Artikel
1
Definities
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
bestaande woning: woning die al voor de eigendomsoverdracht werd bewoond;
-
b.
burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de woning is gelegen waarop de eigenwoningbijdrage of de bijzondere bijdrage, bedoeld in artikel 34, betrekking heeft;
-
c.
bijdragejaar: jaar dat begint met de eerste volle kalendermaand waarin degene die de eigenwoningbijdrage aanvraagt de woning in eigendom heeft verkregen en loopt tot en met de elfde daaropvolgende kalendermaand, en de direct daarop aansluitende jaren;
-
d.
driejaarstijdvak: aaneengesloten periode van drie bijdragejaren;
-
e.
eigenaar-bewoner: natuurlijke persoon die, alleen of gezamenlijk met een persoon als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a of b, een woning volledig in eigendom verkrijgt en daarin zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben;
-
f.
eigenwoningbijdrage: financiële bijdrage krachtens deze wet, met uitzondering van de bijzondere bijdrage, bedoeld in artikel 34;
-
g.
financier: financiële instelling die de hypothecaire lening verstrekt;
-
h.
fiscaal effect: naar een maandbedrag herrekend jaarlijks terugkerend belastingvoordeel dat een huishouden met een eigen woning heeft ten opzichte van andere huishoudens, gebaseerd op aftrekbaarheid van de te betalen hypotheekrente enerzijds, en bijtelling van het huurwaardeforfait anderzijds;
-
i.
hypothecaire lening: lening of krediet in rekening-courant ter financiering van de kosten van het in eigendom verkrijgen van de woning in verband met welke een eigenwoningbijdrage wordt aangevraagd, met als zekerheid hypotheek op die woning, niet zijnde een zodanige lening die of krediet dat voor de inwerkingtreding van deze wet is gesloten of verleend;
-
j.
hypotheekrente: te betalen bedrag aan rente over de hypothecaire lening, blijkens de geldleningsovereenkomst;
-
k.
nieuwbouwwoning: woning die voor de eigendomsoverdracht nooit bewoond is geweest;
-
l.
normlasten: gedeelte van de hypotheekrente dat per maand ten minste voor rekening van de eigenaar-bewoner blijft;
-
m.
normrente: genormeerd maandbedrag aan rente over de hypothecaire lening;
-
n.
Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
-
o.
peildatum: eerste dag van het driejaarstijdvak, respectievelijk, in artikel 40, eerste dag die volgt op het vijfde driejaarstijdvak;
-
p.
peiljaar: kalenderjaar dat voorafgaat aan het bijdragejaar, of, als dat kalenderjaar minder dan een half jaar voor het bijdragejaar eindigt, het kalenderjaar dat voorafgaat aan dat kalenderjaar;
-
q.
primaire toekenning: toekenning van de eigenwoningbijdrage voor het eerste driejaarstijdvak;
-
r.
rekeninkomen, rekenvermogen: het rekeninkomen en het rekenvermogen, bedoeld in artikel 3 respectievelijk artikel 4;
-
s.
standplaats: standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van de Woningwet;
-
t.
verkrijgen in eigendom:
-
1
e. verwerven van de eigendom;
-
2
e. verkrijgen van een recht van opstal, een recht van erfpacht, een appartementsrecht of een ander beperkt recht, of
-
3
e. verkrijgen van een lidmaatschapsrecht van een coöperatie, waaraan verbonden het recht van gebruik en bewoning;
-
1
-
u.
woonwagen: woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Woningwet.