Subsidieregeling welzijnsbeleid

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Justitie;

Besluit:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

§

1

Algemeen

Artikel

2

Deze regeling is van toepassing op subsidies waarop het bekostigingsbesluit van toepassing is.

§

2

Subsidieplafond

Artikel

2b

Artikel

2c

Een besluit tot vaststelling van een subsidieplafond wordt in de Staatscourant bekend gemaakt.

Hoofdstuk

II

Instellingssubsidies

§

1

Berekening van de subsidie

Artikel

3

Artikel

3a

Het bedrag, bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, 16, 28, 40 en 44b, wordt verlaagd met het bedrag waarmee het maximaal toegestane bedrag van de in artikel 7 bedoelde reservering wordt overschreden.

§

2

Indieningsdatum aanvraag meerjarig instellingssubsidie

Artikel

4

Een aanvraag van een meerjarige instellingssubsidie wordt ingediend uiterlijk dertien weken voor de aanvang van het eerste kalenderjaar van de periode waarvoor subsidie wordt gevraagd.

§

3

Subsidievoorschotten

Artikel

5

§

4

Nadere algemene subsidievoorschriften

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Op de balans worden de voorzieningen, gesplitst naar hun aard, en de reservering opgenomen. In de toelichting op de balans worden de toevoegingen en de onttrekkingen aan de voorzieningen en reservering toegelicht.

Artikel

9

Baten en lasten die door middel van interne doorberekeningen worden toegerekend, worden bepaald op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen. Voor zover hierin lasten zijn begrepen van materiële vaste activa, worden deze lasten op basis van aanschaffings-prijzen van die activa berekend.

Artikel

10

De rapportage omtrent de naleving van de subsidiebepalingen, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van het bekostigingsbesluit, geschiedt in geval van een instellingssubsidie overeenkomstig het als bijlage 2 bij deze regeling opgenomen controleprotocol en met gebruikmaking van de in bijlage 3 bij deze regeling opgenomen model-accountantsverklaringen.

Hoofdstuk

III

Projectsubsidies

§

1

Berekening van de subsidie

Artikel

11

Een projectsubsidie, anders dan een subsidie als bedoeld in de artikelen 42, 43 en 43a, bestaat uit het verschil tussen de met de gesubsidieerde activiteiten samenhangende werkelijke lasten, voor zover opgenomen in een door de minister goedgekeurde begroting, en de met de gesubsidieerde activiteiten samenhangende baten. De subsidie bedraagt niet meer dan een door de minister vast te stellen maximum.

§

2

Subsidievoorschotten

Artikel

12

§

3

Nadere algemene subsidievoorschriften

Artikel

13

In een projectplan komen ten minste de in bijlage 4 bij deze regeling genoemde onderwerpen aan de orde.

Artikel

14

Baten en lasten van een project die door middel van interne doorberekeningen worden toegerekend, worden bepaald op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen. Voor zover hierin lasten zijn begrepen van materiële vaste activa, worden deze lasten op basis van aanschaffingsprijzen van die activa berekend.

Artikel

15

De rapportage omtrent de naleving van de subsidiebepalingen, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van het bekostigingsbesluit, geschiedt in geval van een projectsubsidie overeenkomstig het als bijlage 5 bij deze regeling opgenomen controleprotocol en met gebruikmaking van de in bijlage 6 bij deze regeling opgenomen model-accountantsverklaringen.

Hoofdstuk

IV

Bijzondere bepalingen

§

1

Bejaardenpensions

Artikel

16

Artikel

17

§

2

Vorming, training en advies

Artikel

18

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a.
vorming, training en advies:

het geheel van programma’s gericht op het toerusten van deelnemers inzake hun functioneren als vrijwilliger ten behoeve van het voorkomen van sociaal isolement van personen in een kwetsbare positie of ter bevordering van maatschappelijke participatie van zodanige personen;

b.
deelnemer:

een vrijwilliger of aspirant-vrijwilliger, die deelneemt aan een programma;

c.
programma:

een samenstel van leeractiviteiten op het terrein van vorming, training en advies;

d.
geslaagde deelnemer:

een deelnemer die volledig heeft deelgenomen aan een programma en schriftelijk te kennen heeft gegeven dat de vooraf gestelde leerdoelen zijn gerealiseerd;

e.
normbedrag:

een jaarlijks door de minister vast te stellen bedrag.

Artikel

19

Artikel

20

Een instelling die subsidie ontvangt op grond van artikel 19:

  • a.

    realiseert programma’s voor groepen met op jaarbasis een groepsgrootte van gemiddeld 14 geslaagde deelnemers en een duur van gemiddeld vijf dagdelen;

  • b.

    stelt de minister per kwartaal schriftelijk op de hoogte van de stand van zaken en ontwikkelingen overeenkomstig het in bijlage 10 bij deze regeling opgenomen model en

  • c.

    draagt zorg voor een registratiesysteem per deelnemer dat voldoende inzicht biedt in de mate waarin voldaan wordt aan deze paragraaf.

Artikel

20a

De instelling die subsidie ontvangt op grond van artikel 19 overlegt met de minister jaarlijks:

  • a.

    in het tweede kwartaal naar aanleiding van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie over de resultaten van het voorafgaande jaar mede met het oog op de opstelling door de instelling van het activiteitenplan voor het komende jaar en

  • b.

    in het vierde kwartaal over het activiteitenplan voor het volgende jaar mede in het licht van de voortgang van de activiteiten in het lopende jaar en de resultaten van het onder a bedoelde overleg.

§

3

Landelijke jeugdorganisaties

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

§

4

Kinderen of pleegkinderen van binnenschippers en kermisexploitanten

Artikel

27

Artikel

28

De minister verstrekt aan CENSIS een instellingssubsidie voor het in internaten of pleeggezinnen huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen.

Artikel

29

Artikel

29a

Artikel

29b

Artikel

30

De aanvraag van een subsidie als bedoeld in artikel 28 alsmede de daarbij behorende begroting, worden ingericht overeenkomstig de als bijlage 9 bij deze regeling gevoegde formulieren.

§

5

Uitkeringen ten behoeve van quotumvluchtelingen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Vervallen

Artikel

33

Vervallen

§

6

Landelijke zelforganisaties van minderheden en Chinezen

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Vervallen

Artikel

35a

Vervallen

Artikel

36

Vervallen

§

7

Landelijke sportorganisaties en bijzondere landelijke sportorganisaties

Algemene bepalingen

Artikel

37

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a.
landelijke sportorganisatie:

een instelling met ten minste 2500 leden uit ten minste vijf provincies, die werkzaam is op het gebied van de sport, een landelijk werkterrein heeft en representatief is voor één of meer takken van sport;

b.
bijzondere landelijke sportorganisatie:

een instelling die een landelijk werkterrein heeft en uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam is op één of meer van de volgende gebieden:

  • deskundigheidsbevordering;

  • sportgezondheidszorg en sportmedische begeleiding;

  • arbeidsaangelegenheden in de sport;

  • sportaccommodatie;

  • topsport;

  • sportveiligheid;

  • sportstimulering;

  • gehandicaptensport;

  • ondersteuning van aangesloten landelijke sportorganisaties;

c.
sportopleiding:

een samenhangende reeks van lessen op het gebied van de sport, opleidend tot bekwaamheden voor functies in de sport;

d.
experimentele sportopleiding:

een sportopleiding in ontwikkeling;

e.
sportbijscholing:

een samenhangende reeks van lessen, gericht op het vergroten van de deskundigheid van sportfunctionarissen;

f.
lid:

een natuurlijke persoon die bij een landelijke sportorganisatie of bij een vereniging, aangesloten bij een landelijke sportorganisatie, als lid geregistreerd staat, door wie of ten behoeve van wie aan de landelijke sportorganisatie jaarlijks een bedrag wordt afgedragen en die zich uitdrukkelijk als zodanig heeft opgegeven;

g.
A-accommodatie:

een sportaccommodatie die door een landelijke sportorganisatie is aangewezen als een nationale en internationale trainings- en wedstrijdaccommodatie voor een of meer bepaalde takken van sport;

h.
B-accommodatie:

een sportaccommodatie die door een landelijke sportorganisatie is aangewezen als een regionale trainings- en wedstrijdaccommodatie voor een of meer bepaalde takken van sport;

i.
topsportevenement:
  • 1º.

    een eindronde van een Europees- of wereldkampioenschap;

  • 2º.

    een evenement om een vergelijkbare titel;

  • 3º.

    een evenement dat onderdeel is van een serie wedstrijden die beslissend is voor de titel Europees of wereldkampioen;

  • 4º.

    een Olympisch of Paralympisch kwalificatietoernooi;

  • 5º.

    een ander door de minister als zodanig aangewezen evenement;

j.
evenementaccommodatie:

een accommodatie voor een topsportevenement;

k.
World Anti Doping Code:

de antidopingcode, zoals deze is vastgesteld door de World Anti Doping Agency te Montreal.

Dopingbeleid

Artikel

38

Artikel

39

Vervallen

Instellingssubsidie kosten uitvoering opleiding

Artikel

40

Een instellingssubsidie aan een landelijke sportorganisatie of een bijzondere landelijke sportorganisatie voor de uitvoering van een door de minister erkende sportopleiding, een sportbijscholing of een experimentele sportopleiding bestaat uit een bedrag dat ontstaat door vermenigvuldiging van het aantal gerealiseerde onderwijscontact-uren, tot een door de minister vastgesteld maximum, met een door de minister vast te stellen normbedrag.

Instellingssubsidie kosten sportmedisch beleid

Artikel

41

Een instellingssubsidie aan een landelijke sportorganisatie of een bijzondere landelijke sportorganisatie voor sportmedisch beleid wordt slechts verleend, indien:

  • a.

    medische handelingen, medische onderzoeken en individuele sportmedische adviseringen geschieden door een sportarts of een sportarts in opleiding;

  • b.

    medische handelingen en medische onderzoeken geschieden met gebruikmaking van medische uitrusting van gangbare kwaliteit in een daartoe adequaat ingerichte ruimte.

Accommodaties

Artikel

42

Artikel

43

Topsportevenementen

Artikel

43a

Artikel

43b

Projectsubsidie kosten project sportmedisch beleid

Artikel

44

Een projectsubsidie voor een project op het terrein van sportmedisch beleid wordt slechts verstrekt, indien:

  • a.

    medische handelingen, medische onderzoeken en individuele sportmedische adviseringen geschieden door een sportarts of een sportarts in opleiding, en

  • b.

    medische handelingen en medische onderzoeken geschieden met gebruikmaking van medische uitrusting van gangbare kwaliteit in een daartoe adequaat ingerichte ruimte.

§

7

Verzetsdeelnemers, vervolgden en burger-oorlogsgetroffenen

Artikel

44a

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a.
oorlogsgetroffene:

een persoon die tot één van de wetten voor oorlogsgetroffenen is toegelaten, dan wel op grond van één van die wetten een aanvraag heeft ingediend welke nog in behandeling is;

b.
maatschappelijk werk aan oorlogsgetroffenen:

het bieden van informatie, psycho-sociale hulpverlening, alsmede signalering en preventie aan oorlogsgetroffenen;

c.
jeugdvoorlichting WOII-heden:

voorlichting aan en educatie van scholieren en buitenschoolse jongeren over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog waarin een verband wordt gelegd met hedendaagse ontwikkelingen inzake racisme, discriminatie en intolerantie.

Artikel

44b

Instellingssubsidie maatschappelijk werk aan oorlogsgetroffenen

De subsidie aan een instelling voor maatschappelijk werk ten behoeve van maatschappelijk werk aan oorlogsgetroffenen bestaat uit een bedrag dat ontstaat door vermenigvuldiging van het aantal door de minister subsidiabel gestelde formatieplaatsen met een door de minister vast te stellen normbedrag.

Artikel

44c

Projectsubsidie jeugdvoorlichting WOII-heden

Vervallen

Hoofdstuk

V

Slotbepalingen

Artikel

45

De ministers kan, gelet op het belang dat dit besluit beoogt te beschermen, artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel

46

De Regeling subsidiëring welzijnsbeleid 1995 wordt ingetrokken, met dien verstande dat die regeling van toepassing blijft ten aanzien van de op grond van die regeling verleende subsidies.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DeStaatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.Terpstra

Bijlage

1

behorende bij Subsidieregeling welzijnsbeleid, artikel 6

Activiteitenplan en beleidsplan bij de aanvraag van een instellingssubsidie

In het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid is in de artikelen 6 en 9 bepaald, dat een aanvraag van een jaarlijkse resp. meerjarige instellingssubsidie voorzien dient te zijn van onder meer een activiteiten- resp. beleidsplan. In de Subsidieregeling welzijnsbeleid is in artikel 6, eerste lid, bepaald dat in de bedoelde plannen ten minste de in bijlage 1 genoemde onderwerpen aan de orde komen. Onderstaand treft u de bedoelde onderwerpen aan.

Opgemerkt zij, dat het niet de bedoeling is te volstaan met trefwoordsgewijze aanduidingen, maar dat op de verschillende onderwerpen, voor zover mogelijk, inhoudelijk en beschrijvend wordt ingegaan. Globaal kan worden gesteld dat een activiteiten- c.q. beleidsplan antwoord moet kunnen geven op vragen als: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe, hoeveel, waartoe, enz.

Algemeen

  • 1.

    Correspondentiegegevens: (naam instelling, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer, naam contactpersoon, objectnummer, bank- of gironummer);

  • 2.

    Het jaar (bij meerjarige instellingssubsidies: de periode) waarop de subsidie-aanvraag betrekking heeft;

  • 3.

    Per iedere activiteit afzonderlijk:

    • a.

      naam/titel/omschrijving van de activiteit

    • b.

      beschrijving van het probleem/de aanleiding tot de activiteit

    • c.

      doelstelling van de activiteit

    • d.

      groep van mensen/de situatie waarop de activiteit gericht is

    • e.

      werkzaamheden en methode/aanpak waarmee men het doel wil bereiken

    • f.

      de verschillende fasen/stappen binnen de activiteit

    • g.

      samenwerking met overheden, instellingen en andere(n)

    • h.

      betrokkenheid van/overleg met/inspraak van doelgroep dan wel derden (bijv vrijwilligers)

    • i.

      vermelden waar ook nog voor dezelfde activiteit subsidie is aangevraagd, voor hoeveel en wat de stand van zaken is

    • j.

      uitvoering/looptijd van de activiteit

    • k.

      tijdsinvestering/personele inzet

    • l.

      plaats van deze activiteit in het kader van het beleid/de voor die periode van toepassing zijnde welzijnsnota

    • m.

      factoren die de uitvoering/realisering van de activiteit negatief kunnen beïnvloeden/risicofactoren voor de haalbaarheid

    • n.

      beoogd/te verwachten resultaat

    • o.

      evaluatie/effectmeting

    • p.

      wat gebeurt er met het resultaat/hoe is de overdracht geregeld

  • 4.

    Indien sprake is van uitvoerend werk resp. steunfunctiewerk in de zin van de Welzijnswet 1994 (zie artikel 1, onder c resp. onder d) moet tevens worden voldaan aan het gestelde in artikel 7, eerste lid, van de Welzijnswet 1994. Derhalve dient in het plan beschreven te worden op welke wijze zorg gedragen wordt voor verantwoorde kwaliteit zoals bedoeld in de wet.

Landelijke sportorganisaties en bijzondere landelijke sportorganisaties

Ten aanzien van de volgende activiteiten van landelijke sportorganisaties en bijzondere landelijke sportorganisaties dienen in de activiteiten- en beleidsplannen ten minste de volgende onderwerpen aan de orde te komen:

  • A.

    Een subsidie in de kosten van topsportbeleid wordt slechts verstrekt indien de activiteiten zijn omschreven in een topsport beleidsplan. In dit topsportbeleidsplan dienen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde te komen:

    • algemene uitgangspunten en veronderstellingen

    • huidige situatie

    • krachtenveldanalyse

    • doelstellingen

    • sporttechnisch beleid

    • speciale projecten

    • infrastructuur

    • commercieel beleid

    • financiering

    • evaluatie

  • B.

    Een subsidie in de kosten van sportmedisch beleid wordt slechts verstrekt indien de activiteiten zijn omschreven in een sportmedischbeleidsplan. In dit sportmedischbeleidsplan dienen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde te komen:

    • het te voeren dopingbeleid

    • de medische begeleiding van topsporters

    • de zorgbehoefte en zorgnoodzaak van topsporters

    • het bewaken en verbeteren van de veiligheid van sporters

    • de deskundigheidsbevordering van trainers en begeleiders met betrekking tot de veiligheids- en gezondheidsaspecten

    • het noodzakelijk en gewenste onderzoek ter verhoging van de veiligheid, de vermindering van blessures en de verbetering van de gezondheid.

  • C.

    Een subsidie in de kosten van deskundigheidsbevordering wordt slechts verstrekt indien de activiteiten zijn omschreven in een deskundigheidsbevorderingsplan als onderdeel van het kaderbeleidsplan. In dit kaderbeleidsplan dienen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde te komen:

    Algemeen

    • algemene uitgangspunten

    • opleidingen en/of bijscholingen

    • deskundigheidsbevordering

    • werving en promotie

    • speciale projecten

    • infrastructuur

    • evaluatie

    • financiering

    Specifiek m.b.t. sportopleidingen en sportbijscholingen

    • opsomming van de soorten en aantallen opleidingen en bijscholingen die voorgenomen zijn te worden gehouden in het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd

    • opgave van het aantal onderwijscontacturen per opleiding en bijscholing

    • de status van de opleiding (erkend, experimenteel).

Vorming, training en advies

De onderwerpen genoemd onder ’algemeen’ zijn niet op deze wijze van toepassing op de activiteitenplannen bij de aanvraag voor een instellingssubsidie als bedoeld in artikel 19. In deze plannen dienen ten minste de volgende onderwerpen aan de orde te komen:

  • a.

    een samenvattende beschrijving van het beleid van de instelling;

  • b.

    een samenvattende beschrijving van de resultaten van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, alsmede een indicatie van het aantal aspirant-vrijwilligers dat vrijwilliger is geworden;

  • c.

    een verkenning van de markt inzake de vraag naar programma’s voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • d.

    de voorgenomen programma’s voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd uitgesplitst naar:

    • de beleidsterreinen waarop de programma’s betrekking hebben

    • het totaal te verwachten aantal geslaagde deelnemers uitgesplitst naar aantal vrijwilligers en aspirant-vrijwilligers

    • de organisatie(s) waaruit de deelnemers afkomstig zijn

    • de doelgroep(en) welke door de (aspirant-)vrijwilligers worden ondersteund

    • de leerdoelen/de resultaten die de deelnemers willen bereiken

    • het aantal programma’s uitgesplitst naar eendaags, meerdaags of conferentie;

  • e.

    een schematisch totaaloverzicht van de voorgenomen programma’s waarin opgenomen:

    • het totaal aantal te verwachten geslaagde deelnemers

    • de verdeling van de deelnemers over doelgroepen/prioriteitsgebieden

    • de omvang van de groepen

    • de gemiddelde groepsgrootte

    • de gemiddelde aantal dagdelen

    • de gemiddelde eigen bijdrage;

  • f.

    de wijze waarop voldaan wordt aan artikel 7 van de wet;

  • g.

    de wijze waarop voorzien is in een registratiesysteem.

Bijlage

2

Controleprotocol subsidieregeling welzijnsbeleid

Controleprotocol Subsidieregeling welzijnsbeleid

Instellingssubsidie

Bij de controle op basis waarvan de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen, bedoeld in het tweede lid van artikel 36 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, plaatsvindt, besteedt de accountant aan de naleving van de hierna genoemde artikelen van dat besluit en van deze subsidieregeling de daarbij aangegeven aandacht.

Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid

Artikel

Soort aandacht

19

normale aandacht

20

normale aandacht

22

normale aandacht

23

normale aandacht

26

speciale aandacht

27, eerste lid

speciale aandacht

28

speciale aandacht

29

speciale aandacht

34

normale aandacht

35

normale aandacht

Subsidieregeling welzijnsbeleid

Alle instellingen:

3a

speciale aandacht

7

speciale aandacht

7

speciale aandacht

9

normale aandacht

Vorming, training en advies:

3/3a

geen verplichting

subsidie-overschotten te reserveren, voor zover het gaat om de subsidie als bedoeld in artikel 19

19, eerste lid

normale aandacht (de controle dient zodanig te zijn dat een verklaring kan worden gegeven bij het aan de minister opgegeven aantal gerealiseerde cursus dagdelen, overeenkomstig de definitie in artikel 18)

20, onder c

normale aandacht (de controle dient zodanig te zijn dat een verklaring kan worden gegeven bij het aan de minister opgegeven aantal deelnemers)

20, onder d

procedurele aandacht

Kinderen of pleegkinderen van binnenschippers en kermisexploitanten

29

speciale aandacht

29a

normale aandacht

29b

speciale aandacht

Landelijke sportorganisaties en bijzondere landelijke sportorganisaties

3/3a

geen verplichting subsidie-overschotten te reserveren, voorzover het gaat om de subsidie als bedoeld in artikel 38

40

normale aandacht (de controle dient zodanig te zijn dat een verklaring kan worden gegeven bij het aan de minister opgegeven aantal gerealiseerde onderwijscontacturen)

41

procedurele aandacht

Onder procedurele aandacht wordt verstaan: controle waarbij erop wordt toegezien of procedures in het leven zijn geroepen om te waarborgen dat aan de desbetreffende voorschriften wordt voldaan, of het volgen van die procedures leidt tot naleving van die voorschriften en of die procedures in feite zijn gevolgd.

Onder normale aandacht wordt verstaan: controle met dezelfde diepgang die de accountant in acht neemt bij de controle van een jaarrekening.

Onder speciale aandacht wordt verstaan: controle waarbij de accountant nadrukkelijk beziet of de desbetreffende subsidiebepalingen zijn nageleefd. In dit geval moet dus verder worden gegaan dan bij de controle die normaal op een jaarrekening wordt uitgeoefend.

Aan de niet genoemde artikelen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Subsidieregeling welzijnsbeleid behoeft bij de controle geen aandacht te worden besteed, met dien verstande dat teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen goed te kunnen verrichten kennisneming van de Welzijnswet 1994 en de niet genoemde artikelen van het besluit en de subsidieregeling noodzakelijk is.

In de beschikking waarbij de instellingssubsidie is verleend, kunnen afwijkende en aanvullende subsidiebepalingen zijn opgenomen. De accountant neemt van de inhoud van deze beschikking kennis en betrekt de naleving van de eventueel opgenomen nadere subsidiebepalingen in de controle. Indien de vaststelling van de instellingssubsidie gebeurt op basis van aantallen gerealiseerde prestaties, dient de controle zodanig te zijn dat een verklaring kan worden gegeven bij de aan de minister opgegeven aantallen gerealiseerde prestaties.

Met betrekking tot de aandacht die de accountant aan artikel 19 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid moet besteden, is het geenszins de bedoeling dat de accountant op grond van dit protocol een doelmatigheidsonderzoek verricht. Bij zijn oordeelsvorming laat de accountant zich leiden door binnen het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaardbare uitgangspunten met betrekking tot het financieel beheer, met andere woorden hij beoordeelt of de instelling zich als ’een goed huisvader’ over de toegewezen gelden heeft ontfermd.

De accountant stelt zijn verklaring op in overeenstemming met het in bijlage 3 opgenomen model.

In de verklaring noemt de accountant de beschikking(en) waarbij het subsidie is verleend. Als in de subsidiedeclaratie/jaarrekening al melding wordt gemaakt van deze beschikkingen, mag de accountant daarnaar verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke.

Voor zover de instelling subsidiebepalingen niet heeft nageleefd maakt de accountant daarvan melding in zijn verklaring.

Als de leiding van de instelling in de subsidiedeclaratie/jaarrekening al melding maakt van de subsidiebepalingen die niet zijn nageleefd, mag de accountant daarnaar verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke.

Bijlage

3

Controleprotocol subsidieregeling welzijnsbeleid

Model accountantsverklaring instellingssubsidie

Accountantsverklaring

(afgegeven t.b.v. het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

Wij hebben de bijgevoegde subsidiedeclaratie/jaarrekening 19.. (verder aangeduid als de verantwoording) van ........ (naam instelling) te ...... (plaats) gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van de huishouding. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording te verstrekken.

Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten en de aanwijzingen die de minister in bijlage 2 bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid heeft gegeven met betrekking tot de controle op en de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen.

Volgens de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de verantwoording. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de verantwoording zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van de huishouding daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de verantwoording. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Goedkeurende verklaring:

Wij zijn van oordeel dat de verantwoording een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 19.. en van het resultaat over 19.. in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en dat de verantwoording voldoet aan de bepalingen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid inzake de verantwoording.

Wij hebben vastgesteld dat de subsidiebepalingen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Subsidieregeling welzijnsbeleid alsmede de nader gestelde subsidieverplichtingen in brief, kenmerk ......, d.d. ...... zijn nageleefd.

Andere verklaringen (als geen goedkeurende verklaring wordt afgegeven):

Wij zijn van oordeel dat ................................ .

Plaats en datum:

Handtekening:

Naam accountant:

Naam accountantskantoor :

Adres:

Postcode en woonplaats:

Telefoon:

Bijlage

4

behorende bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid artikel 13

Projectplan bij de aanvraag van een projectsubsidie

In het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid is in artikel 11, tweede lid, bepaald, dat een aanvraag van een projectsubsidie voorzien dient te zijn van onder meer een projectplan.

In de Subsidieregeling welzijnsbeleid is in artikel 13 bepaald dat in het bedoelde plan ten minste de in bijlage 4 genoemde onderwerpen aan de orde komen. Onderstaand treft u de bedoelde onderwerpen aan.

Opgemerkt zij, dat het niet de bedoeling is te volstaan met trefwoordsgewijze aanduidingen, maar dat op de verschillende onderwerpen, voor zover mogelijk, inhoudelijk en beschrijvend wordt ingegaan. Globaal kan worden gesteld dat een projectplan antwoord moet kunnen geven op vragen als: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe, hoeveel, waartoe, enz.

Algemeen

  • 1.

    Correspondentiegegevens: (naam rechtspersoon/natuurlijke persoon, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer, naam contactpersoon, objectnummer, bank- of gironummer);

  • 2.

    Het jaar/de periode waarop de subsidie-aanvraag betrekking heeft;

  • 3.

    Per project afzonderlijk:

    • a.

      naam/titel/omschrijving van het project

    • b.

      beschrijving van het probleem/ de aanleiding tot het project

    • c.

      doelstelling van het project

    • d.

      groep van mensen/de situatie waarop het project gericht is

    • e.

      werkzaamheden en methode/aanpak waarmee men het doel wil bereiken

    • f.

      de verschillende fasen/stappen binnen het project

    • g.

      samenwerking met overheden, instellingen en andere

    • h.

      betrokkenheid van/overleg met/inspraak van doelgroep dan wel derden (bijv. vrijwilligers)

    • i.

      vermelden waar ook nog voor het project subsidie is aangevraagd, voor hoeveel en wat de stand van zaken is

    • j.

      uitvoering/looptijd van het project

    • k.

      tijdsinvestering/personele inzet

    • l.

      plaats van het project in het kader van het beleid/de voor die periode van toepassing zijnde welzijnsnota

    • m.

      factoren die de uitvoering/realisering van het project negatief kunnen beãnvloeden/risicofactoren voor de haalbaarheid

    • n.

      beoogd/te verwachten resultaat

    • o.

      evaluatie/effectmeting

    • p.

      wat gebeurt er met het resultaat/hoe is de overdracht geregeld

    • q.

      op grond van welke ervaring c.q. deskundigheid bent u van menig dit project te kunnen uitvoeren en laten slagen

  • 4.

    Indien in het project sprake is van uitvoerend werk resp. steunfunctiewerk in de zin van de Welzijnswet 1994 (zie artikel 1, onder c resp. onder d) moet tevens worden voldaan aan het gestelde in artikel 7, eerste lid, van de Welzijnswet 1994.

    Derhalve dient in het plan beschreven te worden op welke wijze zorg gedragen wordt voor verantwoorde kwaliteit zoals bedoeld in de wet.

    In ieder geval dient uit de beschrijving duidelijk te worden wat het innovatieve karakter van het project is, wat de landelijk betekenis ervan is en op welke wijze het project past binnen de hoofdlijnen van het welzijnsbeleid.

Sportaccommodaties

Ten aanzien van projecten die zijn gericht op het realiseren van een A- of B- accommodatie, dienen, naast onderwerpen genoemd onder `algemeen', de volgende onderwerpen aan de orde te komen:

  • het inzicht in de gebruiksmogelijkheden en de gebruiksvoornemens ten behoeve van het nationale trainings- en wedstrijdwezen;

  • de eigenaar van de (te realiseren) accommodatie;

  • de wijze waarop wordt voorzien in de toegankelijkheid voor gehandicapten;

  • de beschrijving van de voor de tak van sport geldende sporttechnische en sportfunctionele normen en eisen inzake het (inter)nationale trainings- en wedstrijdwezen;

  • de wijze waarop wordt voorzien in eventuele aanpassing van de accommodatie indien de accommodatie zou worden gebruikt als evenementaccommodatie.

Topsportevenementen

Ten aanzien van projecten die zijn gericht op de voorbereiding en organisatie van een topsportevenement, dienen, naast de onderwerpen genoemd onder `algemeen', de volgende onderwerpen aan de orde te komen:

  • de plaats op de evenementenkalender van NOC*NSF;

  • de relatie met het (meerjaren) topsportbeleidsplan van de sportorganisatie;

  • de kansen op positieve leerervaringen voor Nederlandse talenten;

  • de kansen op succes voor Nederlandse deelnemers;

  • de (potentiële) stimulans voor sportbeoefening in de betrokken tak van sport in ons land, in de betrokken regio of gemeente(n);

  • de uitstraling van het evenement voor Nederland (Holland-imago).

Bijlage

5

Controleprotocol subsidieregeling welzijnsbeleid

Projectsubsidie

Bij de controle op basis waarvan de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen, bedoeld in het tweede lid van artikel 36 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, plaatsvindt, besteedt de accountant aan de naleving van de hierna genoemde artikelen van dat besluit en van deze subsidieregeling de daarbij aangegeven aandacht.

Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid

Artikel

Soort aandacht

19

normale aandacht

20

normale aandacht

22

normale aandacht

28

speciale aandacht

29

speciale aandacht

34

normale aandacht

Subsidieregeling welzijnsbeleid

Artikel

Soort aandacht

Alle projecten:

11

normale aandacht

14

normale aandacht

Landelijke sportorganisaties en bijzondere landelijke sportorganisaties

44

procedurele aandacht

Onder procedurele aandacht wordt verstaan: controle waarbij erop wordt toegezien of procedures in het leven zijn geroepen om te waarborgen dat aan de desbetreffende voorschriften wordt voldaan, of het volgen van die procedures leidt tot naleving van die voorschriften en of die procedures in feite zijn gevolgd.

Onder normale aandacht wordt verstaan: controle met dezelfde diepgang die de accountant in acht neemt bij de controle van een jaarrekening.

Onder speciale aandacht wordt verstaan: controle waarbij de accountant nadrukkelijk beziet of de desbetreffende subsidiebepalingen zijn nageleefd. In dit geval moet dus verder worden gegaan dan bij de controle die normaal op een jaarrekening wordt uitgeoefend.

Aan de niet genoemde artikelen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Subsidieregeling welzijnsbeleid behoeft bij de controle geen aandacht te worden besteed, met dien verstande dat teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen goed te kunnen verrichten kennisneming van de Welzijnswet 1994 en de niet genoemde artikelen van het besluit en de subsidieregeling noodzakelijk is.

In de beschikking waarbij de projectsubsidie is verleend, kunnen afwijkende en aanvullende subsidiebepalingen zijn opgenomen. De accountant neemt van de inhoud van deze beschikking kennis en betrekt de naleving van de eventueel opgenomen nadere subsidiebepalingen in de controle.

Met betrekking tot de aandacht die de accountant aan artikel 19 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid moet besteden, is het geenszins de bedoeling dat de accountant op grond van dit protocol een doelmatigheidsonderzoek verricht. Bij zijn oordeelsvorming laat de accountant zich leiden door binnen het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaardbare uitgangspunten met betrekking tot het financieel beheer, met andere woorden hij beoordeelt of de instelling zich als ’een goed huisvader’ over de toegewezen gelden heeft ontfermd.

De accountant stelt zijn verklaring op in overeenstemming met het in bijlage 6 opgenomen model.

In de verklaring noemt de accountant de beschikking(en) waarbij het subsidie is verleend. Als in de subsidiedeclaratie al melding wordt gemaakt van deze beschikkingen, mag de accountant daarnaar verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke.

Voor zover de instelling subsidiebepalingen niet heeft nageleefd maakt de accountant daarvan melding in zijn verklaring.

Als de leiding van de instelling in de subsidiedeclaratie al melding maakt van de subsidiebepalingen die niet zijn nageleefd, mag de accountant daarnaar verwijzen met behulp van paragraaf-, paginanummers of dergelijke.

Bijlage

6

Controleprotocol subsidieregeling welzijnsbeleid

Model accountantsverklaring projectsubsidie

Accountantsverklaring

(afgegeven t.b.v. het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

Wij hebben de bijgevoegde subsidiedeclaratie van .......... (naam instelling) te ........ (plaats) gecontroleerd. De subsidiedeclaratie is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van de huishouding. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de subsidiedeclaratie te verstrekken.

Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten en de aanwijzingen die de minister in bijlage 5 bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid heeft gegeven met betrekking tot de controle op en de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen.

Volgens de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de subsidiedeclaratie geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de subsidiedeclaratie. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de subsidiedeclaratie zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van de huishouding daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de subsidiedeclaratie. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Goedkeurende verklaringen

Wij zijn van oordeel dat de subsidiedeclaratie, aangevende een bedrag van per saldo € ........ aan subsidiabele kosten en inkomsten, in overeenstemming is met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de bepalingen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid inzake de subsidiedeclaratie.

Wij hebben vastgesteld dat de subsidiebepalingen van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Subsidieregeling welzijnsbeleid alsmede de nader gestelde subsidieverplichtingen in brief, kenmerk ........, d.d. ........ zijn nageleefd.

Andere verklaringen (als geen goedkeurende verklaring wordt afgegeven):

Wij zijn van oordeel dat .......

Plaats en datum:

Handtekening:

Naam accountant:

Naam accountantskantoor:

Adres :

Postcode en woonplaats:

Bijlage

7

behorende bij de Subsidie-regeling welzijnsbeleid artikel 16

Inkomensonderzoek

Bijdrageplichtigen die geen eigen huishouden voeren

  • 1.

    De instelling

    Naam:

    Adres:

    Plaats:

    Objectnummer VWS:

  • 2.

    Gegevens betreffende de bijdrageplichtige(n)

    Naam:

    Voornamen:

    Geboortedatum:

    Adres:

    Woonplaats:

  • 3.

    Gegevens betreffende eventuele partner

    Naam:

    Voornamen:

    Geboortedatum:

    Adres:

    Woonplaats:

  • 4.

    Gegevens ter vaststelling van het inkomen waarover een bijdrage is verschuldigd

    Netto-inkomsten per maand uit:

    1) (Voormalige) Dienstbetrekking € ......

    2) Sociale verzekeringswetten € ......

    3) Vermogen € ......

    Specificatie (incl rente)

    4) Overige inkomsten (w.o. alimentatie per maand) € ......

    -/- premie zorgverzekering € ...

    -/- Betaalde alimentatie € ..........

    Netto maandinkomen € ..........

  • 5.

    Verschuldigde Eigen Bijdrage*De Eigen Bijdrage zal niet hoger zijn dan de verzorgingsprijs. Indien geen verzorgingsprijs is vastgesteld geldt als uitgangspunt het normbedrag, dat wordt vastgesteld door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

    Indien het netto maandinkomen kleiner is dan de de norm, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Wet werk en bijstand is de eigen bijdrage

    f nihil

    Indien het groter is, dan is de eigen bijdrage netto maandinkomen minus zak- en kleedgeld € ..........

    Op jaarbasis 12 x € ..........

    Aldus naar waarheid ingevuld (bewoner of pensionhouder):

    Plaats:

    Datum:

    (handtekening van degene die de gegevens onder 3 en 4 heeft ingevuld)

    Indien dit niet door de bijdrageplichtige c.q. pensionhouder is gedaan tevens:

    Naam:

    Adres:

    Telefoon:

    Hoedanigheid:

    In te sturen voor 1 oktober 19.. naar:

    Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

    Directie Ouderenbeleid,

    Postbus 3007,

    2280 MJ Rijswijk.

Bijlage

8

behorende bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid artikel 17

Bejaardenpensions

Opgave van voor verzorging en subsidie in aanmerking komende personen en specificatie van de individuele eigen bijdrage in het verzorgingstarief.

Verwachte bezettingslijst bejaardenpensions 19.. (gesubsidieerde personen)

Naam bejaardenpension:

Objectnummer:

Voor het jaar 19..

Naam en voorletter(s) Verwachte eigen bijdrage

1. ....... € ......

2. ....... € ......

3. ....... € ......

4. ....... € ......

5. ....... € ......

6. ....... € ......

7. ....... € ......

8. ....... € ......

9. ....... € ......

10 ....... € ......

Handtekening houder:

In te sturen voor 1 oktober 19.. naar:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Directie Ouderenbeleid

Postbus 3007

2280 MJ Rijswijk

Bijlage

9

, behorend bij artikel 30

Formulier voor de aanvraag van subsidie voor het in internaten of pleeggezinnen huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen

Objectnummer organisatie:

..........................................................

Naam organisatie:

..........................................................

Adres:

..........................................................

Telefoonnummer:

..........................................................

Naam contactpersoon

..........................................................

Telefoonnummer:

..........................................................

Betaalnummer:

..........................................................

(bank- of gironummer)

Naam accountant

..........................................................

A

Huurpanden

B

Eigendomspanden

nieuw verworven

C

Eigendomspanden

(geen kapitaallasten)

D

Eigendomspanden

(geen kapitaallasten

wel erfpacht)

1. Aantal kinderen

1a. internaat x

1.b internaat y

Pand b

Pand a

Pand c

etc.

etc.

etc.

etc.

2. Normbedrag per kind

3. Totaal (1 x 2)

Toelichting:

Regel 1: aantal kinderen dat door CENSIS is gehuisvest perr teldatum van 15 september van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Kolommen A t/m D: het aantal kinderen per internaat dient te worden gesplitst naaar de verschillende panden, waarin zij worden gehuisvest. Indien een kind wordt gehuisvest in een internaat dat bestaat uit verschillende panden, waarvan enkele bijvoorbeeld worden gehuurd en anderen in eigendom worden gehouden, dan dient als uitgangspunt te worden genomen, het pand waar een kind overnacht.

Regel 2: in te vullen door het Ministerie van VWS.

A. Totaal aantal m²

B. Aantal kinderen x 35 m²

C. Overcapaciteit in m² (A - B)

D. Huurinkomsten

Pand a

Pand b

etc.

Toelichting:

Kolom A: aantal m² op basis van het rapport van het Bureau Organisatie Bouwwezen B.V. 'Bouwkundig/functioneel onderzoek gebouwen Schippersinternaten', Utrecht 8 november 1999, voor zover hierin opgenomen.

Kolom B: aantal kinderen dat bij CENSIS is gehuisvest, verzorgd en opgevoed op de teldatum van 15 september van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Kolom C: het gaat hier in beginsel om het verschil tussen kolom A en kolom B. Als er redenen zijn om hier correcties op aan te brengen dient te worden aangegeven voor hoeveel m² de exploitatiekosten werkelijk worden betaald. Vastegesteld moet kunnen worden voor welk deel van de overcapaciteit in het pand de eigenaa de exploitatiekosten betaalt. Alleen voor dat deel is de overgangsregeling van toepassing. Indien een deel van het pand feitelijk of juridisch is gesplitst (bv in appartementen) en de gebruiker van het van het internaat afgezonderde deel geheel zorgdraagt voor de exploitatie en de daaruit voortkomende accommodatiekosten betaalt, moet dit deel in mindering worden gebracht op kolom C.

Kolom D: de volledige huurinkomsten van het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Het gaat hier zowel om de kale huur als om vergoedingen voor belasting, energiekosten e.d.

* Bruto vloeroppervlakte

Berekening van het subsidiebedrag voor de overcapaciteit:

aantal m² conform kolom C

x € 880,33 x Y verminderd met huurinkomsten conform kolom D

35 m²

Y =

  • in 2001: 75%

  • in 2002: 50%

  • in 2003: 25%

Het bedrag van € 880,33 (prijspeil 2000) is het normbedrag dat wordt gehanteerd ten behoeve van de overgangsregeling conform het kabinetsstandpunt schippersinternaten van juli 2000 (Kamerstukken II. 1999/2000, 27240. nr. 1). Als de uitkomst van bovenstaande berekening negatief is, zal de subsidie uit hoofde van de overgangsregeling € 0 zijn.

4. Pleeggezinnen

Aantal kinderen en hun leeftijd, dat op 15 september van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, voor huisvesting, verzorging en opvoeding in pleeggezinnen bij CENSIS is ingeschreven.

Eerste kind:

Leeftijd

Aantal

...........

...........

...........

...........

Tweede en volgend kind:

...........

...........

...........

...........

etc.

5. Bestuursverklaring

Objectnummer:

Het bestuur verklaart kennis te hebben genomen van het Bekostigingsbesluit en de Subsidieregeling Welzijnsbeleid en dienovereenkomstig de begroting 20.... te hebben opgesteld.

Plaats:

..............................................................................

Datum:

..............................................................................

Bijlage

9a

behorende bij artikel 29a, vierde lid Controleprotocol subsidieregeling welzijnsbeleid

CONTROLEPROTOCOL SUBSIDIEREGELING WELZIJNSBELEID

Model accountantsverklaring aantal kinderen in internaten

1.1

Accountantsverklaring

afgegeven ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Wij hebben de bijgevoegde opgave van het aantal door ... (naam instelling) te ... (plaats) per ... (datum) ingeschreven en gehuisveste kinderen in internaten gecontroleerd. Deze opgave is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van ... (naam instelling of soort rechtspersoon). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake deze opgave te verstrekken.

Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten en de aanwijzingen die de minister in bijlage 2 bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid heeft gegeven met betrekking tot de controle op en de rapportage over de naleving van de subsidiebepalingen.

Volgens de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdachten dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de opgave van het aantal kinderen geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen en relevante gegevens. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

- GOEDKEURENDE VERKLARING:

Wij zijn van oordeel dat de opgave de gegevens over het aantal per ... (datum) ingeschreven en gehuisveste kinderen in internaten juist weergeeft.

Bijlage

9b

behorend bij artikel 29b, vierde lid

Berekening ouderbijdrage:

punt voor het eerste kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in een internaat een bijdrage verschuldigd van € 1.407,98, vermeerderd met 3% van dat deel van het belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) in het jaar (t - 2), dat het bedrag van € 16.564,54 te boven gaat, tot een maximum van € 2.553,27;

• voor elk tweede en volgende kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in een internaat een bijdrage verschuldigd van € 938,49, vermeerderd met 1,5% van dat deel van het belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) (t - 2), dat het bedrag van € 16.564,54 te boven gaat, tot een maximum van € 1.511,12;

• voor het eerste kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in een pleeggezin een bijdrage verschuldigd van € 1.407,98, vermeerderd met 1% van dat deel van het belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) (t - 2), dat het bedrag van € 16.564,54 te boven gaat, tot een maximum van € 1.789,75;

• voor elk tweede en volgende kind uit een gezin is bij plaatsing van het kind in een pleeggezin een bijdrage verschuldigd van € 938,49, vermeerderd met 0,5% van dat deel van het belastbare inkomen van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger(s) (t - 2), dat het bedrag van € 16.564,54 te boven gaat, tot een maximum van € 1.129,36.

t = het kalenderjaar waarin CENSIS zorgdraagt voor de huisvesting, verzorging en opvoeding van kinderen en voor welke periode de hoogte van de ouderbijdrage moet worden vastgesteld.

Het belastbaar inkomen van de ouder(s) of de wettelijk vertegenwoordiger(s) van een kind wordt vastgesteld op basis van een kopie van de aanslag van de belastingdienst over het jaar t - 2.

Bijlage

10

behorende bij de Subsidie-regeling welzijnsbeleid artikel 32

voorgenomen aantal

gerealiseerd

nog te verwachten

geslaagde deelnemers

x

x

x

waarvan vrijwilliger

x

x

aspirant-vrijwilliger

x

x

soort cursus

eendaags

x

x

meerdaags

x

x

conferentie e.d.

x

x

gemiddelde groepsgrootte

x

x

gemiddeld aantal dagdelen

x

x

per doelgroep/prioriteit:

...

x

x

...

x

x

...

x

x

enz.

indeling in leerdoelen:

...

x

x

...

x

x

...

x

x

enz.

Opmerkingen:

Belangrijke afwijkingen ten opzichte van het activiteitenplan: