Wet van 29 januari 2025 tot uitvoering van verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (Uitvoeringswet digitaledienstenverordening)

Uitvoeringswet digitaledienstenverordening

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om regels te stellen ter uitvoering van verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PbEU 2022, L 277);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1.1

(begripsbepalingen)

In deze wet wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Autoriteit Consument en Markt

§

2.1

Aanwijzing digitaledienstencoördinator

Artikel

2.1

(aanwijzing Autoriteit Consument en Markt als digitaledienstencoördinator)

§

2.2

Toezicht en handhaving

Artikel

2.2

(aanwijzing Autoriteit Consument en Markt als toezichthouder)

Artikel

2.3

(bestuurlijke boete)

Artikel

2.4

(last onder dwangsom)

Artikel

2.5

(zelfstandige last)

Artikel

2.6

(machtiging rechter-commissaris bij zelfstandige last)

Artikel

2.6a

(inzichtelijkheid meldingen)

De Autoriteit Consument en Markt maakt jaarlijks een overzicht openbaar van het aantal meldingen als bedoeld in artikel 53 van de digitaledienstenverordening dat zij heeft ontvangen per onderwerp van die verordening.

§

2.3

Bijstand aan de Europese Commissie en aan andere digitaledienstencoördinatoren

Artikel

2.7

(wederzijdse bijstand en samenwerking met de Commissie)

Artikel

2.8

(bijstand bij inspecties Commissie)

§

2.4

Erkenning onderzoekers

Artikel

2.9

(uitvoeringsbepalingen toegang gegevens door «erkende onderzoeker»)

Hoofdstuk

3

Autoriteit persoonsgegevens

Artikel

3.1

(aanwijzing Autoriteit persoonsgegevens als bevoegde autoriteit)

Artikel

3.2

(aanwijzing Autoriteit persoonsgegevens als toezichthouder)

Artikel

3.3

(bestuurlijke boete)

Artikel

3.4

(last onder dwangsom)

Artikel

3.5

(toezeggingen)

Artikel

3.6

(zelfstandige last)

Artikel

3.7

(wederzijdse bijstand)

Hoofdstuk

4

Samenwerking en gegevensuitwisseling

Artikel

4.1

(gegevensverstrekking Autoriteit persoonsgegevens)

Artikel

4.2

(samenwerkingsprotocol Autoriteit Consument en Markt en Autoriteit persoonsgegevens)

Artikel

4.3

(uitleg begrippen digitaledienstenverordening)

Voor zover door de Autoriteit persoonsgegevens bij de uitoefening van haar bevoegdheden begrippen worden uitgelegd, die worden gehanteerd in een van de bepalingen, genoemd in artikel 2.2, eerste lid, dan vindt deze uitleg plaats in overeenstemming met de Autoriteit Consument en Markt. In het samenwerkingsprotocol, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, worden hierover nadere afspraken gemaakt.

Artikel

4.4

(samenwerkingsprotocol Autoriteit Consument en Markt en openbaar ministerie)

Artikel

4.5

(bevelen in het strafrecht)

Indien een bevel als bedoeld in artikel 9 of 10 van de digitaledienstenverordening wordt gegeven op grond van het Wetboek van Strafvordering kunnen het derde, vierde en vijfde lid van die artikelen buiten toepassing worden gelaten voor zolang het belang van het onderzoek dat vereist.

Hoofdstuk

5

Wijziging andere wetgeving

Artikel

5.3

(wijziging Auteurswet)

Wijzigt de Auteurswet.

Hoofdstuk

6

Slotbepalingen

Artikel

6.0

(evaluatie)

Onze Minister van Economische Zaken zendt, in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in 2027 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan het toezicht en de handhaving door de Autoriteit Consument en Markt en de Autoriteit persoonsgegevens en aan hun onderlinge samenwerking, alsmede aan de samenwerking met de Europese Commissie, het openbaar ministerie en andere bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de digitaledienstenverordening van andere lidstaten, en aan de samenwerkingsprotocollen die deze samenwerkingen vormgeven.

Artikel

6.1

(samenloop)

Wijzigt de Uitvoeringswet digitalemarktenverordening.

Artikel

6.2

(inwerkingtreding)

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

6.3

(citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet digitaledienstenverordening.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel