Regeling stimulering biologische productiemethode

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op verordening (EEG) nr. 2078/92 van de Raad van 30 juni 1992 betreffende landbouwproduktiemethoden die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubescherming, en betreffende natuurbeheer (PbEG L 215), als ook gelet op de artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet;
Gezien het advies van het Landbouwschap, het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten, de Vereniging Biologisch Dynamische Landbouw, de Stichting Biologica, de Stichting Skal en Platform Biologische Landbouw en Voeding;
Gezien de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen bij beschikking nr. C(94)543 van 29 april 1994;

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b.
LASER:

Dienst landelijke service bij regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

c.
stichting Skal:

controle-instelling belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode bepaalde;

d.
landbouwtelling:

landbouwtelling als bedoeld in artikel 24 van de Landbouwwet;

e.
veevoedergewassen:

blijvend grasland, corn cob mix, luzerne, snijmaïs en andere snijgranen, tijdelijk grasland, veldbonen, voederbiet en zonnebloem;

f.
landbouwbedrijf:

in Nederland gevestigd bedrijf waarop blijkens de gegevens van de landbouwtelling of het bouwplan van het jaar van indienen van de aanvraag, een of meer van de navolgende productierichtingen plaatsvindt:

  • 1.

    akker- en vollegrondstuinbouw, met inbegrip van de teelt van veevoedergewassen,

  • 2.

    glastuinbouw of

  • 3.

    fruitteelt;

g.
pacht:

recht dat wordt ontleend aan een door de grondkamer goedgekeurde overeenkomst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Pachtwet, welke is aangegaan voor ten minste de wettelijke termijn;

h.
verordening (EG) nr. 1257/1999:

verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PbEG L 160);

i.
verordening (EEG) nr. 2078/92:

verordening (EEG) nr. 2078/92 van de Raad van 30 juni 1992 betreffende landbouwproductiemethoden die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubescherming, en betreffende natuurbeheer (PbEG L 215);.

j.
rechtspersoon:

rechtspersoon, anders dan een publiekrechtelijke rechtspersoon;

k.
biologische productiemethode:

productiemethode als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode;

l.
biologische teelt van veevoedergewassen:

voortbrenging van veevoedergewassen overeenkomstig de voorschriften van bijlage 1 van de Landbouwkwaliteitsregeling biologische productiemethode met uitzondering van onderdeel A. 1;

m.
biologisch teeltplan:

door de stichting Skal goedgekeurd plan waarin voor alle percelen van het landbouwbedrijf waarvoor de verplichtingen worden aangegaan, de wijze waarop omschakeling naar dan wel de voortzetting van de toepassing van de biologische productiemethode of de uitoefening van de biologische teelt van veevoedergewassen wordt aangegeven;

n.
Controlereglement Skal-controle:

Controlereglement Skal-controle zoals vastgesteld door het bestuur van de stichting Skal en opgenomen in bijlage 1;

o.
bedrijfsaansluitingsbevestiging:

bedrijfsaansluitingsbevestiging als bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Controlereglement biologische productiemethode onderscheidenlijk artikel 2, derde lid, van het Controlereglement Skal-controle van de stichting Skal;

p.
bedrijfsaansluitingscertificaat:

bedrijfsaansluitingscertificaat als bedoeld in artikel 2, achtste lid, van het Controlereglement biologische productiemethode onderscheidenlijk artikel 2, achtste lid, van het Controlereglement Skal-controle van de stichting Skal;

q
bouwplan:

het plan waarin voor het landbouwbedrijf een overzicht is gegeven van het soort gewas dat per perceel wordt geteeld;

r.
goede landbouwpraktijken:

de geldende nationale en Europese minimumnormen op het gebied van milieu, dierenwelzijn en hygiëne, hetgeen omvat de geldende normen bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewater, de Meststoffenwet, de Wet bodembescherming, de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de Diergeneesmiddelenwet en de Plantenziektenwet.

Artikel

2

De minister kan ter vermindering van de belasting voor het milieu en de natuur door de landbouw op grond van de volgende bepalingen een subsidie verstrekken ten behoeve van de biologische produktiemethode en van de biologische teelt van veevoedergewassen.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

4a

Bij een besluit als bedoeld in artikel 14, eerste lid, kan de minister bepalen dat subsidie slechts wordt verleend ten behoeve van:

  • a.

    bij dat besluit bepaalde gewassen, groepen van gewassen of productierichtingen;

  • b.

    arealen die tenminste, onderscheidenlijk ten hoogste, overeenkomen met een bij dat besluit bepaalde omvang;

  • c.

    bedrijven waarvan, gelet op de economische omstandigheden, de noodzaak van een financiële ondersteuning van de omschakeling groter is ten opzichte van andere bedrijven;

  • d.

    bedrijven die aantoonbaar beschikken over afzetgaranties van biologisch geproduceerde producten;

  • e.

    bedrijven waarvan de directeur onderscheidenlijk bedrijfsleider beschikt over een bij dat besluit bepaalde mate van opleiding of vakbekwaamheid;

  • f.

    het stadium van omschakeling van bedrijven onderscheidenlijk productierichtingen;

  • g.

    andere bij dat besluit nader gedefinieerde bedrijven.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

6a

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Artikel

9

Een aanvraag tot subsidieverlening kan slechts worden ingediend, indien de aanvrager op het tijdstip van het indienen van de aanvraag tot subsidieverlening voor de betrokken percelen niet reeds een subsidie is verleend op grond van deze regeling.

Artikel

10

Artikel

10a

Artikel

11

De Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is belast met het toezicht op de naleving van de in deze regeling gestelde voorschriften. Zij kan daartoe gebruik maken van de diensten van de stichting SKAL.

Artikel

11a

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

14a

Artikel 14b

Vervallen

Artikel

15

Artikel

16

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

17

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling stimulering biologische productiemethode.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
voor deze,
De Directeur-Generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G. van derLely

Bijlage

I

Het Controlereglement Skal-controle, bedoeld in artikel 1

Controlereglement Skal-controle, betreffende het verloop van de controle en het uitreiken van tekenen en bewijsstukken inzake de biologische productiemethode als omschreven in de Skal-normen en de daaruit voortkomende producten.

Het bestuur van de Stichting Skal;

Gelet op artikel 31 van de Statuten der Stichting (Stcrt. 1993, 73);

heeft in zijn vergadering van 30 september 1993 vastgesteld het navolgende reglement.

Artikel

1

Dit reglement neemt over de terminologie van de Landbouwkwaliteitswet (Stb. 1971, 371), het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode (Stb. 1992, 661), de Landbouwkwaliteitsregeling biologische productiemethode (Stcrt. 1992, 253) en de Statuten van de Stichting Skal (Stcrt. 1993, 73) en verstaat voorts onder:

Statuten:

de Statuten van de Stichting Skal;

controleur:

de controleur(s) dan wel inspecteur(s) in dienst van de Stichting Skal;

secundair productieproces:

verhandelen, opslaan, bereiden, marktklaar maken, invoeren van (landbouw)producten;

primaire productie:

handelingen die zijn gericht op het voortbrengen van landbouwproducten in de oorspronkelijke staat;

secundaire productie:

alle handelingen van verwerking, verduurzaming, verpakking, invoering, verhandeling, marktklaar maken en opslag van (landbouw)producten;

primair producent:

marktdeelnemer die enkel landbouwproducten produceert en enkel de door hem geproduceerde producten in de handel brengt;

secundair producent:

marktdeelnemer, niet zijnde een primair producent, die (landbouw)producten verhandelt, opslaat, bereidt, marktklaar maakt en/of invoert;

bedrijfsnummer:

bedrijfspecifiek nummer; het nummer waaronder de desbetreffende aangeslotene bij de Stichting staat geregistreerd;

procesnummer:

processpecifiek nummer, verbonden aan de procesomschrijving en gekoppeld aan het bedrijfsnummer; het nummer waaronder het desbetreffende proces bij de Stichting staat geregistreerd;

productnummer:

productspecifiek nummer verbonden aan het productregistratiecertificaat; het nummer waaronder het desbetreffende product bij de Stichting staat geregistreerd;

bedrijfsaansluitingsbevestiging:

aansluitbevestiging als bedoeld in artikel 2, derde lid, van dit reglement. Het vormt tezamen met het aanvraagformulier voor registratie de overeenkomst als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Statuten;

bedrijfsaansluitingscertificaat:

certificaat als bedoeld in artikel 2, achtste lid, van dit reglement en waarvan een model als bijlage 2 bij dit reglement is gevoegd;

procesregistratiebevestiging:

registratiebevestiging als bedoeld in artikel 7, derde lid, van dit reglement. Het vormt tezamen met het aanvraagformulier voor registratie de overeenkomst als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Statuten;

procesregistratiecertificaat:

certificaat als bedoeld in artikel 7, achtste lid, van dit reglement en waarvan een model als bijlage 3 bij dit reglement is gevoegd;

productregistratiebevestiging:

registratiebevestiging als bedoeld in artikel 12, derde lid, van dit reglement. Het vormt tezamen met het aanvraagformulier voor registratie de overeenkomst als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Statuten;

productregistratiecertificaat:

certificaat als bedoeld in artikel 12, zevende lid, van dit reglement en waarvan een model als bijlage 4 bij dit reglement is gevoegd;

importeursaansluitingscertificaat:

certificaat als bedoeld in artikel 17, derde lid, van dit reglement en waarvan een model als bijlage 5 bij dit reglement is gevoegd. Het vormt tezamen met het aanvraagformulier voor registratie de overeenkomst als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Statuten;

Skal-certificaat:

certificaat als bedoeld in artikel 22, eerste lid onder c, van dit reglement en waarvan een model als bijlage 6 bij dit reglement is gevoegd;

Bijdrage-reglement:
importeur:

natuurlijk of rechtspersoon die producten invoert uit niet-EG-landen om ze in de EG in de handel te brengen;

door Skal erkend controlesysteem:

controlesysteem van de in bijlage 7 van dit reglement bedoelde controleorganisaties;

norm-product(en):

product(en) niet vallend onder de werking van het Besluit maar wel vallend onder de werking van een overeenkomst.

Paragraaf

I

Bepalingen betreffende de aansluiting van landbouwbedrijven die niet onder de werking van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode vallen, maar wel vallen onder de werking van een overeenkomst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Statuten van de Stichting Skal (hierna te noemen: (primaire productie-)eenheden)

Artikel

2

Artikel

3

Het bedrijfsaansluitingscertificaat bevat:

  • a.

    de naam en handelsnaam van de aangeslotene;

  • b.

    adres en woonplaats of plaats van vestiging van aangeslotene;

  • c.

    een aanduiding omtrent de productiesector waar de aansluiting betrekking op heeft;

  • d.

    de omvang van het bedrijf dan wel de productie-eenheid waar de aansluiting betrekking op heeft;

  • e.

    een verklaring dat het bedrijf van de aangeslotene is gecontroleerd en dat de op het bedrijf gebezigde productiewijze voldoet aan het bij of krachtens de Statuten bepaalde (w.o. de Skal-normen);

  • f.

    het nummer waaronder de aangeslotene bij de Stichting is geregistreerd;

  • g.

    periode waarvoor het bedrijfsaansluitingscertificaat geldig is; dit is maximaal één kalenderjaar;

  • h.

    de datum van controle en keuring;

  • i.

    de verplichting van de aangeslotene om de Stichting onverwijld in kennis te stellen van wijzigingen in de onder a, b, c of d bedoelde gegevens, alsmede van wijzigingen in het bij de Stichting bekende productieschema.

    • 1.

      Zolang zich geen wijzigingen hebben voorgedaan en aan het bij of krachtens de Statuten bepaalde is voldaan wordt telkenjare een nieuw bedrijfsaansluitingscertificaat afgegeven.

      Het bedrijfsaansluitingscertificaat is geldig voor de daarop vermelde periode en zolang zich geen wijzigingen van de op het certificaat vermelde gegevens hebben voorgedaan en aan het bij of krachtens de Statuten bepaalde is voldaan.

    • 2.

      Het bedrijfsaansluitingscertificaat wordt ondertekend en afgegeven door de directeur.

    • 3.

      Wijzigingen op het bedrijf van de aangeslotene die leiden tot omstandigheden van dien aard dat, waren zij reeds aanwezig geweest ten tijde van de afgifte van het bedrijfsaansluitingscertificaat, dit certificaat toen niet zou zijn verstrekt, maken het ongeldig, waarmee het recht als bedoeld in artikel 2, achtste lid, komt te vervallen. De houder is in dat geval verplicht het bedrijfsaansluitingscertificaat op eerste vordering aan de controleur af te geven, die het onder zich houdt tot de oorzaken van ongeldigheid zijn weggenomen.

Artikel

4

Artikel

5

De aangeslotene is verplicht:

  • a.

    een zodanige administratie, schriftelijk of anderszins, bij te houden dat de controleur:

    • de oorsprong, de herkomst, de aard en de hoeveelheden alsmede het gebruik van alle aangekochte producten kan nagaan, alsmede,

    • de oorsprong, de herkomst, de aard, de hoeveelheden en de bestemmingen (waaronder: naam en adres van de desbetreffende afnemers met vermelding van de data van aflevering) van alle verkochte producten kan nagaan. De hoeveelheden dienen, wanneer zij betrekking hebben op de rechtstreekse verkopen aan de eindconsument, per product per dag te zijn samengesteld, alsmede,

    • wanneer de eenheid landbouwproducten verwerkt die zij zelf heeft geproduceerd, alle andere gegevens kan controleren die, naar de mening van de controleur, voor een adequate controle van de behandelingen dan wel bereidingen nodig zijn, zoals de oorsprong, de aard en de hoeveelheden van de ingrediënten, de additieven en de hulpstoffen voor fabricage die aan een te onderscheiden eenheid zijn geleverd en de samenstelling van de bereide producten;

  • b.

    bij ontvangst van producten de sluiting van de verpakking of container en de aanwezigheid van de gegevens als bedoeld in artikel 22 te controleren. Het resultaat van deze controle moet expliciet in de administratie van de aangeslotene worden vermeld. Wanneer deze controle twijfel doet rijzen of het betrokken product wel afkomstig is van een marktdeelnemer die onder controle van een door Skal erkend controlesysteem valt, mag met de verwerking of de verpakking ervan slechts worden begonnen nadat hieromtrent uitsluitsel is verkregen;

  • c.

    door hem verhandelde norm-producten vergezeld te doen gaan van een document dan wel te verpakken; een en ander overeenkomstig artikel 22 van dit reglement;

  • d.

    te handelen overeenkomstig het gestelde in artikel 3, eerste lid, onder i;

  • e.

    jaarlijks vóór de aan te geven datum het (per perceel) gespecificeerde productieschema dan wel het aantal aanwezige dieren en of de aanwezige productiecapaciteit aan de Stichting mee te delen, overeenkomstig het gestelde in artikel 4, eerste lid, van het Bijdragereglement.

Artikel

6

Paragraaf

II

Bepalingen betreffende de aansluiting van eenheden voor verwerken, verhandelen, en marktklaar maken van producten en levensmiddelen die niet onder de werking van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode vallen, maar wel vallen onder de werking van een overeenkomst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Statuten van de Stichting Skal (hierna te noemen: (secundaire productie-) eenheden)

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

De aangeslotene is verplicht:

  • a.

    een zodanige administratie, schriftelijk of anderszins, bij te houden dat de controleur:

    • de oorsprong, de herkomst, de aard en de hoeveelheden alsmede het gebruik van alle aan een te onderscheiden eenheid geleverde producten kan nagaan, alsmede,

    • de oorsprong, de herkomst, de aard, de hoeveelheden en de bestemmingen alsmede het gebruik van alle producten die een te onderscheiden eenheid hebben verlaten kan nagaan, alsmede,

    • alle andere gegevens kan controleren die, naar de mening van de controleur, voor een adequate controle van de behandelingen dan wel bereidingen nodig zijn, zoals de oorsprong, de aard en de hoeveelheden van de ingrediënten, de additieven en de hulpstoffen voor fabricage die aan een te onderscheiden eenheid zijn geleverd en de samenstelling van de bereide producten;

  • b.

    bij ontvangst van norm-producten de sluiting van de verpakking of container en de aanwezigheid van de gegevens als bedoeld in artikel 22 te controleren. Het resultaat van deze controle moet expliciet in de administratie van de aangeslotene worden vermeld.

    Wanneer deze controle twijfel doet rijzen of het betrokken product wel afkomstig is van een marktdeelnemer die onder controle van een door Skal erkend controlesysteem valt, mag met de verwerking of de verpakking ervan slechts worden begonnen nadat hieromtrent uitsluitsel is verkregen.

  • c.

    een administratie, schriftelijk of anderszins, bij te houden van de aard, de hoeveelheden en de bestemming (waar onder: naam en adres van de desbetreffende afnemers met vermelding van de data van aflevering) van alle afgeleverde producten;

  • d.

    door hem bereide norm-producten vergezeld te doen gaan van een document dan wel te verpakken, een en ander overeenkomstig artikel 22 van dit reglement;

  • e.

    te handelen overeenkomstig het gestelde in artikel 8, eerste lid, onder h;

  • f.

    periodiek vóór de aan te geven datum de gevraagde gegevens aan de Stichting mee te delen door het volledig en correct invullen van een productie-opgave-formulier.

Artikel

11

Wanneer in een te onderscheiden eenheid andere dan norm-producten worden verwerkt, bereid, marktklaar gemaakt of opgeslagen:

  • a.

    dient de te onderscheiden eenheid te beschikken over afzonderlijke ruimten voor de opslag van de norm-producten vóór en na de behandelingen;

  • b.

    dient een partij ineens en zonder onderbreking te worden behandeld en fysiek of in de tijd gescheiden te worden gehouden van gelijksoortige behandelingen betreffende niet norm-producten;

  • c.

    dienen genoemde behandelingen, indien zij niet frequent (minder dan één keer per vier weken) worden verricht, van te voren bij de Stichting gemeld te worden, met inachtname van een termijn van vier werkdagen;

  • d.

    dienen alle maatregelen te worden genomen om ervoor te zorgen dat de partijen kunnen worden geïdentificeerd en dat vermenging met producten die niet in overeenstemming met het bij of krachtens de Statuten bepaalde (w.o. de Skal-normen) zijn verkregen, wordt vermeden.

Paragraaf

III

Bepalingen betreffende de registratie van te bereiden, te verwerken of marktklaar te maken producten en levensmiddelen die niet onder de werking van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode vallen, maar wel vallen onder de werking van een overeenkomst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Statuten van de Stichting Skal (hierna te noemen: te bereiden norm-produkten)

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

De aangeslotene is verplicht:

  • a.

    een zodanige administratie, schriftelijk of anderszins, bij te houden dat de controleur:

    • de oorsprong, de herkomst, de aard en de hoeveelheden alsmede het gebruik van alle aan een te onderscheiden eenheid geleverde produkten kan nagaan, alsmede,

    • de oorsprong, de herkomst, de aard, de hoeveelheden en de bestemmingen alsmede het gebruik van alle produkten die een te onderscheiden eenheid hebben verlaten kan nagaan, alsmede,

    • alle andere gegevens kan controleren die, naar mening van de controleur, voor een adequate controle van de behandelingen dan wel bereidingen nodig zijn, zoals de oorsprong, de aard en de hoeveelheden van de ingrediënten en de hulpstoffen voor fabricage die aan een te onderscheiden eenheid zijn geleverd en de samenstelling van de bereide norm-produkten;

  • b.

    bij ontvangst van norm-produkten de sluiting van de verpakking of container en de aanwezigheid van de gegevens als bedoeld in artikel 22 te controleren. Het resultaat van deze controle moet expliciet in de administratie van de aangeslotene worden vermeld.

    Wanneer deze controle twijfel doet rijzen of het betrokken produkt wel afkomstig is van een marktdeelnemer die onder controle van een door Skal erkend controlesysteem valt, mag met de verwerking of de verpakking ervan slechts worden begonnen nadat uitsluitsel is verkregen;

  • c.

    een administratie, schriftelijk of anderszins, bij te houden van de aard, de hoeveelheden, de financiële omzet en de bestemming (waar onder: naam en adres van de desbetreffende afnemers met vermelding van de data van aflevering) van alle verkochte produkten. De hoeveelheden dienen, wanneer zij betrekking hebben op de rechtstreekse verkopen aan de eindconsument, per dag per produkt te zijn samengesteld;

  • d.

    door hem verhandelde norm-produkten vergezeld te doen gaan van een document dan wel te (doen) verpakken, een en ander overeenkomstig artikel 22 van dit reglement;

  • e.

    te handelen overeenkomstig het gestelde in artikel 13, eerste lid, onder j;

  • f.

    periodiek vóór de aan te geven datum de gevraagde gegevens aan de Stichting mee te delen, overeenkomstig het gestelde in artikel 4, eerste lid, van het Bijdrage-reglement.

Artikel

16

Wanneer in een te onderscheiden eenheid andere dan norm-produkten worden verwerkt, bereid, marktklaar gemaakt of opgeslagen:

  • a.

    dient de te onderscheiden eenheid te beschikken over afzonderlijke ruimten voor de opslag van de normprodukten vóór en na de behandelingen;

  • b.

    dient een partij ineens en zonder onderbreking worden behandeld en fysiek of in de tijd gescheiden te worden gehouden van gelijksoortige behandelingen betreffende niet norm-produkten;

  • c.

    dienen genoemde behandelingen, indien zij niet frequent (minder dan één keer per vier weken) worden verricht, van te voren bij de Stichting gemeld te worden, met inachtname van een termijn van vier werkdagen;

  • d.

    dienen alle maatregelen te worden genomen om ervoor te zorgen dat de partijen kunnen worden geïdentificeerd en dat vermenging met produkten die niet in overeenstemming met het bij of krachtens de Statuten bepaalde (w.o. de Skal-normen) zijn verkregen, wordt vermeden.

Paragraaf

IV

Bepalingen betreffende de aansluiting van een importeur, inzake het invoeren van produkten en levensmiddelen die niet onder de werking van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode vallen, maar wel vallen onder de werking van een overeenkomst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Statuten van de Stichting Skal

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

De aangeslotene is verplicht:

  • a.

    een zodanige administratie, schriftelijk of anderszins, bij te houden dat de controleur:

    • de oorsprong, de herkomst, de aard en de hoeveelheden alsmede het gebruik van alle ingevoerde produkten kan nagaan, alsmede,

    • de oorsprong, de herkomst, de aard, de hoeveelheden en de bestemmingen alsmede het gebruik van alle in de handel gebrachte ingevoerde produkten kan nagaan, alsmede,

    • zich ervan kan vergewissen dat voldaan is aan de bepalingen zoals gesteld bij of krachtens de Statuten bepaalde;

    • alle andere gegevens kan controleren die, naar mening van de controleur, voor een adequate controle van de invoer nodig zijn;

  • b.

    bij ontvangst van norm-produkten de sluiting van de verpakking of container en de aanwezigheid van de gegevens als bedoeld in artikel 22 te controleren. Het resultaat van deze controle moet expliciet in de administratie van de aangeslotene worden vermeld.

    Wanneer deze controle twijfel doet rijzen of het betrokken produkt wel afkomstig is van een marktdeelnemer die onder controle van een door Skal erkend controlesysteem valt, mag met de verwerking of de verpakking ervan slechts worden begonnen nadat uitsluitsel is verkregen;

  • c.

    een administratie, schriftelijk of anderszins, bij te houden van de aard, de hoeveelheden en de bestemming (waar onder: naam en adres van de desbetreffende leveranciers en afnemers met vermelding van de data van aflevering) van alle ingevoerde en in de handel gebrachte produkten. De hoeveelheden dienen, wanneer zij betrekking hebben op de rechtstreekse verkopen aan de eindconsument, per dag te zijn samengesteld;

  • d.

    door hem verhandelde norm-produkten vergezeld te doen gaan van een document dan wel te verpakken; een en ander overeenkomstig artikel 22 van dit reglement;

  • e.

    te handelen overeenkomstig het gestelde in artikel 18, eerste lid, onder h;

  • f.

    periodiek vóór de aan te geven datum de gevraagde gegevens aan de Stichting mee te delen door het volledig en correct invullen van het productie-opgave-formulier, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Bijdragereglement.

Paragraaf

V

Bepalingen betreffende het invoeren, van produkten en levensmiddelen die niet onder de werking van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode vallen, maar wel vallen onder de werking van een overeenkomst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Statuten van de Stichting Skal

Artikel

21

Paragraaf

VI

Bepalingen betreffende het vervoer en het gebruik van Certificaten en aanduidingen

Artikel

22

Paragraaf

VII

Bepalingen betreffende de controle ingevolge een overeenkomst

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Paragraaf

VIII

Slotbepalingen

Artikel

26

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het Bestuur van de Stichting.

Artikel

27