Wet van 25 augustus 2023, houdende bepalingen over gegevensuitwisseling ter bevordering van samenwerking binnen het zorgdomein en van doelmatige en rechtmatige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp (Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg)

Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo, Wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is regels te stellen over de gegevensuitwisseling ter bevordering van samenwerking binnen het zorgdomein met het oog op doelmatige en rechtmatige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Begripsbepaling en algemene bepalingen

Artikel

1.1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

1.2

Op grond van deze wet worden geen gegevens:

Hoofdstuk

2

Gegevensuitwisseling ten behoeve van samenwerking en rechtmatige zorg

§

1

Gegevensverwerking bij gerechtvaardigde overtuiging van fraude in de zorg

Artikel

2.1

Artikel

2.2

Artikel

2.3

§

2

Het Informatieknooppunt zorgfraude

Artikel

2.4

Artikel

2.5

Artikel

2.6

Bij de verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, vindt geen profilering in de zin van artikel 4, onder 4, van de Algemene verordening gegevensbescherming plaats.

Artikel

2.8

§

3

Geheimhouding

Artikel

2.9

Hoofdstuk

3

Wijziging van andere wetten

Artikel

3.1

Wijzigt de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Artikel

3.2

Wijzigt de Jeugdwet.

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

4.1

De voordracht voor een krachtens deze wet vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel

4.2

Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens telkens na vijf jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

4.3

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

4.4

Deze wet wordt aangehaald als: Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius