Wet van 10 maart 2021, houdende regels over het verstrekken van subsidies door de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming en tot intrekking van de Wet Justitie-subsidies (Kaderwet overige JenV-subsidies)

Kaderwet overige JenV-subsidies

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is de Wet Justitie-subsidies te vervangen door een nieuwe regeling;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid of Onze Minister voor Rechtsbescherming.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Na de inwerkingtreding van deze wet berusten de Regeling Halt 2013, de Regeling persoonsvolgend budget voor inburgering in de opvang, de Regeling uitstapprogramma’s prostituees III, Stimuleringsregeling Ruimte voor Contact, de Subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020, de Subsidieregeling ondersteuning zelfstandig vertrek 2019, de Subsidieregeling voor het Rode Kruis 2008 en de Tijdelijke regeling stimulering preventieve maatregelen woning- en bedrijfsovervallen mede op artikel 3, eerste lid, van deze wet.

Artikel

8

De Wet Justitie-subsidies wordt ingetrokken, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn verleend of vastgesteld.

Artikel

9

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

10

Deze wet wordt aangehaald als: Kaderwet overige JenV-subsidies.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus