Artikel
1.1
(begripsbepalingen)
In deze wet wordt verstaan onder:
-
–
aanbieder van een tussenhandeldienst: aanbieder van een tussenhandeldienst als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de digitaledienstenverordening;
-
–
afnemer van de dienst: afnemer van de dienst als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, van de digitaledienstenverordening;
-
–
Autoriteit Consument en Markt: Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;
-
–
Autoriteit persoonsgegevens: Autoriteit persoonsgegevens als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;
-
–
digitaledienstenraad: digitaledienstenraad als bedoeld in artikel 61, eerste lid, van de digitaledienstenverordening;
-
–
digitaledienstenverordening: verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PbEU 2022, L 277);
-
–
zelfstandige last: de enkele last tot het verrichten van bepaalde handelingen, bedoeld in artikel 5:2, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ter bevordering van de naleving van wettelijke voorschriften.