Wet van 16 december 2020, houdende regels inzake instelling van een Mobiliteitsfonds (Wet Mobiliteitsfonds) (Wet Mobiliteitsfonds)

Wet Mobiliteitsfonds

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is het Infrastructuurfonds ter verruiming van de reikwijdte om te vormen tot een Mobiliteitsfonds en daartoe de Wet Infrastructuurfonds te vervangen door de Wet Mobiliteitsfonds;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • basisinformatie: gegevens nodig voor het beschrijven van het verkeer of vervoer van personen of goederen met het oog op aanleg, verbetering of gebruik van infrastructuur;

  • bediening: handelingen ten behoeve van verkeersbeheersing of -begeleiding of die nodig zijn om gebruik mogelijk te maken;

  • fonds: Mobiliteitsfonds, bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • infrastructuur: onroerende zaken ten behoeve van verkeer of vervoer van personen of goederen met daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de verkeersveiligheid, verkeersmanagement en bescherming van het milieu;

  • Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Artikel

2

Doelen van het fonds

Artikel

4

Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

Artikel

5

Ontvangsten van het fonds

De ontvangsten van het fonds zijn:

  • a.

    een bijdrage ten laste van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

  • b.

    bijdragen ten laste van andere begrotingen van het Rijk;

  • c.

    bijdragen van derden;

  • d.

    andere ontvangsten in het kader van het bereiken van de doelen van het fonds.

Artikel

6

Uitgaven en subsidies ten laste van het fonds

Artikel

7

Subsidiekader

Artikel

8

Intrekking Wet Infrastructuurfonds en Besluit Infrastructuurfonds en overgangsrecht

Artikel

9

Evaluatiebepaling

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

10

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

11

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet Mobiliteitsfonds.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus