Wet van 28 september 1989, houdende nieuwe bepalingen inzake het kiesrecht en de verkiezingen

Kieswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe bepalingen inzake het kiesrecht en de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal, alsmede van de leden van provinciale staten en de gemeenteraden, vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Afdeling

I

Algemene bepalingen

Hoofdstuk

A

Inleidende bepalingen

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

A 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

§

2

De Kiesraad

Artikel

A 2

Er is een Kiesraad, gevestigd te 's-Gravenhage.

Artikel

A 3

Artikel

A 5

Afdeling

II

De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten, van de algemene besturen, van de gemeenteraden en van het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Hoofdstuk

B

Het kiesrecht

Artikel

B 1

Artikel

B 2

De leden van provinciale staten worden gekozen door degenen die op de dag van de kandidaatstelling ingezetenen zijn van de provincie, mits zij Nederlander zijn en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.

Artikel

B 2a

Artikel

B 3

Artikel

B 4

Artikel

B 5

Artikel

B 6

Hoofdstuk

C

De zittingsduur van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten, van de algemene besturen en van de gemeenteraden

Artikel

C 1

Artikel

C 2

Artikel

C 3

Artikel

C 4

Artikel

C 5

Degene die ter vervulling van een opengevallen plaats tot lid is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Hoofdstuk

D

De registratie van de kiesgerechtigdheid

Artikel

D 1

Burgemeester en wethouders registreren de kiesgerechtigdheid van de ingezetenen van de gemeente.

Artikel

D 2

Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage dragen zorg voor een registratie van personen die hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben en aan wie kiesrecht toekomt op grond van artikel B 1 en die niet zijn uitgesloten van het kiesrecht op grond van artikel B 5.

Artikel

D 3

Artikel

D 4

Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld uit welke gegevens en bescheiden een registratie als bedoeld in artikel D 2 bestaat.

Artikel

D 5

Burgemeester en wethouders respectievelijk burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage delen een persoon op zijn verzoek onverwijld mee of hij als kiezer is geregistreerd. Indien hij niet als kiezer is geregistreerd, worden hem uiterlijk op een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen moment de redenen daarvan meegedeeld.

Artikel

D 6

Artikel

D 7

Artikel

D 8

Artikel

D 9

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de registratie van de kiesgerechtigdheid, onder meer over:

  • a.

    de indiening van een aanvraag, de beslissing op een aanvraag en de verstrekking van formulieren, bedoeld in artikel D 3; en

  • b.

    ambtshalve wijzigingen als bedoeld in artikel D 6.

Artikel

D 10

Artikel 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming is niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens op grond van artikel D 1.

Hoofdstuk

E

Kieskringen en stembureaus

§

1

De kieskringen

Artikel

E 1

Artikel

E 2

Vervallen

§

2

De stembureaus en briefstembureaus

Artikel

E 3

Artikel

E 4

Artikel

E 5

Artikel

E 6

§

3

De gemeentelijk stembureaus

Artikel

E 7

Artikel

E 8

Artikel

E 9

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de samenstelling en werkwijze van het gemeentelijk stembureau.

§

4

De hoofdstembureaus en het nationaal briefstembureau

Artikel

E 10

Artikel

E 11

Artikel

E 12

Artikel

E 13

Artikel

E 14

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de samenstelling en werkwijze van het hoofdstembureau en het nationaal briefstembureau.

§

5

De centraal stembureaus

Artikel

E 15

Er is voor de verkiezing van elk vertegenwoordigend orgaan een centraal stembureau.

Artikel

E 16

Voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal treedt de Kiesraad als centraal stembureau op.

Artikel

E 17

Artikel

E 18

Artikel

E 19

Artikel

E 20

Artikel

E 21

Artikel

E 22

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de samenstelling en werkwijze van centraal stembureaus, niet zijnde de Kiesraad.

Hoofdstuk

F

Het tijdstip van de kandidaatstelling

Artikel

F 1

Artikel

F 2

In geval van ontbinding van de Tweede Kamer vindt de kandidaatstelling plaats op een bij het koninklijk besluit tot ontbinding te bepalen dag.

Hoofdstuk

G

De registratie van de aanduiding en het logo van een politieke groepering

Artikel

G 1

Artikel

G 1a

Artikel

G 2

Artikel

G 2a

Artikel

G 3

Artikel

G 4

Artikel

G 5

Artikel

G 6

Hoofdstuk

H

De inlevering van de kandidatenlijsten

Artikel

H 1

Artikel

H 2

Op de kandidatenlijst wordt vermeld voor welke kieskring of kieskringen zij wordt ingeleverd.

Artikel

H 3

Artikel

H 4

Artikel

H 5

Op de lijst worden een of meer personen vermeld die bij verhindering van de inleveraar bevoegd zijn tot het herstel van verzuimen, bedoeld in artikel I 2.

Artikel

H 6

Artikel

H 7

Artikel

H 8

De wijze waarop kandidaten op de lijst worden vermeld, wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur.

Artikel

H 9

Artikel

H 10

Artikel

H 10a

Artikel

H 11

Artikel

H 12

Artikel

H 13

Artikel

H 13a

Artikel

H 14

Artikel

H 15

Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende het betalen van waarborgsommen ten behoeve van de kandidatenlijsten. Bij ministeriële regeling worden voor de bewijzen van betaling van de waarborgsom modellen vastgesteld.

Artikel

H 16

De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens door het centraal stembureau bij of krachtens dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

I

Het onderzoek, de nummering en de openbaarmaking van de kandidatenlijsten

§

1

Het onderzoek van de kandidatenlijsten

Artikel

I 1

Artikel

I 2

Artikel

I 3

Onmiddellijk nadat de lijsten door het centraal stembureau zijn onderzocht, worden deze en, indien vereist, de verklaringen van ondersteuning, voor eenieder ter inzage gelegd bij het centraal stembureau totdat onherroepelijk over de geldigheid van de ingeleverde lijsten is beslist.

Artikel

I 4

Op de dag na de termijn, genoemd in artikel I 2, tweede lid, beslist het centraal stembureau in een openbare zitting die om zeventien uur aanvangt, over de geldigheid van de lijsten voor iedere kieskring waarvoor zij zijn ingeleverd en over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten, alsmede over het handhaven van de daarboven geplaatste aanduiding van een politieke groepering, en maakt deze beslissingen op de zitting bekend.

Artikel

I 5

Voor een kieskring is ongeldig de lijst:

  • a.

    die niet op de dag van kandidaatstelling tussen negen en zeventien uur bij het centraal stembureau is ingeleverd;

  • b.

    waarbij, indien ten behoeve van de lijst een waarborgsom moet worden betaald, niet gevoegd is het bewijs dat deze betaling is verricht;

  • c.

    waarbij, indien bij de lijst verklaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste het aantal geldige verklaringen voor deze kieskring, genoemd in artikel H 4, eerste lid, is overgelegd;

  • d.

    die niet voldoet aan het bij ministeriële regeling vastgestelde model;

  • e.

    die niet persoonlijk is ingeleverd door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de desbetreffende verkiezing;

  • f.

    waarbij de inleveraar zich niet heeft geïdentificeerd met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;

  • g.

    waarop door toepassing van artikel I 6 alle kandidaten zijn geschrapt.

Artikel

I 6

Artikel

I 7

Artikel

I 8

Artikel

I 9

Vervallen

§

2

De verbinding van kandidatenlijsten tot een lijstencombinatie

Artikel

I 10

Vervallen

Artikel

I 11

Vervallen

§

3

De nummering van de kandidatenlijsten

Artikel

I 12

Het centraal stembureau nummert in de zitting, bedoeld in artikel I 4, de kandidatenlijsten die hij geldig heeft verklaard en maakt deze beslissing op de zitting bekend.

Artikel

I 13

Bij de nummering gelden de lijstengroepen alsmede de niet van een groep deel uitmakende stellen gelijkluidende lijsten als één lijst.

Artikel

I 14

Artikel

I 15

Onmiddellijk nadat de nummering heeft plaatsgevonden, doet de voorzitter mededeling welk nummer aan de onderscheidene lijsten is toegekend.

Artikel

I 16

§

4

De openbaarmaking van de kandidatenlijsten

Artikel

I 17

§

5

Slotbepalingen

Artikel

I 18

Artikel

I 19

Het centraal stembureau vernietigt de ingeleverde kandidatenlijsten alsmede de daarbij horende stukken, met uitzondering van de overgelegde verklaringen van instemming, na de vaststelling van de uitslag. Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel

I 20

De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens door het centraal stembureau bij of krachtens dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

J

De stemming

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

J 1

Artikel

J 2

De stemming geschiedt in elke kieskring over de kandidaten wier namen voorkomen op de voor die kieskring geldig verklaarde kandidatenlijsten.

Artikel

J 3

Vervallen

Artikel

J 4

Artikel

J 4a

Artikel

J 5

Artikel

J 6

De gemeenteraad kan bepalen dat tegelijk met de stemming in het stemlokaal een andere, door de gemeenteraad uitgeschreven, stemming plaatsvindt.

Artikel

J 6a

De stemmingen voor de verkiezing van de leden van provinciale staten en de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur vinden in dezelfde stemlokalen plaats.

Artikel

J 6b

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven met het oog op de combinatie van stemmingen als bedoeld in de artikelen J 6 en J 6a.

§

2

De oproeping voor de stemming

Artikel

J 7

Artikel

J 7a

Artikel

J 8

Artikel

J 9

De burgemeester brengt de kandidatenlijsten ter kennis van de kiezers op bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen wijze. De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit artikel.

Artikel

J 10

Iedere werkgever is verplicht te zorgen dat iedere kiezer die bij hem in dienstbetrekking is, de gelegenheid krijgt zijn stem uit te brengen voor zover dit niet kan geschieden buiten de vastgestelde arbeidstijd en mits de kiezer daardoor niet meer dan twee uur verhinderd is zijn arbeid te verrichten.

§

3

Het stembureau

Artikel

J 11

Artikel

J 12

Artikel

J 13

Indien bij het nemen van een beslissing door het stembureau de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel

J 14

De leden van het stembureau geven tijdens de uitoefening van hun functie geen blijk van hun politieke gezindheid.

§

4

De inrichting van het stemlokaal

Artikel

J 15

Het stemlokaal is zodanig ingericht dat het stemgeheim is gewaarborgd.

Artikel

J 16

Artikel

J 17

Artikel

J 18

Artikel

J 19

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de inrichting van het stemlokaal.

§

5

De stembiljetten

Artikel

J 20

Artikel

J 21

De burgemeester draagt zorg dat voldoende stembiljetten en formulieren voor de processen-verbaal voor aanvang van de stemming bij elk stembureau in zijn gemeente aanwezig zijn. De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit artikel.

Artikel

J 22

Vervallen

Artikel

J 23

Vervallen

§

6

Het uitbrengen van de stem

Artikel

J 24

Artikel

J 25

Artikel

J 26

Artikel

J 27

Artikel

J 28

Wanneer aan het stembureau blijkt dat een kiezer wegens zijn lichamelijke gesteldheid hulp behoeft, staat het toe dat deze zich laat bijstaan.

Artikel

J 29

Artikel

J 30

Zodra de voor de stemming bepaalde tijd verstreken is, wordt dit door de voorzitter aangekondigd en worden alleen de op dat ogenblik in het stemlokaal of bij de ingang daarvan aanwezige kiezers nog tot de stemming toegelaten.

Artikel

J 31

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de gang van zaken bij de stemming.

§

7

Het stemmen anders dan door middel van stembiljetten

Artikel

J 32

Vervallen

Artikel

J 33

Vervallen

Artikel

J 34

Vervallen

§

8

De orde in het stemlokaal

Artikel

J 35

Artikel

J 36

In het stemlokaal worden geen activiteiten ontplooid die erop gericht zijn de kiezers in hun keuze te beïnvloeden.

Artikel

J 37

De voorzitter is belast met de handhaving van de orde tijdens de zitting. Hij kan daartoe de burgemeester om bijstand verzoeken.

Artikel

J 38

§

9

Waarnemers

Artikel

J 39

Hoofdstuk

K

Het stemmen met een kiezerspas

Artikel

K 1

Artikel

K 2

Het in artikel K 1 bepaalde geldt niet voor de kiezer aan wie op zijn verzoek is toegestaan bij volmacht te stemmen of een briefstembewijs is verstrekt.

Artikel

K 3

Artikel

K 4

Artikel

K 5

Vervallen

Artikel

K 6

Artikel

K 7

Artikel

K 8

Artikel

K 9

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het stemmen met een kiezerspas, onder meer over de indiening van een verzoek, de beslissing op een verzoek en de verstrekking van formulieren, bedoeld in artikel K 6, eerste lid.

Artikel

K 10

Vervallen

Artikel

K 12

Vervallen

Artikel

K 13

Vervallen

Hoofdstuk

L

Het stemmen bij volmacht

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

L 1

De kiezer die verwacht niet in staat te zullen zijn in persoon aan de stemming deel te nemen, kan overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk bij volmacht stemmen.

Artikel

L 2

Artikel

L 3

De gemachtigde kan een volmachtstem uitsluitend tegelijk met zijn eigen stem voor die verkiezing uitbrengen.

Artikel

L 4

Een kiezer mag per verkiezing niet meer dan twee aanwijzingen als gemachtigde aannemen.

Artikel

L 5

Artikel

L 6

§

2

De schriftelijke aanvraag om bij volmacht te stemmen

Artikel

L 7

Artikel

L 8

Artikel

L 9

Artikel

L 10

Het verzoek wordt afgewezen, indien:

  • a.

    blijkt dat de kiezer niet zelf de gemachtigde heeft aangewezen;

  • b.

    aan de kiezer die het verzoek heeft ingediend reeds een kiezerspas of een briefstembewijs is verstrekt;

  • c.

    de verklaring van de gemachtigde dat deze bereid is als zodanig op te treden, ontbreekt;

  • d.

    degene die als gemachtigde is aangewezen, niet als kiesgerechtigde is geregistreerd binnen het gebied waarvoor de verkiezing geldt.

Artikel

L 11

Artikel

L 12

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het stemmen bij volmacht, onder meer over de indiening van een verzoekschrift, de beslissing op een verzoekschrift en de verstrekking van formulieren, bedoeld in artikel L 8, eerste lid.

Artikel

L 13

Vervallen

§

3

Het verlenen van volmacht door overdracht van de stempas of kiezerspas aan een andere kiezer

Artikel

L 14

Artikel

L 15

Artikel

L 16

Vervallen

§

4

Het stemmen door de gemachtigde

Hoofdstuk

M

Het stemmen per brief

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

M 1

Artikel

M 2

Aan een persoon aan wie een briefstembewijs is verstrekt, wordt geen stempas toegezonden. Hij mag slechts op de in artikel M 7 aangewezen wijze aan de stemming deelnemen.

Artikel

M 3

Artikel

M 4

Artikel

M 5

Artikel

M 6

Artikel

M 6a

Artikel

M 6b

Artikel

M 7

Artikel

M 7a

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het stemmen per brief, onder meer over:

  • a.

    de gegevens en bescheiden waaruit een verzoek bestaat, het indienen van een verzoek, de beslissing op een verzoek en de verstrekking van formulieren, bedoeld in artikel M 3;

  • b.

    de toezending en retourzending van stembescheiden; en

  • c.

    de gegevens die het register van briefstembewijzen, alsmede de uittreksels, bedoeld in artikel M 5, bevatten.

§

2

Het briefstembureau in de gemeente ’s-Gravenhage

Artikel

M 8

Artikel

M 9

§

3

Briefstembureaus in andere gemeenten en in Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Artikel

M 10

De artikelen M 7, zesde lid, M 7a, aanhef en onderdeel b, en M 8, zijn van overeenkomstige toepassing op briefstembureaus, bedoeld in artikel E 5, tweede en derde lid, met dien verstande dat:

  • a.

    aan de burgemeester opgedragen taken worden verricht door de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten dan wel door de burgemeester van de aangewezen gemeente;

  • b.

    de genoemde tijdstippen naar plaatselijke tijd gelden.

Artikel

M 11

Vervallen

Artikel

M 12

Vervallen

Hoofdstuk

N

De stemopneming

§

1

Bepalingen betreffende stembureaus

Artikel

N 1

Artikel

N 1a

Artikel

N 2

Artikel

N 3

Onmiddellijk na de in artikel N 2 voorgeschreven verzegelingen wordt de stembus geopend.

Artikel

N 4

Vervallen

Artikel

N 5

De leden van het stembureau openen de stembiljetten en voegen deze lijstgewijze bijeen. Zij kunnen zich bij hun werkzaamheden doen bijstaan door plaatsvervangende leden en door ambtenaren van de gemeente, daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen.

Artikel

N 6

Artikel

N 7

Artikel

N 8

Artikel

N 8a

Artikel

N 9

Artikel

N 10

Artikel

N 11

Artikel

N 12

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de transportbox, het vervoer en de opslag van de stembescheiden, het proces-verbaal van het stembureau alsmede over de overdracht van de transportbox en enveloppe.

Artikel

N 13

Vervallen

Artikel

N 14

Vervallen

§

2

Bepalingen betreffende briefstembureaus in Nederland

Artikel

N 15

Artikel

N 16

Artikel

N 17

Artikel

N 18

Artikel

N 19

Artikel

N 20

Artikel

N 21

Artikel

N 22

Artikel

N 23

Artikel

N 24

De leden van het briefstembureau openen de stembiljetten en voegen deze lijstgewijs bijeen. Zij kunnen zich bij hun werkzaamheden doen bijstaan door plaatsvervangende leden en door ambtenaren van de gemeente, daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen.

Artikel

N 25

Artikel

N 26

Artikel

N 27

Artikel

N 28

Artikel

N 29

Artikel

N 30

Artikel

N 31

Artikel

N 32

Artikel

N 33

Artikel

N 34

Nadat is beslist over de toelating van de gekozenen, is de burgemeester bevoegd de pakken alsmede de afschriften over te dragen aan de officier van justitie ten dienste van een onderzoek naar enig strafbaar feit.

Artikel

N 35

Artikel N 12 is van overeenkomstige toepassing.

§

3

Bepalingen betreffende briefstembureaus in Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Artikel

N 36

Paragraaf 3 is van overeenkomstige toepassing op de briefstembureaus die gevestigd zijn in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, met uitzondering van de artikelen N 24, tweede volzin, en N 31, en met dien verstande dat:

  • a.

    de bevoegdheden van de burgemeester bevoegdheden zijn van de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten;

  • b.

    de bevoegdheden van burgemeester en wethouders bevoegdheden zijn van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • c.

    de genoemde tijdstippen naar plaatselijke tijd gelden;

  • d.

    als locatie van het briefstembureau de locatie van de vertegenwoordiging van Nederland in het betreffende land wordt aangewezen;

  • e.

    in afwijking van de artikelen N 22, tweede lid, en N 28, tweede lid, niet de naam van de gemeente, maar de naam van het land wordt vermeld;

  • f.

    indien de zitting, bedoeld in artikel N 15, eerste lid, onderdeel b, gemeten naar Nederlandse tijd, eerder aanvangt dan in Nederland, artikel N 27, tweede lid, buiten toepassing blijft;

  • g.

    de vertegenwoordiger het afschrift van de processen-verbaal, bedoeld in artikel N 32, tweede lid, ter inzage legt bij de vertegenwoordiging van Nederland in het betreffende land.

Artikel

N 37

§

4

Verwerking persoonsgegevens

Artikel

N 38

De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

Na

De taak van het gemeentelijk stembureau bij de totstandkoming van de verkiezingsuitslag

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

Na 1

Artikel

Na 2

Artikel

Na 3

De burgemeester draagt zorg voor de inrichting van de locatie waar het gemeentelijk stembureau zijn werkzaamheden uitvoert.

Artikel

Na 4

Artikel

Na 5

Artikel

Na 6

Artikel

Na 7

De voorzitter van het gemeentelijk stembureau is belast met de handhaving van de orde tijdens de zitting. Hij kan daartoe de burgemeester om bijstand verzoeken.

Artikel

Na 8

Artikel

Na 9

De burgemeester draagt er zorg voor dat van elk stembureau de transportbox, bedoeld in artikel N 11, eerste lid, en de enveloppe, bedoeld in artikel N 11, tweede lid, tijdig worden overgedragen aan het gemeentelijk stembureau.

§

2

Controle van de processen-verbaal van de stembureaus

Artikel

Na 10

Deze paragraaf is van toepassing als bij de verkiezing geen centrale stemopneming plaatsvindt als bedoeld in artikel N 1.

Artikel

Na 11

Het gemeentelijk stembureau controleert de juistheid van de uitkomst van de stemming zoals vastgesteld door elk stembureau. Het is bevoegd daartoe de enveloppen, bedoeld in artikel N 11, tweede lid, te openen.

Artikel

Na 12

Het gemeentelijk stembureau gaat over tot een nieuwe opneming van de stembescheiden, dan wel een deel daarvan, indien:

  • a.

    het stembureau in zijn proces-verbaal melding heeft gemaakt van een verschil tussen het aantal tot de stemming toegelaten kiezers en het aantal uitgebrachte stemmen en het stembureau dit verschil niet volledig heeft verklaard in zijn proces-verbaal;

  • b.

    het gemeentelijk stembureau vermoedt dat het stembureau een of meer fouten heeft gemaakt bij de stemopneming; of

  • c.

    het stembureau een of meer fouten heeft gemaakt bij de vaststelling van de uitkomst van de stemming.

Artikel

Na 13

Artikel

Na 14

Artikel

Na 15

§

3

Centrale stemopneming

Artikel

Na 16

Deze paragraaf is van toepassing als bij de verkiezing een centrale stemopneming plaatsvindt als bedoeld in artikel N 1.

Artikel

Na 17

Artikel

Na 18

Artikel

Na 19

Artikel

Na 20

Artikel

Na 21

Nadat de stemopneming van een stembureau is afgerond worden de stembescheiden uit de geopende pakken opnieuw ingepakt en verzegeld op de in de artikelen N 2 en N 9 beschreven wijze. Vervolgens worden de pakken teruggelegd in de transportbox. Daarna wordt de transportbox op slot gedaan en verzegeld.

Artikel

Na 22

Artikel

Na 24

Artikel

Na 25

§

4

De vaststelling van de uitkomst van de stemming op gemeentelijk niveau

Artikel

Na 26

Artikel

Na 27

Artikel

Na 28

Burgemeester en wethouders informeren het gemeentelijk stembureau op basis van de registratie, bedoeld in artikel D 1, over het aantal kiesgerechtigden voor de stemming. Dit aantal wordt door het gemeentelijk stembureau in het proces-verbaal overgenomen.

Artikel

Na 29

Het gemeentelijk stembureau stelt de aanwezige personen in kennis van de aantallen, bedoeld in de artikelen Na 26 en Na 28.

Artikel

Na 30

De aanwezige personen kunnen mondeling bezwaren inbrengen. De bezwaren, alsmede de reactie van het gemeentelijk stembureau daarop, worden in het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau vermeld.

Artikel

Na 31

Artikel

Na 32

Artikel

Na 33

Artikel

Na 34

Artikel

Na 35

Artikel

Na 36

Artikel

Na 37

Artikel

Na 38

Nadat is beslist over de toelating van de gekozenen, is de burgemeester bevoegd de pakken, bedoeld in de artikelen N 2 en N 9, alsmede de afschriften, bedoeld in artikel Na 34, eerste lid, over te dragen aan de officier van justitie ten dienste van een onderzoek naar enig strafbaar feit.

Artikel

Na 39

Artikel N 12 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

Na 40

De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

O

De taak van het hoofdstembureau en het nationaal briefstembureau bij de vaststelling van de verkiezingsuitslag

§

1

Bepalingen betreffende het hoofdstembureau

Artikel

O 1

Onverwijld nadat het hoofdstembureau het proces-verbaal van een gemeentelijk stembureau heeft ontvangen, gaat het over tot het verrichten van de werkzaamheden ter vaststelling en bekendmaking van de uitkomst van de stemming bij de stembureaus op kieskringniveau.

Artikel

O 2

Artikel

O 3

Indien het hoofdstembureau een digitaal bestand als bedoeld in artikel Na 35, tweede lid, heeft ontvangen, en de in dit bestand vermelde uitkomst op gemeentelijk niveau niet overeenkomt met de uitkomst zoals vastgesteld in het bijbehorende proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau, gaat het hoofdstembureau uit van de juistheid van de laatste en maakt het hiervan melding in zijn proces-verbaal.

Artikel

O 4

Op de vijfde dag na de dag van de stemming houdt het hoofdstembureau om tien uur een zitting om de uitkomst van de stemming bij de stembureaus op kieskringniveau vast te stellen.

Artikel

O 5

Artikel

O 6

Artikel

O 7

Artikel

O 8

Artikel

O 9

Artikel

O 10

Artikel

O 11

Artikel

O 12

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de taak van het hoofdstembureau inzake de vaststelling van de verkiezingsuitslag.

§

2

Bepalingen betreffende het nationaal briefstembureau

Artikel

O 13

Onverwijld nadat het nationaal briefstembureau de processen-verbaal van een briefstembureau heeft ontvangen, gaat het over tot het verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in deze paragraaf.

Artikel

O 14

Het nationaal briefstembureau controleert de juistheid van de uitkomst van de stemming zoals vastgesteld door het briefstembureau.

Artikel

O 15

Artikel

O 16

Artikel

O 17

Artikel

O 18

Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage informeren het nationaal briefstembureau op basis van de registratie, bedoeld in artikel D 2, over het aantal kiesgerechtigden voor de stemming. Dit aantal wordt door het nationaal briefstembureau in het proces-verbaal overgenomen.

Artikel

O 19

Artikel

O 20

Artikel

O 21

Artikel

O 22

Artikel

O 23

§

3

Verwerking persoonsgegevens

Artikel

O 24

De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

P

De vaststelling van de verkiezingsuitslag door het centraal stembureau

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

P 1

Onverwijld nadat het centraal stembureau het proces-verbaal van een gemeentelijk stembureau dan wel een hoofdstembureau heeft ontvangen, gaat het over tot het verrichten van de werkzaamheden ter vaststelling en bekendmaking van de uitslag van de verkiezing.

Artikel

P 1a

Artikel

P 1b

Artikel

P 1c

Artikel

P 1d

Artikel

P 1e

Artikel

P 1f

Artikel

P 1g

Artikel

P 1h

Artikel

P 1i

Artikel

P 1j

Artikel

P 2

§

2

De zetelverdeling

Artikel

P 3

Een lijstengroep als bedoeld in artikel H 11, tweede lid, geldt voor het bepalen van het aantal daaraan toe te wijzen zetels als één lijst met een stemcijfer gelijk aan de som van de stemcijfers van de lijsten waaruit de groep bestaat.

Artikel

P 4

Vervallen

Artikel

P 5

Artikel

P 6

Zoveel maal als de kiesdeler is begrepen in het stemcijfer van een lijst wordt aan die lijst een zetel toegewezen.

Artikel

P 7

Artikel

P 8

Artikel

P 9

Indien aan een lijst die de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen heeft verkregen, een aantal zetels is toegewezen, kleiner dan de volstrekte meerderheid van het aantal toe te wijzen zetels, wordt aan die lijst alsnog één zetel toegewezen en vervalt daartegenover één zetel, toegewezen aan de lijst die voor het kleinste gemiddelde of het kleinste overschot een zetel heeft verworven. Indien twee of meer lijsten voor hetzelfde kleinste gemiddelde of hetzelfde kleinste overschot een zetel hebben verworven, beslist het lot.

Artikel

P 10

Indien bij de toepassing van de vorige bepalingen aan een lijst meer zetels zouden moeten worden toegewezen dan er kandidaten zijn, gaan de overblijvende zetel of zetels door voortgezette toepassing van die bepalingen over op één of meer van de overige lijsten, waarop kandidaten voorkomen aan wie geen zetel is toegewezen.

Artikel

P 11

Vervallen

Artikel

P 12

Artikel

P 13

Artikel

P 14

De in de voorgaande artikelen bedoelde lotingen vinden plaats in de in artikel P 20 bedoelde zitting van het centraal stembureau.

§

3

De toewijzing van de zetels aan de kandidaten

Artikel

P 15

Artikel

P 16

Artikel

P 17

De zetels, toegewezen aan de al dan niet van een lijstengroep deel uitmakende lijsten, die na toepassing van de artikelen P 15 en P 16 nog niet aan een kandidaat zijn toegewezen, worden aan de nog niet gekozen kandidaten van de desbetreffende lijsten toegewezen in de volgorde van de lijst.

Artikel

P 18

Artikel

P 18a

Vervallen

Artikel

P 19

Artikel

P 19a

Indien een kandidaat is overleden, wordt deze bij de toepassing van deze paragraaf buiten beschouwing gelaten.

§

4

De bekendmaking van de verkiezingsuitslag

Artikel

P 20

Artikel

P 20a

Artikel

P 21

Artikel

P 22

Artikel

P 23

Artikel

P 24

Artikel

P 25

Vervallen

Artikel

P 26

Vervallen

Artikel

P 27

De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

Pa

De verkiezing van de leden van het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Artikel

Pa 1

De leden van het kiescollege worden, voor zover dit hoofdstuk niet anders bepaalt, gekozen met overeenkomstige toepassing van de bij of krachtens deze afdeling gestelde bepalingen inzake de verkiezing van de leden van provinciale staten van een provincie die één kieskring vormt.

Artikel

Pa 2

Artikel

Pa 3

Het bij en krachtens hoofdstuk D bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van het kiescollege, met dien verstande dat in artikel D 2 in plaats van «aan wie kiesrecht toekomt op grond van artikel B 1» wordt gelezen: aan wie kiesrecht toekomt op grond van artikel Pa 2.

Artikel

Pa 4

Voor de verkiezing van de leden van het kiescollege vormt het gebied buiten Nederland één kieskring: kieskring buitenland.

Artikel

Pa 5

Artikel

Pa 6

Het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van provinciale staten van de provincie Zuid-Holland fungeert tevens als het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het kiescollege.

Artikel

Pa 7

Het centraal stembureau doet van de beslissing, bedoeld in artikel G 2, vijfde lid, en het schrappen van de aanduiding in het register, bedoeld in artikel G 2, zevende lid, mededeling in de Staatscourant.

Artikel

Pa 8

Artikel

Pa 10

Het minimumaantal over te leggen verklaringen van ondersteuning, bedoeld in artikel H 4, eerste lid, bedraagt voor de verkiezing van de leden van het kiescollege: 10.

Artikel

Pa 11

Artikel

Pa 12

In artikel H 7, derde lid, wordt gelezen: Indien voor de verkiezing van de leden van het kiescollege op een lijst de naam voorkomt van een kandidaat die ingezetene is van Nederland, dient bij de lijst te worden overgelegd een door die kandidaat ondertekende verklaring, waaruit blijkt, dat hij voornemens is of dat hij bij benoeming bereid is zich te vestigen buiten Nederland.

Artikel

Pa 13

Artikel

Pa 14

Voor elke kandidatenlijst die wordt ingeleverd voor de verkiezing van de leden van het kiescollege wordt aan de gemeente ‘s-Gravenhage een waarborgsom betaald van € 225.

Artikel

Pa 15

Artikel

Pa 16

Artikel

Pa 18

In aanvulling op artikel I 3 worden de in dat artikel bedoelde stukken met weglating van de ondertekening op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar gemaakt.

Artikel

Pa 19

De openbaarmaking van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het kiescollege, bedoeld in artikel I 17, eerste lid, geschiedt overeenkomstig artikel I 17, tweede lid, onderdeel a.

Artikel

Pa 20

Een kiezer kan uitsluitend per brief deelnemen aan de stemming voor de verkiezing van de leden van het kiescollege. Kiezers ontvangen geen stempas en kunnen geen stem uitbrengen in een stemlokaal.

Artikel

Pa 21

De mogelijkheid om te stemmen bij volmacht of met een kiezerspas, bedoeld in de hoofstukken K en L, blijft buiten toepassing.

Artikel

Pa 22

Het bij of krachtens hoofdstuk M bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van de leden van het kiescollege, met dien verstande dat in artikel M 1, eerste lid, wordt gelezen: Degene die als kiezer is geregistreerd als bedoeld in Pa 3 in samenhang met artikel D 2 ontvangt als bewijs dat hij mag stemmen voor de stemming een briefstembewijs.

Artikel

Pa 24

In artikel P 1 wordt in plaats «het proces-verbaal van een gemeentelijk stembureau dan wel een hoofdstembureau» gelezen: de processen-verbaal van het briefstembureau.

Artikel

Pa 25

In afwijking van artikel P 10 worden de overblijvende zetel of zetels niet toegewezen aan een lijst indien aan een lijst meer zetels zouden moet worden toegewezen dan er kandidaten zijn.

Artikel

Pa 26

Het centraal stembureau gaat na afloop van de zitting bedoeld in artikel P 20, tweede lid, voor de verkiezing van de leden van provinciale staten van Zuid-Holland over tot het houden van deze zitting voor de verkiezing van de leden van het kiescollege. Het tijdstip wordt tijdig op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar gemaakt. Bij algemene maatregel van bestuur wordt de bekendmaking van het tijdstip en de digitale locatie van de zitting geregeld.

Artikel

Pa 27

Afdeling

III

De verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstuk

Q

Algemene bepalingen

Artikel

Q 1

Artikel

Q 2

Artikel

Q 3

Degene die ter vervulling van een opengevallen plaats tot lid van de Eerste Kamer is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Artikel

Q 4

De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer vindt plaats op de dinsdag in de periode van 19 tot en met 25 april.

Artikel

Q 5

In geval van ontbinding van de Eerste Kamer vindt de kandidaatstelling plaats binnen veertig dagen na de dagtekening van het koninklijk besluit tot ontbinding, op een bij dat besluit te bepalen dag.

Artikel

Q 6

Hoofdstuk

R

De inlevering van de kandidatenlijsten

Artikel

R 1

Artikel

R 2

Artikel

R 3

Op de lijst worden een of meer personen vermeld die bij verhindering van de inleveraar bevoegd zijn tot het herstel van verzuimen, bedoeld in artikel S 1, derde lid.

Artikel

R 4

Artikel

R 5

Artikel

R 6

De wijze waarop kandidaten op de lijst worden vermeld, wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur.

Artikel

R 7

Artikel

R 8

Artikel

R 9

Artikel

R 9a

Artikel

R 10

Artikel

R 11

De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens door het centraal stembureau bij of krachtens dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

S

Het onderzoek, de nummering en de openbaarmaking van de kandidatenlijsten

§

1

Het onderzoek van de kandidatenlijsten

Artikel

S 1

Artikel

S 1a

Onmiddellijk nadat de lijsten door het centraal stembureau zijn onderzocht, worden deze voor een ieder ter inzage gelegd bij het centraal stembureau.

Artikel

S 2

Artikel

S 3

Voor een provincie is ongeldig de lijst:

  • a.

    die niet op de dag van de kandidaatstelling tussen negen en zeventien uur bij het centraal stembureau door persoonlijke overhandiging is ingeleverd;

  • b.

    waarbij niet is overgelegd een verklaring als bedoeld in artikel R 2, eerste lid, van een lid van provinciale staten van deze provincie, waarbij buiten beschouwing blijven de verklaringen van een lid van provinciale staten dat meer dan één verklaring heeft ondertekend;

  • c.

    die niet voldoet aan het bij ministeriële regeling vastgestelde model;

  • d.

    waarop door toepassing van artikel S 4 alle kandidaten zijn geschrapt.

Artikel

S 4

Artikel

S 6

Artikel

S 7

§

2

De nummering van de kandidatenlijsten

Artikel

S 8

Vervallen

Artikel

S 9

Vervallen

Artikel

S 10

In de zitting, bedoeld in artikel S 2, nummert het centraal stembureau de kandidatenlijsten.

Artikel

S 11

Bij de nummering gelden de lijstengroepen alsmede de niet van een groep deel uitmakende stellen gelijkluidende lijsten als één lijst.

Artikel

S 12

Artikel

S 13

Nadat onherroepelijk is beslist over de geldigheid van de ingeleverde lijsten, maakt de voorzitter van het centraal stembureau de lijsten uiterlijk op de zevende dag voor de stemming openbaar door plaatsing van de lijsten naar de provincies gerangschikt en met vermelding van hun nummers en, in voorkomend geval, de aanduidingen van de politieke groeperingen in de Staatscourant.

Artikel

S 14

Een beslissing in beroep tot ongeldigverklaring van een kandidatenlijst heeft geen gevolg ten aanzien van de nummers, toegekend aan de overige kandidatenlijsten.

§

3

Slotbepaling

Artikel

S 15

Het centraal stembureau vernietigt de ingeleverde kandidatenlijsten alsmede de daarbij horende stukken, met uitzondering van de overgelegde verklaringen van instemming, na de vaststelling van de uitslag. Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel

S 16

De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens door het centraal stembureau bij of krachtens dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

T

De stemming en de stemopneming

Artikel

T 1

Artikel

T 2

Artikel

T 3

De voorzitter benoemt uit de statenvergadering drie leden, die met hem als voorzitter het stembureau vormen.

Artikel

T 4

Artikel

T 5

Na het uitbrengen van zijn stem levert het statenlid het stembiljet dichtgevouwen bij de voorzitter in.

Artikel

T 6

Artikel

T 7

Artikel

T 8

Artikel

T 9

In geval van twijfel over de geldigheid van een stembiljet beslist de vergadering. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter.

Artikel

T 10

Artikel

T 11

Hoofdstuk

U

De vaststelling van de verkiezingsuitslag door het centraal stembureau

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

U 1

Onmiddellijk nadat de processen-verbaal zijn ontvangen, gaat het centraal stembureau over tot het verrichten van de werkzaamheden ter vaststelling en bekendmaking van de uitslag van de verkiezing.

Artikel

U 2

§

2

De zetelverdeling

Artikel

U 3

Ten aanzien van iedere provincie vermenigvuldigt het centraal stembureau de aantallen op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen en de stemcijfers van de lijsten met de voor die provincie geldende stemwaarde. Voor de vaststelling van de uitslag van de verkiezing gelden de aldus verkregen produkten als de aantallen op ieder kandidaat uitgebrachte stemmen, onderscheidenlijk de stemcijfers van de lijsten.

Artikel

U 4

Artikel

U 5

Een lijstengroep als bedoeld in artikel R 10, tweede lid, geldt voor het bepalen van het aantal daaraan toe te wijzen zetels als één lijst, met een stemcijfer gelijk aan de som van de stemcijfers van de lijsten waaruit de groep bestaat.

Artikel

U 6

Vervallen

Artikel

U 7

Artikel

U 8

Zoveel maal als de kiesdeler is begrepen in het stemcijfer van een lijst wordt aan die lijst een zetel toegewezen.

Artikel

U 9

De overblijvende zetels, die restzetels worden genoemd, worden achtereenvolgens toegewezen aan de lijsten die na toewijzing van de zetels het grootste gemiddelde aantal stemmen per toegewezen zetel hebben. Indien gemiddelden gelijk zijn, beslist zo nodig het lot.

Artikel

U 10

Indien bij de toepassing van de vorige bepalingen aan een lijst meer zetels zouden moeten worden toegewezen dan er kandidaten zijn, gaan de overblijvende zetel of zetels door voortgezette toepassing van die bepalingen over op één of meer van de overige lijsten waarop kandidaten voorkomen aan wie geen zetel is toegewezen.

Artikel

U 11

Vervallen

Artikel

U 12

Artikel

U 13

Artikel

U 14

De in de voorgaande artikelen bedoelde lotingen vinden plaats in de in artikel U 16 bedoelde zitting van het centraal stembureau.

§

3

De toewijzing van de zetels aan de kandidaten

Artikel

U 15

§

4

De bekendmaking van de verkiezingsuitslag

Artikel

U 16

Artikel

U 17

Het centraal stembureau kan, hetzij ambtshalve, hetzij naar aanleiding van een met opgave van redenen gedaan verzoek van een of meer leden van de staten van een provincie, tot een nieuwe opneming van stembiljetten uit een of meer provincies overgaan.

Artikel

U 18

Artikel

U 19

De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit hoofdstuk.

Hoofdstuk

Ua

De verkiezing van de leden van de Eerste Kamer door de leden van het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Artikel

Ua 1

Artikel

Ua 2

De bij of krachtens deze afdeling gestelde bepalingen betreffende de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer zijn, voor zover deze paragraaf niet anders bepaalt, van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van deze leden door de leden van het kiescollege, met dien verstande dat telkens in die bepalingen mede wordt gelezen in plaats van:

  • a.

    «provincie» of «provincies»: kieskring buitenland;

  • b.

    «provinciale staten» en «staten»: het kiescollege;

  • c.

    «statenlid»: kiescollegelid; en

  • d.

    «statenvergadering»: vergadering van het kiescollege.

Artikel

Ua 3

Artikel

Ua 4

Afdeling

IV

Het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal, provinciale staten, het algemeen bestuur, de gemeenteraad en het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Hoofdstuk

V

Het begin van het lidmaatschap

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

V 1

Artikel

V 2

Artikel

V 3

Artikel

V 4

Artikel

V 4a

Artikel

V 4b

Artikel

V 5

De ongeldigheid van de stemming in een of meer stembureaus, briefstembureaus of provincies of een onjuistheid in de vaststelling van de uitslag van de verkiezing staat niet in de weg aan de toelating van de leden, op wier verkiezing de ongeldigheid of onjuistheid geen invloed kan hebben gehad, en, in geval van ongeldigheid van de stemming, de nieuwe stemming geen invloed kan hebben.

Artikel

V 6

Artikel

V 7

Artikel

V 8

Vervallen

Artikel

V 9

Artikel

V 10

Indien het orgaan waarvoor de benoeming is geschied, heeft besloten de benoemde niet als lid toe te laten op de grond dat hij niet voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap, dat hij een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult of dat de benoemdverklaring van de voorzitter van het centraal stembureau in strijd is met het bepaalde in hoofdstuk W, geeft de voorzitter van dat orgaan daarvan onverwijld kennis aan de voorzitter van het centraal stembureau.

Artikel

V 11

Het lidmaatschap van een tot lid van een vertegenwoordigend orgaan benoemde vangt aan zodra de beschikking omtrent zijn toelating aan de benoemde bekend is gemaakt.

Artikel

V 11a

§

2

Bijzondere bepalingen betreffende het begin van het lidmaatschap van provinciale staten, het algemeen bestuur en de gemeenteraad

Artikel

V 12

De beslissing betreffende de toelating van de tot lid van provinciale staten, het algemeen bestuur onderscheidenlijk van de gemeenteraad benoemden wordt onverwijld genomen.

Artikel

V 13

Artikel

V 15

Hoofdstuk

W

De opvolging

Artikel

W 1

Artikel

W 2

Artikel

W 3

Indien bij de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk geen kandidaat meer voor benoeming in aanmerking komt op de lijst waarop degene is gekozen die moet worden opgevolgd, en deze lijst tezamen met één of meer andere lijsten een lijstengroep vormt, gaat de zetel door toepassing van artikel P 13, onderscheidenlijk artikel U 13, over op één van die andere lijsten. De kandidaat van deze lijst die naar de volgorde, vastgesteld overeenkomstig artikel P 19, onderscheidenlijk artikel U 15, voor benoeming in aanmerking komt, wordt benoemd verklaard. Komt ook op deze lijst geen kandidaat meer voor benoeming in aanmerking, dan wordt de plaats aan een andere van de groep deel uitmakende lijst toegekend door verdere toepassing van het in dit lid bepaalde, en zo vervolgens.

Artikel

W 4

Artikel

W 5

Artikel

W 6

Indien de voorzitter van een centraal stembureau op dezelfde dag kennis krijgt van het openvallen van meer dan één plaats in een vertegenwoordigend orgaan en als gevolg hiervan een kandidaat op meer dan één lijst benoemd zou moeten worden verklaard, wordt deze benoemd met overeenkomstige toepassing van artikel P 18.

Artikel

W 7

Artikel

W 8

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de voorziening in opengevallen plaatsen in vertegenwoordigende organen.

Hoofdstuk

X

Beëindiging van het lidmaatschap en tijdelijke vervanging als lid

§

1

Algemene bepalingen inzake beëindiging van het lidmaatschap

Artikel

X 1

Artikel

X 2

§

2

Bijzondere bepalingen inzake beëindiging van het lidmaatschap

Artikel

X 3

Artikel

X 4

Artikel

X 4a

Artikel

X 5

Artikel

X 6

Leden van provinciale staten, het algemeen bestuur en van de gemeenteraad die hun ontslag hebben ingezonden, behouden, ook indien zij ontslag hebben genomen met ingang van een bepaald tijdstip, hun lidmaatschap, totdat de geloofsbrieven van hun opvolgers zijn goedgekeurd of totdat het centraal stembureau heeft beslist dat geen opvolger kan worden benoemd.

Artikel

X 7

Artikel

X 7a

Artikel

X 8

§

3

Beëindiging van het lidmaatschap en vervanging wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

Artikel

X 10

Artikel

X 11

Artikel

X 12

Hoofdstuk

Xa

Het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Artikel

Xa 1

De bij of krachtens deze afdeling gestelde bepalingen betreffende het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van provinciale staten en betreffende de beëindiging van het lidmaatschap en tijdelijke vervanging als lid, zijn, voor zover dit hoofdstuk niet anders bepaalt, van overeenkomstige toepassing op het lidmaatschap van het kiescollege, met dien verstande dat telkens in die bepalingen in plaats van «provinciale staten» en «staten» wordt gelezen: het kiescollege.

Artikel

Xa 2

Artikel

Xa 3

In aanvulling op artikel V 3, tweede lid, legt de benoemde die geen gemachtigde heeft een uittreksel uit de geboorteregisters over, waaruit datum en plaats van zijn geboorte blijken, alsmede een bewijs van Nederlanderschap.

Artikel

Xa 5

Bekendmaking van de benoeming van een lid van het kiescollege op grond van artikel W 7, eerste lid, geschiedt in de Staatscourant.

Afdeling

V

De verkiezing van de leden van het Europees Parlement

Hoofdstuk

Y

De verkiezing van de leden van het Europees Parlement

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

Y 1

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de Akte: de Akte betreffende de rechtstreekse verkiezing van de leden van het Europees Parlement (Brussel, 20 september 1976, Trb. 1976, 175);

  • b.

    lid van het Europees Parlement: een in Nederland gekozen lid van het Europees Parlement.

§

2

De verkiezing

Artikel

Y 2

De leden van het Europees Parlement worden, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, gekozen met overeenkomstige toepassing van de bij of krachtens afdeling II gestelde bepalingen inzake de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, met inachtneming van de Akte.

Artikel

Y 3

De leden van het Europees Parlement worden gekozen door:

  • a.

    degenen die op de dag van de kandidaatstelling Nederlander zijn en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en niet zijn uitgesloten van het kiesrecht;

  • b.

    de niet-Nederlanders die onderdanen zijn van andere lidstaten van de Europese Unie, mits zij:

    • 1°.

      op de dag van de kandidaatstelling hun werkelijke woonplaats hebben in het Europese deel van Nederland,

    • 2°.

      op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, en

    • 3°.

      niet zijn uitgesloten van het kiesrecht, hetzij in Nederland, hetzij in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn.

Artikel

Y 4

Lid van het Europees Parlement kunnen zijn:

  • a.

    zij die voldoen aan de vereisten die in artikel 56 van de Grondwet voor het lidmaatschap van de Staten-Generaal worden gesteld;

  • b.

    de niet-Nederlanders die onderdanen zijn van andere lidstaten van de Europese Unie, mits zij:

    • 1°.

      hun werkelijke woonplaats hebben in het Europese deel van Nederland,

    • 2°.

      de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, en

    • 3°.

      niet zijn uitgesloten van het recht om gekozen te worden, hetzij in Nederland, hetzij in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn.

Artikel

Y 5

Artikel

Y 6

Artikel

Y 8

Artikel

Y 9

Vervallen

Artikel

Y 10

Naast op de in artikel G 1, vierde lid, genoemde gronden wordt op een verzoek om registratie van de aanduiding van een politieke groepering ten behoeve van de verkiezing van de leden van het Europees Parlement eveneens afwijzend beschikt, indien de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een aanduiding van een andere politieke groepering die reeds ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer is geregistreerd, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder ten behoeve van die verkiezing een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is.

Artikel

Y 11a

Naast op de in artikel G 1a, tweede lid, genoemde gronden wordt op een verzoek om registratie van het logo van een politieke groepering ten behoeve van de verkiezing van de leden van het Europees Parlement eveneens afwijzend beschikt, indien het logo geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een logo van een andere politieke groepering die reeds ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer is geregistreerd, of met een logo waarvoor reeds eerder ten behoeve van die verkiezing een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is.

Artikel

Y 12

Voor de overeenkomstige toepassing van de hoofdstukken H en I geldt Nederland als één kieskring. Artikel H 10a blijft buiten toepassing.

Artikel

Y 13

Artikel

Y 14

Vervallen

Artikel

Y 16

Vervallen

Artikel

Y 17

Het centraal stembureau schrapt van de lijst in de eerste plaats de naam van de kandidaat van wie de verklaring, bedoeld in artikel Y 13, eerste lid, niet is overgelegd.

Artikel

Y 17a

In aanvulling op artikel I 19 vernietigt het centraal stembureau tevens de overgelegde verklaringen, bedoeld in artikel Y 13, eerste lid, na de vaststelling van de uitslag.

Artikel

Y 18

Vervallen

Artikel

Y 19

Vervallen

Artikel

Y 20

Vervallen

Artikel

Y 21

Vervallen

Artikel

Y 22

Vervallen

Artikel

Y 22a

Artikel

Y 22b

Artikel

Y 22c

Artikel M 7, zevende lid, laatste volzin, wordt gelezen: «Daarbij draagt hij er zorg voor dat de retourenveloppen die uiterlijk op de zesde dag voor de dag van de stemming om tien uur lokale tijd in zijn bezit zijn, tijdig in het bezit zijn van de burgemeester van ’s-Gravenhage.»

Artikel

Y 23

Waar in de artikelen P 24 en V 11a sprake is van het orgaan waarvoor de verkiezing heeft plaatsgevonden, treedt daarvoor de Tweede Kamer in de plaats.

Artikel

Y 24

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voor zover nodig voorschriften worden gegeven die afwijken van krachtens afdeling II bij algemene maatregel van bestuur gestelde bepalingen.

§

3

Het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap

Artikel

Y 25

Artikel

Y 26

De voorzitter van de Tweede Kamer geeft van de uitkomst van het onderzoek onverwijld kennis aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan de benoemde. Indien de Tweede Kamer heeft besloten dat de benoemde op grond van de nationale bepalingen als lid van het Europees Parlement kan worden toegelaten, zendt de voorzitter van de Tweede Kamer aan de voorzitter van het Europees Parlement tevens de geloofsbrief van de benoemde toe.

Artikel

Y 27

Wanneer, anders dan bij de vaststelling van de uitslag van een verkiezing, in een opengevallen plaats moet worden voorzien, geschiedt dit met overeenkomstige toepassing van hoofdstuk W, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel W 1, derde lid, voor «25% van de kiesdeler» wordt gelezen: 10% van de kiesdeler.

Artikel

Y 28

Zodra onherroepelijk is komen vast te staan dat een lid van het Europees Parlement een van de in artikel Y 4 bedoelde vereisten voor het lidmaatschap niet bezit of een ingevolge de nationale bepalingen met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, houdt hij op lid te zijn. De voorzitter van de Tweede Kamer geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan de voorzitter van het centraal stembureau.

Artikel

Y 29

Artikel

Y 30

Indien de voorzitter van de Tweede Kamer een bericht ontvangt van de voorzitter van het Europees Parlement dat het lidmaatschap van een lid van het Europees Parlement is beëindigd wegens ontslag, overlijden of het vervullen van een ingevolge de Akte onverenigbare functie, geeft hij hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het centraal stembureau.

Artikel

Y 30a

Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2020/77.

Tijdelijk ontslag van een lid van het Europees Parlement wegens zwangerschap en bevalling of ziekte geschiedt met overeenkomstige toepassing van de artikelen X 10 en X 11, met dien verstande dat:

  • a.

    in artikel X 10, eerste en tweede lid, voor «voorzitter van een vertegenwoordigend orgaan» wordt gelezen: voorzitter van de Tweede Kamer;

  • b.

    in artikel X 11, eerste en vierde lid, voor «voorzitter van het vertegenwoordigend orgaan» wordt gelezen: voorzitter van de Tweede Kamer;

  • c.

    de voorzitter van de Tweede Kamer van de beslissing tot tijdelijk ontslag onverwijld kennis geeft aan de voorzitter van het Europees Parlement.

Artikel

Y 30b

Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2020/77.

§

4

Bijzondere bepalingen betreffende deelneming aan de verkiezingen door niet-Nederlanders die onderdanen zijn van andere lidstaten van de Europese Unie

Artikel

Y 31

De kiesgerechtigde niet-Nederlander die onderdaan is van een andere lidstaat van de Europese Unie die zijn werkelijke woonplaats in het Europese deel van Nederland heeft, neemt aan de verkiezing deel hetzij in het Europese deel van Nederland, hetzij in de lidstaat waarvan hij onderdaan is.

Artikel

Y 32

Artikel

Y 33

Artikel

Y 33a

Burgemeester en wethouders schrappen de registratie van de kiesgerechtigdheid als bedoeld in artikel Y 32, eerste lid, indien betrokkene het Nederlanderschap verkrijgt.

Artikel

Y 34

In de in artikel H 1 bedoelde mededeling wordt tevens melding gemaakt van de mogelijkheid van kandidaatstelling van niet-Nederlanders die onderdanen zijn van andere lidstaten.

Artikel

Y 35

Artikel

Y 35a

Het centraal stembureau schrapt van de lijst de kandidaat van wie de verklaring, bedoeld in artikel Y 35, eerste lid, niet is overgelegd.

Artikel

Y 35b

Artikel

Y 35c

Artikel

Y 36

Het centraal stembureau stelt door tussenkomst van Onze Minister van Buitenlandse Zaken de andere lidstaten in kennis van de namen van hun onderdanen, die niet tevens de Nederlandse nationaliteit hebben en die op de geldige kandidatenlijsten voorkomen.

Artikel

Y 38

§

5

Slotbepaling

Artikel

Y 39

Bij ministeriële regeling kunnen krachtens de afdelingen II en IV vastgestelde modellen die ingevolge bepalingen van deze afdeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement, voor deze verkiezing nader worden vastgesteld.

Afdeling

Va

De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de eilandsraden, van de kiescolleges voor de Eerste Kamer, van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van het Europees Parlement in Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Hoofdstuk

Ya

De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de eilandsraden, van de kiescolleges voor de Eerste Kamer, van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van het Europees Parlement in Bonaire, Sint Eustatius en Saba

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

Ya 1

Deze wet en de daarop berustende bepalingen is mede van toepassing in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met inachtneming van het in deze afdeling bepaalde.

Artikel

Ya 2

In deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    openbaar lichaam: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

  • b.

    het Gemeenschappelijk Hof: het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel

Ya 3

Artikel

Ya 3a

In aanvulling op artikel D 6, eerste lid, onderdeel a, kan een registratie van een ingezetene van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba op aanvraag worden gewijzigd indien de persoon niet op de juiste wijze als kiezer is geregistreerd. Artikel D 7, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing.

§

2

De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer

Artikel

Ya 4

Op de dag van de kandidaatstelling kunnen tevens bij een gezaghebber, van negen tot zeventien uur, kandidatenlijsten worden ingeleverd.

Artikel

Ya 5

Artikel

Ya 6

Vervallen

Artikel

Ya 7

Artikel

Ya 8

Artikel

Ya 9

Een herstelbaar verzuim kan tevens uiterlijk de eerste werkdag vóór de dag, bedoeld in artikel I 4, worden hersteld bij een gezaghebber van negen tot zeventien uur. Artikel Ya 7 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

Ya 10

Artikel

Ya 10a

Artikel

Ya 11

Artikel

Ya 12

Vervallen

§

3

De verkiezing van de leden van de eilandsraad, het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van de eilandsraad en de beëindiging van het lidmaatschap en tijdelijke vervanging als lid

Artikel

Ya 13

De bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen betreffende de verkiezing van de leden van de gemeenteraden, betreffende het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van de gemeenteraad en betreffende de beëindiging van het lidmaatschap en tijdelijke vervanging als lid, zijn, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, van overeenkomstige toepassing op de eilandsraden.

Artikel

Ya 14

Artikel

Ya 15

Artikel

Ya 16

In de artikelen H 10, eerste lid, I 2, eerste lid, onderdeel e, en I 6, eerste lid, onderdeel c, wordt in plaats van «het Europese deel van Nederland» telkens gelezen «het openbaar lichaam waar hij zich kandidaat stelt» en in artikel H 10, eerste lid, wordt in plaats van «in één van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba» gelezen: in Nederland, maar niet in één van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel

Ya 17

Voor elke kandidatenlijst die wordt ingeleverd in een van de openbare lichamen, wordt aan dat openbaar lichaam een waarborgsom betaald van USD 225.

Artikel

Ya 18

[vervallen]

Artikel

Ya 19

Vervallen

§

3a

De verkiezing van de leden van het kiescollege voor de Eerste Kamer, het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van het kiescollege voor de Eerste Kamer en de beëindiging van het lidmaatschap en tijdelijke vervanging als lid

Artikel

Ya 22

De bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen betreffende de verkiezing van de leden van provinciale staten, betreffende het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van provinciale staten en betreffende de beëindiging van het lidmaatschap en tijdelijke vervanging als lid, zijn, voor zover deze paragraaf niet anders bepaalt, van toepassing op het kiescollege, met dien verstande dat telkens in die bepalingen wordt gelezen in plaats van:

  • a.

    «de provincie» en «een provincie die één kieskring vormt»: het openbaar lichaam;

  • b.

    «provinciale staten» en «staten»: het kiescollege;

  • c.

    «gedeputeerde staten»: het bestuurscollege.

Artikel

Ya 23

Voor de verkiezing van de leden van het kiescollege vormt elk openbaar lichaam één kieskring.

Artikel

Ya 24

De stembureaus, het stembureau van het openbaar lichaam en het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad zijn tevens de stembureaus, het stembureau van het openbaar lichaam onderscheidenlijk het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het kiescollege.

Artikel

Ya 25

Artikel

Ya 26

Artikel

Ya 27

Het minimum aantal te overleggen verklaringen van ondersteuning, bedoeld in artikel H 4, eerste lid, bedraagt voor de kieskring bij de verkiezing van de leden van het kiescollege: tien.

Artikel

Ya 28a

In artikel J 6a wordt in plaats van «de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur» gelezen: de verkiezing van de leden van de eilandsraad.

Artikel

Ya 29

In afwijking van artikel P 10 worden de overblijvende zetel of zetels niet toegewezen aan een lijst indien aan een lijst meer zetels zouden moet worden toegewezen dan er kandidaten zijn.

Artikel

Ya 29a

In artikel P 15, eerste lid, wordt in plaats van «25% van de kiesdeler» gelezen: 50% van de kiesdeler.

§

4

De verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Artikel

Ya 30

Artikel

Ya 31

De artikelen Ya 4, Ya 5, Ya 7 en Ya 8 zijn van toepassing, met dien verstande dat voor de toepassing van de artikelen Ya 4 en Ya 5 in plaats van «een gezaghebber» telkens wordt gelezen «de gezaghebber».

Artikel

Ya 31a

Onverminderd artikel S 1, vierde en vijfde lid, kan degene die de lijst heeft ingeleverd tevens uiterlijk op de derde dag na de zitting van het centraal stembureau, het verzuim of de verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen op het bestuurskantoor van negen tot zeventien uur. Artikel Ya 7 is van toepassing.

Artikel

Ya 31b

Artikel

Ya 31d

§

5

De verkiezing van de leden van het Europees Parlement

Artikel

Ya 33

Vervallen

Artikel

Ya 34

Vervallen

Artikel

Ya 35

Vervallen

Artikel

Ya 36

Vervallen

Artikel

Ya 37

Vervallen

Artikel

Ya 38

Vervallen

§

6

Bestuursrecht, beroeps- en overgangsbepalingen

Artikel

Ya 40

Artikel

Ya 41

Degene die een aanvraag indient als bedoeld in artikel D 6, eerste lid, verschaft de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

Artikel

Ya 42

Artikel

Ya 44

Artikel

Ya 45

Tegen een beschikking op grond van de artikelen G 2, G 4 of I 4 die wordt genomen in het kader van de verkiezing van de leden van provinciale staten, kan uitsluitend beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Artikel

Ya 46

Artikel

Ya 47

Vervallen

Artikel

Ya 48

Vervallen

Artikel

Ya 49

Vervallen

Artikel

Ya 50

Vervallen

Artikel

Ya 51

Vervallen

Afdeling

VI

Straf-, slot- en overgangsbepalingen

Hoofdstuk

Z

Straf-, persoonsgegevens-, slot- en overgangsbepalingen

§

1

Strafbepalingen

Artikel

Z 1

Degene die stembiljetten, stempassen, kiezerspassen, volmachtbewijzen, briefstembewijzen of vervangend briefstembewijzen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

Artikel

Z 2

Degene die opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken stembiljetten, stempassen, kiezerspassen, volmachtbewijzen, briefstembewijzen of vervangend briefstembewijzen, die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij ze ontving, bekend was, of deze, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

Artikel

Z 3

Degene die stembiljetten, stempassen, kiezerspassen, volmachtbewijzen, briefstembewijzen of vervangend briefstembewijzen voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

Artikel

Z 4

Artikel

Z 5

Artikel

Z 6

Degene die bij een verkiezing als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze overleden is, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.

Artikel

Z 7

Vervallen

Artikel

Z 8

Degene die stelselmatig personen aanspreekt of anderszins persoonlijk benadert ten einde hen te bewegen het formulier op hun stempas, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze pas af te geven, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de derde categorie.

Artikel

Z 8a

De onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie die zowel in Nederland als in een andere lidstaat aan een stemming voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement deelneemt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.

Artikel

Z 9

De werkgever die de hem bij artikel J 10 opgelegde verplichting niet nakomt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van de tweede categorie.

Artikel

Z 10

De voorzitter, de leden en de opgeroepen plaatsvervangende leden van het stembureau die gedurende de zitting buiten noodzaak afwezig zijn zonder dat in vervanging is voorzien, worden gestraft met geldboete van de eerste categorie.

§

1a

Verwerking persoonsgegevens

§

1b

Handhaving maatregelen hoofdstuk V, paragraaf 8, Wet publieke gezondheid

Artikel

Z 11c

Indien bij of krachtens artikel 58f of 58g van de Wet op de publieke gezondheid maatregelen worden genomen die van toepassing zijn op plaatsen of gedeelten daarvan die in gebruik zijn ten behoeve van de uitvoering van een verkiezing als bedoeld in de Kieswet, kan een lid van het stembureau, briefstembureau, gemeentelijk stembureau, hoofdstembureau, nationaal briefstembureau dan wel centraal stembureau de aanwijzingen geven die nodig zijn om de naleving daarvan te verzekeren. De aanwijzing dat een persoon de locatie niet mag betreden, of dat een persoon de locatie moet verlaten, kan enkel worden gegeven door de voorzitter.

§

2

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel

Z 12

Artikel

Z 13

De bij deze wet gevoegde tabel maakt deel uit van deze wet.

Artikel

Z 15

Vervallen

Artikel

Z 16

Vervallen

Artikel

Z 17

Vervallen

Artikel

Z 18

Vervallen

Artikel

Z 19

Vervallen

Artikel

Z 20

Artikel

Z 21

Deze wet kan worden aangehaald als Kieswet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, D. IJ. W. de Graaff-Nauta
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes

Tabel

bedoeld in artikel E 1, eerste lid, van de Kieswet

1.

De provincie Groningen

Groningen

2.

De provincie Fryslân

Leeuwarden

3.

De provincie Drenthe

Assen

4.

De provincie Overijssel

Zwolle

5.

De provincie Flevoland

Lelystad

6.

De gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Heumen, Maasdriel, Neder-Betuwe, Nijmegen, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel.

Nijmegen

7.

De gemeenten van de provincie Gelderland die niet tot kieskring 6 behoren.

Arnhem

8.

De provincie Utrecht

Utrecht

9.

De gemeente Amsterdam

Amsterdam

10.

De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Diemen, Gooise Meren, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hilversum, Huizen, Laren, Ouder-Amstel, Uithoorn, Velsen, Wijdemeren, Zandvoort.

Haarlem

11.

De gemeenten van de provincie Noord-Holland die niet tot de kieskringen 9 of 10 behoren.

Den Helder

12.

De gemeente 's-Gravenhage en het gebied buiten Nederland.

's-Gravenhage

13.

De gemeente Rotterdam

Rotterdam

14.

De gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Barendrecht, Delft, Dordrecht, Goeree-Overflakkee, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Hoeksche Waard, Maassluis, Midden-Delfland, Molenlanden, Nissewaard, Papendrecht, Ridderkerk, Rijswijk, Schiedam, Sliedrecht, Vlaardingen, Voorne aan Zee, Westland, Zwijndrecht.

Dordrecht

15.

De gemeenten van de provincie Zuid-Holland die niet tot de kieskringen 12, 13 of 14 behoren.

Leiden

16.

De provincie Zeeland

Middelburg

17.

De gemeenten Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Halderberge, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Woensdrecht, Zundert.

Tilburg

18.

De gemeenten van de provincie Noord-Brabant die niet tot kieskring 17 behoren.

's-Hertogenbosch

19.

De provincie Limburg.

Maastricht

20.

De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Bonaire