Wet van 14 februari 1963, tot regeling van het voortgezet onderwijs

Wet op het voortgezet onderwijs

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter verkrijging van een samenhangend geheel van onderwijsvoorzieningen het voortgezet onderwijs in een wet te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Deel

I

Titel

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Dit deel verstaat onder:

«Onze Minister»: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en, voor wat betreft het landbouwonderwijs, Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

«de inspectie»: de inspectie, bedoeld in artikel 113 of artikel 114;

«voortgezet onderwijs»: het voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 2

«school»: een school voor voortgezet onderwijs, tenzij het tegendeel blijkt;

«openbare school»:

  • a.

    een school in stand gehouden door een gemeente, dan wel door een openbaar lichaam, ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Stb. 1984, 669), waarin deelnemen een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid;

  • b.

    een door een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 42a in stand gehouden school;

  • c.

    een door een stichting als bedoeld in artikel 42b of artikel 53c in stand gehouden school;

«bijzondere school»: een door een natuurlijke persoon of door een privaatrechtelijke rechtspersoon, niet zijnde een stichting als bedoeld in artikel 42b, in stand gehouden school;

«openbare rechtspersoon»: een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld als bedoeld in artikel 42a;

«het bevoegd gezag» : voor wat betreft:

  • a.

    een openbare school:

    • 1°.

      het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit besluit, met inachtneming van door hem te stellen regelen;

    • 2°.

      het krachtens de desbetreffende gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan;

    • 3°.

      de openbare rechtspersoon, bedoeld in artikel 42a; dan wel

    • 4°.

      de stichting, bedoeld in artikel 42b of artikel 53c;

  • b.

    een bijzondere school: het schoolbestuur;

«Informatie Beheer Groep»: de Informatie Beheer Groep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank;

«persoonsgebonden nummer»: het sociaal-fiscaalnummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onder j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel het door de Informatie Beheer Groep uitgegeven onderwijsnummer, bedoeld in artikel 27b, vierde lid;

«contractactiviteiten»: activiteiten als bedoeld in artikel 20, tweede lid;

«de basisvorming in het voortgezet onderwijs»: het onderwijs, bedoeld in de artikelen 11a tot en met 11e;

«nascholing»: een vorm van scholing, gegeven aan leden van het personeel om hun kennis, inzicht, vaardigheden en beroepshoudingen direct verband houdend met de uitoefening van hun beroep, voortbouwend op de in de initiële opleiding verworven aanvangsbekwaamheid te verdiepen en uit te breiden.

Artikel

2

Het voortgezet onderwijs, bedoeld in dit deel, omvat het onderwijs dat wordt gegeven na het basisonderwijs en na het speciaal onderwijs. Het omvat niet het voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in deel II van deze wet en in de Wet op de expertisecentra, educatie en beroepsonderwijs als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs en het hoger onderwijs.

Artikel

3

Verplichting tot overleg en aangifte inzake zedenmisdrijven

Artikel

4

Kosten van leerlingenvervoer

Titel

II

Het onderwijs

Artikel

5

Het voortgezet onderwijs wordt onderscheiden in:

  • a.

    voorbereidend wetenschappelijk onderwijs;

  • b.

    hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs;

  • c.

    voorbereidend beroepsonderwijs;

  • d.

    praktijkonderwijs;

  • e.

    andere vormen van voortgezet onderwijs.

Afdeling

I

Openbaar en uit de openbare kas bekostigd bijzonder schoolonderwijs

Artikel

6

De bepalingen van de hoofdstukken I en II van deze afdeling regelen het openbaar schoolonderwijs; de bepalingen van de hoofdstukken I en III zijn voorwaarden voor bekostiging van het bijzonder schoolonderwijs.

Hoofdstuk

I

Regelen voor het openbaar schoolonderwijs, tevens voorwaarden voor bekostiging van het bijzonder schoolonderwijs

§

1

Scholen

Artikel

6a

Taal

Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd:

  • a.

    wanneer het onderwijs met betrekking tot die taal betreft, of

  • b.

    indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de deelnemers daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het bevoegd gezag vastgestelde gedragscode.

Artikel

6b

Onderwijs

Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat leerlingen die in verband met ziekte thuis verblijven dan wel zijn opgenomen in een ziekenhuis, op adequate wijze voldoende onderwijs kunnen genieten.

Artikel

7

Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

Artikel

8

Hoger algemeen voortgezet onderwijs

Artikel

9

Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs

Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs is het onderwijs dat is ingericht ter voorbereiding op aansluitend beroepsonderwijs dan wel op hoger algemeen voortgezet onderwijs, en dat mede algemene vorming omvat. Het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs wordt gegeven aan scholen met een cursusduur van vier jaren.

Artikel

10

Theoretische leerweg en sectoren m.a.v.o.

Artikel

10b

Beroepsgerichte leerweg en sectoren v.b.o.

Artikel

10c

Afdelingen voorbereidend beroepsonderwijs

De sectoren, genoemd in artikel 10b, derde lid, omvatten elk een of meer afdelingen, onderscheiden als volgt:

  • a.

    de sector techniek:

    • 1.

      bouwtechniek,

    • 2.

      metaaltechniek,

    • 3.

      elektrotechniek,

    • 4.

      voertuigentechniek,

    • 5.

      installatietechniek,

    • 6.

      grafische techniek,

    • 7.

      transport en logistiek,

    • 8.

      afdelingen, aangewezen ingevolge artikel 24, vijfde lid,

  • b.

    de sector zorg en welzijn:

    • 1.

      verzorging,

    • 2.

      uiterlijke verzorging,

  • c.

    de sector economie:

    • 1.

      administratie,

    • 2.

      handel en verkoop,

    • 3.

      mode en commercie,

    • 4.

      consumptief,

  • d.

    de sector landbouw:

    landbouw en natuurlijke omgeving.

Artikel

10d

Gemengde leerweg en sectoren scholengemeenschap m.a.v.o.–v.b.o.

Artikel

10e

Leerwegondersteunend onderwijs

Artikel

10f

Praktijkonderwijs

Artikel

10g

Toelating praktijkonderwijs; regionale verwijzingscommissie

Artikel

10h

Aansluiting bij samenwerkingsverband; permanente commissie leerlingenzorg

Artikel

11

Nadere voorschriften samenwerkingsverbanden

Artikel

11a

Vakken en kerndoelen basisvorming

Artikel

11b

Duur van de basisvorming in het voortgezet onderwijs

Artikel

11c

Minimum aantal uren eerste leerjaren voortgezet onderwijs

Artikel

11d

Combinatievariant

De scholen, bedoeld in artikel 10a, kunnen na het tweede leerjaar voor daarvoor in aanmerking komende leerlingen minder dan 1000 lesuren onderwijs verzorgen in de vakken, genoemd in artikel 11a, tweede lid, en in plaats van deze uren onderwijs verzorgen in op het beroep gerichte vakken. Voorwaarde hiervoor is dat in totaal ten minste 3000 lesuren onderwijs wordt verzorgd in de vakken, genoemd in artikel 11a, tweede lid.

Artikel

11e

Vrijstellingen

Artikel

11f

Doorstroomprogramma

Artikel

11g

Tijdelijke afwijking bepalingen basisvorming: keuze bij kerndoelen; minimum urenverplichting; uitbreiding vrijstellingen

Artikel

12

Periode van voorbereidend hoger onderwijs v.w.o. en h.a.v.o.; profielen

Artikel 12a

Vervallen

Artikel

13

Vakken en andere programma-onderdelen periode van voorbereidend hoger onderwijs: v.w.o.

Artikel

14

Vakken en andere programma-onderdelen periode van voorbereidend hoger onderwijs: h.a.v.o.

Artikel

15

Nadere inrichting profielen v.w.o. en h.a.v.o.

Artikel

16

Onderwijs in de taal van het land van oorsprong

Artikel

17

Onderwijs in een multiculturele samenleving

Het onderwijs gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving.

Artikel 17a

Vervallen

Artikel 17b

Vervallen

Artikel

17c

Vervallen

Artikel

17d

Vervallen

Artikel

18

Ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen

Artikel

19

Scholengemeenschap; nevenvestiging

Artikel

20

Dagscholen; contractactiviteiten

Artikel

21

Aanduiding onderwijsaanbod in maatschappelijk verkeer

Artikel

22

Overige voorschriften inrichting onderwijs

Artikel

23

Advies lessentabel

Ten behoeve van de scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en de scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs wordt bij algemene maatregel van bestuur een adviesurentabel vastgesteld voor het aantal lessen dat gedurende de cursus in elk van de vakken genoemd in de artikelen 10, 10b en 10d of in groepen van die vakken ten minste kan worden verzorgd, en het aantal studielessen dat gedurende de cursus ten minste kan worden verzorgd. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in de eerste volzin, wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en gedurende die termijn niet door of namens een van beide Kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.

Artikel

23a

Kwaliteit onderwijs

Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt in elk geval verstaan: het uitvoeren van het in het schoolplan, bedoeld in artikel 24, beschreven beleid op een zodanige wijze dat de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs, worden gerealiseerd.

Artikel

23b

Rapportage vorderingen van leerlingen

Het bevoegd gezag rapporteert over de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders, voogden of verzorgers, dan wel aan de leerlingen zelf indien zij meerderjarig en handelingsbekwaam zijn.

Artikel 23c

Vervallen

Artikel

24

Schoolplan

Artikel

24a

Schoolgids

Artikel

24b

Klachtenregeling

Artikel

24c

Vaststelling schoolplan en schoolgids

Artikel 24d

Vervallen

Artikel 24e

Vervallen

Artikel

24f

Toezending programma's en beschrijvingen contractactiviteiten aan inspectie

De programma's dan wel beschrijvingen van de contractactiviteiten worden ter kennisneming toegezonden aan de inspectie.

Artikel

24g

Artikel

25

Bijzondere inrichting school

Ten behoeve van de bijzondere inrichting van het onderwijs aan een school kan Onze minister toestaan dat van de artikelen 7 tot en met 11f, 12 tot en met 15, en van de voorschriften, bedoeld in artikel 22, wordt afgeweken. Onze minister besluit binnen zes maanden na ontvangst van een aanvraag. Indien de beschikking niet binnen zes maanden kan worden gegeven, stelt Onze minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 26

Vervallen

Artikel

27

Toelating, verwijdering, voorwaardelijke bevordering en verblijfsduur

Artikel

27a

Controle op langdurige afwezigheid

Artikel

27b

Te verstrekken gegevens bij toelating

Artikel

28

Melding in verband met voortijdig schoolverlaten niet-leerplichtigen

§

2

Eindexamens

Artikel

28a

Toetsen basisvorming

Vervallen

Artikel

29

Eindexamens en diploma

Artikel 29a

Vervallen

Artikel

30

Extraneï-examens