Besluit van 25 augustus 1999, houdende eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag van bedrijfsleiders en beheerders (Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999)

Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 januari 1999, GZB/GZ 99342;
De Raad van State gehoord (advies van 30 maart 1999, no. W13.99.0048/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 augustus 1999, GZB/GZ 992987;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Een leidinggevende voldoet aan de in dit besluit gestelde eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag of daaraan gelijkwaardige eisen van een andere lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Voor de berekening van de laatste vijf jaar, bedoeld in artikel 3, 4 en 5, telt de periode waarin een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is ondergaan, niet mee.

Artikel

7

Het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet wordt ingetrokken.

Artikel

8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999.

Artikel

9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
De Minister van Justitie, A. H. Korthals