Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000

Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Voorts gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 3, tweede lid, onderdelen b, c en d, artikel 4, artikel 5, tweede en derde lid, artikel 6, eerste lid en artikel 11, eerste tot en met vierde lid, van Richtlijn 64/432/EEG inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/12/EG van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 1997 (PbEG L 109) en op Richtlijn 92/66/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (PbEG L 260),

Besluit:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

2

Verzamelen van varkens

Artikel

2

Het verzamelen van varkens is verboden.

Artikel

3

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

4

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

6

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

7

De erkenning, bedoeld in artikel 4, wordt ingetrokken indien het varkensverzamelcentrum niet langer voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 5 en 6.

Artikel

8

Artikel

9

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

3

Verzamelen van runderen

Artikel

9a

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

9b

Een runderverzamelcentrum wordt door de Minister erkend indien voldaan wordt aan de eisen, bedoeld in artikel 9c. Indien het runderverzamelcentrum beschikt over meerdere epidemiologische bedrijfseenheden, bevat het besluit tot erkenning van een runderverzamelcentrum, bedoeld in de eerste volzin, een aanduiding van het aantal epidemiologische eenheden dat voldoet aan artikel 9c, onderdeel y.

Artikel

9c

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

9d

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

9e

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

9f

Artikel

9fa

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

9g

Artikel

9h

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

9ha

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

9i

Artikel

9j

Deze paragraaf geldt in zoverre in aanvulling op het koninklijk besluit van 1 mei 1975 houdende voorschriften betreffende het veeartsenijkundig toezicht op veemarkten (Stb. 247).

§

4

Verzamelen van schapen en geiten

Artikel

9k

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

9l

Een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, wordt door de Minister erkend indien voldaan wordt aan de eisen, bedoeld in artikel 9m.

Artikel

9m

De eisen, bedoeld in artikel 9l, zijn:

  • a.

    het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is gemakkelijk bereikbaar via verharde wegen;

  • b.

    het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, ligt niet in een gebied ten aanzien waarvan op grond van enige wettelijke bepaling maatregelen zijn genomen houdende de instelling van een verbod om dieren uit het betrokken gebied uit te voeren of in de handel te brengen;

  • c.

    het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, maakt geen deel uit van een bedrijf waar vee is gehuisvest, van een slachthuis, of van een andere verzamelplaats ten behoeve van het verzamelen van andere dieren dan schapen, onderscheidenlijk geiten. De gebouwen van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zijn gelegen op een minimale afstand van 100 meter van gebouwen behorende bij één of meer van de bovengenoemde bedrijven. Het schapenverzamelcentrum of het geitenverzamelcentrum, is zodanig omheind dat vrije toegang tot het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, niet mogelijk is;

  • d.

    het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, beschikt over een door de Minister goedgekeurd opleidingsplan op grond waarvan het personeel dat op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, verantwoordelijk is voor de dieren vanwege de aanbieder wordt opgeleid in de zorg voor en het welzijn van de dieren alsmede in de wettelijke eisen die ter zake van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, worden gesteld;

  • e.

    het gehele terrein van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, waar met smetstof verontreinigd materiaal vanaf transportmiddelen op de grond terecht kan komen, is verhard. De plaats waar schapen, onderscheidenlijk geiten, in- en uitgeladen worden is voorzien van een verharde en voor water ondoordringbare terreinbedekking. Het gehele verharde terrein van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is in goede staat van onderhoud en zonder glooiingen;

  • f.

    alle materialen waarmee de schapen of geiten op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, in aanraking kunnen komen zijn uitsluitend van duurzaam en ondoordringbaar materiaal gemaakt dat gemakkelijk en grondig kan worden gereinigd en ontsmet. De materialen worden goed onderhouden en eventuele reparaties worden onmiddellijk uitgevoerd. Het gebruik van corroderende materialen is niet toegestaan. Hout is slechts toegestaan, wanneer dit is ingebed in kunststof of hars;

  • g.

    het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, beschikt over laad- en losruimten waar de schapen, onderscheidenlijk de geiten, worden in- en uitgeladen. De laad- en losvoorzieningen zijn zodanig dat laad- en loswerkzaamheden ongehinderd kunnen plaatsvinden;

  • h.

    behoudens wanneer ten genoegen van de Minister kan worden aangetoond dat de bedrijfsvoering van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zodanig is dat aankomende en vertrekkende schapen, onderscheidenlijk geiten, niet met elkaar in contact komen, is het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zodanig ingericht dat bij het in- en uitladen aankomende en vertrekkende schapen, onderscheidenlijk geiten, niet met elkaar in contact komen;

  • i.

    op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zijn één of meerdere stalruimten aanwezig voor het onderbrengen van de schapen, onderscheidenlijk geiten. Voorzieningen zijn in de stalruimten aanwezig voor het voeren en drenken van de schapen, onderscheidenlijk geiten;

  • j.

    in de onmiddellijke nabijheid van de uitlaadruimte van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is een aparte, afsluitbare stalling voor zieke of van een dierziekte verdachte schapen, onderscheidenlijk geiten, aanwezig, dan wel een stalruimte waarin een voorziening is getroffen voor de afzondering van schapen, onderscheidenlijk geiten, zodanig dat de daartoe bestemde ruimte fysiek door middel van geheel gesloten wanden gescheiden is van de overige stallingsvoorzieningen binnen de stalruimte;

  • k.

    op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is een voor schapen, onderscheidenlijk geiten, ontoegankelijke ruimte aanwezig voor opslag van voeder en strooisel, gescheiden van de ruimte waar schapen, onderscheidenlijk geiten, kunnen verblijven alsmede een afsluitbare, lekvrije, voor vogels of ongedierte ontoegankelijke en goed reinigbare voorziening aanwezig voor de opslag van kadavers. Deze voorziening is zodanig op een verharde plaats gesitueerd dat het vanaf de openbare verharde weg binnen het bereik ligt van de laadkraan van het vervoermiddel van degene die het materiaal ophaalt;

  • l.

    in de nabijheid van de stalruimte is een voorziening aanwezig voor de opslag van mest en indien een stalruimte geheel of gedeeltelijk wordt ingestrooid, is tevens in de nabijheid van de stalruimte een voorziening aanwezig voor de opslag van het gebruikte strooisel;

  • m.

    indien het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, gebruikt wordt voor de export van schapen, onderscheidenlijk geiten, naar een buiten Nederland gelegen slachthuis, is op het centrum ten behoeve van de VWA een stoel, een telefoon en een afsluitbaar bureau aanwezig of een afsluitbare ruimte, ingericht met ten minste een tafel. Indien de VWA een onafhankelijke telefoonaansluiting wenst, komt deze voor rekening van de VWA. In of in de nabijheid van de kantoorruimte bevindt zich een toilet met gelegenheid tot handen wassen;

  • n.

    het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, beschikt over een geschikt opvangsysteem voor het afvalwater waarmee het afvalwater kan afvloeien of op andere wijze wordt verwijderd;

  • o.

    bij de laad- en losruimte en in de stalruimte is een voor inspectie en keuringen passende verlichting met een minimale lichtsterkte van 300 lux aanwezig;

  • p.

    de in- en uitgangen van de stalruimte zijn afsluitbaar. Bij de in- en uitgangen zijn ten behoeve van schoeisel deugdelijke ontsmettingsbakken aanwezig. De inhoud van de ontsmettingsbakken wordt tenminste bij de aanvang van een blokperiode ververst met ontsmettingsmiddelen. De inhoud van de ontsmettingsbakken is zodanig dat te allen tijde afdoende ontsmetting mogelijk is;

  • q.

    er is zoveel stalruimte aanwezig dat de aan- en afvoer van schapen, onderscheidenlijk geiten, per blokperiode ongestoord kan verlopen;

  • r.

    de op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, aanwezige stalruimte en de laad- en losplaatsen zijn voorzien van een gesloten dakbedekking, windkerende wanden en een klimaatsregelingssysteem zodanig dat de stalruimte en de laad- en losplaatsen onder alle klimatologische omstandigheden deugdelijk en efficiënt gereinigd en ontsmet kunnen worden;

  • s.

    het vloeroppervlak van de stalruimte bestaat geheel uit voor water ondoordringbaar materiaal. De wanden van deze ruimten bestaan, voorzover deze niet hoger zijn dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak, geheel, dan wel, voorzover deze hoger zijn dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak, tot een hoogte van 2,5 meter uit voor water ondoordringbaar en niet poreus materiaal, zodat deze steeds gereinigd en ontsmet kunnen worden;

  • t.

    op het terrein zijn één of meerdere wasplaatsen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen. De wasplaatsen zijn geregistreerd op grond van artikel 23, eerste lid, van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000;

  • u.

    op het terrein zijn één of meerdere reinigings- en ontsmettingsinstallaties of -inrichtingen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van het terrein, de stalruimten en overige voorzieningen. Deze installaties en inrichtingen voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • ten behoeve van reiniging en ontsmetting is levering van warm water van tenminste 70 °C en koud water, beide met voldoende hoge druk mogelijk;

    • bij besproeiing onder hoge druk kan een detergens worden aangebracht die het oppervlak reinigt;

    • door verneveling of anderszins kan ontsmettingsmiddel op het gereinigde oppervlak worden aangebracht en

    • efficiënte en deugdelijke reiniging en ontsmetting van het gehele verharde terrein als bedoeld in de onderdelen e en s, moet mogelijk zijn;

  • v.

    het bij reiniging en ontsmetting gebruikte water dient op regelmatige afstanden af te vloeien naar de gierkelder of naar de met roosters afgedekte kolken;

  • w.

    voor de mogelijkheid tot controle op reiniging en ontsmetting geldt een minimale lichtsterkte van 300 lux;

  • x.

    op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zijn een in- en uitslagregister dan wel een elektronische informatiedrager met gegevens over de in- en uitslag aanwezig waarin onmiddellijk na aankomst, onderscheidenlijk voor vertrek van de schapen, onderscheidenlijk geiten, onder vermelding van het aantal schapen, onderscheidenlijk geiten, de datum van aankomst en vertrek, het herkomstbedrijf en de eigenaar en het bestemmingsadres van de schapen, onderscheidenlijk geiten, worden bijgehouden door middel van registratie van de identificatie van alle schapen, onderscheidenlijk geiten, die het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, passeren, zodanig dat een directe koppeling tussen het aantal in- en uitgeslagen dieren mogelijk is. De voor aan- en afvoer gebruikte vervoermiddelen worden eveneens onmiddellijk na aankomst, onderscheidenlijk vertrek onder vermelding van de registratienummers van de vervoerders alsmede van het vervoermiddel in het register dan wel in de elektronische informatiedrager bijgehouden alsmede bij export van de schapen, onderscheidenlijk geiten, het serienummer van het gezondheidscertificaat. De houder van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, administreert zodanig, dat de keuringsdierenarts aan de hand van het register alle op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, aangevoerde, aanwezige en afgeleverde schapen, onderscheidenlijk geiten, de vervoerders en de vervoermiddelen waarmee de schapen, onderscheidenlijk geiten, werden getransporteerd, kan traceren. De gegevens bedoeld in dit onderdeel worden minimaal drie jaren bewaard;

  • y.

    op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is een logboek aanwezig waarin door of namens de eigenaar van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, de volgende gegevens worden bijgehouden:

    • type, concentratie en hoeveelheid van de ter ontsmetting gebruikte ontsmettingsmiddelen;

    • datum en tijdstip van door de keuringsdierenarts of de assistent uitgevoerde inspecties;

    • beschrijving van die gevallen waarin door de keuringsdierenarts of de assistent is geconstateerd dat niet aan de in deze regeling gestelde eisen of andere op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, of de aanbieder van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, van toepassing zijnde regelgeving is voldaan, alsmede de in verband met die constateringen door de keuringsdierenarts of de assistent gegeven instructies, en

    • de datum waarop de opheffing van de geconstateerde tekortkomingen zal zijn voorzien.

Artikel

9n

Een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum dat erkend is op grond van artikel 9l, voldoet aan artikel 9m en aan de volgende eisen:

  • a.

    op het schapenverzamelcentrum zijn tegelijk met de schapen geen andere dieren aanwezig;

  • b.

    op het geitenverzamelcentrum zijn tegelijk met de geiten geen andere dieren aanwezig;

  • c.

    gedurende een blokperiode worden uitsluitend schapen, onderscheidenlijk geiten, bijeengebracht met eenzelfde gezondheidsstatus;

  • d.

    de aanbieder vergewist zich ervan dat ten aanzien van de aangevoerde schapen, onderscheidenlijk geiten, de krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren gestelde regels in acht zijn genomen;

  • e.

    de aanbieder draagt er zorg voor dat de aangevoerde schapen, onderscheidenlijk geiten, terstond na aanvoer op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum, worden gemerkt overeenkomstig de Regeling identificatie en registratie van dieren 2002.

  • f.

    aan het einde van de blokperiode wordt het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, ontvolkt;

  • g.

    onmiddellijk na iedere ontvolking wordt het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, gereinigd en ontsmet volgens een door de Minister goedgekeurd protocol met ontsmettingsmiddelen die voor dat doel zijn toegelaten op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962. De aanbieder toont ten genoegen van de keuringsdierenarts of de assistent aan dat voldaan is aan voornoemde reiniging en ontsmetting;

  • h.

    de aanbieder meldt de aanvang en het einde van elke blokperiode uiterlijk om 14.00 uur op de werkdag voorafgaande aan de blokperiode aan de VWA, en

  • i.

    de in- en uitgang van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, worden op dagen waarop aan- en afvoer van schapen, onderscheidenlijk geiten, heeft plaatsgevonden na beëindiging van de werkzaamheden gereinigd en ontsmet.

Artikel

9o

Artikel

9p

Artikel

9q

Deze paragraaf geldt in zoverre in aanvulling op het koninklijk besluit van 1 mei 1975 houdende voorschriften betreffende het veeartsenijkundig toezicht op veemarkten (Stb. 247).

§

5

Tentoonstellingen en keuringen

Artikel

9r

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a.
organisator:

organisator van een tentoonstelling of keuring;

b.
plaats:

plaats waar tentoonstelling of keuring wordt gehouden;

c.
schapen of geiten:

schapen of geiten, die individueel geregistreerd staan bij het Individuele Dier Registratiesysteem van de Gezondheidsdienst voor Dieren;

d.
UBN:

door de minister toegewezen uniek bedrijfsnummer, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren 2002.

Artikel

9s

Het in artikel 9a, eerste lid, en artikel 9k, eerste lid, bedoelde verbod geldt niet voor het bijeenbrengen van runderen, schapen of geiten, afkomstig van verschillende bedrijven, voor een tentoonstelling of een keuring op een plaats, mits voldaan wordt aan de artikelen 9t tot en met 9v.

Artikel

9t

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

9u

Artikel

9v

§

6

Tarieven controle verzamelcentra

Artikel

10

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

11

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

12

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

§

7

Het bijeenbrengen van pluimvee, loopvogels en postduiven

Artikel

13

In geheel Nederland zijn de markten waarop pluimvee, loopvogels of postduiven worden verhandeld verboden, alsmede het organiseren van wedvluchten van postduiven of het tijdelijk bijeenbrengen op één plaats van pluimvee, loopvogels of postduiven die afkomstig zijn van verschillende plaatsen en vervolgens naar verschillende plaatsen binnen het Rijk, niet zijnde slachterijen, worden weggevoerd.

Artikel

14

Artikel

15

§

8

Slotbepalingen

Artikel

16

De Regeling varkensmarkten 1994, de Regeling markt- en tentoonstellingsverbod pluimvee 1992 en de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren worden ingetrokken.

Artikel

17

De krachtens artikel 4 van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren verleende erkenningen worden geacht te zijn verleend op grond van artikel 4 van deze regeling.

Artikel

18

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2000.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J.Brinkhorst

Bijlage

I

Varkensverzamelcentra

Algemene eisen

  • 1.

    Het verzamelcentrum is gemakkelijk bereikbaar via verharde wegen en ligt niet in een gebied ten aanzien waarvan op grond van de regelgeving van de Raad van de Europese Unie of de Commissie van de Europese Gemeenschappen of op grond van nationale regelgeving maatregelen zijn genomen, houdende de instelling van een verbod om dieren uit het betrokken gebied uit te voeren of in de handel te brengen.

  • 2.

    Het varkensverzamelcentrum maakt geen deel uit van een bedrijf waar vee en pluimvee zijn gehuisvest, van een slachthuis of van een verzamelplaats ten behoeve van het verzamelen van andere soorten dieren dan varkens. De gebouwen van het varkensverzamelcentrum zijn gelegen op een minimale afstand van 100 meter van gebouwen behorende bij één of meer van de bovengenoemde bedrijven.

  • 3.

    Op het varkensverzamelcentrum kunnen varkens worden gevoederd en gedrenkt.

  • 4.

    Voor het personeel en bezoekende personen die uit hoofde van hun functie het varkensverzamelcentrum dienen te betreden is een hygiënesluis gesitueerd, zodanig dat zij deze passeren alvorens zij op het varkensverzamelcentrum werkzaamheden verrichten. De hygiënesluis is voorzien van omkleed- en douche/wasfaciliteiten en van een toilet. Schone bedrijfskleding en laarzen zijn in de hygiënesluis aanwezig. Personeel en bezoekende personen wassen zich en kleden zich met schone bedrijfskleding en laarzen voor het betreden van het varkensverzamelcentrum en tevens bij iedere aanvang van een blokperiode.

  • 5.

    De aanbieder draagt er zorg voor dat het personeel dat op het centrum verantwoordelijk is voor de dieren wordt opgeleid in de zorg voor en het welzijn van de dieren alsmede in de wettelijke eisen die ter zake van het varkensverzamelcentrum gelden volgens een door de Minister goedgekeurd opleidingsplan.

  • 6.

    Het varkensverzamelcentrum is zodanig omheind, dat vrije toegang tot het varkensverzamelcentrum niet mogelijk is.

  • 7.

    Het varkensverzamelcentrum is voor vervoermiddelen uitsluitend toegankelijk via één afsluitbare ingang en uitsluitend te verlaten via één afsluitbare uitgang. De uitgang is voorzien van een sproei-installatie voor het reinigen en ontsmetten van de wielen. De in- en uitgang worden dagelijks na beëindiging van de werkzaamheden en na reiniging en ontsmetting afgesloten.

  • 8.

    Het gehele terrein van het varkensverzamelcentrum waar mogelijk met smetstof verontreinigd materiaal vanaf transportmiddelen op de grond terecht kan komen, is verhard. De plaats waar varkens in- en uitgeladen worden is voorzien van een verharde en voor water ondoordringbare terreinbedekking. Het gehele verharde terrein van het varkensverzamelcentrum is in goede staat van onderhoud en zonder glooiingen.

  • 9.

    Alle materialen waarmee de varkens op het varkensverzamelcentrum in aanraking kunnen komen zijn uitsluitend van duurzaam en ondoordringbaar materiaal gemaakt dat gemakkelijk en grondig kan worden gereinigd en ontsmet. De materialen worden goed onderhouden en eventuele reparaties worden onmiddellijk uitgevoerd. Het gebruik van corroderende materialen is niet toegestaan. Hout is slechts toegestaan, wanneer dit is ingebed in kunststof of hars.

Voorzieningen

  • 10.

    Op het varkensverzamelcentrum is een voor dieren ontoegankelijke ruimte aanwezig voor opslag van voeder en strooisel, gescheiden van de ruimte waar dieren kunnen verblijven.

  • 11.

    Op het varkensverzamelcentrum, in de onmiddellijke nabijheid van de uitlaadruimte, is een aparte, afsluitbare stalling voor afgekeurde dieren aanwezig.

  • 12.

    Op het varkensverzamelcentrum is een afsluitbare, lekvrije, voor vogels of ongedierte ontoegankelijke en goed reinigbare voorziening aanwezig voor de opslag van kadavers, waarvan de inhoud tot maximaal 7 °C gekoeld wordt. Deze voorziening is zodanig op een verharde plaats gesitueerd dat het vanaf de openbare verharde weg binnen het bereik ligt van de laadkraan van het vervoermiddel van degene die het materiaal ophaalt.

  • 13.

    Op het varkensverzamelcentrum is ten behoeve van de VWA een afsluitbare kantoorruimte aanwezig, ingericht met ten minste een bureau of tafel, een stoel en een telefoon. Indien de VWA een onafhankelijke telefoonaansluiting wenst, komt deze voor rekening van de VWA. In of in de nabijheid van de kantoorruimte bevindt zich een toilet met gelegenheid tot handen wassen.

  • 14.

    De laad- en losvoorzieningen zijn zodanig dat laad- en loswerkzaamheden ongehinderd kunnen plaatsvinden. Voor het in- en uitladen is een deugdelijke laadbrug, lift of loopbrug aanwezig.

  • 15.

    Het varkensverzamelcentrum is zodanig ingericht dat bij het in- en uitladen aankomende en vertrekkende varkens niet met elkaar in contact komen.

  • 16.

    Bij de laad- en losruimte en de weegschaal en in de aan- en afvoerstal dan wel in de algemene stalruimte en in de overligstal is een verlichting aanwezig met een minimale lichtsterkte van 300 lux.

  • 17.

    Er is zoveel stalruimte aanwezig dat de aan- en afvoer van de per dag te exporteren varkens ongestoord kan verlopen.

  • 18.

    De op het varkensverzamelcentrum aanwezige stalruimte en de laad- en losplaatsen zijn voorzien van een gesloten dakbedekking, windkerende wanden en een klimaatsregelingssysteem zodanig dat de stalruimte en de laad- en losplaatsen onder alle klimatologische omstandigheden deugdelijk en efficiënt gereinigd en ontsmet kunnen worden.

  • 19.

    Het vloeroppervlak van de aanvoer-, afvoerstal en selectieruimte, als bedoeld in artikel 1, dan wel het vloeroppervlak van de eventueel aanwezige algemene stalruimte bestaat geheel uit voor water ondoordringbaar materiaal. De wanden van deze ruimten bestaan, voorzover deze niet hoger zijn dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak, geheel, dan wel, voorzover deze hoger zijn dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak, tot een hoogte van 2,5 meter uit voor water ondoordringbaar en niet poreus materiaal, zodat deze steeds gereinigd en ontsmet kunnen worden. De aanvoerstal, de selectieruimte en de afvoerstal zijn van elkaar gescheiden door gesloten afscheidingen met een minimale hoogte van 1 meter voor biggen en 1,5 meter voor varkens of door een niet voor varkens toegankelijke ruimte met een minimale breedte van 0,5 meter. Het varkensverzamelcentrum heeft in geval van een aan- en afvoerstal per aanvoeradres onderscheidenlijk bestemmingsadres gescheiden hokken en, indien het centrum slechts over één stalruimte beschikt, naar aanvoeradressen gescheiden hokken. Voor fok- en gebruiksvarkens zijn de hokken zodanig van elkaar gescheiden dat direct contact tussen varkens in de verschillende hokken niet mogelijk is. Daartoe zijn de hokken gescheiden door gesloten afscheidingen met een minimale hoogte van 1 meter voor biggen en 1,5 meter voor alle andere fok- en gebruiksvarkens of door een niet voor varkens toegankelijke ruimte met een minimale breedte van 0,5 meter.

  • 20.

    De aanvoerstal is voorzien van een deugdelijke sproei-installatie voor varkens, tenzij de verzamelplaats uitsluitend is erkend voor fok- en gebruiksvarkens. Indien het varkensverzamelcentrum slechts over één stalruimte beschikt is deze ruimte voorzien van een deugdelijke sproei-installatie voor varkens, tenzij de verzamelplaats uitsluitend is erkend voor fok- en gebruiksvarkens.

  • 21.

    Indien een stalruimte op het varkensverzamelcentrum geheel of gedeeltelijk ingestrooid wordt, is in de nabijheid van de stalruimte een voorziening aanwezig voor de opslag van mest en strooisel.

  • 22.

    Lekwater dient af te vloeien naar de gierkelder of naar met roosters afgedekte kolken.

  • 23.

    De in- en uitgangen van de stalruimte zijn afsluitbaar. Bij de in- en uitgangen zijn ten behoeve van schoeisel deugdelijke ontsmettingsbakken aanwezig. De inhoud van de ontsmettingsbakken wordt tenminste bij de aanvang van een blokperiode ververst met ontsmettingsmiddelen. De inhoud van de ontsmettingsbakken is zodanig dat te allen tijden afdoende ontsmetting mogelijk is.

  • 24.

    De voor slachtvarkens bestemde overligstal is gescheiden van de overige op het varkensverzamelcentrum aanwezige ruimten door een gesloten wand. De overligstal mag, indien een aanvoerstal, een selectieruimte en een afvoerstal aanwezig zijn, direct verbonden zijn met de afvoerstal via één doorgang. Indien het centrum slechts over één stalruimte beschikt, mag de overligstal daarmee verbonden zijn via één doorgang. Behoudens voor het overbrengen van varkens naar de overligstal is de doorgang gesloten. Wanneer slachtvarkens worden overgebracht naar de overligstal wordt hiervan onmiddellijk melding gemaakt in het register dan wel de elektronische informatiedrager, bedoeld in onderdeel 29. De onderdelen 18, 19, 21, 22 en 23, zijn van overeenkomstige toepassing.

Reiniging en ontsmetting

  • 25.

    Op het terrein zijn één of meerdere wasplaatsen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen. De wasplaatsen zijn geregistreerd op grond van artikel 23, eerste lid, van de Regeling inzake hygiëne-voorschriften besmettelijke dierziekten 2000.

  • 26.

    Op het terrein zijn één of meerdere reinigings- en ontsmettingsinstallaties of -inrichtingen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van het terrein, de stalruimten en overige voorzieningen. Deze installaties en inrichtingen voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      ten behoeve van reiniging en ontsmetting is levering van warm water van tenminste 70°C en koud water, beide met voldoende hoge druk mogelijk;

    • b.

      bij besproeiing onder hoge druk kan een detergrens worden aangebracht die het oppervlak reinigt;

    • c.

      door verneveling of anderszins kan ontsmettingsmiddel op het gereinigde oppervlak worden aangebracht en

    • d.

      efficiënte en deugdelijke reiniging en ontsmetting van het gehele verharde terrein, genoemd onder punt 8, moet mogelijk zijn.

  • 27.

    Het bij reiniging en ontsmetting gebruikte water dient op regelmatige afstanden af te vloeien naar de gierkelder of naar de met roosters afgedekte kolken.

  • 28.

    Voor de mogelijkheid tot controle op reiniging en ontsmetting geldt een minimale lichtsterkte van 300 lux.

Administratie

  • 29.

    Op het varkensverzamelcentrum zijn een in- en uitslagregister dan wel een elektronische informatiedrager met gegevens over de in- en uitslag aanwezig waarin onmiddellijk na aankomst onderscheidenlijk vertrek van de varkens onder vermelding van het aantal varkens, de datum van aankomst en vertrek, het herkomstbedrijf en de eigenaar, het bestemmingsadres en de koper van de varkens worden bijgehouden door middel van registratie van de identificatie van alle varkens die het varkensverzamelcentrum passeren, zodanig dat een directe koppeling tussen de in- en uitslag per dier mogelijk is. De voor aan- en afvoer gebruikte vervoermiddelen worden eveneens onmiddellijk na aankomst onderscheidenlijk vertrek onder vermelding van de registratienummers van de vervoerders alsmede van het vervoermiddel in het register dan wel in de elektronische informatiedrager bijgehouden alsmede bij export van de varkens het serienummer van het gezondheidscertificaat. Tevens administreert de houder van de verzamelplaats per stalruimte, en in voorkomend geval, per overligstal, het aantal daarin te verblijven varkens per UBN en noteert hij in voorkomend geval de aanvang van het verblijf in de overligstal. De houder van het varkensverzamelcentrum administreert zodanig, dat de keuringsdierenarts aan de hand van het register alle op het varkensverzamelcentrum aangevoerde, aanwezige en afgeleverde varkens, de vervoerders en de vervoermiddelen waarmee de varkens werden getransporteerd, kan traceren. De gegevens bedoeld in dit onderdeel worden minimaal drie jaren bewaard.

  • 30.

    Op het varkensverzamelcentrum is een logboek aanwezig waarin door of namens de eigenaar van het varkensverzamelcentrum de volgende gegevens worden bijgehouden:

    • type, concentratie en hoeveelheid van de ter ontsmetting gebruikte ontsmettingsmiddelen;

    • datum en tijdstip van door de rijksdienst uitgevoerde inspecties;

    • beschrijving van die gevallen waarin door de de keuringsdierenarts of de assistent is geconstateerd dat niet aan de in deze regeling gestelde eisen of andere op het varkensverzamelcentrum, onderscheidenlijk de eigenaar van het varkensverzamelcentrum van toepassing zijnde regelgeving is voldaan, alsmede de in verband met die constateringen door de keuringsdierenarts of de assistent gegeven instructies;

    • de datum waarop de opheffing van de geconstateerde tekortkomingen zal zijn voorzien;

    • gegevens omtrent de monstername, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, en de resultaten van het onderzoek van monsters.

  • 31.

    Het varkensverzamelcentrum dat binnen een blokperiode varkens voor meerdere bestemmingsadressen aanvoert beschikt over een geautomatiseerd selectiesysteem waarin identificatiegegevens, de verblijfsruimte binnen de afvoerstal en het bestemmingsadres worden vastgelegd.

Bijlage

II

Verklaring van enting van hoenderachtigen of loopvogels tegen pseudo-vogelpest

De ondergetekende ... (naam en voorletters), wonende te ... (adres, postcode en plaats), verklaart dat hij eigenaar, c.q. houder is van in totaal ... (aantal/stuks hoenderachtigen of loopvogels *Doorhalen wat niet van toepassing is , verblijvende ... (adres), te ... (plaats),

waarvan hieronder een specificatie volgt:

ras

aantal

gemidd.

aantal

ring

nummers

...

...

...

...

...

...

...

...

...

...

...

...

Hij verklaart voorts dat hij al deze dieren voorzover zij ouder zijn dan 30 dagen op ... (datum) ter enting heeft aangeboden aan dierenarts ... (naam en voorletters), wonende te ... (plaats).

Datum ...

Handtekening eigenaar c.q. houder

...

De ondergetekende ... (naam en voorletters), wonende te ... (adres, postcode en plaats), dierenarts, verklaart dat hij bovenomschreven dieren voorzover ouder dan 30 dagen, tegen pseudo-vogelpest heeft geënt op ... (datum), met de geregistreerde entstof: ...

fabrikaat ...

partij ...

Datum ...

Handtekening dierenarts ...

Bijlage

III

Verklaring van enting van duiven tegen pseudo-vogelpest (paramyxovirusinfectie)

De ondergetekende ... (naam en voorletters), wonende te ... (adres, postcode en plaats), verklaart dat hij eigenaar, c.q. houder is van in totaal ... (aantal/stuks) postduiven verblijvende ... (adres), te ... plaats),

waarvan hieronder de ringnummers volgen:

1.

26.

51.

76.

101.

2.

27.

52.

77.

102.

3.

28.

53.

78.

103.

4.

29.

54.

79.

104.

5.

30.

55.

80.

105.

6.

31.

56.

81.

106.

7.

32.

57.

82.

107.

8..

33.

58.

83.

108.

9.

34.

59.

84.

109.

10.

35.

60.

85.

110.

11.

36.

61.

86.

111.

12.

37.

62.

87.

112.

13.

38.

63.

88.

113.

14.

39.

64.

89.

114.

15.

40.

65.

90.

115.

16.

41.

66.

91.

116.

17.

42.

67.

92.

117.

18.

43.

68.

93.

118.

19.

44.

69.

94.

119.

20.

45.

70.

95.

120.

21.

46.

71.

96.

121.

22.

47.

72.

97.

122.

23.

48.

73.

98.

123.

24.

49.

74.

99.

124.

25.

50.

75.

100.

125.

Hij verklaart voorts dat hij al deze dieren op ... (datum) ter enting heeft aangeboden aan dierenarts ... (naam en voorletters), wonende te ... (woonplaats).

Datum ...

Handtekening eigenaar c.q. houder

...

De ondergetekende ... (naam en voorletters), wonende te ... (adres, postcode en plaats), dierenarts, verklaart dat hij bovengenoemde postduiven tegen pseudo-vogelpest (paramyxovirusinfectie) heeft geënt op ... (datum), met de voor duiven geregistreerde entstof: ...

fabrikaat ...

partij ...

overeenkomstig de registratiebeschikking van de betreffende entstof.

Datum ...

Handtekening dierenarts ...

Bijlage

IV

Gezondheidsverklaring tentoon te stellen of te keuren runderen, schapen of geiten

Bijlage

V

Voorwaarden voor het verzamelen weiderunderen op een runderverzamelcentrum

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden