouw: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet niet zijnde een tijdelijk bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012;
-
hernieuwbare warmte: nuttig aangewende warmte als bedoeld in artikel 1 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong;
-
ketel: installatie waarin brandstof wordt verstookt waarbij de verbrandingswarmte met behulp van een warmtewisselaar wordt overgedragen aan een vloeistof;
-
koolstofdioxide-arme warmte: nuttig aangewende koolstofdioxide-arme warmte als bedoeld in artikel 1 van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie;
-
monomestvergisting: biologische afbraakreacties van uitsluitend vaste en vloeibare uitwerpselen van dieren;
-
minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;
-
netto P50-waarde vollasturen: aantal vollasturen waarbij de verwachte jaarlijkse energieproductie voor een gegeven combinatie van locatie en productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van 50%;
-
nominaal elektrisch rendement: quotiënt van het nominaal elektrisch vermogen en:
-
a.
de som van het nominaal elektrisch vermogen en nominaal warmtevermogen in het geval van gecombineerde opwekking met behulp van een verbrandingsmotor; en
-
b.
het nominaal warmtevermogen van de ketel in het geval van gecombineerde opwekking met behulp van een stoomturbine of een organische rankinecyclus;
-
a.
-
nominaal vermogen: maximale vermogen van de productie-installatie dat onder nominale condities benut kan worden voor de productie van hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbare warmte, koolstofdioxide-arme warmte of hernieuwbaar gas en dat door de leverancier gegarandeerd wordt bij continu gebruik, waarbij in het geval van geothermische productie-installaties het nominaal vermogen dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van ten minste 50%;
-
NTA 8003: 2017: Nederlandse Technische Afspraak 8003, Classificatie van biomassa voor energietoepassing, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut, zoals deze luidde op 31 december 2017;
-
primaire waterkering: primaire waterkering als bedoeld in appendix b bij bijlage I van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017;
-
restwarmte: onvermijdelijke thermische energie die als bijproduct in de bedrijfsvoering van een onderneming wordt opgewekt en die zonder nuttige aanwending ongebruikt terecht zou komen in lucht of water en die ten tijde van het verrichten van de aanvraag niet nuttig wordt aangewend;
-
richtlijn (EU) 2018/2001: Richtlijn nr. 2018/2001/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PbEU 2018, L 328);
-
stadsverwarming: warmtelevering aan een warmtenet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet, waarbij de warmte door een producent wordt geleverd ten behoeve van ruimteverwarming en warmtapwatervoorzieningen van gebouwen;
-
thermische conversie van vaste of vloeibare biomassa: omzetting van vaste of vloeibare biomassa door middel van:
-
a.
verbranding;
-
b.
een andere thermische behandeling dan bedoeld onder a ingeval de producten daarvan vervolgens worden verbrand; of
-
c.
de verbranding van producten die voortkomen uit thermische behandeling;
-
a.
-
valhoogte: verschil in waterpeil voor en achter de productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit door middel van waterkracht waarbij het nominaal vermogen wordt benut;
-
verwarming van gebouwde omgeving: stadsverwarming of ruimteverwarming en warmtapwatervoorzieningen in een gebouw, niet zijnde een kas, waarbij de producent de warmte rechtstreeks levert aan het desbetreffende gebouw;
-
voorliggende waterkering: voorliggende waterkering als bedoeld in appendix b bij bijlage I van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017;
-
waterstaatswerk: waterstaatswerk als bedoeld in appendix b bij bijlage I van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017;
-
zeewering of zachte zeewering van Maasvlakte 2: harde zeewering en zachte zeewering van Maasvlakte 2 als bedoeld in bijlage 1 van de concessie aan het Havenbedrijf Rotterdam N.V. te Rotterdam, bij Koninklijk Besluit van 23 mei 2008, nr. 08.001524.