Regeling benoemingseisen examencommissieleden

Regeling benoemingseisen examencommissieleden

De Minister van Binnenlandse Zaken,
Gezien het advies van het curatorium Rijksbrandweeracademie van 6 april 1992, nr. CRBA 92/U7;

Besluit:

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze ministeriële regeling wordt verstaan onder:

a.
de commissie:

de examencommissie, belast met de beoordeling van de kennis en de vaardigheid van de kandidaten;

b.
de voorzitter:

de voorzitter, tevens lid van de commissie;

c.
het examen:

het samenstel van module-examens betreffende een opleiding;

d.
de module:

elke onderwijseenheid over een samenhangend deel van de leerstof, die zowel presentatie, verwerking als toetsing omvat en die flexibel programmeerbaar is in het systeem, waarvan het een onderdeel is;

e.
het module-examen:

elk examen ter afsluiting van een module, dat bestaat uit een schriftelijk deel, een praktisch deel, een projectopdracht of een combinatie daarvan;

f.
het bestuur:

het bestuur van het Nederlands bureau brandweerexamens, genoemd in artikel 18g, eerste lid, van de Brandweerwet 1985;

g.
de kerndocent:

de docent die verantwoordelijk is voor het samenstellen en begeleiden van één of meer programma-onderdelen van een opleiding.

Paragraaf

2

De commissie voor het niveau brandwacht

Artikel

2

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van adjunct-hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit brandweerpersoneel (Stb. 1991, 276), of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • b.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd heeft als lid van de commissie op het te examineren niveau.

Artikel

3

Tot lid van de commissie voor de eindopdracht van de modules repressie, persoonlijke bescherming en levensreddende handelingen I, bedoeld in artikel 2 van het Examenreglement brandwacht, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over ten minste het diploma onderbrandmeester, bedoeld in artikel 5 van het Examenreglement onderbrandmeester, of een daaraan gelijkwaardig diploma;

  • b.

    aangesteld is in ten minste de rang van onderbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • c.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden; en

  • d.

    relevante ervaring heeft in ten minste de operationele functie bevelvoerder.

Artikel

4

Vervallen

Paragraaf

3

De commissie voor het niveau brandwacht eerste klasse

Artikel

5

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van adjunct-hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • b.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd heeft als lid van de commissie op het te examineren niveau.

Artikel

6

Tot lid van de commissie voor de module-examens repressie, pompbediener, hulpverlener, centralist, vliegtuigbrandbestrijding, gaspakdrager en hulpverlening bij grootschalig optreden, bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met g, van het Examenreglement brandwacht eerste klasse, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over ten minste het diploma hoofdbrandwacht, bedoeld in artikel 5 van het Examenreglement hoofdbrandwacht, of een daaraan gelijkwaardig diploma;

  • b.

    aangesteld is in ten minste de rang van hoofdbrandwacht, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • c.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden;

  • d.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer in de te examineren module les gegeven heeft.

Paragraaf

4

De commissie voor het niveau hoofdbrandwacht

Artikel

7

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van adjunct-hoofdbrandmeester eerste klasse, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel g, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • b.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd heeft als lid van de commissie op het te examineren niveau.

Artikel

8

Tot lid van de commissie van de module-examens organisatie en leiding geven, repressie, preventiecontrolefunctionaris, verkenner gevaarlijke stoffen, hulpverlening, bronbestrijder en salvage bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met g, van het Examenreglement hoofdbrandwacht, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over ten minste het diploma onderbrandmeester, bedoeld in artikel 5 van het Examenreglement onderbrandmeester (Stcrt. 1992, 111) of een daaraan gelijkwaardig diploma;

  • b.

    aangesteld is in ten minste de rang van onderbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • c.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden;

  • d.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer in de te examineren module les gegeven heeft.

Paragraaf

5

De commissie voor het niveau onderbrandmeester

Artikel

9

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel h, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • b.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd heeft als lid van de commissie op het te examineren niveau.

Artikel

10

Tot lid van de commissie voor de module-examens verbranding en blussing, organisatie, gevaarlijke stoffen, repressie, materieel, sociale vaardigheden (schriftelijk deel), vliegtuigbrandbestrijding, petro/chemie, tankincidenten en repressie keuze, bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met j, van het Examenreglement onderbrandmeester, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over ten minste het diploma brandmeester, bedoeld in artikel 5 van het Examenreglement brandmeester, of een daaraan gelijkwaardig diploma;

  • b.

    aangesteld is in ten minste de rang van brandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • c.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden;

  • d.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer in de te examineren module les gegeven heeft.

Artikel

11

Tot lid van de commissie voor het module-examen sociale vaardigheden (projectopdracht), bedoeld in artikel 2, onderdeel e, van het Examenreglement onderbrandmeester, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over:

  • b.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie op het terrein van sociale vaardigheden, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden.

Paragraaf

6

De commissie voor het niveau brandmeester

Artikel

12

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van hoofdbrandmeester eerste klasse, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • b.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd heeft als lid van de commissie op het te examineren niveau.

Artikel

13

Tot lid van de commissie voor de module-examens sociale vaardigheden (schriftelijk deel), organisatie, technische dienst en repressie keuze, bedoeld in de onderdelen a, b, f en g van het Examenreglement brandmeester, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over ten minste het diploma adjunct-hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 13 van het Examenreglement adjunct-hoofdbrandmeester 1993, of een daaraan gelijkwaardig diploma;

  • b.

    aangesteld is in ten minste de rang van adjunct-hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • c.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden;

  • d.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer in de te examineren module les gegeven heeft.

Artikel

14

Tot lid van de commissie voor het module-examen sociale vaardigheden (projectopdracht) bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van het Examenreglement brandmeester, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over:

  • b.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie op het terrein van sociale vaardigheden, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaatsgevonden.

Paragraaf

7

De commissie voor het niveau adjunct-hoofdbrandmeester

Artikel

15

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van commandeur, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel j, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • b.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd heeft als lid van de commissie op het te examineren niveau.

Artikel

16

Tot lid van de commissie voor de module-examens organisatie, repressie, operationeel management (schriftelijk deel), logistiek/technische dienst, preventie, preparatie/opleiding en oefening, officier kleine brandweerorganisatie en basis-repressie II (schriftelijke deel), bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met g, alsmede onderdeel i, van het Examenreglement adjunct-hoofdbrandmeester 1993, kan worden benoemd degene die:

  • a.
    • beschikt over ten minste het diploma adjunct-hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 13 van het Examenreglement adjunct-hoofdbrandmeester 1993 of een daaraan gelijkwaardige diploma;

    • aangesteld is in ten minste de rang van adjunct-hoofdbrandmeester eerste klasse, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel g, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

    • ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaatsgevonden;

    • binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer in de te examineren module les gegeven heeft; dan wel

  • b.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie op het terrein van de te examineren module, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaatsgevonden, en beschikt over:

Artikel

17

Tot lid van de commissie voor het module-examen operationeel management (projectopdracht), bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van het Examenreglement adjunct-hoofdbrandmeester 1993, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over:

  • b.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie op het terrein van de te examineren module, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden.

Artikel

17a

Tot lid van de commissie voor het module-examen basis-repressie I, bedoeld in artikel 2, onderdeel h, van het Examenreglement adjunct-hoofdbrandmeester 1993, kan worden benoemd degene die:

  • a.
    • beschikt over ten minste het diploma hoofdbrandwacht, bedoeld in artikel 5 van het Examenreglement hoofdbrandwacht, of een daaraan gelijkwaardig diploma;

    • aangesteld is in ten minste de rang van hoofdbrandwacht, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

    • ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden;

    • binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer in de te examineren module les gegeven heeft, dan wel

  • b.
    • lid is van de Vereniging arts-docenten in de EHBO, of

    • in het bezit is van de aantekening kader-instructeur van de EHBO dat afgegeven is door het Oranje Kruis en van een geldig getuigschrift reanimatie, bedoeld in onderdeel 6.6 van de regeling, houdende vaststelling richtlijnen reanimatie-onderwijs aan leken en EHBO-ers van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, of

    • in het bezit is van het diploma ambulance-verpleegkundige van de Stichting Opleidingen en Scholing ten behoeve van het Ambulancevervoer, als ambulance-verpleegkundige werkzaam is en ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden.

Artikel

17b

Tot lid van de commissie voor het module-examen basis-repressie II (praktisch deel), bedoeld in artikel 2, onderdeel i, van het Examenreglement adjunct-hoofdbrandmeester 1993 kan worden benoemd degene die:

Paragraaf

8

De commissie voor het niveau hoofdbrandmeester

Artikel

18

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van commandeur, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel j, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • b.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd heeft als lid van de commissie op het te examineren niveau.

Artikel

19

Tot lid van de commissie voor de module-examens repressie, management/beleidskunde, proactie/preventie/preparatie I, proactie/preventie/preparatie II, opleidings- en oefenbeleid, informatie- en communicatietechnologie beheer, regionaal officier gevaarlijke stoffen en waarschuwings- en verkenningsdienstdeskundige, bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met h, van het Examenreglement hoofdbrandmeester 1993, kan worden benoemd degene die:

  • a.
    • beschikt over ten minste het diploma hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 10 van het Examenreglement hoofdbrandmeester 1993 of een daaraan gelijkwaardig diploma;

    • aangesteld is in ten minste de rang van hoofdbrandmeester eerste klasse, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

    • ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaatsgevonden;

    • binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer in de te examineren module les gegeven heeft; dan wel

  • b.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie op het terrein van de te examineren module, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaatsgevonden, en beschikt over:

Paragraaf

8a

De commissie voor het niveau commandeur

Artikel

19a

De voorzitter van de commissie voor het module-examen basisrepressie commandeur, bedoeld in artikel 10 van het Examenreglement commandeur 1998:

  • a.

    is aangesteld in ten minste de rang van commandeur, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel j, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang en

  • b.

    heeft binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd als lid van de commissie op het niveau hoofdbrandmeester.

Artikel

19b

De leden van de commissie voor het module-examen basisrepressie commandeur, bedoeld in artikel 10 van het Examenreglement commandeur 1998:

Artikel

19c

De voorzitter van de commissie voor de beoordeling van de eindopdracht, bedoeld in artikel 11 van het Examenreglement commandeur 1998:

Artikel

19d

De leden van de commissie voor de beoordeling van de eindopdracht, bedoeld in artikel 11 van het Examenreglement commandeur 1998:

Artikel

20

Vervallen

Paragraaf

9

De commissie voor het examen brandweerduiker

Artikel

20a

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van adjunct-hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit brandweerpersoneel of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • b.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd heeft als lid van de commissie voor het examen brandweerduiker.

Artikel

20b

Tot lid van de commissie voor de module-examens, bedoeld in artikel 2, van het Examenreglement brandweerduiker 1995, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over ten minste het diploma hoofdbrandwacht, bedoeld in artikel 5 van het Examenreglement hoofdbrandwacht, of een daaraan gelijkwaardig diploma;

  • b.

    aangesteld is in ten minste de rang van hoofdbrandwacht, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • c.

    in het bezit is van

    • het certificaat instructeur-duiker van de Stichting Brandweeropleiding in Nederland, of van het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding, of

    • een erkenning tot instructeur-duiker die afgegeven is door de hoofdinspecteur van het brandweerwezen alsmede

    • een geldig brevet duiker bij de brandweer of een diploma brandweerduiker;

  • d.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden;

  • e.

    ten minste één keer de te examineren module heeft onderwezen in de afgelopen twee jaar.

Paragraaf

9a

De commissie voor het examen brandweerchauffeur

Artikel

20c

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van adjunct-hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang; en

  • b.

    ten minste één jaar, waaronder het direct aan de benoeming voorafgaande jaar, gefungeerd heeft als lid van de commissie voor het examen brandweerchauffeur.

Artikel

20d

Tot lid van de commissie voor de module-examens, bedoeld in artikel 2, van het Examenreglement brandweerchauffeur 1997, kan worden benoemd degene die:

  • a.
  • b.
    • in het bezit is van het geldig instructeurscertificaat B of C, bedoeld in artikel 7 van de Wet rijonderricht motorvoertuigen 1993;

    • aangesloten is bij de BOVAG;

    • ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar is gegeven; en

    • binnen twee jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer de te examineren module heeft onderwezen.

Paragraaf

9b

De commissie voor het examen instructeur

Artikel

20e

De voorzitter van de commissie voor het module-examen instructeur, bedoeld in artikel 2 van het Examenreglement instructeur 1993:

  • a.

    is aangesteld in ten minste de rang van hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel h, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang; en

  • b.

    heeft binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd als lid van de commissie op het niveau onderbrandmeester.

Artikel

20f

De leden van de commissie voor het schriftelijk deel van het module-examen instructeur, bedoeld in artikel 2 van het Examenreglement instructeur 1993:

  • a.

    beschikken over ten minste het diploma brandmeester, bedoeld in artikel 5 van het Examenreglement brandmeester, of een daaraan gelijkwaardig diploma;

  • b.

    zijn aangesteld in ten minste de rang van brandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit brandweerpersoneel, of waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • c.

    hebben ten minste drie jaar ervaring in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaatsgevonden; en

  • d.

    hebben binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer in de te examineren module les gegeven.

Artikel

20g

Tot lid van de commissie voor het praktisch deel van het module-examen, bedoeld in artikel 2, van het Examenreglement instructeur 1993, kan worden benoemd degene die ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden, en binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer in de te examineren module les gegeven heeft, en:

Paragraaf

9c

De commissie voor het examen duikploegleider

Artikel

20h

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van adjunct-hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit brandweerpersoneel of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang; en

  • b.

    binnen drie jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één jaar gefungeerd heeft als lid van de commissie voor het examen brandweerduiker.

Artikel

20i

Tot lid van de commissie voor de module-examens, bedoeld in artikel 2, van het Examenreglement duikploegleider 2004, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over ten minste het diploma onderbrandmeester, bedoeld in artikel 5 van het Examenreglement onderbrandmeester, of een daaraan gelijkwaardig diploma;

  • b.

    in het bezit is van een geldig rijksdiploma brandweerduiker;

  • c.

    aangesteld is in ten minste de rang van onderbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d van het Besluit brandweerpersoneel of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • d.

    in het bezit is van

    • 1°.

      het certificaat instructeur-duiker van de Stichting Brandweeropleiding in Nederland of van het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding, of

    • 2°.

      een erkenning tot instructeur-duiker die afgegeven is door de hoofdinspecteur van het brandweerwezen, of

    • 3°.

      een certificaat specialisatie instructeur duiken afgegeven door het Nederlands bureau brandweerexamens;

  • e.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden; en

  • f.

    ten minste drie jaar operationeel leiding heeft gegeven aan een duikploeg.

Paragraaf

9d

De commissie voor het examen veiligheidsmanager

Artikel

20j

De voorzitter van de commissie voor de beoordeling van de eindopdracht, bedoeld in artikel 26 van het Examenreglement veiligheidsmanager 2004:

Paragraaf

9e

De commissie voor het examen brandweercentralist

Artikel

20l

Tot voorzitter kan worden benoemd degene die:

  • a.

    aangesteld is in ten minste de rang van adjunct-hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang; en

  • b.

    ten minste één jaar, waaronder het direct aan de benoeming voorafgaande jaar, gefungeerd heeft als lid van de commissie voor het examen Brandweercentralist.

Artikel

20m

Tot lid van de commissie voor de module-examens, bedoeld in artikel 2 van het Examenreglement brandweercentralist 2004, kan worden benoemd degene die:

  • a.

    beschikt over ten minste het diploma onderbrandmeester of een daaraan gelijkwaardig diploma;

  • b.

    aangesteld is in ten minste de rang van onderbrandmeester, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit brandweerpersoneel, of, waar het een persoon aangesteld bij een bedrijfsbrandweer betreft, in een daaraan gelijkwaardige rang;

  • c.

    ten minste drie jaar ervaring heeft in het geven van instructie, waarbij de laatste instructie binnen de afgelopen drie jaar is gegeven; en

  • d.

    binnen twee jaar voorafgaand aan de benoeming ten minste één keer de te examineren module heeft onderwezen.

Paragraaf

10

Slotbepalingen

Artikel

21

De Regeling benoemingseisen examencommissieleden (Stcrt. 1990, 39) wordt ingetrokken.

Artikel

22

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 1992.

Artikel

23

Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling benoemingseisen examencommissieleden.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Voor deze,
De directeur-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, I.W.Opstelten