Regeling in- en doorvoer vlees 1979

De Minister van Landbouw en Visserij,

Besluit:

Paragraaf

1

Definitiebepalingen

Artikel

1

Minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

ambtenaar:

ambtenaar als bedoeld in artikel 114, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

officiële dierenarts:

door de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending aangewezen dierenarts;

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (PbEG L 302);

richtlijn van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (PbEG L 316/5);

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395);

richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG 1998, L 24);

verordening van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën';

belanghebbende bij de lading:

belanghebbende bij de lading als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van richtlijn 97/78/EG;.

erkende inspectiepost:

op Nederlands grondgebied gelegen inspectiepost die is aangewezen en erkend overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van richtlijn 97/78/EG;

lid-staat:

lid-staat van de Europese Unie, niet zijnde Nederland;.

derde land:

land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lid-staat;.

zending:

hoeveelheid vlees van dezelfde aard waarvoor eenzelfde document, voor zover dit op grond van de onderhavige regeling is voorgeschreven, geldt, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en afkomstig is uit hetzelfde derde land of gedeelte van een derde land;

handelaar:

elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, zijnde de eerste ontvanger op Nederlands grondgebied van een zending vlees afkomstig uit een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen.

VWA:

Voedsel en Waren Autoriteit, ingesteld bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 juli 2002 (Stcrt. 127);

beschikking 93/13/EEG;

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1992 tot vaststelling van de procedures voor de veterinaire controles in de inspectieposten aan de grens van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEG 1993, L 9);

douane-entrepot:

opslagruimte als bedoeld in verordening (EEG) nr. 2503/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1988 betreffende de douane-entrepots (PbEG L 225);

vrij entrepot:

opslagruimte als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder b, van verordening (EEG) nr. 2504/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1988 betreffende de vrije zones en de vrije entrepots (PbEG L 225);

ruimte voor tijdelijke opslag:

opslagruimte als bedoeld in verordening (EEG) nr. 4151/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op goederen die het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 367).

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1972 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees (PbEG L 302);

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 inzake gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie en het in de handel brengen van konijnevlees en vlees van gekweekt wild (PbEG L 268);

gekweekt wild:

niet als huisdier beschouwde landzoogdieren, niet zijnde konijnen of hazen, die niet worden vermeld in artikel 1, eerste lid, van richtlijn 64/433/EEG en die worden gehouden als huisdieren.

Niet-gedomesticeerde zoogdieren die leven op een afgesloten gebied onder soortgelijke omstandigheden ten aanzien van vrijheid als wild worden evenwel niet als gekweekt wild beschouwd;

vlees van gekweekt wild:

alle voor menselijke consumptie geschikte delen van gekweekt wild;

beschikking 93/242/EEG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en producten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer (PbEG L 110);.

beschikking 93/402/EEG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1993 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van vers vlees uit landen van Zuid-Amerika (Pb EG L 179);

beschikking 95/357/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1995 tot vaststelling van de lijst van inspectieposten aan de grens die zijn erkend voor de veterinaire controles van producten en dieren uit derde landen, tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de door de veterinaire deskundigen van de Commissie te verrichten controles en tot intrekking van Beschikking 94/24/EG (PbEG L 211);

beschikking 96/105/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 januari 1996 inzake nieuwe overgangsmaatregelen om de overgang naar de bij Richtlijn 90/675/EEG van de Raad vastgestelde regeling inzake veterinaire controles te vergemakkelijken (PbEG L 24);.

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1994 betreffende de gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van vers vlees (PbEG 1991, L 268);

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PbEG 1993, L 62);

beenderen, hoornen of hoeven:

beenderen, hoornen of hoeven als bedoeld in hoofdstuk 5 van bijlage I van richtlijn 92/118/EEG, bestemd voor menselijke voeding.

Paragraaf

2

De invoer van vlees, beenderen, hoornen en hoeven en de doorvoer van vlees, beenderen, hoornen en hoeven bestemd voor een lid-staat of Noorwegen

Artikel

2

Artikel

2a

Onder het in de aanhef van artikel 2 bedoelde vlees afkomstig uit Italië wordt verstaan het verse rund-, varkens-, schape- en geitevlees waarvan de invoer in de Lid-Staten in de periode van 1 november 1984 tot en met 27 november 1987 niet was toegestaan overeenkomstig artikel 2, eerste, tweede en derde lid, van de beschikking van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 18 september 1987, inzake bepaalde beschermende maatregelen tegen mond- en klauwzeer in Italië, No. 87/495/EEG (PbEG L 283).

Artikel

2b

Vervallen

Artikel

3

Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits aan het bepaalde in de artikelen 4 en 7f tot en met 7k is voldaan niet voor vlees van paarden bestemd voor menselijke consumptie afkomstig uit de U.S.S.R.

Artikel

4

Artikel

4a

Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits voldaan is aan het bepaalde in de artikelen 7f tot en met 7k, voorts niet voor:

  • A.

    Vers vlees van runderen, schapen, geiten en éénhoevigen bestemd voor menselijke consumptie afkomstig uit:

    • a.

      Noorwegen, mits het vlees:

      • 1º.

        is voorzien van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdeel e, van richtlijn 64/433/EEG;

      • 2º.

        vergezeld gaat van het handelsdocument, onderscheidenlijk keuringscertificaat, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdeel f, van richtlijn 64/433/EEG, en

      • 3º.

        voldoet aan de artikelen 3 en 4 van richtlijn 72/461/EEG;.

    • b.

      Noorwegen, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van de beschikking van de Commissie van de E.G. van 25 juli 1980, No. 80/800/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vlees uit Noorwegen (Pb. EG L 234/38);

    • c.

      Canada, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van beschikking 80/804/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1980, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vlees uit Canada (PbEG L 236);.

    • d.

      Canada, mits:

      • het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van beschikking nr. 80/804/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1980, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vlees uit Canada (PbEG L 236), en

      • voor zover het gekoeld vers vlees van éénhoevigen betreft, op dit vlees voorafgaande aan de uitvoer uit Canada met negatief resultaat een trichinenonderzoek overeenkomstig bijlage V van richtlijn 77/96/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (PbEG L 26) is uitgevoerd en dit vlees is vergezeld van een verklaring als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van beschikking nr. 94/60/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 31 januari 1994 betreffende maatregelen tegen trichinose (Pb EG L 27);.

    • e.

      Nieuw-Zeeland, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van de beschikking van de Commissie van de E.G. van 25 juli 1980, No. 80/805/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vlees uit Nieuw-Zeeland (Pb. EG L 236/28);

    • f.

      f. de Verenigde Staten van Amerika, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van beschikking 82/426/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1982, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vlees uit de Verenigde Staten van Amerika (PbEG L 186);.

    • g.

      de Verenigde Staten van Amerika, mits:

      • het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van beschikking nr. 82/426/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1980, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vers vlees uit de Verenigde Staten van Amerika (PbEG L 186), en

      • voor zover het gekoeld vers vlees van éénhoevigen betreft, voorafgaande aan de uitvoer uit de Verenigde Staten van Amerika op een monster van 5 gram van dit vlees met negatief resultaat een trichinenonderzoek als bedoeld in bijlage I van richtlijn nr. 77/99/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (PbEG L 26) is uitgevoerd en dit vlees is vergezeld van een verklaring als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van beschikking nr. 94/60/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 31 januari 1994 betreffende maatregelen tegen trichinose (PbEG L 27);.

    • h.

      Kroatië en de Republiek Slovenië, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig één van de modellen opgenomen in de bijlagen van de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikkingen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

  • B.

    de in- en doorvoer van vers vlees uit Botswana overeenkomstig de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • C.

    Vers vlees van als huisdier gehouden runderen en éénhoevigen, afkomstig uit Costa Rica, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomtig het model opgenomen in de bijlage van de beschikking van de Commissie van de E.E.G. van 19 oktober 1981, nr. 81/887/7/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Costa Rica (Pb. E.G. 1 324/25);.

  • D.

    de in- en doorvoer van vers vlees uit Swaziland overeenkomstig de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • E.

    de in- en doorvoer van vers vlees uit de Republiek Zuid-Afrika overeenkomstig de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • F.

    Vers vlees, van als huisdier gehouden runderen en éénhoevigen, afkomstig uit Guatemala, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model in de bijlage van de beschikking van de Commissie van de E.G. van 10 juni 1982, no. 82/414/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Guatemala;

  • G.

    Vers vlees van als huisdier gehouden runderen, schapen, geiten en éénhoevigen, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de E.G. van 15 februari 1983, nr. 83/84/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificaten voor de invoer van vers vlees uit IJsland (Pb. EG L 56);

  • H.

    Vers vlees van als huisdier gehouden runderen en éénhoevigen afkomstig uit Mexico, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de E.G. van 27 juli 1983, nr. 83/380/EEG, betreffende de gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Mexico (Pb. EG L 222);

  • I.

    Vers vlees van als huisdier gehouden éénhoevigen afkomstig uit Marokko, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 27 april 1984, nr. 84/295/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit het Koninkrijk Marokko (PbEG L 144);

  • J.

    Vers vlees van als huisdier gehouden runderen en éénhoevigen afkomstig uit Malta, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 27 april 1984, nr. 84/294/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Malta (PbEG L 144);

  • K.

    Vers vlees van als huisdier gehouden runderen en éénhoevigen afkomstig uit Belize, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 27 april 1984, nr. 84/292/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Belize (PbEG L 144);

  • L.

    Vers vlees van eenhoevige huisdieren, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Europese Commissie van 26 juli 1990 betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificaten voor de invoer van vers vlees uit Turkije (Pb EG L 228), zoals deze is of zal zijn.

  • M.

    Vers vlees van als huisdier gehouden runderen, schapen, geiten en éénhoevigen afkomstig uit Groenland, mits het vlees vergezeld gaar van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 7 maart 1986, nr. 86/117 EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vers vlees uit Groenland (Pb.L.99).

  • N.

    vers vlees van als huisdier gehouden eenhoevigen afkomstig uit Honduras, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 8 maart 1989 betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Honduras.

  • O.

    Vers vlees van karkassen van als huisdier gehouden runderen, zonder been, afkomstig uit Madagascar, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 19 maart 1990, nr. 90/156/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vers vlees uit Madagascar (Pb EG L 89).

  • P.

    de in- en doorvoer van vers vlees uit Namibië overeenkomstig de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • Q.

    de in- en doorvoer van vers vlees uit de veterinaire gebieden in Zimbabwe, genoemd in de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en overeenkomstig deze beschikking;

  • R.

    een land of gedeelte van een land, vermeld in bijlage B van beschikking 93/242/EEG, mits:

    • a.

      het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig één van de modellen, opgenomen in de bijlagen van de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG ten aanzien van dat land door de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgestelde beschikking, en

    • b.

      is voldaan aan artikel 6 van beschikking 93/242/EEG.

Artikel

4b

Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits is voldaan aan de artikelen 7f tot en met 7k, voorts niet voor vers vlees van varkens, bestemd voor menselijke consumptie, afkomstig uit:

  • a.

    Noorwegen, mits:

    • 1º.

      het vlees is voorzien van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdeel e, van richtlijn 64/433/EEG;

    • 2º.

      het vlees vergezeld gaat van het handelsdocument, onderscheidenlijk keuringscertificaat, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdeel f, van richtlijn 64/433/EEG, en

    • 3º.

      het vlees voldoet aan de artikelen 3 en 4 van richtlijn 72/461/EEG;

  • b.

    een in artikel 4a, onderdelen A, J of R, genoemd land of gedeelte van een land, niet zijnde Noorwegen, mits:

    • het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het voor het land van verzending bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgesteld model, aangevuld met de volgende verklaringen: ‘Het vlees is afkomstig van varkens uit een land waar:

      • ten minste in de laatste twaalf maanden geen klassieke varkenspest is geconstateerd;

      • ten minste sedert de laatste twaalf maanden geen toestemming tot inenting tegen klassieke varkenspest is verleend;

      • zich in de bedrijven geen varkens bevinden die tegen klassieke varkenspest zijn ingeënt tijdens de laatste twaalf maanden.

      Het vlees heeft niet verbleven in ruimten waar vlees en varkens aanwezig zijn die niet aan vorenstaande eisen voldoen.’, en

    • is voldaan aan artikel 6 van beschikking 93/242/EEG.

Artikel

4c

Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits is voldaan aan de artikelen 7f tot en met 7k, voorts niet voor beenderen, hoornen of hoeven, die afkomstig zijn uit:

  • a.

    Noorwegen, mits ten aanzien van die beenderen, hoornen of hoeven is voldoen aan artikel 4b, onderdeel a;

  • b.

    een derde land of gedeelte van een derde land, niet zijnde Noorwegen, waaruit de invoer van vers vlees van de betrokken diersoort krachtens richtlijn 72/462/EEG is toegestaan, mits die beenderen, hoornen of hoeven vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model, zoals dat ten aanzien van het land van verzending is vastgesteld bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG.

Artikel

5

Artikel

6

Vervallen

Artikel

6a

Artikel

7

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald ten aanzien van de voor de onderscheiden producten uit derde landen voorgeschreven gezondheidscertificaten, mag een partij afkomstig uit Nieuw-Zeeland eveneens vergezeld gaan van een op de partij betrekking hebbend(e):

  • a.

    diergezondheidscertificaat zoals dat op 31 december 1996 voor het betrokken product was voorgeschreven, of

  • b.

    met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst van 17 december 1996 tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten (PbEG 1997, L 57), een gezondheidscertificaat zoals dat is ingevolge de regelgeving van de Europese Gemeenschap ter uitvoering van die Overeenkomst is vastgesteld en dat een verklaring als bedoeld in bijlage VII van die Overeenkomst bevat.

Paragraaf

3

De doorvoer van vlees, beenderen, hoornen en hoeven bestemd voor een derde land

Artikel

7a

Paragraaf

4

De controle bij in- en doorvoer van vlees, beenderen, hoornen en hoeven, afkomstig uit Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen

Artikel

7b

Artikel

7c

Artikel

7d

Bij het vervoer op Nederlands grondgebied in het kader van doorvoer van een uit de lid-staten van de Europese Unie afkomstige zending vlees, naar een lid-staat van de Europese Unie moet de zending vlees voldoen aan de op de doorvoer van vlees afkomstig uit lid-staten van de Europese Unie betrekking hebbende voorwaarden, gesteld in de artikel 2.

Artikel

7e

Artikel

7ea

Deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing op zendingen beenderen, hoornen en hoeven, afkomstig uit een lid-staat van de Europese Unie.

Paragraaf

5

De controle bij in- en doorvoer van vlees, beenderen, hoornen en hoeven afkomstig uit derde landen

Artikel

7f

Artikel

7g

Artikel

7h

Artikel

7i

Artikel

7j

Artikel

7k

Artikel

7l

Artikel

7m

Deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing op zendingen beenderen, hoornen en hoeven, afkomstig uit een derde land, met dien verstande dat waar in artikel 7f, derde lid, wordt verwezen naar de artikelen 3 tot en met 7a, voor de toepassing van dit artikel slechts wordt verwezen naar de artikelen 4c en 7a.

Artikel

8

Artikel

8a

De regeling is niet van toepassing op beenderen, daaronder begrepen gebroken of gemalen beenderen.

Artikel

9

Artikel

9

Vervallen

Artikel

9a

Deze regeling is niet van toepassing op:

Artikel

10

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De secretaris-generaal,VanSetten

Bijlage

Door vernummering vervallen

Bijlage

I

Vervallen

Bijlage

II

Vervallen

Bijlage

III

Vervallen