Wet van 11 december 2000, houdende nieuwe regels over het toekennen van bijdragen aan lagere inkomensgroepen ten behoeve van het verkrijgen en kunnen blijven bewonen van een eigen woning (Wet bevordering eigenwoningbezit)

Wet bevordering eigenwoningbezit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen omtrent het aan mensen in lagere inkomensgroepen toekennen van een bijdrage ten behoeve van het verkrijgen en kunnen blijven bewonen van een eigen woning;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

§

1

Definities

Artikel

1

Definities

Artikel

1a

Inkomens- en loonbegrippen

§

2

Overige begripsomschrijvingen

Artikel

2

Bewoningssituatie

Artikel

3

Rekeninkomen

Artikel

4

Rekenvermogen

Artikel

5

Kosten van verkrijgen in eigendom

Hoofdstuk

2

Het recht op de eigenwoningbijdrage voor het in eigendom verkrijgen en vervolgens kunnen blijven bewonen van een woning

§

1

Het recht op de eigenwoningbijdrage

Artikel

6

Omschrijving recht

§

2

Eisen die gelden voor elke toekenning

Artikel

7

Inschrijving gba

Artikel

8

Maximaal toegestaan inkomen

Artikel

9

Maximaal toegestaan vermogen

Artikel

10

Hypotheekgarantie

§

3

Eisen die slechts gelden voor primaire toekenningen

3.1

Eisen aan degenen die behoren tot het huishouden van de eigenaar-bewoner

Artikel

11

Leeftijdsgrens en minimaal vereist inkomen

Artikel

12

Eigenaar-bewoner geen eigenaar voor eigendomsoverdracht

Voor een primaire toekenning is vereist dat de eigenaar-bewoner gedurende een tijdvak van ten minste drie jaar tot de datum van eigendomsoverdracht geen eigenaar is geweest van een woning waar hij zijn hoofdverblijf had.

Artikel

13

Latere inschrijving gba/bewoning

Artikel

14

Rechtmatig verblijf in Nederland

Voor een primaire toekenning is vereist dat de eigenaar-bewoner, alsmede degene die tot diens huishouden behoort, op het moment dat de aanvraag voor de eigenwoningbijdrage bij Onze Minister wordt ingediend:

  • a.

    de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld, of

  • b.

    vreemdeling is en rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 1b, aanhef en onder 1, van de Vreemdelingenwet.

3.2

Eisen aan de woning

Artikel

15

Maximale koopsom, maximale hypothecaire lening

Artikel

16

Differentiatie op basis van regionale woningmarkt

Artikel

17

Garantiecertificaat voor nieuwbouw

Voor een primaire toekenning ten behoeve van een nieuwbouwwoning is vereist dat een garantiecertificaat is afgegeven door een door Onze Minister erkende, terzake deskundige instantie, tenzij de woning geheel of in belangrijke mate wordt gebouwd door de eigenaar-bewoner.

Artikel

18

Bestaande woning: taxatierapport

Artikel

19

Bestaande woning moet in goede staat zijn

Indien bij een aanvraag ten behoeve van een bestaande woning uit het taxatierapport blijkt dat de kosten van het verrichten van achterstallig onderhoud aan de woning ten minste ééntiende deel bedragen van de waarde van de woning na het verrichten van het achterstallig onderhoud, is voor een primaire toekenning vereist:

  • a.

    dat bij dat taxatierapport een bouwkundig rapport is gevoegd dat is opgesteld door de gemeente waar de woning gelegen is, een bouwkundig bedrijf dat als zodanig is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, of een andere instantie die in het kader van de toepassing van de voorwaarden en normen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, daartoe bevoegd is, en

  • b.

    dat de kosten van het verrichten van het achterstallig onderhoud kunnen worden voldaan, en de daartoe benodigde financiële middelen bij de financier in depot blijven tot het achterstallig onderhoud is verricht.

Artikel

20

Bestaande woning niet op ernstig verontreinigde grond

Voor een primaire toekenning ten behoeve van een bestaande woning is vereist dat deze zich niet bevindt op bodem, waarvan ingevolge de Wet bodembescherming is vastgesteld dat deze ernstig verontreinigd is.

Artikel

21

Woonwagens en woonschepen

3.3

Overige eisen

Artikel

22

Beperkende bedingen in verband met de verkrijging in eigendom

Artikel

23

Nadere eisen met betrekking tot de hypothecaire lening

Voor een primaire toekenning is vereist dat de hypothecaire lening:

  • a.

    blijkens de geldleningsovereenkomst in ten hoogste 30 jaar voor ten minste 60 procent wordt afgelost;

  • b.

    wordt afgesloten in een bij ministeriële regeling te bepalen vorm en voor een bij die regeling te bepalen rentevaste periode en

  • c.

    niet strekt tot financiering van andere bedragen en kosten dan die, genoemd in artikel 5.

§

4

Hardheid, overgang ewb bij verlies eigendom

Artikel

24

Hardheid

Artikel

25

Overgang ewb bij verlies eigendom

Hoofdstuk

3

De hoogte van de eigenwoningbijdrage

Artikel

26

Bepaling normrente

Artikel

27

Berekening fiscaal effect

Artikel

28

Bepaling minimum-inkomensijkpunt

Het minimum-inkomensijkpunt bedraagt, herrekend naar een jaarinkomen in het peiljaar:

Artikel

29

Berekening normlasten

Artikel

30

Berekening hoogte ewb

Artikel

31

Maximale ewb

Artikel

32

Toeslagen

Bij algemene maatregel van bestuur kan een systeem van kindertoeslagen worden ingevoerd overeenkomstig de systematiek in de Huursubsidiewet.

Hoofdstuk

4

Vangnetregeling

Artikel

33

Definities t.b.v. vangnetregeling

Artikel

34

Het recht op een bijzondere bijdrage

Artikel

35

Procedure bijzondere bijdrage

Artikel

36

Verrekening en terugvordering

Artikel

37

Privacybescherming

Artikel

38

Hardheid

Hoofdstuk

5

Het recht op de eigenwoningbijdrage na het vijfde driejaarstijdvak

Artikel

39

Vereisten voor ewb na 15 jaar

Artikel

40

Berekening hoogte ewb na 15 jaar

Hoofdstuk

6

Aanpassing van bedragen en factoren

Artikel

41

Aanpassing

Hoofdstuk

7

Aanvraag, toekenning en betaling

Artikel

42

Aanvraag

Artikel

43

Beslistermijnen, aanvulling aanvraag voor een primaire toekenning

Artikel

44

Uitbetaling

Artikel

45

Beschikken over bijdrage

Hoofdstuk

8

Informatieplicht, verificatie, opschorting, herziening en terugvordering

Artikel

46

Informatieplicht huishouden eigenaar-bewoner

Artikel

47

Informatieplicht financier

Artikel

48

Controle vermogen

Artikel

49

Opschorten

Onze Minister kan de uitbetaling van de eigenwoningbijdrage geheel of gedeeltelijk opschorten als hij redelijkerwijs kan vermoeden dat ten onrechte of tot een te hoog bedrag een eigenwoningbijdrage is toegekend of dat niet langer is voldaan aan een eis, met uitzondering van de in artikel 31 genoemde eis, voor de primaire toekenning.

Artikel

50

Herzien en terugvorderen

Artikel

51

Invorderen

Hoofdstuk

9

Bestuurlijke informatieverschaffing, toezicht op de naleving en voorlichting

Artikel

52

Informatieverstrekking algemeen

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen de bij die maatregel aangewezen personen en instanties, met uitzondering van degenen die tot het huishouden van de eigenaar-bewoner behoren, worden verplicht kosteloos gegevens en afschriften van stukken te verstrekken aan burgemeester en wethouders en Onze Minister, voorzover die verstrekking noodzakelijk is voor de uitvoering van deze wet. Bij die maatregel kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot die verstrekking.

Artikel

53

Informatie door b&w

Burgemeester en wethouders verstrekken desgevraagd aan Onze Minister de gegevens over de uitvoering van deze wet, alsmede inzage in de stukken daarover, op de wijze als door Onze Minister bepaald.

Artikel

54

Sociaal-fiscaalnummer

In de administratie over de uitvoering van deze wet wordt het sociaal-fiscaalnummer opgenomen waaronder degenen die tot het huishouden van de eigenaar-bewoner behoren, zijn geregistreerd bij de rijksbelastingdienst. Bij de verstrekking van gegevens over de uitvoering van deze wet wordt gebruik gemaakt van dit sociaal-fiscaalnummer.

Artikel

55

Toezicht op de naleving

Artikel

57

Voorlichting

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de voorlichting over deze wet.

Hoofdstuk

10

Wijziging andere wetten, overgangs- en slotbepalingen

§

1

Wijziging andere wetten

Artikel

60

Vervallen

§

2

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

61

Nadere regels bij amvb

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ten behoeve van de invoering van deze wet nadere regels worden gesteld.

Artikel

62

Voorhangprocedures

Artikel

63

Overgangsrecht

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet worden geen koopgewenningssubsidies vastgesteld op voet van enige daarop betrekking hebbende regeling van Onze Minister.

Artikel

63a

Overgangsrecht met betrekking tot inkomen en vermogen

Voorzover de peildatum is gelegen voor 1 juli 2002, wordt:

  • a.

    voor de toepassing van artikel 3, derde lid, onderdeel a, onder het gecorrigeerde verzamelinkomen verstaan het belastbare inkomen, bedoeld in de Wet op de inkomstenbelasting 1964;

  • b.

    voor de toepassing van artikel 3, derde lid, onderdeel b, onder het aldaar genoemde loon verstaan het loon, bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met het krachtens artikel 17, eerste lid, van die wet, aftrekbare percentage of bedrag;

  • c.

    voor de toepassing van artikel 4, eerste lid, en van onderdeel e van dit artikel onder rekenvermogen verstaan het gezamenlijk vermogen op 1 januari 2000 van degenen die behoren tot het huishouden van de eigenaar-bewoner;

  • d.

    voor de toepassing van artikel 4, tweede lid, en van onderdeel e van dit artikel onder vermogen verstaan het vermogen, bedoeld in hoofdstuk II, met uitzondering van artikel 5, van de Wet op de vermogensbelasting 1964, met dien verstande dat bij algemene maatregel van bestuur:

    • 1°.

      waarderingsgrondslagen kunnen worden vastgesteld met betrekking tot motorrijtuigen, en

    • 2°.

      regels kunnen worden vastgesteld met betrekking tot de waardering van een aandeel in een vermogen waarover de eigenaar-bewoner of degene die tot diens huishouden behoort kon beschikken;

  • e.

    voor de bepaling van het rekenvermogen, naast toepassing van artikel 4 :

    • 1.°

      in afwijking van artikel 4, tweede lid, de waarde, verminderd met de daarop rustende hypothecaire schuld, van een eigen woning als bedoeld in artikel 9, vierde lid, van de Wet op de vermogensbelasting 1964, ten behoeve waarvan een eigenwoningbijdrage of een bijzondere bijdrage als bedoeld in artikel 34, is of wordt toegekend, slechts onder vermogen verstaan voorzover die aldus verminderde waarde hoger is dan f 52 000, en

    • 2°.

      indien toepassing wordt gegeven aan artikel 16, eerste lid, in de in dat artikellid bedoelde algemene maatregel van bestuur tevens bepaald welk bedrag in plaats van het onder 1° genoemde bedrag in de betrokken provincies zal gelden, en bepaald op welke wijze eerstbedoeld bedrag wordt of kan worden aangepast;

  • f.

    voor de toepassing van artikel 9, eerste lid, onderdeel b, voor «€ 35 200» gelezen: € 27 090,68;

  • g.

    voor de toepassing van artikel 33, eerste lid, onderdeel a, onder een gecorrigeerd verzamelinkomen verstaan: een belastbaar inkomen, en

  • h.

    voor de toepassing van artikel 41, eerste lid, onder inkomens verstaan belastbare inkomens.

Artikel

64

Evaluatie

Artikel

65

Inwerkingtreding

Artikel

66

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet bevordering eigenwoningbezit.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. W. Remkes
De Staatssecretaris van Financiën, W. J. Bos
De Minister van Justitie, A. H. Korthals