Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (PbEG 1977, L 26 en PbEG 1992, 57);
richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 1988 tot vaststelling van de eisen voor de productie van en het handelsverkeer in gehakt, vlees in stukken van minder dan 100 gram en vleesbereidingen en tot wijziging van de richtlijnen 64/433/EEG, 71/118/EEG en 72/462/EEG (PbEG L 382);
richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395);
richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnen gebracht (PbEG 1998, L 24);
verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEU L 21);
op Nederlands grondgebied gelegen inspectiepost aan de grens die voldoet aan de bij of krachtens artikel 6 van richtlijn 97/78/EG gestelde voorschriften en uit dien hoofde overeenkomstig dat artikel is aangewezen en erkend voor de controle van bepaalde soorten producten;.
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
de door de bevoegde autoriteit van het betrokken land aangewezen dierenarts;
lid-staat van de Europese Unie, niet zijnde Nederland;
land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lid-staat;
op Nederlands grondgebied gelegen inspectiepost die is aangewezen en erkend overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 van richtlijn 90/675/EEG;
opslagruimte als bedoeld in verordening (EEG) nr. 2503/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1988 betreffende de douane-entrepots (PbEG L 225);
opslagruimte als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder b, van verordening (EEG) nr. 2504/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1988 betreffende de vrije zones en de vrije entrepots (PbEG L 225);
opslagruimte als bedoeld in verordening (EEG) nr. 4151/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op goederen die het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 367);
hoeveelheid pluimveeproducten van dezelfde aard waarvoor, voor zover van toepassing, eenzelfde certificaat of document geldt, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en afkomstig is uit hetzelfde land of gedeelte van een land;
elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, zijnde de eerste ontvanger op Nederlands grondgebied van een partij pluimveeproducten afkomstig uit een lid-staat;
belanghebbende bij de lading als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van richtlijn 97/78/EG;.
kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden en ganzen, alsmede vogels als bedoeld in artikel 2, derde lid, van richtlijn nr. 91/495/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 inzake gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie en het in de handel brengen van konijnevlees en vlees van gekweekt wild (PbEG L 268).
vleesproducten of andere producten van dierlijke oorsprong, afkomstig van pluimvee.
alle delen van pluimvee, met inbegrip van vacuüm of in ‘controlled atmosphere’ verpakt vlees, die naar hun aard geschikt zijn voor menselijke consumptie en die geen behandeling ter bevordering van de houdbaarheid dan wel slechts een koelbehandeling hebben ondergaan;
producten als bedoeld in artikel 2, onder deel a, aanhef, van richtlijn 77/99/EEG, niet zijnde vlees onderscheidenlijk producten als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, sub i en ii, van die richtlijn;
producten als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van richtlijn 77/99/EEG;
Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PbEG 1993, L 62);
Beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1991 tot vaststelling van het model van de gezondheidsertificaten voor uit derde landen ingevoerde vleesproducten (PbEG L 240);
Beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 februari 1994 tot vaststelling van een lijst van derde landen waaruit de Lid-Staten de invoer van vers vlees van pluimvee toestaan (PbEG L 44);
beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1995 tot vaststelling van de lijst van inspectieposten aan de grens die zijn erkend voor de veterinaire controles van producten en dieren uit derde landen, tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de door de veterinaire deskundigen van de Commissie te verrichten controles en tot intrekking van Beschikking 94/24/EG (PbEG L 211);
beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 januari 1996 inzake nieuwe overgangsmaatregelen om de overgang naar de bij Richtlijn 90/675/EEG van de Raad vastgestelde regeling inzake veterinaire controles te vergemakkelijken (PbEG L 24);.
beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 december 1996 tot vaststelling van de gezondheidsvoorschriften en het gezondheidscertificaat voor de invoer uit derde landen van vleesproducten die zijn verkregen met vlees van pluimvee, vlees van gekweekt wild vlees van vrij wild en konijnenvlees (PbEG L 17);
beschikking (EG) nr. 2003/812 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 17 november 2003 tot vaststelling van lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad toestaan (PbEU L 305);
Beschikking (EG) nr. 2004/280 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PbEU L 87).